Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

zaterdag 17 maart 2018

John Locke


John Locke (1632 – 1704) is de volgende filosoof. Hetzelfde bouwjaar als Spinoza maar hij was de grondlegger van het Empirisme. Ook Locke woonde een tijdje in Nederland, net als Descartes, Bayle (komt later) en natuurlijk Erasmus en Spinoza.
We zijn zo’n gezellig tolerant landje. Dat meen ik echt. Het is fijn wanneer (vervolgde) mensen hier een plekje weten te vinden.

Empirisme: wat kan er proefondervindelijk, uit de ervaring, uit de zintuigen begrepen worden. Dit in tegenstelling tot het Rationalisme dat het verstand als belangrijkste kenbron heeft. Verder hebben die twee best veel raakvlakken.

Natuurlijk laat Locke zijn verstand niet bepaald ongebruikt maar hij heeft zo zijn reserves bij de mogelijkheden van het verstand. Daarom noemt hij zijn eerst werk: ‘An Essay concerning Human Understanding’. (1689)
Voor welke dingen is ons verstand geschikt en voor welke niet. De kentheorie.
Je komt ter wereld als een onbeschreven blad, een ‘tabula rasa’ en dat wordt gevuld met ideeën. Locke gelooft niet in Platoonse en Cartesiaanse aangeboren ideeën of principes. Hierin volgt hij Aristoteles.
Alle prikkels uit de buitenwereld gaan via de zintuigen van de mens en worden ‘verbouwd’ tot ideeën en op die manier worden we ons bewust en krijgen we een algemeen begrip van de dingen om ons heen. Gewaarwording en reflectie. ‘Ideas of Sensation’ en ‘Ideas of Reflection’.

Dan begint het indelen:
Er zijn enkelvoudige en complexe ideeën en primaire en secundaire kwaliteiten.
Enkelvoudige ideeën zijn ideeën die niet verder kunnen worden onderverdeeld. Bijvoorbeeld ‘geel’.
Complexe ideeën zijn combinaties van enkelvoudige ideeën en onder te verdelen in ideeën van substanties, modes en relaties.
Substanties zijn ideeën, materieel of immaterieel uit de buitenwereld. We kunnen ze inventariseren maar de essentie van een substantie niet echt kennen.
Een ‘real essence’ is wat iets maakt wat het is en wat we niet echt kunnen kennen en een ‘nominal essence’ is een abstract idee dat we daarvan maken en zijn dus cultuurafhankelijk.
Dit is even heel kort gezegd maar anders snap ik het niet meer.
‘Modes’ zijn complexe ideeën over kwaliteiten die afhankelijk zijn van hun bestaan. We kunnen er kennis van hebben. Bijvoorbeeld driehoek, moord, diefstal, dankbaarheid. Ze bestaan niet op zichzelf maar zijn afhankelijke van onze definities. En op deze definities kunnen we verder bouwen of dat nu binnen de wiskunde is of de moraal.
Dan heb je ook nog ‘mixed modes’ maar dat vind ik wel best.
Later in zijn essay schrijft hij dat intuïtieve kennis het meest betrouwbaar is. Maar dat komt dan voort uit ons kenvermogen.

Primaire kwaliteiten zijn de objectief waar te nemen kenmerken van dingen. En Secundaire kwaliteiten zijn de eigenschappen die samenhangen met het subject (persoon) zoals smaak, geur en kleur maar hebben het vermogen om primaire kwaliteiten op te wekken.
Op deze manier denken geeft de mogelijkheden om te meten en een onderzoeksprogramma op te stellen…het begin van de moderne natuurwetenschap. Hij schept kaders.
Daarop wordt vrolijk verder gebouwd – positief of negatief - door bijvoorbeeld Georg Berkeley, David Hume en John Stuart Mill.
Ook op politiek terrein heeft Locke veel nagedacht en geschreven maar daar hebben we het niet over gehad.

Hoe zit het met deze filosoof en God?
Daar heb ik slechts zijdelings iets over gehoord dus ben ik zelf maar op onderzoek uit gegaan
Hij schreef namelijk in 1685 een ‘Epistola de Tolerantia’ als reactie op de burgeroorlogen en massale religieuze vervolgingen die in Europa waren losgebarsten als gevolg van de Reformatie en later door het herroepen van het edict van Nantes door Lodewijk de Veertiende.

De kern van Lockes gedachtegang is dat het geloof door geen enkele uitwendige macht afgedwongen kan en mag worden.
Dit was niet echt nieuw maar hij werkte het argument verder uit en liet zien dat gewetensvrijheid ook godsdienstvrijheid impliceerde. Het hoort bij het begrip tolerantie dat mensen hun geloof in het openbaar kunnen uitdragen, mits de gemeenschap van gelovigen zich aan de landelijke wetten houdt.
Alleen voor atheïsme was geen plaats. Want als God en het hiernamaals zouden wegvallen zou dat op termijn de politieke orde ondermijnen.
De mens is geschapen in een natuurstaat naar Gods beeld en is begiftigd met rede en een geweten.
Hoe hij dat combineert met ‘tabula rasa’ begrijp ik niet en ook wel wonderlijk dat Locke ervan overtuigd is dat onze zintuigen het enige medium zijn tussen onszelf en de werkelijkheid en toch in God gelooft.
Volgens ‘Oriëntatie in de filosofie’ van Prof. Dr. Gijsbert van der Brink heeft Locke in zijn latere leven nog commentaren geschreven op de brieven van Paulus.

Jammer dat in onze gezindte filosofie niet populair is. Wie weet hoeveel interessants hij nog bedacht heeft wat niet paste in de voorgekauwde kennis van de kerk.
Isaac Newton vond tenslotte ook iets interessants in 1 Joh 5:7 en 1 Tim 3:16.

Op een dag moet ik de filosofen toch maar eens zelf gaan lezen.
Op Lucepedia heb ik nog iets kunnen vinden en er staat een heel ‘lockeproject’ op het wereldwijdeweb van onze docent waar je een tekst kunt aanklikken bij 'Texts' en ‘List with scriptural passages (1695-1697)’


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten