Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts tonen met het label Prozaisch Poetisch. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Prozaisch Poetisch. Alle posts tonen

woensdag 11 mei 2022

Kruispunt


Een roman, geschreven door Jonathan Franzen (1959) in 2021. Ik las een digitale uitgave.
Het eerste deel van een trilogie. Trilogieën moet je eigenlijk in één keer lezen maar met de volgende delen is hij nog bezig. Het verklaart wel het onbevredigende einde.

Hoofdrolspelers: de familie Hildebrandt, bestaande uit pa Russ, ma Marion en vier kinderen: Clem, Becky, Perry en Judson.
Een gezin van een hulppredikant in de jaren zeventig. Ergens in Amerika in een plaatsje met de mooie naam ‘New Prospect’.
De tijd van drugs, een vrijere seksuele moraal en popmuziek.



Crossroads is de naam van een evangelische jongerengroep die Russ heeft opgezet maar het verwijst ook naar de ‘kruispunten’ in de levens van deze zes mensen. Eigenlijk vijf want van Judson lees ik niet veel.
Volgens mij verwijst het ook naar een lied van Robert Johnson: ‘Crossroad blues’:

Wanneer je helemaal niet thuis bent in de wereld van evangelische gelovigen dan kan ik me voorstellen dat je het boek niet interessant vindt maar ik vond het wel mooi, soms op het hilarische af.
Wanneer Russ het zo regelt dat hij met een aantrekkelijke weduwe op pad gaat voor een goed doel en speciaal z’n leren jasje aantrekt omdat hij er dan stoerder uitziet, moet ik wel lachen en helemaal als hij dan nog om de zegen van God durft te bidden voor zijn overspelige verlangens.
Zo zijn veel Amerikaanse (?) gelovigen. Zo oppervlakkig; God voor hun karretje spannen. Ik doe mijn eigen zin en wilt U dat alstublieft zegenen.
Bij een ander kun je dat zo gemakkelijk doorprikken.
Dat is de kracht van dit boek: veel is zo herkenbaar.
Hoe ga je om met afwijzing, hoe met populariteit, hoe met een belast verleden, hoe met  het vinden van je eigen weg in het leven, hoe met je eigen slimmigheid zoals Perry.

‘Veranderde zijn ziel soms bij ieder nieuw inzicht? Een ziel hoorde toch onveranderlijk te zijn? Misschien had hij de fout gemaakt om ‘ziel’ met ‘kennis’ te verwarren. Misschien was de ziel een instrument met maar één toepassing: je de gewaarwording te bezorgen dat jij jij bent.’

Afwisselend wordt er geschreven vanuit de perspectieven van de verschillende hoofdrolspelers. Alleen van de jongste, Judson, miste ik dat. Wellicht voor de volgende boeken.

Wanneer je niet thuis bent in de Bijbels materie zul je veel dingen missen.
Bijvoorbeeld: wanneer Marion een gebed uitspreekt en haar ogen weer opent ziet ze twee mussen door het afval scharrelen. Het wordt verder niet uitgelegd maar bij mij borrelt dan meteen Mattheus 10 naar boven:
‘Worden niet twee mussen voor een penning verkocht? Niet één zal er op de aarde vallen buiten uw Vader om. [..] Wees niet bevreesd, u gaat veel mussen te boven.’

Nog een indringende zinssnede wanneer Russ luistert naar de stem van Robert Johnson, een muzikant die de blues op de kaart heeft gezet:
‘Hij had zich nog nooit zo aangegrepen gevoeld door de indringendheid van de blues, de pijnlijke overtuigingskracht van Johnsons stem, maar ook nooit zo buitengesloten. Die stem kwam vanaf een plaats waartoe hij nooit toegang zou krijgen. Hij was een leugenachtige dilettant die erop parasiteerde, een poseur. Het kwam hem voor dat alle blanken leugenaars waren, een ras van parasiterende schijnmensen, en hij nog wel het meest. Dat hij Frances zijn platen had geleend, met de bedoeling een zweem van authenticiteit te verkrijgen en een goed figuur te slaan, was het toppunt van bedrog.’

Ja, zijn volgende boeken ga ik ook lezen.

woensdag 20 april 2022

Gilead


Geschreven door Marilynne Robinson (1943) in 2004. Ze kreeg er de Pulizerprijs voor in 2005.
Het is een boek uit een serie van vier zoals ik al schreef bij Lila. De volgorde van de boeken ben ik even kwijt. Maar dat doet er niet zo toe geloof ik.

Ik las een digitale editie naar de derde druk uit 2015. 
Marilynne schreef ‘Gilead’ in 2004 en ‘Lila’ in 2014 maar gaat wat verhaal betreft aan Gilead vooraf.
Misschien schreef ze het omdat Lila in Gilead nauwelijks wordt genoemd.  Ergens las ik ook dat er een boek over Jack is.


Dit is een soort dagboek wat de oude dominee, John Ames, schrijft aan zijn zoontje omdat hij aan angina pectoris lijdt en niet verwacht veel ouder te worden. Hij wil zijn jonge zoon toch wat verhalen over zijn voorgeslacht en levenslessen meegeven.
Op het moment van schrijven is het 1956; is John 76 jaar en zijn zoontje 7 en is de televisie net uitgevonden.
Als hij in deze tijd zou leven zou hij ook een blog zijn begonnen, denk ik.
Het verhaal speelt zich weer af in Gilead, Iowa en geeft een beeld van Amerika in de vorige eeuw met zijn raciale verhoudingen.
Voor John is schrijven net als bidden; ‘het gevoel – ik denk ‘weten’ – dat je samen met iemand bent’.
En het prettige van een dominee in de hoofdrol is dat je ongegeneerd allerlei filosofische en geloofsvragen te berde kunt brengen. Geen verkapte verwijzingen of zogenaamde subtiele hinten.
Daarom alleen al zou ik het boek nog eens moeten lezen want er wordt veel verhandeld
Bijbelkennis is wel een pré.

Een voorbeeld: John’s  jonge katten mogen blij zijn dat hij niet van de onderdompeling is zoals zijn baptistenvriendje. De hoeveelheid water vergroot de heiligheid niet. Humor met een serieuze conclusie.
John Ames is een zachtaardig mens maar hij raakt geïrriteerd wanneer hij in gesprek gaat met zijn peetzoon Jack. De (verloren) zoon van de orthodoxere collega predikant Boughton die naar hem is vernoemd en die hem ongegeneerd ‘papa’ noemt. Bovendien kan Jack het nog eens goed vinden met Lila en zijn zoontje wat een doorn is in zijn zachtmoedige, kalme ogen.
Langzamerhand komt John achter diens geheimen en meteen ook zijn eigen tekortkomingen.
Allerlei thema’s passeren de revu: predestinatie, erfzonde, atheïsme, avondmaal, genade en de apartheidspolitiek.

Een boeiend boek al zullen sommigen het langdradig vinden.

 

dinsdag 19 april 2022

Elizabeth Finch


Geschreven door Julian Barnes (1946) in 2022.
In de maand van de filosofie wel een passende roman.
Neil, een midden dertiger volgt een cursus ‘Cultuur en beschaving’ bij een wat oudere professor Elizabeth Finch.
Het hele boek is trouwens een minicursus in cultuur en beschaving. En filosofie.
Neil volgt een soort HOVO cursus stel ik me zo voor waarvan ik er zelf ook heel wat heb bezocht.
Hij raakt in de ban van Elizabeth en haar manier van lesgeven, haar stoïcijnse houding (‘klassieke godin’ p. 39) en vat een gecompliceerde vorm van liefde voor haar op, zodanig dat er na de cursus twee à drie keer per jaar met elkaar wordt geluncht.


Helaas sterft ze maar laat Neil al haar paperassen en boeken na zoals Helena aan Julianus boeken meegaf om zich niet te vervelen tijdens de veldtochten.
Tsja, wat moet je daarmee?
Dat ontdekt hij gaandeweg.

Het boek bestaat uit drie delen: het eerste vertelt over de verhouding tussen Elizabeth en Neil en andere cursisten waarvan de Nederlandse Anna nog een rolletje speelt.
Het tweede over een essay wat Neil had moeten schrijven naar aanleiding van die cursus maar niet heeft gedaan en het na haar overlijden alsnog doet.
Dat essay gaat over Julianus de Afvallige. In haar nalatenschap vindt hij namelijk heel wat geschriften over deze man en hij herinnert zich dat ze veel over hem sprak. Wellicht had ze zelf plannen om iets te publiceren over deze man maar na een schandaal in de Britse pers, die te maken had met de tafelgesprekken van Hitler heeft  ze daar vanaf gezien.
Dat tweede deel is alleen boeiend als je van geschiedenis houdt.

In het derde deel komt Neil erachter dat Elizabeth niet echt de persoon was die hij voor ogen had. Exact dát wat Elizabeth haar leerlingen probeerde bij te brengen: niet alles is wat het lijkt.
Iedereen kijkt, interpreteert  en herinterpreteert op zijn/haar manier.

Barnes is iemand die zich regelmatig afvraagt: What if?
Dat komt vooral aan de orde in het tweede deel over Julianus de Afvallige.
Drie mensen hebben de geschiedenis enorm beïnvloed volgens Elizabeth/ Barnes(?): Kain, Judas en deze Julianus.
Wat bijvoorbeeld, als deze Julianus langer had geleefd en wèl de plannen had doorgevoerd om het christendom/monotheïsme te elimineren door bijvoorbeeld een derde tempel te bouwen zodat de profetie van Jezus niet zou uitkomen?
Hij wilde het christendom vernietigen door het juist toe te laten; de christenen niet te vervolgen zodat ze geen martelaars zouden zijn.
Hij haalde de door Constantijn verbannen Ariaanse bisschoppen terug omdat het de onderlinge strijd tussen christenen zou bevorderen.
Maar tijdens zijn sterven in de Perzische woestijn na een korte regeerperiode komt hij tot de conclusie: ‘Gij hebt overwonnen, o (bleke) Galileeër’. 
Velen hebben deze laatste heidense keizer proberen te doorgronden. Maar wat is waarheid in de geschiedenis?
Elizabeth/ Barnes geeft het voorbeeld van een schilder die bloemen schildert.
‘Door ze af te snijden laten we ze eerder sterven; door ze te schilderen behouden we ze nog lang nadat ze zijn weggegooid. Op dat moment wordt de kunst werkelijkheid, en het oorspronkelijke boeket alleen nog een vluchtige, vergeten schijnbeeld.’

Het schilderij is een impressie van de werkelijkheid maar is die werkelijkheid niet. Dat schilderen kan ook gebeuren door woorden. Kloppen die woorden met de werkelijkheid? Met woorden is het nog moeilijker om de werkelijkheid/ waarheid weer te geven.  Nog afgezien van bewust verdraaien. Geschiedenis wordt nog steeds geschreven door overwinnaars.
Ik moet Wittgenstein eens lezen; die heeft betekenis gehad voor de taalfilosofie.
Steeds meer ga ik het belang zien van een juiste woordkeus.

Losse eindjes: een geheimzinnig persoon die door Elizabeth als 'niemand' wordt aangeduid en haar been. Volgens mij had ze een kunstbeen - altijd dezelfde platte schoenen, dezelfde roklengte, zwemmen met een vrouw in een vrouwenuurtje en een vreemde reverence - maar dat wordt niet uit de doeken gedaan.
Dit raakt Tsechov's gun naar mijn idee of ik moet beter nadenken. 

Uit het handboek van Epictetus wat ook af en toe langskomt en wat een levensles inhoudt: 'Sommige van de dingen hebben wij in onze macht, doch niet alle. Wat in onze macht staat is van nature vrij, en kan niet gehinderd of belemmerd worden; terwijl wat niet in onze macht staat, zwak, onvrij, ongewis en van anderen afhankelijk is. [...] Tot de dingen die niet in onze macht staan behoren ons lichaam, ons bezit, ons aanzien en ons ambt'. 
Leer daarmee leven!
Ik heb de 'echte' tekst erbij gezocht en gevonden bij de de Tilburg University.







 

zaterdag 16 april 2022

Een stille zaterdag

Tanks dreunen de tuinen in
de huizen schrikken zich dood
zij gaan meteen tot ontbinding over
er is ternauwernood
welke gelegenheid ook
voor eer, zelfs niet de laatste.
Men sterft in een raadsel.
Ben ik puin, ben ik roest,
ben ik tuin geweest,
een huis waarin men leest?

Gij die het paradijs
had ingericht
in het begin
en die de nieuwe Stad
liefhad….

Wij hebben u ondergeploegd
gebonden met rupsbanden
met puin uw ogen geperforeerd
met tankspitsen uw handen.
Sta op, de afgrond scheert
langs de wereld
het vacuüm fluit dicht.
Uw gezicht is verwoest
en grijs

Alles hangt ademloos af
  (de vogeltjes en de bloemen
  haar mond -mond, lieve behuwdmond
  en het tedere gras van haar huid
  de tufsteen van haar ogen)
alles hangt ademloos af
van uw opstanding uit
dit graf

Sta op Heer, dat het licht
van uw ogen, de eerste dag
op het eerste blad van het boek
weer invalt onder de hoek
van ons gezichtsvermogen.
Sla onze oogleden op.

 

Guillaume van der Graft (1920 – 2010)
uit: Verzamelde gedichten deel 1.

 

donderdag 14 april 2022

Monterosso mon amour


Ondanks dat de melodieën van  Bruch en Schubert nog steeds mijn brein geannexeerd hebben, heb ik toch het gratis Boekenweek geschenk gelezen. Een echte Pfeijffer. (1968)
Heerlijk. Een mooi verhaal in volzinnen wat zich afspeelt in Italië. Het was weer een leesfeestje. Zo horen boeken te zijn. Jammer dat het zo dun is.

Het thema van de Boekenweek is ‘eerste liefde’.
Het mooie gebied van Cinque Terre in Ligurië, waar wij ook eens zijn geweest, is het decor van het verhaal van Carmen die opzoek gaat naar haar eerste liefde.
Of ze hem vindt laat ik maar even liggen.


In de hoofdpersoon Carmen herkende ik veel van mezelf. Zelf las en lees ik ook graag  ‘echte boeken, waarin geflirt wordt met grote vragen die zij zichzelf steeds vaker stelt, waarin de actualiteit zich niet bij voortduring hinderlijk op de voorgrond probeert te dringen als een om aandacht jengelende smartphone en waarin een verhaal wordt verteld.’

Helaas dringt in dit echte boek de actualiteit zich wel op in de vorm van de Boekenweek en de Corona quarantaine regels. Die smartphone van Carmen wordt al snel gestolen dus daar heeft ze geen last meer van.
Humor.
En passant nog een verwijzing naar een gedicht van Vasalis: ‘Tijd’.

Voor mij was lezen ook een vorm van escapisme, bedenk ik me weleens. Vroeger om mezelf af te sluiten voor de herrie en drukte van een groot gezin en nu ‘omdat boeken haar bevrijden van de deprimerende beperking om tussen de wieg en het graf slechts een enkel mensenleven te mogen meemaken.’

Toch is het ook niet bevredigend om verschillende plaatsvervangende levens te leven. Want wie ben je dan eigenlijk zelf. Gelukkig lost Pfeiffer dat aan het einde van het verhaal op een ludieke manier op want hij introduceert zichzelf in het verhaal. Met de nodige zelfspot.
Zo belooft hij Carmen om haar verhaal te vertellen wat hij dan zojuist ook heeft gedaan.
Als je erover nadenkt valt over ieder mens wel een boek te schrijven. Elk mensenleven is uniek. Maar je hebt schrijvers nodig om er een verhaal van te maken en er ongegeneerd een breder kader omheen te schilderen.
En dat kan ILP.
Zijn zonsopgang op pag. 84/85 is weergaloos.

En de kritiek die ik ergens las over de sherry drinkende Carmen – want wie drinkt er nu nog sherry – slaat nergens op. Als je in boeken ook al niet meer mag drinken wat je lekker vindt, wanneer dan wel? Alsof iedereen maar trendy drankjes drinkt zoals Spritz Aperol. Of is dat ook al passé?

woensdag 13 april 2022

Jezus sterft


Uit een oud gedichtenbundeltje (rommelmarkt) ‘van passie en paschen’ een gedicht van Jo Kalmijn- Spierenburg.

Ze heeft – natuurlijk /sarcasm– geen wikipagina. Maar ze schreef tussen 1925  en 1963 volgens de dbnl-site.

Ook weer tekenend in dit bundeltje is de hoeveelheid ‘lijdensverzen’ tegenover de ’opstandingsverzen’. Namelijk 2:1.
We houden zo van narigheid. Neemt niet weg dat:



De glans van uwe oogen is gedoofd.
Gij buigt in opperst lijden ’t heilig hoofd.
De armen, die Gij teder had gestrekt,
zijn wreed gespalkt en gruwelijk uitgerekt.

De handen, die Gij zeeg’nend hadt gebeurd,
Zijn fel doorspijkerd en met bloed besmeurd,.
Uw hart, dat schreide om der menschen nood,
is nu verstild, gebroken in de dood.

O Jezus, voor wie boos en schuldig zijn
draag Gij geduldig deze bitt’re pijn.
Gij wilt zelfs wezen tot een toeverlaat,
die U nog hoonen in ’t verwond gelaat.

dinsdag 5 april 2022

Zondagmorgen


Geschreven door Willem Jan Otten (1951) gedurende een Coronajaar.
Uitgegeven in 2022.
Ondertitel: Over het missen van God.

In dit boek volgt hij (Rooms Katholieke) kerkelijke jaren en schrijft elke week een stukje, juist ook in de tijd dat hij niet naar de mis kan vanwege de lockdown.
Eigenlijk moet je het zelf ook op die manier lezen maar daar ben ik dan weer te ongeduldig voor en trouwens, ik heb een hekel aan het (Protestantse) kerkelijke jaar terwijl Otten het RK jaar een kunstwerk vindt. Maar de RK kerkelijke jaren zijn cyclussen van drie jaar met veel verschillende, te lezen bijbel gedeelten. Dat is al een stuk beter dan het protestantse.

Ik vraag me toch af waarom gelovigen zich zulke beperkingen opleggen. Want zo voelt dat voor mij.
Soms zou ik het wel willen uitschreeuwen tegen kerkelijke instanties, regels en systemen: ‘Ga uit mijn Zon!’
En meteen nog een puntje van kritiek, dan hebben we dat maar gehad: Otten schrijft over zichzelf in de tweede persoon. Dat haat ik. Het is alsof je naar een interview met een leuterende voetballer luistert. Het andere uiterste vond ik in een boek van Henri Nouwen: ‘Eindelijk thuis’. Hij had het zo vaak over ‘ik’ dat ik het boek na 20 pagina’s in een hoek heb gesmeten. Hoe bereik je daarin een goed evenwicht.

Gelukkig schrijft Otten zinnige dingen, hij is een erudiete persoonlijkheid en kon ik over het minpuntje heen stappen.

Er staan vele mooie dingen in:
‘Op Petrus, de rots, wordt de ‘ecclesia’ gegrondvest – het is een manier om te zeggen dat de kerk op iedere gelovige afzonderlijk wordt gebouwd.[..]Jezus vertrouwt je de sleutels van het koninkrijk toe. Welbeschouwd vertrouwt hij zichzelf toe. Het is een krachtige metafoor: geloof, liefde, hoop zijn sleutels, ze ontsleutelen, ontbinden, maken vrij.’

Hij vertelt over de kunstenaar Christo die juist door het afdekken van gebouwen, door te versluieren die dingen aanwezig stelt. Zo worden de beeltenissen van Jezus op witte donderdag aan het oog onttrokken….en aanwezig gesteld.
Over het farizeïstische reinheidsdenken wat ook juist in Coronatijd zo herkenbaar wordt: Jij houdt je netjes aan de regels en anderen lappen die aan hun laars. Angst en woede in conflict met elkaar; angst voor eigen hachje en woede over die wetteloosheid.
Over Simeon in de tempel die hem doet denken aan zijn eigen (ver)wachten op een kleinkind.

Zo merk ik dat Otten meer meditatief denkt en schrijft; zelf doe ik dat meer informatief.
Eens opletten of dat verschil bij meer mensen te ontdekken valt.
Wat ik ook zeer waardeer: Otten verwijst vaak naar kunstwerken.


Een paar strofen uit ‘het mooiste gedicht van de vorige eeuw’ over Simeon:

 .........

De man had gezegd. Hij verwijderde zich.
En zwijgende bleven, Maria gekromd,
en Anna, gebukt onder jaren, hem nazien.
Voortlopend verloor hij aan waarde en lengte

voor ’t vrouwenpaar dat in het donker daar stond.
En voortgejaagd haast door haar blikken, liep hij,
in zwijgen gehuld, door de ledige tempel
de gelige gloor tegemoet van de uitgang.

…….. 

Hij hoorde hoe tijd zijn geluiden verloor.
En Simeons ziel droeg het beeld van het kind,
de stralende krans rond het donzige kruintje,
afdalende over het pad van het doodsrijk,

als fakkel de pikzwarte duisternis in,
waar nimmer tevoren ooit iemand zijn weg
op enige wijze had kunnen verlichten.
De fakkelvlam blaakte. Het pad raakte breder.

 

Joseph Brodsky (1940 – 1996) ‘Simeon’s Lofzang’




 





Dit schilderij is natuurlijk van Rembrandt. 

vrijdag 25 maart 2022

Lila


Geschreven door Marilynne Robinson (1943)
Ik las een digitale editie naar de eerste Nederlandse druk uit 2015.
Het is bij nader inzien een derde boek uit een reeks van vier; de Gileadserie, maar dat mag de pret niet drukken. Ik denk dat het ook op zichzelf staand gelezen kan worden.
Robinson schreef dit boek in 2014 en kreeg er de National Book Critics Circle Award voor.
Voor eerdere boeken kreeg zij al eens de Pulitzerprijzen.
Geheel terecht naar mijn idee.



De sfeer van dit boek doet denken aan 'Grapes of Wrath/ Druiven der Gramschap' van Steinbeck.
Trekkend door Amerika overleven. In dit geval door Iowa, Kansas, Missouri en Nebraska.
Lila wordt als klein meisje gekidnapt uit een probleemgezin waar ze werd verwaarloosd, door een vrouw met de naam Doll, van wie ik het idee heb dat ze van Indiaanse afkomst is.
Doll is haar enige liefdevolle houvast bij het opgroeien en de omzwervingen op zoek naar werk, eten en onderdak. Soms sluiten ze zich aan bij een andere zwervende groep, geleid door Doane, die dan de regie overneemt.
Door omstandigheden die heel langzaam duidelijk worden beland Lila zo rond haar achttiende (vermoed ik) op de trappen van de kerk in Gilead, een klein stadje in de staat Iowa.

De predikant van het stadje, weduwnaar, voelt zich tot haar aangetrokken en dat is wederzijds ondanks het verschil in leeftijd.
Doll heeft er voor gezorgd dat Lila een jaar ergens op school heeft gezeten en lezen, schrijven en rekenen geleerd al is het wat onbeholpen.
Lila is een een denker. Ze steelt een Bijbel en daarin oefent ze haar lezen. Het schrijven oefent ze door hele stukken over te schrijven.
Het boek Ezechiël heeft haar speciale belangstelling.

Ik beschrijf het allemaal wat zakelijk maar wat ik zo mooi vind in dit boek is dat het vanuit het perspectief van Lila is geschreven en ook haar vele denkprocessen worden verwoord op haar niveau. Ik heb al zitten lezen in ‘Gilead’ dat vanuit het perspectief van de ontwikkelde predikant is geschreven en dat merk je ook meteen. Knap om zo uit verschillende niveaus te kunnen schrijven waarbij beide niveaus zo waardevol zijn en elkaar kunnen verrijken.

De eerste vraag die Lila aan de dominee (John Ames) stelt is: ‘waarom gebeuren de dingen zoals ze gebeuren?’
En laat daarmee de dominee meteen met een mond vol tanden staan. Later beantwoord ze de vraag zelf op haar manier: ‘In een liedje volgt de ene noot de andere op omdat het dát liedje is en niet een ander. Op een keer probeerden Mellie en zij alle liedjes te tellen die ze kenden. Hoe was het mogelijk dat er zoveel liedjes waren? Omdat elk liedje gewoon zichzelf was.’

Ze heeft geen idee wat verliefdheid is maar ze jat een trui van hem zodat ze zijn geur kan blijven ruiken wanneer ze alleen is.
‘Het was erg fijn om hem zo naast zich te hebben lopen. Even goed als rust en stilte, als iets waar je buiten kon maar dat je desondanks nodig had. Dat je moest leren te missen, waarna je het altijd zou missen.’

Het draait uit op een gecompliceerd huwelijk met wat later een kind.
Lila heeft moeite met het aanpassen aan een geregeld leven. Ze noemt haar echtgenoot nooit bij zijn naam maar altijd als dominee en in gedachten ‘de oude man’.
John is een wijze man en de onrust van Lila maakt het er voor hem ook niet gemakkelijker op. Voortdurend is hij bezig om voor Lila ontsnappingsmogelijkheden open te laten en houd dat ook bespreekbaar omdat hij beseft dat hij alleen op deze manier haar voor zich kan behouden.

Voor Lila is een mes, wat zij van Doll heeft gekregen en waar een geschiedenis aan verbonden is, een belangrijk stuk uit haar verleden dat ze graag wil houden omdat er ‘geen manier bestond om je van je schuld te ontdoen, geen fatsoenlijke manier om er afstand van te nemen. Die hele in elkaar gedraaide kluwen van verbittering, wanhoop en angst moest betreurd worden. Nee, beter nog, daar moest genade over neerdalen.’ 

Mooi boek van wege de vele menselijke vragen en antwoorden die niet echt uitgewerkt worden maar soms heel puntig worden verwoord.

zaterdag 19 maart 2022

Violeta


Geschreven door Isabel Allende (1942) in 2022. Ik las een digitale editie.


Soms zijn dit type boeken gewoon erg prettig om het Europese halfrond achter je te laten en je te dompelen in andere culturen.
Hier is het op dit moment akelig en in Zuid Amerika is het dat ook altijd, maar dan anders; het raakt je minder.
Net zoals dategenen wat nu in Europa gebeurt de Zuid Amerikanen niet zo zal raken. 


 

Violeta del Valle is geboren in 1920 en is overleden in 2020. Geboren tijdens de Spaanse griep, ik denk in Mexico en overleden tijdens de Coronapandemie.
Haar leven beslaat een eeuw en daarin laat Allende heel veel passeren maar zonder veel diepgang. Maar dat ben ik van haar gewend.

Het boek bestaat uit vier delen: de ballingschap (1920-1940), de passie 91940-1960), de afwezigen (1960 – 1983) en de wedergeboorte (1983-2020)
Waarom ik dat opschrijf weet ik eigenlijk niet. De globale inhoud kun je overal op het wereldwijdeweb lezen.
Er waren ook geen dingen die ik de moeite waard vond om te onthouden.

Violeta beschrijft haar leven in briefvorm aan haar kleinzoon Camilo. Bij zijn geboorte stierf haar dochter Nieves.
Tsja, wat moet ik meer van zeggen. Leuk verhaal maar zelfs de ‘geschiedkundige’ feiten kan ik nergens terugvinden. Behalve de heel globale. Dat vind ik wel jammer.
Dit boek zal weer net zo snel in mijn vergetelheid raken als haar andere boeken.

donderdag 27 januari 2022

Geestelijk Lied

Ik geloof niet in U, Heer, maar ik heb het
zo nodig in U te geloven dat ik vaak met U praat
en U om iets smeek alsof U bestond.

Ik heb het zo nodig Heer, dat U bestaat
dat ik in U begin te geloven – en geloof
in U te geloven terwijl ik in niemand geloof.

Maar achteraf word ik wakker of denk wakker te worden
en dan schaam ik me voor mijn zwakheid en ik
verfoei U. Ik spreek tegen U die niemand bent.
Ik spreek kwaad van U alsof U iemand was.

Wanneer ben ik wakker, Heer, en wanneer slaap ik ?
Wanneer ben ik het wakkerst, wanneer slaap ik het meest?
Is niet alles een droom, droom ik niet wakker of slapend het leven?
Word ik ooit wakker uit deze dubbele slaap
en leid ik dan, ver van hier, het echte leven,
waar slaap en slapeloosheid maar leugens zijn?

Ik geloof niet in U Heer, maar als U er bent, kan ik
U het beste van mij enkel geven door te zeggen
dat ik niet in U geloof. Wat een vreemde, harde vorm van liefde!
De pijn niet te kunnen zeggen: ik geloof.

Ik geloof niet in U Heer, maar als U er bent, leid me
eens vooral uit deze waan; laat mij goed
Uw gezicht zien!

Neemt U mij mijn nietige liefde
niet kwalijk. Maak dat heel mijn wezen zonder einde
en zonder woorden tot U kan zeggen: U bent. 

Josep Palau I Fabre 
(1917 – 2008)


Vanwege de week van de poëzie die vandaag is begonnen.
Dit prachtige gedicht kun je ook kort samenvatten met de woorden uit de Bijbel die Jaïrus uitsprak: ‘Ik geloof Heer, kom mijn ongeloof te hulp’. (Markus 9: 24)
Het dilematische besef van elke gelovige, denk ik. En dan dat mooie einde: U bent.


 

dinsdag 25 januari 2022

Vorstelijk personages


en andere geschriften.
Geschreven door Hilary Mantel.
In september 2021 verschenen in een Nederlandse vertaling. Ik las een digitale editie.

In het Engels in het in 2020 verschenen en zijn het ‘Mantelpieces’ wat ik leuker vind.
Het zijn verschillende stukken, geschreven naar aanleiding van een boek of een personage.
Geen recensies in de strikte zin van het woord maar meer zoals ik schrijf, associërende stukken naar aanleiding van iets of iemand. Alleen doet zij dat ietsje uitgebreider en beter doorwrocht.


Ik ben verliefd geworden op haar schrijfsels sinds de 'Cromwell Trilogie'. Ze heeft een enorm ruime woordenschat, een beeldend vermogen, een kritische geest en onderkoelde humor.
Ze is bij voorbeeld verbolgen over de opmerking van Virginia Woolf in ‘On Being ill’ dat de taal om over ziekte te schrijven zo gebrekkig is.
En dan trekt Hilary even een blik open….

Verschillende personen passeren de revue: Rousseau, Danton, de laatste heks van Engeland, de maagd Maria, de moord op de kleine James Bulger, een ervaringsverhaal na een zware operatie, Madonna en vele anderen.
Allemaal met de nodige humor en scherpzinnigheid.

Het verhaal over haar periode in een ziekenhuis (Een ontmoeting met de duivel) sprak me enorm aan. Ik heb -gelukkig-  alleen maar weet van de andere kant; de kant van verpleegkundigen.
Wanneer ze na een zware buikoperatie weer langzaamaan mobiel wordt gaat ze schrijven en tijdens het verbinden van haar wond, schrijft ze gewoon in haar hoofd. Zo is een boek over Thatcher ontstaan. Want pijn aangeven dat is een beetje moeilijk: ‘Ik wil het ze naar de zin maken en mijn pijn afstemmen op hun behoeften.’

Hilary is Rooms Katholiek opgevoed maar nu ongelovig én spiritueel. Ze gelooft wel dat er een metafysische wereld is. Dat ze het Rooms katholieke geloof achter zich heeft gelaten maakt dat ze  kritisch schrijft over de ‘heilige anorexia’ van Theresia van Lisieux  en Gemma Galgani en over Maria.

‘In de ogen van buitenstaanders lijkt de Mariacultus misschien een onschuldige, alleraardigste traditie, maar zij legde een gruwelijke druk op het leven van ieder katholiek meisje, en in de geest van elk katholiek jongetje plantte zij een ideaalbeeld waaraan een vrouw onmogelijk kon voldoen.’

En over het woord ‘alma’ uit de Bijbel wat jong meisje betekent en niet maagd schrijft ze: ‘de vroeg christelijke denkers waren erop gespitst de joden duidelijk te maken dat zij hun eigen Schriftuur niet snapten.’

Het stuk over de Engelse royalty’s deed nogal wat stof opjagen toen het boek uitkwam. Ze zou nu weer opnieuw munitie genoeg hebben om er over te schrijven gezien de laatste ontwikkeling rond Andrew.
Ik kan me de foto ook nog herinneren van Diana toen haar verloving bekend werd gemaakt met Charles.
Ze was omgeven door kleutertjes van de school waar ze werkte en de fotografen hadden haar gepositioneerd met tegenlicht zodat haar benen door haar rok te zien waren.
‘Het was de eerste ontering’.  
Verder heeft ze niet zo heel veel met het koningshuis en schrijft pittige dingen: ‘Ons huidige koninklijke huis heeft niet de voortplantingsproblemen die panda’s hebben, maar panda’s en vorstelijk personen zijn even duur om in leven te houden en even slecht aan de huidige omstandigheden aangepast.'
Dan begrijp ik dat de koninklijke familie bepaald 'not amused' is.

Fijn dat ik nog een trilogie van haar heb liggen.
Over de Franse revolutie.
Ik verheug me erop.

maandag 10 januari 2022

Het Alles


Geschreven door Dave Eggers in 2021 toen de Coronapandemie een feit was.
Het is een vervolg op 'De Cirkel' maar is goed apart te lezen.

In het voorwoord: ‘Dit is een roman, dus fictie. Niet alles wat erin wordt beschreven is werkelijk gebeurd, hoewel veel ervan waarschijnlijk wel staat te gebeuren. In dat geval wordt het vanzelf non-fictie.’
Mae Holland uit de Cirkel is opgeklommen tot de hoogste regionen van het bedrijf wat door groei en fusies een bedrijf is geworden waar geen ontkomen meer aan is en nu ‘the Every’ heet. ‘Het Alles’.
De Engelse vertaling klopt beter want bij The Every werken ‘Everyones’.



In dit boek is Delany Wells de hoofdpersoon. Opgegroeid in een boswachtersgezin komt ze in aanraking met The Every en ziet de kwalijke kanten van het bedrijf. Ze neemt zich voor om er te gaan werken en de boel van binnenuit op te blazen. Dat doet ze door het ontwerpen van zeer controversiële apps die voortdurend de privacy verder inperken en waarvan ze verwacht dat het grote protesten zullen gaan oproepen waardoor het bedrijf zal imploderen.
‘Controle, data en schaamte als gedragsverbeteraars. Daar komt alles wat ze doen uiteindelijk op neer.’
En wat verder: ‘Het niet erg geheime doel [..] was vanaf het allereerste begin geweest om menselijk gedrag niet alleen te volgen en te beïnvloeden, maar ook te dicteren.’
Of Delany erin slaagt, zelfs wanneer Wes en Argarwal, een ouddocente van Delany die steeds maar blijft waarschuwen, door The Every worden opgeslokt…..dat vertel ik niet.

Het is weer een boek wat goed is ter bewustwording. Welke mogelijke effecten heeft AI? (Artificial Intelligence) Want het gekke is dat men overal slaafs mee instemt. Het leven wordt namelijk gemakkelijker door alle aanpassingen, er is minder corruptie, minder criminaliteit en een grotere transparantie. Je hoeft zelf minder na te denken en alert te zijn want je telefoon helpt je bij alles.
Die kikkers weer hè, die langzaam gestoofd worden.
Pararellen genoeg met de wereld tijdens een pandemie.  Ik heb zelfs al mensen horen smeken om een lock- down. Dat gaat zelfs mij als introverte, echt te ver.
‘Is er misschien naast het ingeboren verlangen naar vrijheid ook een instinctieve behoefte aan onderwerping?’
Een vraag van Erich Fromm als een voorwoord in het boek waar ik dan toch weer niet goed raad mee weet. In mijn omgeving zie ik velen die een autoriteitsprobleem hebben. Echt een probleem; standaard de hakken in het zand zetten en de ander verwijten dat ie niet goed nadenkt. Dan ben je ook niet vrij.
‘Standaard-anti’ is ook een vorm van niet nadenken.
Bij verder zoeken las ik dat Fromm daar ook een boek over heeft geschreven: ‘De angst voor vrijheid’. Moet ik ook eens lezen.

Ik denk dat hiermee het dilemma wel duidelijk wordt. Het gemakkelijkste is om je maar te laten meevoeren op de smoesjes van terrorismebestrijding en het uitbannen van enge ziekten. Niemand kan het daarmee oneens zijn.  
Het andere gemakkelijke is om standaard te protesteren waardoor dat ook zijn zeggingskracht verliest.

Ingebouwde leugendetectors, Eye tracking, een persoonlijke CO2 footprint; het komt allemaal ter sprake in het boek en je moet er niet aan denken dat het allemaal realiteit zou kunnen worden.
Het blijft eng en toch ook wel weer fascinerend om de ontwikkelingen in onze maatschappij te volgen.

 

zaterdag 8 januari 2022

Zondagavond

 Amen. Ik heb gepreekt. Nu moet ik wel gaan schelden
            en razen op die dwazen in mijn koude kerk,
die zich bebeitlen laten met wat ik vertelde
            met de gelaten slaafsheid van een stenen zerk. 

Kan ik het helpen dat ik alles niet kan zeggen?
            Maar voelen jullie dan niet iets van het geweld
van wat de duurste dominee niet uit kan leggen
            en wat geen moeder aan haar kinderen vertelt? 

Van pure heerlijkheid is het niet uit te spreken,
            kon ik maar onder aan de preekstoel bij de trap
een hand aan Jezus geven en Hem laten preken,
            en zeggen: pas op ’t deurtje, want de ruimte is wat krap. 

Ik zie de hele nacht die lege kerkgezichten
            waar ’t Woord op afstoot naar mijn lege hart retour.
en in de consistorie bij de nieuwsberichten
            zeggen wij God, de koster en elkaar bonjour. 

De vrede ligt op sterven onder de genade.
            ’t Portaal ligt vol vertrapte psalmen en de preek
ligt nu bij stukjes en bij beetjes in de paden,
            de kostersvrouw kijkt rond: het wordt een drukke week. 

Dat Gij de hemel scheurdet en de nette kleren,
            scheur al die maskers en de muren en het dak!
laat hier eens dalen heel de heerlijkheid des Heren,
            alsof de glazen zee door al haar dijken brak! 

Laat me alsjeblieft met rust! Kan niemand dan begrijpen,
            dat preken leven is en sterven tegelijk,
en dat ik bij het amen in mijn arm moet knijpen
            of ik nu droom, dat ik zo arm ben en zo rijk? 

Mijn bidden is veel wijder dan de twee gebeden,
            waarin mijn bijna-bidden met mijn bidden spot.
En zo moet ik dan maar voor jullie plaats bekleden,
            gaapkoppen, slaapkoppen, domkoppen, kinderen van God. 

Mijn armen zijn te zwaar voor ’n zwaar-geladen zegen.
            en voor die grote Bijbel is mijn hart te klein.
Och Here Jezus, Jezus, Jezus houd mij tegen, -
            ik spring de preekstoel af, de kerk wordt een ravijn. 

Gij hebt de engel der gemeente willen schrijven,
            en Zelf hebt Gij het ondertekend met een snik:
“Houd je maar kalm, Ik zal het ook wel blijven.
            en houd maar veel van deze mensen – zoals Ik”.

 

Okke Jager (1928 – 1992)


Dit gedicht kwam ik tegen tijdens het opruimen van mijn kamer. Een beetje nostalgisch in deze tijd.
Wellicht snakken dominees er weer naar om een volle kerk met wit gepleisterde graven/ stenen zerken te kunnen zien om zich erover te kunnen opwinden. 









gedeelte van een schilderij van Marius van Dokkum.








woensdag 5 januari 2022

Eleonore van Aquitanië

Geschreven door Guus Pikkemaat (1929 – 2018) in 2008.

Een heerlijke dikke pil van bijna 600 pagina’s over een vrouw die haar stempel heeft gedrukt op West-Europa.
Eleonore/Alienor leefde van 1122 – 1204 en was tijdens haar leven koningin van Frankrijk want ze trouwde met Louis VII en werd ook nog eens koningin van Engeland, vanwege haar tweede huwelijk met Henry II uit het huis Plantagenet.

Haar naam kwam voorbij tijdens modules Europese geschiedenis en mijn belangstelling was gewekt. Ik had eerder nog nooit van haar gehoord.
Maar wat was dit boek een tegenvaller.


Ja, het klopt dat over vrouwen weinig in de geschiedenisannalen is opgetekend. Ze waren niet interessant genoeg ook al runden ze vaak de business wanneer de echtlieden weer eens op oorlogspad of kruistocht gingen. We weten niet eens haar exacte geboortedatum.
Maar wanneer een boek voornamelijk gaat over haar echtgenoten Louis VII, Henry II en haar zoons Richard Leeuwenhart en Jan zonder Land dan vraag ik me echt af waarom je haar naam op de cover durft te zetten.
Het is een keurig beschreven feitenrelaas over de politieke manoeuvres en wendingen in die vroege middeleeuwen zonder een greintje fantasie.
Nee, dan de boeken van Hilary Mantel. Die zijn een stuk prettiger om te lezen.
Bij Pikkemaat voelde ik bijvoorbeeld geen enkele emotie bij de moord op Thomas Beckett.
Ongetwijfeld vult Hilary met haar fantasie dingen in maar het grote geheel beklijft dan toch veel meer dan dit gortdroge relaas.
Omdat ik niet graag een boek halverwege opzij leg heb ik me gedwongen om het uit te lezen.
Nu filteren waarom Eleonore zo belangrijk is geweest.

Ze werd opgevoed door een vader die zijn dochters serieus nam. (Behalve dan bij het opschrijven van haar geboortedatum) Zulke vaders zijn kostbaar. Ik heb er ook één gehad. Ik moet ook denken aan Christine de Pisan die ook zo’n vader had wat in die tijd heel bijzonder was.

Ze groeide op aan een hof met veel aandacht voor kunst en cultuur en bleef daar tijdens haar leven heel veel aandacht aan besteden. Bernard de Ventadour is een bekende naam die leefde aan dat hof. Een troubadour.
Het grote rijk Aquitanië erfde zij van haar vader en werd daarmee een interessante huwelijkspartner. Door haar huwelijk met Louis VII werd een nog groter rijk gerealiseerd wat weer uiteenspatte na haar scheiding want zij nam haar domeinen mee het volgende huwelijk in met Henry II. Zo ontstond het Angevijnse rijk. Haar twee dochters bleven achter bij Louis.
Deze Henry II bleef echter leenheer van de Franse koning en was tijdens zijn leven voortdurend in conflict met Louis VII.

Eleonora bleef macht uitoefenen in ‘haar’ rijk en het huwelijk leek in de eerste jaren best goed ondanks dat zij tien jaar ouder was. Ze kreeg nog acht kinderen maar niet allen bleven in leven. Drie dochters werden succesvol uitgehuwelijkt aan belangrijke Europese heersers.
Van de vijf zonen zijn Richard Leeuwenhart (Coeur de Lion/ Lionhearted), de uiteindelijke erfgenaam en Jan zonder Land (Jean sans Terre/ John Lackland) de belangrijkste.

Ze was populair bij haar volk, hield van de schone kunsten en de hoofse liederen waar het hof van Aquitanië om bekend stond. Aan haar hof werd de jeugd van de aristocratie onderwezen.  Haar invloed was dus heel indirect.
Henry was minder geliefd, had regelmatig ruzie met zijn zoons die dan weer hulp zochten bij Louis VII. Eleonore koos steeds de kant van haar zoons wat haar niet in dank werd afgenomen.
Henry vond het op een gegeven moment nodig om haar in Engeland gevangen te zetten/huisarrest te geven voor zestien jaren. Pas bij zijn dood gelaste zoon Richard haar vrijlating. Ze was inmiddels rond de acht en zestig. Ze nam de honneurs voor hem waar in Engeland en Frankrijk toen hij mee ging met de derde kruistocht. (1189 – 1192)
Zelf was ze mee geweest op de tweede kruistocht (1147 -1149) en had haar ogen goed de kost gegeven.

Onder haar bewind kreeg La Rochelle stadsrechten en een burgemeester.
Vele andere steden werden door haar begunstigd; natuurlijk met de verwachting van loyaliteit ten opzichte van haar en haar zoon.
De ‘code maritime’ werd opgesteld om zeelieden te beschermen tegen de willekeur van een kapitein of een reder.
De namen van de schepen moesten in de ankers worden gegraveerd zodat ze te herkennen waren. Een eerste vorm van registratie.
Vrouwen werden toegelaten tot de grote zalen die eerder een mannendomein waren.
Nadat ze door zoon Richard weer was vrijgelaten zorgde ze ervoor dat in Engeland uniforme gewichten en maten werden gebruikt voor de handel in granen, vloeistoffen en textiel. En er werden munten met een vaste standaard in gebruik genomen.
Verder stichtte ze nog een hospitaal in Surrey en werd ze luidkeels bezongen door de rondreizende troubadours.

Het beste contact bleef ze houden met haar zoon Richard, die erfgenaam was van de delen in Frankrijk en koning van Engeland. Helaas stierf hij zonder erfgenaam en ging alles over op zijn jongere broer Jan zonder Land die opeens Jan met Land werd.
Eleonore is om en nabij de tachtig geworden en heeft op Eleonore Plantagenet van Castilië  en Jan zonder Land na, haar kinderen overleefd.
Dat er heel veel nazaten van haar rondlopen moge duidelijk zijn. Keizer Otto IV van het Heilige Roomse Rijk was een kleinzoon.

De eindeloze twisten tussen de Capets en de Plantagenets leken weer bijgelegd toen een kleindochter, Blanche trouwde met Louis VIII.
In 1204 overleed deze oermoeder van veel Europese vorstenhuizen.  
Eleonore is begraven in het klooster Fontevraud bij haar man Henry II en zoon Richard.

Niet alles is even zeker, elke geschiedkundige kijkt weer anders tegen de geschiedenis aan; legt andere accenten en trekt andere conclusies.
Zo kwam ik deze scriptie tegen van een leerling van de universiteit van Gent.






zaterdag 18 december 2021

Verzoek aan de schilder

Bij het verlies van een dochter.


Verzoek aan de schilder

Mijn arsenaal van klank en taal
bestaat in tijd. Zij niet. Ik vraag 

Uw hulp. Als ik haar met mijn warme
hand, zo zwaar van bloed, wil raken 

is er niets. U heeft een vlak met veertien
kleuren, een penseel van vossenhaar – 

streel haar te voorschijn, groene schaduw
bij haar oor en in haar hals een zweem 

van oud ivoor. Maak haar een plaats
in vezels van Uw doek. Roep mij 

dan binnen. U staart uit het raam.
Ik blijf op anderhalve meter staan. 

Zij kijkt mij aan.

 

Anna Enquist  (1945)

donderdag 16 december 2021

Advent

In het gewoonste, een vrouw,
gaat het verhevendste schuil:
rouw om de val en het vuil.

In het gewoonste, het wonder
der slapende schoot, gaat het licht
onder. De dag viel dicht.

In de nacht als het leven groeit
in het vruchtwater van de dood
roeit de maan als een dienstbare boot.

In het gewoonste, een naam,
water en lichaam en bloed,
scheept zich aan ons tegemoet
God de Vader.


Uit: verzamelde gedichten van Guillaume van de Graft
De foto is gemaakt in Domme; een stadje in de Dordogne

woensdag 15 december 2021

Maria, icoon van genade


Geschreven door Arnold Huijgen afgelopen jaar. Eerder las ik van hem 'Lezen en laten lezen'.
Het is een mooie maand om te lezen over Maria, de moeder van Jezus al pleit Huijgen voor aandacht het hele jaar rond en het vaker zingen van haar lofzang, het Magnificat. Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn.
Als het meezit(!) zijn er in mijn denominatie slechts 2 preken per jaar waarin een vrouw een rol speelt; dat is toch wel erg magertjes.
Het boek leest gemakkelijk weg al is de materie niet altijd even gemakkelijk.
Prettig zijn de vele voetnoten en de samenvattende conclusies na elk deel.


Bij het zien van al die voetnoten over boeken die er al zijn geschreven door – meestal- mannen over deze ene vrouw moet ik toch wel glimlachen.
Hoe zou Maria zelf hier tegenaan kijken? Waarschijnlijk zal haar mond openvallen van verbazing over al die theorieën en vergelijkingen die er over haar zijn bedacht en weer door anderen weerlegd.
Ik denk niet dat ze het zou waarderen.

Dat neemt niet weg dat dit een interessant boek is en dit blogbericht veel te beknopt want er staan weer heel veel streepjes in.
Ooit las ik ‘de zevende koningin’ (uit 1998) van W.J. Ouweneel wat ook over de Mariacultus gaat; het ontstaan en de ontwikkelingen met alle mogelijke linken. Hij deed dat iets zakelijker en uitgebreider met zijn al te analytische geest, als ik me goed herinner. Nee, WJO komt niet voor in de literatuurlijst al zou het best interessant zijn om de beide boeken eens naast elkaar te leggen.

Wat wil ik onthouden? In ieder geval niet die misogynie van de kerkvaders uit hoofdstuk zes. Al die lelijke dingen over vrouwen konden ze natuurlijk niet zeggen over Maria. Zij werd op het schild gehesen als de ideale vrouw tot aan hemelkoningin toe.

Het boek is verdeeld in drie delen, zoals een goede preek betaamd, Huijgen zelf rekent het laatste deel niet mee.
Waarom dit boek door een protestante dominee?

1. Maria wordt ondergewaardeerd in protestante kringen
2. Er lijkt een beweging gaande naar geloven en God
3. Een verlangen naar schoonheid
4. Het belang van een voortgaand gesprek tussen de RK kerk en de kerken van de Reformatie.
5. De genderproblematiek; hebben de beelden van Maria de onderdrukking van vrouwen aangejaagd of juist gematigd?
6. Het belang van de integratie van de verschillende theologische disciplines.
7. De interesse in Maria zelf. De eerste nieuwtestamentische gelovige en moeder van Jezus Christus.

Maria is een vrouw die het oude met het nieuwe Testament verbindt en een voorbeeld is in haar gelovige overgave aan God.  Een icoon van wat God kan doen.
Tijdens de concilies van Eféze (431) en Chalcedon (451) werd Maria gebombardeerd tot Theotokos: zij die God baart. In Eféze landde dat aardig omdat het herinnerde aan die andere Godin: Artemis. Dat geeft volgens Ouweneel weer een link met de maangodin.
Maria kreeg daarmee een prominente plaats in de theologie en dat was een belangrijke factor in de latere Mariadevotie.
Waarom is dat christologisch van belang?
1. De vleeswording van de Logos is geen nieuwe schepping maar een nieuw begin in de bestaande schepping.
2. God is echt ons bestaan binnen gekomen. Ik voeg er aan toe: In de bij ons bekende  dimensies ruimte en tijd.
3. Jezus is de Zoon van God.

Maria is een ideale vrouw. De vernieuwde Eva. Dat ze ook een gewoon joods meisje was werd even vergeten.
Behalve haar eigen lofzang is zij zelf ook aan alle kanten bezongen door de eeuwen heen.
Volgens Johannes Paulus II bestaat haar roeping uit twee dimensies: maagd en moeder.
Daar kwam natuurlijk weer kritiek op vanuit feministische kant. In mijn ogen terecht want deze zienswijze dient inderdaad alleen het patriarchaat.

In de middeleeuwen nam de devotie pas een hoge vlucht onder invloed van de hoofse liefde. Maria was maagd en bleef dat ondanks het feit dat zij meer kinderen heeft gekregen en is zelf onbevlekt ontvangen dus heeft geen last van erfzonde.
Later, in 1854 is dat in een dogma vastgelegd, zo kon men haar blijven vereren.
Een ander dogma uit 1950  waar protestanten ook zo hun bedenkingen bij hebben is Maria’s ten hemel opneming. Let op, geen hemelvaart zoals een Rooms Katholiek op een forum mij duidelijk maakte. Zij werd opgenomen in tegenstelling tot Christus die zelf ten hemel voer.
Ze wordt ook niet aanbeden maar vereerd, werd mij meteen duidelijk gemaakt.
Dat zijn de twee belangrijkste punten waarmee het protestantisme zo zijn/haar problemen mee heeft wat Maria betreft.

Wanneer de kerk ook moeder wordt genoemd mag ze zich ook wel zo gedragen, zeker richting minderheden. Naar mensen met problemen met hun seksuele gerichtheid en de genderproblematiek.
Huijgen pleit ook voor meer beelden in de kerk. Nou, dat traject heb ik ook achter de rug. En het was heel lastig om dat aan de man/vrouw te brengen.
Maar beelden, zo je wilt iconen geven de mogelijkheid om  de gedachten te verheffen. Dat er ook misbruik van kan komen heft het positieve ervan niet op.

Nog iets grappigs wat ik tegenkwam: al bij Tertullianus waren de oren van Eva en Maria belangrijk. Via Eva’s oren kwamen bedrieglijke woorden binnen en via die van Maria de levende. Zo ontstond de gedachte dat de conceptie via het oor plaatsvond. (p 237)
Uit de modules kunstgeschiedenis herinnerde ik me Robert Campins ‘Merode’ altaarstuk.
In het middenstuk de Annunciatie waarbij Jezus door het gesloten (= maagd) raam komt aanvliegen richting oor van Maria. Ik weet nog dat we het daarover hebben gehad.

Verder viel het Huijgens ook al op dat vroeger de mensheid van Jezus problemen opleverde terwijl dat nu zijn godheid zou zijn. Ooit postte ik dat op een forum.  

Wat mij ook opviel over mezelf en wellicht anderen is dat ik zo anders lees. Huijgens heeft het in dit boek over de zwarte madonna van Rocamadour zoals ze voorkomt in een boek van Michel Houellebeque: ‘Soumission’.
Ik kan me daar niets van herinneren en ook in mijn blogbericht over dat boek is er niets over te vinden.
Toen ik het er met een vriendin over had kwamen we tot de conclusie dat ieder mens zich op een ander geestelijk level bevindt op het persoonlijke levenspad en dat je dan leest en opneemt wat je op dat moment interesseert of waar je mee uit de voeten kunt. Heel soms ontdek je dat er tegelijkertijd iemand anders is op dat level maar bij mij komt dat zelden voor.
Wanneer ik recensies lees van boeken die ik zelf ook heb gelezen komt er ook vaak een heel ander beeld naar voren dan wat ik er zelf van had. Dan zullen mijn verslagen ook wel heel anders zijn dan van andere lezers.
Het zijn dan ook geen recensies, die zakelijk en kritisch boeken bespreken, maar mijn verslagen met allerlei gedachten en associaties die de boeken oproepen.


 

 

maandag 25 oktober 2021

Oktober

Teder en jong als werd het voorjaar
maar lichter nog, want zonder vruchtbegin,
met dunne mist tussen de gele blaren
zet stil het herfstgetijde in.

Ik voel alleen, dat ik bemin,
zoals een kind, iets jongs, iets ouds,
eind of begin? Iets zo vertrouwds
en zo van alle strijd ontheven -
niet als een einde van het leven,
maar als de lente van de dood.

De kruinen ijl, de stammen bloot
en dit door stilte en mist omgeven.


M. Vasalis (1909 - 1998)








Nee, dit is geen krokusje maar een lentebode van de dood: Herfsttijloos





donderdag 7 oktober 2021

Gesprek tussen een filosoof, een jood en een christen


Geschreven door Pierre Abélard  (1079 – 1142) ergens tijdens zijn leven.

Ik las een viator-reeks uitgave uit 2013. Wel zo gemakkelijk lezen in plaats van dat middeleeuws. Vertaald en ingeleid door diverse hoge heren.
Zijn naam kwam langs in een module  Westerse cultuurgeschiedenis en ik had ooit dit boekje van hem gekocht op een tweedehands marktje. Filosofen en theologen hebben altijd mijn belangstelling. Ik val voor mannen met brede, ruimdenkende breinen. Net als Heloise. Het enige probleem is dat de meeste mannen van zichzelf denken dat ze die hebben. *grinnik*   En ik ben ‘helaas’ voor mezelf een strenge jury.



Het leuke van dit boek is dat Abelard als filosoof, overtuigd van het nut van de natuurwetten (naturalist, maar eigenlijk christen), in gesprek gaat met een jood en een christen en heel redenerend, nominalistisch in gesprek is met zichzelf.
Dat is ook meteen de zwakte. Het hele boek komt uit zijn eigen brein.
Hij snijdt wel interessante en actuele onderwerpen aan en het is boeiend om te lezen hoe hij er duizend jaar geleden met zijn scherpe geest over dacht.

Eerst worden de spelregels besproken en wanneer de drie het met elkaar eens zijn gaat de Filosoof, die ook als gespreksleider fungeert, van start al heeft hij niet veel fiducie in zijn opponenten. Joden zijn dwaas en christenen krankzinnig.
Hij gaat eerst heel kort in gesprek met de jood en bevraagt hem over het houden van de oude wetten die niet de oudste zijn want dat zijn de natuurwetten en die voorzien eigenlijk in alles. Job uit de Bijbel leefde ook op die manier en werd door God geprezen.
De joodse wetten leveren de joden niets op gezien de deplorabele toestand waarin het volk zich bevindt terwijl hen wel voorspoed op aarde wordt beloofd. (Deut 6,7)
Dus wat is het nut voor de joden van die strenge wetten.  

Het antwoord van de jood volstaat natuurlijk niet. De jood geeft toe dat wat zij geloven niet verstandelijk te beredeneren valt. Het valt echter ook niet te weerleggen.
De wet houden gebeurt uit liefde voor God. Een antwoord op het antisemitisme heeft de jood ook niet behalve dat zij door christenen worden gehaat omdat de joden de God van de christenen gekruisigd hebben.
Zelf ben ik ook al eens op onderzoek uit geweest om te ontdekken wat nu de bron is van – ook het huidige-  antisemitisme is maar ik kom er, Aristoteliaans gezien,  niet achter. In die tijd was het ook al zo. Zie de boeken van Schama. Het moet een metafysische oorzaak hebben.

De filosoof bewondert de geloofsijver van de jood en hij is nieuwsgierig of de juiste intenties aanwezig zijn of dat die op een dwaling berusten. Hier is duidelijk de nominalist aan het woord.
De filosoof vraagt verder over de besnijdenis, over het nut van de reinigingswetten en over dat eeuwige wat niet verder lijkt te gaan dan de duur van het aardse leven. (p 89)
In het Oude Testament lees je inderdaad weinig over het hiernamaals. De meeste inzettingen gelden daar niet voor. De besnijdenis als eeuwige inzetting zal toch een keer stoppen neem ik aan.
Er komt geen joods antwoord meer. Met joden heeft Abelard kennelijk toch wat minder contacten gehad.

De Filosoof begint zijn gesprek met de christen met de opmerking dat de wet van de christenen later is gekomen en dus beter zou moeten zijn.
‘Naarmate en een wet nieuwer is, moet ze volmaakter zijn en overtuigender bij het belonen en moet haar leerstelling redelijker zijn.’

De christen antwoord hierop dat deze leer ons openbaart wat het hoogste goed is en langs welke weg wij dat kunnen bereiken. Dat is langs de weg van de deugden.
Wat is het hoogste goed en wat het grootste kwaad? Dat zijn na een flinke discussie de hemel en de hel. Tussendoor komt er van alles langs; de duivel en de val van de engelen, de transcendentie en immanentie van God, deugden en ondeugden en wat moet je nu letterlijk lezen en wat niet.

Nog preciezer gedefinieerd is het hoogste goed God zelf. Het grootste kwaad wordt niet helder geformuleerd. Het blijft bij: de kwellingen naar verdienste. Dat vond ik wel opvallend.
Maar dan:
Wanneer is iets kwaad? Een straf voor iets is kwaad, maar het vergrijp waardóór is een groter kwaad.
‘Wanneer dan het vergrijp van een mens een groter kwaad is dan zijn straf, hoe kunt u dan de straf van iemand zijn grootste kwaad noemen, als, zoals net is gezegd, het vergrijp het grootste kwaad is?’
Tsja, hoe kun je dan de kwellingen in de hel het grootste kwaad noemen?
De christen reageert met de opmerking dat mensen in de hel steeds haatdragender worden jegens God en dus steeds slechter worden dan ze in het hiernumaals al waren.
Andersom worden mensen in de hemel dan steeds gelukzaliger.
Heel spitsvondig  en een fascinerende gedachtegang.
Ik zou bij Abelard het verschil willen aankaarten tussen doen en zijn. Je leest wel iets van ontologie tussen de regels door maar nog niet expliciet.  Wat bij zijn tijd paste denk ik.

Maar waarom de verrijzenis van het lichaam? Het lijkt soms net de catechismus: ‘Wat troost geeft u de opstanding des vlezes?’ (Zondag 22) Maar die bestond toen nog niet.
Antwoord van de catechismus (in gewone taal): ‘Na dit leven wordt mijn ziel direct tot Christus, het Hoofd van het lichaam, opgenomen.  Ook mijn lichaam wordt straks door Christus opgewekt. Het wordt weer één geheel met mijn ziel en het wordt hetzelfde als het verheerlijkte lichaam van Christus.’
Abelard vanuit de christen: alles is door God gemaakt tot Zijn eigen eer, dus ook de lichamen die straks geen afbraak meer zullen vertonen.

Wanneer is iets goed want ‘er bestaat nauwelijks iets goeds wat ook geen schade aanricht en niets kwaads, wat niet ook voordeel oplevert.’[…]
‘Wie zou ook niet weten dat de hoogste goedheid van God, die niets zonder reden laat gebeuren, ook de slechte dingen zo goed regelt en op de allerbeste manier daarvan gebruik maakt, zodat het zelfs goed is dat het kwaad er is, hoewel het kwaad zelf absoluut niet goed is.’ (p. 209-210)

Vandaar dat Abelard de nadruk legt op de intenties van het handelen. Iets goeds kan worden gedaan op een verkeerde manier en andersom. God heeft altijd goede intenties en heeft Zijn eigen logica ook al is die voor ons verborgen.
Daarbij wordt de gedachtegang van Augustinus aangehaald uit ‘De Civitate Dei’: ‘Want God zou, zo zeg ik u, geen enkele van de engelen of mensen hebben geschapen, van wie Hij van te voren wist dat zij slecht zouden zijn, als Hij ook niet net zo goed had geweten, tot welk nut van de goede mensen Hij hen zou kunnen gebruiken.’
Het kwaad dient een doel.
Het was toen kennelijk al de enige manier om er mee om te kunnen gaan. De bedoelingenleer.
Volgens mij ligt het allemaal wat gecompliceerder.
Waar Abelard ook op uitkomt is het: ‘Uw wil geschiedde’.
Dat is mooi.
Niet vanuit de lijdelijkheid maar vanuit het vertrouwen dat Hij het geheel overziet en de controle houdt.



 

maandag 20 september 2021

Onderzoek alle dingen


Geschreven door Gijsbert van den Brink ergens in het afgelopen jaar.

Ondertitel: Bijbelstudies over geloof en wetenschap. Mooie titel; erachteraan komt namelijk: en behoud het goede.  Mijn vader hield ons vaak deze tekst voor. Hij was zelf ook niet bang om te onderzoeken. Hij was ook niet bang om dingen af te wijzen waar hij het niet mee eens kon zijn en wanneer hij het niet wist zei hij gewoon dat hij bleef bij hetgeen hij vroeger geleerd had. Maar gaf mij wèl de vrijheid om er anders over te denken.



Het boek bestaat uit tien Bijbelstudies over de materie van geloof en wetenschap. Geschikt voor gespreksgroepen door de vragen die achter elk hoofdstuk staan.
Helaas ontbreekt een literatuurlijst.

Deze materie had ik al een beetje achter me gelaten maar met het lezen wordt mijn interesse weer gewekt. Wat is het toch boeiend om te zoeken naar bedoelingen in die oude verhalen en dan het gevoel te krijgen van….yes…zo klopt het.

Er is veel overlap met zijn boek: 'en de aarde bracht voort' . Met veel van wat van den Brink schrijft ben ik het eens en had ik voor mezelf ook al ‘gevonden’.
Zoals het belang van de tekst in Gen 2 :7: dat God in een mensenpaar Zijn levensadem blies. Zo konden zij leven in een relatie met God.
De overtreding waardoor de relatie werd verbroken – een geestelijk sterven.
Dat in het begin alles goed tot zeer goed was en (nog) niet volmaakt. We zijn onderweg naar die volmaaktheid. Veel mensen nemen aan dat we weer terug gaan naar een paradijselijke situatie maar dat is niet het geval. Dan zou de hele geschiedenis zinloos zijn lijkt mij.
Dat pas mèt het gebod ook de verantwoordelijkheid kwam en de mogelijkheid tot overtreding. In Rom 5:13 staat dat God de zonde niet toerekent wanneer er geen wet is.

Een eyeopener was het gegeven dat Adam en Eva uit het stof van de aarde geschapen waren. En stof van de aarde is per definitie vergankelijk en gedoemd te vergaan. Adam en Eva konden wellicht alleen in (eeuwig) leven blijven door van de boom des Levens te blijven eten. Daarom moesten ze het paradijs uit na hun overtreding. Als zondige mensen eeuwig leven kan niet.
Wat een diepe symbolische boodschap eigenlijk. De relatie die verbroken werd is door Christus hersteld. Nu kunnen we weer tot Hem komen en wie Zijn woorden in acht neemt zal de dood niet meer zien. (Joh 8: 51) Oftewel: blijft geestelijk leven. Dat is weer niet het juiste woord, ik denk dat ons bewustzijn dan levend blijft ook al sterft ons stoffelijke lichaam.
Het klopt dan allemaal zo met andere teksten. ( bijvoorbeeld Joh 5:24; 1 Kor 15: 50)
Een groot gedeelte van 1 Kor 15 wordt in het boek aangehaald en preciezer gelezen.

Mensen stierven al voordat het eerste gebod er was, gewoon omdat ze stoffelijk waren. Er was niets wat hen een hoger bewustzijn gaf. Dat kwam met de aanvang van de heilsgeschiedenis met het eerste mensenpaar zoals in de Bijbel beschreven.
De fout is dat we voor onszelf kozen en kiezen en niet voor God. Wanneer dat zo blijft zullen we ook geestelijk sterven, nee dan zijn we al dood. We komen pas tot leven wanneer we die paradigmawisseling meemaken en alles anders gaan zien.
Vernieuwd in de geest van het denken. (Ef 4: 23)

En weer zie ik dat de Bijbelse verhalen zo’n diepe betekenis en inhoud hebben. Veel meer dan wanneer je alleen in de letterlijkheid van de verhalen gelooft. Het verrijkt zo enorm.

Maar dat moet ieder zelf ontdekken.