Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

woensdag 17 februari 2016

Spinoza


Geschreven door Steven Nadler in 1999 en ooit heb ik dit boek op de kop getikt op een tweedehands boekenmarkt.
Ik las de derde druk uit 2005 en dan blijkt het ook nog eens het meest gerenommeerde werk over Baruch de Spinoza te zijn.
Dat is terecht: 27 pagina’s met geraadpleegde literatuur en bijna 50 pagina’s met voetnoten. Het was een hele kluif.
Heel getrouw wordt de aanloop, omgeving en het politieke klimaat in Amsterdam (en Nederland) beschreven waarin Spinoza opgroeide, net als zijn vriendenkring en allen die invloed op hem uitoefenden.
Soms een beetje speculatief naar mijn idee wanneer er vaak de woorden ‘waarschijnlijk’, ‘het zou kunnen’ en ‘mogelijk’ worden gebruikt. Dat maakte het lezen van dit boek er echter niet minder om.
Van deze grootste Nederlandse filosoof wist ik niet zo veel. Alleen dat hij Joods was en pantheist.

Spinoza is geboren in 1632 in Amsterdam uit Portugees, Sefardisch Joodse voorouders. Het was een gezin met vijf kinderen.
Zijn vader was van een koopmansgeslacht en Baruch werd geacht zijn vader daarin op te volgen.
Het liep allemaal iets anders. Slim, veeltalig en religieus opgevoed werd Baruch in 1656 uit de synagoge gezet toen hij 23 jaar oud was. Hij wilde zich niet meer houden aan de traditionele regels en wetten en las teveel fouten in de Thora om het als een Goddelijk geschrift te erkennen.
En hij ontwikkelde een ‘ketters’ Godsbeeld. Zeker voor die tijd.
Spinoza is een voorloper van de historisch- kritische- methode om de Bijbel te bestuderen.
Hij leidde na de uitzetting (cherem) een teruggetrokken leven in Rijnsburg, Voorburg en Den Haag en verdiende de kost door lenzen te slijpen. Niet getrouwd, geen kinderen en stierf arm.
De belangrijkste werken die hij schreef waren de ‘Ethica’ (na zijn dood uitgegeven) en ‘Tractatus- Theologico-politicus’ . (werd in 1674 verboden)
Descartes en Hobbes hadden grote invloed op hem en soms was hij kennelijk moeilijk te volgen omdat men niet wist of hij nu Descartes citeerde of het zelf had bedacht.

Wat wil Spinoza?
De waarheid leren kennen. En dan voornamelijk als rationalist.
Ware kennis is de waarheid omtrent God, de natuur en onszelf; omtrent de maatschappij, de godsdienst en het leven.
Die ware kennis wil hij ontdekken en bewijzen. (p. 289)
Met gevoel en passies heeft hij niet zo veel, gevoelens worden teveel gemanipuleerd door de geestelijken en passies kunnen door de ratio worden overwonnen.

‘Onder God versta ik het volstrekt oneindige wezen, dat wil zeggen een substantie, uit een oneindig aantal attributen bestaande, waarvan ieder voor zich een eeuwig en oneindig wezen uitdrukt.
substantie = dat wat op zichzelf bestaat en uit zichzelf moet worden begrepen.
attribuut = datgene , wat het verstand opvat als uitmakende het wezen van een substantie.’
(p. 289)
Er is slechts één substantie in het universum, namelijk God, en alles wat bestaat, bestaat in God.
Zo ziet Spinoza God met de natuur samenvallen al vereenzelvigt hij God er niet mee. (p.420)
‘[..]Of wij kunnen zeggen dat alles geschiedt volgens de wetten van de natuur, of dat alles door Gods besluit en leiding beschikt wordt, wij zeggen hetzelfde.’ (p. 345)
Lastig te begrijpen maar:
God is liefde, is de liefde dan Goddelijk? Kunnen we liefde als God vereren?
Net zo min kunnen we naar mijn mening de natuur als God vereren.

Met zijn onvrije wil en deterministische denken kan ik wel heel goed uit de voeten.
‘Er bestaat in de geest geen onvoorwaardelijke of vrije wil; doch de geest wordt genoopt dit of dat te willen door een oorzaak, die eveneens door een andere oorzaak bepaald is, en deze wederom door een andere, en zo tot in het oneindige.’

Wat minder heb ik met zijn ongeloof in doelgerichtheid.
‘Wie aanneemt dat God of de natuur handelt om doeleinden te bereiken – wie doelgerichtheid ziet in de natuur – vat de natuur geheel verkeerd op en keert deze ondersteboven door de uitwerking aan de werkelijke oorzaak vooraf te laten gaan.’
Wat ik al eens meer schreef: wanneer er geen doelgerichtheid te bespeuren valt in de natuur hoe komen wij, mensen dan aan het idee van zingeving? Waarom stellen we ons doelen. Dat zou dan toch een heel raar verschijnsel zijn wanneer dat nergens in de natuur voorkomt?
Hoe komen we dan überhaupt aan dat idee?

Spinoza heeft niet veel op met de gereformeerde predikanten: ‘het al te grote gezag en de brutaliteit van de predikanten is de grootste bedreiging voor de vrijheid om te zeggen wat we
denken.’
Zo schreef hij aan zijn vriend Oldenburg. (p. 344)
Dan moet ik wel grinniken. De tijden zijn veranderd. Mensen zijn mondiger geworden en zelfs ik durf tegen predikanten in te gaan.
‘En geloof in wonderen is alleen te wijten aan onkunde over de werkelijke oorzaken van verschijnselen.’
Het lijkt op de uitspraak van Voltaire: ‘we noemen iets toeval wanneer we de werkelijke oorzaak niet kennen. Misschien heeft Voltaire (1694 – 1778) Spinoza wel gelezen.
‘Als er iets in de natuur zou gebeuren dat in strijd zou zijn met haar universele wetten, zou dit noodzakelijkerwijs ook in strijd zijn met het besluit en verstand en de natuur van God. God handelt dan in strijd met zijn eigen natuur. Er is niets ongerijmder dan dat.’
Zo stellig als Spinoza over wonderen spreekt zou ik het niet durven zeggen. Bij mij blijft daarover altijd nog een kiertje onzekerheid maar bij mij valt God dan ook niet samen met de natuur.

Meer dingen die mij zijn opgevallen:
De ontkenning van de ‘uitverkorenheid’ van het Joods volk. ‘hun uitverkiezing was tijdelijk en voorwaardelijk, en hun koninkrijk bestaat allang niet meer.’

Hij was verontrust over de manier waarop de Schrift werd vereerd. Men koesterde meer ontzag voor de opgetekende woorden dan voor de boodschap die ze wilden uitdragen.
Dat is mij uit het hart gegrepen. Wanneer mensen het hebben over Gods ‘onversneden’ of ‘onfeilbare’ woord en dat het ‘recht gesneden’ moet worden dan gaan ook bij mij alle alarmbellen af. Dan wordt de Schrift meer vereerd dan de Gever.
Spinoza ontkende de onsterfelijkheid van de ziel. Zelf ben ik daar weer iets genuanceerder in.
Wat betreft eeuwige beloning of straf: dat is iets waarmee de religieuze leiders hun kudde in bedwang houden.

En ja, jammer zijn ideeën over vrouwen. ‘Vrouwen moeten van de regering worden uitgesloten vanwege hun natuurlijke zwakheid.’[..]’Men mag gerust beweren dat de vrouwen van nature geen rechten hebben gelijk aan de mannen, en dat het dus niet mogelijk is dat beide geslachten samen regeren, nog veel minder dat mannen door vrouwen geregeerd worden.’ (p 442)

Echt hoor, hij had een slimme vrouw moeten hebben.......





Geen opmerkingen:

Een reactie posten