Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 31 december 2012

Hoe fiks je vrouwen?
Door ze te begrijpen.

Wijze uitspraak van mijn jongste zoon van 21. Ik wens hem sterkte in het leven.
*grinnik*

zondag 30 december 2012

HC zondag 44

vr en antwoord 114
Vr: Maar kunnen zij die tot God bekeerd zijn, deze geboden volbrengen? (deze vraag volgt op de uitleg van de tien woorden van de wet)
Antw: Nee, want zelfs de allerheiligsten hebben in dit leven niet meer dan een klein begin van deze gehoorzaamheid, maar wel zo, dat zij met een ernstig voornemen niet slechts naar sommige, maar naar alle geboden van God beginnen te leven.

Via een artikel in de ‘Sophie’ van december ’12 werd ik weer geconfronteerd met iets wat al heel lang in mijn achterhoofd zit.
Deze vraag met antwoord moest ik oplepelen tijdens de aannemingsavond* bij ons in de kerk en dat heb ik braaf gedaan maar nog steeds geloof ik niet dat het waarheid is, al klinkt het heel vroom. Al die jaren daarna had ik zo’n ‘niet pluis’ gevoel hierover.
Jan Hoogland rakelt het op in dat bewuste artikel: ‘de heilige met het wijwater weggooien’.
Hij vraagt zich terecht af dat wanneer zelfs voor de allerheiligsten een begin al te groot is, wat dan het verschil is tussen zijn/haar begin of het zijne?

Zelf zou ik het nog wat scherper willen stellen: wanneer de gelovige de inwoning krijgt van de Heilige Geest (b.v. 1 Kor 6:19)en dan te beweren dat de allerheiligsten nog maar een klein begin hebben………is dat dan niet een enorme onderschatting van het werk van die Geest? Een gebrek aan vertrouwen?
Ik verwacht in mijn leven veel meer van de Heilige Geest. Ik verwacht niet een klein beginnetje maar meer dat ik op z’n minst op negentig procent kom van wat Jezus was tijdens Zijn rondwandeling op aarde.
Hoe zit het met de oproep in Rom 8: 29 om gelijkvormig te zijn aan het beeld van Jezus Christus? Met de hulp van de Geest is dat toch mogelijk? Dan kun je ‘de hele wereld’ aan.
Kijk maar naar Jezus: vlak na Zijn doop in de Jordaan door Johannes de Doper waarbij de Geest op Hem neerdaalde werd hij naar de woestijn vervoerd waar Hij, met de Geest aan de grootste verzoekingen het hoofd wist te bieden. Als voorbeeld voor ons. Die verhalen staan natuurlijk niet voor niets vlak na elkaar. (Matth. 3 en 4 en Lukas 3 en 4)
Joh.7:38: “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’ 39 Hiermee doelde Hij (Jezus) op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen;…..

Geen druppeltjes, geen klein beginnetje maar strómen en een op dat van Jezus gelijkende levenshouding.

Oké, het artikel ging eigenlijk ergens anders over…………


*Voor de religievreemden onder ons: een aannemingsavond is een avond waarop je toestemming krijgt om en plein public je geloof te belijden. Daarna ben je volwaardig lid van kerkelijke gemeenschap waartoe je behoord en mag je aan het Avondmaal gaan. Aanneming is eigenlijk een foute benaming want aangenomen ben je al bij de doop. Aan de belijdeniscatechisatie die hieraan vooraf gaat heb ik weinig herinneringen. Het is al lang gelden en de avonden waren in die tijd een monoloog van de kant van de voorganger. Als je een vraag had moest je die proberen er tussendoor te wurmen want ruimte voor discussie was er niet. Gelukkig gaat dat in deze tijd anders.

donderdag 27 december 2012

Het is verkeerd om als kinderen te blijven vasthouden aan de letter en niet op te groeien tot de vrijheid van de geest.

Erasmus

zaterdag 22 december 2012

Tonio

Een requiemroman door A. F. Th. Van der Heijden.
Aangrijpend boek. Aangrijpend op meerdere manieren.
Het verliezen van een kind op bijna tweeëntwintig jarige leeftijd door een fietsongeluk, dat is de rauwe werkelijkheid. Zulke dingen gebeuren. Ze leveren een eindeloos verwerkingsproces op.
Onze jongste heeft nu die leeftijd. Ik moet er niet aan denken.
Als je er kansberekeningen op los laat ben je kwetsbaarder dat zoiets je overkomt wanneer je vier kinderen hebt.
Toch is dat niet zo. Wanneer je er één hebt zoals Adri en Mirjam dan ben je pas echt kwetsbaar.
Je leven als vader en moeder is dan voorbij. Het grootste doel om voor te leven is er niet meer. Je verliest kennelijk je eigenwaarde. De genealogische lijn stopt. Dat maakt alles intens verdrietig.
Ik las het boek als eerste op mijn e-reader. Omdat ik s ’nachts nogal eens wakker lig heb ik er één voor mijn verjaardag gekregen. Met verlichting. Een geweldige uitvinding. Behalve met de Herder praten (schaapjes tellen gaat vervelen), kan ik nu ook lezen zonder dat mijnheer Cathy er last van heeft.
Het vervelende met zo’n verdrietig boek is dat liggend in bed door de zwaartekracht de tranen op verkeerde plaatsen belanden. Oren zijn er niet op gemaakt om ze te verwerken en in de intimiteit van de nacht hakt zo’n boek er extra in, zo lijkt het. Gelukkig ben ik erin getraind om andermans leed weer van me af te zetten.
Wat ik ook zo aangrijpend vind is dat er van enige troost door een vorm van religie geen sprake is. Behalve in een enkele vloek komt God niet aan bod. Ondanks de joodse afstamming van moeders kant. Geen hoop, geen uitzicht. Dit boek toont het verschrikkelijke, kale menselijke leed in al zijn intensiteit.
“Wij ontlopen de hoop niet, de hoop ontloopt ons”.
Als een kind is overleden is ie juist altijd aanwezig. Pan-tonio-nisme. Tot deze uitspraak komt de schrijver en ik geloof hem. “Met een sofistisch foefje zou ik dus aannemelijk kunnen maken dat hij dood voor mij belangrijker is dan levend. Uitgesloten.
A. F. Th. switcht heen en weer tussen verleden en heden. Zo zie je Tonio opgroeien en op deze manier krijg je de indruk dat het leed stukje bij beetje in de menselijke geest wordt toegelaten. Zo ervaren de ouders het ook en zo werkt het denk ik, als een soort overlevingsmechanisme van het brein bij extreme schokken.
Op zoek naar de ware toedracht van het ongeluk weet A. F. Th. te boeien en bedolven onder al dat verdriet zelfs nog wat spanning op te bouwen.
Zijn beschrijvingen van de ontvangst van het Nederlandse voetbalelftal in Amsterdam dat ‘s werelds 2e werd in 2010 krijgt iets grimmigs wat overigens, ook zonder zijn verdriet heel terecht is.
Uiteindelijk durven de ouders het aan om de cameraopnamen te bekijken die er vanwege ‘Big Brother’ via het Holland Casiono op het kruispunt zijn gericht. Helaas, het cruciale moment ontbreekt in de schokkerige beelden. “Aldus ontbrak de oorzaak, maar niet het gevolg”.
Aansprekend is Tonio’s stenenverzameling waar ie zo trots op was en waar hij op zijn kindeigen manier geld van zijn ouders aftroggelde; dan nu zijn ouders die de laatste steen voor hem moeten aanschaffen. Met inscriptie.
Het breekt je hart.

De mooiste kunst wordt vaak verkregen uit de ellendigste ervaringen. Hoe dat in het hiernamaals zal gaan is mij nog een raadsel.

A. F. Th. van der Heijden heeft er de Libris Literatuurprijs, de NS publieksprijs en de P. C. Hooftprijs 2013 voor gekregen en ook in 2011 de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre . Heel verdiend, maar of ie er echt blij mee kan zijn?

donderdag 20 december 2012

Mensen zijn als eieren, slechts gevuld met zichzelf.


Zweeds gezegde wat ik ooit eens, ik meen in de Visie, las en nooit meer ben vergeten. Natuurlijk roept het op tot zelfonderzoek.

dinsdag 11 december 2012

Vergeef

Vergeef mij dat ik met kleine woorden
meedoe en stal zeg
en ster
en dat ik in drie kleine letters
God zeg
en U denk te noemen daarmee.

Het water is veel te diep
tussen mij en de stal
en de ster is te hoog.
Ik verspreek mij wanneer ik U noem.

Vergeef mij dat ik met kleine woorden
toch meedoe en stal zeg
en ster
en dat ik in drie kleine letters
God zeg
en U denk te noemen daarmee.


Jaap Zijlstra


donderdag 6 december 2012

Violen

In het ND van 4 dec. een berichtje over violen.
Eerder heeft er al eens een berichtje in de krant gestaan (weet niet meer waar en wanneer) dat tijdens een blind onderzoek meer dan de helft van de vioolspelers die aan het onderzoek meededen een nieuwe viool beter vonden klinken dan een oude. Zelfs een Stradivarius zat ertussen en werd niet echt goed bevonden.
In de krant van 4 dec. een berichtje dat violen niet symmetrisch zouden zijn. Het lijkt een open deur intrappen. Wanneer een viool handgemaakt is lijkt het mij vanzelfsprekend dat er onvolkomenheden aan/ in zitten. Maar symmetrische violen zouden toch niet zo goed klinken als een Strad of een Guarneri o.i.d. waar expres foutjes in zouden zijn gemaakt om ze beter te laten klinken.
Mn. van Putten, een vioolbouwer uit Kampen zegt in dat bericht wijze dingen.

Laat ik dan eerst ‘my precious’ er ook eens bij betrekken. Het is een Ernst Heinrich Roth uit 1990. Jawel, ik kocht hem/haar gloednieuw en hij/zij is intussen 22 jaar oud. Deze Duitse familie maakt al generaties lang uitstekende violen en heeft al diverse prijzen in de wacht gesleept. Maar dat wist ik toen nog niet.
Ik kocht hem puur op het gehoor. Mijn muzieklerares van toen speelde op verschillende violen en ik zat achterstevoren me te concentreren op mijn gehoor. Ja, ik hoorde dat de Ernst Heinrich wat moeizamer speelde, (nieuwigheid) maar in de klank hoorde ik iets dat deze viool boven de andere violen (in die prijsklasse) deed uitstijgen. Mij werd door de verkoper verzekerd dat ie alleen maar beter zou worden.
Nooit heb ik spijt van deze aankoop gehad. Hoe vaker ik speelde, inderdaad, hoe beter de klank werd en nog steeds wordt. Hij/zij heeft een stevige sonore klank en valt me iedere keer weer in positieve zin op wanneer ik samen speel met andere violisten. Zo zegt die meneer van Putten uit Kampen: ‘……tussen een goede viool en een goede viool zit het menselijke oor.’
Wanneer, net als de staafjes en kegeltjes in de ogen, de hamer, aambeeld en stijgbeugel in het binnenoor bij alle mensen verschillend zijn, iets wat mij ook vanzelfsprekend lijkt, dan is de uitspraak: ‘over smaak valt niet te twisten’ een heel logische.
Dan kun je zelfs begríjpen dat iedereen er een andere smaak op na houdt.
Wij zijn Gods Handwerk!

zaterdag 1 december 2012

Bij veel mensen ziet men dat het kijken gewoon de plaats van het denken heeft ingenomen.

A. Schopenhauer
filosoof 1788 - 1860

vrijdag 30 november 2012

Leuke Twitter

Een twitter over ons jubileumconcert vorig week zaterdag. Let vooral op dat 'orkest mega goed'! Dit was een moment tijdens de generale repetitie.

Kunstgeschiedenis IV

Barok en Rococo

We zijn aanbeland in de zestiende eeuw. Luther met zijn reformatie brengt de macht van Rome aan het wankelen. De contraformatie is het antwoord en een grondslag voor een nieuwe, uitbundiger stroming; ‘barocco’.
Belangrijkste kenmerken: dynamische beweging door middel van diagonalen, asymmetrie en gebogen lijnen en emotionele effecten die worden bereikt door het chiaroscuro- effect van da Vinci (claire obscure) Daar komt onze Rembrandt om de hoek kijken die deze stijl met grotere zeggingskracht weet te brengen.
Dit is Petrus in de gevangenis.












Gianlorenzo Bernini kreeg de opdracht het St Pietersplein aan te kleden en het resultaat had het effect van een moederlijke omarming door de kerk.
Toen wij met onze jongste zoon, die toen vijf jaar was het St. Pietersplein opliepen slaakt hij een kreet en riep, geïmponeerd door de ruimte, enthousiast: “ Jippie.....Hier kun je lekker goed skeeleren!”
Op Bernini ben ik helemaal verliefd geworden. Ik kwam hem pas op het spoor via Dan Browns ‘Bernini mysterie’.
Sindsdien heeft hij mij niet meer losgelaten. Na Kees Verkade en August Rodin die ik gewoon eerder kende bracht hij het kippenvel op mijn lijf. Er zijn niet veel mannen die dat voor elkaar krijgen. *grinnik*
Als je de Renaissance David van Michelangelo en de Barokke David van Bernini met elkaar vergelijkt….tsja….geef mij Bernini dan maar. Daar spat de energie vanaf. Toen wij later nog eens in Rome waren was de eerste gang dan ook naar piazza Navona en villa Borgheze waar zijn meest bekende werken staan.

Je zou het werk van Bernini 'Intentioneel beeldhouwen avant la lettre' kunnen noemen.










In Nederland en Noord Duitsland blijft deze stijl wat ingetogener door het protestantisme. Toch ontwikkelt zich dankzij de welvaart een culturele bloei in de lage landen. Vooral de schilderkunst. Rembrandt, Frans Hals, Jan Steen en van Ruysdael zijn bekende namen geworden. Elke stad of dorp heeft wel zo zijn ‘schilders buurt’.
In Frankrijk krijgt de architectuur meer ruimte onder de zonnekoning: Lodewijk de XIV. De barok in dit land gaat op kousenvoetjes over in de Rococo (1715-1770) met meer élégance en lichtvoetigheid. Evenals in Duitsland en Oostenrijk. Dan krijg je zoiets van Balthasar Neumann in het bisschoppelijk paleis van Würzburg:

donderdag 29 november 2012

Kunstgeschiedenis III

Renaissance, Maniërisme.

In Italië, dat niet zo veel wilde weten van de Gotische stijl (Goten waren barbaren) begon aan het begin van de vijftiende eeuw een wedergeboorte of herleving (Renaissance) van de klassieke idealen.
Kenmerkend aan deze tijd was de aandacht voor harmonie, mens en natuur: Antropocentrisch in plaats van Theocentrisch. Rijke aristocraten waren opdrachtgevers en beschermers van de kunstenaars die zich nu vrijer konden ontplooien.
Filippo Brunelleschi was een belangrijke architect omdat hij het wetenschappelijk perspectief toepaste en zo verdwijnpunten creëerde wat ook in de schilderkunst belangrijk werd. Tommaso Masaccio is daar weer beroemd mee geworden.
Florence was in deze tijd de belangrijkste culturele stad van Italië en dat was de paus een doorn in het oog. Donato Bramante (1444 - 1514) kreeg de opdracht om de St. Pieter te herbouwen. Helaas overleed hij en maakte Michelangelo Buonarotti (1475 – 1564) zijn werk af. Hij is het meest bekend door de beschilderingen van de Sixtijnse kapel, de beeldhouwwerken David en de Piëta. Samen met Leonardo da Vinci (1452 – 1519) ontstegen zij het type ambachtsman.
Rechts de Pietà van Michelangelo. Meteen rechts als je binnenkomt in de St. Pieter. Helaas achter glas. Wat je er ook bij bedenkt; het is gewoon prachtig
Het werk van deze veelzijdige mannenbroeders vormde dan ook het hoogtepunt van de Renaissance. Eigenlijk behoren Rafaël (1483 – 1520) en Titiaan (1489 – 1576) daar ook bij. Tegen het plafond van onze toilet hebben we een plaat van het plafond van de sixtijnse kapel geplakt. Kun je ‘op je gemak’ het geheel bestuderen.
Leonardo da Vinci is o.a bekend geworden door het gecombineerd gebruik van nieuwe technieken: ‘chiaroscuro’ is het gebruik van het licht-donkercontrast en het ‘sfumato’, een nevelig effect. Zie de Mona Lisa. Vorig jaar heb ik die eindelijk, tijdens een tripje Parijs in combinatie met wat minder goed weer, met eigen ogen gezien.
Ik moet ergens nog een zelfgemaakte maffe foto hebben…even zoeken……….gevonden:
Van deze kant was de Mona Lisa een stuk humoristischer! Ik begrijp haar stoïcijnse glimlach nu een stuk beter.








Het Maniërisme is een betrekkelijk kleine stroming in die tijd met wat meer decadentie. Persoonlijke expressie was het belangrijkste. Toen al!
De architect met de meeste invloed was Andrea Palladio. Zijn invloed rijkte ver zoals later zal blijken.

vrijdag 23 november 2012

Kunstgeschiedenis II

Gedurende de derde, vierde en vijfde avond kunstgeschiedenis vervolgden we een tijdreis van de vroegchristelijke en Byzantijnse kunst naar de Gotische. Dat beslaat zo ongeveer weer duizend jaar.
De oudste uitingen van Christelijke kunst zijn te vinden in de catacomben van Rome. Dat zijn wat Christelijke symbolen. Nadat Constantijn de Christelijke religie gaat gedogen in 313 komen de uitingen breder op gang, de symboliek blijft gehandhaafd.
Na Constantijn valt het rijk uit elkaar in west en oost, resp. Roomse en Byzantijnse rijk. Dat laatste rijk waarvan Byzantium/ Constantinopel/ Istanbul het culturele centrum was gaat ten onder aan de Turkse overheersing in de vijftiende eeuw. Het architectonische hoogtepunt van die stad is de Hagia Sophia. (532-537)

Deze staat nog op mijn ‘vererenmeteenbezoekverlanglijstje’ Grappig is wel weer dat deze moskee van oorsprong twee samengevoegde Christelijke kerkvormen bevat en pas in 1453 veranderde in een moskee. Nu is het een museum.
Nog een bekend Byzantijns gebouw is de San Marco in Venetie (1063) Jammer hoor dat kleine kinderen niet gewoon overal mee naar binnen willen en duiven voeren leuker vinden. Ik kan ‘m dus nog niet afvinken.
De westerse bouw van godshuizen zijn de Basilica, van oorsprong markthallen. De Basilicavorm is rechthoekig, verdeeld in drie of meer schepen met een verhoogd dak en geschikt bevonden voor het samenkomen van de christenen.
Maar de Longobarden trokken over West-Europa en verwoestten zo het een en ander. Onder Karel de Grote werd de rust weer hersteld en kwamen de monniken die waren gevlucht naar Engeland en Ierland weer terug. De paus weet de nieuwe christenen aan zich te binden en zo groeit de kerk van Rome uit tot een machtsblok dat het hele maatschappelijke en culturele leven beheerst.
Op deze manier ontstaat wel een gemeenschappelijke kunststijl: de Romaanse.
Aanvankelijke een sobere stijl, maar dat groeide door toenemende welvaart en kennis van de wiskunde uit richting Gotiek met haar hoge en ranke torens. Hier de cathedraal van Salisbury. In Italie landde deze stijl niet echt.
Kerken werden versierd met van alles en nog wat om de gelovigen in de juiste gemoedsgesteldheid te brengen. De beeldhouwwerken waren de plaatjes bij Bijbelse verhalen, want nog lang niet iedereen kon lezen.
Vele kerken werden gebouwd en dat stimuleerde weer de schilderkunst. Er waren meer plaatjes nodig. Werd er eerst geschilderd met tempera: kleurstoffen vermengd met eigeel, door de ontdekking dat men ook olie kon gebruiken gaf dat een ‘boost’ in de paneelschilderkunst.
Giotto di Bondone* (1267-1337) was de eerste die probeerde emotie en ruimtelijkheid in zijn schilderijen te brengen. (onder)
Zo gaan we richting Renaissance.
Mmm, het gaat wel erg in vogelvlucht.




* 26-11: Ergens las ik dat Giotto ook in Dantes Goddelijke comedie voorkomt. Dat heb ik even opgezocht. Hij zit inderdaad in het Purgatorium. Canto XI. Dante (1265- 1325) en Giotto leefden gelijktijdig. De kunstschilder zit daar kennelijk al bij voorbaat vanwege de ' ijdelheid van het menselijke kunnen'. Ook de leermeester van Giotto, mijnheer Cimabue wordt genoemd.

dinsdag 20 november 2012

Gods Wil?

Hoe bepaal je of iets de wil van God is? Kun je dat eigenlijk wel?
Verhalen die ik de afgelopen weken hoorde/las.
1. het bestuur van een kerkelijke gemeente kreeg het ‘op haar hart’ om in een andere plaats ook zo’n gemeente te starten. Heel zeker werd het als feit naar de rest van de gelovigen gebracht en werd inzetting gevraagd. Het liep echter faliekant mis. De nieuwe gemeente kwam niet van de grond door verschillende oorzaken.
2. Een jong stel, beide actief in het kerkenwerk van een charismatische gemeente zijn zeer gestimuleerd om met elkaar te trouwen. Het zou Gods wil zijn. Na tien jaar ploeteren kwamen ze erachter dat ze beter konden scheiden; hebben dat ook gedaan en zijn nu allebei gelukkig. Het verhaal van 'truthseeker' op 10 november.

Kun je iets ondernemen en zeker weten dat het Gods Wil is? Kun je van te voren zeggen: het is Gods Wil dat……
Ik denk dat het helemaal niet kan. Door deze overtuigingen en uitspraken is er al zoveel verkeerd gegaan in de loop der tijden.
Er zijn natuurlijk een aantal zaken die we wel kunnen weten. Deze woorden zijn vervat in de 10 geboden. Daarvan weten we wel ‘zeker’ dat het Gods Wil is. Al is het niet zo strikt aan ons, gojims, gericht. Wij hebben de opdracht om naar de Geest te leven en niet naar de letter.
Je naaste helpen waar nodig met hand - en spandiensten, is dan ook geen vraag.
Een criterium is ook dat het niet tegen de Bijbel kan ingaan maar ik heb het nu over de grotere projecten.

Voor jezelf kun je er wel van overtuigd zijn dat iets Gods wil is maar kun je dat ook zo als vaststaand feit overdragen op anderen?
Zelf ben ik, met anderen, al jaren bezig met een project om kunst in de kerk (terug) te brengen op een juiste manier.
Is dat Gods Wil? Vindt Hij dat goed? Persoonlijk denk ik van wel. Maar desondanks blijf ik er voorzichtig mee omgaan. Ik heb geen briefje uit de hemel gekregen. Wanneer er steekhoudende argumenten komen om dit project niet door te zetten was/ben ik bereid om het te stoppen.
Zoals de priesters uit Jozua 3 hebben we voorzichtig de voetstappen gezet en langzamerhand konden we steeds verder lopen. Het pad werd geëffend. Daar zie ik, en daarin ben ik niet alleen, Gods Hand in.
Zo konden en kunnen we in vertrouwen verder gaan. Stapje voor stapje.
En ja, er zijn er ook die er de tegenstander in zien. Helaas zonder deugdelijke argumenten.
Wat is waarheid?

Achteraf, misschien wel na vele jaren, zouden we kunnen kijken of het inderdaad Gods Wil was; of we God daarin zien, precies zoals Mozes Hem zag nádat Hij aan hem voorbij gegaan was. Ex 33: 23. Mozes zag Zijn rug.
Zo werkt het, denk ik.
Pas achteraf, na korte of langere tijd kun je met zekerheid zeggen: Ja, dat was (van) God ...........of niet.

maandag 19 november 2012

Des Hommes et des Dieux

Een film uit 2010, geregisseerd door Xavier Beauvois.
Op ware feiten gebaseerd verhaal over acht Franse monniken die samenleven in een klooster in de bergen rondom Maghreb, Algerije.
Zij bedruipen zichzelf en zorgen ook voor het kleine dorpje waar ze deel van uit maken. Rooms Katholiek geloof en Islam leven hier prachtig samen. Ieder op eigen wijze.
Het reciteren/zingen van religieuze teksten hebben ze met elkaar gemeen. De klok van het klooster en de roep van de imam swingen ook heerlijk langs elkaar heen zonder dat iemand daar problemen mee heeft.
Maar dan komt het gevaar van nationalistische fundi’s langzaam dichterbij.
Buitenlanders worden niet echt gewaardeerd en soms bruut vermoord. Ook de monniken beginnen in de gevarenzone te komen. Er wordt hen van hogerhand geadviseerd om te vertrekken uit het dorp en het klooster, maar zij besluiten om op hun post te blijven. Dat gaat niet zomaar zonder slag of stoot. Indringende gesprekken worden gevoerd. “ Waarom zouden we hier blijven? Is dat nuttig? Moeten we zo nodig de martelaar uithangen en laten zien hoe goed we zijn?

De ware reden is liefde en trouw. In navolging van Jezus Christus. Dat wordt indringend onder ogen gebracht, een les voor iedereen. Misschien wel de belangrijkste boodschap van de hele film.
De druk van het gevaar wordt langzaam opgevoerd en uiteindelijk is daar de inval.

Twee van de negen hebben het overleefd. Ja, er was intussen een logé bijgekomen. Subtiel is in beeld gebracht dat de zeven al een langere verwerkingstijd hebben doorgemaakt dan deze logé. Mooi.
Ook mooi is de aandacht voor de mimiek, de kalme Rooms Katholieke (Gregoriaanse) manier van zingen en bidden, al knapte ik wel even op toen ik opeens het Zwanenmeer hoorde. Bij de monniken kwamen toen ook pas de emoties echt los, iedereen besefte opeens dat het wel eens hun ‘last supper’ zou kunnen zijn.

Het is een prachtige indringende film maar ik kan me voorstellen dat hij voor veel mensen te traag is.

woensdag 14 november 2012

Onvervreemdbaar

Dit wordt ons niet ontnomen: lezen
en ademloos het blad omslaan,
ver van de dagelijksheid vandaan.
Die lezen mogen eenzaam wezen.

Zij waren het van kind af aan.

Hen wenkt een wereld waar de groten,
de tijdelozen, voortbestaan.
Tot wie wij kleinen mogen gaan;
de enigen die ons nooit verstoten.


Ida Gerhardt

Herkenbaar en ontroerend mooi.


dinsdag 13 november 2012

Staat Israël

Wat is er met dhr. Van Agt aan de hand gezien dit artikel
De Joden hadden na WO 2 een staat in Duitsland moeten krijgen. Weet hij dan echt niet dat die staat allang bestond in Palestina? Dat alleen de erkenning ontbrak?
Al in 1862 pleitte Mozes Hess voor een eigen staat voor de door de eeuwen heen vervolgde Joden in zijn essay: ‘Rome en Jeruzalem’. (Ludo Abicht in: ‘één maat en één gewicht’) Na het schrijven van ‘de Jodenstaat’ door Theodor Herzl in 1896 werden grote delen van Palestina legaal opgekocht door de in 1901 opgerichte Zionist Organisation via het Joods Nationaal Fonds. Zij kochten dit vaak van rijke Arabieren die zelf in Syrië en Libanon woonden. Dat het Arabische personeel van deze rijken toen opeens op straat stond en ontheemd raakte kun je lezen in de autobiografie van koningin Noor: ‘Een leven in het teken van vrede’. (rond pag 64)
Nadat in 1917 de controversiële Balfour-declaration* het licht zag trokken vele Joden naar Palestina zodat er vóór WO2 al grote groepen Joden in Palestina woonden en dit land langzaamaan kernmerken van een heuse staat ging vertonen. Er waren dagbladen, een onderwijsstelsel en een ziekenfonds. Er waren politiekorpsen en er werd belasting betaald.
Er waren verkiezingen voor een soort parlement: de Va’ad Le’umi die onderhandelde met Groot Brittannië.
Door een beslissing van de pas opgerichte Volkenbond (1919-1920) vielen Palestina en een groot deel van Jordanië onder het mandaat van Groot Brittannië.
Daarvoor was het onderdeel van het Ottomaanse rijk. Het mandaat liep af in 1948 en werd door David Ben Goerion aangegrepen om officieel de staat Israël uit te roepen.
Natuurlijk is het heel triest dat door de gigantische immigratie van Joden de daar wonende Arabieren in de verdrukking kwamen.
Wat zou het mooi zijn wanneer de twee volken daar vreedzaam zouden kunnen samenleven.
Het gesteggel wat eens in Abrahams tenten begon lijkt echter eindeloos. Hoe dit alles eschatologisch te duiden.......daar begin ik maar niet aan.
Het conflict is ook te ingewikkeld om het met een blogberichtje af te doen. Maar de opmerking van dhr. van Agt is werkelijk totaal zinloos. Slechts een rare poging om te shockeren en wat olie op het vuur te mikken. Imho. Aan de ene kant denk ik dan met mijn pro-joodse houding: ga zo door, maar of het Palestijnse volk is gediend met zo’n woordvoerder dat vraag ik mij ten stelligst af.

*
Foreign Office
November 2nd, 1917

Dear Lord Rothschild,

I have much pleasure in conveying to you, on behalf of His Majesty's Government, the following declaration of sympathy with Jewish Zionist aspirations which has been submitted to, and approved by, the Cabinet.

"His Majesty's Government view with favour the establishment in Palestine of a national home for the Jewish people, and will use their best endeavours to facilitate the achievement of this object, it being clearly understood that nothing shall be done which may prejudice the civil and religious rights of existing non-Jewish communities in Palestine, or the rights and political status enjoyed by Jews in any other country."

I should be grateful if you would bring this declaration to the knowledge of the Zionist Federation.

Yours sincerely,
Arthur James Balfour


Toevoeging 14 nov.:
Via het ND lees ik een bericht, afkomstig van de eigen website van dhr. Van Agt dat de aantijgingen in de Telegraaf misleidend en onwaar zijn.
“Helaas is de uitkomst van hetgeen er na de Tweede Wereldoorlog is gebeurd deze: het Palestijnse volk, dat met de schanddaad van de Jodenvervolging niets te maken heeft gehad, krijgt er een prijs voor te betalen. Door de stichting van Israël raakten honderdduizenden Palestijnen hun land kwijt en werden vluchteling.

Die onrechtvaardige uitkomst heeft mij de hypothetische vraag ontlokt: was het eigenlijk niet veeleer Europa, Duitsland in het bijzonder, dat land had moeten beschikbaar stellen voor de vestiging van een veilige thuishaven voor het Joodse volk?”


In mijn ogen blijft het echter historisch gezien een rare, nutteloze opmerking.

vrijdag 9 november 2012

Twijfel

Is religieuze twijfel goed? Is twijfel slecht?
Is twijfel een teken van een actieve, zoekende geest? Dus goed? Is twijfel een teken van een onzekere geest? Dus negatief? Als we de apostel Jacobus moeten geloven is iemand die twijfelt gelijk aan de golven van de zee die rusteloos heen en weer geworpen worden.
Dat laatste wordt mooi onder woorden gebracht door Toon Tellegen:

Een streep

Ik trok een streep;
tot hier,
nooit ga ik verder dan hier.

Toen ik verder ging
trok ik een nieuwe streep,
en nog een streep.

De zon scheen
en overal zag ik mensen,
en iedereen trok een streep
iedereen ging verder.

Volgens Marcus kun je zelfs bergen in de zee mieteren als je niet twijfelt. Zou iemand dat eigenlijk willen? Waarom zou ik een berg in zee willen gooien?
Ongetwijfeld een metafoor.
Bij gebedsgenezingsdiensten mag je ook niet twijfelen want dan wordt je niet beter.
Alsof God Zich zou laten weerhouden door een twijfelend mens! Of dat Hij je als straf, vanwege die twijfel, ziek laat. Zo’n God wil je toch niet?
Zelf denk ik dat er verschillende soorten twijfel bestaan. Ik noem ze voor mezelf ‘methodologische twijfel’ en ‘existentiële twijfel’.
Om met de laatste te beginnen: dat is een basistwijfel. Je weet niet goed wie je bent, wat je hier doet en al helemaal niet of je je moet overgeven aan de Eeuwig Levende. Je kunt niet tot keuzes komen en ploetert maar voort.
Dat bedoelt Jacobus volgens mij.
Het tegenovergestelde hiervan is de basale rust die je hebt/krijgt wanneer je, door de Heilige Geest, wel besluiten hebt genomen, je keus hebt gemaakt voor de Almachtige en je je eigen ego hebt kunnen loslaten.
Methodologische twijfel is voor mij de twijfel of we de Bijbel wel op de juiste manier verstaan. Lezen we wel goed, geven we er wel de juiste betekenissen aan? Zijn we niet te eenzijdig bezig. Lezen we niet teveel door de bril van 2012? Of teveel gekleurd door kerkelijke tradities? Dat lijkt mij juist niet negatief. Openstaan voor verschillende denkwijzen om ze vervolgens wel zelf te toetsen.
Veel mensen hebben die twijfel echter niet. Op fora kom je ze tegen. Ze weten exact hoe de Bijbel gelezen en geïnterpreteerd moet worden. Bij voorkeur gebruiken ze de term ‘nauwkeurig’ en ‘het Woord recht snijden’. Wanneer je de Bijbel ‘nauwkeurig’ leest, ‘het Woord recht snijdt’ dan………en dan volgt een statement naar believen.
Wanneer je er anders over denkt dan lees je dus niet nauwkeurig en snijd je het Woord dus niet recht. Impliciet een enorme veroordeling. Daar gaan mijn nekharen van overeind staan.
Terug naar de twijfel. Is het nu positief of negatief?
Existentiële twijfel is negatief, daar moet je zo snel mogelijk vanaf en methodologische twijfel positief en kan gebruikt worden om tot meer inzicht te komen. In het gedicht van Tellegen is er iemand die zegt: ‘nooit ga ik verder dan hier’. Dat is geen methodologische twijfelaar, want ik vraag me af of hij/zij het woord 'nooit' zou gebruiken.



Twijfel is de waakhond van het inzicht.
Confucius

zondag 4 november 2012

A Love Song for Bobby Long

Met een drupneus, bonzend wattenbollenhoofd en een rilrug heb ik dan eindelijk de film ‘A Love Song voor Bobby Long’ gekeken in een poging los te komen van mijn zelfmedelijden in deze 'griep-ische' situatie.
Deze film uit 2004 lag al tijden klaar om te worden bekeken. Ooit zag ik een flard op de tv en besloot toen meteen de film zelf te kopen. Wat mij van dat flard zo aansprak waren de kleuren en het camerawerk, plus de rustige opnames.
Kom daar nog maar eens om! Wat dat betreft was het dan ook genieten.
De recensies waren niet zo geweldig want het verhaal was een beetje nietzeggend maar die ‘kenners’ onderschatten deze film duidelijk. Het gaat in een film toch niet alleen om het verhaal? Tussen de fraaie opnames door heb ik ook nog het verhaal gevólgd. Het draaide allemaal om Lorraine, een zangeres uit New Orleans die juist overleden is en niet in beeld komt.
Haar dochter, Scarlett Johansson (Purslane) woont ergens anders, hoort het droevige bericht te laat en gaat toch haastig op pad ondanks het feit dat ze eigenlijk weinig had met haar moeder.
Zij stuit bij de ouderlijke woning op twee alcoholisten, John Travolta (Bobby) en Gabriel Macht (Lawson). Deze drie zijn het cirkeltje om Lorraine heen.
Bobby was ooit een professor in de Amerikaans literatuur en hij test zijn naasten uit om te raden wie hij zo te pas en te onpas citeert. Daar hou ik al van. Het symboliseert het staan in een traditie.
Lawson is een beginnend schrijver die, zo begreep ik, een biografie probeert te schrijven over Bobby. Hij komt echter weinig aan eigen interpretaties toe want hij wordt voortdurend gecorrigeerd door het personage zelf. De wandeling van Bobby aan het begin komt terug aan het eind wanneer dezelfde wandeling door Purslane wordt gemaakt. Het moet een doel hebben maar hoe ik mijn grijze wattenbollenverzameling ook pijnig, het ontgaat mij.
Verder wil ik eigenlijk niet teveel verklappen.
Shainee Gabel, de schrijfster en regisseuse heeft een filmische parel afgeleverd en de muziek van Nathan Larson mag er ook zijn. Het verhaal had inderdaad wat diepgravender gemogen.Daar was wel meer uit te halen geweest. Ennuh.......een film zonder seks en geweld is ook wel eens een verademing.

maandag 29 oktober 2012

Dwalen kan iedereen; maar alleen dwazen volharden in hun dwaling.

Cicero (Romeins staatsman en filosoof. 106 -43 BC)

donderdag 25 oktober 2012

Wat betreft de sterren



Omdat ik al vaker op een bepaalde plek in Turkije ben geweest wist ik dat de sterrenhemel daar zonder lichtvervuiling overweldigend is. Toen begreep ik voor het eerst dat Abraham de sterren niet kon tellen toen God hem vroeg omhoog te kijken en hoe talrijk zijn nageslacht zou worden. Daar is het toch wel iets anders dan in de Randstad.
Hier probeer ik het ook wel eens en de Grote en Kleine Beer, de Poolster, Cassiopeia en Orion herken ik wel.
De eerste avond dat ik daar weer was, met zoveel als mogelijk in mijn hoofd gepropt, -- want lezen in het donker blijft lastig -- viel het niet mee. Ik zocht Pegasus die aan de herfsthemel duidelijk zichtbaar zou moeten zijn. Er was wat sluierbewolking, zo dacht ik. Maar verhip, de tweede avond was die sluierbewolking er weer en ook nog op dezelfde plaats!! Een beetje golvend van oost naar west.
Weer eens in mijn boek gedoken kwam ik erachter dat het, o amateur die ik ben, de Melkweg was!
Inmiddels had ik mijn huisgenoten ook enthousiast gekregen en lagen we de avonden daarop met elkaar languit op de tuinstoelen in het donker naar boven te turen. We ontdekten Pegasus, het sterrenbeeld vissen en ook de Andromedanevel meende ik te zien: diagonaal tegenover de kop van Pegasus de ‘staart’ volgend en dan bij de derde ster rechtsaf.
Het was meer een ‘veegje’ en ik moest er ‘langs’ kijken om hem te zien met het blote oog. Wel heel fascinerend!

Zie ik sterren aan de hemel staan,
aan de donkerblauwe lucht de maan,
is het of de nacht mij noemt de Naam
van een machtig God.

Al met al krijg ik steeds meer de smaak te pakken. Het is even wennen aan de afstanden in het hemelgewelf. Jammer dat het hier in Nederland zo koud is en zo weinig helder, plus al de bijkomende lichtvervuiling. Dat alles maakt het er niet uitnodigender op.
Ooit heb ik voor Moederdag een telescoop gekregen van mijn kinderen en ook eens meegenomen naar Turkije. Wat dat allemaal heeft teweeggebracht komt misschien nog wel eens. Komische toestanden bij de douane enzo….
Maar het is beter volgens mij, om eerst met het blote oog en eventueel een verrekijker vertrouwd te raken met al die sterren en constellaties voordat ik gerichter in de weer ga met m’n telescoop.
Misschien moet ik maar eens een kamer huren, ergens op de Veluwe.
.....insidersjoke *hi-hi*)

woensdag 24 oktober 2012

Vervelend?

Wanneer je......

......een vlucht boekt van Amsterdam naar Gazi Paşa (Turkije), dat kan in de maanden februari t/m oktober.....
wanneer je een auto huurt op het splinternieuwe vliegveld met die ene, wat korte landingsbaan waar een vliegtuig bij de landing vol in de remmen moet ………
wanneer je dan de ‘grote’ weg neemt richting Anamur en Mersin en na het dorp Gazi Paşa (22.000 nüfus = inwoners) en voor Anamur een bepaalde afslag neemt die te herkennen is aan een stalletje met twee parasols waar ze aardappelen, uien en ander groenten verkopen – zekerheid dat het stalletje er is heb je niet en dan rij je zomaar de afslag voorbij want borden en straatnamen zijn er dan niet meer -- ........
wanneer je dus de goede afslag hebt kunnen nemen en bij de eerste splitsing rechts aanhoudt, de kuilen putten en hobbels weet te vermijden, evenals de koeien, kippen en de lokale bevolking.......
wanneer je bij de begraafplaats links aanhoudt en bij het huis met een uitstekend betonnen muurtje een scherpe bocht naar rechts maakt.......
wanneer je vlak voor de moskee naar links gaat en de weg al hobbelend vervolgt met bochten, heuvels en dalen, boerenerven en kassen waar in de winter aubergines, paprika’s, komkommers, tomaten en aardbeien worden gekweekt......
wanneer je bij het laatste stukje van de route nogal steil omhoog gaat en bovenaan direct de bocht naar rechts maakt – wel doen anders stort je naar beneden – en stopt bij villa xxx......
wanneer je toevallig daar bent met de eigenaars dan.....
tsja, dan zit je daar .....







Héél vervelend om de winter op deze manier wat in te korten.......*grinnik*

maandag 15 oktober 2012

Cathy vertrekt, gewapend met een groot notitieblok en boeken over sterren, naar warmere oorden om nog wat extra vit D op te doen. Verstoken van internet / mobiele telefoon moet je jezelf toch kunnen bezighouden nietwaar?

vrijdag 12 oktober 2012

Plagen van Egypte

De plagen van Egypte waren voor mij altijd raadsels. Het leken willekeurige straffen waar geen enkel verband tussen te vinden was. Ooit hoorde ik een opmerking dat die plagen te maken hebben met de goden van Egypte. Zo kwam ik pas weer op een spoor en heb ik een poging gedaan om het eens uit te zoeken.
Ook was er eens op National Geographic een programma met wetenschappelijke verklaringen. Helaas ben ik het grootste gedeelte vergeten. Maar dat is, zo zag ik, na te zoeken op Wikipedia.
In Ex 12: 12 wordt de aandacht gevestigd op het doden van alle eerstgeborenen, en passant wordt er aan toegevoegd: …………’En Ik zal aan al de goden van de Egyptenaren strafgerichten uitoefenen, Ik, de Heere’. (HSV)

1. Water in bloed (Ex 7: 14-25) tegen de godheid Chnum die de overstromingen van de Nijl regelde, tegen Hapi, die dezelfde taak had en zoon was van Horus en tegen Osiris. Als ik mijn boek goed begrijp is Osiris een opagod van Hapi, had ook met de Nijl te maken en was heerser van het dodenrijk.
2. Kikkers (Ex 8: 1-15) tegen Heket, godin van de geboorten en symbool van leven en vruchtbaarheid. Dochter van de zonnegod Ra. Zij wordt afgebeeld met een kikkerkop. Tegen Huh die de ruimtelijke oneindigheid symboliseert. Hij wordt ook afgebeeld als kikker of met een kikkerkop.
3. Stof wordt luizen (Ex 8: 16-19) en 4. ander ongedierte (Ex 8:20-32) tegen Seth, een belangrijke god van chaos en onvruchtbaarheid.
5. Veepest (Ex 9: 1-7)tegen Hathor. Zij is een veelzijdige moedergodin die vaak wordt afgebeeld al een koe. Tegen Isis, godin van de bescherming en genezing.
6. Zweren aan mens en dier (Ex 9: 8- 12) Tegen Sechmet en Isis, aan hen worden magische krachten toegeschreven zoals geneeskunst.
7. Hagel (Ex 9:13- 35) tegen Neper, de koren god en Nepit zijn vrouw en tegen Set, de god van de chaos en de storm.
8. Sprinkhanen (Ex 10: 20) Mogelijk tegen Osiris, want hij wordt vereerd als vegetatie god, god van de vruchtbare aarde en van de overstromingen van de Nijl.
9. Duisternis (Ex 10: 21- 26) tegen de zonnegod (Amon)Ra en Aton, die later tot enige ware god werd verheven onder Amenhotep IV (of Achnaton) en tegen Chepre, de opgaande zon die wordt voorgesteld als scarabee (mestkever). Ik denk ook tegen Horus, één van de voornaamste Egyptische goden. Hij wordt afgebeeld als een valk waarvan de ogen de zon en de maan symboliseren. Tegen Nut, waaruit elke dag de zon werd geboren.
10. Dood van alle eerst geborenen (Ex 12: 29- 33) tegen Chnum, die ook de schepper van de mens is. Hij wordt afgebeeld als ram of met een ramskop. Tegen Ipet, ook een geboortegodin, afgebeeld als nijlpaard en Selket, een schorpioengodin die beschermster van het leven is.

Het Egyptische pantheon is veel uitgebreider dan de goden die hier worden genoemd. Eerlijk gezegd is het een grote chaos wanneer je je erin verdiept. Goden gaan door de tijd heen in elkaar op en krijgen kinderen. Er is veel overlap in functies waardoor het lastig is om het echt overzichtelijk en duidelijk te krijgen.
De meeste informatie komt trouwens uit het boek: ‘Wie is wie in de mythologie’.
Zijn deze plagen nu allemaal echt gebeurd? Ooit tijdens mijn zoektocht daarnaar stuitte ik op het 'I-puwer geschrift' dat in ons eigen Leidens Museum wordt bewaard.
(Link) Het stamt vermoedelijk uit 1850-1600 BC terwijl de uittocht wordt gedateerd in 1450 - 1400 BC. Ook vermoedelijk.
Het geschrift beschrijft een periode van natuurrampen en chaos.
Ook in dit geval denk ik weer dat er in het Bijbelverhaal een kern van waarheid zit maar dat er verhalen omheen zijn gemaakt om ons, mensen het één en ander duidelijk te maken.
Aan de andere kant is dit ook weer een deel van de geschiedenis van de Joden. Wie ben ik om daaraan te gaan zitten morrelen?
Vaak wordt gedacht dat de Israelieten iets te maken zouden hebben gehad met de Hyksos, genoemd op de bewuste Wiki-pagina, omdat dit volk ook van Semitische oorsprong was. Zelf denk ik niet dat het zo is. De Hyksos introduceerde de paarden in Egypte (googlen op Hyksos Brittanica) en de familieleden van Jacob waren juist klein-vee houders. Ook wordt er bij de uittocht niets over paarden geschreven i.t.t. de Egyptenaren.
Wat wel zou kunnen is dat de Farao ten tijde van Jozef een Hyksos Farao was en dat het een band gaf met Jozef door wie hij het tot onderkoning kon schoppen.
Via de Huffintonpost vond ik nog een overzichtje van de teksten van het I-puwer geschrift in vergelijking met de teksten in de Bijbel.

donderdag 11 oktober 2012

Vrije Wil Debat

Afgelopen dinsdag ben ik bij het ‘Hillegondadebat’ geweest over de vrije wil. Mijn verwachtingen waren hoog gespannen omdat het mij ook al jaren bezig houd en ik daarover ook al veel heb gelezen, nagedacht en gediscussieerd met verschillende mensen en op verschillende fora.
Sprekers waren Prof. dr. Marc Slors, hoogleraar cognitiefilosofie en schrijver van ‘Dat had je gedacht’ en dr. Leon de Bruin, universitair docent filosofie van taal en cognitie.
Wat mij opviel was dat er uit alle macht wordt geprobeerd de illusie (dat is mijn persoonlijke gedachte) van die vrije wil hoog te houden. Leon zei het ook een keer: niemand zit erop te wachten dat we geen vrije wil zouden hebben. ( misschien niet letterlijk maar dit is de strekking van zijn woorden)
Dan vraag ik mij af wat Thomas Muller aan het doen is wanneer om pragmatische redenen we het moeten volhouden dat de mens een vrije wil heeft. Staat de uitkomst van zijn onderzoek dan al niet vast?
Ik begrijp wel dat de morele verantwoordelijkheid in het geding komt, maar als gelovigen weten we dat we daar van Gods wege echt niet onderuit komen.
In alle debatten die ik tot nu toe heb gevolgd en gelezen ontbrak er een duidelijke definitie van wat de vrije wil nu eigenlijk is.
Marc Slors definieerde wel iets: Er zijn twee voorwaarden om een wil vrij te laten zijn:
1. Er moeten keuzemogelijkheden zijn
2. De keuze moet uit het eigen authentieke ik voortkomen.
En zo kwam ik weer uit bij mijn eigen definitie: De mens heeft een eigen (authenticiteit) wil die relatief vrij is. (in relatie tot de keuzemogelijkheden) Dat voelde best aardig.
Hier is mijn vorig blogje hierover te lezen
En meteen denk ik dan weer: hoe vrij is vrij als je voorwaarden gaat scheppen?

Het determinisme kwam ter sprake. Daar zeggen neurowetenschappers niets over volgens de één, maar dat viel wel tegen volgens de ander.
Slors verhelderde dit begrip door over twee soorten determinisme te spreken: de grootschalige in de natuur en de kleinschalige op het persoonlijke vlak. Daar moet ik me dan weer eens meer in verdiepen want ik ben een deterministisch denker. Voor mij heel logisch. Elk gevolg heeft een oorzaak. Ik begrijp ook niet hoe je anders kunt denken. Causaliteit (= verband tussen oorzaak en gevolg) is er alom, alleen zien of weten we dit niet altijd. Maar als je in een Alwetende Schepper gelooft, kan dat niet anders.
Wat mij wel weer helderder is geworden is dat 'neuromensen' zoals Swaab en Lamme puur spreken over hersenprocessen en dat de gevolgtrekkingen niet altijd behoeven te kloppen. Een mens is meer dan zijn hersenprocessen.
Naar mijn idee zijn de titels van het boek van Swaab en Lamme ook bewust een beetje provocatief gesteld. In ieder geval zijn de discussies lekker losgebarsten.
Ook de experimenten van Benjamin Libet kwamen er sprake. Ik begrijp dat er nogal wat op af te dingen valt. De keuze om je vingers of armen te laten bewegen is iets anders dan de keuze voor een juiste hypotheek, om maar iets te noemen. Als je uit Libets experimenten concludeert dat een mens geen vrije wil heeft is dat een overhaaste generalisatie.

Wat mij in het geheel wat tegenviel is dat er niet vanuit een gelovig perspectief werd geredeneerd. Wel kwam even het boeddhisme ter sprake, maar in oosterse religies speelt deze vraag niet zozeer.
Volgens mij wordt vanuit een gelovige perspectief dan alles toch wat anders.
In de Gereformeerde leer is het al eeuwen een feit dat onze Schepper alles bepaalt. Een paar voorbeelden (er zijn er meer te noemen):
Exodus 21:12,13 wie iemand zó slaat dat hij sterft, zal de dood sterven; maar wie er niet op loerde, maar God liet het zo komen voor zijn hand: ik zal een plaats voor je bepalen waarheen hij kan vluchten.
Spr. 16; 1 Een mens heeft overleggingen in het hart, maar het antwoord van de tong komt van de Heere.
9 Het hart van de mens overdenkt zijn weg, maar de Heere stuurt zijn voetstappen.
33 Het lot wordt in de schoot geworpen maar elke beslissing daardoor komt van de Heere.
Hand 2: 23 -28
Rom. 9: 14 – 21
Ef 1: 11 in Hem zijn wij voorbestemd om erfgoed te ontvangen, naar het voornemen van Hem die alles tot stand brengt naar de raad van Zijn wil.
Fil 2: 13 …want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.
Hebr. 3:4 Want een ieder huis wordt van iemand gebouwd; maar Die dit alles gebouwd heeft, is God.
En vergeet art 14 van de NGB niet, geschreven door Guido de Brès in 1561.

Het is jammer dat er niet terug te beluisteren valt. Wel heb ik een poging ondernomen om e.e.a op papier te zetten maar dat viel wat tegen in de hitte van de gesprekken.

vrijdag 5 oktober 2012

Tijd

Door omstandigheden kwam ik in aanraking met een schilderij van Salvador Dali, ‘la persistence de la memoria’, de volharding der herinnering (1931) en dat blijft dan maar in mijn hoofd spoken.
Wat zie ik nu eigenlijk en wat betekent het. Moet het iets betekenen?
Wat zie ik: Smeltende, druipende klokken in een landschap, waarvan de weerspiegeling niet helemaal klopt, het zand weerspiegelt net zoals het water, een gesloten zakhorloge, een blok, een kale stronk, een aambeeld(?) en iets ondefinieerbaars bleeks met wimpers in het midden, wat gedrapeerd lijkt over wat rotsjes. Voor mij was het in eerste instantie een eendekop, maar ik begreep uit beschrijvingen dat het een gedeelte van Dali’s eigen gezicht is. - O, o cultuurbarbaar - Ik zie wel een silhouet van een gezicht maar dan in het donkere gedeelte.
Velen schrijven over mieren op het gesloten zakhorloge, maar die zag ik in eerste instantie niet. Voor mij was het gewoon versiering. Wie weet was het wel versiering en dacht Dali opeens: weet je wat? Ik schilder er pootjes aan!
Wat ik wel zie is de dode bromvlieg op de druipende klok die het meest links hangt. Op zijn schilderij met de exploderende klok komt ie weer terug.

Wat is de bedoeling van dit schilderij. De meesten komen toch uit op de gedachte dat Dali, behalve door druipende kazen hier ook is geïnspireerd door de relativiteitstheorie van Einstein en de onderbewustzijnstheorieën van Sigmund Freud.
Tijd is relatief en eigenlijk nietszeggend. Wanneer zijn we ons eigenlijk bewust geworden van tijd? En waarom hebben we het zo dwingend ingedeeld in eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen, uren, minuten en seconden?
Ooit zat ik op een hoge berg boven de sneeuwgrens. Het was er doodstil. Ik was er alleen, maar ik weet niet hoelang ik daar alleen heb gezeten. Wanneer er niets is dan alleen maar stilte, verdwijnt je gevoel voor tijd. Een heel bijzondere ervaring was dat. Alleen maar 'zijn'; niets meer 'worden'. Pas toen een vliegtuig overvloog kreeg ik er weer een beetje besef van.
Onwillekeurig moet ik bij dit schilderij ook denken aan de song van APP (Alan Parsons Project): ‘Time’ waar de tijd ook vloeibaar is en uiteindelijk verdwijnt. Voor sommigen een angstaanjagend perspectief. Voor mij niet.
Time, flowing like a river
Time, beckoning me
Who knows when we shall meet again
If ever
But time
Keeps flowing like a river
To the sea
enz......


Ooit zijn we in zijn museum in Figueras geweest. Mijn kinderen herinneren zich de grote hal nog met die auto en dat vreemde schilderij op de muur.

woensdag 3 oktober 2012

Satan een noodzakelijk kwaad

Geschreven door Bert van Veluw. (Dr. A. H. van Veluw, om hem meer recht te doen) Ondertitel: Waarom de duivel ‘Gods duivel’ is.
Grappig vind ik het slangenprintje op het onderste gedeelte van de cover en de binnenste schutbladen.
De schrijver heeft acht hoofdstukken nodig om tot een conclusie te komen en die zich allemaal gemakkelijk laten lezen. Veel voetnoten, dat vind ik altijd prettig. Dan kun je zelf nog eens verder zoeken en studeren. Dat de satan een lastig figuur is, daar was ik ook al van overtuigd. Ook dat God het Begin en het Einde van alles is en dat het kwaad logischerwijs daartussen een plaats moet hebben.
Verschillende vragen komen aan bod: Is de satan dezelfde als de slang in Genesis? Wat is zijn taak? Zit hij achter al het kwaad, ook in de natuur? Het laatste hoofdstuk is het meest interessante wanneer hij tot een conclusie komt.
Van Veluw heeft zijn vragen bij de ‘val van de engelen’. De duivel zondigt van den beginne, zo staat er. Daaruit blijkt geen val en waarom zou God dan niet eerst die engelen hebben verzoend vóór de schepping van de mens? Over verdere tegenargumenten spreekt hij niet uitgebreid zoals het ‘tohoe wa bohoe’ wat ik zelf wel een sterk argument vind voor een mogelijke engelenval.
Behalve genesis 1: 2 is er in de hele Bijbel nog maar één plaats waar deze combinatie van woorden ook voorkomt en dat is in Jer 4: 23, waar de profeet zegt: Ik zag het land aan, en zie, het was woest en ledig; ook naar de hemelen; en Zijn licht was er niet. Als je het hele hoofdstuk doorleest en dit vers in zijn context laat staan, dan kun je je niet aan de indruk onttrekken dat het hier gaat om een oordeel van God wat in het 26e vers verwoord wordt met: “…vanwege de Heere, vanwege de hittigheid Zijns toorns” (SV)
Zou de chaos in Genesis dan ook niet om een oordeel van God kunnen gaan na de val van de engelen?
Ook uit Job 38 zou je iets kunnen lezen van een feest zoals God ‘in den beginne’ de aarde schiep. Uit de eerste verzen van de Bijbel blijkt dat niet bepaald. Heeft er zich voor Genesis 1:1 niet veel meer afgespeeld?
Waar ik ook in zijn vorige boek tegenaan liep is zijn vrije wil overtuiging. Dat maakte dat ik net iets anders tegen de materie aankeek. In dit boekje zijn aanwijzingen dat hij dat toch ook wel relativeert door zijn woordkeuze van ‘formele keuzevrijheid’ en ‘we kunnen niet kiezen zonder één of andere drijfveer of motief.’ (P 60) Terwijl hij aan de andere kant betoogt dat de mens niet volstrekt gedetermineerd is. Kennelijk toch wel een beetje.
Die drijfveren of motieven komen van buiten zo erkent hij.
Dus………. zo denk ík dan weer: klein kunstje voor God om jou bepaalde drijfveren en/of motieven in te geven om je in een positie te brengen bepaalde keuzeafwegingen te laten maken. (Spr 16: 9 Het hart des mensen overdenkt zijn weg; maar de HEERE stuurt zijn gang.)
De functie van satan is in eerste instantie bekoren, in verleiding brengen. Zie Eva, Adam en Jezus in de woestijn. (zie ook Jak 1: 14,15) Bij Job heeft hij echter weer een andere functie; meer die van tester, op de proef steller.
Daarbij denk ik niet dat het voor God een verrassing zou zijn wat de uitkomst is, maar dat er voor en aan onszelf iets duidelijk gemaakt moet worden. God heeft alle inzicht, wij nog(?) niet. Met een omweg ben ik dan toch weer bij de morele karaktervorming (soul making) van Gary Emberger die door van Veluw uitgebreid wordt besproken in zijn andere boek: ‘waar komt het kwaad vandaan’. (Paragraaf 4.3.7.6, ik moet dat boek echt nog eens lezen)
Een eye-opener was de opmerking dat de satan/slang ook geschapen is en dat wij worden opgeroepen om daarover te heersen. Ofwel, we moeten de verleidingen leren weerstaan. Eigenlijk was het een boekje wat in grote lijnen mij bevestigde in de ideeën die ik al had.

Eén ding wil ik nog wel toevoegen: het zijn allemaal ‘mooie’ theorieën die vaak ook filosofisch keurig sluitend kunnen zijn, dat neemt niet weg dat ik het lijden op deze wereld buiten proportie vind.
Heer, mag het alstublieft wat minder?

dinsdag 2 oktober 2012

Kunstgeschiedenis

Omdat ik van alles veel te weinig weet heb ik me samen met een vriendin ingeschreven bij een cursus ‘introductie kunstgeschiedenis’ via de Vrije Academie. De eerste twee avonden hebben we nu gehad en ik heb genoten. Het zijn lange preken van twee uur, maar dat is geen enkel probleem. Er zijn plaatjes bij. Mijn vader zei vroeger wel eens: ‘een mooie preek duurt nooit te lang’ waar ik dan zo mijn bedenkingen bij had maar nu hing ik aan de lippen van de docent. Heerlijk om weer eens door een geïnspireerd iemand informatie op te slobberen. De Griekse oudheid was het eerst aan de beurt. Helaas niets over de Perzische en Egyptische oudheid, die hier toch aan vooraf gingen. ( we zijn eens in Egypte geweest) Maar ja, onze cultuur heeft nu eenmaal haar wortels in de Griekse beschaving, zo zeggen geleerde heren.

Hoe ontwikkelt zich de kunst van het statische Cycladische ( links: 2600 – 1100 BC) naar het ‘bewegende’ Hellenistische (rechts: 400 – 150 BC) waarbij de ontdekking van het verwarmen en gieten van brons toch wel een belangrijke katalysator was. Dan zitten we al in de 5e eeuw BC.

Belangrijk om te onthouden is dat alle ‘kunst’ opdrachten zijn van belangrijke heerschappen. Praktisch niets wordt zomaar bedacht zoals nu, maar wordt in opdracht gefabriceerd. Vakmanschap, daar draait het om. Harmonie en perfectie zijn sleutelwoorden. We hebben het verschil gezien tussen de Dorische, Ionische en de Korintische orde.

De tweede avond draaide om de Etruskische en Romeinse kunst. De Etruskische loopt een beetje parallel aan de Archaïsche van de Grieken, (statisch met amandelogen en de archaïsche glimlach) maar zij zijn meer meester in het bouwen. Het eerste tongewelf, nu nog te vinden in Perugia is van hen. Hiermee zijn zij waardige voorlopers van de Romeinse bouwkunst die dit verder ontwikkelden. Mozaïeken zijn ook een blijvende herinnering aan lang vervlogen tijden. Wel leuk dat we nu in Italië aan aanbeland. Zelf zijn we een paar keer in Rome geweest (en Tivoli), zo komen allerlei bekende plaatjes weer eens langs zoals het Pantheon en het Colosseum. Jerash werd genoemd, de Romeinse stad in Noord Jordanië. Daar zijn we ook eens geweest. (onder het forum met Ionische zuilen)











Onder het bewind van de verschillende Romeinse keizers werd kunst een staatsaangelegenheid. De kunst werd aangewend om de keizer te verheerlijken. Kunst werd politiek. Grappig dat ze teruggrepen op de Griekse manier van beelden maken. Het contrapposto: let op de benen. Een pose die heel vaak terugkomt. Romeinen waren wel meer decent, ze maakten beelden met kleren aan. Links Doryphoros en rechts Augustus primaporta

donderdag 27 september 2012

Afval

Vandaag in de krant een berichtje: ‘Vrees voor botsing van ruimtestation op puin’ en het vervolgt:
‘Het internationaal ruimtestation ISS dreigt te botsen op brokstukken van een oude, Russische satelliet […] Het ongeluk kan de komende dagen al gebeuren.’
Andre Kuipers zat destijds ook even in een soort van reddingsboei vanwege rondvliegende brokstukken.
Vorig jaar is ruim 8000 kilo afval van de Mount Everest gehaald.

Dit soort berichten werken verschrikkelijk op mijn (wrange) lachspieren. Laten we eerlijk zijn. Het ruimtevaart gebeuren is net als de sport van het bergbeklimmen voornamelijk een mannenaangelegenheid. Je voelt ‘m al aankomen………….mannen ruimen doorgaans hun rommel niet op. Zo kan het gebeuren dat die rommel zich op een dag tegen je……………..…..dus tegen ons allen gaat keren.
En eigenlijk is dat geen prettig vooruitzicht. Ik denk ook even aan die grote berg plastic die ergens op de oceanen ronddrijft. Jasses!
Vriendelijk verzoek aan alle mannenbroeders: ruim je eigen rommel alsjeblieft op!!
Houd er rekening mee dat er soms geen vrouwen achter je aan komen om dat te doen.

satan

Ja, een blogje is eigenlijk teveel eer voor dat ‘gevaarte’. Ik puzzel echter al jaren op dit fenomeen. Toen ik voor mijzelf een theodicee schreef (in 2006; wat zijn computers toch geweldige uitvindingen) kwam ik er pas echt achter dat het allemaal niet zo eenvoudig ligt. Het verschil tussen Nieuwe en Oude Testament is wat dat betreft zo groot dat ik compleet in de war raakte.
De joden kennen satan slechts als tegenstander, die onder de controle van God valt. Zie Num. 22, het verhaal van Bileam, die op een gegeven moment een Engel van God als een satan (tegenstander) tegenover zich zag. Bij de volkstelling door David is er ook zoiets. ( 2 Sam 24:1 en 2 Kron 21:1) Vergelijk ook eens 1 Sam 16:23 met 1 Sam 18: 10.
In het Nieuwe Testament spreekt Jezus bestraffend tegen Petrus: ‘ga achter mij, satanas. (Mark 8: 33) In dat geval nam Petrus de verkeerde rol aan. De rol van Goddelijke tegenstander. Dat kan dan ieder mens overkomen.
Maar ook in datzelfde Nieuwe Testament spreekt Jezus via Johannes over de ‘overste der wereld’ in Joh 12, 14 en 16.
In het Oude Testament is ‘satan zijn’ een functie, in het Nieuwe testament lijkt hij een aparte entiteit. Zoroastrische beïnvloeding door de tijd in Babel? Hellenistische beïnvloeding? Ik weet het niet.
Dan heb je nog het verhaal van de val van satan. Hoe zit het nu?

Velen geloven dat de mens van God een vrije wil heeft gekregen en dat hij daardoor met behulp van dat slimme dier in zonde is gevallen. Had de mens die vrije wil niet dan zouden we robotten zijn geweest. Dat argument heeft voor mij altijd al aan alle kanten gerammeld. God had toch ook wel mensen kunnen scheppen met een ‘vrije’ wil zonder het kwaad? Dat is toch ook onze toekomstvisie? Waarom dan wel en eerder niet? (Ik geloof trouwens niet in een vrije wil, zie ander ander blogje ) De slang werd ook als een satan gebruikt. Maar hoe zit het dan weer in het boek Openbaringen?

Gelukkig zijn er dominees die naar deze dingen studie doen en boeken schrijven. Dr. A.H. van Veluw is er zo één. In 2010 heb ik me al door ‘Waar komt het kwaad vandaan’ heen geworsteld en nu zag ik in de boekwinkel een pas uitgegeven boekje van hem liggen met de titel: ‘De satan, een noodzakelijk kwaad’.
Die titel sprak mij enorm aan, want op deze manier ben ik langzamerhand ook gaan denken. Satan is noodzakelijk, maar waarom en wat is precies het doel?
Als God de Alpha en de Omega is, het Begin en het Einde, dan valt ook het kwaad binnen Zijn verantwoordelijkheid. Zo veel is mij wel duidelijk geworden. Hij heeft in mijn ogen die verantwoordelijkheid ook genomen door, voor ons zichtbaar, Zich te laten vernederen en op Golgotha een gruwelijke dood te sterven.
Maar God is Licht, in Hem is geen duisternis. (1 Joh 2: 5)
Ik denk, maar ik ben geen theoloog, dat God het kwaad heeft geschapen. Zie Jes. 45: 5-7. In deze tekst wordt i.v.m. ‘kwaad’ het woord ‘bara’ gebruikt, wat scheppen kan betekenen. (link)
Als God het kwaad heeft geschapen kan Hij het ook op een dag doen ophouden. Het is geen deel van Zijn wezen. Er is geen zoroastrisch dualisme. Geen Yin Yang gedoe.
Heel veel gelovigen neigen daar trouwens wel toe.
Pas hoorde ik nog een evangelist zeggen dat we het kwaad nodig hebben om duidelijker het verschil met het goede te kunnen zien. Maar dat rammelt ook. Kun je daarmee het kwaad goedpraten of een functie geven in zijn algemeenheid? Dan wordt het toch weer heidens dualisme.
Wat ook een vraag is: kun je kwaad en lijden op één lijn zetten of zijn het twee verschillende zaken? Ik denk het laatste, al kunnen ze ook samenvallen.
De filosoof Leibniz uit de 17e eeuw (1646-1716) maakt al een verschil in moreel kwaad en natuurlijk kwaad. Natuurlijk kwaad zijn de natuurrampen, zoals aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en tsunami’s.
Daarbij spreken we niet eens over ‘kwaad’ wanneer er geen mensenlevens bij betrokken zijn. Dat doen we pas wanneer er doden vallen. Voor mij heel opmerkelijk. In hoeverre het dan verstandig is om op de helling van een vulkaan te gaan wonen of 6 a 7 meter onder de zeespiegel……Tsja….dat laat ik maar even rusten.

Het morele kwaad is het kwaad wat mensen elkaar aandoen. Daar weten we ook wel genoeg voorbeelden van.
Dit onderscheid wordt nog steeds redelijk aangehouden. Al gaat het wel steeds meer problemen geven. Want als oerwouden door de inhalige mens worden omgehakt, veranderen ecosystemen en kunnen er overstromingen ontstaan. Er zijn dan geen boomwortels meer die het water vasthouden.
Door kernproeven kunnen onderzeese aardbevingen ontstaan, met tsunami’s als gevolg. In onze tijd wordt het verschil tussen moreel en natuurlijk kwaad daardoor steeds lastiger te beoordelen.
Ooit las ik ergens dat menselijk aantasten van de natuur als ‘onnatuurlijk’ kwaad wordt aangemerkt. Maar dat is nog geen algemeenheid.
Ook de paradox van Epicurus ((342-270 BC) is nog steeds actueel: Er bestaat kwaad, dus God is ofwel niet in staat, ofwel niet van plan het op te heffen;
Als God het kwaad niet kán opheffen is Hij niet almachtig;
Als Hij het niet wíl opheffen is Hij kwaadaardig.

Alvin Plantinga heeft de volgende, heel theoretische en filosofisch kloppende escape: "Een al -liefhebbend, almachtig, alwetend Wezen zou zo veel kwaad kunnen toestaan als Hij maar wil zonder Zijn bewering om al-liefhebbend te zijn ongedaan te maken, zo lang als er voor elke slechte toestand die Hij toelaat een groter goed bestaat dat hiermee samenhangt" ( ergens in God, Freedom and Evil).
Dus kwaad is geaccepteerd met als voorwaarde dat het een groter doel dient. En als er geen groter doel te ontwaren valt……………? Verzinnen we er dan maar één? ( cognitieve dissonantie?) Een soort overlevingsmechanisme?
Berkhof schrijft over het kwaad/lijden: "Waarom heeft God iets (voorlopig) gewild, dat Hij toch (uiteindelijk) niet wil? Het enige antwoord dat wij kunnen geven, is geen antwoord: blijkbaar is het nooit Gods bedoeling geweest om een wereld kant-en-klaar in het aanzijn te roepen. Hij wil kennelijk, dat zijn schepping een geschiedenis doormaakt van weerstand en worsteling, van lijden en strijden. Als dit de wil is van Hem die we als de heilige liefde hebben leren kennen, mogen we aannemen, dat eenmaal helder zal blijken dat alle geboortepijn en groeistuipen van deze wordende wereld niet opwegen tegen de heerlijke uitkomst" (Christelijk geloof p 171)
Daar kan ik mee leven.

Beide heren schrijven algemeen, maar ik vraag mij af of je dat kunt volhouden met betrekking tot dit onderwerp. Moeten we dit niet veel meer per individu bekijken?
Een belangrijk iets wat ik uit het vorige boek van van Veluw heb onthouden is: 'Het is niet objectief en vooraf te bepalen dat een bepaald lijden zin zal hebben. Dat is slechts subjectief en achteraf te bepalen en dan nog alleen door de personen die het lijden overkomt.' (p 434)
Dit alles borrelde op in mijn brein en heb ik weer eens nagezocht alleen al bij het zien van de titel.

Ik ben me ervan bewust dat ik over heel veel dingen heen wals. Heel veel van wat ik schrijf wordt veel uitgebreider behandeld in het boek ‘Waar komt het kwaad vandaan’. Nu moet ik ‘De satan een noodzakelijk kwaad’ nog gaan lezen.......
Enfin: op CIP is er een artikeltje over dit boekje geweest (link) en als je de reacties op dat artikel leest dan weet ik weer waarom ik mij randkerkelijk hou en toch maar liever zelf op onderzoek uitga. Alleen ene Martin Rozestraten uit die reacties gebruikt meer zijn hersens dan zijn onderbuik.

maandag 24 september 2012

Jubileumconcert

Op 24 november is daar ons 30 jarig jubileumconcert van het RSO in Ridderkerk. Ik maak vast wat reclame.
Er komt een zanger solist en onder andere gaan we deze Danzon no 2 van Arturo Márquez spelen:
link
Muziek waarbij je niet stil kunt blijven zitten. Heerlijk.
En onze eigen dirigent? Die is minstens zo inspirerend als Gustavo Dudamel.

donderdag 13 september 2012

Over de Jabbok

Toen ik het einde had bereikt
van mijn verdorvenheden,
stond God op uit het slijk,
en weende;
en ik stond naast Hem, ziende neder
op een verloren eeuwigheid.

En Hij zei: je had geen gelijk;
maar dat is nu voorbij, van heden
tot aan die andere eeuwigheid,
is het maar één schrede,


Gerrit Achterberg


Nog met het boek van Bering in mijn hoofd.......hoevelen zullen het horen: 'je had geen gelijk'? Allemaal?
Zo zijn er nog veel meer mooie gedichten over de 'overoever'.

Het Godsinstinct

Geschreven door Jesse Bering met als ondertitel: Waarom mensen geloven. Oorspronkelijke titel: The Belief Instinct. The Psychology of Souls, Destiny and the Meaning of Life. Bering is evolutionair psycholoog en atheïst en probeert een verklaring te vinden voor religie en het geloof in een hiernamaals. Ik las de Nederlandse vertaling uit 2011.
Hij stelt de volgende vragen: Is er echt een God die om ons geeft, zijn we hier echt om een bijzondere reden, leeft onze ziel voort als we overleden zijn? Of – het alternatief – zijn God, de ziel en het hiernamaals niet meer dan een stel cognitieve illusies? Het antwoord kun je al een beetje raden, maar hoe hij tot antwoorden komt is boeiend.

‘God kwam uit een ei.’ Een boek dat zo begint kun je als blasfemisch in een hoek smijten of je kunt, zoals ik, pas echt nieuwsgierig worden naar het vervolg. Het zet wel de toon van het boek. Het is toegankelijk en helder met veel aansprekende voorbeelden geschreven. Er staan veel noten achterin voor verdere studie of onderzoek. De vragen die hij stelt zijn levensvragen. Met als ultieme vraag waarom de zin-van-het-leven-vraag ons ondanks alle wetenschappelijke logica zo blijft verleiden. (p 58) Dat is een vraag die mij ook bezig houdt. Wanneer evolutie geen doel heeft en alles gebeurt volgens onbewuste natuurlijke processen hoe komt het dan dat wij, mensen ons bezig houden met een (levens)doel? Hoe zijn we dan in vredesnaam op het idee gekomen dat er een doel moet zijn? (intentioneel denken en teleofunctionaliteit)
Volgens Bering is het omdat in het evolutieproces onze overlevingskansen werden vergroot wanneer we ons moreel netjes gedroegen. Dat deden we wanneer we het idee hadden dat er Iemand met ons meekeek en ons uiteindelijk beoordeelde en zo nodig veroordeelde. Dat heeft zich als een cognitieve illusie in ons brein vastgezet door de ontwikkeling van onze Theory of Mind (ToM) Wij hebben de mogelijkheid, althans de meeste van ons, om in te schatten en te begrijpen wat andere mensen (ook God) weten, denken of voelen. (verbeeldingskracht) Dat het ook behoorlijk fout kan uitpakken is evident.
Toch is deze verklaring me te gemakkelijk. Opvallend voor mij was het onderzoek onder kleine kinderen die van nature in een hiernamaals geloven. (p 133). Gelovigen doen dat ook niet uit de ‘wens-vervullingstheorie’ zoals ik vaak van atheïsten hoorde. Deze verklaring schiet zelfs voor Bering tekort. (p 138) Helaas leiden de nu beschikbare resultaten van onderzoeken nog tot vraagtekens.
Gelovigen indoctrineren hun kinderen dus niet maar bevestigen, sturen en geven invulling aan dat geloven denk ik dan. Of die invulling juist is en klopt met de (bovennatuurlijke)werkelijkheid blijft ook een vraag voor mij.
Bering komt tot de conclusie dat de geest is wat hersenen doen. Houden bij de dood de hersenen op te bestaan, dan ook de geest. Dat is mij ook weer te gemakkelijk geconcludeerd. De geest is meer dan de hersenen zoals muziek meer is dan een regiment noten in een bepaalde volgorde.
Wanneer we geconfronteerd worden met onverwachte zaken of gedrag wordt onze ToM geprikkeld om daar betekenissen bij te zoeken. Dat leren kinderen al jong, zo na hun 6e jaar. Voorbeelden genoeg zoals een tsunami als een straf van God zien. Daarmee denken we dat we in Gods Hoofd kunnen kijken. Dat is terecht onzin. Bering vindt dat echter op andere gronden dan ik dat vind.
Ik ben niet zo’n betekeniszoeker; ben er ook niet mee opgevoed maar een aantal jaren geleden overleed een kennis aan een septische shock na een wespensteek. Hij heeft een week lang in coma gelegen en omdat er geen hersenactiviteit was hebben artsen en familie besloten om ‘de stekker’ eruit te halen. Op de begrafenis, op een mooie zomerse dag, die druk werd bezocht was het wel heel wonderlijk dat er geen vliegje, mugje of vlinder te bekennen was maar dat op een gegeven moment wel een wesp boven het open graf en over de hoofden van de belangstellenden danste. Tot nu toe weet ik dit niet te duiden maar blijft het haken in mijn brein. Bering zal het toeval noemen, maar dat geloof ik niet. Het was te toevallig.

Bering weidt ook een hoofdstuk aan de theodicee. Een theodicee probeert een logische verklaring te geven voor het feit dat God goed is en toch het kwade toelaat. Ooit heb ik ook een poging gedaan een theodicee te schrijven. Lastige materie. Gaandeweg ben ik gaan beseffen dat wat wij goed of fout vinden bij God zo niet hoeft te zijn. Het relativeert maar lost niet op.
In ieder geval heeft het zoeken van een verklaring te maken met causaal denken en ons idee van uniciteit in het universum. Dit is helaas nog te weinig onderzocht. (p 142) Grappig om dat gevoel van uniciteit beschreven te zien. Ooit hoorde ik wijlen Prinses Diana in een interview zeggen dat zij van kinds af aan al het gevoel had dat zij bijzonder was. Inwendig moest ik grinniken en dacht bij mij zelf: Ja ja, jij kunt dat mooi zeggen, het is uitgekomen maar elke mier in deze mierenhoop die aarde heet, denkt hetzelfde van zichzelf.
Volgens Bering denken we daarom dat er nare dingen zijn die ons speciaal overkomen en dat we dan ook een verantwoordelijke zoeken in God, die dan verrassend dichtbij is. God als stoplap.
Daar ben ik het natuurlijk niet mee eens. God is er voor mij niet alleen in narigheid, juist ook in tijden van geluk en voorspoed. Dat ziet Bering even over het hoofd. Al is het wel weer zo dat in gelovige kringen die uniciteit wordt benadrukt. Je bent uniek, God heeft een plan met jouw leven enz. Ik moet dat plan nog steeds ontdekken………....misschien is dat plan voor mij juist wel om een kleine grijze mier te zijn aan de rand van die grote hoop. *grinnik*

Allerlei verklaringen die soms heel logisch klinken brengen Bering tot de conclusie dat God een illusie is en een onlosmakelijk deel van ons cognitieve brein is geworden door de ontwikkeling van de ToM. Wie definitief van Hem verlost wil worden "heeft een neurochirurg nodig". Die illusies van God en een hiernamaals hebben hun doel gehad in het verleden maar zijn nu niet meer nodig. Helaas zijn die illusies niet uit te roeien.
Dat God op deze manier misschien wel eens zou kunnen werken, zoals ook Alvin Plantinga (noot 39) denkt vindt Bering ‘gênant wanhopig’. (p 203)
Maar ja, dat zegt mij dan weer niets.
Er blijven nog veel vragen over en nog lang niet alles van het brein is goed onderzocht. Dus om tot harde conclusies te komen is het volgens mij nog veel te vroeg en dan nog vraag ik me net als Bering af of je God/religie kunt gaan buitensluiten.
Lezendeweg realiseerde ik me wel hoe weinig sommige mensen van de Bijbelse boodschap begrijpen áls ze er al kennis van genomen hebben.
Ik begrijp dat Bering in algemeenheden over religies schrijft, maar wat hij op p 200 beweert gaat juist voor het christendom niet op.
“Bedenk ook dat zolang groepsleden werkelijke geloven dat andermans tegenslagen worden veroorzaakt door zijn of haar zonden, deze misvatting genoeg angst aanjaagt om de rest van de groep op het rechte pad te houden.”

Men leze psalm 103.

woensdag 5 september 2012

Ark van Noach/Johan

Johan Huibers, de arkbouwer wil een musical gaan maken van het verhaal van Noach.
Inclusief het water met golven. De vraag is of de gemeente Dordrecht akkoord gaat met een evenementenhal naast de ark. Dit las ik op CIP. Het zal me niet verbazen als het hem nog gaat lukken ook.
Zelf ben ik niet (meer) zo van de letterlijkheid van die verhalen, maar Johan wel. Hij ondersteunde ook het initiatief tot de omstreden flyer: ‘evolutie of creatie: wat geloof jij?’
Let op het woordje ‘of’. Er zijn kennelijk slechts twee mogelijkheden, zo is in ondoorgrondelijke wijsheid besloten door de initiatiefnemers. De gevolgen van je keus zijn voor dit type mensen ook helder en duidelijk: je bent geen christen als je de ‘verkeerde’ keus maakt. Dat is mij op een reformatorisch forum ‘liefdevol’ ingewreven.
De ark is exact nagebouwd zoals het in de Bijbel is aangegeven. Om aan te tonen dat je gewoon alles letterlijk kunt lezen en geloven. Alle dieren kunnen er gemakkelijk in, er blijft nog ruimte over. Er is nu ook een conferentiezaal, je kunt er bruiloften, partijen en bedrijfsuitjes laten organiseren De entreeprijzen kun je op het net vinden en Huibers heeft ook nog een boek geschreven.
Nee, die Noach legt zeker onze Johan geen windeieren. Misschien kan hij met Joop e.e.a. overleggen in die prachtige ambiance.

Er is echter nog een aspect wat Johan niet zo letterlijk heeft genomen. Dat is het aantal bedden op de ark. In een artikel las ik dat er meer bedden in de ark staan dan het aantal van acht wat nodig was voor Noach, zijn vrouw, zijn zonen en schoondochters. De betekenis is prachtig. Er is nog plaats bij Christus, de ark van ons behoud.
Voor jou en voor mij en voor nog veel meer mensen.
Ik vond het echt een hele mooie gedachte.
Maar eigenlijk ook wel grappig: zou Johan nu beseffen dat wanneer je de letterlijkheid loslaat, het eigenlijk veel mooier en diepzinniger wordt?
Of zouden er nu mensen zijn die boos weglopen omdat het niet letterlijk zo in de Bijbel staat en Johan er maar zijn ‘eigen’ draai aan geeft? Ik denk het niet.
Wanneer je de diepere lagen ontdekt in al die verhalen ( en ik zie ze niet allemaal, het blijft studeren) dan doet die letterlijkheid er niet meer zo toe. Dan behoef je die niet meer met hand en tand te verdedigen.
Hoe kan ik die letterknechten ervan overtuigen dat God dan alleen maar groter, wijzer, machtiger en eerbiedwaardiger wordt?

donderdag 30 augustus 2012

Journaille

Om eerlijk te zijn heb ik ooit één keer op de SGP gestemd. Dat was voor de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam. Heel lang geleden. Het was toen ook een strategische stem omdat ik vond dat het SGP geluid ook in het Sodom en Gomorra van Zuid-Holland gehoord moest blijven worden. Maar vanwege hun abominabele vrouwenstandpunt heb ik het verder nooit gedaan.
Dinsdagavond heb ik vol ongeloof en verbijstering naar Knevel en van den Brink zitten kijken die met Catherine Keyl, een Belgische, kerkrechtdeskundige hoogleraar en Alexander Pechthold, Kees van der Staaij van de SGP te grazen namen.
Kees had uitspraken gedaan over verkrachtingen en abortus. En die vielen nogal verkeerd bij de dame en heren aan tafel. Dit vijftal had kennelijk niet eens de moeite genomen om de gesprekken waarin deze uitspraken waren gedaan nog eens goed na te luisteren, nee de opmerkingen associeerden ze meteen met een Amerikaan die ook van dit type uitspraken had gedaan en zich inmiddels heeft teruggetrokken uit de Amerikaanse politiek.

Deze Amerikaan, Todd Akin had beweerd dat vrouwen een mechanisme hebben waardoor ze bij verkrachtingen minder ‘vatbaar’ zouden zijn voor een zwangerschap. “It seems to me first of all, from what I understand from doctors, that’s really rare. If it’s a legitimate rape, the female body has ways to try to shut that whole thing down.” Let ook op ‘legitime rape’……..een contradictio in terminis. Legitieme verkrachtingen bestaan niet.
Voor zover ik heb kunnen nagaan is dit niet uit een verband gerukt.
De opmerking van van der Staaij was echter dat na verkrachtingen, een klein aantal zwangerschappen optreden (6,9 % feitelijk aantoonbaar) en dat die problematiek natuurlijk vreselijk is. Zoek de verschillen. Het kan niet moeilijk zijn. Dat is voor veel mensen echter teveel gevraagd want zij zaten, zo denk ik, met de opmerkingen van Akin in het achterhoofd te luisteren. Te beginnen met Frits Wester die deze Amerikaan noemde. Uit de krant begreep ik dat Kees vakantie had gehad en dit item had gemist. Anders was hij vast alerter geweest. Eigenlijk best fascinerend om dan te zien wanneer mensen niet onbevangen luisteren maar met een vaststaand idee in hun hoofd. Net zo (negatief) fascinerend waren de lichaamstaal en mimiek van Keyl en Pechthold.
Toen bedacht de Belgische hoogleraar nog een leuke vraag tussendoor: wat is erger, een verkrachting of een abortus. Zou ie zelf in de gaten hebben dat het een onmogelijke keuze was voor Kees en voor iedereen die opkomt voor het zwakke in de samenleving?
Enfin, Kees heeft zijn woorden, ondanks het aandringen van Knevel, terecht niet teruggenomen maar in het RD wat uitgebreider genuanceerd en heeft nu politiebewaking vanwege het hoge tolerantielevel in dit land.

Via CIP onderschepte ik een tweet van Knevel: 29-08 om 17.36: Zit me de hele dag ( en deel van de nacht) af te vragen of ik het gesprek met @keesvdstaaij wel helemaal goed heb gedaan. Kon beter. 6 minutes ago • reply • retweet • favorite

Ja Knevel, dat kon zeker beter…….. stukken beter. Nog even en we kunnen jullie ook gewoon Pauw en Witteman noemen. Geen verschil meer.
Hoe zat het ook alweer met dat ‘gij , geheel anders.......’?