Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 29 oktober 2012

Dwalen kan iedereen; maar alleen dwazen volharden in hun dwaling.

Cicero (Romeins staatsman en filosoof. 106 -43 BC)

donderdag 25 oktober 2012

Wat betreft de sterren



Omdat ik al vaker op een bepaalde plek in Turkije ben geweest wist ik dat de sterrenhemel daar zonder lichtvervuiling overweldigend is. Toen begreep ik voor het eerst dat Abraham de sterren niet kon tellen toen God hem vroeg omhoog te kijken en hoe talrijk zijn nageslacht zou worden. Daar is het toch wel iets anders dan in de Randstad.
Hier probeer ik het ook wel eens en de Grote en Kleine Beer, de Poolster, Cassiopeia en Orion herken ik wel.
De eerste avond dat ik daar weer was, met zoveel als mogelijk in mijn hoofd gepropt, -- want lezen in het donker blijft lastig -- viel het niet mee. Ik zocht Pegasus die aan de herfsthemel duidelijk zichtbaar zou moeten zijn. Er was wat sluierbewolking, zo dacht ik. Maar verhip, de tweede avond was die sluierbewolking er weer en ook nog op dezelfde plaats!! Een beetje golvend van oost naar west.
Weer eens in mijn boek gedoken kwam ik erachter dat het, o amateur die ik ben, de Melkweg was!
Inmiddels had ik mijn huisgenoten ook enthousiast gekregen en lagen we de avonden daarop met elkaar languit op de tuinstoelen in het donker naar boven te turen. We ontdekten Pegasus, het sterrenbeeld vissen en ook de Andromedanevel meende ik te zien: diagonaal tegenover de kop van Pegasus de ‘staart’ volgend en dan bij de derde ster rechtsaf.
Het was meer een ‘veegje’ en ik moest er ‘langs’ kijken om hem te zien met het blote oog. Wel heel fascinerend!

Zie ik sterren aan de hemel staan,
aan de donkerblauwe lucht de maan,
is het of de nacht mij noemt de Naam
van een machtig God.

Al met al krijg ik steeds meer de smaak te pakken. Het is even wennen aan de afstanden in het hemelgewelf. Jammer dat het hier in Nederland zo koud is en zo weinig helder, plus al de bijkomende lichtvervuiling. Dat alles maakt het er niet uitnodigender op.
Ooit heb ik voor Moederdag een telescoop gekregen van mijn kinderen en ook eens meegenomen naar Turkije. Wat dat allemaal heeft teweeggebracht komt misschien nog wel eens. Komische toestanden bij de douane enzo….
Maar het is beter volgens mij, om eerst met het blote oog en eventueel een verrekijker vertrouwd te raken met al die sterren en constellaties voordat ik gerichter in de weer ga met m’n telescoop.
Misschien moet ik maar eens een kamer huren, ergens op de Veluwe.
.....insidersjoke *hi-hi*)

woensdag 24 oktober 2012

Vervelend?

Wanneer je......

......een vlucht boekt van Amsterdam naar Gazi Paşa (Turkije), dat kan in de maanden februari t/m oktober.....
wanneer je een auto huurt op het splinternieuwe vliegveld met die ene, wat korte landingsbaan waar een vliegtuig bij de landing vol in de remmen moet ………
wanneer je dan de ‘grote’ weg neemt richting Anamur en Mersin en na het dorp Gazi Paşa (22.000 nüfus = inwoners) en voor Anamur een bepaalde afslag neemt die te herkennen is aan een stalletje met twee parasols waar ze aardappelen, uien en ander groenten verkopen – zekerheid dat het stalletje er is heb je niet en dan rij je zomaar de afslag voorbij want borden en straatnamen zijn er dan niet meer -- ........
wanneer je dus de goede afslag hebt kunnen nemen en bij de eerste splitsing rechts aanhoudt, de kuilen putten en hobbels weet te vermijden, evenals de koeien, kippen en de lokale bevolking.......
wanneer je bij de begraafplaats links aanhoudt en bij het huis met een uitstekend betonnen muurtje een scherpe bocht naar rechts maakt.......
wanneer je vlak voor de moskee naar links gaat en de weg al hobbelend vervolgt met bochten, heuvels en dalen, boerenerven en kassen waar in de winter aubergines, paprika’s, komkommers, tomaten en aardbeien worden gekweekt......
wanneer je bij het laatste stukje van de route nogal steil omhoog gaat en bovenaan direct de bocht naar rechts maakt – wel doen anders stort je naar beneden – en stopt bij villa xxx......
wanneer je toevallig daar bent met de eigenaars dan.....
tsja, dan zit je daar .....







Héél vervelend om de winter op deze manier wat in te korten.......*grinnik*

maandag 15 oktober 2012

Cathy vertrekt, gewapend met een groot notitieblok en boeken over sterren, naar warmere oorden om nog wat extra vit D op te doen. Verstoken van internet / mobiele telefoon moet je jezelf toch kunnen bezighouden nietwaar?

vrijdag 12 oktober 2012

Plagen van Egypte

De plagen van Egypte waren voor mij altijd raadsels. Het leken willekeurige straffen waar geen enkel verband tussen te vinden was. Ooit hoorde ik een opmerking dat die plagen te maken hebben met de goden van Egypte. Zo kwam ik pas weer op een spoor en heb ik een poging gedaan om het eens uit te zoeken.
Ook was er eens op National Geographic een programma met wetenschappelijke verklaringen. Helaas ben ik het grootste gedeelte vergeten. Maar dat is, zo zag ik, na te zoeken op Wikipedia.
In Ex 12: 12 wordt de aandacht gevestigd op het doden van alle eerstgeborenen, en passant wordt er aan toegevoegd: …………’En Ik zal aan al de goden van de Egyptenaren strafgerichten uitoefenen, Ik, de Heere’. (HSV)

1. Water in bloed (Ex 7: 14-25) tegen de godheid Chnum die de overstromingen van de Nijl regelde, tegen Hapi, die dezelfde taak had en zoon was van Horus en tegen Osiris. Als ik mijn boek goed begrijp is Osiris een opagod van Hapi, had ook met de Nijl te maken en was heerser van het dodenrijk.
2. Kikkers (Ex 8: 1-15) tegen Heket, godin van de geboorten en symbool van leven en vruchtbaarheid. Dochter van de zonnegod Ra. Zij wordt afgebeeld met een kikkerkop. Tegen Huh die de ruimtelijke oneindigheid symboliseert. Hij wordt ook afgebeeld als kikker of met een kikkerkop.
3. Stof wordt luizen (Ex 8: 16-19) en 4. ander ongedierte (Ex 8:20-32) tegen Seth, een belangrijke god van chaos en onvruchtbaarheid.
5. Veepest (Ex 9: 1-7)tegen Hathor. Zij is een veelzijdige moedergodin die vaak wordt afgebeeld al een koe. Tegen Isis, godin van de bescherming en genezing.
6. Zweren aan mens en dier (Ex 9: 8- 12) Tegen Sechmet en Isis, aan hen worden magische krachten toegeschreven zoals geneeskunst.
7. Hagel (Ex 9:13- 35) tegen Neper, de koren god en Nepit zijn vrouw en tegen Set, de god van de chaos en de storm.
8. Sprinkhanen (Ex 10: 20) Mogelijk tegen Osiris, want hij wordt vereerd als vegetatie god, god van de vruchtbare aarde en van de overstromingen van de Nijl.
9. Duisternis (Ex 10: 21- 26) tegen de zonnegod (Amon)Ra en Aton, die later tot enige ware god werd verheven onder Amenhotep IV (of Achnaton) en tegen Chepre, de opgaande zon die wordt voorgesteld als scarabee (mestkever). Ik denk ook tegen Horus, één van de voornaamste Egyptische goden. Hij wordt afgebeeld als een valk waarvan de ogen de zon en de maan symboliseren. Tegen Nut, waaruit elke dag de zon werd geboren.
10. Dood van alle eerst geborenen (Ex 12: 29- 33) tegen Chnum, die ook de schepper van de mens is. Hij wordt afgebeeld als ram of met een ramskop. Tegen Ipet, ook een geboortegodin, afgebeeld als nijlpaard en Selket, een schorpioengodin die beschermster van het leven is.

Het Egyptische pantheon is veel uitgebreider dan de goden die hier worden genoemd. Eerlijk gezegd is het een grote chaos wanneer je je erin verdiept. Goden gaan door de tijd heen in elkaar op en krijgen kinderen. Er is veel overlap in functies waardoor het lastig is om het echt overzichtelijk en duidelijk te krijgen.
De meeste informatie komt trouwens uit het boek: ‘Wie is wie in de mythologie’.
Zijn deze plagen nu allemaal echt gebeurd? Ooit tijdens mijn zoektocht daarnaar stuitte ik op het 'I-puwer geschrift' dat in ons eigen Leidens Museum wordt bewaard.
(Link) Het stamt vermoedelijk uit 1850-1600 BC terwijl de uittocht wordt gedateerd in 1450 - 1400 BC. Ook vermoedelijk.
Het geschrift beschrijft een periode van natuurrampen en chaos.
Ook in dit geval denk ik weer dat er in het Bijbelverhaal een kern van waarheid zit maar dat er verhalen omheen zijn gemaakt om ons, mensen het één en ander duidelijk te maken.
Aan de andere kant is dit ook weer een deel van de geschiedenis van de Joden. Wie ben ik om daaraan te gaan zitten morrelen?
Vaak wordt gedacht dat de Israelieten iets te maken zouden hebben gehad met de Hyksos, genoemd op de bewuste Wiki-pagina, omdat dit volk ook van Semitische oorsprong was. Zelf denk ik niet dat het zo is. De Hyksos introduceerde de paarden in Egypte (googlen op Hyksos Brittanica) en de familieleden van Jacob waren juist klein-vee houders. Ook wordt er bij de uittocht niets over paarden geschreven i.t.t. de Egyptenaren.
Wat wel zou kunnen is dat de Farao ten tijde van Jozef een Hyksos Farao was en dat het een band gaf met Jozef door wie hij het tot onderkoning kon schoppen.
Via de Huffintonpost vond ik nog een overzichtje van de teksten van het I-puwer geschrift in vergelijking met de teksten in de Bijbel.

donderdag 11 oktober 2012

Vrije Wil Debat

Afgelopen dinsdag ben ik bij het ‘Hillegondadebat’ geweest over de vrije wil. Mijn verwachtingen waren hoog gespannen omdat het mij ook al jaren bezig houd en ik daarover ook al veel heb gelezen, nagedacht en gediscussieerd met verschillende mensen en op verschillende fora.
Sprekers waren Prof. dr. Marc Slors, hoogleraar cognitiefilosofie en schrijver van ‘Dat had je gedacht’ en dr. Leon de Bruin, universitair docent filosofie van taal en cognitie.
Wat mij opviel was dat er uit alle macht wordt geprobeerd de illusie (dat is mijn persoonlijke gedachte) van die vrije wil hoog te houden. Leon zei het ook een keer: niemand zit erop te wachten dat we geen vrije wil zouden hebben. ( misschien niet letterlijk maar dit is de strekking van zijn woorden)
Dan vraag ik mij af wat Thomas Muller aan het doen is wanneer om pragmatische redenen we het moeten volhouden dat de mens een vrije wil heeft. Staat de uitkomst van zijn onderzoek dan al niet vast?
Ik begrijp wel dat de morele verantwoordelijkheid in het geding komt, maar als gelovigen weten we dat we daar van Gods wege echt niet onderuit komen.
In alle debatten die ik tot nu toe heb gevolgd en gelezen ontbrak er een duidelijke definitie van wat de vrije wil nu eigenlijk is.
Marc Slors definieerde wel iets: Er zijn twee voorwaarden om een wil vrij te laten zijn:
1. Er moeten keuzemogelijkheden zijn
2. De keuze moet uit het eigen authentieke ik voortkomen.
En zo kwam ik weer uit bij mijn eigen definitie: De mens heeft een eigen (authenticiteit) wil die relatief vrij is. (in relatie tot de keuzemogelijkheden) Dat voelde best aardig.
Hier is mijn vorig blogje hierover te lezen
En meteen denk ik dan weer: hoe vrij is vrij als je voorwaarden gaat scheppen?

Het determinisme kwam ter sprake. Daar zeggen neurowetenschappers niets over volgens de één, maar dat viel wel tegen volgens de ander.
Slors verhelderde dit begrip door over twee soorten determinisme te spreken: de grootschalige in de natuur en de kleinschalige op het persoonlijke vlak. Daar moet ik me dan weer eens meer in verdiepen want ik ben een deterministisch denker. Voor mij heel logisch. Elk gevolg heeft een oorzaak. Ik begrijp ook niet hoe je anders kunt denken. Causaliteit (= verband tussen oorzaak en gevolg) is er alom, alleen zien of weten we dit niet altijd. Maar als je in een Alwetende Schepper gelooft, kan dat niet anders.
Wat mij wel weer helderder is geworden is dat 'neuromensen' zoals Swaab en Lamme puur spreken over hersenprocessen en dat de gevolgtrekkingen niet altijd behoeven te kloppen. Een mens is meer dan zijn hersenprocessen.
Naar mijn idee zijn de titels van het boek van Swaab en Lamme ook bewust een beetje provocatief gesteld. In ieder geval zijn de discussies lekker losgebarsten.
Ook de experimenten van Benjamin Libet kwamen er sprake. Ik begrijp dat er nogal wat op af te dingen valt. De keuze om je vingers of armen te laten bewegen is iets anders dan de keuze voor een juiste hypotheek, om maar iets te noemen. Als je uit Libets experimenten concludeert dat een mens geen vrije wil heeft is dat een overhaaste generalisatie.

Wat mij in het geheel wat tegenviel is dat er niet vanuit een gelovig perspectief werd geredeneerd. Wel kwam even het boeddhisme ter sprake, maar in oosterse religies speelt deze vraag niet zozeer.
Volgens mij wordt vanuit een gelovige perspectief dan alles toch wat anders.
In de Gereformeerde leer is het al eeuwen een feit dat onze Schepper alles bepaalt. Een paar voorbeelden (er zijn er meer te noemen):
Exodus 21:12,13 wie iemand zó slaat dat hij sterft, zal de dood sterven; maar wie er niet op loerde, maar God liet het zo komen voor zijn hand: ik zal een plaats voor je bepalen waarheen hij kan vluchten.
Spr. 16; 1 Een mens heeft overleggingen in het hart, maar het antwoord van de tong komt van de Heere.
9 Het hart van de mens overdenkt zijn weg, maar de Heere stuurt zijn voetstappen.
33 Het lot wordt in de schoot geworpen maar elke beslissing daardoor komt van de Heere.
Hand 2: 23 -28
Rom. 9: 14 – 21
Ef 1: 11 in Hem zijn wij voorbestemd om erfgoed te ontvangen, naar het voornemen van Hem die alles tot stand brengt naar de raad van Zijn wil.
Fil 2: 13 …want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.
Hebr. 3:4 Want een ieder huis wordt van iemand gebouwd; maar Die dit alles gebouwd heeft, is God.
En vergeet art 14 van de NGB niet, geschreven door Guido de Brès in 1561.

Het is jammer dat er niet terug te beluisteren valt. Wel heb ik een poging ondernomen om e.e.a op papier te zetten maar dat viel wat tegen in de hitte van de gesprekken.

vrijdag 5 oktober 2012

Tijd

Door omstandigheden kwam ik in aanraking met een schilderij van Salvador Dali, ‘la persistence de la memoria’, de volharding der herinnering (1931) en dat blijft dan maar in mijn hoofd spoken.
Wat zie ik nu eigenlijk en wat betekent het. Moet het iets betekenen?
Wat zie ik: Smeltende, druipende klokken in een landschap, waarvan de weerspiegeling niet helemaal klopt, het zand weerspiegelt net zoals het water, een gesloten zakhorloge, een blok, een kale stronk, een aambeeld(?) en iets ondefinieerbaars bleeks met wimpers in het midden, wat gedrapeerd lijkt over wat rotsjes. Voor mij was het in eerste instantie een eendekop, maar ik begreep uit beschrijvingen dat het een gedeelte van Dali’s eigen gezicht is. - O, o cultuurbarbaar - Ik zie wel een silhouet van een gezicht maar dan in het donkere gedeelte.
Velen schrijven over mieren op het gesloten zakhorloge, maar die zag ik in eerste instantie niet. Voor mij was het gewoon versiering. Wie weet was het wel versiering en dacht Dali opeens: weet je wat? Ik schilder er pootjes aan!
Wat ik wel zie is de dode bromvlieg op de druipende klok die het meest links hangt. Op zijn schilderij met de exploderende klok komt ie weer terug.

Wat is de bedoeling van dit schilderij. De meesten komen toch uit op de gedachte dat Dali, behalve door druipende kazen hier ook is geïnspireerd door de relativiteitstheorie van Einstein en de onderbewustzijnstheorieën van Sigmund Freud.
Tijd is relatief en eigenlijk nietszeggend. Wanneer zijn we ons eigenlijk bewust geworden van tijd? En waarom hebben we het zo dwingend ingedeeld in eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen, uren, minuten en seconden?
Ooit zat ik op een hoge berg boven de sneeuwgrens. Het was er doodstil. Ik was er alleen, maar ik weet niet hoelang ik daar alleen heb gezeten. Wanneer er niets is dan alleen maar stilte, verdwijnt je gevoel voor tijd. Een heel bijzondere ervaring was dat. Alleen maar 'zijn'; niets meer 'worden'. Pas toen een vliegtuig overvloog kreeg ik er weer een beetje besef van.
Onwillekeurig moet ik bij dit schilderij ook denken aan de song van APP (Alan Parsons Project): ‘Time’ waar de tijd ook vloeibaar is en uiteindelijk verdwijnt. Voor sommigen een angstaanjagend perspectief. Voor mij niet.
Time, flowing like a river
Time, beckoning me
Who knows when we shall meet again
If ever
But time
Keeps flowing like a river
To the sea
enz......


Ooit zijn we in zijn museum in Figueras geweest. Mijn kinderen herinneren zich de grote hal nog met die auto en dat vreemde schilderij op de muur.

woensdag 3 oktober 2012

Satan een noodzakelijk kwaad

Geschreven door Bert van Veluw. (Dr. A. H. van Veluw, om hem meer recht te doen) Ondertitel: Waarom de duivel ‘Gods duivel’ is.
Grappig vind ik het slangenprintje op het onderste gedeelte van de cover en de binnenste schutbladen.
De schrijver heeft acht hoofdstukken nodig om tot een conclusie te komen en die zich allemaal gemakkelijk laten lezen. Veel voetnoten, dat vind ik altijd prettig. Dan kun je zelf nog eens verder zoeken en studeren. Dat de satan een lastig figuur is, daar was ik ook al van overtuigd. Ook dat God het Begin en het Einde van alles is en dat het kwaad logischerwijs daartussen een plaats moet hebben.
Verschillende vragen komen aan bod: Is de satan dezelfde als de slang in Genesis? Wat is zijn taak? Zit hij achter al het kwaad, ook in de natuur? Het laatste hoofdstuk is het meest interessante wanneer hij tot een conclusie komt.
Van Veluw heeft zijn vragen bij de ‘val van de engelen’. De duivel zondigt van den beginne, zo staat er. Daaruit blijkt geen val en waarom zou God dan niet eerst die engelen hebben verzoend vóór de schepping van de mens? Over verdere tegenargumenten spreekt hij niet uitgebreid zoals het ‘tohoe wa bohoe’ wat ik zelf wel een sterk argument vind voor een mogelijke engelenval.
Behalve genesis 1: 2 is er in de hele Bijbel nog maar één plaats waar deze combinatie van woorden ook voorkomt en dat is in Jer 4: 23, waar de profeet zegt: Ik zag het land aan, en zie, het was woest en ledig; ook naar de hemelen; en Zijn licht was er niet. Als je het hele hoofdstuk doorleest en dit vers in zijn context laat staan, dan kun je je niet aan de indruk onttrekken dat het hier gaat om een oordeel van God wat in het 26e vers verwoord wordt met: “…vanwege de Heere, vanwege de hittigheid Zijns toorns” (SV)
Zou de chaos in Genesis dan ook niet om een oordeel van God kunnen gaan na de val van de engelen?
Ook uit Job 38 zou je iets kunnen lezen van een feest zoals God ‘in den beginne’ de aarde schiep. Uit de eerste verzen van de Bijbel blijkt dat niet bepaald. Heeft er zich voor Genesis 1:1 niet veel meer afgespeeld?
Waar ik ook in zijn vorige boek tegenaan liep is zijn vrije wil overtuiging. Dat maakte dat ik net iets anders tegen de materie aankeek. In dit boekje zijn aanwijzingen dat hij dat toch ook wel relativeert door zijn woordkeuze van ‘formele keuzevrijheid’ en ‘we kunnen niet kiezen zonder één of andere drijfveer of motief.’ (P 60) Terwijl hij aan de andere kant betoogt dat de mens niet volstrekt gedetermineerd is. Kennelijk toch wel een beetje.
Die drijfveren of motieven komen van buiten zo erkent hij.
Dus………. zo denk ík dan weer: klein kunstje voor God om jou bepaalde drijfveren en/of motieven in te geven om je in een positie te brengen bepaalde keuzeafwegingen te laten maken. (Spr 16: 9 Het hart des mensen overdenkt zijn weg; maar de HEERE stuurt zijn gang.)
De functie van satan is in eerste instantie bekoren, in verleiding brengen. Zie Eva, Adam en Jezus in de woestijn. (zie ook Jak 1: 14,15) Bij Job heeft hij echter weer een andere functie; meer die van tester, op de proef steller.
Daarbij denk ik niet dat het voor God een verrassing zou zijn wat de uitkomst is, maar dat er voor en aan onszelf iets duidelijk gemaakt moet worden. God heeft alle inzicht, wij nog(?) niet. Met een omweg ben ik dan toch weer bij de morele karaktervorming (soul making) van Gary Emberger die door van Veluw uitgebreid wordt besproken in zijn andere boek: ‘waar komt het kwaad vandaan’. (Paragraaf 4.3.7.6, ik moet dat boek echt nog eens lezen)
Een eye-opener was de opmerking dat de satan/slang ook geschapen is en dat wij worden opgeroepen om daarover te heersen. Ofwel, we moeten de verleidingen leren weerstaan. Eigenlijk was het een boekje wat in grote lijnen mij bevestigde in de ideeën die ik al had.

Eén ding wil ik nog wel toevoegen: het zijn allemaal ‘mooie’ theorieën die vaak ook filosofisch keurig sluitend kunnen zijn, dat neemt niet weg dat ik het lijden op deze wereld buiten proportie vind.
Heer, mag het alstublieft wat minder?

dinsdag 2 oktober 2012

Kunstgeschiedenis

Omdat ik van alles veel te weinig weet heb ik me samen met een vriendin ingeschreven bij een cursus ‘introductie kunstgeschiedenis’ via de Vrije Academie. De eerste twee avonden hebben we nu gehad en ik heb genoten. Het zijn lange preken van twee uur, maar dat is geen enkel probleem. Er zijn plaatjes bij. Mijn vader zei vroeger wel eens: ‘een mooie preek duurt nooit te lang’ waar ik dan zo mijn bedenkingen bij had maar nu hing ik aan de lippen van de docent. Heerlijk om weer eens door een geïnspireerd iemand informatie op te slobberen. De Griekse oudheid was het eerst aan de beurt. Helaas niets over de Perzische en Egyptische oudheid, die hier toch aan vooraf gingen. ( we zijn eens in Egypte geweest) Maar ja, onze cultuur heeft nu eenmaal haar wortels in de Griekse beschaving, zo zeggen geleerde heren.

Hoe ontwikkelt zich de kunst van het statische Cycladische ( links: 2600 – 1100 BC) naar het ‘bewegende’ Hellenistische (rechts: 400 – 150 BC) waarbij de ontdekking van het verwarmen en gieten van brons toch wel een belangrijke katalysator was. Dan zitten we al in de 5e eeuw BC.

Belangrijk om te onthouden is dat alle ‘kunst’ opdrachten zijn van belangrijke heerschappen. Praktisch niets wordt zomaar bedacht zoals nu, maar wordt in opdracht gefabriceerd. Vakmanschap, daar draait het om. Harmonie en perfectie zijn sleutelwoorden. We hebben het verschil gezien tussen de Dorische, Ionische en de Korintische orde.

De tweede avond draaide om de Etruskische en Romeinse kunst. De Etruskische loopt een beetje parallel aan de Archaïsche van de Grieken, (statisch met amandelogen en de archaïsche glimlach) maar zij zijn meer meester in het bouwen. Het eerste tongewelf, nu nog te vinden in Perugia is van hen. Hiermee zijn zij waardige voorlopers van de Romeinse bouwkunst die dit verder ontwikkelden. Mozaïeken zijn ook een blijvende herinnering aan lang vervlogen tijden. Wel leuk dat we nu in Italië aan aanbeland. Zelf zijn we een paar keer in Rome geweest (en Tivoli), zo komen allerlei bekende plaatjes weer eens langs zoals het Pantheon en het Colosseum. Jerash werd genoemd, de Romeinse stad in Noord Jordanië. Daar zijn we ook eens geweest. (onder het forum met Ionische zuilen)











Onder het bewind van de verschillende Romeinse keizers werd kunst een staatsaangelegenheid. De kunst werd aangewend om de keizer te verheerlijken. Kunst werd politiek. Grappig dat ze teruggrepen op de Griekse manier van beelden maken. Het contrapposto: let op de benen. Een pose die heel vaak terugkomt. Romeinen waren wel meer decent, ze maakten beelden met kleren aan. Links Doryphoros en rechts Augustus primaporta