Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 30 november 2020

Haiku

Haruki Murakami en Natsume Soseki hebben mij weer in Japanse sferen gebracht. Ik blijf toch een zwak plekje houden voor die veel oudere, andersoortige culturen.
Aan Ikebana, de typisch Japanse bloemschikkunst, waag ik me ook wel eens. Het zou elke Hollander moeten aanspreken: met weinig middelen iets moois maken. Het draait om compositie.

Nu heb ik me gewaagd aan een Haiku. Een Japans gedicht volgens drie strakke regels.
Zeventien lettergrepen in totaal. De eerste zin vijf, de tweede zeven en de derde weer vijf lettergrepen.
En dan moet er ook iets te overdenken inzitten.



Hij speurt naar eten
deze Vlaming in mijn tuin
Een mus te boven?






woensdag 25 november 2020

Kafka op het stand


Geschreven door Haruki Murakami (1949) in 2002. Vertaald in 2006. Ik las een digitale editie. 

Na 'Norwegian Wood', '1q84' en 'de jacht op het verloren schaap' had ik wel de smaak te pakken van deze schrijver. Hij schrijft ook magisch realistisch. Nog iets surrealistischer en diepzinniger dan bijvoorbeeld Zafon vind ik.
Dit is ook weer een page turner. Het gaat over de complexe houding van een zoon tegenover zijn ouders. ‘die waarheid kan niet in woorden worden verteld’.
Daar moeten ervaringen aan te pas komen. Die dan wel weer in verhalen worden verteld.



Er lopen twee verhaallijnen door elkaar heen. Die van Kafka Tamura en van Nakata en Hoshino.

De naam Kafka is natuurlijk ook niet zomaar; het hele boek is enigszins Kafkaiaans.
Kafka Tamura is vijftien wanneer hij besluit dat hij sterk genoeg is om alleen te leven en loopt van huis weg. Zijn alter ego: ‘de jongen die Kraai wordt genoemd’ is het met hem eens.Zijn vader, die kunstschilder is, heeft vreemde voorspellingen gedaan, waarin de mythe van Oedipus doorheen schemert. Zijn moeder is al weggelopen toen Kafka een jaar of vier was, met zijn aangenomen zus.  
Dat steekt. Waarom weglopen van haar eigen kind?

In hoofdstuk 47 neemt zijn alter ego zijn vader te grazen met alle agressie die in hem is. Zo psychologisch lees ik het tenminste.
Kafka beland in Takamatsu en vindt werk in een bijzondere bibliotheek. De Komurabibliotheek is een particulier initiatief.
Mevr. Saeki is daar directrice met haar eigen verleden en het enige andere personeelslid is Oshima, een transgender.
In het kantoor van mevr. Saeki hangt het schilderij ‘Kafka op het strand’. Dat zou dan al een hint moeten zijn maar ik had hem niet door.

Intussen is Nakata op zoek naar een kat; Sesam. Nakata heef heel vroeger een ongeluk gehad waardoor hij analfabeet is geworden maar wel met katten kan praten. Zo is hij kattenvanger geworden.
Dat ongeluk wordt beschreven in een flash back naar 1944 waarbij een klas met kinderen om een vage reden allemaal het bewustzijn verliezen terwijl ze een biologieles in het bos krijgen.
De docente heeft behalve van paniek, nergens last van.
Alle kinderen komen weer vanzelf bij bewustzijn, behalve één. Dat moet Nakata zijn geweest anders begrijp ik het verband naar deze gebeurtenis niet.

In ieder geval: Nakata vindt Sesam maar vermoord daarbij ‘Johnnie Walker’ (Whisky/drank) . Hij vlucht en komt daarbij in contact met Hoshino, een vrachtwagenchauffeur en samen belanden zij ook in Takamatsu. Daar hebben ze een akkefietje met ‘Colonel Sanders’ (KFC/ eten)
Nakata spreekt over zichzelf in de derde persoon en heeft geen herinneringen meer. Gewist door het gifgas?   Terwijl herinneringen toch je eigen bibliotheek vormen.
Murakami schrijft dingen zo langs zijn neus weg op dat ik vaak bang ben dingen te missen. Ik zou het boek nog eens moeten lezen.

Kafka leest in de krant dat zijn vader is vermoord en de politie naar hem op zoek is. Maar omdat hij nog maar vijftien is en leerplichtig besluit hij om ondergedoken te blijven in de kamer van de bibliotheek waar hij inmiddels woont. In zijn eigen herinneringen?
‘Herinneringen maken dat je je vanbinnen warmer voelt. Maar tegelijkertijd scheuren ze je ook van binnenuit aan stukken.’

Parallelle werelden, het uitweiden over muziek van Beethoven, (het Aarthertogtrio) en van Schubert (sonate opus 53 in D) en filosofische onderwerpen zijn allemaal even interessant. 
Komen aan het eind alle eindjes bij elkaar?  Slechts ten dele heb ik het idee.  Er valt nog genoeg over na te mijmeren.

‘Allemaal verliezen we dingen die belangrijk zijn en dat zullen we blijven doen, zegt hij als de telefoon niet meer rinkelt. Kansen die we ons door de vingers laten glippen, mogelijkheden die we niet uitbuiten, gevoelens die nooit meer terugkomen. Verlies,  dat is een van de betekenissen van het leven. Maar in ons hoofd – want volgens mij is het in ons hoofd – is een klein kamertje waar  we die verloren dingen opslaan in de vorm van herinneringen. Een kamertje zoals het magazijn van deze bibliotheek, stel ik me voor.’




zaterdag 14 november 2020

De hemel verslinden

Geschreven door Paolo Giordano (1962) in 2018. Ik kende hem van het bekende boek: ‘de eenzaamheid van priemgetallen’  een coming of age roman over Alice en Mattie die door het leven gaan als die ondeelbare priemgetallen.

Ja, weer een Italiaanse schrijver. Zij schrijven met de zon in hun zinnen. Dat vind ik prettig in dit jaargetijde wanneer ik om vier uur ’s middags al begin te rillen.

Dit boek gaat over Teresa en Bern. Teresa gaat met haar vader in de zomervakanties naar het huis van haar oma in Zuid- Italië. In een klein dorp in Puglia, de hak van de laars.  Specifieker: In Speziale tussen Bari en Brindisi.
Naast het huis van haar oma woont een religieus gezin met drie jongens waarvan er  één – natuurlijk – erg interessant is. En ja, spoiler alert, ze krijgen elkaar en verliezen elkaar en vinden elkaar en verliezen elkaar weer op een heel bijzondere manier. Waar ik dan wel weer koude rillingen van kreeg. Letterlijk.
Maar niet zonder hoop voor de toekomst.

Om de liefde heen spelen idealen, overtuigingen en zingeving een rol. De leden van het buurgezin zijn op hun manier wereldverbeteraars. Het verhaal zou zich ook in de zestiger jaren hebben kunnen afspelen maar hier hebben de zonnepanelen en smartphones hun intrede al gedaan. Echter niet in het huis van de buren. Dat is een zo genoemde ‘masseria’; een boerderij met ruimte voor gasten en die proberen zelfvoorzienend te zijn.
Je kunt er inderdaad verschillende bezoeken in dat deel van Italië.
Het gezin in dit boek leeft heel basic naar hun eigen overtuigingen en tradities.
Milieuactivisme is een item wat ruimschoots voorbijkomt.
Maar soms vond ik het allemaal wat overdone. Wat een gecompliceerde levens. Pffft. Dan heb ik nauwelijks geleefd wanneer je dit alles leest.

Ik heb me suf gepeinsd over de titel. Wat bedoelt Giordano daarmee?
Ik denk dat je het moet lezen op de manier van boeken verslinden. Bern maakt een hele ontwikkeling door wanneer hij de wereld buiten de masseria ontdekt. Hij wil alsmaar meer en meer. Hij slobbert het leven. Zijn liefste wens is een plek op deze aarde ontdekken waar nog nooit iemand is  geweest.
Hij zoekt zijn eigen paradijs, maar beseft niet dat met de stap van de mens in zo’n paradijs het geen paradijs meer is.
Ach ja, Paradise Lost.

Meest opvallende zin: 'je doet er eindeloos over om iemand te leren kennen....Je kunt er beter helemaal niet aan beginnen.'

donderdag 12 november 2020

Bezieling

Sinds mijnheer Cathy met pensioen is hebben we een museumjaarkaart zoals het de senioren met hun Zwitserleven gevoel betaamt.
Maar helaas, door die Corona komen we eigenlijk nergens. Wel zijn er nu mogelijkheden tot online bezoeken.
Nu zat ik mij af te vragen: wanneer ik naar de Doelen ga dan geniet ik behalve van de muziek, ook van de energie die ‘vrijkomt’. Daarom is een bezoek aan een concertgebouw altijd meer bijzonder dan wanneer je thuis een cd opzet.  Ook al is dat rustiger, zonder gehoest en gekuch.
Wat ouderwets trouwens; Spotify heeft ook zoveel te bieden.
Met die energie bedoel ik iets anders dan emoties. Die overvallen mij thuis ook bij muziekuitvoeringen via een cd of Spotify.

Wat zou ik nu moeten met een online bezoek aan een museum? Zou van een ‘life’ schilderij ook geen energie ‘vrijkomen’ en daarom te prefereren boven online kijken?
Niet dat ik zelf daar zoveel van merk maar voor mijn meer gevoelige medemens ligt dat wellicht anders .
Van sculpturen voel ik dat veel intenser. Meer dan tweedimensionale beeldende kunstwerken. Ook een reden waarom ik zo blij ben met de kunstwerken bij ons in de kerken.

Ik hou bijvoorbeeld ook niet van mensen op foto’s. Ze zijn me te plat en doen altijd de werkelijkheid tekort.  Ze zijn alleen handig als informatiebron of ‘naslagwerk’. Precies zoals afbeeldingen van schilderijen in een boek.

"Elk boek, elke band die je ziet, is bezield. Bezield door degene die het schreef, bezield door degenen die het lazen en doorleefden en ervan droomden."
Carlos Ruiz Safon.

Dit schreef Safon in ‘de Schaduw van de Wind’.
Ik denk dat behalve boeken, élk kunstwerk of muziekstuk bezield is.  Bezield door de maker en uitvoerders in het geval van de muziek.
Safon gaat verder dan ik zou willen gaan: hij noemt ook de boeken bezield door de lezers. 
Ik zou willen zeggen dat de lezers, kijkers of hoorders die bezieling kunnen erváren en/of er bezield door raken. 

Maar dan wel in het ‘echt’,  anders ‘voel’ je het niet.

Daarna kun je je nog afvragen waardoor een kunstenaar zichzelf laat bezielen.
Ook niet onbelangrijk, maar heel moeilijk te beoordelen. Want niet alles is wat het lijkt.

  

woensdag 11 november 2020

Hij/Zij

Er komt weer een nieuwe Bijbelvertaling uit. De NBV21.
Zoals bij elke vertaling wordt er weer van alles geroepen totdat iedereen er weer aan gewend is en dan verstomt het weer. 

Elke zichzelf serieus nemende theoloog  ging vroeger de Bijbel vertalen. Ik geloof niet dat er zo moeilijk over werd gedaan gezien het aantal vertalingen dat bestaat.  
Of men sputterde wel maar zoals altijd gaat het gesputter op een goede dag voorbij en de vertaling blijft.
Op de Wiki-pagina staan er verschillende en dan ontbreken er nog zoals de Wycliffe,  Tyndale en Lutherse vertaling. Even uit mijn hoofd. Er zullen er nog wel meer zijn.
In ieder geval: het grootste struikelblok is nu dat God weer aangesproken wordt met kapitalen oftewel hoofdletters.
Hoewel bij mij regelmatig mijn feministische nekharen steigeren bij conservatieve overtuigingen heb ik geen last van de argumenten tégen het gebruik van hoofdletters als zou dat Gods  mannelijkheid benadrukken.
Voor mij is het ook meer een eerbiedigheidskwestie dan dat ik aan God denk als alleen maar mannelijk. God staat boven de seksen en het maakt in principe niet uit of je Hem met Hem of Haar aanspreekt.
En het is gemakkelijk om te herkennen wie er nu bedoeld wordt. Ja, dat komt voort uit mijn grammaticale gemakzucht.

Dat we alleen met die hoofdletters meer zijn mannelijkheid zouden benadrukken zoals Manuela Kalsky in Trouw betoogde, geloof ik niet zo.
Jezus was als manspersoon in onze tijd en ruimte. Dat beeld heeft toch iedereen al in zijn/haar hoofd.
We lezen nergens over een huwelijk van Jezus wat hem wel extra in Zijn mannenrol zou drukken.
Dan Brown ten spijt.
Wanneer je God bepérkt tot een sekse doe je Hem/Haar wél ernstig tekort.

Al zou ik het wel mooier vinden wanneer Hij wordt aangesproken met ‘de Ene’ zoals de Naardense vertaling doet. Dat geeft wel een anderssoortige connotatie.
Maar of dat dan ook de leesbaarheid zou bevorderen, wat toch de bedoeling is van deze vertaling,  weet ik niet.

 

vrijdag 6 november 2020

Rumi

Een gedicht van de Islamitische wijsgeer Jalal ad- Din Rumi. (het huidige Afghanistan,  1207 – 1273)
Rumi behoorde tot de wijsgerige soefistroming binnen de Islam en wordt steeds populairder.
Hij schreef een groot dichtwerk: de Mashnawi. Een gedicht met geestelijke leringen.
Hij verkondigde de universele boodschap van de liefde. Niet de lust. Dat moet je er in deze tijd maar bij zetten anders wordt het verkeerd begrepen.  /sarcasm
‘Ik wil liefde die bergen kan verzetten……….ik wilde liefde die de stilte van de eeuwigheid is’ 
Ik raak er steeds meer van overtuigd dat, wanneer we ‘on speaking terms’ willen komen met de Islam, we via het soefisme een prima ingang hebben.

Dit gedicht spreekt mij als gereformeerd meisje aan:

Iemand ging naar de deur van de Beminde (=God)
en klopte aan.
Een stem vroeg: "Wie is daar?"
Hij antwoordde: "Ik."
De stem zei :"Er is geen plaats voor Mij en U."
De deur werd gesloten.
Na een jaar van eenzaamheid en gemis
keerde hij terug en klopte aan.
Een stem van binnen vroeg: "Wie is daar?"
De man zei: "U."
De deur ging voor hem open.

donderdag 5 november 2020

De laatste zomer in de stad

Geschreven door Gianfranco Calligarich (1947) in 1973. Pas in juni dit jaar is dit boek in het Nederlands vertaald.
Maar ach, zoals Calligarich zelf zegt: ‘De wereld mag zoveel veranderen als hij wil, maar onze ziel en hart blijven hetzelfde’.
Wanneer een boek de tijd overleeft is dat een kenmerk van literatuur.
Daarom blijft de Bijbel ook zo boeiend.

Leo Gazzarra ontvlucht Milaan, de stad waar hij is geboren, om in de eeuwige stad Rome zijn geluk te beproeven. Eigenlijk is hij een toeschouwer en vind dat wel best. Na een jaar wordt hij ontslagen door het reclamebureau en begint het lummelen. Via vrienden ontmoet hij Arianna; eentje met gebruiksaanwijzing. Maar dat is hij zelf ook wel. Dus zij krijgen een gecompliceerde relatie. Leo is ook nog eens alcoholist die soms een poging doet om af te kicken. Hij is het type antiheld. 
Hij vindt weer een baan en ‘was het prettig om s ’morgens tegelijk met de anderen de deur uit te gaan. Het gaf je een gevoel dat je klopte.’

Het einde zag ik niet aankomen en dat is dom. De titel zegt het al.
Maar ik moet bekennen dat ik in de eerste hoofdstukken heel erg aan de schrijfstijl moest wennen en dat ik te weinig aan één stuk kon doorlezen zodat ik iedere keer weer opnieuw moest bedenken: wie is dit, waar is dit en waarom.  Toen ik het uit had ben ik dan ook weer opnieuw begonnen.

Als de sfeer, het decor een boek máákt, dan is dit wel geslaagd, maar dat komt misschien ook wel omdat we zelf een aantal keren in Rome zijn geweest. Ik ken de sfeer, de straatjes, de Spaanse trappen en Piazza Navona.
Bovendien schrijft Calligarich heel ingetogen humoristisch. Wanneer je dat ontdekt ga je vanzelf langzamer lezen en meer genieten.

‘Nog geen twintig minuten te laat kwam ze over het zonovergoten terras aanlopen. Haar hakken boorden zich in mijn hart.’

Waar Pascal Mercier in ‘Nachttrein naar Lissabon’ de kerktorens heel verheven laat zijn: ‘Ik wil niet in een wereld zonder kathedralen leven. Ik heb hun schoonheid en verhevenheid nodig. Ik heb ze nodig als verzet tegen de platvloersheid van de wereld.’
vind Calligarich dat  ‘de ingeklemde kerken hun spitsen van travertijn omhoogsteken om op de mogelijke hardvochtigheid van de hemel te wijzen’.

Gewoon een mooi, tragisch boek. 

woensdag 4 november 2020

Verkiezingen Amerika

Het blijft lachen met de verkiezingen in  Amerika als het allemaal niet zo diep triest was.
Het land is verdeeld tot op het bot en beide kanten hebben zich bewapend.
De uitslag is op dit moment nog niet bekend maar beide heren claimen de overwinning.
Dhr. T. heeft zich van te voren al ingedekt met het gebrazel dat wanneer hij zou verliezen er gefraudeerd zou zijn.  Of het een slimme zet is om op die manier de race te lopen vraag ik mij nog af. Ik kan dat niet zo goed overzien.
Maar zoals de waard zelf is vertrouwt hij zijn gasten. Hij zal ongetwijfeld alles afweten van frauduleuze praktijken.

Ik volg het spektakel; de popcorn binnen handbereik.
Vanuit het grote openluchtmuseum dat Europa heet zijn Cowboyfilms best leuk.