Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 31 januari 2012

Jezus wel/niet Messias

Het Judaïsme erkent Jezus van Nazareth niet als Messias is mij geleerd. Maar nog nooit is mij uitgelegd waarom dat het geval is. Ja, ze hebben een bedekking….maar de profetieën spreken toch een duidelijke taal? Waarom zijn Joden dan zo dom om dat niet te zien. Zo dom is dat volk doorgaans niet. In de loop van de jaren heb ik heel veel verzameld van verschillende (joodse) fora en het wereldwijde web, alleen ben ik soms vergeten de bron er bij te zetten. Het judaïsme is in principe niet missionair, vragen stellen is prima, dan krijg je antwoord maar echt in discussie gaan wordt steeds lastiger. Joodse fora zijn er ook steeds minder. De ‘spam’ van ijverige christenen die hen hun ‘bedekking’ willen wegnemen is daar, zo denk ik, debet aan. FAQ- online wat vroeger Messias belijdend was is nu orthodox (ja, dat kan ook) en daar staan wel veel interessante artikelen op. In mijn ‘kras’ bijbel vond ik een briefje met de volgende passages uit de Thora, die volgens het Judaïsme betrouwbaar zijn met betrekking tot de komst van de Messias en het eind der tijden.
Jesaja 2,11, 42 en 59:20
Jeremia 23, 30, 33, 48:47, 49:39
Ezechiël 38:16
Hosea 3:4, 5
Micha 4
Zefanja 3:9
Zacharia 14:9
Daniel 10:14*

Waaraan zal de Messias worden herkent:
Het allerbelangrijkste in het Judaïsme is dat de Messias wordt herkent aan de vervulling van de profetieën. Zo zal hij een eind maken aan oorlog en lijden (Ezechiël 38:16);
hij zal de joden terug laten keren naar Israël en zal Hij Jeruzalem herbouwen (zie Jesaja 11:11-12; Jeremia 23:8; 30:3; Hosea 3:4-5);
hij zal een regering in Israël vestigen dat zowel voor Joden als niet-joden het centrum zal zijn. (zie Jesaja 2:2-4; 11:10; 42:1);
hij zal de Tempel herbouwen (Jeremia 33:18 ); hij zal het religieuze rechtssysteem in eer herstellen (Jeremia 33:15).
Zolang er niemand is die dit allemaal vervult, wordt er gewacht op de Messias.
Maar waarom is Jezus volgens hen niet de beloofde Messias: behalve dat Hij de profetieën niet heeft vervuld zal volgens 2 Sam 7: 12-16 (en 1 Kron. 17) het zaad van David voor eeuwig op de troon zitten. De lijn moet dan via Salomo verlopen en deze mist in het geslachtsregister van Lukas. Daar wordt Nathan als zoon van David genoemd. (2e zoon van Bathseba en deze 2e koning van Israël!!) Dat het de stamboom van Maria zou zijn is niet echt aan te tonen en is irrelevant. Num. 1: 18. De stamboom uit Mattheus correspondeert niet met 1 Kron. 3, de basisstamboom van David. Bovendien wordt in Mattheus koning Jechonia genoemd die in Jer. 22:24-30 wordt vervloekt door Jeremia en wordt uitgesloten van rechtmatige afstamming. Daardoor wordt de geslachtslijn onderbroken.
Dat Jezus de adoptiefzoon van Jozef zou zijn is alleen van belang bij het verdelen van een eventuele erfenis maar hij heeft dan verder geen rechten. De stamboom blijft verlopen via de biologische vader.
Dat er iemand voor de zonden van een ander zou kunnen sterven druist tegen de Tenach (OT) in: Ex 32: 31-33, Num. 35: 33, Deut. 24:16, 2 Kon 14: 6,
Een lam, waarmee Jezus vaak vergeleken wordt, kon allen maar doorgaan voor een spijsoffer of brandoffer en niet voor een zondoffer. Voor zondoffers werden geiten, bokken of stieren gebruikt. Gen 22: 7-8, Num. 28: 30, 29: 5, 11, 16, Lev 16: 15, Ez 43: 21, Ez 46: 13,
(Uitzondering vond ik in Lev 5: 6 en 14: 12,13 waar een lam voor een schuldoffer mag dienen o.a bij een melaatse/ onreine maar over het algemeen klopt de tegenwerping wel.)
Volgens de Tenach moest het Paaslam worden opgegeten en de resten worden verbrand. Ex 12: 6-10.
De Tenach verbiedt mensenoffers: Lev 18: 21, Deut. 18: 10, Jer. 7: 31, Ez. 23: 37-39. Dit laatste argument is voor mij juist een belangrijk argument tegen de gedachte dat Jezus ‘slechts’ een goed mens was. Juist omdat Hij ook God was, kon Hij het verlossingswerk volbrengen. Was Jezus niet óók God geweest dan had God de Vader het niet kunnen accepteren.
Dan Jes. 53. In het bovenstaande lijstje komt dit hoofdstuk niet voor terwijl het voor christenen toch een hoofdstuk bij uitstek is.
Met de knecht uit Jes. 53 wordt Israël bedoeld. Dat blijkt uit de meervoudsvormen waar wij een enkelvoud hebben vertaald bijvoorbeeld vs. 8: “Hij is uit den angst en uit het gericht weggenomen; en wie zal Zijn leeftijd uitspreken? Want hij is afgesneden uit het land der levenden; om (vanwege!) de overtreding Mijns volks is de plage op hen(!) (niet "hem") geweest."
De knecht is een pluriform meervoud en geen individu. En staat bovendien allemaal in de verleden tijd. Pffft, misschien moet ik toch maar eens Hebreeuws gaan leren.
Maar…enkele prominente rabbijnen zoals Rambam (Maimonides 1135-1204) en Ramban (Nachmanides 1194-1270) vonden Jes. 53 ook wel degelijk slaan op de komende Messias.
Waarom lezen de joden dan niet op een andere, geestelijkere manier? (zie ander blog) Dus niet peshat maar remez of derash (midrasj)bijvoorbeeld. Dat gaat niet, alleen de simpele, letterlijke manier van lezen geldt als bewijstekst waar je dan natuurlijk wel andere gedachten op kunt loslaten maar de basis is dat de teksten letterlijk en grammaticaal eerst allemaal moeten kloppen voordat je dat kunt doen.

Conclusie: om nu te zeggen dat de joden gewoon ‘blind’ zijn of een bedekking hebben vind ik te simpel gedacht. Ze hebben wel degelijk vanuit hun tradities goede argumenten voor hun opvattingen.

*Link gevonden:
Link 1

en deze is ook boeiend maar erg ‘anti’
Link 2

zaterdag 28 januari 2012

Gematria

De gematria/ getallenleer in de Bijbel is ook weer zo’n intrigerend iets.
Joden, zo heb ik geleerd, lezen de Thora anders dan dat wij doen. Joden hebben de PaRDeS manier van lezen die bestaat uit:
1. Peshat, wat staat er en in welke volgorde
2. Remez, wat wordt er bedoeld
3. Derash, (midrash) wat vind je in de tekst, mondelinge uitleg (Talmoed)
4. Sod, de mystieke manier van lezen. Hier valt de Gematria onder. En die is niet occult ofzo, komt ook niet uit de Kabbalah/ Zohar, maar stamt uit Hebreeuwse tradities.

Een bekend voorbeeld:
De uittocht uit Egypte is behalve een stuk Joodse geschiedenis (Peshat) ook beeld (Remez)voor de wedergeboorte; de reis door de woestijn symboliseert het christen leven en de aankomst in Kanaän, het beloofde land symboliseert de aankomst in de Olam Haba, de toekomende eeuw. Al de plaatsen die de Joden aandoen tijdens de woestijnreis hebben weer hun eigen verhalen en betekenissen. Daarom duurde het ook 40 jaar; een generatie.
Zo ook het verhaal van Jozef die, uitgekotst door zijn broers, op een gegeven moment gevangen wordt en na twee volle jaren, in het derde jaar! bevrijd werd. (Gen 41:1) De Remez, de diepere betekenis kun je zelf nu bedenken.

Maar die getallen.
In het jodendom heeft elke letter een getalswaarde: alef =1, beth =2, enz. De taw (laatste letter)=22 en 400. Alef t/m jod hebben 1 getalswaarde die overeenkomt met hun plaats in het alef-beth (alfabet), kaf t/m taw hebben een dubbele getalswaarde.
Dat kun je allemaal op het internet vinden. 400 symboliseert einde, maar er bestaat weer verwantschap tussen 4, 40 en 400.
40 jaar betekent een bepaalde afgesloten periode. Mozes was 40 jaar in Egypte, was 80 jaar toen hij werd geroepen en 120 toen hij stierf. Was hij echt 120 jaar toen hij stierf?.....Zal best maar is het nog belangrijk? 4 is het getal van de vier windstreken, zij betekenen het totaal van de wereld; het horizontale, terwijl het getal 3, behalve het hoogste, uiterste ook de kosmische totaliteit symboliseert van hemel, aarde en onderwereld; het verticale.
7, 12 en 40 zijn getallen die heel vaak voorkomen.
7= 3+4: totaal, alles ,overvloed, volheid, wereld en kosmos: horizontaal en verticaal
12= 3x4: een vorm van volmaakte compleetheid.

Een voorbeeld: Het getal 318 in Gen 14:14 zou kunnen wijzen op Abrahams belangrijkste knecht Eliëzer als ‘generaal’ want de getalswaarde van zijn naam in Hebreeuwse letters is 318.
De naam van God:
J=10, H=5, W=6, H=5. Bij elkaar: 26 of opgeteld 1+0+5+6+5 =17.
26 en 17 zijn de Godsnaamgetallen en zitten vaak verweven in de Bijbelteksten.
Mozes was de 26ste generatie na Adam (Gen 5 en 11 en Ex 6)Aan hem verscheen God voor het eerst als JHWH. (Ex 3:14) Toeval?
In Lukas is Mozes de 27ste generatie, dat moet dan weer een andere betekenis hebben die ik nog niet begrijp.
In het NT komt het spelen met getallen ook wel voor, zoals bijvoorbeeld die 153 vissen. In het Hebreeuws geeft de uitspraak ‘kinderen van God’ een getalswaarde van 153. Dat is wel heel mooi in het verhaal wat staat in Joh 21:11 waar Petrus, visser van mensen het net ophaalt.
Labuschagne haalt nog veel meer voorbeelden aan, vooral met het getal 7 in het NT. Het is ook opvallend hoe vaak dat voorkomt, maar toen ik de proef op de som nam en de werken van het vlees en de vrucht van de Geest uit Galaten er bij haalde kwam ik toch op andere aantallen uit. Dus enige scepticisme ook op dit vlak is niet verkeerd en zodra iemand de jongste dag gaat zitten berekenen, haak ik af.

Een mooie uitspraak van Umberto Eco uit ‘de slinger van Foucault’ wat dat betreft luidt:
‘als je verbanden wilt vinden vind je die altijd, overal en in alles, de wereld explodeert in een netwerk, in een draaikolk van verwantschappen en alles verwijst naar alles, alles verklaart alles.’ (ergens aan het einde van hoofdstuk 85)

Rondom de componist Bach doen ook verhalen de ronde. Bach speelde in zijn composities ook met getallen. Als hij inderdaad geniaal was kan ik me wel voorstellen dat ie daar lol in had. Maar dat heeft m.i. niets te maken met de Bijbelse gematria die gebaseerd is op het Hebreeuwse alef-beth en niet op het Westerse alfabet waar Bach eventueel mee werkte.

o.a. Numerical Secrets of the Bible C.J. Labuschagne

toev 31-01-12
Ik kwam nog een voorbeeld tegen van een derash-manier van uitleggen:
De eerste letter van de Thora/Tenach/OT is de 'Beth': ב. Zoals je kunt zien, is de bovenkant gesloten, de onderkant gesloten en de achterkant gesloten (Hebreeuws leest van rechts naar links), maar aan de voorkant is de letter geopend.
De leraren maken daar gebruik van door te zeggen dat de Thora met een "Beth" begint om ons te vertellen dat we ons geen zorgen hoeven te maken over wat boven ons is (aan de bovenkant gesloten), onder ons is (aan de onderkant gesloten), of wat achter ons ligt (aan de achterkant gesloten). Het verleden (onderkant), de toekomst (bovenkant) en het onkenbare (achterkant), zijn voor ons slechts van belang, in zoverre ze betrekking hebben op wat vóór ons ligt: het heden, de dagelijkse wereld (de voorkant).

28-03-15:
Nog een voorbeeld van de PaRDeS methode
We kunnen bijvoorbeeld Genesis 18:5 op deze vier manieren interpreteren. Abraham zegt dat hij brood wil gaan halen voor zijn gasten zodat hun hart versterkt.
1. De letterlijke betekenis is dat Abraham voedsel geeft aan zijn gasten.
2. De onderwijzing is dat Abraham de correcte procedure uitvoert die hij als gastheer volgt.
3. De homiletische verklaring is dat Abraham slechts een klein stuk belooft maar toch een heel banket presenteert. Hij probeert meer te doen dan hij belooft en dit kenmerkt Abrahams goedheid.
4. De mystieke verklaring is dat het brood in feite Thora onderricht is – het levensbrood.

donderdag 26 januari 2012

Christelijk geloof/ Evolutietheorie

Op het forum van Refoweb (religie/ open forum) is weer een serieuze discussie gaande of het christelijk geloof te combineren is met de evolutietheorie.
Altijd boeiend om te volgen. In het verleden hield ik me er meer actief mee bezig, nu probeer ik me te beheersen….wat weer niet is gelukt.
Ik begrijp maar steeds niet, ja ik begrijp het wel maar wil het niet begrijpen, waarom men zo aan die letterlijke interpretaties hangt. Het is een Oosters boek, daar gaat het om de bedoeling en niet zozeer om de feiten in het verhaal. Het verhaal is een kruiwagen om de boodschap over te brengen.
Wat voor nut heeft het om die kruiwagen aan alle kanten te bediscussiëren? Dan schiet je toch het doel voorbij?
Dat gebeurt ook wanneer je leest door een 21ste eeuw bril.
Aan de Goddelijke inspiratie wordt waarde gehecht. Ja natuurlijk is die er, alleen, probeer die niet naar je eigen hand te zetten.
Vaak heb ik gemerkt dat men bang is om van het geloof te vallen wanneer die eerste hoofdstukken niet letterlijk waar blijken te zijn. Want als iets begint te schuiven, gaat alles schuiven. Het hellend vlak argument.
Als je zo denkt ben je al van je geloof gevallen. …nee, dan heb je niet eens geloof. Het geloof is een gave van God. (Ef 2:8) Als je bang bent het op deze manier kwijt te raken is dit een motie van wantrouwen naar God toe, dus ongeloof.

Wat volgt is een tekst van Augustinus die ik ook al eens op dat forum heb gepost:
"Doorgaans weet een niet-Christen iets over de aarde, de hemel en de andere elementen van deze wereld, over de beweging van sterren en zelfs van hun grootte en relatieve posities, over de voorspelbare verduisteringen van zon en maan, de rondgang van de jaren en de seizoenen, de soort dieren, struiken, stenen enz. en op grond van redelijk verstand en ervaring beschouwt hij deze kennis als zeker.
Nu is het schandelijk en gevaarlijk wanneer een ongelovige een Christen, zogenaamd als uitleg van de Heilige Schrift, over deze onderwerpen onzin hoort praten; en we zouden alles in het werk moeten stellen om zo'n gênante situatie te voorkomen, waarin mensen bij een christen een peilloze onwetendheid aantreffen en hem daarover vol minachting uitlachen.
De schande is niet zozeer dat een onwetend persoon wordt uitgelachen, maar dat de mensen buiten de kring van gelovige christenen gaan denken dat de auteurs van onze heilige teksten er zulke opvattingen op na hielden en dat zij, tot groot verlies van degenen die we proberen te redden, als onwetende mensen worden afgeschilderd en afgewezen.
Wanneer ze merken dat een christen een fout maakt op een gebied waarvan zij zelf goed op de hoogte zijn en hem dwaze meningen horen verkondigen over onze boeken, hoe zullen ze dan aan deze boeken en aan zaken als de wederopstanding van de doden, de hoop op het eeuwige leven en het koninkrijk van God geloof kunnen hechten, als ze denken dat deze boeken vol staan met feitelijke onjuistheden over zaken die ze zelf uit ervaring in het licht van de rede geleerd hebben?"

The Literal Interpretation of Genesis 1:19–20 Chapt. 19 [A.D. 408])

God woont in de Fokke Simonszstraat

Ik hoorde het van een zeereerwaarde
en hoogbejaarde dominee:
De Here wou met deze aarde
Niet één dag langer meer in zee.

Al zouden wij Hem overstelpen
met eredienst en dankgebed
het zou geen ene moer meer helpen:
Er werd een punt achter gezet.

Maar zie: daar was diezelfde morgen
zo’n rotjoch in de grote stad
een doodziek duiffie aan ’t verzorgen
Dat-ie op straat gevonden had.

‘Kristus, wat mot je dan? Wat wil je?
Ja, kijk me maar es effe an.
Godsallejeisis, beest, wat tril je.
Leg nou toch effe rustig, man.’

Toen heeft de Heer Zijn toorn bedwongen,
Want Hij kreeg schik in het geval
Hij spaarde dus de kleine jongen,
De zieke duif en het heelal.

Willem Wilmink


Het is vandaag de dag van het gedicht.

Dit gedicht hangt bij mij al jaren op het toilet en ieder keer vind ik het weer mooi. Het idee dat wij met z’n allen misschien leven bij de gratie van een heel ‘onbetekenend’ gebeurtenisje op deze kleine blauwe planeet, dat fascineert mij. Dat houdt een mens bescheiden.

Op een dag waren de ‘vloeken’ in het gedicht op mijn toilet doorgekrast door godvruchtig opgevoede pubers. Zij voelden kennelijk de tegenstelling niet aan die Wilmink hier tekende. Precies zoals in sommige boeken van mijn kinderen op de reformatorische school alles doorgekrast of verwijderd was wat riekte naar ‘wereldgelijkvormigheid’ zoals verwijzingen naar evolutie of bioscopen. En zoals de EO soms doet met filmfragmenten.
Ja, je kunt lastige vragen maar beter voorkomen in plaats van ‘er doorheen’ gaan……./sarcasm

Maar het komt vast wel goed met die pubers.

dinsdag 24 januari 2012

Job

Met een kring zijn we bezig met het boek Job. Altijd boeiend. Dus heb ik de moed bij elkaar geraapt en ben er heen gegaan.
Er zijn nu zo ongeveer drie avonden geweest en ja, wat zal ik zeggen. Steeds meer raak ik er van overtuigd dat het boek Job een Midrash is; een leerverhaal. Ondanks het feit dat veel rabbijnse geleerden er anders over denken. Ik begrijp dat wel, morrelen aan de Joodse geschiedenis is niet echt tactisch. Misschien heeft Job ook wel echt bestaan, maar is er een verhaal om hem heen gemaakt.
Met name gaat het in het boek om een pastorale houding tegenover mensen die door het onheil worden getroffen en de houding van jezelf wanneer het lijden je overvalt, en last but not least dat God uiteindelijk Degene is die de touwtjes in handen heeft en houdt.
Want ik geloof bijvoorbeeld niet dat God het echt toelaat om de mens zo te ‘pesten’ alleen maar om Zijn gelijk te halen bij Zijn tegenstander; het meningsverschil uit Goethes Faust tussen God en Mefistofeles.
Als God ons narigheid laat overkomen is het om ons iets te leren over onszelf, om inzicht te krijgen in onszelf. Uiteindelijk was dat bij Job ook het geval en werkte alles mee ten goede en kreeg hij inzicht, volgens het vers in Job 42: 5,6.
Dat eerst drie vrienden steeds maar weer hameren op de zonde van Job is een niet te negeren thema. De neiging om zo te denken hebben we allemaal in ons. Oorzaak en gevolg weten we bij een ander meestal beter aan te wijzen dan bij onszelf.
Bijna barstte ik uit in luid gejuich toen er werd gezegd -door een man- dat wanneer er drie vrouwen hadden gezeten in plaats van drie mannen, de gesprekken heel anders zouden zijn verlopen. Hè hè, dat er nu juist drie mannen zitten die voortdurend vastgeroest zitten in hun eigen wijsheid en vaste dogma's om de ander van zijn ongelijk te overtuigen is tekenend. God geeft hen ongelijk. Leer daarvan!
Gelukkig was er nog een andere man die met zalvende stem benadrukte dat de vrouw van Job ook niet deugde…zo stond het weer quitte ….
Die vrouw van Job is wel intrigerend. Ze verliest tien kinderen en daarmee mogelijk haar oudedags voorziening. Ik neem tenminste aan dat de volgende tien kinderen niet van haar waren. Dat maakt het voor haar moeilijker dan voor Job.
Een vergelijking met Eva ligt voor de hand; beide dames proberen hun man over te halen tot. Bij Adam lukt het, bij Job niet.
Althans….wanneer Job die bekende vrome woorden uitspreekt: ‘zouden wij het goede van God ontvangen en het kwade niet? Je spreekt als een zottin’, dan zondigt hij niet met zijn lippen….(Job 2:10)
Overlegt hij het allemaal wel in zijn hart? In ieder geval verandert hij in de loop van het verhaal van een passieve gelovige die alles lijdzaam ondergaat tot een man die God ter verantwoording roept en uiteindelijk inzicht verwerft.
Die dialectiek is de kracht van het jodendom volgens Herman van Praag in zijn boek: ‘God en Psyche’. Het Joodse volk draagt de naam Israël, dat ‘worstelen met God’ betekent niet voor niets. (pag 324)
Abraham, Mozes en Job gingen discussies met God aan. Zij worden grote gelovigen genoemd.
Het spreekt mij zeer aan.

woensdag 18 januari 2012

Anders zijn

Gisteravond zat ik met steeds krommer wordende tenen te kijken naar Pauw en Witteman.
Een meneer, Rafaël Creemers vertelde daar over zijn uit de kast komen, weer in de kast gepropt worden door goedbedoelende, gelovige hulpverleners en er weer uitkomen.
Pfffffft. Bestaan er kasten met draaideuren?
Sorry, wrang grapje.
Dit item was naar aanleiding van een artikel in de Volkskrant over uitspraken van joodse leiders en rabbijnen. Deze 'Declaration On The Torah Approach To Homosexuality' is een Amerikaans initiatief, maar ook de Nederlandse Opperrabbijn Ralbag heeft hem ondertekend en is nu op non-actief gezet. Homo’s zijn ziek volgens hen. En ziek zijn betekent dat je zou kunnen genezen.
Daarop volgde een initiatief van Mw. Schippers, minister van Volksgezondheid om het vergoeden van homotherapie te verbieden.
Dat die Declaration een Amerikaans initiatief is zegt al weer veel. Ze zijn daar over het algemeen wat conservatiever. Ooit heb ik een boek van Leanne Payne gelezen over deze materie: ‘crisis in mannelijkheid’. Zij stelt dat elke mens androgyn is en dat je bij homo’s slechts de juiste kant hoeft te bevestigen om genezen te worden van je anders zijn. Dat is namelijk te weinig gebeurd in de jeugd jaren. En gebed natuurlijk. Dit is even heel kort door de bocht want ik ben het boek kwijt (waar ik niet om treur) en de Engelstalige Wiki ligt plat.
Dan heb ik meer met Swaab, die in zijn boek (‘Wij zijn ons brein’) uit de doeken doet dat homofilie is aangeboren. (niet erfelijk)
Tijdens de zwangerschap speelt de afgifte van de dosis testosteron een sleutelrol. Deze afgifte kan verstoord worden door stress en chemische stoffen (medicijnen) en zie daar…
Alles is terug te vinden vanaf pag 82.
Waarom vertrouw ik Swaab in dit opzicht? Ten eerst omdat hij helemaal niet op zoek was naar deze uitkomsten maar er bij toeval tegen aanliep. Zijn bevindingen waren toen tamelijk controversieel. En ten tweede omdat zij (uit 1990) overeenkomen met die van Anne Moir en David Jessel, verwoord in het boek ‘Brainsex’ uit 1989.
Een homo ben je, een lesbienne ben je. Daar valt niets aan te veranderen.
Als ik met dat gegeven kijk naar wat er met deze mensen in sommige kringen gebeurt……dan krijg ik pijn in mijn hart.
En heus, ik ken ook alle Bijbelteksten die hierover gaan. En alle tegenwerpingen en alle excuses. Dat maakt het er allemaal niet gemakkelijker op.
Dat het vergoeden van een homo therapie nu op de helling gaat….tja, het ligt eraan waar die therapie uit bestaat.

Toev. 21-01-12
Gisteren in de krant (ND) een interview met Maarten van Loon, gereformeerd vrijgemaakt predikant. Hij ziet na studie geen ruimte voor christelijk homorelaties in liefde en trouw. Daar heeft hij zelf moeite mee.
Vandaag een verslag van een gereformeerd congres over dit onderwerp in de nieuwe kerk in Kampen van de vrijgemaakte TU. “Wat heb je aan een christelijke visie over homoseksualiteit als mensen om wie het gaat massaal afhaken?”
Twee verslagen; de één theoretisch en de ander praktisch van aard.
Tegelijkertijd een voorbeeld waarbij het NOMA-principe, waar ik voorstander van ben, niet opgaat. Hier raken religie en wetenschap elkaar en het geeft een conflict.

Gelijk(w)aardigheid?

Over dit onderwerp, gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen valt ook weer veel te zeggen.
K ‘Heb veel gelezen hierover. Tot aan de Summa van Thomas van Aquino toe. ( art Q 92 en Q 93 )De passages die over de vrouw gaan dan hè,…. ik bedoel…. ik heb ook mijn grenzen. Het ene boek is beter en geloofwaardiger dan het ander. Er zijn er nogal wat waarin de schrijvers/schrijfsters naar mijn gevoel naar hun vooringenomen mening toe schrijven. ( b.v. ‘Waarom geen vrouwen?’ van Cunningham en Hamilton) Dat is niet goed. Maar onbekommerd de Bijbel lezen zonder te kijken naar tijd en cultuur, context en vooral de bedoeling is ook niet goed. Het voor mij, meest eerlijke boek hierover was de studie van M. Verkerk: ‘Sekse als antwoord’ uit de christelijk wijsgerige reeks.
Dan nu toch maar mijn eigen gedachten.
Al voor de zondeval werd de man incompleet; er werd hem iets afgenomen, hij moest een ‘rib’ missen. Man en vrouw samen waren in die zeer goede situatie een beeld van God zoals Adam/ mens dat alleen was voordat Eva uit hem werd gemaakt. Was Adam androgyn? Het is een benaming voor wat ik denk dat hij was. Dat denk ik omdat hij geschapen was naar Gods beeld en God staat boven de seksen. Je kunt ook zeggen dat God mannelijke en vrouwelijke kanten in Zich heeft. Verder is alles wat we over God zeggen te beperkt.
De man van nu is incompleet en de vrouw ook, maar samen kunnen zij een compleet geheel vormen naar Gods bedoeling.
Er wordt weinig geschreven over de tijd voor de zondeval maar in Genesis 1: 28 staat toch duidelijk dat God aan zowel de man als de vrouw dezelfde opdracht geeft. Er wordt in deze zeer goede, niet volmaakte situatie voor de zondeval geen verschil gemaakt tussen de beide seksen.
Die ondergeschikte positie waar wij nu mee te maken hebben was een straf, een vloek. Precies zoals de dood ook een straf op de zonde is.
Maar ik denk dat er niemand is die het gebruik van medicijnen veroordeeld of de soms noodzakelijke operatie afwijst omdat hij/zij zich gewillig onderwerpt aan deze straf. We verzetten ons er zo lang mogelijk tegen en proberen datgene wat voelt als straf vanwege ons slechte geweten, de dood, zo lang mogelijk uit te stellen. Terecht overigens.
Analoog hieraan mogen er ook pogingen worden ondernomen om man en vrouw een gelijkwaardige positie te bezorgen juist ook binnen een christelijke gemeente. Om te streven naar die zeer goede situatie.
Jezus heeft de vloek toch doorbroken? Hij heeft toch de schuld op zich genomen? Of is er toch iets overgebleven wat niet is verzoend? Dan is Zijn offer niet compleet geweest.
Door de geschiedenis heen is hiervoor veel te weinig aandacht geweest, daardoor ‘moesten’ er wel feministische golven volgen.
De positie die we als vrouw nu hebben is helaas niet te danken aan het gelovige deel der natie. De dames van het Reveil uitgezonderd. En nog steeds is er geen volledige gelijkwaardigheid wanneer mannen b.v. financieel worden bevoorrecht op gelijkwaardig posities. En dan zwijg ik maar over vrouwenhandel e.d. misstanden.
Bij de RUG (Rijks Universiteit Groningen) zijn er eind vorig jaar meer vrouwen tot hoogleraar benoemd d.m.v. positieve discriminatie.
Ik begrijp dat wel ook al heeft de commissie gelijke behandeling de protesterende studentenbond in het gelijk gesteld. Een vrouw vecht minder. Ze komt van Venus en niet van Mars. Zij wil graag dat haar de plaats wordt gegund en zal minder haar ellenbogen gebruiken om een hoge plaats te bemachtigen. Een man is nu eenmaal uit op macht en dat hoeft niet negatief te zijn als ie zich daar maar van bewust is en er met een verantwoordelijke houding mee omgaat. Ik verbeeld me dat ik de psychologie in de uitspraken van Paulus welbegrijp.
Maar als ik in 2009 op een zeer gereformeerd forum nog moet verdedigen dat de vrouw ook naar het beeld van God is geschapen dan word ik wel boos en verdrietig tegelijk. Dan hoop ik dat deze meneer een uitzondering is of……. geldt het nog steeds:

All Animals are Equal…… but some Animals are more Equal than Others……..?


maandag 16 januari 2012

Mijn dinsdagen met Morrie

Geschreven door Mitch Albom
Een boek met een agnostische levensbeschouwing. Een Amerikaanse student ontmoet door omstandigheden 20 jaar na zijn afstuderen een docent/professor waar hij in vroeger tijden een goede band mee had.
Deze professor heeft de aandoening ALS; een spierziekte. Hij gaat sterven.
In, door Mitch opgenomen gesprekken geeft deze Professor zijn levenswijsheden door.
Op de achterflap staan bijzonder lovende uitspraken, maar die staan altijd op achterflappen.
Ik begon met veel verwachting aan dit boek. Viel het tegen? Ja en nee. Het maakte veel emoties in mij los. In die zin een mooi boek. Maar die emoties waren nogal tegenstrijdig van aard.
Mitch had een aantal onderwerpen op papier gezet waarover hij wilde praten en de dood was het eerste onderwerp wat ter sprake kwam.
De uitspraak die het kennelijk waard was om doorgegeven te worden is deze:’ Als je eenmaal leert te sterven, leer je te leven’.
Ben ik het daar niet mee eens? Natuurlijk, alleen…….moet je daar achtenzeventig voor worden en ziek zijn om daar achter te komen? Dat had ik dertig jaar geleden al door. Mijn kinderen weten het: ‘leer eerst je eigen dood verwerken, dan pas kun je echt leven.
Al vanaf mijn pubertijd denk ik bijna dagelijks aan mijn dood. In de opleiding voor verpleegkundige doe je als achttienjarige ervaring op met dood en lijden.
Hoe zal dat zijn; mijn laatste overstapje. Zal het met bruut geweld gaan, pijn, benauwdheid of met een meer stil verglijden naar die andere wereld. Zal ik mezelf en alles om mij heen kunnen loslaten tegen die tijd? Alle mensen kunnen het en uit ervaring weet ik dat ik dat kan, ik heb dat namelijk al eens gedaan bij de geboorte van mijn eerste zoon. Ik dacht dat ik dood ging en ik vond het goed. Daarna is het nog eens gebeurd op geestelijk niveau, de overgave aan God. Ook weer een proces van jezelf loslaten.
Wordt een mens daar niet depressief van? Nee, geen last van, de Heer heeft mij gezegend met een opgewekt karakter.
Verder worden in het boek de onderwerpen angst, ouder worden, de cultuur, betekenis van familie, huwelijk en vergeving naar anderen en naar jezelf besproken.
Allemaal prachtige onderwerpen, die op een typisch Amerikaanse vogelvlucht manier worden doorlopen. Dat is wel jammer, er zou veel meer over te zeggen zijn.
‘Liefde is de enige rationele daad’ zo citeert Morrie Levine. (welke Levine?) Ik weet niet of ik het daar mee eens ben. Typisch een mannenuitspraak? Zo van: we trekken het in het rationele dan beheersen we dat enge gedoe tenminste?
‘Heb elkaar lief of verkommer’. (We must love one another or die) Ook een krasse uitspraak. Citaat van W.H. Auden uit het achtste couplet van ‘September 1, 1939’.
De nadruk in het boek ligt op de liefde en het elkaar liefhebben in de kleine dingen van het leven. (Waar ken ik dit toch van? ach….alles is al eens gezegd….)
Ik raakte in de loop van het boek erg begaan met Morrie in zijn aftakelingsproces. K ’Heb zelf ook verschillende mensen verpleegd met ALS. Het is een mensonterende rotaandoening.
Pas op pag 133 (van de158) wordt Stephen Hawking ook even genoemd, (daar zat ik steeds op te wachten natuurlijk) hij heeft ‘dezelfde’ aandoening. (ik denk dat het toch een iets andere vorm moet zijn omdat hij het al veertig jaar heeft. Normaal leven mensen er drie tot vijf jaar mee.)
Op zijn eigen wijze blijkt Morrie een bescheiden Amerikaan te zijn. (contradictio in terminis? * grinnik* ) Er worden Tv-opnames van hem gemaakt en hij erkent op een gegeven moment dat hij die journalisten gebruikt om zijn boodschap aan miljoenen mensen te brengen. (Pag 111)
Dat verlangen om door te blijven leven, ook al is het maar in de gedachten en daardoor in levens van anderen fascineerde me ook weer. Het is kennelijk toch een oer verlangen om in één of andere vorm door te leven na de dood.
Ik moest ook even denken aan C.S. Lewis die schrijft over leven na dit leven (even uit mijn herinnering): aan alles waar een mens behoefte heeft in dit leven is gedacht. We hebben honger en dorst, er is eten en drinken, we hebben behoefte aan warmte en veiligheid, daar zijn mogelijkheden voor, nou ja, noem alle Maslowbehoeften maar op. Ze kunnen vervuld worden op de één of andere manier. Als er zo’n oer verlangen is dat het met de dood niet afgelopen is, zou die mogelijkheid er dan niet zijn? De gelovige Lewis spreekt op een andere manier dan agnostische Morrie.
Dat dit boek zo’n succes was en is in deze wereld zegt misschien toch wel meer over onze wereld dan over Morrie.
Toen ik het boek uit had ben ik natuurlijk gaan googlen op You Tube. Als er opnames zijn gemaakt moet er iets over te vinden zijn.
Dat had ik niet moeten doen…….behalve de gesprekken met Ted Koppel zijn er zijn films, toneelstukken en sketches over hem gemaakt, de hele bombastisch Amerikaanse rimram is op hem losgelaten. (Lessons on Living, via You Tube)

En verpleegkundigen? Die zijn er om je achterste af te vegen als je het zelf niet meer kunt……


Toev 18-01
Wat ik ook wel leuk vond is dat Morrie voor hij stierf zijn eigen begrafenis ensceneerde. Dat lijkt mij ook wel wat. Ik kwam soms op begrafenissen waar zo lovend over de overledene werd gesproken dat ik mezelf wel voor mijn kop kon slaan dat ik me niet meer had verdiept in deze geweldige persoonlijkheid. Weer een gemiste kans.
Waarom zou dat zijn? Is dat gemakkelijker dan dat te doen bij het leven? Minder consequenties? Hoort dat bij een afsluiting om vervolgens weer over te gaan tot de orde van de dag?
Het zou eigenlijk best leuk zijn om mooie dingen over jezelf te horen bij het leven. Dat stimuleert dan misschien nog een beetje.

vrijdag 13 januari 2012

De Geweldenaars

Van Flannery O’Connor; eerste boek uit de reeks ‘christelijke klassieken’: romans die zijn geïnspireerd door het christelijke gedachtegoed.
Oorspronkelijk titel: The violent bear it away

Wat blijft hangen is beklemming en in eerste instantie dacht ik: tikkie overdreven. Maar toen ik in het nawoord door Tjerk de Reus las dat ‘grotesk’ een stijlfiguur van deze dame was werd het al wat boeiender. Het draait in deze roman om 4 mannelijke personen in drie generaties.
De oude Tarwater denkt dat hij een profeet is en indoctrineert en doordrenkt zijn kleine achterneefje met zijn religieus fanatisme. Ze leven erg achteraf, het kind gaat niet naar school, leert alles van de oude en kan eigenlijk niet anders dan ook ‘vreemd’ worden.
Plotseling sterft de oude Tarwater en de jonge 13 jarige Francis Tarwater moet hem opvolgen als profeet. De taak, waar zijn oudoom zich voor gesteld zag, het dopen van een gehandicapte jongen van Rayber, een oomzegger van de oude die in de stad woont, moet Francis overnemen. Deze Rayber is ook al eens een tijdje onder de hoede geweest van de oude Tarwater en werd toen ook gehersenspoeld. Gelukkig heeft deze Rayber zichzelf van dit religieus fanatisme weten te bevrijden. Hetgeen hij van zichzelf wel een overwinning vindt. Hij is onderwijspsycholoog geworden.
Deze bevrijding gunt hij de jonge Francis ook die na de dood van de oude bij hem aanklopt. Hij stort zich dan ook met overgave op het 'terugspoelen'. Rayber heeft wel door wat de opdracht van Francis is en probeert er steeds een stokje voor te steken.
Dan is het spannend om te zien wat er gaat lukken: het terugspoelen of het dopen. Halverwege gaat het echter wrikken en kreeg ik de indruk dat Rayber op z’n minst net zo fanatisch en obsessief is als zijn oom alleen in een anti-vorm en lijkt het erop dat de enige ‘normale’ de jonge Tarwater is, die al vroeg voor zichzelf is gaan denken, los van alles waarvan anderen hem proberen te overtuigen. De ‘synthesische’.
Dat het ook weer consequenties heeft moge duidelijk zijn. Genen verloochenen zichzelf niet, zo lijkt het.
De honger van de jonge Tarwater is een intrigerend thema.
De enige kritisch noot wat mij betreft is de verkrachting van Francis vlak voor het einde van het boek. Daar zie ik de noodzaak niet van in. Het verhaal was zonder dit uitstapje net zo sterk geweest. Is het een moralistische noot dat drank en drugs van de duivel zijn misschien? De duivel speelt wel een rol als vriend van Francis en op de laatste pagina raakt Francis toch overtuigd van zijn roeping, maar van wie komt die roeping………
Dat maakt het zo beklemmend.

PVV

Van de PVV begrijp ik helemaal niets. Deze mensen vinden dat onze medelanders meer moeten integreren en zich aanpassen. Maar als koningin Beatrix en prinses Maxima dat doen in een moskee in Abu Dhabi dan is Leiden ehh…. Den Haag in last.
Ik vind het een teken van simpel boerenfatsoen dat ze zich aanpassen. Plus een prima christenhouding. Je houdt rekening met de gastheer/vrouw. Dat deed ik ook toen ik de Sint Pieter in Rome bezocht en de moskee van Cairo. Het: de ander terwille zijn, lijkt in deze tijd wel op vloeken. Onze majesteit heeft haar hoed ook niet afgezet maar een sjaal eromheen gebonden. Een prima signaal.
De hoofddoek zou het symbool van vrouwenonderdrukking zijn.
Wie heeft dat eigenlijk bepaalt?
Ik kan me herinneren dat mijn moeder in de zestiger jaren nooit zonder hoofddoek de deur uitging.
Gelukkig las ik vanmorgen in de krant dat Beatrix al die heisa ook onzin.
Hup Majesteit, ga zo door! Het stond trouwens bere-leuk.
Ik denk dat ik ook maar eens een hoofddoek ombind…wat een geneuzel.

dinsdag 10 januari 2012

Geloof en Wetenschap 2

(vervolg van deel 1)
Die grimmigheid tussen religie en wetenschap is iets wat vooral atheïsten graag in stand houden zo heb ik het gevoel. Op sommige seculiere fora word je als gelovige meteen in het fundamentalistische hoekje geduwd van een ‘kaft- tot- kaft- letterlijk’ gelovige. Zodra je daartegen in opstand komt ben je een christen die zo glad is als een aal in een emmer snot. (Lekkere vergelijking) Dan weten ze niet wat ze met je aan moeten. Als rasechte fundi’s leggen ze je graag op wat je moet geloven zodat ze je vervolgens kunnen afschieten.
Het is natuurlijk ook een manier om jezelf te blijven bevestigen waarom je ook alweer het geloof hebt afgezworen. Het is soms hilarisch om te zien hoe mensen ten diepste allemaal dezelfde patronen etaleren.
Wie lacht niet die de mensch beziet?
Menig anti-theïst heeft er kennelijk belang bij dat religie verdwijnt. Ze ‘profeteren’ dit ook in alle toonaarden. Religie is tenslotte de boosdoener en de oorzaak van alle ellende op de wereld. Dat er ook een mogelijkheid is dat het zonder religie nog beroerder geweest zou kunnen zijn komt niet in de hoofden op en dat religie en/of een ideologie nooit oorzaken kunnen zijn is volgens mij ook weer zo’n denkfout. Mensen zijn morele wezens en zij zijn de verantwoordelijken van alles wat goed of fout gaat. Zonder God is alles geoorloofd zei Dostojewski al eens bij monde van Iwan in ‘de gebroeders Karamasov’. Hij had kennelijk ook al geen hoge pet op van de moraal van de mens wanneer deze niet in toom wordt gehouden door de regels van een Opperwezen.
Wat ik helaas ook steeds maar zie gebeuren is dat wetenschappers het niet kunnen laten om levensbeschouwelijke uitspraken te doen en levensbeschouwers het niet kunnen laten om wetenschappelijke uitspraken te doen.
Nu vind ik de grens ook moeilijk te trekken en het vraagt training om zo alert analytisch te kunnen lezen.
De ‘talen’ lopen door elkaar als de kleuren van een waterige aquarel. Zeker in de populair wetenschappelijke boeken zoals bijvoorbeeld: ‘Wij zijn ons brein’ van Dick Swaab en ‘de taal van God’ van Francis S. Collins.
De HDHDers * weten nog iets agressiever raad met die ‘vermenging van kleuren’ en de wereld wordt er op deze manier niet overzichtelijker op.
De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik het bij deze laatste mensen moet hebben van recensies, commentaren en hier en daar wat citaten want ik heb geen geld over voor de aanschaf van hun boeken. Misschien nog eens op een tweedehands markt …
Behalve dat ik door de overstap naar het evolutionaire ‘kamp’ meer antwoorden op vragen kreeg was een bijkomende reden natuurlijk het ‘o-ver-wel-dig-en-de’ bewijs….*grinnik*…..nee, het was de vaak belabberde manier van argumenteren door (jonge aarde) creationisten (yec’s). Het is zo jammer dat zij zo vaak op een negatieve manier argumenteren. Wel zeggen wat er allemaal aan schort bij wetenschappelijk onderzoek m.b.t. dit onderwerp en waarvan ze op andere terreinen dankbaar gebruik maken maar zelf geen bevredigend, bewezen en werkend alternatief model kunnen aanbieden.
Voorlopig zijn de discussies rond dit onderwerp nog niet afgelopen. Af en toe laait het her en der weer op zoals kortgeleden in het RD (17-12-11) door ds. G.A. van den Brink versus Rene Fransen (28-12-11)
Het blijft voor mij een fascinerend onderwerp en ik blijf het allemaal volgen.
Tot slot nog een interessante link:
http://www.templeton.org/belief/

* Harris, Dawkins, Hitchens en Dennett. Hitchens is half december 2011 overleden. Hij schreef: ‘God is not Great’. Zou hij nu weten…..?

maandag 9 januari 2012

Berusting

Tussen dit ogenblik en mijn dood
Ligt misschien een lang leven;
ook een groot?
De hoop daarop heeft mij allengs begeven;
maar is groot of klein niet om het even
voor wie gelooft dat wij pas met de dood gaan leven?

H. Marsman

Dit gedicht liep weer in mijn handen. Het was onderdeel van een aantal gedichten die ik had uitgekozen om bij mijn eindexamen Nederlandse Literatuur te bespreken.
Ik vind het nog steeds mooi. Het relativeert.
Het is de overgave na dat andere gedicht van hem: ‘de grijsaard en de jongeling’ met die prachtige, levenslustige beginregel: ‘Groots en meeslepend wil ik leven…..’ wat mij ook aansprak.
Zijn we allemaal niet een beetje zo?

donderdag 5 januari 2012

Bekentenissen

Ik heb meteen maar het boek ‘bekentenissen van een jonge romanschrijver’ van Umberto Eco achter ‘de Begraafplaats’ aan gelezen.
Een uitleg en handreikingen hoe je het aanpakt om een boek te schrijven. Tenminste, zoals hij dat doet. En dat doet hij nauwgezet.
Hij heeft bewezen een bestseller auteur te zijn dus het lijken mij waardevolle opmerkingen voor elke beginnende schrijver. Hij neemt de tijd voor een boek, gaat ter plaatse kijken waar hij besloten heeft het verhaal te situeren en maakt dan lijstjes van bijvoorbeeld plaats- en straatnamen, namen van cafés e.d. Hij is zelfs in de stille Zuidzee wezen kijken hoe de zon ondergaat op een bepaald tijdstip zodat hij dat natuurgetrouw kon weergeven. (In ‘het eiland van de vorige dag’) en geeft uitleg over enkele dubbele bodems die hij in zijn boeken heeft verwerkt. (en die ik natuurlijk weer niet had opgemerkt.)
Dan neem je je werk toch best wel serieus al vraag ik me stiekem wel af hoe groot je ego moet zijn om dit boek te schrijven.
Hij beschrijft ook het fenomeen (wat bijvoorbeeld schilders ook hebben) dat de lezers (en kijkers) er andere dingen in lezen (en zien) dan dat hij als schrijver er in heeft gelegd. Dat betekent loslaten, dat is de autonomie van de consument.
Wat ik ook belangrijk vind: hij kent zijn klassieken. Naar mijn mening een basiseis voor het schrijven van een (literair)boek.

nog weer nadenkend: waarom is het zo leuk dubbele bodems en stille verwijzingen te herkennen? Harry Mulish kon dat ook zo goed.
Ik denk omdat je dan een soort van stille verbondenheid voelt met de schrijver. Dat maakt het lezen extra leuk.
Een brede algemene kennis verhoogt het lezensplezier

Downton Abbey

Al een tijdje rol ik me op in mijn stoel met een glas wijn voor de afleveringen van Downton Abbey.
Afgelopen vrijdag was er een dubbele aflevering. Heerlijk zo’n Engels kostuumdrama about the ’rich and famous’ in een wereld zonder multimedia waarin de telefoon al een uiterst modieus geval is.
(Nu ik weet heb van onze tijd zie ik trouwens juist wel de vele voordelen die deze tijd te bieden heeft)
Dat er zoveel verhaallijnen door elkaar lopen is voor mij geen enkel probleem. Behalve deze klacht stond er in de krant ook nog een klacht over de vaart die er dan weer wel en dan weer niet in zou zitten. Het maakt mij allemaal niet uit, ik geniet van de tijd waarin het verhaal zich afspeelt met de architectuur (jammer dat we er niet meer van te zien krijgen), de kleding en het scheiden van de geesten in een upper- en lower class. Upper of lower, ach het gaat allemaal over mensen met hun sores. Net als de series ‘Brideshead Revisited’ en ‘The House of Elliott’ die op mijn plankje met zorgvuldig uitgekozen dvd’s staan. Ze spelen allemaal in ongeveer dezelfde periode en zijn allemaal even mooi. Maar waar ik het meest van geniet is de persoonlijkheid van de oude Lady Grantham. Zodra zij op het toneel komt ga ik even recht zitten. Jammer dat ik hoogstwaarschijnlijk niet in zulke mooie kleren kan rondlopen maar ik heb besloten om ook zo te worden op mijn oude dag.( D.V.) Net doen of je dom en naïef bent en intussen met een stalen gezicht sarcastische opmerkingen maken die de helft van de mensen om je heen niet snappen of niet horen want naar zo’n oud mens luisteren doe je toch niet.
En dan lekker binnenpret hebben.

woensdag 4 januari 2012

Kunst in de Bijbel

In de loop van de jaren dat we als commissie bezig zijn met kunstwerken voor onze kerkzalen werd ik steeds nieuwsgieriger op welke manier er een ontwikkeling van kunst in de heilshistorie is weergegeven. Hieronder volgt een samenvatting van bevindingen en gedachten.

Kunst is o.a. betekenis geven aan de behoefte aan schoonheid. Meteen dringt zich de overeenkomst op met religie. Religie is de behoefte aan zingeving dat net als de behoefte aan en het verlangen naar schoonheid diep vanuit ons binnenste omhoog borrelt. Bij de één wellicht wat heftiger dan bij de ander. Kunst en religie houden zich dan ook allebei bezig met datgene wat niet meetbaar is in tegenstelling tot de wetenschap. Ze spreken daardoor ook een verschillende taal.
In de Bijbel wordt die eerste behoefte aan schoonheid genoemd in Gen 4: 21. Daar wordt beschreven dat Jubal de zoon van Lamech en Ada de vader wordt genoemd van allen die een goede greep hebben op harp en panfluit. Muziek.
Met veel anderen ben ik het eens dat muziek de hoogste kunstvorm is; de meest intense kunstvorm. Een kunstvorm die alle mensen weet te raken van (ongeboren)baby’s tot dementerende ouderen toe. Muziek kan een helende werking hebben voor mensen in depressies, zoals bijvoorbeeld koning Saul.
Oren zijn belangrijker dan ogen, zo dacht Luther en hoorden we dat in de preek van ds. X over het tweede gebod. Het geloof is uit het gehoor…. over het algemeen.
Onwillekeurig schoot mij het Sh’ma Israël in gedachten uit Deut 6: Hoor! Israël…..
Wat is doofheid akelig.

Na de beschrijving van de ontdekking van de muziek door Jubal, is Exodus 31 een volgende stap in deze ontwikkeling. In deze stap ontmoeten de beeldende kunst en religie elkaar. Kunst wordt in dienst gesteld van de religie.
Het volk Israel is bevrijd uit de slavernij en trekt door de woestijn. God geeft daar aan Mozes de opdracht voor de bouw van de tabernakel en geeft uitgebreid aanwijzingen hoe deze gebouwd moet worden. Dat was een lastige opdracht, want Mozes was wel opgeleid door de Egyptenaren (Hand 7: 21-22) maar dat was voornamelijk in lezen, schrijven, wiskunde, astronomie en astrologie. Ook wel in de architectuur, maar de Oudegyptische architectuur was gericht op constructies voor de eeuwigheid (volgens Wikipedia) en dat is heel anders dan een tent die door een voorttrekkend volk steeds meegenomen moest worden.
De Israëlieten hadden bij hun vertrek uit Egypte goud, zilver en kledij geëist en gekregen. (Ex 12: 35, 36 ) Deze middelen werden ingezet bij de bouw van de tabernakel.
God koos mensen uit en vervulde hen door middel van de Heilige Geest met wijsheid, verstand en kennis. Voor zover ik heb kunnen nagaan is dit de eerste keer in de Bijbel dat de Geest van God zo uitdrukkelijk aan een mens wordt geschonken. Hij gaf hen daarnaast creatieve gaven. Gaven om te bedenken, te ontwerpen.
Deze Bezaleël en Aholiab kregen daarbij ook nog de gave van onderwijzing om hun kennis door te geven aan de bouwers en borduurders. (Ex 35: 35)

Even tussendoor: In Jeruzalem staat de Academy of Arts and Design die vernoemd is naar deze Bezaleël!

God gaf aan Mozes uitgebreide aanwijzingen mee. Ex 25 t/m 30. Regelmatig schrijft de HSV daar: ‘…het werk van een kunstenaar’. God gaf de mensen de talenten en mogelijkheden om dingen uit te denken; om zelf ook creatief te zijn. God creëerde de mens immers naar Zijn eigen beeld en gaf hen de aard mee dat zij in deze verkregen vrijheid hun creativiteit en mogelijkheden zouden kunnen ontdekken en ontwikkelen. Die vrijheid is overigens voor de ontwikkeling van kunst wel belangrijk.
Beeldende kunst was de Israëlieten niet vreemd; de tabernakel bevatte cherubs op het verzoendeksel van de ark. Op de gordijnen in de ark stonden ook cherubs. De menora werd versierd met amandelboommotieven; het symbool voor vruchtbaarheid, opstanding en leven. (T. Labuschagne, doctoraalscriptie 1993)
Tijdens de woestijnreis moesten de Israëlieten in opdracht van God kijken naar een koperen slang voor genezing. Oftewel: leren om God op Zijn woord te geloven ook al gaf een slang misschien wel een negatieve associatie als we het verhaal over de zondeval erbij betrekken.
In de Schriftgedeelten over de tempel die door Salomo werd gebouwd lezen we over cherubs, leeuwen, lelies, granaatappelen en vlechtwerk. (1 Kon 7 v.a. vs 13) Een koperen zee die rustte op beelden van runderen. Salomo liet speciaal voor deze kunstwerken een brons- en koperwerker komen uit Sidon. Granaatappels zijn het symbool van voorspoed en vruchtbaarheid, Lelies het symbool van reinheid en zuiverheid.
Ook de tweede tempel werd voor zover de middelen dat toelieten versierd en alle gouden en zilveren voorwerpen die Nebukadnezar had geroofd werden op bevel van Cyrus van Perzië weer teruggegeven. (Ezra 6)
Kunnen we dat allemaal eigenlijk wel kunst noemen?
Naar de maatstaven van deze tijd niet, nee. In de Bijbel en nog lang daarna werd/wordt kunst het meest gezien als handwerk/ techniek. Bijvoorbeeld in Hand 19: 24 waar Demetrius tempeltjes van Diana maakte…trouwens ook kunst in dienst van religie en in Openb. 18: 22 bij de val van Babylon wordt kunst genoemd. Op beide plaatsen wordt het woord ‘technè’ gebruikt; daar zit ons woord techniek in. Vakmanschap. Ambacht.
Dat is niet wat wij in deze tijd onder kunst verstaan (al moet vakmanschap er wel degelijk onderdeel van zijn), maar vroeger zeer zeker wel. Het is wel degelijk uiting geven aan de behoefte aan en het verlangen naar schoonheid en betekenisgeving.

In het nieuwe testament lezen we niet veel over kunst. Het land was bezet door de Romeinen en vrijheid is belangrijk bij de ontwikkeling van kunst. In een periode van bezetting hebben mensen wel andere dingen aan hun hoofd denk ik dan. Praktisch gezien waren er misschien weinig tot geen materialen voorhanden.

Eén ding is heel duidelijk: De Bijbel zelf is een literair kunstwerk en heeft door de eeuwen heen ontzettend veel kunstenaars geïnspireerd tot het creëren van kunstwerken en doet dat nog steeds. In de muziek, in de beeldende vorming, in de proza en poëzie ….tot in films toe.
Daar mogen we de Ene dankbaar voor zijn.

dit artikel is verschenen in ons kerkblad van november 2011