Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

woensdag 29 mei 2019

De Tweede Sekse


Vanmorgen stond er in de krant een klein berichtje dat dit boek van Simone de Beauvoir 1908 -1986) weer opnieuw wordt uitgegeven.
Zij schreef dit boek in 1949 en het was toen een baanbrekend, feministisch werk.
Zelf heb ik een paperback tweedehandsje uit 1990.
Waarschijnlijk heb ik het ook ergens in die jaren negentig gelezen. Wat ik me nog herinner is dat ik het al enigszins achterhaald vond. Nu gaan ze het opnieuw uitgeven!

Haar belangrijkste opvattingen – dat je niet als vrouw geboren wordt maar dat je zo gemaakt wordt door de omgeving - slaan nu toch nergens meer op.
Ik zie het met eigen ogen bij mijn kleinkinderen. Mijn zoon is een gevoelige man; mijn schoondochter een stoere vrouw.
Vind ik.
Hun zoontje is een voetballende jongens- jongen en hun oudste dochtertje een meisjes- meisje compleet met een voorkeur voor roze, glitterjurkjes en nagellak. Dat wordt haar echt niet ingegeven door haar moeder. ( of oma *grinnik*)
De jongste telg kan ik nog niet goed beoordelen. Ik bedoel maar te zeggen dat je daar als ouders mogelijk wel wàt invloed op kunt uitoefenen maar beslist niet veel.
De ideeën van Simone de Beauvoir, die zelf alleen maar een zus had, (dacht ik) geen huwelijk wilde en geen kinderen kreeg en alles moest hebben van het observeren, komen dan ook niet uit eigen ervaringen. Daar geloof ik niets van.

Natuurlijk heeft ze over veel zaken gelijk. Zolang mannen en vrouwen niet volledig gelijkwaardig worden behandeld is er werk aan de winkel.
Dat zal trouwens wel moeten blijven, dat winkelwerk, want ‘men’ zakt toch heel snel weer terug in oud vertrouwde rolpatronen. Zeker in de kringen waarin ik zit en zeker zolang mannen weigeren andere stapjes te nemen. Stapjes ten gunste van een beter evenwicht in de gezinnen.
Bewust schrijf ik niet ‘een stapje terug doen’ want zo wordt het helaas wel gezien en dat moet ook veranderen. Het is niet terug, het is anders.

Wanneer Simone nu eens om een hoekje zou kunnen kijken wat zou ze dan denken? Welk soort boek zou ze dan schrijven?
Al die opa’s en oma’s die achter kinderwagens lopen en bij de scholen op wacht staan. Moeders die, geëmancipeerd maar vaak noodgedwongen aan het werk zijn omdat de hypotheek betaald moet worden.
De LHBT-en-nog-zo-wat problematiek; de lekkende borstprotheses van vrouwen die er toch kennelijk graag als vrouw uit willen zien. Eigenlijk de hele cosmetische chirurgie materie.
Ze zou er niets van begrijpen.

Soms denk ik wel eens: we hebben ‘de these’ gehad van ‘het moet veranderen’ en zijn in ‘de anti-these’ beland.
Dan niet als argumentatieregels maar als maatschappelijke golven. En aan die these heeft Simone zeker haar bijdrage geleverd.
Nu de synthese nog. Dat zal ook weer jaren vergen.



woensdag 22 mei 2019

Het Koninkrijk van de Angst


Ondertitel: een filosofische blik op angst als politieke emotie.
Geschreven door Martha Nussbaum (1947) in 2018. Zij is filosofe en hoogleraar rechtsfilosofie en ethiek in Chicago.

Angst intrigeert me. Waarom zijn we zo angstig, zeker in deze tijd. Waar komt dat vandaan en wat kunnen we er aan doen.
Heeft de mens de angst ‘uitgevonden’ om te kunnen overleven en is het evolutionair bepaald? Of is er toch meer aan de hand?
Nussbaum heeft een heel andere aanvliegroute dan Kierkegaard.
Beide zijn waardevol.

De aanleiding voor dit boek was de verkiezing van dhr. T. in Amerika in 2016.
Want angst is een onderbuikgevoel; blokkeert het rationele denken en heeft een slecht invloed op de hoop. Wanneer de angst het rationele denken overneemt wordt het een probleem en belemmert het de samenwerking.
Maar nadenken is lastig, bang zijn of bang maken en anderen beschuldigen is gemakkelijker. Zo weten de populisten onder ons.
Angst is de vroegste en meest gedeelde emotie die te maken heeft met informatieverwerking over het welzijn. Daarover is consensus.
Aristoteles definieerde angst als ‘een gevoel van pijn en onrust, voortvloeiend uit de voorstelling van een naderend onheil dat verwoesting of leed veroorzaakt, samen met het gevoel dat je niet bij machte bent het af te wenden.’
Dat voldoet nog steeds.

Angst is een basisemotie die al begint in de wieg. Ik denk echter dat het mogelijk is dat het in de baarmoeder al begint. Wanneer een zwangere vlagen van stress kent, waardoor bloedvaten samentrekken en de baby mogelijk heel even minder zuurstof krijgt geeft dat ook bij de foetus al stress…..en een vorm van angst. Baby’s laten huilen is daarom een slecht idee, vind ik. Door er meteen bij te zijn schep je vertrouwen.
Een pasgeboren baby is best heel lang overgeleverd aan de zorg van anderen om te overleven. Veel langer dan andere ‘zoogdieren’.
Heel langzaamaan leert een kind op eigen benen te staan. Persoonlijk denk ik dat je die ontwikkeling aan het kind zelf moet overlaten. Het moet vertrouwen krijgen in de omgeving en vanuit dat vertrouwen het cirkeltje steeds groter durven maken met de ervaring dat er een vertrouwde persoon op de achtergrond aanwezig is.
Zo zag ik dat tenminste gebeuren bij mijn eigen kinderen.

Dan is er de angst voor de dood, die pas later ervaren wordt. Een baby is zich daar niet van bewust.
Volgens Lucretius, die door Nussbaum veel wordt aangehaald, is de doodsangst de oorzaak van alle angsten in het leven.
Wanneer dat de gedachten uit de oudheid zijn begrijp ik de woorden van Jezus uit Mattheus 16 nog beter: ‘Want wie zijn leven zal willen behouden – dus doodsangst - , die zal het verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal het juist vinden.’
Het is een ‘breinig’ proces om die doodsangst los te laten, over te laten aan die Ene.
Wanneer dat je gegeven word kun je pas echt gaan leven.

Uit de angst, die zeer narcistisch is, komen woede, walging en afgunst voort. Dat beargumenteert ze allemaal in verschillende hoofdstukken.
Alleen ben ik het niet met haar eens dat aan alle woede, angst ten grondslag ligt. Er bestaat ook woede die niet voortkomt uit angst maar uit een rechtvaardigheidsgevoel die niet op jezelf is gericht.
Kinderlijke, infantiele woede gaat aan de haal met een gevoel van verontwaardiging en protest en dat kan omslaan in een verlangen naar vergelding of afgunst bewerkstelligen.
Vier fouten worden in woede gemaakt
1. Voor de hand liggende fouten zoals wanneer woede is gebaseerd op onjuiste informatie
2. De statusfout, het raakt je ego en dan is het moeilijk om objectief te denken. Dit maak ik ervan, want ik denk zeker dat dit heel vaak voorkomt maar haar argumenten vind ik te vaag.
3. De vergeldingsfout. Oog voor een oog, tand voor een tand terwijl Jezus ons ook al opriep om zo niet te handelen.
4. De schuld geven aan mensen of groepen uit onmachtige woede. Bijvoorbeeld een arts.

Zij legt haar focus in combinatie met de politiek. Angst is monarchaal en ‘moet’ omgebogen worden naar de democratische wederkerigheid.
Wanneer, een op bescherming van de vrijheid gerichte democratie, de samenleving een faciliterend omgeving biedt zouden mensen zich kunnen ontplooien tot volwassen mensen die vertrouwen, hoop en liefde hebben voor elkaar.
Want zij gelooft niet dat arme mensen lui zijn, maar dat slechte voeding, slecht sanitair en miserabele werkomstandigheden alle perspectieven, en op den duur ook het verlangen naar verbetering, blokkeren.
Haar grote helden zijn Gandhi, Nelson Mandela en Martin Luther King. Geweldloze mannen die vooral de rede gebruikten om misstanden om te buigen, niet naar vergelding zochten en niet verbitterd raakten.

Voor de walging die uit angst voorkomt haalt zij de groepen aan als joden, moslims, homo’s en transgenders, die ons bedreigen omdat ze anders zijn, anders doen, anders ruiken, anders eten en daar houden wij instinctief niet zo van.

De afgunst is ook zo’n emotie die voortkomt uit angst. Er zit vijandigheid en destructiviteit in. We kennen het allemaal want het is een kinderlijke emotie en het kost inzicht en moeite om dat altijd en overal te overwinnen.
Het concentreert zich op de voordelen van anderen en het vergelijken.
Daarin benoemt zij drie dingen:
1. Emulatie: het streven om de ander te overtreffen of minstens gelijk te worden. Dat hoeft niet per definitie fout te zijn. Je kunt een ander tenslotte ook als nastrevend voorbeeld gebruiken.
Maar er bestaat ook een negatieve manier. Een afgunstige manier.
2. Jaloezie: en dan met name een jaloezie die angst heeft voor het verliezen van iets.
3. De gekrenkte status. We kennen allemaal mensen die krenkingen verzinnen om zelf beter uit de verf te komen. Dat kan direct of indirect gebeuren. Meestal voel ik die dingen wel aan. Het bezorgt mij eerlijk gezegd binnenpret.
Nussbaum betrekt dit ook allemaal op de Amerikaanse politiek. Vast heel waardevol maar voor mij iets minder interessant. De psychologie achter al deze zaken boeit mij het meest.

Als laatste een hoofdstuk over angst wat voortkomt uit seksisme en misogynie. Thierry Baudet met zijn essay over een boek van Houellebecq afgelopen maandag is daar een mooi voorbeeld van.
Wat ligt eraan en grondslag?
Vrouwen gaan langzamerhand een grotere rol spelen. Heel terecht denk ik. Het verraste mij ook om te lezen dan juist in de oosterse landen als Bahrein, Koeweit, Libanon en de Verenigde Arabische Emiraten er meer vrouwelijk studenten zijn dan mannelijke. Ze kunnen er na hun studie niet veel mee, maar toch.
Dat kan allemaal heel bedreigend zijn voor de ‘boze, witte man’ zoals bijvoorbeeld dhr. T. lijkt te zijn.

Als oplossingen tegen de huidige angsten roept zij op tot hoop, geloof en liefde. Hoop is het tegenovergestelde van angst. Zij zoekt het in de kunsten, filosofie en religie.
Juist religieuze groeperingen zijn oefenruimtes voor de liefdevolle hoop.

Op 23 april stond in de Trouw een interview met de Belgisch- Albanese filosoof Bleri Lleshi. Hij schreef ook een boek over de angst: ‘Liefde in tijden van angst’.
Hij komt uit op de soortgelijke drieslag: moed, actieve hoop en liefde.

Angst is kennelijk ‘hot’.

vrijdag 3 mei 2019

Nag Hammadi geschriften I Codex I



Ze staan al tijden in mijn boekenkast en ik lees er regelmatig stukjes uit naar aanleiding van verwijzingen in andere boeken. Nu ben ik gewoon begonnen bij het begin en probeer er stukje bij beetje door te komen.
Ik heb een 2e druk uit 2005.
De eerste drie boeken uit de Codex I of Codex Jung heb ik inmiddels doorgelezen.

1. Gebed van Paulus de Apostel
Wat mij opviel in dat eerste, korte boek was de schoonheid van dat gebed. Wat bid ik dan altijd armzalig en gewoon.
Wat mij ook opviel was de zinssnede: ‘……naar het beeld van de god van de sterfelijke ziel.’
Ik heb al een tijdje mijn twijfels of de ziel per definitie onsterfelijk is.
Zoals een vriendin het kortgeleden samenvatte toen we het erover hadden:
‘Buiten God heeft niets leven, laat staan eeuwig leven.’
Leven is het tegenovergestelde van dood. Zeker die tweede dood.


2. Geheime boek van Jacobus
Geschreven in briefvorm door Jacobus de broer van Jezus die bisschop is geworden van Jeruzalem, aan de zoon Kerinthos.
Hij vertelt hierin over de ontmoeting die hij en Petrus hadden met Jezus. Dat was vijfhonderdvijftig (!) dagen na de Opstanding. Het is oorspronkelijk geschreven in het Hebreeuws.
De meest opvallende dingen: Jezus spreekt hen best wel bestraffend toe omdat ze nog steeds niet lijken te hebben begrepen waar het om draait in het Koninkrijk der Hemelen.
‘Luister naar het Woord, Versta de gnosis (=kennis), Bemin het leven.
Niemand zal jullie achtervolgen en niemand zal jullie kwellen, anders dan jullie zelf.’

En ‘Veracht dus de verwerping als je daarvan hoort, maar verheug je des te meer als je hoort over de belofte’.

3. Evangelie der Waarheid
Volgens de beschrijvingen één van de meest diepzinnige boeken van deze ‘Nag Hammadi verzamelingen’. De schrijver is onbekend.
Een mooie uitleg vond ik hierin over de gelijkenis van de negenennegentig schapen en die ene missende, waar Jezus naar op zoek gaat.
Bij het tellen in de oudheid telde men met de linkerhand; pas bij een bepaalde volheid ging dat getal over naar de rechter (= goede) hand. Die negenennegentig in de linkerhand konden pas ‘verlost worden’ wanneer die honderdste was gevonden.
Het gaat in dit Evangelie over ‘de Naam’.
De Naam van de Vader is de Zoon.
‘Hij gaf hem Zijn Naam, die Hem-Haar (!) toebehoorde, Hij de Vader, aan wie alles wat bij Hem bestaat toebehoort.’ […] Want waarlijk, de Onvoortgebrachte kent geen naam. Welke naam zou men immers kunnen geven aan Hem die niet tot bestaan is gebracht?
Alle wezens zijn uitvloeisels van de Vader en kunnen zich verheffen tot de Vader, ook al kunnen ze dat niet uit zichzelf, ze zijn niet los van de heerlijkheid van de Vader.
Het is een boek waar je blij van wordt. Je voelt de ruimte, de lucht en de liefde van die metafysische werkelijkheid.





donderdag 2 mei 2019

Grand Hotel Europa



Geschreven door Ilja Leonard Pfeijffer vorig jaar.
Eerder las ik van hem Peachez, Brieven uit Genua, de Antieken en La Superba.
Het was weer een leesfeestje met zijn stijl van schrijven.

Antipasti *:
hij heeft een hekel aan toeristen
‘Terwijl toeristen bovenal op zoek zijn naar een authentieke ervaring, veroorzaakt hun aanwezigheid een teloorgang van de authenticiteit die ze begeren.

Primi piatti
het boek heeft verschillende verhaallijnen
1. De verhouding van de schrijver en Clio.
2. De bezoekers, gesprekken met hen en de gebeurtenissen in het Grand Hotel Europa.
3. De geschiedenis van de piccolo Abdul.
4. Het verhaal van Caravaggio met zijn verdwenen schilderij van Maria Magdalena.
5. De productie van een documentaire door een stel kunstenaars zonder plan.

Secondi piatti = beknopte uitwerking van de Primi piatti
1. Pfeijffer is zelf de hoofdpersoon en schrijft vanuit een hotel waar hij is beland, in een niet nader genoemde plaats, vanwege het stuklopen van zijn relatie met Clio, zijn vriendin en muze (van de geschiedschrijving).
Voluit heet zij Clio Chiavari Cattaneo en is telg uit een oud adellijk markiezengeslacht.
Hij heeft zichzelf de opdracht gegeven om schrijvende wijs voor zichzelf samen te vatten, vanaf het allereerste begin, wat er nu eigenlijk is gebeurd in hun relatie om op die manier inzicht te krijgen in het geheel. Deze gedeeltes zijn als een flash back geschreven.
‘Wie zich niet alles herinnert wat hij wil vergeten, loopt het risico dat hij bepaalde zaken vergeet te vergeten.’
Hij houdt de spanning er goed in moet ik zeggen en de ontknoping verraste me. Ook kon ik meevoelen met het dilemma van de twee lovers al wordt het in principe maar vanuit één kant beschreven. Vanuit Clios's kant had ik aan een enkel woord wel genoeg om de rest erbij te bedenken.
Om Clio verhuist hij mee uit Genua naar Venetië (De Infrastructuur van Venetië is in stroperige, gebruinde inkt met een ganzenveer getekend op vergeeld papier) waar Clio een baan krijgt aangeboden in een ´Accademia´; een Gallery.
Zij is kunsthistorica en met haar bespreekt hij onder andere de klassieke en contemporaine kunst. Met name van Damien Hirst.
Ze bezoeken de expositie van hem in Venetie in 2017. ‘Treasures from the Wreck of the Unbelievable’
‘Hirst drukt ons met de neus op de feiten door ons een verzonnen verleden voor te schotelen. Als iets maar oud is, zetten we het in een museum. Maar we begrijpen niet dat we zelf in een museum leven en dat we niets produceren wat zal glimmen in de pronkzalen van de musea van de toekomst.’

2. In het oude Hotel Europa heeft Pfeijffer zijn vaste tafel en eigen servetring en wordt met alle egards omgeven. Je leert de andere vaste gasten kennen.
Daar is Patelski, een oude, slecht ter bene academicus waarmee het vluchtelingenvraagstuk en de toestand van en in Europa op hoog niveau wordt besproken. ‘Er is zoveel verleden in Europa dat er geen plek meer is voor de toekomst.’ […]
‘Europa produceert niets meer. Alle voorwerpen die we dagelijks in onze handen hebben, worden in China gemaakt. Onze kleding komt uit Bangladesh en India, en onze dromen uit Hollywood.’
De grote Griek Yannis Volonaki is er en de Franse dichteres Albane waarmee hij een hilarische, moeilijke relatie onderhoudt.
De Majordomus (hoofd van het huishouden) Montebello speelt zijn rol en dan is er nog die mysterieuze dame in kamer één, die de schrijver nooit ziet en niet kan vinden. Maar zij is er wel en aan het einde betreedt zij het toneel.
Het Grand Hotel wordt op een dag overgenomen door een Chinese eigenaar. Deze Meneer Wang voert allerlei ‘verbeteringen’ door, die de vaste gasten een doorn in het oog zijn. Het, toch wel noodlijdende, kleurrijke oude Grand Hotel met zijn geschiedenissen veranderd langzaam in een hotel met plastic bloemen en ledverlichting met de bedoeling meer gasten aan te trekken.
Jawel: achter dit Grand Hotel schemert het werelddeel Europa.

3. De piccolo Abdul, een ongeletterde vluchteling uit Afrika die volgens mijn kritische aantekeningen die ik tijdens het lezen maakte, veel te veel mooie volzinnen gebruikte om zijn akelige vluchtelingen verhaal te vertellen aan Pfeijffer. Later kwam de verklaring.

4. Hoe zit het met die laatste schilderijen van Caravaggio? Als kunsthistorica is Clio ernaar opzoek en Pfeijffer denkt en zoekt gezellig met haar mee.
Er moet nog ergens een schilderij zijn van Maria Magdalena. Ze proberen de laatste dagen van Caravaggio te reconstrueren maar ze komen er niet echt uit. Is het verloren gegaan?
Dan krijgt Clio het aanbod voor een baan in Abu Dhabi. Daar wordt een ‘Louvre’ nagebouwd en zijn er kunstkenners nodig.

5. De documentaire, waar geen vastomlijnde plannen voor zijn en die uiteindelijk op aanraden van Pfeijffer over massatoerisme zal gaan en ook nog eens op een mislukking uitdraait, levert wel veel hilarische gesprekken, gedachten en dus schrijfsels op. Met name in Giethoorn, het Venetië van Nederland.
‘Toerisme vernietigt datgene waardoor het wordt aangetrokken’ […]’Terwijl we onze grenzen zo gastvrij mogelijk openen voor buitenlanders die komen om hun geld uit te geven, willen we ze sluiten voor buitenlanders die komen om geld te verdienen.’

Contorni: de oude dame, een personage op de achtergrond die het boek tot een geheel maakt.

Dolci: Europa wordt op verschillende manieren ten grave gedragen en Pfeijffer laat Europa, ook op verschillende manieren achter zich.


Voor mij mag dit boek met recht het predicaat ´literatuur´ dragen. Mooi verhaal, mooie zinnen, humor, satire en de gelaagdheid stemt regelmatig tot nadenken.
En de seksscènes? Ik weet het: 'sex sells'.
Zelf hou ik niet van dit type beschrijvingen en om een succes te zijn heeft dit boek het ook niet nodig.



*de vergelijking met een Italiaanse maaltijd is aan mijn eigen brein ontsproten om dit boek in hapklare brokken te kunnen reproduceren en samen te vatten en heeft verder niets met het boek zelf te maken.

07-05
Helaas heeft hij gisteravond niet de Libris Literatuurprijs gewonnen waarvoor hij was genomineerd.