Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 28 april 2016

Chiliasme


Soms is het prettig wanneer je met je neus weer eens op bepaalde Bijbelgedeelten wordt gedrukt.
De vage beelden die ik had worden dan weer van stal gehaald en bijgeschaafd en het prikkelt tot verder denken.
Over het chiliasme heb ik al wel veel nagedacht en er veel over gelezen.
Maar nog nooit is er een theorie geweest waarvan ik dacht: ha, dat klopt als een cryptogram.
Omdat ik denk dat het allemaal ná mijn tijd op aarde gaat gebeuren laat ik het ook meestal voor wat het is. Jezelf voorbereiden op het stervensproces is realistischer dan te hopen op de ‘escape’ van een mogelijke ‘opname’.

Waar hebben we het over.
Chiliasme of Millenialisme: de leer van het duizendjarige vrederijk.

Wanneer komt dat? Of is het er al? Of is het al geweest?
Komt Jezus daarvóór terug of daarna?
Willem Ouweneel is overtuigd pre-millennialist en leest en verklaart de Bijbel dan ook met deze hermeneutische bril. Op een dag is er de opname; Jezus komt de gelovigen ophalen. (Pré/vóór ‘het duizendjarige rijk’) Beschreven in 1 Kor. 15 v.a. vs. 51 en 1 Thess. 4 v.a. vs. 13. Vervolgens breekt een grote verdrukking aan van zeven jaren. Gebaseerd op de boeken Daniel en Openbaringen. Zie de linkjes onder. *
Vervolgens komt Jezus voor de tweede keer terug en breekt dat duizendjarig vrederijk aan, daarna moet de satan nog even worden losgelaten en worden vernietigt en dan breekt de ‘olam haba’ aan: de nieuwe wereld.
Alles is zeer geschematiseerd.
Post –chiliasten /millennialisten geloven in Christus terugkomst ná dat duizendjarige vrederijk.

In alle gelovige (puber)werelden spelen deze vragen. Mijn zoektocht begon op zestienjarige leeftijd met het boek van Bavinck: ‘En voort wentelen de eeuwen’. Ik herinner me dat ik het nogal moeilijk vond. Ik herinner me ook verjaardagen bij mijn grootouders waar de oudooms met elkaar spraken over de boeken van Hal Lindsey,
omgeven door een dikke Agio-sigaren-walm in de opkamer waar wij anders nooit mochten komen. Ernstige disputen werden daar gehouden diep weggezakt vanuit grote groene fauteuils. Er zaten ook een paar theologen in mijn voorgeslacht. Pieter Honkoop was getrouwd met de oudste zus van mijn opa. Oké, dit was een klein nostalgisch zijpaadje.

Ik weet niet of de basisovertuigingen die ik nu heb wel kloppen maar ze blijven in mijn geest hangen.

1. In praktische alle theorieën die ik hierover gelezen heb wordt het duizendjarig vrederijk letterlijk genomen. Daar beginnen voor mij de twijfels al. Waarom zou je die duizend jaar letterlijk nemen in een boek wat bol staat van de symboliek. Over het duizendjarig (vrede)rijk wordt helemaal nergens gesproken, over vrede ook niet. Wel over heersen en regeren. Het gaat over de duizend jaren. Een reden te meer om het niet letterlijk te nemen. Het is gewoon een zeer lange tijd. 10x10x10. Het kan ook hoogte breedte en diepte betekenen. Het is allesomvattend.
Het is in ieder geval de tijd dat satan gebonden is.

2. Volgens mij is op Golgotha zijn kop vermorzeld. Het brein. De Overwinning is daar door Christus behaald.
Dat lijkt mij een aardige binding voor de satan.
Wij weten toch niet hoe de wereld er uit zou zien wanneer satan nog de vrije hand zou hebben?
Zijn ‘ledematen’ zijn echter nog in beweging als de armen van een Octopus. Misschien kan ik beter zeggen: het slangenzaad is nog in beweging. Maar die hebben geen leiding meer; ze doen maar wat. De volkeren kunnen niet meer georganiseerd worden misleid. Dat komt later nog één keer.

3. Ik denk dat de tijd van het einde begonnen is met de uitstorting van de Heilige Geest. Toen brak er een periode aan in de wereldgeschiedenis die nog nooit eerder is vertoond.
Deze Geest houdt de grootste ellende tegen. Deze Geest biedt ons een ontsnappingsmogelijkheid /vrijheid in Christus. Ik denk dat dát de duizend jaren zijn.
In deze tijd moeten we het kwade overwinnen door het goede te doen. Dat kúnnen we ook met behulp van die Geest. Zo maken we stukje bij beetje dat koninkrijk van God meer en meer zichtbaar.
Op ‘kleine’ schaal in allerlei ‘haardjes’ op de wereld gebeurt dat ook. Als olievlekjes.
Via de media krijgen we een heel andere indruk maar wanneer ik nuchter nadenk dan zijn er op deze wereld ook miljoenen mensen die in vrede leven.

4. Dan is er die grote verdrukking.
Die komt denk ik nog. Dat is n.m.m. de tijd dat de satan nog voor een ‘kleine tijd’ ontbonden moet worden. Zijn laatste stuiptrekkingen. Tot zijn tijd vol is. Zeven jaar geeft een volheid aan.
Het is interessant dat Paulus (?) in zijn brief aan de Thessalonicenzen (2 Thess 2:7) schrijft dat er iemand is die ‘de mens der wetteloosheid’ tegenhoudt. Wanneer deze is verdwenen, wordt de wetteloze geopenbaard. Er is er maar één die instaat is om die mens der wetteloosheid kan tegenhouden dus logisch gezien lijkt het mij dat de Heilige Geest hiermee wordt bedoeld.
Wanneer deze Zich terugtrekt breekt de hel pas goed los.
De Heilige Geest woont in de gelovigen, dus gelovigen verdwijnen dan ook. Of dat plotseling gebeurt of langzaam aan weet ik niet. Ik vermoed langzaam.

In ieder geval worden die ‘zeven jaren’ in periodes hier beschreven:
Daniël 7:25 ; 9:27; 12: 7; 12:11; en Openbaring 11:2 en 11: 3; 12: 6 en 13: 5

Films als ‘Left Behind’ spelen in op zo’n plotselinge gebeurtenis. Ik vraag me af of dat klopt, ik hou niet zo van dergelijke films. Ik ben bang dat het mijn denken over deze zaken teveel beïnvloed.
En of ik nu behoor tot pré – post- of á- millenialist weet ik ook niet en interesseert me eigenlijk weinig.


* Helaas merk ik bij het uitproberen van de linkjes dat ze niet precies op de juiste plaats in de Bijbel belanden.
Wat is dat toch met die bijbels online?

dinsdag 26 april 2016

Bestaat er een God?


Via geloofstoerusting.nl is een debat te bezien en te beluisteren tussen Emanuel Rutten, wiskundige en filosoof en Herman Philipse, filosoof over ‘Bestaat er een God?’, gehouden op 14 april in Utrecht.

Ik hou wel van die debatten. Wat hieronder volgt is een samenvatting.

Herman Philipse beet het spits af. Hij spreekt altijd over gloven en onglovig.
Dat klinkt zo sjiek.
Hij wierp de vraag op of God niet eerst moet worden gedefinieerd. Over welke god hebben we het eigenlijk? Want in de Hindoe tradities kennen ze wel 330 miljoen goden!
Hoe oud is dit universum? Volgens bisschop James Ussher ontstond het universum 4004 BC terwijl in de hindoetraditie dat 156 triljoen jaar geleden is geweest.
Wat achtergrond kennis: Hoe oud is de mensheid? Wanneer ontstonden godsdiensten die allemaal polytheïstisch waren.
Neanderthalers hadden al een godsdienst: 300.000 jaar gelden dus al.
Pas onder Amenhotep IV (Akhnaton) in Egypte (1344 BC )was er voor het eerst een monotheïstische godsdienst. (Ik denk dat de joden in 1400 BC uit Egypte zijn vertrokken)
Dat roept de vraag op waarom een oneindig goede, machtige en alwetende god die zegt de mensheid lief te hebben, zich zolang verborgen weet te houden?
‘Argument from Divine Hiddeness’.
Hoe is de overgang van polytheïsme naar monotheïsme te verklaren? En hoe plausibel is een monotheïstische uitzonderingspositie?
Hoe is het polytheïsme te verklaren? Niet doordat die goden zich openbaarden.
De beste verklaringen voor religieuze overtuigingen zijn: óf het zijn naturalistische menselijke illusies óf het zijn naturalistische menselijke illusies....... behalve de Christelijke. En hoe plausibel is dat?
Hume: stel je bent polytheïstisch en je strijdt tegen een groep die ook polytheïstisch is. Je glooft dat de slimste god de strijd zal bepalen. Verdere overdrijving van de kennis van de goden is dan handig......oneindig machtig/oneindig goed/ oneindig groot is dus de beste god.
Het draait om groepscompetitie.
We hebben geen goden nodig om het bestaan van goden te verklaren.
Zijn er overtuigende bewijzen voor Gods bestaan? Nee.

Emanuel Rutten ging hierop in met te weerleggen dat er geen bewijzen zijn voor het bestaan van God. Bewijzen doe je in de wiskunde. In de filosofie wordt gewerkt met argumenten.
Het theïsme is de meest redelijke positie, dat kun je beargumenteren maar verder niet.
In onze tijd zijn de klassieke argumenten sterk verbeterd en zijn de oude filosofen weerlegd en zijn er nieuwe argumenten bijgekomen. Deze nieuwe argumenten maken gebruik van de ontdekkingen in de wetenschap.
Een definitie van God: een zelfbewust wezen dat geldt als eerste oorzaak van de werkelijkheid. Dat wezen is zelf onveroorzaakt. Geen twee want dan zou er toch één de eerste moeten zijn – dat wordt een causale cirkel – een logische tegenspraak. Dit verwierp Philipse later.
Als er een eerste oorzaak bestaat is deze ook uniek.
Deze oorzaak zou materialistisch kunnen zijn, dan hebben de materialisten gelijk. Het zou informatie kunnen zijn dan hebben de Platonisten gelijk of het is een bewustzijn, een zelfbewust wezen.
Wie dat zou zijn is een vervolgvraag en nu even niet aan de orde.
De eerste oorzaak is een zelfbewust wezen.
drie argumenten:

1. Kosmologisch argument
1e premisse: alles wat bestaat heeft een ontstaansoorzaak. Want uit niets kan niets ontstaan
2e premisse: het universum is begonnen te ontstaan, daar is consensus over in de wetenschap. (Dit verwierp Philipse later tot groot ongenoegen van Rutten.)
conclusie: Er moet een ontstaansoorzaak zijn van de kosmos.
De ontstaansoorzaak van de kosmos moet dan ook de ontstaansoorzaak zijn van alle tijd, ruimte en materie.
Niets veroorzaakt zichzelf dus moet de ontstaansoorzaak zich buiten alle ruimte, tijd en materie bevinden. Er zijn twee opties voor een dergelijke entiteit: ofwel abstracte objecten, bijvoorbeeld getallen maar zij veroorzaken niets. Ofwel een transcendent bewustzijn als grond/arche voor de kosmos. Die kun je met recht ‘God’ noemen.

2. Het Finetuning argument (of Antropisch Principe)
In de natuurkunde ontwikkelen we mathematische modellen van de kosmos. Daarin komen allerlei constanten voor. Bijvoorbeeld gravitatieconstanten, zwakke en sterke kernkracht constanten.
Die moet je meten. De uitkomsten kun je doorrekenen en dan kun je een beschrijving maken van ons universum.
Men is eens aan die getallen gaan sleutelen om te kijken welk universum dat zou opleveren. Wat bleek: er zou geen universum ontstaan waarop leven mogelijk zou zijn wanneer er ook maar íets zou veranderen aan die natuurconstanten.
Hoe kunnen we dat verklaren?
Het kan toeval zijn, maar dat is niet redelijk. Het kan noodzakelijk waar zijn, dat is niet redelijk. Er zou een multiversum kunnen zijn en in één daarvan zouden de getalletjes precies kunnen kloppen maar dat is ook niet geloofwaardig. (en daar schijnen andere problemen aan vast te zitten.)
Redelijke optie: we hebben die waarden omdat die gewíld zijn opdat er leven zou zijn. Dat verwijst naar een intentionele Wills Act. Een Wills Act van een bewustzijn die deze getalletjes gewild heeft en dat verwijst naar een transcendent bewustzijn dat geldt als grond en oorzaak van de kosmos.

3. Het Modaal Epistemisch argument (dit heeft hij zelf ontwikkeld)
1e premisse: als iets mogelijk waar is, is het kenbaar
2e premisse: het is onmogelijk om te weten dat God niet bestaat.
God bestaat.
Je kunt niet weten dat God niet bestaat; dan bestaat Hij want: zou hij niet bestaan dan zou dat mogelijk zijn en dus kenbaar maar dat was niet kenbaar. God bestaat.
Omdraaien gaat niet: Je kunt wel weten dat God bestaat. Het is namelijk mogelijk dat als God bestaat, God zelf het weet. Dat is niet onmogelijk dus mogelijk, dus kenbaar.

Pfffffffft..........

Het derde deel, het echte debat vond ik warrig. Het geluid werkte ook niet optimaal al werd het op 30 min, toen het ging over de Finetuning, nog wel even interessant. Naar mijn mening was Philipse niet op zijn best. Hij moet het afleggen tegen de jongere en snellere geest van Emanuel Rutten.
Ik heb mijzelf serieus af zitten vragen of ik bevooroordeeld ben om dat Emanuel christen is en Herman niet en hij ook nog eens badinerend doet over God. Maar ik geloof het niet.



maandag 25 april 2016

Rachel en De Geheime Newton



.........of het mysterie van de liefde
Geschreven door Geert Kimpen (1965) in 2011. Ik las een digitale editie naar de eerste druk. Ooit las ik van hem ‘de Kabbalist’ maar ik moet eerlijk bekennen dat er niets van is blijven hangen.
Dit is een spannend boek, een echte ‘pageturner’. Je wilt alleen maar weten hoe het afloopt. Een boek waarvan heel duidelijk is dat het geschreven is om er eventueel een film van te maken.
Een boek en/of een film zonder seks verkoopt niet. Dat heeft Kimpen ter harte genomen.
Maar helaas is dat naar mijn mening de zwakte. De ‘geesten’ zijn van onze tijd en ook wat taalgebruik betreft speelt het niet echt in 1600. Tenminste: ik geloof niet dat het woord ‘zakkenwasser’ in het vocabulaire van die tijd, in Praag thuishoort.


Vóór in het boek een mooie quote van Antoine de Saint- Exupéry (van ‘le Petit Prince’):
‘De ervaring leert ons dat liefde niet bestaat uit het naar elkaar kijken van twee mensen. Maar het samen in dezelfde richting kijken.’
Grappig: volgens C.S. Lewis is dat laatste dan vriendschap.
Ja, we zijn met een groepje zijn boek ‘de vier liefdes’ aan het bestuderen. Bij Eros kijken mensen naar elkaar.
Wel, ik denk dat het in een goede relatie juist om de combinatie gaat. Dat maakt die liefde dan ook exclusief.

In het kort: De katholieke priester Thaddeus in Praag heeft zo zijn eigen ideeën over een vernieuwd Messias-schap en gaat met zijn verwrongen geest zijn dromen najagen. Daarbij is een joodse maagd onontbeerlijk.
De schrijver, met kabbalistische trekjes maakt gebruik van apocriefe geschriften en de legende waar Harry Mulisch in zijn ‘de Procedure’ ook al gebruik van maakte: de legende van het maken van een golem door de kabbalistische rabbi Löw, in dit boek rabbi Loew.
Een paar quotes:
‘Ze kon niet houden van een kunstenaar die in naam van zijn eigen werk, hoe mooi ook, geen ontzag meer had voor het ultieme kunstwerk, de mens. Alleen een mens die bereid was alles op het spel te zetten om een ander mens te redden, was een werkelijke kunstenaar. Een levenskunstenaar.’

‘De Messias persoonlijk maken is voor Joden net zo dwaas als God als een persoon...of een koning voorstellen, ‘zei de rabbi voorzichtig. ‘God is geen wrede tiran daar ergens in de hemel die ons laat lijden, die offers nodig heeft, die wraakzuchtig is. Daarom spreken wij de naam van God nooit uit. We doen hem tekort als we hem in een naam proberen te vatten omdat er niets is wat hij niet is.’
Let op: God is geen wrede tiran [..] er is niets wat Hij niet is.

‘Niemand zal geïnteresseerd zijn in hoeveel je hier op aarde hebt verdiend, alleen in hoeveel mensenlevens jij het verschil hebt gemaakt’.

En soms moest ik ook grinniken:
‘De rabbi hield zich in om de gebeurtenissen niet te bot te vertellen. Natuurlijk wist hij als geen ander dat de mens het onvolmaakte kroonstuk van de schepping was die op aarde kwam om zichzelf te vervolmaken. Maar zo onvolmaakt als Michael hoefde toch ook weer niet, verweet hij in een snel gebed de Schepper.’

Conclusie: een boek dat leest als een trein maar ik verwacht dat het niet lang zal blijven hangen. Allerlei theorieën over Maria kende ik al dus die schokken mij niet meer zo.
Tijdens het lezen verwachtte ik dat die Golem zijn schepper Loew zou vermoorden. Dat doen creaties van mensen soms. Zie ‘de procedure’ van Mulisch en bijvoorbeeld het monster van Frankenstein. Het is een terugkerend thema in de literatuurgeschiedenis.
Dan komt ook weer in gedachten de uitroep van de rondrennende dwaas van Nietzsche: ‘God is dood en wij hebben hem vermoord.’
Wij, zijn creaties hebben Hem al een keer vermoord en we vermoorden Hem nog steeds als we niet opletten en alleen onze eigen wil en dromen najagen.


Uit 2008
Tsja......ook zo’n boek waarvan ik denk: wat is er van wáár.
Dan word ik nieuwsgierig naar de bronnen die, zo schrijft hij, te vinden zijn op zijn website.
Helaas kan ik die daar niet vinden; wel veel brieven van esoterische tantes.
Veel aandacht voor de alchemistische kant van Newton, maar dat kun je verwachten van een kabbalist. Verder heb ik dezelfde kritiek als bij Rachel: de geest van het boek is van deze tijd.
In míjn geest botst dat.
Het voordeel van dit boek is dat ik nu een beetje weet hoe het leven van Isaac Newton in elkaar stak. En dat hij geloofde op basis van berekeningen dat de wereld ophoudt te bestaan in 2060.
Tegen die tijd zal hij nog wel meer in de belangstelling komen. De rest zal net zo snel uit mijn geest vervliegen als de eerdere boeken die ik van Kimpen las.


vrijdag 22 april 2016


Deze dagen wordt er een synode van de PKN gehouden met nieuwe plannen voor de toekomst.
‘Waar een Woord is, is een Weg’. Mooi gevonden.
Er wordt al druk over geschreven in allerlei kranten.

In de Trouw van dinsdag 19 juli regeren mensen uit het Evangelisch Werkverband. Zij zijn het eens met de plannen en Ilonka Terlouw wil graag, behalve de gesprekken over de inhoud ook juist een grotere ’just-DO-it- mentaliteit’ in de kerk.
Jammer.
Ik pleit voor een grotere ‘just-BE-it’.

dinsdag 19 april 2016

Jezus van Nazaret


Geschreven door Paul Verhoeven in 2008.
Jawel, de regisseur van verschillende films waar je niet altijd even vrolijk van wordt. Dat kan ook aan mij liggen want ik hou niet van Nederlandse films. Bijna altijd zijn ze banaal en platvloers.
Als vakman is hij ongetwijfeld een goede.
Waarom een boek over Jezus?
Heel zijn leven is Paul al geïnteresseerd geweest in de figuur van Jezus. Op een dag wil hij een film over hem maken. Voorlopig moeten we het even met een boek doen.
Ik las een digitale versie en dat was in dit geval – met de vele, vele voetnoten achterin – niet handig.
Vanwege zijn interesse is hij in Amerika lid geworden van het prestigieuze ‘Jezus Seminar’.
Een groep theologen, exegeten en wetenschappers die twee keer per jaar in Californië bij elkaar komen om dit onderwerp te bespreken.

Paul is geïnteresseerd in Jezus als mens. Dus ontvangen door de Heilige Geest kan niet. Over water lopen ook niet. En Lazarus is evenmin als Jezus opgestaan uit de dood.
Alles wat niet zonder trucs valt uit te beelden in een mogelijk film is niet echt gebeurd.
Enigszins simplistisch lijkt mij.
Dat neemt niet weg dat Paul de stukken uit de Bijbel die over Jezus gaan weer eens stukken beter heeft gelezen dan menig christen. Als filmmaker, zo stel ik mij voor, heeft hij dan meteen een beeld bij de verhalen en dan loopt hij wel eens vast zoals ik als gewone huisvrouw ook wel eens vast loop.
Hij komt dan ook tot curieuze conclusies bij de verschillende verhalen. Conclusies die het zeker waard zijn om eens te overdenken los van alle voorgekookte ideeën uit kinderbijbels en theologische geschriften.

Om een voorbeeld te noemen: het verhaal van de onrechtvaardige rentmeester. Luc 16: 1-15.
Er zijn gelijkenissen in Lucas die beginnen met woorden als: ‘er was een zeker rijk mens’ . Die gaan volgens Paul over de grote schurk Satan. Zo ook deze. En een heer die deze rentmeester prijst deugt ook niet.
Hij vergelijkt het met de geschiedenis van het bedrijf Enron.
Niemand zou de ceo’s prijzen om hun handig handelen. Het gaat hier over het tegenovergestelde van Gods Koninkrijk.
Dat de rijken er negatief af komen bij Jezus is wel duidelijk. Ook de ‘rijke jongeling’ werd ‘ledig heengezonden’. Verkoop je spullen en kom dan maar eens terug. Nee, Jezus had het niet echt op de rijken.
Zij konden het Koninkrijk van God nauwelijks binnenkomen. Kameel/ oog van de naald…

De schrijver is soms wel lastig te volgen: de ene keer neemt hij Marcus als chronologisch leidraad en later Lucas weer. Net hoe hij denkt dat het Jezus als mens is vergaan en zich heeft ontwikkeld.
Niet dat het allemaal onzin is maar wel vaak heel speculatief. Dat geeft hij zelf ook meerdere malen toe.
Verder gebruikt hij het woord overschilderen.
Net zoals schilders over dingen die hen niet bevallen gemakkelijk iets anders schilderen zo redigeerden ook de evangelisten soms hun teksten. Soms zit daar best wel wat in zoals in de verhalen van de broodvermenigvuldiging. Dat komt zes keer voor in de evangeliën.
Twee keer in Mattheus, twee keer in Marcus, één keer in Lucas en een keer in Johannes.
Omdat alle evangelisten dat verhaal hebben moet het waar zijn en grote indruk hebben gemaakt. Maar alleen al vijfduizend mannen voeden van vijf broden en twee vissen kan niet volgens Paul en ik denk dan: er moet een betekenis achter zitten; getallen in de Bijbel hebben altijd een betekenis.
Paul denkt dat de evangelisten het verhaal van Elisa als basis hebben genomen (2 Kon 4: 42 – 44.)
Als Elisa honderd man kan voeden met twintig gerstebroden en er ook nog overblijft dan kan Jezus, die belangrijker is dan Elisa zeker wel vijfduizend mannen voeden.
Maar volgens Paul aten de mensen daar voornamelijk vis. Het meer was dichtbij en vissers waren ook voorhanden.
Realistisch gezien zit daar wat in: ik heb met eigen ogen gezien vanuit een restaurant aan de oever van het meer dat een visser een bootje losmaakte, een eindje wegvoer en zijn net uitgooide. Nog geen twintig minuten later haalde hij het op en het zat vol met vis.
Maar hoe belangrijk is dat allemaal wanneer je gelooft dat achter die verhalen een diepere, geestelijk bedoeling zit?

Nog iets anders: het verhaal van de gang van Jezus naar Gethsémane is een parafrase van de gang van David wanneer hij op de vlucht slaat voor Absalom. (2 Sam 15 ev)
Koning David is Jezus (tjonge, wat raar = sarcasme van mijn kant), Ithai is Petrus, Achitofel is Judas enz. Dus de feiten van de evangelisten hebben nauwelijks historische relevantie.

Toch staat er ook zomaar ergens tussendoor: “Als zoiets als God bestaat, dan lijkt het er meer op dat het voor deze God onmogelijk is om in onze realiteit in te grijpen of zich zelfs maar in ons bestaan te verdiepen
(Maar ik hoop dat ik ongelijk heb).”


Een sterk punt vind ik zijn vraagtekens bij de opgestane Jezus. Hij vraagt zich af waar de ‘echte’ Jezus is gebleven. “Waar is de scherpte van zijn woorden, de intelligentie van zijn observaties, de humor van zijn knappe hyperbolen? Is dat dezelfde man die de prachtige parabels verzon, die de radicale vernieuwing van de joodse ethiek nastreefde?”
Na zijn opstanding komt hij niet verder dan: Raak mij niet aan, Raak mij aan, Vrede zij met jullie, Geef me wat te eten en Voel mijn wonden.
De enige reden die ik kan bedenken is dat Zijn werk erop zat. Het was volbracht.
Maar het klinkt wel zwak. Is het dat dan ook?

Conclusie:
Een interessant boek om kennis van te nemen. Wel met de nodige reserves.
Vooral ben ik gesterkt in het idee dat de Bijbel niet zomaar een boek is. Je moet het vooral met geestelijk ogen lezen. Met ‘Verlichte ogen des verstands’.
Dan zul je verrijkt worden.

vrijdag 15 april 2016

Aan de wijn


Zijn blik verleent me schoonheid,
en ik neem haar aan als de mijne.
Gelukkig als ik ben, slik ik de ster.

Ik laat toe dat hij mij verzint
naar het beeld dat in zijn ogen
wordt weerspiegeld. Ik dans en dans,
vleugels heb ik in overvloed.

De tafel is de tafel, de wijn de wijn,
in een glas dat een glas is en
staand op de tafel blijft staan.
Alleen ik ben hier verzonnen,
ongelooflijk hoe verzonnen,
verzonnen tot in vlees en bloed.

Ik zeg hem wat hij horen wil:
over de mieren die van liefde
sterven onder een pluisjesster.
Ik zweer dat witte rozen zingen,
als je ze met wijn besprenkelt.

Ik lach en buig het hoofd opzij,
voorzichtig alsof ik iets nieuws
heb bedacht. Ik dans en dans,
in een verbaasde huid, omhelzing
die me schept.

Eva uit een rib, Venus uit schuim,
Minerva uit Jupiters hoofd -
zij waren werkelijker dan ik.

Wanneer hij niet kijkt, zoek ik
aan de wand mijn spiegelbeeld.

En ik zie daar alleen de spijker
waaraan geen schilderij meer hangt.


Wislawa Szymborska (1923 - 2012)

Het begin en het einde van het gedicht, daar kan ik over blijven peinzen omdat ik er dingen in herken.
‘Aan de wijn’, vergelijkbaar met verliefd zijn. Zo heeft de dichtster dat ook – met een omwegje - bedoeld.
Een beetje aangeschoten; dan gedraag je je - als vrouw - op deze manier.

Hoe belangrijk is zo’n blik, die je schoonheid verleent, in een vrouwenleven en waarom is dat dan zo. En waarom werkt dat niet bij iedere man maar alleen bij die ene ( of enkelen)?
Waren de vroegere stratenmakers niet altijd uit op die 'klik'?
Waarom voel je je niet meer belangrijk wanneer hij ‘niet kijkt’ en waarom ondermijnt het zo mijn feministische trekje wat ik mij verbeeld te hebben.
Waarom is een vrouw zoals ze is...
Waarom begrijp ik eigenlijk zo weinig van het leven.





maandag 4 april 2016

Petrus en Thomas


Petrus en Thomas, twee discipelen van Jezus.
Tijdens een gesprek over een boek kwamen we op dit onderwerp en één van de aanwezigen stelde de vraag waarom Petrus na de opstanding door Jezus zo op de proef werd gesteld naar aanleiding van zijn verloochening terwijl de andere discipelen Jezus ook in de steek hadden gelaten en daar niet op werden aangesproken.
Denkendeweg werd Thomas eigenlijk ook apart aangesproken door Jezus.
Deze twee discipelen kregen een 'aparte' behandeling.
Waarom was dit?

Nog weer verder denkend want volgens mij zit achter elk Bijbelverhaal een diepere waarheid: Petrus was een zeer extraverte persoonlijkheid; Thomas mogelijk meer introvert maar zeker wel sceptisch en rationeel, gezien zijn uitlatingen van ‘eerst zien en dan geloven’.
Zou het kunnen zijn dat hier twee typen mensen als voorbeeld worden gesteld? Twee uitersten?
De impulsieve/ extraverte naast de sceptische/ introverte?

Aan Petrus werd drie keer gevraagd of hij Jezus liefhad. Was dat echt omdat hij hem ook driemaal had verloochend? Dat geloof ik niet zo.
Of wilde Jezus de nadruk leggen op het feit dat Petrus eerst moest leren nadenken voor hij iets zei. Hij had al zoveel impulsief geblaat.
Hij moest leren – zo denk ik – om niet zo klakkeloos op zijn (onderbuik)gevoel af te gaan. Hij moest leren om dat gevoel enigszins in balans proberen te brengen met zijn ratio.
Boeiend om te lezen is dat Jezus aan Petrus naar zijn liefde voor Hem vraag in de ‘agapè’ vorm (gevende liefde) en Petrus antwoord in de ‘philia’ vorm (vriendschappelijke liefde). Dit tot twee keer toe. De derde keer komt Jezus Petrus tegemoet en stelt de vraag voor de derde keer in de ‘philia’ vorm waarop Petrus ook weer in deze vorm antwoord. Kennelijk kon Petrus niet verder gaan dan dit en besefte hij dat zeer goed.

Bij Thomas, de schuchtere scepticus was het net andersom. Jezus, die allang wist wat er in hem omging komt ook hem apart tegemoet met de littekens in zijn handen en zijn zij.
Kom maar, voel maar, het is echt waar. Maar ...zalig zijn degenen die dit niet gezien hebben en toch geloven.
Zalig degenen die niet alleen op hun ratio/ verstand afgaan – want dan is het niet mogelijk - en toch zonder een greintje bewijs de geloofssprong durven te maken.