Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 26 mei 2020

Het boek Henry

Geschreven door Hilary Mantel in 2012. Het is het vervolg op Wolf Hall uit 2009 en heeft als oorspronkelijke titel: ‘Bring up the Bodies’. 
 
Het boek is weer geschreven vanuit het perspectief van Thomas Cromwell en beslaat het laatste half jaar van het koninginneschap van Anna Boleyn
Zij heeft maar drie jaar ‘mee geregeerd’. Tot zijn huwelijk met Catharina van Aragon ontbonden was en de breuk met de RK kerk een feit heeft zij Henry aan het lijntje gehouden.  Bij haar kroning was ze zwanger van Elisabeth I. Na de geboorte van Elisabeth, de bekende die later op de troon zou belanden, kreeg Anna alleen maar miskramen en onvoldragen baby’s.  Henry werd toen al snel verliefd op Jane Seymour en zocht naar mogelijkheden om zich van haar te ontdoen. 
‘Cromwell hoort dit voor hem op te knappen. De Boleyns zoetjes naar buiten werken, de Seymours zoetjes naar binnen. Zijn taak is koninklijker: bidden voor het welslagen van zijn ondernemingen en liedjes schrijven voor Jane.’

Hilary heeft van de vele bronnen, maar van weinig feiten – er is geen officiële transcriptie van het proces tegen Anna Boleyn -  een overtuigend en aangrijpend verhaal gereconstrueerd zoals het gebeurd zo kunnen zijn, zonder emotionele opsmuk want dat paste niet bij Cromwell’s karakter. Het bijzondere is dat je dan ook ziet dat Anna mogelijk vuile spelletjes speelde. Maar vanuit haar perspectief is dat natuurlijk  niet zo.

Wanneer je dat alles zo leest; wat een barre tijden waren het toen. Als koningin opgesloten worden in de Tower, op het marktplein geëxecuteerd. Wel met een speciaal ingehuurde beul met een scherp zwaard;  de 'zorg' van Cromwell. Dat ging er allemaal niet bepaald zachtzinnig aan toe. Had je de pech om aan het hof de verkeerde personen te volgen dan kon dat je kop kosten.
Wat dat betreft heeft de mens ogenschijnlijk  toch wel vooruitgang geboekt ook al zit dat harde er nog steeds in. Ik moet dat boek van Rutger Bregman ook eens lezen. ('De meeste mensen deugen)' Wat zegt hij daarover?

Cromwell blijft een gesloten man maar altijd loyaal aan de koning en een pragmaticus. Ik ben benieuwd naar het laatste deel: ‘De spiegel en het licht’.
Uit de geschiedenis weten we dat hij ook op het schavot zal belanden en zal worden onthoofd. Akelig wanneer je een beetje vertrouwd bent geworden met hem.
Zijn zoon Gregory en neef Richard, die de naam Cromwell heeft aangenomen wandelen met hem mee in dit boek. Gregory is een heel ander type dan zijn vader. Maar minstens zo slim. Hij zal later trouwen met een zus van Jane Seymour en overlijden aan weer een uitbraak van die ‘zweetziekte’. (Volgens de Engelse Wikipagina) 

De betekenis die Cromwell voor Engeland heeft gehad zal nooit worden erkend, denk ik zo. 
Hij stamde af van een smid en ook al maakte dat hèm niet uit, hij werd nooit op gelijk level gezien door alle anderen die aan dat hof rondliepen en van hogere geboorte waren. De enige vriend die hij volgens mij had was, tot op zekere hoogte de koning en de dichter Thomas Wyatt.
Intussen breidde hij wel berekenend en bedaard zijn financiën en bezittingen uit.
Ik werd nieuwsgierig naar de stamboom van Cromwell dus ik heb er  één op het wereldwijdeweb opgezocht. Via Gregory, die drie zoons en twee dochters krijgt, heeft zijn naam een vervolg gekregen.
De bekendere Olivier Cromwell is een afstammeling van een zus van Thomas, Katherine. Een nazaat van Richard Williams, die Cromwell’s naam heeft aangenomen.
 


 

 

maandag 25 mei 2020

Woorden en beelden

Wat speekt de mens meer aan? Woorden of beelden? Ik laat nu doven en blinden even buiten beschouwing al kunnen doven woorden lezen en blinden woorden horen.
Men vindt dat beelden meer aanspreken. Onze hele maatschappij is daar zo langzamerhand op gericht.
‘Een beeld zegt meer dan duizend woorden’. Die uitspraak is bekend maar klopt ie wel?
Een beeld kán meer zeggen dan duizend woorden maar dat hoeft niet per definitie.
Wat zegt een beeld nu eigenlijk? Het is een moment opname, je weet niets van het kader eromheen wat heel anders kan zijn dan dat je op het eerste gezicht ziet en denkt.  
Sommige beelden stoeien daar weer bewust mee.

Maar woorden kunnen juist ook in kleine aantallen flinke vergezichten leveren.
Letterlijk:  ‘Denkend aan Holland zie ik brede rivieren ….’
Of: ‘Het zijn de Joden niet Heer Jesu, die U kruisten….’
Maar ook:
“Het is gemakkelijk om van mensen te houden die in je herinnering leven, het moeilijkste is echter om van ze te houden wanneer ze voor je staan.” (Updike)
Bij alle woorden kun je jezelf eerst de vraag stellen: ‘Kloppen ze wel?’
Maar wat gebeurt er daarna met je wanneer je deze woorden leest? Buitelende beelden in mijn brein.
Van de mensen uit mijn omgeving die overleden zijn;  je wordt milder in het beoordelen van hun ‘zijn’; hun ‘to be’.
Van vrienden die ik niet vaak zie en waarvan ik merk dat de omgang toch weer gecompliceerder is dan wanneer ze alleen in mijn gedachten leven.  Maar dat is weer een uitdaging op zich.

Of: “De moeilijkheid met de wereld is dat de dommen zelfverzekerd zijn en de verstandigen met twijfel vervuld.” (Russell)
Het klopt niet om het zo generaliserend te zeggen. Dommen (wie zijn dat?) kunnen ook twijfelen en onzeker zijn en verstandigen (wie zijn dat?)  heel zeker overkomen. Russell lijkt ook nogal zelfverzekerd in zijn one-liner.  Maar hij was niet bepaald dom, dus kan het ironie zijn.
Deze woorden zeggen niet zoveel over de wereld maar juist over de persoon in kwestie. Ze zeggen meer dan duizend beelden.

Met woorden kun je iemand te gronde richten.  Of ze nu geschreven of uitgesproken worden. Met een beeld niet, denk ik.  Alhoewel: wanneer ik denk aan meiden waarvan soms compromitterende foto’s viral gaan….
Maar daar zijn strafmaatregelen tegen opgesteld. De vrijheid van meningsuiting staat te hoog in het vaandel om daar tegen iets te ondernemen.

Er is een film uit 2013: Words and Pictures
Een docent Engels (Clive Owen) en een docent Kunst (Juliette Binoche) kruisen de degens met betrekking tot woorden en beelden. Het is een beetje een flutfilm maar het onderwerp is wel aardig. Zeker wanneer de docent Engels erachter komt dat wanneer woorden en beelden tekort schieten je dan uitkomt bij jawel..…..muziek!

Trouwens:

'Books aren't just made of words you know .......they are also filled with places to visit and people to meet. '


Begint de hele schepping niet met woorden die een maximale impact hebben gehad? Hoe zou dat geklonken hebben? 

“Er zij licht”.



zaterdag 23 mei 2020

Hegel

Ben ik via het boek van Störig bij Hegel aanbeland en lees ik bij zijn ‘filosofie van de geest’ ongeveer dit:

Er is de subjectieve geest die het bewustzijn omvat; het leven van de individuele mens. 
Vervolgens de objectieve geest; een gedachtensysteem wat te maken heeft met gezin, maatschappij, staat en geschiedenis.
Daarboven verheft zicht de absolute geest. Hierbij is de geest van het anders zijn weer teruggekeerd naar het zelf en deze geest bestaat weer uit drie geledingen (Ja, Hegel zou een goeie dominee zijn, hij verdeelt alles in drieën) : kunst, religie en filosofie.
De religie staat boven de kunst want de kunst toont de harmonie in zintuigelijke vorm; in de religie is zij innerlijk aanwezig.
De filosofie daarentegen transformeert het in de kunst aanschouwde en in de religie verbeelde en gevoelde, tot de zuivere vorm van de gedachte. Dan is de geest geheel tot zichzelf gekomen.

Ik mag die man wel.

Er zal wel weer van alles tegenin gebracht zijn maar zover ben ik nog niet. Voorlopig boeit mij dit wel al wacht ik voor de zekerheid nog even met ‘Hegeliaan’ worden. 

woensdag 13 mei 2020

Westerse cultuurgeschiedenis 1300- 1500 V Muziek

Vanwege het Coronavirus (hoe vaak heb ik die kreet al gehoord de afgelopen weken…) heeft het HOVO de lessen digitaal doorgestuurd.
Nu kan ik aan mijn eigen bureau de lessen volgen via opgenomen filmpjes. Eigenlijk best leuk al ga ik toch liever ‘naar school’ omdat al die koppen die er dan ook zitten toch steeds vertrouwder worden.
Het handige van deze manier is dat je eens even kunt terugspoelen wanneer je iets niet helemaal goed hebt gehoord.
Het onhandige is dat we de lessen literatuur nog gaan krijgen maar die heb ik al ‘op papier’ gezet.  Nou ja, kan ik in ieder geval wel controleren of ik het een beetje goed gedaan heb.

De muzikale stijlen worden ingedeeld in :

Middeleeuwen 500 – 1400
Renaissance 1400 – 1600
Barok 1600 – 1750
Weense klassieken 1750 – 1800
Romantiek 1800 – 1900 

Verder wordt het gewoon een chaos van stijlen, net als in de beeldende kunst.  (mijn eigen woorden)
Het is geen strikte indeling, want muziek ‘verloopt’ geleidelijk maar dit is handiger om te kunnen onthouden.

Na de Ars Antiqua werd in deze periode de  'Ars Nova' belangrijk.
Er werd meer gespeeld met de onderverdeling van een maat  – van drie naar twee -  en verschillende stemmen. Er werd ook steeds meer wereldlijke muziek gecomponeerd in plaats van religieuze. Guillaume de Machaut is een belangrijke componist uit die tijd. Hij was een tijdje in dienst van Jan van Luxemburg van de Bohemen. (de Blinde)
Hij schreef balladesrondelen en motetten.
In de motetten werd isoritmiek  toegepast. Melodische en ritmische patronen schuiven over elkaar in verschillende lengten waardoor verschuivingen optreden.  
De stijlperiode Ars Nova werd opgevolgd door de Ars Subtilitor; grillige en eigenaardige harmonieën zagen het daglicht. Aan dat geluid moet je inderdaad heel erg wennen. Ik weet niet of me dat ooit gaat lukken. 

Het kenmerk van de Renaissance muziek is de homogeniteit. John Dunstable (1385 - 1453) wordt gezien als een wegbereider. 
Tekst was ondergeschikt aan de muziek. Voor mij heel logisch. Maar het gekke is dat er nauwelijks instrumentale muziek is overgeleverd uit die tijd.  We hoorden wel een stukje van Jacob Obrecht (1457 - 1505). En dat vond ik meteen weer mooier dan al dat gezang.
Voor mezelf heb ik daar een verklaring voor: vroegah….moesten wij goed luisteren naar onze ouders. Vooral mijn moeder zei niet veel, maar wanneer ze iets zei was het wel zaak om op te letten.   “Listen very carefully; I shall say this only once”
Mogelijk heb ik dat nu nog dat ik naar mijn gevoel ‘moet’ luisteren wanneer menselijke stemmen iets zeggen. Daar word ik dus erg moe van. Zeker wanneer  het maar door en door gaat en ik het niet goed versta zoals dat bijna altijd met zangstemmen het geval is. Instrumentale muziek is daardoor voor mij veel rustiger. Dat kan ik zonder consequenties laten gebeuren.

Een andere belangrijke componist uit die tijd was Guillaume Dufay (1400 -1477) Het lied ‘Nuper rosarum flores’ van hem  wat bestaat uit coupletten van heel strikt, zeven lettergrepen en steeds veertien maten werd ten gehore gebracht bij de opening van de Santa Maria del Fiore in Florence in 1436. Hierboven een indruk van zijn notenschrift.
De renaissance muziek  is duidelijk  harmonieuzer dan de voorgaande.
Homogeniteit en harmonie stonden hoog in het vaandel. Dat hoorden we duidelijk bij Josquin Deprez (1450 - 1521), een leerling van Dufay. 
Theun de Vries heeft het in 'Het motet voor de Kardinaal' als volgt prachtig beschreven: ‘Ik vernam in het koor vele stemmen, die ieder voor zich schenen te zingen, zij stegen en daalden langs onzichtbare ladders over en naar elkaar, soms paarsgewijs, soms kruisten zij elkaars baan als kometen en sleepten een lange staart van harmonieën achter zich aan, zij hielden elkaar zwevend in evenwicht, en ondanks de kunstige verstrengelingen was alles sterk en doorzichtig als zilveren steigerwerk in de ruimte.’

Het is heel boeiend om de ontwikkeling  van de muziek te volgen maar ik kan eigenlijk niet wachten tot we een paar honderd jaar verder zijn.

 

dinsdag 12 mei 2020

Wolf Hall

Wolf Hall, geschreven door Hilary Mantel (1952) in 2009. Ze won er de Booker Price van 2009 mee.
Het is een historische roman over Thomas Cromwell. Deze staatsman leefde van ongeveer 1485 – 1540 ten tijde van Hendrik VIII. 
Een gedeelte van zijn leven was hij de vertrouweling van kardinaal Wolsey en later van Hendrik VIII. Ik begrijp niet waarom op veel uitgaves deze Hendrik VIII afgebeeld staat en niet Cromwell.

Geboren in Putney als smidszoon heeft hij zich aardig opgewerkt tot hof secretaris, viceregent in godsdienstige aangelegenheden en werd Earl of Essex .
Het boek is geschreven vanuit zijn perspectief. Hilary heeft een aparte manier van schrijven, niet echt gemakkelijk maar heel boeiend. Het lijkt mij lastig om vanuit een mannenperspectief te schrijven maar het komt heel natuurlijk over al kan ik dat als vrouw natuurlijk niet goed beoordelen. Wat kortaf en soms knorrig. Wel met de nodige humor.
‘Ze halen tapijten van de wanden en laten kale muren achter. Ze worden opgerold, de wollen vorsten, Salomo en Sheba; en wanneer ze in verstrengelde nabijheid worden gebracht, vullen hun ogen zich met elkaar en ademen hun kleine longen het weefsel in van buik en dijen.’

En wanneer Cromwell eens nijdig is: ‘Zijn gedachten borrelden en kolkten, vloeken in het Toscaans, Putney-Engels en Castiliaans. Maar toen hij zijn gedachten aan het papier toevertrouwde, kwamen ze eruit in het Latijn en keurig gladgestreken.’

Als kind liep Cromwell van huis weg en belandde in Europa. Daar leerde hij verschillende talen kennen en de volksaard van de Europeanen. Daar heeft hij zijn winst mee gedaan. Volgens mij moet hij over een formidabel geheugen hebben beschikt  want hij ‘kende alle families van Engeland en hun waarde. Hun bezittingen staan in zijn geheugen gegrift tot op het laatste waterstroompje en kreupelbosje toe.’
Een cijfertjes man.

Hij was getrouwd met Elizabeth Wyckes (Lizzie) en kreeg drie kinderen bij haar. Twee dochters en een zoon: Gregory.
Tijdens een virusziekte, (ja ja, toen ook al) die de  'Zweetziekte'  werd genoemd verloor hij zijn vrouw en zijn dochters: Grace en Anne. 
In zijn grote huishouden op ‘Austin Friars’ liepen ook verschillende protegés rond. 
Rafe Sadler was er een van. Niemand klopte tevergeefs bij Cromwell aan. Achter in het boek staat een lijstje met personen die deel uit maakten van het huishouden.
Dat zal niet uit de lucht zijn gegrepen al kan ik niet iedereen vinden via het wereldwijdeweb.
Ja, je moet wel je hoofd erbij houden want per personage worden soms ook nog eens meerdere namen gebruikt.

Na zijn rondzwervingen door Europa kwam Thomas in dienst van kardinaal Wolsey, adviseur van Hendrik VIII en studeerde rechten. Hij bleef loyaal aan Wolsey toen deze ter dood veroordeeld werd maar wist zich ook op de één of andere manier geliefd te maken bij de koning. Door eenvoudig te zijn wie hij was en mogelijk door zijn hulp bij Hendriks tweede huwelijk met Anna Boleyn en de losmaking uit de macht van Rome in 1534.
Dat was toen Clemens VII paus af was,  Giulio de ‘Medici en Paulus II , Allesandro Farnese, aantrad.

Minder geliefd was hij bij de Rooms Katholieke Thomas More. More was conservatief ondanks zijn ‘Utopia’ en Cromwell heette protestant te zijn al gaf hij eigenlijk niets om religie. Voor hem was het een geldverslindende machinerie. More heeft ketters laten verbranden en liet   mensen  mishandelen. (de zaak Bainham) Maar daar is niet iedereen van overtuigd.  En Cromwell was ook geen lieverdje: hij zat in zijn maag met de zaak Elizabeth Barton.
Ze waren aan elkaar gewaagd, maar toen More weigerde de ‘Act of Supremacy' te onderteken werd hij in 1535 opgesloten  in de Tower en niet veel later onthoofd.
 
Bijzonder  is dat:  wanneer je de wikipagina leest komt More over als een sympathieke man. Wanneer je dit boek leest, helemaal niet.
De waarheid zal wel in het midden liggen zoals zo vaak.

Wat kunst betreft: Hans Holbein jr.  liep aan het Engelse hof rond en schilderde vele portretten.


Op naar allerlei soorten deel II. Ten eerste van het boek en vervolgens van mijn javascript inspanningen want ik kan nu wel linken en plaatjes verplaatsen maar de tekst naast het plaatje zetten lukt me nog steeds niet. 
 

vrijdag 8 mei 2020

Module Filosofie

Vanwege de coronacrisis en de vrije tijd die dat levert heb ik maar weer eens ingeschreven op een module Filosofie bij het NTI. Om eindeloos sudoku’s op te lossen gaat ook vervelen. En lezen doe ik al veel. Mijn brein heeft behoefte aan nieuwe verbindingen.
Alle lessen zijn digitaal. Dat is wel zo prettig ook al is het even puzzelen; ik vergat namelijk mezelf een cijfer te geven voor een gedane opdracht. Wist ik veel. Voor de eerste opdrachten heb ik nu een nul ook al had ik ze goed.
Het enig nadeel is dat er een examen aan te pas komt en het voordeel is dat er een erkend diploma /certificaat aan de horizon gloort.

Voorlopig is het weer genieten. Bij de boeken die geleverd zijn zit een  boek van H.J. Storig:
'Geschiedenis van de Filosofie'. Ik heb een veertigste druk uit 2018. 
En wat daar zo leuk aan is, is dat het zo prettig leest. Ik kan het iedereen aanbevelen die geen zin heeft in leren maar zich toch graag verdiept in de geschiedenis van de filosofie. Dit boek lees je voor je plezier.
Ooit ben ik begonnen met ‘de wereld van Sophie’ van Jostein Gaarder. Gewoon om een idee te krijgen wanneer en in welke volgorde filosofische hotemetoten leefden en door welk gedachtegoed ze bekend geworden zijn. En wie beïnvloedde en inspireerde nu eigenlijk wie.
Dit boek omvat ook de oosterse filosofie en gaat dieper op de materie in.
Het is ook leuk om te vergelijken met Russell’s boek  waarvan ik een vierde druk uitgave heb uit 1975. 

Voorlopig ben ik weer een halfjaar  onder de pannen. Tegen die tijd zal het normale leven wellicht z’n gang weer hebben hernomen al zou dat natuurlijk wel heel raar zijn en zouden we dat niet moeten willen. 
Maar hoe dan wèl, dat wordt nog een lastige.
We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt.’
Met dank aan Einstein.



Met de update van Blogger ben ik heel mijn systeem kwijt. Ik kan niet meer linken en ik weet niet hoe ik mijn tekst naast het plaatje kan zetten. 
Dat wordt ook weer puzzelen.
Inmiddels opgelost.

zaterdag 2 mei 2020

Belangrijk?


Iedere keer wanneer ik een berichtje plaatst denk ik bij mezelf: zijn er geen belangrijkere dingen op dit moment?
Maar ja, steeds maar over die Corona schrijven is ook niet leuk en ik wil ook niet dat het mij in figuurlijke zin gevangen houdt. Letterlijk is dat al lastig genoeg.
Er zijn wel dingen die ik in de gaten hou zoals de opnames in het ziekenhuis in mijn eigen gemeente en de groei van het aantal besmettingen. En natuurlijk de uitspraken van ene mijnheer T. die in Amerika woont. Een gevaarlijke man maar vaak zo hilarisch.

Waar ik het over wilde hebben: de column van Bert Keizer in de krant (Trouw) van afgelopen vrijdag.
Een citaat daaruit:
‘In de afgelopen veertig jaar is één ding constant gebleven in het euthanasiedebat: elke keer als er een grens werd getrokken, werd die onmiddellijk overgestoken op zoek naar de volgende grens. We gingen van terminaal zieken naar chronisch zieken, toen naar psychiatrisch zieken, toen naar beginnende dementie, toen naar ouderen met een stapeling van klachten, toen naar mensen met gevorderde dementie, en we stopten bij mensen met een ‘voltooid leven.’
Het is natuurlijk wel de vraag of het daarbij stopt maar dat terzijde.
Hier is voor mij duidelijk sprake van een ‘hellend vlak’, door de ervaring geleerd. Maar wij hebben als mensen onderling afgesproken dat zo’n argument in discussies niet geldig is. Het wordt gezien als een drogreden. (7.3 in de lijst)
Nu zat ik mij af te vragen waarom dat zo is.

Wanneer je zo duidelijk kunt aantonen dat er sprake is van zo’n hellend vlak, waarom is het in discussies dan niet toegestaan om het als argument in te voeren?
Klinkt het hier redelijk omdat het achteraf enigszins aantoonbaar is? Of omdat het per stapje wordt benoemd?
Zou het dan wel een geldig argument zijn wanneer je per stap in al zijn redelijkheid kunt voorspellen dat zoiets gaat gebeuren? Maar is dat mogelijk?
Het is een feit dat de menselijke aard tamelijk voorspelbaar is en in dit soort gevallen blijven mensen grenzen zoeken en blijven er ook overheen gaan.

In een ander geval, een theologische, waar ik zelf tegenaan loop is het een opmerking van het type: ‘Hoe kun je nog geloven wanneer je niet vasthoudt aan een schepping in zes dagen. Want waarom zou je de heilsfeiten dan wél letterlijk nemen.?’
Ik heb het zelfs moeten aanhoren dat ik dan geen christen kon zijn.
Dit is een drogreden omdat de tussenstapjes waardoor je van het ene punt op het andere zou belanden totaal gemist worden.  Oftewel de causale verbanden.
Die zijn waarschijnlijk ook niet te geven al ben ik er wel erg nieuwsgierig naar. Mijn ervaring is namelijk heel anders. Maar wanneer ze zouden kunnen worden benoemd lijkt het mij geen drogreden meer.

Dus pleit ik bij deze voor verandering van de retoricaregels.
Het ‘hellend vlak argument’ is voortaan geen drogreden meer mits het per stapje redelijk aantoonbaar is. Het is dan aan de antagonist om daar – redelijk - gaten in te schieten.