Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

zaterdag 30 maart 2013

Passion, Passie(avond) en Tijl

Afgelopen woensdagavond was er een passieavond georganiseerd in onze kerk. Daar ben ik geweest. Om nog wat bezoekers te trekken wordt de jeugd uitgenodigd om wat te zingen want dan verzeker je je ook van de aanwezigheid van de ouders.
Daarna keek ik eigenlijk per ongeluk naar de ´Tiende van Tijl´. Het ging over de Mattheus Passion en Tijl Beckand legde deze met passie uit aan een aantal jongeren die niets hebben met klassieke muziek en niet met geloven. (Als ik me goed herinner)
Ik werd door Tijl en zijn programma meer geraakt dan tijdens onze passieavond waar we een stukje uit een preek van Kohlbrugge hoorde en een artikel werd gelezen uit de geloofsbelijdenis van Theodorus Beza, een theoloog en opvolger van Calvijn in Genève.
Waarom? Nou ja, dat is bijna een open deur intrappen.
Tijl gebruikte hedendaagse, aansprekende (voor)beelden om bepaalde zaken uit te drukken en helder te krijgen. Zoals de einzelgänger die op het Tiananmenplein in China in 1989 een heel leger tegenhield. Een hongerig donker kindje, gadegeslagen door een aasgier als beeld ‘door God en de mensen verlaten’.
Dat raakte mij meer dan, met alle respect overigens, dhr. K. en dhr. B.
Ik begrijp ook wel dat de doelgroep totaal verschillend is. Maar op deze manier blijft er ook wel een gigantische kloof.
Zoiets gebeurt er ook met de Passion, die dit jaar in Den Haag werd opgevoerd. Bij een deel van de gelovige natie roept het weerstand op. Persoonlijk vind ik het echter prachtig dat het gebeurt; dat mensen leren dat Pasen niets te maken heeft met eieren en paashazen maar met iets wat van een hogere orde is. We moeten zaaien, dat gebeurt met de Passion en God bepaalt wel hoe het moet vallen en op welke manier het wortel schiet.
Dat de seculiere, maar met zorg uitgekozen liedjes gezongen worden door (ongelovige) BN-ers; ach wat geeft dat. Zijn het allemaal gelovigen die in de Mattheus Passion zingen en spelen? Daar geloof ik niets van.
Als mensen als Tijl over zo'n emotionele gebeurtenis met meer passie spreken dan er in de kerk wordt gedaan dan vrees ik dat de kerk volgend jaar leeg is.


woensdag 27 maart 2013

Reiziger ‘doet’ Golgotha

Zij hebben Hem, zonder zich af te vragen
of Hij het kon verdragen,
met nagels aan een kruis geslagen.

En toen Hij daar te lijden hing,
- een spijker is een lelijk ding -
zei Hij: Vader vergeef het hun.

Zei Hij: ze weten niet wat ze doen.
Het was hun er immers om te doen,
om eens te zien, wat of Hij nu zou doen!

Zo heeft Hij nog voor hen gebeden,
en in Zijn sterven aan hen meegegeven
een alibi voor hun geweten.

En ik stond in de verte quasi wat te praten
met 'n paar onnodige, onnozele soldaten.
Ze deden immers tóch, wat ze niet konden laten.

Maar Hij beriep zich op het allerlaatste:
de handen van Zijn Vader; - nog vóór Pasen
moest ik me naar mijn schip in Jaffa haasten.

II

Toen heb ik - 't was op Cyprus - in de krant gelezen:
J.v.N., Christus geheten,
is, na voor drie dagen gekruist te wezen,
zoals onze geachte lezers weten,

niet in Zijn graf gevonden: het was open.
Hardnekkige geruchten lopen,
dat Zijn discipelen de wacht beslopen,

toen deze sliep, en zo het lijk ontvreemdden.
Geëxalteerde vrouwen echter meenden,
dat zij Hem zagen wandelen door de beemden;

Maria moet gestameld hebben: Here!
Er zijn ook vissers, die beweren:
Hij heeft met ons gegeten bij de meren.
Maar dit is van bevoegde zijde wedersproken.
Men late zich geen knol voor een citroen verkopen.

III

Rome. - Het anker valt. Wij varen thuis.
Ik spoed mij naar de thermen, word ontluisd
van reis en roes en in mijn eigen huis

bij vrouw en vuur en radio gezeten,
ben ik alras Christus en kruis vergeten.
...Toen heeft een S.O.S. mijn ziel doorreten:

'Mijn Geest wordt uitgestort op alle vlees.
Wie niet vóór Mij is, is tegen Mij geweest',
seint een Geheime Zender wit en hees.

Weer onder zeil, over de eenzaamheden
van oceanen die mij van U scheiden,
Christus, wil mij verschijnen aan den einder.


Gerrit Achterberg


Omdat ik Goede Woensdag, 12 maart 2012 toch plausibeler vind dan goede vrijdag, vandaag dit gedicht. Het spreekt mij aan vanwege de Hollandse nuchterheid, wat ook verwoord wordt door onze woorden 'krant' en 'radio'. Pas aan het einde van het gedicht merk je dat de gebeurtenissen iets hebben gedaan en borrelt het verlangen naar het hogere op.
Hoe vaak, zo realiseer ik me, 'doe' ik zelf niet Golgotha en besef ik te weinig dat deze lente weer (mede) mogelijk gemaakt wordt door......

dinsdag 26 maart 2013

Gethsemane




Gethsémané Anno Domini 2009.
Keurige paden, netjes aangeharkt…..
En dat deze olijfbomen mogelijk tweeduizend jaar oud zijn zoals de gids ons wilde laten geloven, dat geloof ik ook niet.
Ooit zag ik bij Pont du Gard in Frankrijk olijfbomen van ongeveer duizend jaar oud (als dat waar is) en die zagen er toch behoorlijk afgeleefder uit dan deze bomen.
Gelovigen, heb ik wel gemerkt, zijn vaak te goedgelovig.


maandag 25 maart 2013

Doornenkronen



Enkele jaren geleden slenterden we door Jeruzalem en stuitte ik op dit beeld bij een souvenirwinkeltje.
Het brengt me nog steeds in verwarring.

vrijdag 22 maart 2013

Slangen

Ik blijf nog even in de woestijn, het is tenslotte woestijntijd.
Dat verhaal uit Numeri 21 in de Bijbel met die slangen, dat riep bij mij ook altijd vragen op. De Israëlieten zwoegen door de woestijn richting het beloofde land en krijgen genoeg van het manna, het meel dat dagelijks rond hun tenten lag waar ze dan brood van konden bakken.
Ze gaan weer eens murmureren (prachtig woord) en beklagen zich bij God en bij Mozes. Als straf stuurt God giftige slangen en er sterven nogal wat mensen. Dan komt het volk tot inkeer en vraagt Mozes of hij (weer eens) een goed woordje voor hen doet bij God.
God neemt die slangen niet weg maar biedt wel een ontsnappingsmogelijkheid aan de dood. Mozes moet een koperen slang maken, op een stok steken zodat het hele volk hem kan zien. Wie ernaar kijkt wordt genezen en zal niet sterven.
Hoe lang zou dat hebben geduurd voor Mozes die slang had gemaakt? Dat doe je toch niet zomaar één, twee, drie?
Het is een verhaal wat juist door kleuter- en zondagschooljuffen breeduit wordt gemeten. Het is dan ook een spannend en wonderlijk verhaal maar het moet natuurlijk een diepere betekenis hebben.

In het Nieuwe Testament wordt er op teruggegrepen door Jezus zelf in het nachtelijke gesprek met Nicodemus. Joh 3:
14. En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, 15. opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Waarom vergelijkt Jezus Zich daar met de koperen slang? Een vergelijking met Mozes zou meer voor de hand liggen: Mozes als be-Middelaar tussen God en Zijn volk en Jezus als hogere be-Middelaar tussen God en de hele wereld.
Kan er van een slang iets goeds te verwachten zijn wanneer je het verhaal van de zondeval er ook bij betrekt? Van kinds af aan kon ik mij voorstellen dat die mensen in de woestijn weigerden naar een slang te kijken. Ze kenden het zondeval verhaal van Adam en Eva met die sprekende slang toch wel?
Een slang had een kwade reuk, waarom zou je daar naar kijken? Dat bracht toch alleen maar narigheid?

De slang is een beeld, een symbool van het kwaad. Wanneer het kwaad wordt erkend en aan een paal wordt genageld volgt er genezing. Zo genas iedereen die naar die slang keek. Iedereen die keek erkende dat hij/zij ziek was, geïnfecteerd door een slangenbeet, door het kwaad.
Wanneer je er zo naar kijkt is de ‘overstap’ niet meer zo moeilijk.
Jezus werd aan het kruis genageld. Al het kwaad werd Hem toegerekend. Hij nam het vrijwillig op Zich, nam het mee in Zijn lijden en in Zijn dood. Wanneer wij op Hem zien, dat betekent het erkennen van je geïnfecteerd zijn, volgt er genezing. De ultieme ontsnappingsmogelijkheid aan de (eeuwige) dood ook al is het kwaad (nog) niet verdwenen.


Wanneer ik iemand tekort doe door deze foto te plaatsen hoor ik dat graag. Ik weet nl. niet meer waar ik hem vandaan heb.







vrijdag 15 maart 2013

Stoner

Geschreven door John Williams in 1965. In 2006 opnieuw uitgebracht en nu pas vertaald.
Volgens velen één van de beste vertaalde boeken van 2012.
Wanneer er zovelen lovend zijn krijg ik de neiging om het links te laten liggen, maar die markante kop op de cover deed het hem.
Toch vraag ik mij af of die lovende woorden wel zo terecht zijn wanneer dit boek al in 1965 is geschreven. Kennelijk is het toen niet als ‘geweldig’ gezien. Of het is de hype om boeken opnieuw uit te brengen en dan vraag ik mij af waarom. Is het omdat in deze tijd niet meer zó geschreven wordt? Zou best eens kunnen; meer behoefte aan diepgang die in oudere schrijvers meer te vinden is dan in de postmoderne schrijversgeneratie.
Eerst maar eens lezen…..

John Williams, dat klinkt net zo nietszeggend als Jan Jansen. Het had zomaar onderdeel van het boekplan kunnen zijn.
Ik ken trouwens wel een John Williams maar die componeert filmmuziek.
Deze John Williams (1922 – 1994) was hoogleraar Engels aan de universiteit van Denver. Hij noemde het boek ‘een ontsnapping in de werkelijkheid’.
Het is een schrijnend boek. Het is daarom zo schrijnend omdat het over zoveel mensen gaat. Ik zou het over mezelf kunnen schrijven, iedereen, nou ja bijna iedereen zou het over zichzelf kunnen schrijven. 'Groots en meeslepend leven' is maar voor weinigen weggelegd.
Een mens wordt geboren, wordt beïnvloed door zijn opvoeding en omgeving, doet zijn/haar ding, maakt goede en foute keuzes, draagt daarvoor de verantwoordelijkheid, gaat dood en wordt vergeten.
Zo is het leven van mensen die geen eeuwigheidsperspectief hebben. In de kern is dat doelloos, nutteloos en zinloos ook al beweren ze zelf natuurlijk dat het anders is. Dat moeten ze wel anders word je gek. Zo deint de mensenmassa voort in the Cirkel of Life.

Bill Stoner, enige zoon van een Amerikaans boeren echtpaar, mag landbouw gaan studeren aan de universiteit van Colombia. Het is 1910. Onder invloed van een docent, Archer Sloane, precies zo’n type als Stoner switcht hij van studie en gaat letterkunde studeren. Verder is hij niet echt ondernemend en gaat confrontaties uit de weg. Zijn vrienden melden zich aan om te vechten in de eerste wereldoorlog, waarbij één vriend het leven laat.
Hij trouwt, krijgt een dochter en doceert aan dezelfde universiteit waar hij ook student was. Hij vervreemd van vrouw en kind, omdat hij dat m.i. láát gebeuren.
Als hij wat ouder wordt merk je dat er toch een klein beetje een rebel in hem huist wanneer hij confrontaties aangaat (de enige keren) met de opvolger van Archer Slaone, Lomax.
Verder slikt hij van alles en trekt zich terug in zichzelf. Voortdurend zou je hem willen toeroepen: Doe wat! Treedt op!

Wat maakt dit boek nu zo bijzonder? Ik denk het beschrijven van de menselijke eenzaamheid en de manier van schrijven waarbij zoveel denkstof achter de woorden ligt.
En toen Stoner hem vroeg waarom (om in het leger te gaan) zei Masters: ‘Je kent me vrij goed Bill. De Duitsers kunnen me geen donder schelen. En als het erop aankomt, geef ik ook geen donder om de Amerikanen, denk ik.’ Hij klopte de as van zijn pijp op de vloer en verspreidde die met zijn voeten. ‘Ik geloof dat ik het doe omdat het niet uitmaakt of ik het doe of niet. En het kon wel eens aardig zijn om nog een keertje iets van de wereld te zien voordat ik me terugtrek onder degenen die in afzondering leven en langzaam uitdoven, zoals dat ons allemaal te wachten staat.’
Hoewel hij het niet begreep knikte Stoner en accepteerde wat Masters hem vertelde. Hij zei: ‘Gordon wil dat ik net als jij in dienst ga’.
Masters glimlachte. ‘Gordon voelt voor het eerst in zijn leven de kracht van de deugdzaamheid. En uiteraard wil hij dat de rest van de wereld daarin meegaat, zodat hij erin kan blijven geloven.’


Wanneer het wat beter lijkt te gaan na de eerste WO kopen Stoner en zijn vrouw Edith een huis.

Terwijl hij met zijn kamer bezig was, en terwijl die langzaam vorm begon te krijgen, begon hij te beseffen dat hij jarenlang, zonder het zelf te weten, diep vanbinnen, als een geheim waarvoor hij zich schaamde, een beeld had weggestopt dat ogenschijnlijk een woning was, maar dat hij eigenlijk zelf was. Aldus was hij, werkend aan zijn studeerkamer, bezig met een poging zichzelf te definiëren [ ] was hij stap voor stap zichzelf aan het vormgeven, was hij orde in zichzelf aan het scheppen, was hij bezig zichzelf mogelijk te maken.

Zo zijn er heel veel mooie passages. Je moet gewoon langzaam lezen.
Pas wanneer hij op zijn sterfbed ligt vraagt hij zichzelf af wat hij eigenlijk had verwacht van het leven.

Just Because

Via een Facebook vriendin mag ik dit vast wel even lenen van de site 'Lessons Learned In Life' :

Just Because - I'm quiet - doesn't mean I don't have a lot to say
Just Because - I appear happy - doesn't mean everything's oke
Just Because - I laugh a lot - doesn't mean I don't take things seriously
Just Because - I don't show my feelings - doesn't mean I don't have any
Just Because - I'm honest - doesn't mean I'm outspoken
Just Because - I'm not like you - doesn't mean I'm weird
Just Because - I don't say anything - doesn't mean I'm afraid
Just Because - I'm stubborn - doesn't mean I expect you to change for me
Just Because - I don't keep in touch all the time - doesn't mean I don't care
Just Because - I don't say I love you - doesn't mean I don't

vrijdag 8 maart 2013

40

Naar aanleiding van Mozes, Elia en Jezus werd mijn aandacht getrokken door het getal veertig.
Er zijn opmerkelijke overeenkomsten tussen deze drie personen en het getal veertig.
Mozes leefde 40 jaar in Egypte, het land van de onderdrukking, daarna 2x 40 jaar in de woestijn. Hij was veertig dagen op de berg bij God zonder eten en drinken.
Elia leefde veertig dagen in de woestijn en, net als Jezus, ook zonder eten en drinken. Fysiek kun je dat niet overleven.
Wat is dus de betekenis van dat getal?

Wanneer je in een concordantie ‘veertig jaren’ of ‘veertig dagen’ intikt gaat er een wereld open. Wat hou ik toch van dit computertijdperk. Vroeger zat ik met 'Trommius' op mijn knieën; de lust verging dan al snel.
Mijn conclusie: veertig dagen staan symbool voor een onbekend aantal dagen en veertig jaren een onbekend aantal jaren of kan symbool staan voor een generatie.
Voorbeelden:
Het regende veertig dagen en nachten bij Noach. Jona bepreekte Ninevé dat na veertig dagen de stad zou worden verdelgd. Goliath daagde het volk Israël veertig dagen uit. Het volk Israël zwierf veertig jaar door de woestijn totdat een generatie was uitgestorven. Het land had veertig jaar rust na de richter Othniël en Gideon en na de richter Ehud zelfs twee keer veertig jaar.
David, Salomo en Joas regeerden veertig jaren, een mensenleven.
Die perioden van veertig dagen in de woestijn van Mozes, Elia en Jezus staan voor inkeer en lering en zijn een overgangstijd en voorbereiding op een nieuw bestaan. Zo moest Elia, die meer met vuur had, in de woestijn leren dat God komt in het suizen van de stilte. Mozes leerde op de berg Gods stem verstaan in de wetten en regels.
En Jezus bereidde zich in de woestijn voor op zijn jaren van prediken waarop de Bergrede volgde.
Zoals het volk Israël moest leren te léven voordat ze het beloofde land in konden trekken, zo is ook ons eigen leven: ‘Veertig jaar’ een leerschool, een proeftijd op het eeuwige leven.

Ik heb me al zolang afgevraagd waar die zeven weken lijdenstijd toch vandaan kwamen tegen maar vier weken van advent. Nu begrijp ik het; het zijn geen zeven weken lijdenstijd, het is de veertig dagen tijd. Want zo moet je dan ook die veertig dagen tijd zien waarin wij nu weer leven richting Pasen. Een periode van leven in de woestijn om voorbereid te worden op dat wat komen gaat: leven vanuit de opstanding!
Het is zo voor de hand liggend dat ik me sullig voel dat ik het nooit eerder zo zag. Is het de protestantse benaming: ‘de lijdenstijd’ die verwarring zaait? Om zich te onderscheiden van het Rooms Katholicisme?
Het is geen lijdenstijd maar woestijntijd.
Ach ja, alles is al eens gezegd, alleen niet met hetzelfde accent.



donderdag 7 maart 2013

Mozes

Mozes, één van de grootste profeten in het jodendom.
Wat weten we van hem?
Hij is net als Sargon van Akkad (regeerde 2334 – 2279 BC in Mesopotamië) door zijn moeder in een biezen mandje gelegd in een poging om te overleven. Belandde aan het Egyptische hof; in het land van de onderdrukking.
Hij leerde daar enorm veel zoals geschreven staat in Hand 7: 22. Leefde daarna zelf eerst veertig jaar in de woestijn en kende die dan ook van haver tot gort neem ik aan. Genoeg om een volk veilig daardoor te leiden.
Dat was nog eens een klus. Zo’n lastig opstandig volkje leiden. Vele malen moest Mozes als middelaar optreden tussen God en de Israëlieten. Daarin was hij natuurlijk een beeld van Jezus Christus.
Maar op een gegeven moment krijgt hij weer zo’n driftbui; hij had er al eerder één gehad waarbij hij een Egyptenaar doodsloeg.
Deze keer omdat het volk jengelt om water; hij de opdracht van God krijgt (samen met Aäron) om tegen een rots te spreken en er vervolgens twee keer op slaat met zijn staf. Er komt wel water. (Num 20)
Dan krijgt hij van God straf voor zijn ongehoorzaamheid. Samen met zijn broer Aäron wordt hij ongeschikt geacht om het volk daadwerkelijk in het beloofde land te brengen.
Nou ja……..met zo’n staat van dienst, zoveel ontberingen ondergaan en doorstaan, zo vaak zijn nek uitgestoken voor dat volk en dan, als straf mag je het land toch niet binnen gaan.
Wat verschrikkelijk oneerlijk.

Totdat een predikant vertelde over de verheerlijking (transfiguratie) op de berg waar Mozes en Elia bij betrokken werden. (Matth. 17, Marc. 9 en Luk. 9) Mozes als vertegenwoordiger van de wet en Elia als vertegenwoordiger van de profeten.
Toen viel het kwartje.
Het draait weer eens om de betekenis in plaats van de letterlijkheid.
Mozes symboliseert de (uitwendige) wet, de Thora, de twee stenen tafelen. Met die uitwendige wet kon Mozes en kunnen wij het beloofde land, de hemel niet binnengaan. Het is de bedoeling dat die wet in je binnenste wordt geschreven. Geen stenen wet maar één van vlees. (2 Kor. 3)
Dat het niet meer van buiten opgelegde regels zijn maar dat je ze houdt omdat je inziet dat ze goed zijn.
Zoals Jezus deed.
Hij vervulde die wet.
Uit liefde.

Met Mozes is het wel goed gekomen.


dinsdag 5 maart 2013

Black Swan

Een film uit 2010 met een Oscar voor de beste vrouwelijk actrice: Natalie Portman. De regisseur is Darren Aronofsky. Deze keer opgenomen zodat we plezierig de commercials konden doorspoelen.
Deze film staat te boek als een psychologische thriller. Met dat thrillergehalte vind ik het wel meevallen. Het is wel een film die weer lang blijft hangen vanwege het probleem van automutilatie. Wat een ingewikkelde processen kunnen er omgaan in een mensenbrein. En wat is de invloed daarin van de omgeving?

Het verhaal speelt zich af rondom een eigentijdse opvoering van het zwanenmeer van Tsjaikovski door een balletgezelschap in New York. Dat is alvast een verzekering voor mooie muziek. Nina, een balletdanseres wordt uitgekozen om de maagdelijke witte zwaan (Odette bij Tsjaikovski) te spelen in het ballet, maar overtuigt niet als de zwarte zwaan (Odile). Ze heeft de perfectie wel in huis maar niet de passie. Toch weet ze ook die rol te bemachtigen. Dan moet ze er tegenaan. Want ze is perfectionistisch en de concurrentie is moordend. Ze moet zichzelf leren loslaten, loskomen van een heerszuchtige (?) moeder en haar seksualiteit ontdekken. Daarin gaat ze heel ver. Dat moet om die perfectie te kunnen bereiken. Denkt ze. Ik denk tenminste dat zij dat denkt.
Dat ze psychisch niet helemaal in orde is wordt duidelijk door het auto mutileren. De vraag is waardoor dat komt. Is het de grote druk? Is het die moeder die haar eigen ambities via haar dochter probeert te behalen?
Kip - ei verhaal?
In ieder geval is het soms lastig om de wanen en het gewone leven uit elkaar te houden. Dat is dan ook de kracht van de film en de aanleiding om hem nog eens te kijken en er wat langer over na te denken. Er zit een enkel los eindje in. Wat is er precies gebeurt met de voorgangster van Nina? Ongeluk of suïcide? Wat is nu de invloed van de moeder in het hele verhaal?

Nou ja, gewoon nog eens kijken dus.



maandag 4 maart 2013

Ik was een Christen

Geschreven door Maria Rosseels in 1957. Ik las een heruitgave uit 2003.
Tijdens het boekenfestijn in Ahoy, Rotterdam eind januari liep ik tegen dit boek aan. De schrijfster kende ik al dus voor 3,00 euro vond ik deze dikke pil een buitenkansje. Net als Graham Greene trouwens die ik daar ook vond.
Op zo’n boekenmarkt word ik altijd een beetje hebberig. Heel veel Engelse literatuur was er te vinden. Ja, de complete weken van Shakespeare staan ongetwijfeld mooi in mijn boekenkast en geven een intellectuele uitstraling , bij mij geeft de zolder dan een uitstraling van intellect. *grinnik* maar ik heb ‘m toch maar laten liggen. Ik ben een beetje gemakzuchtig en lees liever gewoon Nederlands.
Ik verbaasde me trouwens wel over de grote hoeveelheid thrillers die er lagen. Wat is dat toch met die gemiddelde Nederlander? Behoefte aan spanning in plaats van wijsheid?
Alora……ik was een christen. Een historische roman die speelt in de tijden van Ambrosius en Augustinus. De hoofdpersoon stierf op ‘de vooravond van het feest van ‘s Heren geboorte, in het jaar van Augustinus’ dood.’ Dus in 430 AC.
Je kunt beter de kerkvorsten noemen dan de keizers van het Romeinse Rijk want dat waren er nogal wat in dat verdeelde rijk van Constantijn.
De hoofpersoon, Alexander Marcus Aurelius is de helft van een tweeling en als tweede geboren. Hun vader was een edele Romein, hij bad nooit maar zijn "hele leven was één gebed, in feit hetzelfde gebed dat grootmoeder ons die eerste avond had geleerd: Uw wil geschiedde op de aarde zoals in de hemel".
Deze grootmoeder, Severa Caecilia was een christin en heeft vooral Alexander en zijn jongere zusje Anicia zeer beïnvloed. Angelo, de oudste van de tweeling leek meer op zijn vader. Naturalisten avant la lettre. Ze geloofden in wat ze zagen. Hun doel was lijden en dood overwinnen door het vernietigen van de vrees terwijl Severa Caecilia aan dat lijden en de dood een hoger doel trachtte te geven. Zingeving is dan ook een belangrijk thema.
De titel van het boek is fascinerend. De door zijn grootmoeder beïnvloedde Alexander is ook christen maar gaandeweg het boek merkje dat zijn geloof ontzettend wordt beproefd. Zo erg dat je denkt dat hij verschuift naar een atheïstische levenshouding. Zijn houding komt voort uit de vreselijke dingen die hij ziet gebeuren door christenen in die eerste bewogen tijd na Christus, voordat er een definitief Rooms Katholiek bolwerk ontstond. Een roerige vierde eeuw waarin de Arianen en Marcionieten bevochten moesten worden. Alexander is zelfs bereidt om voor het christelijke geloof te moorden. Interessant is die passage met betrekking tot de vrije wil. Maar langzamerhand komt hij tot de conclusie dat hij eigenlijk niet meer bij die Christenen wil horen. Ach, wie heeft dat niet bij tijd en wijle…..Je gaat de titel van het boek begrijpen. Maar toch…….aan het einde van zijn levensweg concludeert hij: Ik was een Christen en een Romein, op beide ben ik fier.
Na heel veel leed komt hij erachter dat hij is geboren “omdat God wilde dat ik zou bestaan. Dat is alles.” Heerlijk relativerend.
Een indringende passage is de passage wanneer hij terugkeert naar zijn ouderlijk huis van de Aurelii’s en daar een fresco van Jezus, door zijn grootmoeder daar laten maken, compleet aan gruizels slaat. Het deed me denken aan de taartengooier uit 'Het Lam’ van Peter de Vries . Jammer dat in dit boek de schrijfster de hoofdpersoon een nervous breakdown laat doormaken. Zouden mensen dit soms niet willen doen wanneer ze gewoon bij zinnen zijn zoals bij Peter de Vries?
Angelo, zijn tweelingbroer maakt een tegenovergestelde beweging door; van een, alleen in zichzelf gelovende Romein naar een trouwe aanhanger van het Christendom via Augustinus van Hippo.
Filosofische denkbeelden staan erin. Severa Caecilia zegt op een gegeven moment tegen Alexander: “Als je langs de rede God wilt benaderen, sla je op drift. Geloven moet je. Alleen maar geloven.[..] Redeneren is als het moeizame beklimmen van een steile berg; wie gelooft neemt ineens de sprong naar de top.”
Wie zou dat nu willen? Ik niet. Liever klimmen en zo af en toe van het uitzicht genieten. Dat is bevredigender.
En geloven, erop vertrouwen dat je op een dag die top wel haalt.

vrijdag 1 maart 2013

Wereldgebedsdag

Leer ons bidden, eeuw’ge Koning
voor de wereld zo in nood
zoveel oorlog en vervolging
de ellende is zo groot.

Leer ons bidden voor de naasten
hier en ver van ons vandaan;
laat hun zorgen op ons drukken,
net of ze vlak bij ons staan.

Leer ons bidden voor de kerken
zo verstrooid en zo verscheurd;
hoeveel harde, wrede woorden,
hoeveel scheiding wordt betreurd.

Heere, kom toch spoedig weder
daar verlangen wij zo naar!
Altijd vrede, zonder einde:
"Kom, Heer Jezus, maak dat waar!"


Bert Noteboom jr.