Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 30 maart 2018

bij Goede Vrijdag



Op deze Goede Vrijdag (laat ik het daar maar op houden) een gedeelte uit de kruiswegstaties, die de lijdensweg van Jezus Christus in beeld brengen.
Gefotografeerd ergens in een kerk in Jeruzalem, jaren geleden. Geen idee meer waar het was.

donderdag 29 maart 2018

Immanuel Kant

Immanuel Kant (1724 – 1804) is toch wel een echt kopstuk in de filosofie. Lastig om hem in een blogberichtje recht te doen. Zijn invloed rijkt tot op de dag van vandaag. Hij legde de fundering van de huidige filosofie die de mens met zijn denken weer centraal stelt. Hij is een systeem bouwer.

De vroegere filosofie liep met de rede om de dingen heen maar Kant liet de rede stilstaan en de fenomenen er om heen draaien. Een soort van Copernicaanse wending.
Ruimte en tijd, zo bedacht hij, zijn niet absoluut, maar 'aanschouwingsvormen' van ons eigen verstand.

En naar mijn mening is dit het begin van de fenomenologie ook al staat die op naam van Edmund Husserl.
Hij is het meest beroemd geworden om zijn ‘kritieken’.
Die van de zuivere rede, waarin hij de grenzen van het verstand, van dat wat we kunnen weten, vaststelde, en waarin hij duidelijk maakte wat er mis gaat als we die grenzen overschrijden.
De praktische rede: over de moraal. Wanneer er s’ nachts ‘ Immanuel Kant’ tegen me wordt geroepen dan reageer ik direct met ‘categorisch imperatief’! Zoveel wist ik nog wel van hem.
Handel alsof de norm van je handelen door je wil tot een algemene natuurwet zou kunnen worden.
(Ik moet er nog over nadenken of het veel verschilt met de uitspraak ut de Bijbel: behandel de ander zoals je zelf behandeld zou willen worden.)
Het oordeelsvermogen: daarin verbindt hij het theoretisch kennen en praktisch handelen.
Bij Kant komen de twee stromingen: empirisme en rationalisme weer samen: “Alle kennis begint vanuit de ervaring, maar ontspruit niet noodzakelijkerwijs aan de ervaring”.
Je kunt verstand en zintuiglijkheid niet van elkaar onderscheiden. Ze werken samen in het proces van het opdoen van kennis. Maar het ‘Ding-an-sich’ blijft onkenbaar.
Er is ‘a-priorische’ kennis: vooronderstelde kennis. Niks geen ‘tabula rasa’ maar die kennis wordt wel weer door de ervaring bevestigd.
Dat ‘onbeschreven blad’ heb ik ook altijd onzin gevonden.
Mensen komen op een bepaalde manier voorgeprogrammeerd ter wereld met hun genenpakketje.

Zijn belangrijkste vragen waren:
1. wat kan ik weten (met behulp van de rede);
2. wat moet ik doen;
3. wat mag ik hopen en daaruit volgt
4. wat de mens is.
De eerste vraag wordt beantwoord door de metafysica; de tweede door de moraal; de derde door de religie en de vierde door de antropologie.

Een filosoof moet ook kunnen beargumenteren:
1. Wat is de bron van het menselijke weten
2. De omvang van wat mogelijk en noodzakelijk gebruik is van al het weten en
3. De grenzen van het vernuft

Dan is er nog het onderscheid tussen a-priorische en a-posteriorische kennis; tussen synthetische en analytische kennis met de vraag: Hoe is synthetische kennis a-priorisch mogelijk?

De werking van de menselijk geest is synthetisch door middel van de zintuigen, verstand en rede.
En dan zijn er nog twaalf categorieën; een soort stambegrippen en dan ........gaat het mij duizelen.
Eerst maar een tijdje laten bezinken.

Kant wordt vaak als atheïst gezien maar daar heb ik mijn twijfels over. Hij stelt grenzen aan de (empirische) kennis. God is niet proefondervindelijk te kennen dus hij laat 'geloven' voor wat het is. Het valt buiten het kenvermogen zoals hij dat heeft geformuleerd maar daarin zegt hij niets over het wel of niet bestaan van God.
Bij nazoeken op het www kwam ik deze site tegen die het één en ander verduidelijkt.

30-03

Na nog weer denken en lezen: Volgens Kant bestaat er geen werkelijkheid buiten onszelf. Alles ‘bedenken’ we met onze geest: de wiskunde, menselijke gelijkheid, moraalfilosofie en zo ook God als het hoogste goed.
Maar dat zegt weer niets over Zijn bestaan maar alleen over onze denkstructuren.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na, lees er van alles naast en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.







vrijdag 23 maart 2018

Vertel, Verhelder en Verwonder


Een e-book van forum C met materiaal voor gesprekken over schepping en evolutie in kerken en kringen.

Dit boekje is verschenen naar aanleiding van de boeken van Gijsbert van den Brink (‘en de aarde bracht voort’) en Mart-Jan Paul (‘Oorspronkelijk’; overweging bij schepping en evolutie)
Van deze boeken staan, behalve artikelen van o.a. Stefan Paas, John Walton en René Fransen, samenvattingen in dit e-book en ik vond dat voor mijzelf een goedkope manier om kennis te nemen van het boek van M.J. Paul.
Zou ik interessante dingen lezen dan kan ik het alsnog aanschaffen.
Nou, er staat wel het één en ander in waar ik nog meer van wil weten maar ik vermoed dat het in het oorspronkelijke boek ook niet staat.
Een paar dingen die ik er uitgeplukt heb:


Bekend is de opvatting dat de eerste hoofdstukken van Genesis geen geschiedenis in onze zin van het woord beschrijven, maar meer een symbolisch karakter dragen. Hier is het gezag van de Schrijft in het geding, evenals de manier van lezen van deze hoofdstukken, de hermeneutiek.
Heeft de Christelijke kerk eeuwenlang de eerste elf hoofdstukken van Genesis en allerlei andere Bijbelgedeelten onjuist geïnterpreteerd?


Mijn vragen hierbij zijn: Waarom is het gezag van het de Schrift in het geding wanneer je niet letterlijk leest? Waarom is de hermeneutiek (uitleg, betekenis, interpretatie) ook in het geding?
Dat kwartje wil bij mij maar niet vallen en het wordt niet uitgelegd.
De Christelijke kerk heeft altijd naar eer en geweten, en naar het licht wat men toen had een interpretatie gegeven. Daar is niets mis mee. Maar soms komen we gewoon tot de ontdekking dat er ook andere, en soms betere manieren zijn. Ik denk ook even aan de ontdekkingen van Galileo.

Hoe kunnen toevallige gebeurtenissen verbonden zijn met Gods voorzienigheid en leiding?
Hoe verhoudt zich de wreedheid van de evolutie zich met Gods goedheid?
Paul haalt ter Linden aan: ‘ik bespeur geen enkele zin, doel of richting in dit hele proces’.


Natuurlijk kunnen voor ons ogenschijnlijk toevallige gebeurtenissen prima verbonden zijn met Gods voorzienigheid. Ik snap echt het probleem niet.
De verhouding wreedheid in de evolutie en Gods goedheid. Dat is een moeilijke ja.
‘Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen’.
Want datzelfde vraag ik mij af in deze tijd. Hoe verhoudt zich de menselijk wreedheid met en onder de Goddelijk toelating?
Het is voor mij te gemakkelijk om dat even af te doen met een zondenval.
Dan citeert Paul de mening van de ‘afvallige’ ter Linden. Een zwaktebod. Het zegt toch niets over de Voorzienigheid wanneer wij geen zin, doel of richting bespeuren?
Als evolutietheorie –gelovige vraag ik mij toch al af waarom wij altijd zo met doelgerichtheid en zingeving bezig zijn wanneer dat er evolutionair niet in zou zitten. Daarin verschil ik als gelovige met niet-gelovigen.

De lichamelijke ziekten hoorden niet bij de gewone natuur (zoals in de evolutietheorie wordt aangenomen) maar zijn een gevolg van de zonde, zodat plaatsvervanging nodig was. De Heiland is lichamelijk gestorven om ook de fysieke gevolgen van de overtreding van de mens ongedaan te maken.
Dat laatste geloof ik ook maar bij dat eerste valt nog wel wat te bedenken.
Lichamelijke ziekten en ongemakken horen bij de gewone natuur. Er moet gestorven worden, plaats gemaakt voor een volgende generatie.
Wij hebben als mensheid schuld op ons geladen door op een bepaald moment ongehoorzaam te zijn; niet meer te handelen naar ons ‘instinct’ zoals dieren die niet kunnen zondigen, maar naar berekening. We zijn gaan calculeren en ontdekten dat dat niet zo goed uitpakte. Schuldgevoel was het gevolg. En offeren om ervan af te komen. Maar dat hielp niet blijvend.
Totdat Jezus met Zijn offer daar definitief een einde aan maakte.
Nu mogen we weten in geloof dat we vergeven zijn en vernieuwde scheppingen; levend vanuit de opstanding.

Vanuit de evolutietheorie is de mens een toevalsproduct, niet wezenlijk maar alleen gradueel onderscheiden van een dier.
Hier wreekt zich een empathische beperktheid.
Theïstische evolutiegelovigen geloven niet in toevalsprodukten.
Nog maar weer eens: voor mij staat in Gen 2:7 een belangrijke tekst. God blies een mensenpaar Zijn Goddelijke adem in en maakte een start met Zijn heilsgeschiedenis.

Genesis is een historisch gepresenteerde openbaring. De zes dagen van de schepping en de zevende dag van rust van God zijn belangrijk. De sabbat wordt later gefundeerd in het aantal dagen van de schepping.

Nee, het is andersom. De scheppingsweek, als literair verhaal, is gefundeerd op de inmiddels bestaande week van de Joden. (3+3+1 of 6+1) Want hoe kan de schrijver van Genesis 1 nu spreken over dagen wanneer er nog geen hemellichamen zijn?

Wanneer ik het boek tegenkom op een tweedehands markt of in de kringloopwinkel ga ik het lezen.
En wanneer ik op mijn kort-door-de-bocht-schreden moet terugkeren zal ik dat doen.



donderdag 22 maart 2018

Pierre Bayle



Pierre Bayle (1647 – 1706) was een filosoof waarvan ik nog nooit had gehoord. Hij komt in geen enkel filosofisch naslagwerk van mij voor behalve in voetnoten van ‘Oriëntatie in de filosofie’ van Prof. Dr. Gijsbert van den Brink uit 2000.
Maar dat komt meer voor; een filosoof die vergeten wordt totdat de tijd daar is dat hij wordt herontdekt en gewaardeerd. Dat is nu kennelijk het geval met Bayle.
Bayle, Fransman en Hugenoot, kwam als vluchteling samen met vriend Pierre Jurieu in Nederland wonen en stierf hier. Hij ligt nu begraven in Crooswijk.
Hij was bewonderaar van Erasmus en Spinoza en maakte hier vrienden voor het leven, waaronder Reinier Leers, een uitgever.



Wat is dan zijn onvergetelijke bijdrage aan de geschiedenis van de filosofie?
Behalve zijn pleidooien voor gewetensvrijheid en religieuze tolerantie is dat zijn ‘Dictionnaire historique et critique’.
Een naslagwerk bestaande uit zo’n zes miljoen woorden waarin een hoofdstuk over het kwaad een belangrijke plaats inneemt en de voetnoten op voetnoten vaak langer zijn dan de lemma’s.
Bayle was niet geïnteresseerd in het bouwen van filosofische systemen maar meer in filosofische problemen.
Ik kan me er veel bij voorstellen.
Hij was ook degene die Leibnitz inspireerde tot het schrijven van zijn Théodicée in 1710 en was iemand waarin de contouren van het Verlichtingsdenken merkbaar werden. Allemaal achteraf bezien natuurlijk.
Hij was voor tolerantie en voor de vrijheid van het geweten. Geloofsvervolging creëert hypocriet gedrag en dat is in tegenspraak met de Bijbel. Hij heeft dat waarschijnlijk allemaal persoonlijk zien gebeuren.

Voor mijzelf kwam er wel een eyeopener in de vorm van de aanzet tot de Verlichting. Waarom ontstond die Verlichting eigenlijk? Door al die godsdiensttwisten! Dat hoor je op christelijk scholen niet.
Ook de reformatie heeft niet kunnen voorkomen dat de intelligentsia er genoeg van kreeg; al dat gehakketak over religieuze kwesties. Eerst het gedoe met de inquisitie in Spanje en Portugal, later met de Joden in diezelfde landen, daarna de Reformatie met de nodige vervolgingen van de Hugenoten en ga zo maar door.
Maar goed, dat was iets wat ik mij zo tussendoor zat te realiseren terwijl ik aanhoorde dat Bayle vond dat religie de samenleving verdeelt en dat de wetenschap die juist verbindt.
En zo werd en is de wetenschap geworden wat religie had moeten zijn.
Dat is voor mij iets om bij stil te staan. Waarom hebben wij, christenen het zover laten komen en zal zich dat ooit weer herstellen?

Bayle was dus een protestants vluchteling, maar volgens hemzelf ‘un protestant compliqué’ en volgens velen een atheïst.
En volgens weer anderen een sceptisch fideïst.
Die houding kom ik ook wel tegen wanneer ik van de apologie gebruik maak om mijn geloof te onderbouwen. Het is voor mij een wat luie houding om maar niet over de dingen na te hoeven denken. Toch denk ik ook vaak zo en bekruipt mij het gevoel dat het misschien toch wel de houding is die je het langst kunt volhouden tegenover ‘de grote boze buitenwereld van onbesneden Filistijnen’.
Een totale boedelscheiding van geloof en rede. Maar hoe ga je dan om met de opdracht om te geloven, juist ook met je verstand?
Een fideïstische uitspraak die ik ook wel eens heb gebruikt in een discussie, - en waarvan ik niet wist dat het fideïsme was - is bijvoorbeeld:
‘Het geloof is zo absurd. Dat moet wel waar zijn want zoiets kun je niet verzinnen.’ (‘credo quia absurdum’ van Tertullianus.)

Pierre Bayle vocht tegen bijgeloof, (is erger dan niet geloven) schreef daarom in 1682 zijn 'lettre sur la comète’ over de komeet van Halley die pas was langsgekomen en waar allerlei voorspellingen aan werden opgehangen.
Ach, er is niets nieuws onder de zon.

In 1684 richtte hij de ‘Nouvelles de la Republique des Lettres’ op; een populair wetenschappelijk tijdschrift. Als reactie op het oprichten van de Royal Society in Engeland in 1681?
Hij heeft nooit Nederlands leren spreken, is nooit getrouwd en stierf alleen.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.









zaterdag 17 maart 2018

John Locke


John Locke (1632 – 1704) is de volgende filosoof. Hetzelfde bouwjaar als Spinoza maar hij was de grondlegger van het Empirisme. Ook Locke woonde een tijdje in Nederland, net als Descartes, Bayle (komt later) en natuurlijk Erasmus en Spinoza.
We zijn zo’n gezellig tolerant landje. Dat meen ik echt. Het is fijn wanneer (vervolgde) mensen hier een plekje weten te vinden.

Empirisme: wat kan er proefondervindelijk, uit de ervaring, uit de zintuigen begrepen worden. Dit in tegenstelling tot het Rationalisme dat het verstand als belangrijkste kenbron heeft. Verder hebben die twee best veel raakvlakken.

Natuurlijk laat Locke zijn verstand niet bepaald ongebruikt maar hij heeft zo zijn reserves bij de mogelijkheden van het verstand. Daarom noemt hij zijn eerst werk: ‘An Essay concerning Human Understanding’. (1689)
Voor welke dingen is ons verstand geschikt en voor welke niet. De kentheorie.
Je komt ter wereld als een onbeschreven blad, een ‘tabula rasa’ en dat wordt gevuld met ideeën. Locke gelooft niet in Platoonse en Cartesiaanse aangeboren ideeën of principes. Hierin volgt hij Aristoteles.
Alle prikkels uit de buitenwereld gaan via de zintuigen van de mens en worden ‘verbouwd’ tot ideeën en op die manier worden we ons bewust en krijgen we een algemeen begrip van de dingen om ons heen. Gewaarwording en reflectie. ‘Ideas of Sensation’ en ‘Ideas of Reflection’.

Dan begint het indelen:
Er zijn enkelvoudige en complexe ideeën en primaire en secundaire kwaliteiten.
Enkelvoudige ideeën zijn ideeën die niet verder kunnen worden onderverdeeld. Bijvoorbeeld ‘geel’.
Complexe ideeën zijn combinaties van enkelvoudige ideeën en onder te verdelen in ideeën van substanties, modes en relaties.
Substanties zijn ideeën, materieel of immaterieel uit de buitenwereld. We kunnen ze inventariseren maar de essentie van een substantie niet echt kennen.
Een ‘real essence’ is wat iets maakt wat het is en wat we niet echt kunnen kennen en een ‘nominal essence’ is een abstract idee dat we daarvan maken en zijn dus cultuurafhankelijk.
Dit is even heel kort gezegd maar anders snap ik het niet meer.
‘Modes’ zijn complexe ideeën over kwaliteiten die afhankelijk zijn van hun bestaan. We kunnen er kennis van hebben. Bijvoorbeeld driehoek, moord, diefstal, dankbaarheid. Ze bestaan niet op zichzelf maar zijn afhankelijke van onze definities. En op deze definities kunnen we verder bouwen of dat nu binnen de wiskunde is of de moraal.
Dan heb je ook nog ‘mixed modes’ maar dat vind ik wel best.
Later in zijn essay schrijft hij dat intuïtieve kennis het meest betrouwbaar is. Maar dat komt dan voort uit ons kenvermogen.

Primaire kwaliteiten zijn de objectief waar te nemen kenmerken van dingen. En Secundaire kwaliteiten zijn de eigenschappen die samenhangen met het subject (persoon) zoals smaak, geur en kleur maar hebben het vermogen om primaire kwaliteiten op te wekken.
Op deze manier denken geeft de mogelijkheden om te meten en een onderzoeksprogramma op te stellen…het begin van de moderne natuurwetenschap. Hij schept kaders.
Daarop wordt vrolijk verder gebouwd – positief of negatief - door bijvoorbeeld Georg Berkeley, David Hume en John Stuart Mill.
Ook op politiek terrein heeft Locke veel nagedacht en geschreven maar daar hebben we het niet over gehad.

Hoe zit het met deze filosoof en God?
Daar heb ik slechts zijdelings iets over gehoord dus ben ik zelf maar op onderzoek uit gegaan
Hij schreef namelijk in 1685 een ‘Epistola de Tolerantia’ als reactie op de burgeroorlogen en massale religieuze vervolgingen die in Europa waren losgebarsten als gevolg van de Reformatie en later door het herroepen van het edict van Nantes door Lodewijk de Veertiende.

De kern van Lockes gedachtegang is dat het geloof door geen enkele uitwendige macht afgedwongen kan en mag worden.
Dit was niet echt nieuw maar hij werkte het argument verder uit en liet zien dat gewetensvrijheid ook godsdienstvrijheid impliceerde. Het hoort bij het begrip tolerantie dat mensen hun geloof in het openbaar kunnen uitdragen, mits de gemeenschap van gelovigen zich aan de landelijke wetten houdt.
Alleen voor atheïsme was geen plaats. Want als God en het hiernamaals zouden wegvallen zou dat op termijn de politieke orde ondermijnen.
De mens is geschapen in een natuurstaat naar Gods beeld en is begiftigd met rede en een geweten.
Hoe hij dat combineert met ‘tabula rasa’ begrijp ik niet en ook wel wonderlijk dat Locke ervan overtuigd is dat onze zintuigen het enige medium zijn tussen onszelf en de werkelijkheid en toch in God gelooft.
Volgens ‘Oriëntatie in de filosofie’ van Prof. Dr. Gijsbert van der Brink heeft Locke in zijn latere leven nog commentaren geschreven op de brieven van Paulus.

Jammer dat in onze gezindte filosofie niet populair is. Wie weet hoeveel interessants hij nog bedacht heeft wat niet paste in de voorgekauwde kennis van de kerk.
Isaac Newton vond tenslotte ook iets interessants in 1 Joh 5:7 en 1 Tim 3:16.

Op een dag moet ik de filosofen toch maar eens zelf gaan lezen.
Op Lucepedia heb ik nog iets kunnen vinden en er staat een heel ‘lockeproject’ op het wereldwijdeweb van onze docent waar je een tekst kunt aanklikken bij 'Texts' en ‘List with scriptural passages (1695-1697)’


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.


donderdag 15 maart 2018

La Superba


Geschreven door Ilja Leonard Pfeiffer (1968) in 2013. Ik las een digitale editie naar de vijftiende druk uit 2015 ondanks dat ik het in mijn boekenkast heb staan. Maar op deze manier kon ik gemakkelijker met hem naar bed en wanneer ik er genoeg van had knikkerde ik hem gewoon op mijn nachtkastje.
Het is een roman. Fictie, in tegenstelling tot ‘brieven uit Genua’ zo zei hij nadrukkelijk in het boekenprogramma van de VPRO in 2016.
Alles wat ik schrijf is nep, omdat ik niet schrijf als ik mijzelf ben. Het is een vlucht uit de realiteit op een wankel vlot van taal.
Hij schrijft brieven aan een vriend en houdt de mogelijkheid in zijn achterhoofd dat ze ooit eens uitgegeven zouden kunnen worden. Dat is soms wel komisch.
Als ik eerlijk ben vond ik ‘brieven uit Genua’ en ‘Peachez’ mooier dan dit, wat grillige boek.
Gelukkig maar dat ik die eerder heb gelezen. Anders was ik er misschien nooit aan begonnen.

In dit boek beschrijft Pfeijffer verhalen van mensen die hij fictief(?) heeft ontmoet in Genua.
"De oude bijnaam van Genua is La Superba."
In de Bar met de spiegels – welke type spiegels? Bespiegelingen?– werkt het mooiste meisje van Genua en ontmoet hij de drinkebroer Don en de Senegalese Djiby. Don is iemand die alles aan elkaar fantaseert zoals achteraf zal blijken.
En met Djiby word je geconfronteerd met de nare werkelijkheid van de vluchtelingen die in Europa het geluk hopen te vinden. Uiterst actueel.
Dan is er Rashid, de rozenverkoper en de excentrieke Monia. Er is meteen al gedoe met een vrouwelijk onderbeen wat aan het einde van het boek aan een travestiet bleek toe te behoren. Dat sprak mij totaal niet aan. Ik vond het allemaal wat vergezocht en vulgair. Dat is hij wel vaker terwijl hij dat in mijn ogen niet nodig heeft.
Het mooiste meisje van Genua vindt en verliest hij weer. En hervindt?

Wat wel mooi is zijn de beschrijvingen van die stad en het labyrint waar hij woont en al die verhalen van de verschillende mensen in een steeds naargeestigere sfeer.
In het eerste deel van het boek maakte ik nog notities van mooie zinnen maar het werden er steeds minder. Het boek eindigt dan ook in mineur.

Mijn mooiste ironische zinnen en over spiegels gesproken:
Over vrouwen: ‘Ze hebben niet alleen potjes en tubes nodig, maar ook merkkleding voor elke uur van de dag, conform de mode van dat moment en veel schoenen, vooral veel schoenen.
Al die kleren en schoenen worden alleen maar aangeschaft met het doel ze uit te trekken. Maar om dat doel te bereiken moeten ze duur zijn, dat snapt iedereen. Elke ochtend maakt ze zichzelf vrouw zoals ze denkt dat een vrouw eruit ziet. Zoals ze denkt dat ik wil dat zij eruit ziet. Het doet er niet toe of ze weet wat ik wil. Belangrijk is dat ze haar best doet te voldoen aan haar beeld van mijn beeld van haar.’

En over het leven daar in Genua, maar wat in iets andere vormen overal geldt:
‘Het is een spiraal die na zeventig of tachtig omwentelingen eindigt met een rouwplakkaat op de grauwe muur van de kerk, geformuleerd en vormgegeven als alle andere rouwplakkaten. Met trots en dankbaarheid zal worden teruggekeken op een rijk en vol leven dat precies is verlopen zoals andere levens, in dezelfde straten, op dezelfde pleinen, in dezelfde huizen en aan dezelfde stranden, met ontbijt om half acht, pranzo om half één en cena om negen uur, gelukkig met kinderen en kleinkinderen die alles precies zo zullen doen. Stanno tutti bene. Tutto a posto. Come si deve.’


Van dit boek is een toneelstuk gemaakt voor de Toneelgroep van Maastricht en is deze week in première gegaan.
Ik ben niet nieuwsgierig.
Pfeijffer schrijft voor mij beeldend genoeg.


woensdag 14 maart 2018

Stephen Hawking


En dan is daar het bericht dat Stephen Hawking vandaag is overleden op 76-jarige leeftijd.
Eén van de grootste wetenschappers van deze tijd.
Ik las een boek van hem en zag films.
Die man intrigeerde vele mensen. Waarschijnlijk omdat hij ook gehandicapt was (een vorm van ALS) en zich daardoor bepaald niet uit het veld liet slaan. Hij kon het niet laten om na te denken en te zoeken naar antwoorden op vragen die hij belangrijk vond.
Een paar ‘famous quotes’:

"Mijn doel is simpel. Ik wil het universum helemaal begrijpen, waarom het is zoals het is en waarom het bestaat.”
“Ik ben gewoon een kind dat nooit ouder wordt. Ik blijf nog steeds vragen over het ‘hoe’ en ‘waarom’. Af en toe vind ik een antwoord.”

"Hoe moeilijk het leven ook mag lijken, er is altijd wel iets dat je kunt doen en wat je kunt bereiken. Het doet ertoe dat je niet gewoon opgeeft.”

“God zou kunnen bestaan, maar de wetenschap kan het heelal verklaren zonder een schepper nodig te hebben.”

“Ik ben niet religieus in de normale zin. Ik geloof dat het universum beheerst wordt door de wetten van de wetenschap. Die wetten werden misschien bepaald door God, maar God grijpt niet in om deze wetten te breken.”

Zijn nalatenschap kan ik niet op waarde schatten; daarvoor weet ik te weinig van zijn vakgebieden.
Maar dat hij een genie was is ook mij wel duidelijk.


donderdag 8 maart 2018

De herovering van de Amerikaanse droom


Geschreven door Barack Obama in 2006 op vijfenveertigjarige leeftijd. Het is zijn tweede boek.
Zijn eerste boek is autobiografisch: ‘De dromen van mijn vader’.

Dit boek schreef hij vóór zijn ambtsperiode als president van de USA. Hij was nog lid van de Senaat als vertegenwoordiger van de staat Illinois.
Hij heeft het opgedragen aan de vrouwen die hem opvoedde. Een groter compliment kun je je (voor)moeder niet geven.
Ik vond het een prettig leesbaar boek, vol van idealisme en hoop. Hij heeft ‘de moed om te hopen’ ook al is hij zeer realistisch. Waren alle hoogwaardigheidsbekleders maar zo. Maar onwillekeurig vraag ik mij ook af hoe hij zo’n boek nu zou schrijven. Ná zijn regeerperiode. Wat is er concreet terechtgekomen van zijn goede bedoelingen.
Is de Amerikaanse droom heroverd?
In dit boek zet hij verschillende probleemvelden uiteen: o.a. de Republikeinen versus Democraten, over moraal, ras, politiek, gezin en geloof.
Ook in mijn omgeving staan de Republikeinen voor christelijk en conservatief en de Democraten voor seculier en progressief. Toen ik de autobiografie van Hillary Clinton las werden me veel dingen duidelijker. Zij is een gelovig mens. Ik verbaasde me iedere keer weer wanneer mensen uit de rechter flank zo positief waren over Bush en nu over Trump. Een grotere ongelikte beer dan de laatste kun je je toch onmogelijk voorstellen en dat zou dan het christelijke gedachtegoed moeten beschermen en uitdragen alleen maar omdat hij tegen abortus is?
Zo zwart –wit zitten beide kampen niet in elkaar.
Ook Obama is een gelovig mens die zich op latere leeftijd welbewust heeft laten dopen. En toch is hij met volle overtuiging een democraat.

Aan de media besteed hij ook de nodige woorden. Hij vertelt over de verschuiving van de macht van politieke regelaars naar de media. Dat elke uitspraak van hem op de snijtafel werd en wordt gelegd door verschillende commentatoren en zou worden geïnterpreteerd op manieren waarop hij geen invloed had en heeft. Dat al zijn uitlatingen worden onderzocht op fouten, versprekingen en tegenstrijdigheden die door de oppositie zouden worden gearchiveerd en zo nodig van stal gehaald.
Dat, afhankelijk van je favoriete tv zender de klimaatveranderingen wel of niet gevaarlijk aan het versnellen zijn en het begrotingstekort omlaag of omhoog gaat. Dat is in die ruim tien jaar ook nog niet veranderd.
Nu worden zaken onder fakenieuws gevat. Maar of dat dan ook echt zo is.....
Net wat je horen wilt.

Toch blijft de basis voor al zijn handelen het: ‘Behandel de ander zoals je zelf behandeld zou willen worden’ (Matt 7) en houdt hij een pleidooi voor meer empathisch vermogen. Maar ja, dat heb je of dat heb je niet, zo heb ik allang gemerkt.
Ooit heb ik ergens gelezen dat hij zich laat inspireren door Reinhold Niebuhr.
Bij nazoeken vond ik dit artikel.
Je merkt het in zijn moreel hoogstaande houding.

In verband met zijn topic over economie was de zinsnede over de import van staal voor mij opmerkelijk: ‘Een heffing op geïmporteerd staal mag de Amerikaanse staalfabrieken tijdelijk wat lucht geven, maar maakt elk Amerikaans bedrijf dat staal in zijn producten verwerkt, minder concurrerend op de wereldmarkt’. (p 169)
Vorige week kondigde Trump importheffingen af op staal en aluminium. Maar ik geloof dat zelfs de Republikeinen daar toch niet zo blij mee zijn.
Zijn verdere verhandelingen over de economie heb ik wel gelezen maar landen niet zo erg. Het zal wel.
Interessanter waren de hoofdstukken over de illegale vluchtelingen zoals de Latino’s. Net als Europa nu, werd Amerika ermee overspoeld. Dat geeft onzekerheid terwijl Latino’s toch een hoogstaand arbeidsethos hebben. Dat is nu juist het probleem want zij zijn bereid om voor minder geld te werken.
Heel eerlijk beschrijft Obama zijn moeite met deze problematiek.

Eerlijk is hij ook met betrekking tot de problematiek van werkende ouders. Hij was zelf veel van huis en Michelle werkte ook. Maar zij gaf een deel van haar baan op voor hem. Maar hoe anders en problematischer is het voor mensen aan de onderkant van de samenleving terwijl het gezin een stabiele omgeving zou moeten zijn.
Dan schrijft hij ook iets waar ik het zeer mee eens ben: ‘Ik wil dat mijn dochters kunnen kiezen wat het beste voor hen en hun gezinnen is. Of ze die keus zullen krijgen is niet alleen afhankelijk van hun eigen inspanningen en houding. Zoals ik van Michelle heb geleerd is het ook afhankelijk van hoe mannen – en de Amerikaanse samenleving – de keuzes die ze maken respecteren en mogelijk maken.’


Mijn sympathie voor hem is alleen maar toegenomen.
Een aanrader.

woensdag 7 maart 2018

Spinoza


Van Baruch de Spinoza (1632 – 1677) weet ik al zo het één en ander doordat ik zijn ‘brieven over het kwaad’ en het boek van Steven Nadler heb gelezen.

Volgens de docent (Dr. H. A. Krop, die trouwens heel plezierig les geeft) is Spinoza, behalve een zeer grote Nederlander ook een anomalie; een vreemde eend in de bijt in de traditie van het westerse denken omdat hij niet meegaat met het denken dat de mens centraal stelt.
Zijn filosofie draait om God en de mens is maar een heel klein deeltje van een oneindig universum en
is altijd verbonden en gehoorzamend aan wetten die niet in zijn macht liggen.

Zijn belang voor de filosofie liggen vooral in het historische en het maatschappelijke belang.
Zijn maatschappelijk belang uit zich in zijn argumenten voor een democratie als meest natuurlijke regeringsvorm. Er is sprake van een grote maatschappelijke tolerantie voor andersdenkenden en hij beargumenteert de vrijheid van meningsuiting. Maar niet als een absoluut recht.
Hij is de eerste die de aandacht vestigt op de scheiding tussen kerk en staat en de kerk dan als ondergeschikt aan de staat. Voorstander van een Staatskerk.
‘Alle patriciërs moeten behoren tot die religie, de eenvoudigste en universeelste. Men moet er vooral op toezien dat de patriciërs niet verdeeld raken in sekten en dat ze uit bijgeloof niet proberen de onderdanen te verhinderen te zeggen wat ze denken. Anderzijds moet men grote samenscholingen verbieden. Andere godsdiensten moet men toestaan zoveel kerken te bouwen als ze willen, maar van bescheiden omvang. De staatskerken moeten ruim en weelderig zijn. Alleen de patriciërs zijn hogepriesters van de kerken en behoeders en verklaarders van de staatsgodsdienst.’ (TP 8 Par. 46)

Als tweede generatie Nederlander was voor hem iedereen gelijk en ben je niet wie je bent maar wat je wordt in de samenleving.
‘je kunt vrijheid bereiken door je leven niet door factoren van buitenaf te laten bepalen, maar door de eigen rede’.
Jonathan I. Israël, een Brits Historicus beweert zelfs in zijn ‘Radical Enlightenment’ dat Spinoza de grondslagen heeft gelegd voor de ‘Verlichting’. Door die scheiding van kerk en Staat? Dat moet ik nog eens nazoeken al denk ik dat er onder Mozes van het OT ook al sprake van was.
Aaron was voor de kerk en Mozes voor de staat. Er is niets nieuws onder de zon.
Spinoza’s historisch belang uit zich in het feit dat hij vele filosofen na hem heeft weten te inspireren.
Hij was beïnvloed door Descartes voor wat betreft het rationalisme maar was wat meer geïnteresseerd in godsdienst en moraal.
Volgens Spinoza kan de vrijheid van een samenleving alleen maar werkelijkheid worden door de individuele vrijheid van de mensen.
En toen moest ik opeens aan de pluriformiteit van Hannah Arendt denken die daar ook zo op hamerde. Toch ook geïnspireerd door hem? Ik kan het niet zo duidelijk in haar boeken vinden maar veel dingen gaan onbewust.

Spinoza’s Ethica staat voor de liefhebbers helemaal op het wereldwijdeweb in een vertaling van Nico van Suchtelen uit 1927.
Over de Ethica schrijft Krop, die een onomstreden kenner is van Spinoza: ‘Ook in de Ethica gaat het erom hoe wij het hoogste goed deelachtig kunnen worden, namelijk de kennis van God die ons in de liefde tot hem doet ontbranden en gemoedsrust geeft.’
Dit schrijf ik maar even als argument dat Spinoza atheïst zou zijn ofzo. God viel voor hem samen met de natuur. Op die manier was het voor Spinoza een logisch gesloten systeem.
Hij was niet echt pantheist omdat God dan zou opgaan in de natuur en Hem dat zou begrenzen. De oneindige God gaat altijd nog de eindige wereld te boven.
Volgens mij zou je dan beter kunnen zeggen dat de hele natuur binnen het Goddelijke Zijn valt.
Er valt nog zoveel over te zeggen en schrijven. Spinoza is een onuitputtelijke bron voor denkwerk. Gelukkig zijn mijnheer Google en Bol.com geduldig.

Men hoeft het niet allemaal eens te zijn met die filosofen wanneer je maar hun belang erkent in de ontwikkeling van het nadenken. Juist allerlei ketters of tegendraads gedachtengoed prikkelt het brein en stimuleert om argumenten tegen of juist meegaand verder te zoeken.
Fouten maken kan niet want dat betekent dat je nog niet genoeg kennis hebt. Klinkt heel relaxed en ik voel daar ook wat voor. In gesprekken zeg ik het er meestal bij: 'voor zover mijn kennis op dit moment reikt en ik met mijn denkpolsstok nu kan bereiken...'
Een ieder zij in zijn gemoed ten volle verzekerd.
Eigenlijk was Paulus ook al een Spinozist. Of is het andersom?



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.

dinsdag 6 maart 2018

Descartes


Nieuwe ronde, nieuwe filosofenhotemetoten die invloed hebben gehad op ons denken.
René Descartes (1596 – 1650) is aan de orde. Een Fransman die veel tijd in Nederland doorbracht.

Ik begin ook kritischer te luisteren; wat hoor ik op de universiteit méér dan wat ik op de Wikipagina kan lezen want dat verwacht ik wel van de lessen. Maar dat valt nog niet mee.
Waardoor veranderde Descartes ons denken?
Hij wilde niet, zoals Keppler terugkeek op Pythagoras, terug kijken op de filosofieën van de oude filosofen. Hij probeerde opnieuw te denken en ontwikkelde een nieuwe filosofie; die van het zien en beschrijven wat hij zelf zag.
Hij was onder de indruk van de natuurkundige ontdekkingen en in de sterrenkunde om hem heen, wat achteraf bezien een tijd van wetenschappelijke revolutie was. Zo fungeerde hij als een katalysator van de natuurwetenschappen ook al zat hij een beetje bekneld tussen Francis Bacon en Isaac Newton.
Daardoor is hij in eerste instantie ‘vergeten’ en kreeg hij pas later erkenning.

De meeste van zijn essays zijn ook vergeten, behalve het voorwoord bij het wetenschappelijke essay ‘Discourse de la Méthode’. Het uitgeven van zijn schrijfsels durfde hij ook nauwelijks omdat hij inmiddels de verhalen rond Galileo Galilei en de RK kerk had gehoord.

Later toen hij in Nederland woonde en wél publiceerde kreeg hij het aan de stok met theoloog Gisbertus Voetius.
Maar die heeft het met iedereen aan de stok gehad geloof ik, wanneer ik de Wikipagina lees.
Hij was wat wij nu in Marc Verhoeven hebben.

Descartes zocht naar zekerheid binnen het eigen verstand door middel van de radicale twijfel; zocht naar een fundamentele basisgedachte om daarop verder te kunnen denken/bouwen. Het bekende ‘Cogito ergo sum’. (Je pense donc je suis) De kern van de kennistheorie.
Hij ontdekte en beschreef zo de bewustwording van het bewustzijn. Je kunt twijfelen aan je bestaan maar niet aan het feit dat je met je geest kunt twijfelen. Er is dus geest en stof.
Daarboven moet iets groters zijn want het bewustzijn heeft zichzelf niet geschapen. Dat noemt hij God maar verder ‘doet’ hij daar niet zoveel mee. Het is wel een ontologisch godsbewijs.

Je hebt kennis en zintuigelijke ervaring. Je hebt die kennis nodig om de ervaring te interpreteren zodat je kunt overleven. Want de zintuigelijke ervaring neemt je soms in de maling. De mathematische natuurkunde verschaft Descartes ook zo de nodige zekerheden: drie en vier is altijd zeven en een driehoek heeft altijd drie hoeken.
Dat hij niet altijd even consequent dacht, wordt door Bertrand Russell in zijn ‘Geschiedenis van de Westerse Filosofie’ als een positief punt gezien.
‘Consequentheid zou hem eenvoudig hebben gemaakt tot grondlegger van een nieuwe scholastiek, terwijl zijn inconsequentie hem maakte tot het uitgangspunt van twee belangrijke, doch ver uiteenlopende filosofische scholen.’

Dat waren het Empirisme en het Rationalisme.

Via Google kwam ik nog een leuke bachelor scriptie tegen over Descartes.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.