Op het forum van Refoweb (religie/ open forum) is weer een serieuze discussie gaande of het christelijk geloof te combineren is met de evolutietheorie.
Altijd boeiend om te volgen. In het verleden hield ik me er meer actief mee bezig, nu probeer ik me te beheersen….wat weer niet is gelukt.
Ik begrijp maar steeds niet, ja ik begrijp het wel maar wil het niet begrijpen, waarom men zo aan die letterlijke interpretaties hangt. Het is een Oosters boek, daar gaat het om de bedoeling en niet zozeer om de feiten in het verhaal. Het verhaal is een kruiwagen om de boodschap over te brengen.
Wat voor nut heeft het om die kruiwagen aan alle kanten te bediscussiëren? Dan schiet je toch het doel voorbij?
Dat gebeurt ook wanneer je leest door een 21ste eeuw bril.
Aan de Goddelijke inspiratie wordt waarde gehecht. Ja natuurlijk is die er, alleen, probeer die niet naar je eigen hand te zetten.
Vaak heb ik gemerkt dat men bang is om van het geloof te vallen wanneer die eerste hoofdstukken niet letterlijk waar blijken te zijn. Want als iets begint te schuiven, gaat alles schuiven. Het hellend vlak argument.
Als je zo denkt ben je al van je geloof gevallen. …nee, dan heb je niet eens geloof. Het geloof is een gave van God. (Ef 2:8) Als je bang bent het op deze manier kwijt te raken is dit een motie van wantrouwen naar God toe, dus ongeloof.
Wat volgt is een tekst van Augustinus die ik ook al eens op dat forum heb gepost:
"Doorgaans weet een niet-Christen iets over de aarde, de hemel en de andere elementen van deze wereld, over de beweging van sterren en zelfs van hun grootte en relatieve posities, over de voorspelbare verduisteringen van zon en maan, de rondgang van de jaren en de seizoenen, de soort dieren, struiken, stenen enz. en op grond van redelijk verstand en ervaring beschouwt hij deze kennis als zeker.
Nu is het schandelijk en gevaarlijk wanneer een ongelovige een Christen, zogenaamd als uitleg van de Heilige Schrift, over deze onderwerpen onzin hoort praten; en we zouden alles in het werk moeten stellen om zo'n gênante situatie te voorkomen, waarin mensen bij een christen een peilloze onwetendheid aantreffen en hem daarover vol minachting uitlachen.
De schande is niet zozeer dat een onwetend persoon wordt uitgelachen, maar dat de mensen buiten de kring van gelovige christenen gaan denken dat de auteurs van onze heilige teksten er zulke opvattingen op na hielden en dat zij, tot groot verlies van degenen die we proberen te redden, als onwetende mensen worden afgeschilderd en afgewezen.
Wanneer ze merken dat een christen een fout maakt op een gebied waarvan zij zelf goed op de hoogte zijn en hem dwaze meningen horen verkondigen over onze boeken, hoe zullen ze dan aan deze boeken en aan zaken als de wederopstanding van de doden, de hoop op het eeuwige leven en het koninkrijk van God geloof kunnen hechten, als ze denken dat deze boeken vol staan met feitelijke onjuistheden over zaken die ze zelf uit ervaring in het licht van de rede geleerd hebben?"
The Literal Interpretation of Genesis 1:19–20 Chapt. 19 [A.D. 408])
Geen opmerkingen:
Een reactie posten