Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 25 februari 2016

Gebeurt alles misschien


Ooit tijdens een cursus/studie kwam ik in aanraking met de dichter Wislawa Szymborska.
Het gedicht ‘Hemel’ moest worden besproken. Ik had er grote moeite mee maar heel langzaam aan heb ik haar daarna leren waarderen. Ze heeft een bijzondere kijk op de wereld om haar heen die ze ook nog eens verpakt in woorden.
In dit gedicht bekijkt ze de wereld vanuit een ander perspectief en ik moest even aan ‘de Matrix’ denken.
Ach, misschien zij ook wel ....... maar dan anders.


Gebeurt alles misschien

Gebeurt alles misschien
in een laboratorium?
Onder één lamp overdag
en miljarden ’s nachts?

Zijn we wellicht maar een proefgeneratie?
Van het ene reservoir in het andere gestort,
in reageerbuizen geschud,
geobserveerd door iets meer dan een oog,
wordt ieder afzonderlijk
tenslotte met een pincet opgepakt?

Misschien anders:
zonder ingrepen?
De veranderingen voltrekken zich
volgens plan, vanzelf?
De naald van het diagram tekent langzaam
de zigzags die werden voorzien?

Misschien is er tot nu toe niets interessants te vinden?
Worden de controlemonitoren zelden ingeschakeld?
Alleen als het oorlog is en dan het liefst een flinke,
of bij zekere vluchten boven onze aardklomp,
of bij aanzienlijke migraties van punt A naar B?

Of misschien andersom:
hebben ze liever onbeduidende voorvalletjes?
Een klein meisje naait op het grote scherm
een knoopje aan een mouw.

De sensoren beginnen te fluiten,
het personeel loopt te hoop.
Ach, wat is dat voor wezentje
met binnenin zo’n kloppend hartje!
Wat een bevallige ernst
terwijl ze de draad rijgt!

Iemand roept verrukt:
Ga het tegen de Baas zeggen,
hij moet zelf komen kijken!


Wisława Szymborska (1923 – 2012)
Uit: Einde en begin



dinsdag 23 februari 2016

De Levenseindekliniek.


Een documentaire, vorige week maandag (15-02) in de ‘week van de euthanasie’ die nogal wat losmaakte.
Marcel Ouddeken en Hans Kema filmden anderhalf jaar lang patiënten en medewerkers bij de keus en het euthanasietraject, wat ingegaan werd door drie personen.
Eén mijnheer was een psychiatrische patiënt van 60 jaar met al vanaf zijn vijfde jaar dwangneuroses; tot het zichzelf met messen bewerken toe. Hij zat op een gesloten afdeling maar wilde niet meer. De rek was eruit. Alles was al geprobeerd; hij was ‘uit behandeld’.
Helaas ben ik dan weer nieuwsgierig en had ik willen weten of hij ook bijvoorbeeld een elektroshock heeft gehad. Daar kwam ik niet achter. Ik heb alleen de uitzending gezien via uitzending gemist.

Eén mevrouw leed aan een vorm van Alzheimer en had direct na het stellen van de diagnose een formulier getekend dat ze euthanasie wilde wanneer ze niet meer normaal kon doen, mensen niet meer herkennen e.d. Het vervelende was dat haar vorm van semantische dementie haar spraakvermogen had aangetast zodat zij te pas en te onpas ‘huppakee weg’ zei. Dat klonk dan nog best vrolijk en bagatelliseerde onbedoeld de ernst van de zaak.
(Ooit had ik een patiënte met een CVA die alleen nog maar ‘dodo’ kon zeggen. Dat vergt veel van de familie/omstanders.)
Ik kon haar eigen huisarts ook begrijpen dat het voor hem niet voldoende duidelijk was wat zij nu eigenlijk wilde en zich hieraan niet wilde branden.
Wat mij ook stoorde was dat zij een dag voor haar dood haar autootje bestuurde naar een schaatswedstrijd in Heereveen en haar echtgenoot volledig rustig naast haar zat, haar de weg wees en haar vertrouwde.
Deze mijnheer sprak aan het begin de zin uit: ‘......Kiezen voor de mens en niet voor jezelf’.......
Tsja, vaak heb ik meegemaakt dat de vraag om euthanasie kwam van de familie en/of omstanders die het lijden niet meer konden aanzien terwijl ‘de mens’ het nog best leek aan te kunnen.
Het werkelijke probleem lag dan bij de familie/omstanders en ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat dit hier ook het geval was.
Maar dat kan natuurlijk ook liggen aan de noodzakelijke beknoptheid van een documentaire.
Indringend waren haar laatste woorden: 'het is verschrikkelijk'.

En een mevrouw van honderd jaar die het ook wel voor gezien hield.
Met haar had ik de meeste moeite. Zij was duidelijk een intelligente vrouw en liet het woord ‘eentonig’ vallen.
Naar mijn bescheiden mening was het bij haar te voorkomen geweest door haar brein te prikkelen.
Zij verveelde zich duidelijk een slag in de rondte en dáárdoor drongen de ouderdomskwaaltjes zich aan haar brein op.
Daar ben ik zelf ook het meeste bang voor; zit je daar afhankelijk te zijn en komen er - ongetwijfeld goedbedoelende - hulpen die het over het weer hebben of andere onbenulligheden.

Wat is het onderliggende 'probleem' van euthanasievragers?
Is het echt het uitzichtloze lijden? Is het angst voor pijn? Angst voor aftakeling? Of is het de drang om alles, tot en met de dood onder controle te houden en niet voor verrassingen komen te staan? Of een combinatie van dit alles?
In onderstaand schrijfsel van mijzelf uit 2003 was het voor die mevrouw de angst voor verdere aftakeling; het verlies van een menswaardig leven.
Wat dat dan ook moge betekenen.
Het was een trotse vrouw, gesteld op luxe, gemak en schoonheid. Maar ja, dat ben ik ook.
Wat mij toen al verbaasde was het gemak waarmee artsen instemde met haar verzoek. En wat mij uitermate stoorde was dat zij had gekozen voor een moment vlak voor kerst. Met name voor haar familie. Was er iets te vereffenen? Tussen kerst en oud en nieuw is zij begraven.

17 dec 2003
Vanavond en morgenochtend ga ik naar m'n cliënte, ze heeft M.S. en is een jaar ouder dan ik.
Een mooie Keltische vrouw zonder kinderen; haar man overleed vorig jaar, plotseling.
Twee en een half jaar heb ik haar, als verpleegkundige, intensief verzorgd; morgenochtend is het voor het laatst, daarna krijgt zij haar 'final shot'.
Ik weet dit sinds ruim een week, ze heeft het zo lang mogelijk voor mij verborgen gehouden omdat ik 'gelovig' ben, en er een andere mening op na hou.
Is haar lijden uitzichtloos? ja.
Is het ondraaglijk? In mijn ogen niet, ze zit in een rolstoel, heeft geen pijn, kan haar handen nog steeds iets gebruiken, is intelligent, en heeft haar familie en de vele vrienden nog zoveel te bieden.
Maar mijn ogen tellen niet, dit is haar keus. Zij vindt haar leven ondraaglijk geworden.
Geloven dat er na dit leven iets is, doet ze niet meer. Ze heeft in haar leven teveel meegemaakt om nog te geloven dat er een God is…..zegt ze.
Daar hebben we in het verleden wel gesprekken over gehad.
Nu voel ik me toch tekortschieten en sta ik daar, en weet niet waar ik goed aan doe, en wat ik nog kan zeggen.

Ik veroordeel haar niet om haar keus, maar ik begrijp het niet. Dat heb ik haar wel gezegd.
Respect opbrengen voor deze keus kan ik dan ook (nog?) niet.
C’est ça


Hoe meer ik erover nadenk hoe minder respect ik eigenlijk heb voor mensen die er ‘voortijdig’ willen uitstappen.
Respect heb ik voor mensen die de levensbeker tot op de bodem leeg drinken. Respect heb ik voor de mensen die er op een positieve manier omheen staan om deze mensen te helpen en te begeleiden waar ze kunnen. Ook al duurt het jaren.
Respect heb ik voor degenen die zich ontfermen over het zwakke en zwakker wordende leven en die dáár met respect mee omgaan.
Psychiatrische patiënten vallen voor mij in een andere categorie. Het 'wij zijn ons brein' heeft op mij ook zo zijn invloed gehad.

Maar of met dit programma euthanasie meer geaccepteerd zal gaan worden?
Ik heb mijn twijfels, waarschijnlijk werkt het averechts. En misschien moeten we daar dan juist blij mee zijn.

maandag 22 februari 2016

Umberto Eco


Afgelopen vrijdag overleed helaas Umberto Eco.

Van hem heb ik acht boeken staan die ik allemaal met veel plezier heb gelezen.
Aan drie van hen heb ik een blogberichtje gewaagd: ‘De begraafplaats van Praag’, ‘Het nulnummer’ en ‘bekentenissen van een jonge romanschrijver’.
De andere vijf las ik vóór 2011, het jaar dat ik begon met orde scheppen in mijn breinige chaos
door middel van (on)zin-nige woorden.

Een roman beginnen lezen is zoals een berg beklimmen: je moet de juiste manier van ademen vinden en een aangepaste snelheid, of je stopt meteen.

Van papier weten we dat het de tand des tijds doorstaat. Voor elektronische dragers is dat bewijs niet geleverd.
Probeer maar eens een computer te vinden die je oude floppy's of diskettes nog kan lezen.


Hij werd 84 jaar oud.

De Onderwaterzwemmer


Geschreven door P.F. Thomése in 2015. Ik las eerder van hem de Weldoener. Ook al over zo'n egocentrist.
Ik las dit ook als e-book, gemaakt op basis van de eerste druk.
Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste speelt zich af in 1944 in de buurt van Zaltbommel, het tweede in 1974 en het laatste in 2004.
In het eerste deel is Martin van Heel een puber van 14 jaar, die met zijn vader naar bevrijd gebied probeert te zwemmen. Helaas verliest hij zijn vader. In het tweede deel is hij een getrouwde man op reis in Afrika en op zoek naar het Fosterchild van zijn vrouw Vic(torine) en verliest hij haar, In het derde deel is hij een bejaarde man en heeft hij zijn dochter verloren.
‘Zo wordt zijn leven een verhaal dat bestaat uit hiaten en handelt over afwezigheid. Alle lege plekken lijken op elkaar. Vic, zijn vader, het komt allemaal op hetzelfde neer. Nooit heeft hij thuis kunnen komen. Omdat het zijn schuld was. Het is altijd zijn schuld, ook nu.’
Maar er is hoop.

Het is best een spannend boek; een 'pageturner'.
Het is ook prettig wanneer je je talen spreekt want er wordt Frans en Engels gesproken en er wordt niet vertaald. Het zou het verhaal ook irritant ophouden.
Daardoor is het ook best realistisch. Zo realistisch dat ik af en toe kwaad werd. Je zou die hoofdpersoon zo graag eens even flink door elkaar rammelen.
Het boek is zo geschreven dat je je voortdurend in het hoofd bevindt van (Mar) Tin. Ik ken ook mannen die zo voortdurend met zichzelf bezig zijn en zich het centrum van de kosmos wanen; geen echt oog hebben wat er om hen heen gebeurt en steeds de verkeerde keuzes maken waardoor ze nog meer in zichzelf en nog meer met een schuldgevoel zitten en zichzelf nog meer slachtoffer voelen. Woest word ik daarvan. En af en toe koketteren ze er ook nog mee. Oké, dat laatste doet Tin niet, dat doet de schrijver van het boek door het op deze manier te schrijven.

Maar hij kan het wel, schrijven:
‘Hij heeft ook met haar optimisme te doen, dat gebrek om in te zien dat ons leven zich niets van ons aantrekt. Arme onnozele Vic, wij zijn pluisjes die onze eigen koers denken te bepalen in de wind die ons meevoert.’

‘De tijd die je denkt kan niet op klokken worden weggetikt. Wie denkt staat stil. Die laat de wereld even lopen. Men is er even niet. En zolang men er niet is, kan er niets gebeuren.’
(zie Hannah Arendt. *grinnik*)

‘Hij heeft zijn vader niet teruggevonden, hij is hem eindelijk geworden. Net zo uitwisbaar geworden als hij. Hij is immers even oud, dat ook. Vieren veertig. Hij heeft hem ingehaald. Dwars door de onoverwinnelijke tijd heen. Hij heeft dertig jaar en duizenden kilometers acht zich moet en laten om hem op deze onbekende plek in zijn eigen binnenzee te kunnen ontvangen.
Ont-vangen: iets loslaten om het te kunnen vatten. Zulke dingen denkt hij niet, hij denkt helemaal niets; het gebeurt hem en hij laat het toe.’

‘Als een onderwaterzwemmer is zijn vader het hele eind met hem mee gezwommen, jaar in jaar uit en nu dus van het ene continent naar het andere.’


Het enige wat voor mij nogal raadselachtig is gebleven is de scene waarin Tin een hart uit een gevangen reebok moet snijden in opdracht van Afrikaanse jagers. Ik heb me suf gepiekerd welke betekenis dit zou kunnen hebben maar ben er nog niet achter.
Een hart ergens uit snijden.....
Op onze Cult(uur)-kring gaan we dit boek bespreken. Ik ben benieuwd of anderen het weten te duiden.

donderdag 18 februari 2016

Desiderata


Wees kalm te midden van het lawaai en de haast, en bedenk welk een vrede er in stilte kan heersen.
Sta op goede voet met alle mensen, zonder jezelf geweld aan te doen.
Zeg je waarheid rustig en duidelijk en luister naar anderen; ook zij vertellen hun verhaal.
Mijd luidruchtige en agressieve mensen: ze belasten de geest.
Wanneer je je met anderen vergelijkt zou je ijdel en verbitterd kunnen worden, want er zullen altijd kleinere en grotere mensen zijn dan je zelf bent. Geniet zowel van wat je hebt bereikt als van je plannen.
Blijf belangstelling hebben voor je eigen werk, hoe nederig dat ook moge zijn: het is een werkelijk bezit in het veranderlijk fortuin van de tijd.
Betracht voorzichtigheid bij het zakendoen, want de wereld is vol bedrog. Maar laat je niet verblinden voor de bestaande deugd: veel mensen streven hoge idealen na en overal is het leven vol heldendom: Wees jezelf.
Veins vooral geen genegenheid. Maar wees evenmin cynisch over de liefde, want bij alle dorheid en ontevredenheid is zij eeuwig als het gras.
Volg de jaren met gratie, verlang niet naar een tijd die achter je ligt.
Kweek geestkracht aan om bij onverwachte tegenslag beschermd te zijn. Maar verdriet jezelf niet met spookbeelden. Vele angsten worden uit eenzaamheid en vermoeidheid geboren.
Leg jezelf een gezonde discipline op, maar wees daarbij lief voor jezelf. Je bent een kind van het heelal, niet minder dan de bomen en de sterren. Je hebt het recht hier te zijn en ook al is het je wel of niet duidelijk, toch ontvouwt het heelal zich zoals het zich ontvouwt en zo is het goed.
Heb daarom vrede met God, hoe je ook denkt dat Hij moge zijn en wat je werk en aspiraties ook moge zijn: houd vrede met je ziel in de lawaaierige verwarring van het leven.
Met al zijn klatergoud, somberheid en vervlogen dromen is dit toch nog steeds een prachtige wereld.
Wees waarachtig. Streef naar geluk.


Deze tekst is ooit gevonden in de oude St. Pauluskerk te Baltimore.
Gedateerd 1692

Zo is het tenminste tot mij gekomen.
Echter, bij het naspeuren op het wereldwijdeweb ontdekte ik dat het een tekst is van Max Ehrmann uit 1927.
Het wordt er niet minder fraai om.

woensdag 17 februari 2016

Spinoza


Geschreven door Steven Nadler in 1999 en ooit heb ik dit boek op de kop getikt op een tweedehands boekenmarkt.
Ik las de derde druk uit 2005 en dan blijkt het ook nog eens het meest gerenommeerde werk over Baruch de Spinoza te zijn.
Dat is terecht: 27 pagina’s met geraadpleegde literatuur en bijna 50 pagina’s met voetnoten. Het was een hele kluif.
Heel getrouw wordt de aanloop, omgeving en het politieke klimaat in Amsterdam (en Nederland) beschreven waarin Spinoza opgroeide, net als zijn vriendenkring en allen die invloed op hem uitoefenden.
Soms een beetje speculatief naar mijn idee wanneer er vaak de woorden ‘waarschijnlijk’, ‘het zou kunnen’ en ‘mogelijk’ worden gebruikt. Dat maakte het lezen van dit boek er echter niet minder om.
Van deze grootste Nederlandse filosoof wist ik niet zo veel. Alleen dat hij Joods was en pantheist.

Spinoza is geboren in 1632 in Amsterdam uit Portugees, Sefardisch Joodse voorouders. Het was een gezin met vijf kinderen.
Zijn vader was van een koopmansgeslacht en Baruch werd geacht zijn vader daarin op te volgen.
Het liep allemaal iets anders. Slim, veeltalig en religieus opgevoed werd Baruch in 1656 uit de synagoge gezet toen hij 23 jaar oud was. Hij wilde zich niet meer houden aan de traditionele regels en wetten en las teveel fouten in de Thora om het als een Goddelijk geschrift te erkennen.
En hij ontwikkelde een ‘ketters’ Godsbeeld. Zeker voor die tijd.
Spinoza is een voorloper van de historisch- kritische- methode om de Bijbel te bestuderen.
Hij leidde na de uitzetting (cherem) een teruggetrokken leven in Rijnsburg, Voorburg en Den Haag en verdiende de kost door lenzen te slijpen. Niet getrouwd, geen kinderen en stierf arm.
De belangrijkste werken die hij schreef waren de ‘Ethica’ (na zijn dood uitgegeven) en ‘Tractatus- Theologico-politicus’ . (werd in 1674 verboden)
Descartes en Hobbes hadden grote invloed op hem en soms was hij kennelijk moeilijk te volgen omdat men niet wist of hij nu Descartes citeerde of het zelf had bedacht.

Wat wil Spinoza?
De waarheid leren kennen. En dan voornamelijk als rationalist.
Ware kennis is de waarheid omtrent God, de natuur en onszelf; omtrent de maatschappij, de godsdienst en het leven.
Die ware kennis wil hij ontdekken en bewijzen. (p. 289)
Met gevoel en passies heeft hij niet zo veel, gevoelens worden teveel gemanipuleerd door de geestelijken en passies kunnen door de ratio worden overwonnen.

‘Onder God versta ik het volstrekt oneindige wezen, dat wil zeggen een substantie, uit een oneindig aantal attributen bestaande, waarvan ieder voor zich een eeuwig en oneindig wezen uitdrukt.
substantie = dat wat op zichzelf bestaat en uit zichzelf moet worden begrepen.
attribuut = datgene , wat het verstand opvat als uitmakende het wezen van een substantie.’
(p. 289)
Er is slechts één substantie in het universum, namelijk God, en alles wat bestaat, bestaat in God.
Zo ziet Spinoza God met de natuur samenvallen al vereenzelvigt hij God er niet mee. (p.420)
‘[..]Of wij kunnen zeggen dat alles geschiedt volgens de wetten van de natuur, of dat alles door Gods besluit en leiding beschikt wordt, wij zeggen hetzelfde.’ (p. 345)
Lastig te begrijpen maar:
God is liefde, is de liefde dan Goddelijk? Kunnen we liefde als God vereren?
Net zo min kunnen we naar mijn mening de natuur als God vereren.

Met zijn onvrije wil en deterministische denken kan ik wel heel goed uit de voeten.
‘Er bestaat in de geest geen onvoorwaardelijke of vrije wil; doch de geest wordt genoopt dit of dat te willen door een oorzaak, die eveneens door een andere oorzaak bepaald is, en deze wederom door een andere, en zo tot in het oneindige.’

Wat minder heb ik met zijn ongeloof in doelgerichtheid.
‘Wie aanneemt dat God of de natuur handelt om doeleinden te bereiken – wie doelgerichtheid ziet in de natuur – vat de natuur geheel verkeerd op en keert deze ondersteboven door de uitwerking aan de werkelijke oorzaak vooraf te laten gaan.’
Wat ik al eens meer schreef: wanneer er geen doelgerichtheid te bespeuren valt in de natuur hoe komen wij, mensen dan aan het idee van zingeving? Waarom stellen we ons doelen. Dat zou dan toch een heel raar verschijnsel zijn wanneer dat nergens in de natuur voorkomt?
Hoe komen we dan überhaupt aan dat idee?

Spinoza heeft niet veel op met de gereformeerde predikanten: ‘het al te grote gezag en de brutaliteit van de predikanten is de grootste bedreiging voor de vrijheid om te zeggen wat we
denken.’
Zo schreef hij aan zijn vriend Oldenburg. (p. 344)
Dan moet ik wel grinniken. De tijden zijn veranderd. Mensen zijn mondiger geworden en zelfs ik durf tegen predikanten in te gaan.
‘En geloof in wonderen is alleen te wijten aan onkunde over de werkelijke oorzaken van verschijnselen.’
Het lijkt op de uitspraak van Voltaire: ‘we noemen iets toeval wanneer we de werkelijke oorzaak niet kennen. Misschien heeft Voltaire (1694 – 1778) Spinoza wel gelezen.
‘Als er iets in de natuur zou gebeuren dat in strijd zou zijn met haar universele wetten, zou dit noodzakelijkerwijs ook in strijd zijn met het besluit en verstand en de natuur van God. God handelt dan in strijd met zijn eigen natuur. Er is niets ongerijmder dan dat.’
Zo stellig als Spinoza over wonderen spreekt zou ik het niet durven zeggen. Bij mij blijft daarover altijd nog een kiertje onzekerheid maar bij mij valt God dan ook niet samen met de natuur.

Meer dingen die mij zijn opgevallen:
De ontkenning van de ‘uitverkorenheid’ van het Joods volk. ‘hun uitverkiezing was tijdelijk en voorwaardelijk, en hun koninkrijk bestaat allang niet meer.’

Hij was verontrust over de manier waarop de Schrift werd vereerd. Men koesterde meer ontzag voor de opgetekende woorden dan voor de boodschap die ze wilden uitdragen.
Dat is mij uit het hart gegrepen. Wanneer mensen het hebben over Gods ‘onversneden’ of ‘onfeilbare’ woord en dat het ‘recht gesneden’ moet worden dan gaan ook bij mij alle alarmbellen af. Dan wordt de Schrift meer vereerd dan de Gever.
Spinoza ontkende de onsterfelijkheid van de ziel. Zelf ben ik daar weer iets genuanceerder in.
Wat betreft eeuwige beloning of straf: dat is iets waarmee de religieuze leiders hun kudde in bedwang houden.

En ja, jammer zijn ideeën over vrouwen. ‘Vrouwen moeten van de regering worden uitgesloten vanwege hun natuurlijke zwakheid.’[..]’Men mag gerust beweren dat de vrouwen van nature geen rechten hebben gelijk aan de mannen, en dat het dus niet mogelijk is dat beide geslachten samen regeren, nog veel minder dat mannen door vrouwen geregeerd worden.’ (p 442)

Echt hoor, hij had een slimme vrouw moeten hebben.......





dinsdag 9 februari 2016

Jakob - Jozef - Job………..e.a.


Een serie lezingen aan de Erasmusuniversiteit leveren flink wat eye-openers op met betrekking tot de verhalen in de Bijbel. En ik heb er nog maar twee gehad van de zes.
Het is de bedoeling van deze lezingen om te proberen lijnen te trekken door de Bijbel heen.
Dus in plaats van het zich focussen op één of een paar teksten zoals tijdens de zondagse kerkdienst, uitzoomen en kijken waar overeenkomsten/verschillen zitten.
De lezingen worden gegeven door dhr. Sijbolt Noorda, theoloog en onder het vele andere werk wat hij doet en gedaan heeft was hij ook voorzitter van de Begeleidingscommissie die de supervisie had over de totstandkoming van de Nieuwe Bijbel Vertaling in 2004.
Daar lezen we dan ook uit al grijpt hij regelmatig terug naar de Staten Vertaling.
Dat blijft kennelijk toch een bijzonder stuk ‘vakmanschap’.

Hele grote stukken uit de Bijbel ‘moeten’ we lezen en daarbij vallen je dan opeens weer allerlei dingen op.
Jozef bijvoorbeeld was 17 jaar toen zijn verhaal begon. (Gen 37: 2)
Huh? Een Godsgetal!
Eén van de Godsgetallen: 17 en 26 (en het zevende priemgetal)
Ik moest weer even zoeken waarom dat ook alweer was:
De getalswaarde van de naam JHWH is 26: 10 + 5 + 6 + 5.
De som van de cijfers is 17. (0 = niets)
Na de aartsvader Jakob was het spreken met God even over.
Je leest nergens van Jozef dat hij met God spreekt. Maar God was met hem. Ik denk dat het al aangeven wordt met die leeftijd.

Vorig jaar heb ik zelf al eens een flink aantal overeenkomsten tussen Jozef en Jezus
Nu leerde ik het overeenkomstige thema met Esther en Daniel.
Verhalen in een migratiesituatie waarbij de hoofdpersonen een hoge functie bereiken en daarmee heilzaam zijn voor hun volk.

Wat ik ook een eye-opener vond is het verhaal van Jozef met de vrouw van Potifar.
Een heel vreemd verhaal voor die tijd omdat een slaaf het eigendom was van zijn meester/ meesteres.
Slaven hadden hun meesters maar te gehoorzamen.
Jozef weigert echter om in te gaan op de avances van zijn meesteres.
Hij gebruikt dan de woorden(HSV):
‘Zie, mijn heer neemt, met mij naast zich, geen kennis meer van wat er in dit huis gebeurt, en alles wat hij heeft, heeft hij in mijn hand gegeven. Niemand heeft meer aanzien in dit huis dan ik; en hij heeft mij niets onthouden dan alleen u, omdat u zijn vrouw bent.
Hoe zou ik dan dit grote kwaad kunnen doen en zondigen tegen God?’
Het cursieve doet sterk denken aan het paradijsverhaal waarin Adam en Eva niets onthouden wordt dan alleen het eten van die ene boom. Jozef weigert om in de zonde te vallen en zet daarmee die fout weer recht.
Zelf weer verder denkend: wanneer Jozef inderdaad het beeld neerzet door op deze manier de fout van Adam en Eva recht te zetten is de overeenkomst met Jezus ook weer gemakkelijk gemaakt.

Die Bijbel wordt steeds fascinerender. Van geen enkele cultuur is er zoveel aan verhalen overgebleven maar dat komt ook omdat de verhalen niet zomaar verhalen zijn maar composities.
Om ze, in eerste instantie mondeling, te kunnen overleveren moesten ze zo gecomponeerd worden dat mensen ze konden onthouden zoals nu bijvoorbeeld een begaafd pianist uit zijn hoofd het derde pianoconcert van Rachmaninov foutloos kan laten horen.
Er zijn de repeterende verhalen van hongersnoden; van Abraham die Sara als zijn zus voorstelt in Egypte. Later doet Izaäk hetzelfde met Rebecca.
Repeterende kinderloosheid. Repeterende rivaliteit tussen broers.
Ook al verschillen de culturen en economieën; de menselijke trekken van afgunst, jaloezie, controle willen hebben en houden enz. zijn altijd en overal hetzelfde.
Dat ook maakt die Bijbel zo actueel en waardevol.



Disclaimer:
Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat dhr. Noorda allemaal vertelt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los.