Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 27 januari 2023

De week van de poëzie

Het is weer de week van de poëzie en het onderwerp is ‘Vriendschap’.
Ja, daar is al heel veel over geschreven en gedicht. Ooit postte ik de woorden van Jezus Sirach over vriendschap.

Iedereen kent het poëziealbum gedichtje:
'Rozen verwelken
schepen vergaan
maar onze vriendschap
blijft eeuwig bestaan'

Bij het opzoek gaan naar een gedicht wat ik echt mooi vind over dit onderwerp stuitte ik op een gedicht van Jorge Luis Borges met de voor de hand liggende titel: ‘Vriendschap’
Bij nader inzien begon dit gedicht zo ongeveer elke regel met ‘ik’. Praten we dan over echte vriendschap of ben je dan toch meer met jezelf bezig?

Hoewel ik Borges hoog acht toch om die reden een ander.

De Lof van vriendschap, 

De lof van vriendschap
is niet de uitgestrekte hand
noch de zachte glimlach
noch de vreugde van het gezelschap:
het is de spirituele inspiratie wanneer we ontdekken
dat iemand in ons gelooft
en is bereid ons te vertrouwen.

Ralph Waldo Emerson (1803 - 1882)


Toen bedacht ik me opeens dat het gedicht in het Engels toch mooier zou 'zingen' dus ben ik opzoek gegaan naar de Engelse uitvoering.
Gevonden:

'The glory of friendship is not the outstretched hand, not the kindly smile, nor the joy of companionship; it is dthe spiritual inspiration that comes tot one when you dicover that someone else believes in you and is willing to trust you with a frienschip.'

Blijkt het een stuk proza te zijn, een quote. Pffft.

Moraal van het verhaal en een oproep aan alle wanna-be-dichters:
Schrijf een gedicht en frommel niet een stuk proza in stukjes zinnen onder elkaar om het op een gedicht te laten lijken.
Want dat vind ik ridicuul.
Wie dat van Emerson heeft gedaan weet ik niet maar .....ach, ik heb er eigenlijk geen woorden voor.
 

Rozen verwelken.....
Maar vergeet-mij-nietjes ook.

donderdag 26 januari 2023

Im Westen nichts Neues


Een film uit 2022 die in de race is voor Oscar’s geloof ik.

Een film over de eerste wereldoorlog naar een boek van Erich Maria Remarque dat in 1929 verscheen met dezelfde titel. Ik heb het nooit gelezen.
Een groep vrienden geeft zich vrijwillig op om naar het front te gaan.


Eigenlijk wil ik dit type film niet meer kijken. Al die films over op machtsbeluste mannenspelletjes. Ik ben er klaar mee.

Maar het is artistiek gezien een film met prachtige beelden en met zorg gemaakt.
Een slagveld waar de doden van hun kleren worden ontdaan. De doden worden niet gevolgd in het verhaal maar de kledij. Stapels richting wasserette, verstelwerk en dan gaat het richting onze vrijwilligers die praktisch zonder opleiding maar met een peptalk erop uit worden gestuurd, de loopgraven in. In het boek schijnt dat anders te zijn.
Paul is de hoofpersoon en heeft zich aangemeld zonder overleg met zijn ouders. Bij de eerste de beste aanval raakt hij bewusteloos in een instortende loopgraaf maar wordt gered.
Hij beland in de loopgraven in Compiègne, Noord Frankrijk.
De voortdurend dreiging die ook uit vrolijke beelden opduikt….daar kan ik dus niet meer tegen en toch kijk ik verder.
De stommigheid die ik ook zie….midden door een veld lopen of daar gaan zitten eten in plaats van langs een bosrand. Ik zou het niet in mijn huisvrouwenhoofd halen.

Een beklemmende film met afschuwelijke beelden, af en toe even wegkijken. Het lijkt wel of die beelden ook steeds heftiger worden om maar te landen in mensenbreinen.
We verdienen een oorlog om dat weer af te leren.

De zinloosheid ook: in vier jaar tijd zovele doden en slechts enkele meters opgeschoven met het front.
Nee, Im Westen nichts Neues………en ondertussen, de gevechten in de modder, de doden en gewonden, de trauma’s.

Het was echt mijn laatste oorlogsfilm. Ik ga ‘Lady Chatterly’s Lover’ kijken. *gniffel*

 

dinsdag 24 januari 2023

De Kapucijner crypte

Geschreven door Joseph Roth (1894 – 1939) in 1938 dus kort voor zijn overlijden.
Het is een ‘vervolg’ op de 'Radetzkymars'; daarom heb ik deze er meteen maar achteraan gelezen. Niet echt een vervolg: dit boek gaat over een neef van de Von Trottas uit het andere boek. Hij moet oom zeggen tegen het Districtshoofd maar het kan gemakkelijk apart gelezen worden.

Ik las een digitale editie naar de derde druk uit 2014.
Het vorige boek tekende het verval van de Habsburgers; dit boek het verval van Oostenrijk met de ‘Anschluss’ als laatste gebeurtenis in 1938.


 
Het was een spannende tijd.
'Zo ongeveer zullen de mensen ooit een dag voor het Laatste Oordeel leven, honing zuigend uit de giftige bloemen, de uitdovende zon prijzend als schenkster van het leven, de verdorde aarde kussend als de moeder der vruchtbaarheid.'
Je zou het zo naar deze tijd kunnen overzetten.

Neef Franz dus, zoon van een nationalistisch dromer van een groot Habsburg rijk en niet onbemiddeld, krijgt op een dag bezoek van weer een andere neef uit Sipolje/ Slovenië om zijn erfenis op te halen. De vader van Franz was overleden en had ook aan hem wat geld nagelaten. Dat is het begin van een lange vriendschap. Joseph Branco behoort tot een eenvoudige tak van de familie, s ‘zomers boer en s ’winters verkoper van tamme kastanjes.

Ik zit me nu te bedenken dat Roth ook 'de wandelende jood' ten tonele heeft gevoerd in de vorm van Manes Reisiger, koetsier en vriend van Joseph Branco.
En ik realiseer me dat hij in de Radetzkymars dat misschien ook heeft gedaan in de vorm van professor Moser .
Eigenlijk wel leuk wanneer je dat ontdekt. De kunstschilder Chagall deed dat ook vaak in zijn schilderijen en de schrijver Marcel Möring in zijn boeken. Wie weet hoeveel kunstenaars en schrijvers dat nog meer doen of hebben gedaan.

De vriendschap tussen de heren gaat zover dat Franz op verzoek bij hetzelfde regiment beland als Joseph Branco en Manes Reisiger.
Voordat hij naar zijn regiment vertrekt trouwt Franz met Elisabeth. De huwelijksnacht mislukt door het overlijden van bediende Jacques. In het andere boek is er ook een droevig sterfbed met een bediende Jacques uit dat andere huishouden.
De heren worden gevangen genomen en belanden in een Siberisch werkkamp. Daaruit ontsnappen ze maar verliezen elkaar uit het oog.
Franz gaat terug naar zijn moeder en vrouw, die met heel andere dingen bezig is.
Enfin, ze krijgen een zoontje maar doordat het rijk in elkaar stort en er altijd klaplopers zijn moeten Franz en Elisabeth hun kapitale pand als pension gaan verhuren.

Aan het eind is Elisabeth weggelopen, moeder overleden, zoon op een kostschool gedaan en loopt Franz heel treffend naar de Kapucijner crypte. De titel van het boek.
Daar ligt inmiddels de voormalige Oostenrijkse wereld inclusief keizers begraven want de Anschluss is een feit.

  

maandag 23 januari 2023

Herkenning

In het RD van zaterdag een mooie column van Enny de Bruijn over ‘vrome woorden en kritische vragen’.

Ze vertelt over haar moeilijkheden in haar jonge jaren met stichtelijke boeken die haar totaal niet aanspraken.
In de pubertijd op de middelbare school las ze op aanraden van vriendinnen wat meer evangelische lectuur maar ook daarmee had zij hetzelfde probleem.
Ze kon zich niet identificeren met de hoofdpersonen en hield zich veel meer bezig met andere vragen: wie is God eigenlijk en hoe kun je Hem leren verstaan? Is het allemaal wel wáár?
Dat noem ik de ‘voorvragen’.
 
Ook zij dacht dat ze de enige was en durfde op een gegeven moment geen vragen meer te stellen omdat ze bang was voor stichtelijke dooddoeners.
Tsja, die theologische of religieuze correctheid……
Hoe herkenbaar allemaal.

Dan het op zoek gaan naar schrijvers die wél dit type vragen durft te stellen en zelf ook op zoek zijn naar antwoorden. De kritische denkers.

Zo moet ik vaak grinniken wanneer ik op het Refoforum het topic lees van boeken die gelezen worden. Het ene na het andere prekenboek komt voorbij. Iets anders durven ze waarschijnlijk niet te posten want je zakt subiet in aanzien en krijg je ze ‘liefdevol’ uitgemeten. *
Ik heb me daar nooit aangemeld want ik zou direct een ban krijgen.

Maar, zegt Enny eerlijk, welke boeken je leest zegt niets over je geloof maar meer over je eigen aard. Dus laten we maar voorzichtig zijn met oordelen. Het geloof blijft een onverklaarbare gave van God.
Volgens Calvijn, zegt ze, moet elk mens zijn/haar eigen rol in het leven kennen want als je een ander speelt ben je hypocriet.

Dat ben ik ook eens maar…. als mens moet je je dan wel veilig voelen in je omgeving wanneer je kritische vragen wilt behandelen en ‘ketterse’ zaken aan de orde wilt stellen en dat heeft bij mij best lang geduurd.
Hoe ouder ik word hoe gemakkelijker het gaat. Maar het blijft altijd fijn wanneer je voelt dat er een open houding is en een interesse hoe je tot bepaalde overtuigingen bent gekomen.
Die rust en openheid voel ik lang niet altijd.


* na mijn bericht zie ik prompt andere berichten komen. Zelfs Voskuil komt langs.

 

zaterdag 21 januari 2023

Antwoord op de Godsverduistering


Ondertitel: Het christelijk geloof in gesprek met Joden, Grieken en atheïsten.
Geschreven door Dr. W. Aalders (1909 – 2005) in 1992.
Op een kring kwam dit boek ter sprake en schoot het mij te binnen dat ik het wel in de kast had staan, maar nooit gelezen. Het zijn van die namen waarvan ik ooit gehoord of gelezen heb dat ze van invloed zijn of zijn geweest en op een tweedehands boeken markt koop ik die dan.
Zo heb ik ‘m uit mijn kast geplukt met het idee dat het fijn is wanneer iemand gewoon antwoord heeft.  /ironie
De ondertitel doet alweer anders vermoeden en deed mij denken aan Abélard: Gesprek tussen een filosoof, een jood en een christen.


In die zeventiger jaren sprak men vaak over Godsverduistering. W. J. Ouweneel schreef in 1994 een boek met de titel: ‘Godsverlichting’. Ook gelezen maar ik weet er niet veel meer van.
Het zal mij ongetwijfeld mee ‘gevormd’ hebben. Misschien volgens sommigen misvormd.  /sarcasm
Aalders vindt dat het atheïsme van nu veel gevaarlijker is omdat het zo vriendelijk is. Hij heeft wellicht nooit antitheisten meegemaakt die ronduit vijandig zijn maar ik begrijp wel wat hij bedoelde; in deze tijd en in die tijd ook al, heeft ieder zijn waarheid, dus waar maak je je druk over. Er is meer onverschilligheid.
Dat is volgens onze huidige predikant het tegenovergestelde van liefde. Dus niet de haat maar de onverschilligheid. Toen hij dat eens zei raakte me dat en moet ik daar nog vaak aan denken.

Terug naar het boek: Aalders wil in dit boek het unieke karakter van het Christelijk geloof laten zien als tegenhanger van het nihilisme. Maar wat mij vooral aanspreekt is de invloed van het Griekse denken op het Nieuwe Testament.  Dus het gesprek met die Grieken. De Hellenisering.
In hoeverre is dat gebeurt en maakt dat deel uit van een voortgaande openbaring? Of moeten we dat anders zien?
Paulus  was degen die het Koine-Grieks als pionier introduceerde en heeft omgevormd tot ‘geloofstaal’ (p67/68)
Hij is volgens velen ook degene die joden en christenen van elkaar vervreemde. Maar dank zij hem is het Evangelie wel naar alle windstreken verbreid.
Ook Aalders gaat ervan uit dat Paulus via een Grieks gymnasium kennis heeft opgedaan wat gevolgd werd met een opleiding bij Gamaliël in Jeruzalem.
Wat ook belangrijk is dat de apocalyptiek (openbaring met betrekking tot het einde van de wereld) in de intertestamentaire tijd een grote plaats innam. Volgens Aalders weten we dat dankzij de Dode Zeerollen.  
Dat gaf de nodige angst waar het heidendom geen antwoord op had maar ook een beeld van contrast denken: duisternis – licht, leugen- waarheid, dood- leven, oud- nieuw.
Dus dan moeten we de brieven van Paulus lezen met die bril. Hij was ervan overtuigd dat die apocalyptische wending met Jezus had plaatsgevonden.  
Ik geloof ook dat dat de uitroep van Jezus: 'Het is volbracht' het grote kantelpunt in de geschiedenis is..
Een nieuwe tijd was ingegaan.

Hij heeft vast nooit kunnen denken dat het nog een paar duizend jaar zou duren. In de oudste brief, die aan de Galaten zou dat het meest te vinden moeten zijn. Dan moet ik die eens met die bril op lezen.
‘Zoals Paulus in zijn brief aan de Galaten zijn nieuwe en andere visie op Israël ontwikkelt, zo in zijn breedvoeriger Brief aan de Romeinen zijn nieuwe en andere kijk op de heidenwereld.’
(p85)

In de brief aan Eféze staan heel veel woorden die zijn ontleend aan de Griekse filosofie en religiositeit.  Bijvoorbeeld: wijsheid, kennis, aeonen, Die begrippen zijn ook doorgedrongen in de christelijke theologie en het Europese denken. (90) Vooral de Logos. (Woord)

Het Griekse denken hield ook al rekening met het bovennatuurlijke; de Ideeën wereld van Plato. In het innerlijk van de mens moet dan iets zijn dat raakt aan die hogere Werkelijkheid.
Dat noemt Plato de psyche, de ziel. (93/94) Volgens mij is dat niet hetzelfde, maar ik lees nog even verder.
Plato en Socrates worden gezien als gelovigen ‘avant la lettre’. Omdat zij in een ‘overzij’ geloofden. Daar refereert Paulus aan wanneer hij schrijft over heidenen die de wet in hun hart hebben. (Rom 2: 15) Want de wet ‘heeft hun ziel onrustig gemaakt en hen op het spoor gebracht van het Rijk der idealiteit.’
En wat doet de wet? Hij richt de mens op Christus volgens Paulus theologie.
Mij gaat dat een beetje te snel. Voor orthodoxe joden waarschijnlijk ook.

Clemens en Origenes zijn ook van die bekende namen die hun inbreng hebben gehad in de vroege kerk.
Zij ontwikkelde de ‘Logos theologie’ omdat zij tegenover de Griekse wereld en het Griekse denken er de volle nadruk op legden, dat de Logos waarvan in het Evangelie naar Johannes wordt gesproken, een wezenlijk andere Logos is dan de logos uit het Griekse denken. (p151)

Augustinus was een theoloog, vooral na zijn bekering natuurlijk, die gevormd is door Ambrosius. Ambrosius was het eens met Clemens en Origenes maar legde andere accenten.
Hij legde meer de nadruk op het  verlossingskarakter van de menswording van het Woord. (Jezus)
Augustinus is vooral door Ambrosius beïnvloed maar ook door een kring van platoonse christenen uit Milaan. (p163) en later door Cicero.
En dat vind ik dan weer interessant. Vooral die kring.
Nu kan Aalders schrijven dat het denken van Plato is verdrongen door Augustinus (p156) maar daar heb ik dan zo mijn gedachten bij.
Vaak ben je je niet bewust van alle invloeden die je in je leven hebt ondergaan maar ze zijn er wel degelijk. En zeker wanneer je je daar niet van bewust bent kun je er ook niet mee afrekenen.
Dus hoe dat nu o.a. met de ziel zit…..daarover heb ik nog geen argumenten gevonden om van mening te veranderen.

En of dit boek nu een antwoord is tegen atheïsme en nihilisme; nee, daarvoor is het te ingewikkeld geschreven. 

Week van het gebed

De week van het gebed is bijna ten einde. Zou er in deze week meer gebeden zijn dan anders? Zelf heb ik wel meer gebeden:
'Mijn linkerbuurvrouw is vannacht gestorven en ik heb nooit één woord tot haar behoud gezegd.’

Dat was dan wel vorige week en twee huizen verder maar deze week was haar begrafenis. Ze was jong, mooi en energiek en laat man en drie dochtertjes na.
Veel contact hadden we niet. Er was een generatieverschil.
Wanneer iemand jong sterft; in de kracht van het leven, ook al was ze ziek en middenin de maatschappij staande, zie je dat terug op een begrafenis. Bij iemand van negentig is niet zoveel belangstelling meer als het geen VIP is geweest.
Nu een volle zaal (toevallig was het een kerk /ironie)  waarin uitbundig haar leven werd gevierd met een lach en een traan. Veel bloemen, een fotograaf die per minuut alles vastlegde, (alleen) mooie herinneringen en favoriete muziek die je daar niet tijdens een kerkdienst hoort.

Soms ben ik jaloers op die mensen. Ze hebben intens van het leven genoten, zeker sinds ze ziek werd, ogenschijnlijk niet gehinderd door God of gebod of wat hierna zou kunnen komen. Het zag er zo intens en vrij uit met zo’n mooie afsluiting.
Morgen pikken we de draad weer op; iets minder mooi, dat dan weer wel.

Dan krijg ik het gevoel dat ik veel te gecompliceerd leef. Mezelf veel te veel vragen stel en dat het gewoon dom is. Waarom kan ik het niet laten om naar antwoorden te zoeken op levensvragen terwijl ik weet dat die antwoorden waarschijnlijk niet zullen komen?
Een rare hobby.

Maar misschien is het dáár de schone schijn. Ik weet niet wat er zich achter die voordeur heeft afgespeeld; welke gesprekken er ongetwijfeld zijn gevoerd. Ik kan me niet voorstellen dat die níet zijn gevoerd.
Maar wanneer je nergens in gelooft behalve in jezelf lijkt het leven toch eenvoudiger.

 

zaterdag 14 januari 2023

Radetzkymars


Geschreven door Joseph Roth (1894 – 1939)  in 1932.
Eerder las ik van hem 'de honderd dagen' over de laatste dagen van Napoleon en dat maakte indruk op mij vanwege de sfeer en schrijfstijl.
Nu las ik van dit boek een digitale editie naar de negentiende druk uit 2015.

Dit boek gaat over de opmaat naar de eerste wereldoorlog en het verval en de laatste dagen van het Habsburgse rijk en die van vier generaties ‘Von Trotta’.

Overgrootvader Trotta is een Sloveense  boer: ‘Thuis woonden ze in lage hutten, bevruchten s’ nachts hun vrouwen en overdag de velden. Wit en hoog lag ’s winters de sneeuw om hun hutten. Geel en hoog golfde ’s zomers het graan om hun heupen. Boeren waren ze, boeren! Het geslacht van de Trotta’s had niet anders geleefd! Niet anders!




Grootvader Von Trotta zit in het leger en is de held van Solferino omdat hij per ongeluk het leven redt van de jonge keizer Franz Joseph.
Hij wordt daarvoor in de adelstand verheven en in de orde van Maria Theresia.  Kapitein Joseph Trotta von Sipolje.
‘Hij was even eenvoudig en onberispelijk als zijn conduitestaat en alleen de woede die hem soms overviel, had een mensenkenner kunnen doen vermoeden dat ook in de ziel van kapitein Trotta de duistere afgronden gaapten waarin de stormen en de onbekende stemmen van naamloze voorvaderen slapen.’

Hij doet een goed huwelijk en krijgt een zoon en ontdekt in diens geschiedenisboeken dat de affaire niet is weergegeven zoals het in werkelijkheid is gebeurd. Hij protesteert daartegen tot aan de keizer toe en die laat zijn naam uit de boeken schrappen.
Trotta wordt nog wel even tot baron gebombardeerd en krijgt een keizerlijke gift voor zijn zoon. Het is voor hem wel een reden om uit het leger te stappen.

Zijn zoon, Franz, mag van hem het leger niet in wordt naar een kostschool in Wenen gestuurd en opgeleid tot jurist. Hij schopt het tot districtshoofd.

Iedere zondag wordt bij het ouderlijke huis de Radetzkymars gespeeld en dat maakt op kleinzoon Carl Joseph een onvergetelijke indruk. Dat hoort bij het stabiele leven wat helaas aan het verdwijnen is.
Carl Joseph is een wat labiele persoonlijkheid. Heeft amoureuze affaires maar geen nageslacht.
Vanwege gokschulden, die hij niet zelf maakt maar van anderen overneemt wordt zijn positie onhoudbaar. Zijn vader Franz en de keizer moeten er aan te pas komen om alles glad te strijken en als gevolg daarvan laat hij zich overplaatsen naar een suffig grensdorp.
Vlak voor de eerste wereldoorlog laat hij zich uit het leger ontslaan maar moet toch weer aantreden als dat nodig is.
Nee, hij sterft niet heldhaftig. Ja eigenlijk wel, vind ik. Hij probeert water te halen voor zijn dorstige kameraden en wordt daarbij neergeschoten.
Einde van de dynastieën; die van de Habsburgers en de von Trotta’s want Franz, als laatste overgebleven sterft op de dag van de begrafenis van keizer Franz Joseph.

Dit staat er nu zo zakelijk allemaal maar de manier waarop Roth dit allemaal beschrijft is geweldig mooi.
Je hebt van die tekenaars die met een paar strepen iets herkenbaars kunnen neerzetten. Zo is Roth ook. Met een paar zinnen weet hij een sfeer te scheppen die je niet meer vergeet.
Gewoon een goede schrijver.
 

 

woensdag 11 januari 2023

Heilige Herrie

Leuke titel van een boek wat twee jaar geleden al is uitgekomen maar wat ik nog niet heb gelezen. Soms is het prettig wanneer je ontdekt dat er dingen al zijn gedaan die je zelf in je hoofd had. 
Ondanks het feit dat ik meestal niet naar songteksten luister verbazen mij soms de teksten.
Met ‘the Passion’ die vlak voor Pasen wordt uitgezonden hoor je ook vaak teksten die in eerste instantie seculier lijken maar bij nader inzien een diepe betekenis kunnen hebben die de schrijvers zelf mogelijk niet door hebben gehad. Natuurlijk worden ze daarop ook geselecteerd. 

Zo heb ik ook ontdekt dat veel popmuziek, wanneer je je in de songteksten verdiept heel veel teksten zijn die terug gaan op de Bijbel. Juist ook bij ‘onbesneden Filistijnen’.
‘Geef Mij nu je angst, Ik geef je er hoop voor terug’.
Het zouden zomaar woorden van Jezus kunnen zijn. In dit geval van Guus Meewis. Zou hij dat  zelf door hebben gehad?
Nee, hoofdletters hoor je bij het zingen niet, die mag je erbij denken.

Eind vorige eeuw kwam de rage op om seculiere muziek achterstevoren te draaien; er zouden dan satanische teksten te horen zijn die zich dan onbedoeld in je brein vast zouden zetten.
Ik weet niet of dat klopt want ik heb niet de technische kennis of apparatuur om dat te kunnen doen. De stukjes die ik toen gehoord heb; ik kon er geen chocola van maken.
Het lijkt mij dan ook een broodje aap verhaal voor mensen met een grote fantasie.
Op een forum vroeg iemand toen heel nuchter: ‘als ik de  ‘Für Elise’ van Beethoven eens achterstevoren draai; wat zou ik dan te horen krijgen?’ Het werkte onbedaarlijk op mijn lachspieren.
Oké, dit was even een associatief zijpaadje.

Nu heeft Corjan Matzinger teksten uit liedjes bij elkaar gezocht met teksten die naar de Bijbel verwijzen. Niet alleen de songteksten maar ook waaróm, al vind ik de voorbeelden die ik heb kunnen vinden niet allemaal even sterk.
In het boek komt hij op een aantal van 777 stuks. Een mooie volheid. Maar hij heeft er inmiddels al meer.

Een paar voorbeelden:
Sting met ‘Rushing water’.  Uit Jona
Bruce Sprinsteen met ‘Lion’s Den’. Uit Daniel 6

Via het www kun je er nog veel meer vinden:
de nummers van U2 zijn bekend,
Secret Garden met ‘You Raise Me Up’,

Zelf heb ik al eens de uitroep van Queen gebruikt: ‘Who wants to live forever?’ En het liedje van Claudia de Breij: ‘Mag ik dan bij jou (U)?’
Vragen die ertoe doen.
En zo gaat er niets buiten God om en wendt Hij overal zijn invloeden aan. Best fascinerend.

Voor sommigen zal dit allemaal te ver gaan. Dat begrijp ik.
Maar wat ik er zelf uit leer is dat we gewoon niet zo snel over een ander moeten oordelen. Want met de maat waarmee jij anderen oordeelt, zal jij wórden geoordeeld. Dat staat in Mattheus 7.
Zou God zelfs ‘The Stones’ niet kunnen gebruiken ook al valt dat voor mij onder de muzák?
(Vrij naar Lukas 19 en helaas niet van mezelf)