Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 27 februari 2015

Jozef - Jezus


Naar aanleiding een aantal preken over Jozef door onze dominee loop ik daar weer over te mijmeren. Als kind kon ik mij over dit verhaal verbazen. Het had overeenkomsten met Assepoester. Eerst heel erg geplaagd maar dan komt het zo goed met haar dat die akelige zusjes het nakijken hebben.
Zo ging het ook met Jozef en die nare broertjes.
Wat ouder verbaasde ik me nog meer. Waarom staat dit verhaal in de Bijbel? Hoe gecompliceerd allemaal. Heeft God die hongersnood niet kunnen voorkomen? Dan waren de gevolgen ook niet zo gecompliceerd geweest.
Wat een omwegen om een volk in het land Kanaän te laten wonen; als machtig Bestuurder kon je dat toch veel eenvoudiger aanpakken?
Totdat de diepere betekenissen zich aandienen.
Dan raak je helemaal niet meer uitgedacht.

Tussen Jozef en Jezus zijn zoveel overeenkomsten te vinden dat ik maar eens geprobeerd heb om ze op een rijtje te zetten.
Jozef was de eerste zoon van Rachel, Jezus van Maria
De betekenissen van de namen:
Jozef: JHWH heeft toegevoegd
Jezus/Jozua: JHWH is Redder/ Verlosser
moeder Rachel: ooilam
moeder Maria: bitter, weerspannig

De man van Maria is Jozef en zíjn vader heet volgens Mattheus ook Jakob ( Matt 1: 16; dat verschilt van Lukas)
Jozef was een zoon van een herder (Gen 37: 2);
Jezus was een zoon van een bouwvakker, maar eigenlijk van de Grote Herder en werd Herder (Joh 10: 14-16)
Jozef was geliefd door zijn vader en droeg een speciale kleurige mantel (Gen 37: 3)
Jezus was geliefd door de Vader, (Matt 3: 17) droeg een speciale mantel (Joh 19: 23) die veranderde in een kleurige/ purperen mantel. (Joh 19: 2)
Jozef werd door zijn vader erop uit gestuurd naar zijn broers: ‘Ik zoek mijn broers’ (Gen 37: 16).
Jezus werd door Zijn Vader gezonden (Joh 5:30) om te zoeken wat verloren was. (Lukas 19: 10, Matt 15:24)
Jozef werd miskend door zijn broers. (Gen 37: 19,20)
Jezus werd miskend door zijn broers. (Joh 1:11 e.a.)
Jozef werd verkocht voor 20 zilverlingen = 2x 10. (Gen 37: 28) door Juda
Jezus werd verkocht voor 30 zilverlingen = 3x 10* (Matt 26: 15) door Judas
Jozef begon zijn roeping op 30-jarige leeftijd en trok hel Egypte door. (Gen 41:46)
Jezus begon zijn roeping op 30-jarige leeftijd en trok heel Israël door.
Jozef werd vals beschuldigd. (Gen 40: 15)
Jezus werd vals beschuldigd. (Lukas 23: 1-4)
Jozef werd veroordeeld met twee anderen, Bakker en Schenker (brood en wijn). De één schuldig, de ander werd vrijgesproken. (Gen 40)
Jezus werd veroordeeld met twee anderen. De één schuldig, de ander werd 'vrijgesproken' (Lukas 23: 40-43)
Jozef werd onderkoning (Gen 41: 46) nadat hij in het derde jaar van zijn gevangenschap werd opgemerkt door de Farao. (Gen 41: 1)
Jezus werd verhoogd nadat Hij op de derde dag is opgestaan. (Ef 4: 10)
Jozef kon als onderkoning de toenmalige wereld voorzien van graan/ brood; in leven houden. (Gen 41: 57)
Jezus kan als Koning de hele wereld in ‘leven’ houden met het brood des levens. (Joh 6: 35)
Jozef vergeeft zijn broers. (Gen 45: 5)
Jezus vergeeft zijn broers. (Lukas 23: 34)

Vervolgens toekomstgericht:
Jozef ontving zijn broers. Ze zien Hem maar herkennen Hem niet totdat hij zich specifiek bekendmaakt. Daar zijn trouwens geen Egyptenaren/ heidenen bij. Die worden weggestuurd.
De Joden zien Jezus maar herkennen Hem niet. Wellicht duurt dat totdat Hij zich specifiek aan hen bekendmaakt. (Zach 12: 10, Openb 1: 7)

Waar ik over blijf puzzelen is de opmerking van Jozef wanneer hij zich bekend maakt aan zijn broers: ‘leeft mijn vader nog?’
Dat wist hij toch al uit de verhalen? Waarom dan toch de vraag stellen?


*2x 10 en 3x 10: twee is het getal van de vereniging (joden + heidenen?) en tien van een volle maat. Drie is het getal van de overtreffende trap (hoogste, grootste, uiterste) en die volle maat. Maar dit is een beetje speculeren.


donderdag 26 februari 2015

Bekering


Een gedicht van Gerrit Achterberg waar ik tegenaan liep en wat voor ontroering zorgt.
Zeker wanneer je wat meer weet over zijn achtergrond.



Gij hebt het hoog geheim doorbroken, Heere Jezus
Tussen ons en den Vader, naar Uw Woord
mogen wij zonder zonde zijn en nieuwe wezens
wat er ook in ons leven is gebeurd.

Ik deed van alles wat gedaan kan worden,
het meest misdadige - en was verdoemd.
Maar Gij hebt God een witte naam genoemd
met die van mij. Nu is het stil geworden,
zoals een zomer om de dorpen bloeit.

En moeten ook de bloemen weer verdorren:
mijn lendenen zijn omgord, mijn voeten staan geschoeid.
Uit Uwe Hand ten tweede maal geboren,
schrijd ik U uit het donker tegemoet.


Gerrit Achterberg (1905 - 1962)


woensdag 25 februari 2015

De Bijbel van Doré


Geschreven door Torgny Lindgren in 2005. Dit Zweedse werk is in het Nederlands vertaald in 2010 door Lia van Strien die hiervoor een beurs ontving van het Nederlandse Letterenfonds. Dat betekent, vermoed ik, dat ze het heel goed heeft vertaald. Of zo slecht dat ze bijgeschoold moet worden. Maar die kans acht ik kleiner. *grinnik*

Wanneer een schrijver boerderijen de namen geeft van Het Geluk, De Genade, De Zaligheid en de Verlossing en de 'stee' die het verste weg ligt, De Eeuwigheid noemt dan betekent het dat je langzaam en goed moet lezen. Alle zinnen kauwen en proberen te vinden wat er achter die zinnen nog zit.
De computer er weer naast om alle prenten van Doré en alle andere schilders die genoemd worden er bij te zoeken om zo het verhaal beter te begrijpen.
De hoofdpersoon is een man, een onnozele, een analfabeet en enig kind van betrekkelijk welgestelde ouders. Hij heeft een formidabel, zeer eigen geheugen.
Vanuit zijn grenzeloos optimistisch perspectief, inclusief groot ego - 'ik ben mijn leven lang geliefd geweest' - is het boek geschreven ehh........ gedicteerd aan een dictafoon Sony MZN 710.
Met de bisschop komt hij namelijk overeen dat hij als Doré- kenner een boek zal ‘schrijven’.
Zijn tekortkomingen zullen geen probleem zijn. ‘En een gebrekkig of moeilijk leesbaar of ronduit waardeloos manuscript vormt werkelijk geen belemmering.[..] U moest eens weten wat voor misbaksels en pulp we vrijwel dagelijks voorgeschoteld krijgen. Onder de helende handen van een bureauredacteur is vrijwel alles echter te fatsoeneren en op te poetsen tot glasheldere, schitterende literatuur!’
Dan moet ik wel grinniken.

Zijn vader is houtvester in het noordoosten van Zweden. En ‘heeft hem leren leven’. Van kinds af aan is hij door zijn grootvader – met gevriesdroogde hersenen - voorgelezen uit de wereldliteratuur. Ik herkende hints naar Kafka (landmeter K.) en Gunther Grass (Oskar). Ze hebben boeken en schilderijen bekeken. Zijn grootmoeder en zijn moeder bespeelden de piano zodat hij van de muziek ook van alles in zich opnam. Er speelt ook iets met een brief van zijn vader die hij niet openmaakt want hij kan wel raden wat erin staat. 'Vaderliefde gaat zo diep en is zo raadselachtig dat wij kinderen die nooit zullen begrijpen'
Dat er iets totaal anders in staat deert hem niet. De lezer des te meer.

Zijn naam, die hij vaak heeft moeten schrijven op allerlei documenten bestaat uit drie wilgen aan de Avabeek, een paar scherpe rotsblokken en twee lage, gebogen jeneverstruiken.
De bijbel van Doré speelt een grote rol in zijn leven. Wie was Gustave Doré?
“Hij was het die de Bijbel maakte “ legde ik uit. “Van begin tot eind. Hij maakte de stenen tafelen op de berg Sinaï en leidde het volk naar het beloofde land. Hij was het die Jericho liet instorten en de wereld door de zondvloed liet verdrinken. Hij zorgde ervoor dat Jezus in Bethlehem werd geboren, dat hij in de rivier de Jordaan werd gedoopt en dat hij zijn Bergrede hield en werd gekruisigd en ten derde dage opstond. Alles”.

Deze platen bijbel heeft hij helemaal in zijn hoofd zitten. (Pfffft, wat doet dat met een mens? Ik vind ze vaak afschuwelijk.) Gelukkig maar want op een dag raakt hij hem kwijt. Hij neemt zich voor om hem van begin tot eind na te tekenen; zijn levenswerk. ‘Vaak volgt het ene lijntje uit het andere. [..] Eén lijntje tegelijk. Zo gaat dat.’
Want ‘zijn Bijbel biedt stof voor een heel leven, ja zelfs meer dan dat’.
Het lukt hem en ‘uit genade’ vindt hij ook zijn eigen Bijbel van Doré in rood leren band weer terug.
Of de verteller zonder naam nu echt gek of juist geniaal is, of allebei......ik ben er niet achter gekomen.
Het mooie van dit boek is dat de schrijver heel compact, soms schrijnende dingen weet te zeggen die toch luchtig blijven en die je daardoor bijblijven.
Nog eentje dan: de hoofdpersoon heeft een blikken model van Jezus met een opwindmechanisme. Op een avond komt de dominee langs, ‘ schuift Jezus Christus opzij om plaats te maken voor zijn kleine zwarte tas.’......

dinsdag 24 februari 2015

Mark Rothko (1903-1970)


Dag meneer Rothko,


Vandaag ben ik naar een expositie geweest van uw schilderijen in het Haags Gemeentemuseum.
In deze tijd hebben wij de mogelijkheid om via de computer – u weet waarschijnlijk niet wat dat is - e-tickets te bestellen, dan kun je zomaar langs die lange rij wachtenden voor de kassa zoeven en ben je zo binnen. Dan is het ook nog lekker rustig zodat je tenminste nog iets kunt zien.
Via een cursus kunstgeschiedenis had ik al van u gehoord en ook dat er een schilderij van u tegen een recordbedrag is geveild. Dat hebt u vast nooit kunnen bedenken en is toch leuk voor de verkoper.

Dát schilderij was er niet maar anderen wel. Veel mensen zullen zeggen: ‘wanneer je er één hebt gezien dan heb je ze allemaal gezien.’ Maar daarmee ben ik het niet eens. Ze hebben toch allemaal hun 'eigenheid'.
Ik had op de expositie een hoge dosis esoterische tantes verwacht omdat u spreekt over spirituele ervaringen waarvan u moet huilen maar dat viel best mee. Ik heb ook niemand zien huilen. Er waren ook kinderen met hun ouders die hen wat culturele bagage wilde meegeven. Ze lagen soms languit op de grond met hun potloden te experimenteren en er waren belangrijke, in het zwart geklede mannen die indrukwekkende gesprekken hielden over ‘Vogue’ enzo. Al weet ik niet precies wat dat met uw schilderijen van doen had.

Gelukkig was ik daar met mijn kunstenaar-schoonzus die mij het e.e.a. kon uitleggen. Over uw ingewikkelde techniek van laag over laag terwijl de verflaag toch niet dikker lijkt te worden en waar de onderliggende kleur zo mooi doorheen schijnt zodat een kleur gaat léven. Kennelijk is dat iets wat niet elke, zichzelf kunstschilder noemende, artistiekeling kan.
Dat, hoe langer je kijkt hoe meer kleuren je ziet.
Gelukkig zag ik dat ook wel. Met mijn kegeltjes is niks mis.

Volgens de advertenties zou je in uw schilderijen gezogen worden dus ik had mij schrap gezet. Mijn schoonzus had daar echter meer ‘last’ van dan ik. Kennelijk ben ik daar toch te nuchter voor. Gelukkig maar, nu kon ik haar steeds nog net aan haar pumps terughalen. U hebt wat teweeggebracht.
Wat ik enorm in u waardeer is dat u veel van uw schilderijen gewoon zonder titel hebt nagelaten. Ik zou ook niet weten welke titel geschikt is voor zo’n kleurvlak maar nu wist ik tenminste dat ik nergens naar behoefde te zoeken en dat ik niets kon missen.
De mooiste vond ik deze:
Het lijkt wel of het gele vlak helemaal opbolt en naar je toekomt. Ja sorry, het tegengestelde van ‘inzuigen’. Jammer dat u overleden bent anders zou ik u aanraden de randjes wat strakker te trekken.

















Het allerleukste vond ik, en dat vindt u misschien niet leuk, één van uw eerste schilderijen van een dame. Ik herken de ‘zit’. Nog even en ze gaat met haar enkels draaien. Bij mij knakt dat zo lekker. Ik ben de enige die dat vind.















Ik heb een foto gemaakt van een mevrouw voor één van uw schilderijen. Ik was onder de indruk van haar. Ze was helemaal in vervoering. Jammer dat ze een zwart truitje aanhad maar als ik eerlijk ben vind ik in dit geval mijn foto mooier dan uw, wat depressief aandoende schilderij.


Maar verder mijn complimenten voor uw kleurgebruik in uw vrolijke periodes.
Echt mooi.













/simplistische modus


vrijdag 20 februari 2015

De geschiedenis van de Joden deel 1


De Geschiedenis van de Joden, nee niet die van Flavius Josephus. Hij schreef de oude geschiedenis van de Joden. Deze geschiedenis is geschreven door Simon Schama , een Brits historicus van Joodse komaf.
Het boek heeft als ondertitel: De woorden vinden 1000 v.C. - 1492, (ik las al dat het tweede boek dat in september 2015 uitkomt als ondertitel heeft: ‘geen woorden voor’)
Schama is meer van deze tijd en een tikkeltje wetenschappelijker.
Het is een stevige pil en dit is nog maar deel 1.
Maar boeiend voor wie geïnteresseerd is de joodse geschiedenis. Anders kom je er niet doorheen. Hij belicht punten waar je soms helemaal niet bij stil hebt gestaan.
Ik vond het lastig om er een lopend verhaal van te maken, dus is het wat hap snap.
 

Vroeger op school en zondagschool had ik het idee dat de wereld bestond uit Nederland en Israël wat door grote vorsten als David en Salomo werd geregeerd. Toen ik ooit ‘de Bron’ van James Michener las (uitgegeven in 1965; ik las het in de jaren tachtig) kwam ik tot de bewustwording dat Israël een ministaatje was dat ingeklemd lag tussen de wereldmachten: Egypte en Babel/Assyrië en dat deze wereldmachten aasden op de handelsroutes die dwars door Israël van Noord naar Zuid liepen. Dat boek definieerde ik voor mezelf als een boek dat ‘achter de Bijbel langs liep’ en kreeg ik voor het eerst het gevoel dat wanneer je de Bijbel leest als geschiedenis boek, je dan met veel dingen in de knel komt. Het is en blijft een geloofsboek met een heel andere lading en bedoeling.
Ook dit is zo’n achter-de-Bijbel-langs-boek. Het verbreedt de blik naar de wereld van toen.
Bij de deportaties naar Babel en Assyrië zijn er bijvoorbeeld joden gevlucht naar Egypte. Op het eiland Elephantine in de Nijl zijn Joodse fundamenten en geschriften gevonden.

Bijzonder vond ik te beseffen dat in de Arabische wereld van de eerste eeuwen zoveel Joden woonden. Zij deden voluit mee aan het sociale leven al mochten ze op de meeste plaatsen geen wapens dragen en vaak verplichte kleuren in hun kleding. Het ‘Jodenster geel’ was kennelijk al eerder uitgevonden dan WO2.
Na 70 AC waaierden de Joden uit naar de omringende landen, de Arabische wereld, de noordkust van Afrika en via de Kaukasus naar Europa en stichtten daar hun gemeenschappen.
(De brief van Jacobus is gericht aan de twaalf stammen in de verstrooiing; moet dus geschreven zijn na 70 AC naar mijn bescheiden mening)

In 1896 werd door twee Engelse zussen , de Geniza van Fustat (later Cairo) ontdekt. Zij keerden terug uit Egypte met boek fragmenten waarvan ze dachten dat het wel eens belangrijk zou kunnen zijn. Zij lieten ze zien aan Solomon Schechter van het Cambridgecollege die ze meteen herkende als zeer waardevol.
Hij zorgde ervoor dat de inhoud van deze opslagplaats bekend werd onder de intelligentsia en van daaruit is er veel meer bekend geworden over het joodse leven. Het was/is één van de grootste middeleeuwse archieven.

In de Islam zijn er de sjiieten, die vooral volgens de Koran leven en de soennieten die ook de Soenna en/of AHadith serieus nemen. Er zijn christenen die alleen de Bijbel serieus nemen en christenen die ook de belijdenisgeschriften erkennen en zo had/heb je in het Jodendom de joden die enkel de TeNaCH erkennen: de Karaïeten en joden die ook de Talmoed serieus nemen en later bijvoorbeeld ook de geschriften van de grootste rabbijn: Maimonides .
In Cordoba geboren in 1138. (Hier een standbeeld van hem in de joodse wijk van Cordoba. Wij waren in 2011 in Andalusië.)
Een enkele keer resulteerde dat in een 'broederclash' zoals rond 1242 in Frankrijk waar de Karaieten helaas steun zochten bij ketterjagende monniken en waardoor in opdracht van Lodewijk IX een enorme stapel Talmoedische boeken en manuscripten zijn verbrand. Dat is zeer onjoods: het jodendom versnippert, verscheurt en verbrand het woord van God niet. Oude kapotte boeken worden eervol begraven.
Over iets wat ik me ook vaak afvraag heeft Maimonides ook al nagedacht: waar komt toch die eeuwige judeofobie vandaan? Want dat speelt al veel langer dan de constructie van de ‘vervangingstheologie’ die gelukkig aan het verdwijnen is. Het stamt al uit het oude Egypte. 



Volgens Maimonides is deze geworteld in de onzekerheid van andere godsdiensten ten opzichte van de onweerlegbare en simpele grootsheid van het Joodse geloof en de Mozaïsche wet. Ach, na Maimonides werd het alleen nog maar erger. De bekeringsdrift van de RK kerk kenden geen grenzen.

Het boek spitst zich naar het einde toe op de vervolgingen van de Sefardische Joden in Spanje en Portugal door de inquisitie. De rillingen lopen je over de rug wanneer je leest dat de joden steeds maar weer mochten ‘meedoen’; door hun schranderheid het er vaak goed vanaf brachten, vervolgens kwam er toch weer afgunst om de hoek kijken en moesten ze het ontgelden. Hun bezittingen werden afgepakt/ geconfisqueerd, hun boeken verbrand en werden ze vermoord. In 1066 werd Granada ‘gezuiverd’; in 1290 werden ze uit Engeland verdreven, in 1306 uit Frankrijk. In 1467 werden de Joodse bekeerlingen tot het Christendom, de ‘conversos’ in Toledo een kopje kleiner gemaakt. Dus bekering gaf ook geen zekerheid.
In 1492 werd door Ferdinand en Isabella het vonnis getekend voor de verdrijving van de joden in Spanje na jaren van inquisitie. Het werd nota bene getekend in het Alhambra dat vierhonderd jaar eerder was ontworpen door een Jood: Jehosef ibn Nagrela en onder de dynastie van de Nasriden werd gerealiseerd.

Schokkend vond ik het verslag van de Portugese koning Emanuel (!) in 1497. Hij wilde de joden in navolging van Ferdinand en Isabella van Spanje, verdrijven uit zijn land maar wilde de voordelen die de joden hem brachten niet kwijtraken. Daarom liet hij op de avond voor Pesach alle kinderen ouder dan twee jaar oppakken. Duizenden kinderen verdwenen en werden nooit meer teruggezien.
Daar ga je toch van over je nek?
Toen wij in 2009 in Israël waren was ik niet bepaald onder de indruk van de vriendelijkheid van de Israëliërs. Ik vond hen afstandelijk en stug. Wanneer je zo de geschiedenis leest en bedenkt in welke omstandigheden zij nu alweer verkeren, dan begrijp ik veel. Zelfs in hun eigen land kennen ze nauwelijks rust.
Het is een volk wat echt altijd is opgejaagd. Daardoor is hun kennis en kunde wel over de wereld verspreid. Want ik denk dat wij ongemerkt veel aan hen te danken hebben. Kijk alleen al naar het lijstje Joodse Nobelprijswinnaars.

Aan het einde van het boek is een tijdbalk van deze periode die begint met de stele van Merenptah.
Vlak voor deze tijdbalk staat een gedeelte uit psalm 19:

De hemel verhaalt van Gods majesteit,
het uitspansel roemt het werk van Zijn handen,
de dag zegt het voort aan de dag die komt,
de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.

Toch wordt er niets gezegd, geen woord
gehoord, het is een spraak zonder klank.
Over heel de aarde gaat hun stem,
tot aan het einde van de wereld hun taal.




dinsdag 17 februari 2015

Glossy

Met Jezus opgerold onder mijn arm......
zo ben ik een weekendje weg geweest.
De Glossy natuurlijk.
Er werd/wordt zoveel praat over gemaakt en vooral door mensen die over dit blad ongezien en ongelezen hun mening al klaar hebben. Dat irriteert mij tot op het bot.
Wat mijn nieuwsgierigheid meer prikkelde was een uitspraak van eindredacteur Arthur Japin bij een uitzending van RTL Late Night met Humberto Tan: ‘God gaf de mensen het geloof, maar de duivel schonk hen religie.’

In het artikel van hem staan meer mooie dingen. Dingen die ik soms ook denk maar niet durf te zeggen. Ik overdenk ze omdat ik ze niet begrijp. Hetzelfde geldt voor het artikel van Leo Blokhuis over de muziek:
“Als je je ziel aan de duivel verkoopt, word je een geniale gitarist. Als je je hart aan Jezus geeft, ga je vlakke praisemuziek maken.” […] “De muzikant die als een bezetene zijn gitaar bespeelt, het gejaagde flirten met duistere machten en de aantrekkingskracht van de nacht zijn aansprekender dan de brave borst die fijnbesnaard zijn innerlijke rust en geluk in de Heer bezingt. Zo werkt rock-‘n- roll nu eenmaal. Ik zou bijna zeggen: zo werkt kunst nu eenmaal. Interessante muziek zegt je niet hoe het zit, het verwart je juist, Het zoekt, het schuurt en het vraagt.”

Van Bram Bakker, psychiater, staat een mooi artikel over vergeving naar aanleiding van een rechtszitting. Daarop volgen twee pagina’s met een beeld van vergeving. Boeiend.
Eén ding komt naar mijn idee wel duidelijk over, uit deze, niet evangeliserende Glossy: Jezus weet met zijn liefde te overwinnen. Daardoor blijft hij mensen inspireren. Binnen en buiten de gevestigde instituten. Daardoor evangeliseert hij toch wel een beetje.
Het is een Glossy. Gevuld met weetjes over de verschillende religies, een modereportage en recepten.
Tijdens het lezen dacht ik nog: zou er over Mohammed ook zoiets gemaakt kunnen worden of zou dat ook weer stuiten op gewelddadig verzet?
Prompt lees ik vanmorgen in de krant dat Brahim Bourzik (oud- gemeenteraadslid van Rotterdam) het initiatief heeft genomen! Ik ben benieuwd.

De mensen met hun vooroordelen over deze Glossy hebben het mis. Het zijn vaak letterknechten heb ik gemerkt. Zij lezen boeken/de Bijbel letterlijk. Zij 'lezen' mensen ook letterlijk en zijn niet gevoelig voor wat er achter de woorden, letters en houdingen schuilgaat.
Dat kan, ‘zij zijn hun brein’.
Maar wat erger is; ze zijn ook niet geïnteresseerd in de motieven en argumenten van de ander en hebben hun mening klaar.
Ik denk dat daarachter angst zit. Angst voor ‘verkeerde’ invloeden, angst om fouten te maken, angst om van het geloof te vallen en in de hel te belanden, angst voor ‘discontrole’ en ongrijpbaarheid.
Angst om te leven.

vrijdag 13 februari 2015

Tulpen


De meest eigenzinnige bloemen vind ik tulpen.
Hoe ik ze netjes in een vaas moet zetten heb ik nog steeds niet ontdekt; ik pleur (excusez le mot) ze er willekeurig in en dan krijg je dit.

Daar word je vrolijk van.



maandag 9 februari 2015

Baruch


Een stukje uit het Deuterocanonieke boek Baruch:

Wie kan de woonplaats van de wijsheid vinden?
Wie is in haar schatkamers doorgedrongen?
Waar zijn de leiders van de volken, zij die macht hebben over de dieren, zich vermaken met de vogels, en zilver en goud vergaren, schatten waarop mensen bouwen – aan al dat vergaren komt nooit een eind –, waar zijn zij die belust zijn op geld, hun grootste zorg – van al hun moeite blijft niets over.
Verdwenen zijn ze, afgedaald in het dodenrijk; anderen namen hun plaatsen in.
Een nieuw geslacht kwam de aarde bevolken, maar de weg naar de kennis vonden ze niet, haar paden bleven voor hen verborgen; ze taalden niet naar wijsheid. En hun nageslacht is nog verder afgedwaald.
Ook in Kanaän werd niets van de wijsheid vernomen, in Teman was ze evenmin bekend. Zelfs Hagars kinderen, overal op zoek naar kennis, en de wereldwijze kooplieden van Merran ( mogelijk Midian ) en van Teman (stad in Edom) en de dichters en anderen die inzicht zoeken, zij vonden de weg naar de wijsheid niet, ze hadden geen oog voor haar paden.
[.....]
Wie is naar de hemel opgestegen, wie heeft de wijsheid van daar gehaald en haar uit de wolken naar de aarde gebracht?
Wie is de zee overgestoken en heeft haar aan de overkant gevonden en haar gekocht voor kostbaar goud? Niemand is er die haar wegen kent, niemand die haar paden wil weten.

Maar Hij die alles weet, kent haar, zijn inzicht heeft haar ontdekt. Hij schiep de aarde voor eeuwig en bevolkte haar met dieren. Hij stuurde het licht op weg, en het ging, Hij riep het, en het kwam, in diep ontzag.
De sterren op wacht schitterden vreugdevol; Hij riep, en ze antwoordden: ‘Hier zijn we,’ vol vreugde schitterend voor hun schepper.
Hij is onze God! Niemand kan zich met Hem meten. De weg naar de wijsheid had voor Hem geen geheimen. Hij gaf haar aan zijn dienaar Jakob, aan Israël, die hij beminde; daarna verscheen ze op aarde en verkeerde onder de mensen.


Baruch 3