Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 29 december 2016

Het kwaad


of het drama van de vrijheid (Duitse ondertitel)
Geschreven door Rüdiger Safranski in 1997. Ik las een Nederlandse vertaling uit 2011.

Als filosoof schreef hij meer over personen dan over begrippen. Ik kwam hem op het spoor doordat hij genoemd werd in het boek ‘waar komt het kwaad vandaan’ van Dr. A.H. van Veluw (voornamelijk p. 117 - 126) en omdat er tijdens mijn colleges filosofie over werd gesproken.
Deze filosoof is gemakkelijker te volgen. (de materie niet)
Misschien moet ik me ook eens wagen aan zijn biografieën over Heidegger en Nietzsche.
Hoewel ik geen idee heb van zijn al dan niet religieuze status schrijft hij heel leerzame dingen over de geschiedenissen in de Bijbel.
Hij belicht de verhalen van een andere kant en dat geeft eye-openers die ik eens nader wil onderzoeken. Later.
Fascinerend is wel dat zowel Hannah Arendt als Safranski, als atheisten/ agnosten teruggrijpen op de Bijbel. Kennelijk is het één en ander in dit ondermaanse mét de Bijbelse verhalen beter te verklaren dan zonder.
Waarom snapt de rest van de a(nti)theïstische mensheid dan niet hoe waardevol die verhalen zijn?

In ieder geval: hij probeert lijnen te trekken door de geschiedenis heen om het kwaad in de wereld te verklaren.
Nee, meer begrijpelijk te maken, inzicht te geven. Hoe werd er over gedacht door de eeuwen heen door grote filosofen, leiders en schrijvers. ( ik kwam o.a. Cees Nooteboom tegen)
Waar komt het vandaan, moeten we het maar accepteren? Komt het uit onszelf of is het een strijd tussen goede en kwade machten met de mensheid als inzet?
Safranski bespreekt vooral het ‘morele kwaad’. Het kwaad dat mensen elkaar aandoen.
Natuurlijk kwaad wordt alleen kwaad genoemd wanneer er mensen bij betrokken zijn. Raar is dat.
Een onbewoond eilandje wat door een tsunami verdwijnt: het haalt de voorpagina’s niet. Niemand die zich druk maakt behalve misschien iemand van Greenpeace. En dan nog alleen wanneer het op langere termijn bedreigend zou zijn voor de mens.
Bewijst wel datgene wat wij kwaad noemen en de mens met elkaar te maken hebben.
Het hoort bij de vrijheid van de mens. ‘Het drama van de vrijheid’.
Hij is voorstander van de vrije wil.

Safranski begint in het oude Egypte, de Griekse en Joodse/ Bijbels wereld en vervolgens de westerse denkwereld. Alle grote namen worden besproken: Augustinus, Leibnitz, Schelling, Schopenhauer, Hobbes, Hegel, Kant, Rousseau, de Sade, Nietzsche, de existentialisten, Freud en Hitler.
Ja, er bestaat kwaad om het kwaad. De diepste duisternis. Ik hoef maar aan Omran te denken.
Al zal degenen die erop worden bevraagd er wel een reden aan weten te geven denk ik zo.
Hij betrekt ook de kunst erbij omdat religie en kunst beiden producten zijn van de verbeeldingskracht. (of religie echt enkel een product is van de kracht van de verbeelding laat ik even rusten)
‘Het romantische geloof in kunst (van ná de Renaissance) wil het onmogelijke. Het wil met raffinement terug naar de naïviteit, met als resultaat dat de plaats van de oude substanties, het spiegelkabinet van de verdubbelingenzijn intrede doet: het gevoel van het gevoel, het geloof in het geloof, de gedachte aan de gedachte. Iedere emotionele opwelling beziet zichzelf’.
Dat is ook iets waarvan we tijdens onze zoektocht naar kunst in onze kerken ons zeer bewust waren en wat ons bezighield.
Ook kunst is vatbaar voor de dreiging die uitgaat van het niets van de zinloosheid.’
Hij schrijft heel veel zinnige dingen die het waard zijn om te overdenken.

Aan het einde van het boek, in de coda, stelt Safranski de vraag of ‘we niet allang machteloos vast zitten in een lawine die onstuitbaar het dal in dendert.’
Ik denk van wel. We zijn echt niet ‘vrij’.
Na de ‘dood van God’ is het de beurt aan de mens. Juist door zijn logica. Misschien niet in natuurlijke zin maar dan toch geestelijk.
Toen ik ooit op een Intensive Care werkte en over een bed hing met een (slapende) patiënt om allerhande apparatuur aan te sluiten, had ik een gesprekje met een chirurg. Hoe mooi al die technieken toch waren. Levensreddend.
“We moeten wel zorgen dat we de techniek de baas blijven” zei hij. “Wanneer de techniek over ons gaat heersen....daar wil ik liever niet aan denken”.
Inmiddels gaan we aardig die richting uit. En wie is zich daarvan bewust?
Zou dat ook de vaak onredelijke ‘angst’ of afkeer verklaren van veel mensen voor DE wetenschap? Hoe meer ik daarover nadenk hoe logischer dat weer wordt. Maar kun je de rollercoaster waar we inzitten vertragen of stilzetten door tegen de wetenschap te (blijven) ageren? Lijkt mij niet.
Geloven is niet logisch en veroorzaakt daardoor een breuk met het ‘werelds’ denken.
Het is wel levensreddend.



woensdag 28 december 2016

Omran


Dit is Omran Daqneesh
Via de krant kon ik zijn naam achterhalen.
Pas geleden zag ik het filmfragment op de tv. Mijn hart verkrampte.

Een ventje zoals mijn kleinzoon, verdwaasd op een stoel gezet in de ambulance. Zijn linker oogje half dicht. Er liep bloed lang zijn hoofd en dat kriebelde. Hij veegde er langs en ontdekte dat het nat was en kleefde aan zijn handje.
Hij keek er naar en probeerde toen wanhopig om het aan de stoel waar hij op zat af te vegen.
Hij wist kennelijk dat het niet in de haak was.

Een beeld van een oorlog. Op 17 augustus opgenomen. In Amerika werd het via de New York Times toen al een symbool van het lijden in Aleppo.
Ik krijg het kereltje niet meer van mijn netvlies af.

Peter Grimes


Een kers op de taart van de week Wenen was wel de opera Peter Grimes van Benjamin Britten.
Het was zijn tweede opera en is voor het eerst uitgevoerd in 1945.

De Weense Staatsopera heeft het beroemdste operaorkest ter wereld en is een repertoiretheater.
Dat betekent dat er elke dag iets anders te zien en te horen is. Zo werd het ons verteld door de gids in het Musikverein. (van het jaarlijks uitgezonden concert op 1 januari)
Decors moeten snel omgebouwd worden.
Daar zit ook een klein beetje mijn probleem. Peter Grimes speelt zich af in Suffolk in het midden van de 19e eeuw. De decors zijn en blijven echter heel modern minimalistisch. Dat begrijp ik dan wel weer als Britten zit ingeklemd tussen het ballet Raymonda van Petipa en Glazunov op donderdagvond en ‘de barbier van Sevilla’ van Rossini op dinsdagavond.
Mooiere decors kunnen er zijn wanneer een opera een paar weken op dezelfde locatie wordt uitgevoerd.

Ondanks dat ik niet zo hou van klassiek geschoolde stemmen sleepte het verhaal mij toch mee.
Het was goed te volgen omdat bij elke plaats een opklapbaar systeempje zit waarop de tekst te volgen is in het Engels of in het Duits.

In grote lijnen het verhaal: Een ruwe visser, Peter Grimes, wordt het slachtoffer van roddel en achterklap en ziet daardoor maar één uitweg. Alleen Ellen, een schooljuffrouw blijft in hem geloven.
Wanneer aan het eind van de laatste akte de kustwacht van het dorp gewag maakt van een schip in nood wordt er gereageerd met: ach, weer zo’n gerucht.
Waarom beginnen oude tantetjes eigenlijk altijd met roddels?
Het orkest was schitterend.
Dirigent: Graeme Jenkins


dinsdag 27 december 2016

Willen en Nillen


Weer eens een uitstapje naar de ‘vrije wil’ waarin ik niet geloof.

Waarom? Omdat het in onze kringen veel gebruikte ‘robottenargument’ steeds maar achter in mijn geest blijft hangen terwijl ik al jaren meer voel dan onder woorden kan brengen dat het niet helemaal klopt.
Het robotten argument; wat bedoel ik daarmee?
Ik maak even gebruik van het boek: ‘Brieven van en scepticus’ van Gregory Boyd uit 2001. Een briefwisseling tussen ongelovige vader en gelovige zoon waarbij de zoon antwoord op de vraag van de vader waarom er zoveel leed in de wereld is en dan komt die ‘vrije wil’ in beeld.
Hij schrijft op p. 22:
‘Het lijkt mij pa, dat áls God zijn schepselen een vrije wil geeft, Hij ook ruimte moet laten voor de mogelijkheid dat ze misbruik maken van die vrijheid, zelfs als dat betekent dat anderen pijn gedaan worden. [….] God heeft dit zo gemaakt, omdat het alternatief zou zijn een ras van robots die niet werkelijk kunnen liefhebben – maar zulke robots zijn de moeite van het scheppen nauwelijks waard.’ [….] God schept vrije mensen die kunnen doen wat ze willen, en geen voorgeprogrammeerde instrumenten die uiteindelijk doen wat Hem behaagt'.

De vraag die dan opborrelt bij mij is: Natuurlijk had de almachtige God mensen kunnen scheppen die in vrijheid Hem zouden kunnen liefhebben en hoe zit het trouwens dan in het hiernamaals, wanneer we alleen maar goed kunnen zijn/doen? Zijn wij dan veranderd in robots? Natuurlijk niet.....hoop ik.
Is God een robot omdat Hij alleen maar goed kan doen/zijn?
En waarom besluiten wij dat we anders robots zouden zijn? Voorgeprogrammeerde mensen.

Wij zijn geschapen ‘in the image of God’, naar Gods beeld en gelijkenis. De betekenis die hieraan gegeven wordt is dat we zonder zonden zijn geschapen. Dat is zo maar....
Moest God deze kosmos scheppen? Nee, dat hoefde Hij niet.
Hij kon willen maar ook nillen. Een actief niet-willen.
Dank aan Hannah Arendt voor dit woord. Het betekent een ‘tegenwil’ wat iets anders is dan ‘ik wil niet’ want dat kan begrepen worden als een ontbreken van de wil of als de wil om de wil op te geven. Ja, ik heb geleerd dat ‘de wil’ best wel complex in elkaar steekt.
Een praktisch voorbeeld wat ooit in mijn eigen leven speelde: Zullen we deze kerk verlaten en naar een andere omzien of niet. We hebben actief besloten om dat niet te doen. Niet te willen. Dat is nillen.
Dat hoeft niet fout of ‘duisternis’ te zijn.

Zo kunnen wij willen en nillen juist omdát we naar Gods beeld zijn geschapen. Willen kan goed handelen tot gevolg hebben maar nillen kan dat ook. Alle tijd dat God de kosmos ‘nilde’ , nog niet wilde, was dat niet verkeerd.
Toch besloot Hij ‘op een dag’ om een wereld in aanzijn te roepen. Hij hoefde dat niet te doen.
De schepping is dus contingent. De grond van de beslissing om toch te scheppen ligt in de liefde.
Waarom heeft Hij dat zo besloten? Dat gedoe, die constructie met die schepping, val en verlossing. Ook daarvan moeten we de reden zoeken in de liefde. Ik zou het niet anders weten.
Alzo lief had God Zijn wereld....dat speldenpuntje in het immense heelal.
Dat liefhebben deed Hij allang voor de zondenval.

Wilde God voor Zich een volk verzamelen dat Hem eindeloos zou aanbidden of prijzen? Zo is mij dat wel geleerd. Misschien is dat ook zo.
Maar wanneer ik de schepping van de mens erbij betrek:
misschien wilde Hij ook wel een waardige ‘tegenover’. Een volk wat kan willen en nillen.
Mensen die eindeloos kunnen nillen tegenover alles wat niet in de haak is. Dan verander je echt niet in een robot. Dan zijn we als God. Naar het beeld van Jezus. (Rom. 8:29)

Opgelost? Mmmmm, nee, het wordt eigenlijk steeds onbegrijpelijker.


09-01-17
Na nog weer eens te hebben nagedacht valt het bovenstaande verhaal eigenlijk kort samen te vatten.
Wij zijn geschapen naar Gods beeld en dat roept grote verantwoordelijkheden op.
Daar moet de focus misschien veel meer op komen te liggen.

zaterdag 24 december 2016

Winters Wenen


Heel stiekem had ik het gehoopt. Dat er sneeuw zou liggen tijdens onze midweek Wenen. Het zag er niet naar uit volgens de Nederlandse weerberichten.
Tot mijn verbazing begon het echter dinsdagmorgen te sneeuwen en veranderde de muziekstad in een prachtig kerstsprookje.
We bleven plaatjes schieten. Elke wijk heeft zijn eigen kerstmarkt en eigen gezelligheid die s ‘avonds met lichtjes aan steeds sfeervoller wordt.















De meeste punten van mijn ‘bucket list’ zijn behaald.
Dat is niet zo moeilijk; je loopt gewoon een paar Japanners achterna en je komt vanzelf bij alle bezienswaardigheden.
Bijvoorbeeld de Weense Staatsopera, het Musikverein van het jaarlijkse nieuwjaarsconcert, het Prater, de Stephansdom en Schloss Schönbrunn met zijn palmhuis en de Hofburg, ‘de kus’ van Gustav Klimt in het Belvedère en nog wat andere schilderijen.
Door het prachtige winterse weer hebben we behalve het Belvedère de meeste tijd buiten doorgebracht dus er staan voor een eventuele volgende keer nog genoeg ‘binnenaangelegenheden’ op het programma.

vrijdag 23 december 2016

Achtste


Veertien december speelde het Rotterdams Philharmonisch Orkest de achtste symfonie van Beethoven met Yannick Nézet-Séguin op de bok. Het was een gratis lunchconcert en ik heb die Doelenzaal nog nooit zo vol zien zitten bij een lunchconcert.
Eén keer heb ik hem afgeladen gezien. Dat was bij een pianoconcert van Rachmaninov met Lang Lang in de hoofdrol achter de vleugel. Hij was toen nog niet zo bekend.

Muziekuitvoeringen beoordelen en muzikanten analyseren kan ik niet. Genieten des te meer. Af en toe met kippenvel van kruin tot tenen en soms mijn adem inhoudend. Daar krijg ik het dan wel benauwd van.
Yannick had een andere opstelling dat ik gewend ben: de contrabassen links vanaf mijn plaats gezien, daarvoor de eerste violen. Daarnaast de cello’s, altviolen en weer vooraan rechts de tweede violen.
De blazers zitten vertrouwd verdeeld over de achterste rijen.
Heel plezierig, zo’n half uurtje tussendoor.


maandag 19 december 2016

Grootheid


De religie is zo iets groots, dat degenen die, wanneer ze onduidelijk is, niet de moeite willen nemen er naar te zoeken, er terecht van verstoken blijven. En als zij van dien aard is dat degene die haar zoekt haar ook kan vinden, wat klaagt men dan? (11e serie nr. 472)

Blaise Pascal (1623 - 1662)
Franse wis- en natuurkundige, theoloog en filosoof

maandag 12 december 2016

Contrapunt


Geschreven door Anna Enquist in 2008. Dit was een digitale editie naar de tweede druk.
Eerder las ik van haar ‘het Meesterstuk’, ‘het Geheim’ en ‘de Thuiskomst’. Ook staan haar ‘Alle gedichten’ op mijn boekenplank.
Waarom ik dit boek nu pas heb gelezen weet ik niet.
Misschien omdat ze een wat zwaarmoedige schrijfster is.
Misschien omdat ik ergens gelezen had dat dit een ‘verwerkingsboek’ is over haar - op zesentwintig jarige leeftijd - verongelukte dochter.
In ieder geval: ik heb het gelezen en was onder de indruk.





Het is een prachtig gecomponeerd requiem in boekvorm wat voor mij ver uitstijgt boven bijvoorbeeld ‘Tonio’ van A.F.Th. van der Heijden.
Maar wanneer je niet veel van muziek weet ontgaat je teveel, denk ik.
Zoals: ‘Ze studeerde uit de Peterseditie…’
Voor mij waren dat vroeger de ‘echte’ muziekboeken. Wanneer je daaruit speelde dán betekende je pas iets.
En: ‘Een andere uitgave had haar meteen doen stuntelen en misslaan, verward gemaakt en gedesoriënteerd.’
Ook zo ontzettend herkenbaar. En het zwoegen op muziekstukken. De hekel aan fuga’s. ‘Teveel cerebraal, te zeer bedacht.’
De sfeer om blokfluitjes waar ik ook op ben begonnen net als mijn kinderen.
Zo kan ik wel even doorgaan wat muziek betreft al is Enquist beduidend gevoeliger dan ik. Ook wat moeder betreft was er genoeg herkenning: de manier om met de oudste om te gaan wanneer de tweede is geboren. En bij mij nog eens de derde en de vierde.
De angst om kinderen kwijt te raken; de behoefte om hen voor ‘foute keuzes’ te beschermen terwijl je weet dat dát juist verkeerd is.
Het blijven zitten bij de aftiteling van een film uit respect voor alle mensen die hebben meegewerkt en voor de muziek.
Het boek zal trouwens binnenkort wel verboden worden want ergens schrijft ze over ‘Zwarte Pieten’ ...... / sarcasm.

Anna is psychoanalytica en heeft conservatorium piano gedaan. Bijvak cello.
‘De vrouw had zich verdiept in de neurochemie van het trauma. Wat zich in het leven voordeed als een ramp, luidde in de hersenen een bombardement in dat geheugencircuits, synapsen en verbindingen voorgoed vernielde. Een catastrofe luxueerde een cortisolwaterval die een destructie zonder weerga teweegbracht. [….] Wat kon je doen? Wat moest je beginnen om de losgeraakte verbindingen te herstellen? Was het mogelijk om enige orde in de aangerichte chaos te bewerkstelligen?
Spelen. Pianospelen hielp. Door het moeizame, zo oplettend mogelijke, repetitieve studeren weefde de gewonde pianist geduldig aan de verbinding tussen beide hersenhelften.’

De vrouw studeert (opnieuw) op de Goldbergvariaties van Bach. Ook hij verloor een kind van vierentwintig jaar oud in 1739 en schreef daarna deze variaties in 1740. ‘Ter verstrooiing van het gemoed’. Anna legt een verband.
Elke variatie levert speelproblemen op maar ook herinneringen aan vooral haar dochter en een beetje man en zoon. Die herinneringen zijn, in tegenstelling tot de variaties, niet chronologisch.
Het 'de vrouw' en 'de dochter' creëert een afstand. Een stijl die door andere schrijvers is nagevolgd. Ik weet ook niet of zij echt de eerste was.
Een muzikaal kritiekpunt: een piano kun je niet ‘schrijnend’ laten spelen. Het blijven hamertjes die tegen snaren slaan. Een viool of cello kan dat wel. Maar later komt ze daar inderdaad op terug.
Een literair kritiekpuntje: het werkwoord ‘kannen’ i.p.v. ’kunnen’ heeft ook bij Enquist haar intrede gedaan. Dat is jammer.

Contrapunt: een verband tussen twee of meer (onafhankelijke) stemmen. Noot tegen noot; binnen de twee notenbalken ieder met hun eigen complexiteit. Op de coverfoto: hand tegen hand.
Maar ook de vrouw tegen Bach, de muziek tegen de literatuur, het leven tegen de dood.



Nu lijkt het of ik ook een Bach-fan ben maar dat is niet zo. Dit waren verplichte nummers uit mijn orgellesperiode. Mijn voorliefde voor componisten ligt meer in de impressionistische periode.
Voor Bach ben ik nog niet genoeg ontwikkeld om hem echt op waarde te schatten.

vrijdag 9 december 2016

Peter van Straaten


Peter van Straaten is overleden. 81 jaar oud. Een begaafd denker/tekenaar ook al kreeg ik vaak kromme tenen.
Bij mij heeft jarenlang een tekening op het prikbord gehangen. Uit de krant geknipt. Omdat ik het zo’n raak, veelzeggend prentje vond en nog steeds vind.

Voor degenen die het moeilijk kunnen lezen, onder de tekening staat: "Zal ik boven komen of ben je ongesteld?"


donderdag 8 december 2016

Willen V


Tot slot komt Hannah tot de conclusie dat er geen filosofen zijn die de wil kritisch hebben onderzocht. Filosofen zijn geen mannen van de daad om de wereld te veranderen maar zijn mannen van de interpretatie.
Hannah verlegt de aandacht naar de politieke vrijheid: naar de mannen van de daad.
Het verbaasde mij. Oké, ze is een politiek denkster.
Maar waarom doet ze dat terwijl ze zo kritisch is op de mannen die daar niet goed over hebben nagedacht. Het was toch een uitgelezen kans om dat dan zelf béter aan te pakken.

Enfin: volgens Montesquieu bestaat de filosofische vrijheid uit het uitoefenen van onze wil en de politieke vrijheid bestaat uit de overtuiging veilig te zijn. Maar die filosofische vrijheid is alleen goed voor kluizenaars.
Politieke vrijheid kan alleen bestaan in de macht om te doen wat we zouden willen. En daar valt het woord macht.
Die vrijheid valt samen met het ‘ik kan’ en niet met het ‘ik wil’. Alleen die vrijheid valt samen met de menselijke pluraliteit. Een ‘Wij-sfeer’.
Het handelen in deze gemeenschappelijke wereld staat tegenover het denken.

In de laatste paragraaf gaat Hannah uitgebreid in op de bres of hiaat (in onze tijd het ‘vacuüm’ genoemd?) wat ontstaat bij het stichten van een nieuw begin van een staat. Eerst de bevrijding van het oude maar dan moet het nieuwe worden vormgegeven. Hoe is dat in de geschiedenis gegaan?
Terug vallend op de Hebreeuwse ervaring of de Romeinse?
Hannah ziet tot haar verbazing dat 'de mannen van de daad' terug vallen op de Romeinse ervaringen. Niets iets totaal nieuws starten zoals de Hebreeën maar terug vallen op al bestaande wetten en regels.
‘altijd herstichtingen en wederoprichtingen, en geen absoluut begin’ (p264) ‘De kunstgreep bestond erin het nieuwe te begrijpen als een verbeterde heruitgave van het oude.’ (p 267)
Voor Hannah is vrijheid het vermogen een nieuw begin te maken. Alleen door geboorte is er sprake van een echt nieuw begin; is de mens zelfs gedoemd om vrij te zijn. (p 268)
En zoals Augustinus al betoogde:
‘Om een begin mogelijk te maken is de mens geschapen, terwijl er voordien niemand was.’
Zo herbergt ieder mens een nieuw begin in zich.


Resumerend en al terugbladerend zie ik alweer zoveel onderstreepte en notitiewaardige dingen dat het me alweer duizelt. Toch een poging :

Bij de oude Grieken was de wil als concept niet bekend.
Bij Paulus, als Hebreeër - maar wel behoorlijk Grieks beïnvloed - behoorde de wil binnen de ervaringen van de mens. Eigenlijk twee willen/wetten die met elkaar in conflict zijn. De wil/wet van God en de wil/wet van de (menselijke)natuur.
De Goddelijke genade kan die gespletenheid herstellen.
Volgens Augustinus ligt het probleem van die twee ‘willen’ in het wilsvermogen zelf. Die ene wil kan voor het goede maar ook voor het kwade kiezen. ‘het probleem was niet de tweeledige natuur van de mens [… ] het probleem moest in het wilsvermogen zelf gezocht worden.’ (p 121)
Augustinus denkt lineair en richt zich daardoor op de toekomst en het handelen. Alleen Nietzsche is wat betreft dat lineair denken een buitenbeentje. Hij experimenteert weer met cyclisch denken.
De conflicterende ‘willen’ worden bij Augustinus geheeld door de liefde.
Voor Thomas van Aquino en Duns Scotus staat de verhouding tussen de wil en het verstand op het spel. Thomas vindt het verstand het meest edele vermogen: ‘het uiteindelijke geluk van de mens is in essentie het kennen van God door het verstand’. (p 156)
En voor Duns Scotus is het de wil in de menselijke geest die in staat is zijn eigen beperkingen en daardoor zichzelf te overstijgen. De wil is dan het hoogste vermogen van de mens.
Bijvoorbeeld door te geloven in een oneindig Wezen en dat God noemt.
Dat hoogste vermogen kan instemmen of juist niet en is de oorzaak van een wilsbesluit en is dus contingent.
De liefde is voor Duns Scotus een ervaringsgrond waarin het vermogen van de wil omgevormd wordt tot zuivere activiteit (p. 183)
Vandaar dat hij Hannah zo aanspreekt denk ik. Ze is meer van het ‘doen’. De mogelijkheid van spontaniteit wat haar zo geprezen pluraliteit kenmerkt.

Kant is de filosoof die wat betreft de vrijheid denkt zoals Duns Scotus. Hannah gaat maar heel summier in op Kant. Ik denk dat hij in haar volgende boek 'Urteilskraft' een grotere plaats zou hebben gekregen. Dat is er door haar overlijden niet van gekomen.
Mogelijk verklaart dat ook die hele laatste paragraaf met het verleggen van de aandacht naar de
politieke vrijheid.

We zullen het nooit weten.

19-12-2016
Bij een uitgeverij een schrijven over een derde boek van Hannah.
Het bestaat uit eerder uitgeschreven colleges over het onderwerp 'Oordelen'.
Misschien wel interessant.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat dhr. Lagendijk allemaal vertelt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.


dinsdag 6 december 2016

Willen IV


Conclusies

Even terugkomend op de contingentie van Duns Scotus. Ik merk dat contingentie vaak met toevalligheid wordt vertaald. Voor mij is contingentie iets anders dan toevalligheid.
Toeval is voor mij iets wat totaal onverwacht uit de lucht komt vallen. Contingentie heeft te maken met een (wils)act die ook heel gefundeerd anders zou kunnen.
Tijdens de les kwam Duns Scotus nog even langs omdat voor hem er altijd dingen blijven die onherleidbaar zijn. Ik vraag mij af of die dingen dan werkelijk onherleidbaar zijn of dat we de herleiding niet kunnen zien en/of formuleren. Misschien zelfs ons helemaal niet bewust zijn, maar die in de ongeziene/onwetende werkelijkheid heel logisch kan zijn.
Ja, ik doe alles om niet te hoeven erkennen dat we geen vrije wil (zonder meer) hebben.

In de hoofdstukken ‘conclusies’ worden nog een paar filosofen onder de loep genomen van Duitse origine.
Ja, en daar komen Schelling en Schopenhauer ook voorbij, zij het wat zijdelings. Voornamelijk gaat het over Nietzsche en Heidegger.
Nietzsche: de hypothese (!) van de eeuwige terugkeer is weer een cyclische denken in plaats van lineair waarin het vertrekpunt en het doel vast liggen. Bij dat laatste kun je namelijk niets ‘terug’ willen. Dan is het verstand voortdurend met de waarom vraag bezig en is er geen vrijheid.
Wanneer je cyclisch denkt ligt er niets vast. Nietzsche vindt – als ik het goed begrijp- je pas een übermensch wanneer je cyclische denkend kunt accepteren dat alles zich steeds weer eindeloos herhaalt. Wanneer je die druk op je handelen voelt en toch niets méér wilt sta je pas op goede voet met jezelf. Deze gedachte is alomvattend maar ook nihilistische en dan tegelijkertijd juist weer macht hebbend over dat nihilistische. Wanneer je die wil tot die macht hebt is de gespletenheid van de wil weer geheeld. Er is geen wil meer. Een vrije wil is voor Nietzsche een ‘aan de natuur van de mens inherente illusie’(p 211)
En wèg is Hannah’s pluraliteit, wanneer er geen nieuw begin meer mogelijk is en alles zich eindeloos herhaalt.

Heideggers uitleg van Nietzsche volgens Hannah (om het even ingewikkeld te maken):
De gedachte van de wil tot macht is niets anders dan ‘de wil om te willen’ en is in zichzelf destructief want het is een totalitaire beweging. De ultieme ‘Seinsvergessenheit’
Je kunt nog beter Niets willen dan niet willen. Die Niets is dan ook niets.
Volgens Nietzsche is dat creatief en volgens Heidegger destructief.
Geconfronteerd met het verleden (wat was) heeft de wil geen betekenis meer en ‘lijdt aan zichzelf’. De weerzin die in de wil oprijst is de wil tégen alles wat verleden tijd is en verschijnt als de wil tegen alles wat vergaat.
‘..dit wil zeggen alles wat ontstaat, alles wat uit een ontstaan tot stand komt en blijft’……..

en dan haak ik af……

Voor Heidegger staat de wil niet in het centrum van het menselijke vermogen. (Ook bij Karl Jaspers niet. Voor hem waarborgt het niet kennen van de waarheid de vrijheid van de mens. ‘Ik moet willen omdat ik niet weet’) (p 39/40)
De mens is een zaak van het willen, er zit iets 'achter de mens' wat bepalend is. Zoals -denk ik - de 'Weltgeist' van Hegel terwijl voor Hannah het willen een zaak van de mens is.

Wordt nog één keer vervolgd....


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat dhr. Lagendijk allemaal vertelt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.

maandag 5 december 2016

Rituelen


Geschreven door Cees Nooteboom in 1980 en in vele talen vertaald en 'beprijst'.
Hoe komt het toch dat schrijvers van mijn generatie of ouder zo gebukt lijken te gaan onder laaghangende Calvinistische en/of Rooms Katholieke bewolking.
Over honderd jaar worden ze waarschijnlijk gerangschikt onder een ‘religieverwerkende’ stroming.
Na dit tweede boek van Nooteboom - eerder las ik 'Paradijs verloren' - hoort hij daar volgens mij ook thuis. Kenmerken van deze stroming: geen positieve ervaringen met het kerkelijke/ geloofsleven. De wel opgedane ervaringen met kerken en gelovigen worden uitvergroot en meestal 'vernegativiseerd'.

Rituelen. Ik denk dat ze belangrijk zijn in een mensenleven om enige samenhang en structuur aan te brengen.
Sommigen raken eraan verslaafd en kunnen niet meer zonder. Sommigen hebben ze niet en ook daar loopt het slecht mee af.
Inni Wintrop, de hoofrolspeler, vernoemd naar een vijftiende-eeuwse architect Inigo Jones, pleegt zelfmoord aan het begin van het boek. (doet hij het eigenlijk wel?)
Het kan niet anders: dan moeten er flash-backs komen om duidelijk te krijgen wat er is gebeurt.
Hij is een chaoot, als misdienaar drijft hij van zijn geloof weg tijdens een ritueel wat enigszins uit de hand loopt: de pastoor krijgt een hartinfarct tijdens het heffen van de eucharistiebeker. Bloed en wijn: alles loopt door elkaar.
Inni is de zoon van een slachtoffer van het Bezuidenhoutse bombardement in 1944. Net als Nooteboom zelf en is ook in 1933 geboren. Moeder speelt geen rol.
Andere overeenkomsten: in de jeugdjaren vaak van school gestuurd en nu schrijft hij voor bladen; horoscopen in dit geval en Inni ‘voorspelt’ het weglopen van zijn vrouw Zita en zijn eigen dood. Een selffulfilling prophecy. Een heel leeg bestaan.
Deze Inni ontmoet twee personen na elkaar: vader en zoon Taads. De tweede pas na de dood van de eerste. Ook al is zoon Taads heel anders dan pa; de liefde voor rituelen zit toch in de genen.
Bij pa Taads het teruggetrokken uit de wereld met het strakke dagelijkse ritme en bij zoon de Japanse theeceremonie.
Iedereen zoekt naar zingeving.
‘Inni kreunde hoorbaar. De zeventiger jaren. Nog hadden ze de deur van de Kerk niet achter zich dichtgeslagen of ze kropen als bedelaars naar de blote voeten van guru’s en swami’s. Eindelijk waren ze alleen in een mooi leeg universum dat over zijn zelfgemaakte rails zoefde als een trein zonder bestuurder en er werd weer uit alle ramen om hulp geroepen.’

Het is ook niet toevallig denk ik, dat pa Taads ‘Meursault wijn’ schenkt. Ja het bestaat echt maar in dit geval is het volgens mij een verwijzing naar de hoofdpersoon uit Camus’ ‘vreemdeling’.
Pa schenkt wijn; zoon schenkt thee.
‘het zegt mij allemaal niet zoveel’ zei Inni. ‘Uitzonderlijke wijsheden uit het verre Oosten worden verkocht aan de ongelukkige Westerse middenstand. Maar het is allicht beter dan heroïne.’
Behalve het zelfdestructieve van Nietzsche zit er vast nog meer in. Ik zou het nog een keer moeten lezen maar er ligt nog teveel op de stapel te wachten.

‘Juist het raadselachtige van alles was prettig, daar moest je niet al te veel orde in aan willen brengen.’