Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 26 februari 2021

Déjà Vu


Een film uit 2006 onder regie van Tony Scott. Deze film staat bekend als sciencefiction thriller maar met dat thriller gehalte valt het wel mee.
Ook van deze film zag ik eens een flard wat bleef haken in mijn geest. Nu stond hij alweer een jaar op mijn lijstje van opgenomen films.
De titel is al aansprekend want wat is dat eigenlijk: een deja vu. Iedereen overkomt het wel eens; het gevoel dat je in een situatie zit die je al eerder hebt meegemaakt. Het zijn maar fracties van seconden maar levensecht.
Er zijn natuurlijk allerlei wetenschappelijke verklaringen voor maar het blijft iedere keer bijzonder om mee te maken ook al begrijp ik de bedoeling er niet van.


In deze film, waarvan de hoofdrol wordt ingevuld door Denzel Washington, wordt een plezierboot vol met feestende volwassenen en kinderen door een autobom tot ontploffing gebracht.

ATF-agent Doug Carlin gaat op onderzoek uit.  Hij behoort bij een elitekorps dat onderzoek doet bij Alcohol, Tabak, Vuurwapens en Explosieven gerelateerde misdrijven.

Er spoelt gelijktijdig ook een lichaam aan van een jongedame. Bij onderzoek blijkt zij eerder te zijn aangespoeld dan de bom ontplofte. Dat intrigeert Doug Carlin.
Dan gaat de kwestie ‘tijd’ weer een rol spelen.
Een gespecialiseerd team blijkt via satellieten terug te kunnen kijken in de tijd. Dat is handig bij onderzoek. Zo worden de laatste vier dagen bekeken van die jongedame Claire Kuchener en wordt er een spoor gevonden van een koper van haar auto die wel eens de bommenlegger zou kunnen zijn.
Doug ontdekt dat het in feite geen terug kijken te zijn maar het kijken via een wormhole in de gekromde tijd. Dat speciale team kan ook een briefje teleporteren en als dat kan, kan een persoon wellicht ook terug gestuurd worden in de tijd

Doug laat zich teleporteren en dan is de vraag natuurlijk of je de geschiedenis kunt veranderen wanneer je een bepaalde desastreuze uitkomst weet en dan ook weet wáár je naar moet zoeken.
“For all of my career, I've been trying to catch people after they do something horrible. For once in my life, I'd like to catch somebody before they do something horrible, all right? Can you understand that?” (een thema wat ook uitgebreid terug komt in de film: Minority Report uit 2002 van Spielberg)
In dit geval kan het gelukkig.
Maar meestal geven kleine veranderingen geen ander uitkomst; hooguit een omweg zoals een lid van dat specialisten team duidelijk maakt.
Zo zijn er meer filosofische ideeën in deze film verwerkt.

Aan het eind van de film komen heden en verleden weer samen en is er wel een ontploffing geweest die onderzocht moet worden maar zijn er niet zoveel doden te betreuren. Alleen geschokte mensen.
Doug ontmoet Claire weer die zich nu onder de levenden bevindt. Hij brengt haar naar huis en dan is het grappige dat je even die – goed gespeelde – onzekerheid ziet bij Doug.

Het Déjà Vu hangt in de lucht. 

dinsdag 16 februari 2021

Euthanasie en strafrecht

Een prikkelende column van Bert Keizer in Trouw. Wanneer ik hem lees dan voel ik in onze denkwerelden zo uit elkaar liggen.
Dat komt, denk ik, omdat hij de euthanasieregelingen allang omarmd heeft en daar in de praktijk gevolg aan geeft en ik beide niet.
Zeker wanneer hij het heeft over dementerende mensen bekruipt mij een heel akelig gevoel. Alsof het over mensen gaat die geen mens meer zijn.
Keizer grijpt terug op een artikel met Jacob Kohnstamm op zes februari en is het eens met het pleidooi van Kohnstamm om euthanasie uit het strafrecht te halen.
Zijn laatste alinea:

“Als het lukt om die strafbaarheid af te schaffen dan zal de huidige euthanasiewet geluidloos ineenzijgen. De Toetsingscommissies zullen verdwijnen en euthanasie zal net als vele andere medische handelingen ingebed raken in de reguliere medische praktijk. Het blijft wel om iets uitzonderlijks gaan. Wij vergeten wel­eens hoe bijzonder het is dat je voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid in gesprek met je geliefden voor de dood kunt kiezen. Een uitermate precair gebeuren, maar we hebben er steeds meer ervaring mee en we durven het ook wel zonder de strafrechter.”

Over een hellend vlak gesproken. Volgens onze regels van de logica een drogreden, maar wel een ‘vlak’ dat zo af en toe duidelijk zichtbaar is.  Waar zal het stoppen? Keizer zal toch zelf niet zo naïef zijn dat hier dan alles mee gezegd is?
Schoonzoon Cathy sprak eens: “Zorg eerst dat ergens een knop aanzit; daarna kun je gaan draaien”.  Dat is met dit onderwerp duidelijk het geval.
Na Keizers opmerkingen dat het woord ‘medisch‘ als slobbertrui wordt gebruikt om wanneer het zo uitkomt een elitair wetenschappelijk tintje aan een handeling of product te geven, vind ik deze laatste alinea daar exact van getuigen. Kun je euthanasie een medische handeling noemen uit de reguliere medische praktijk?
Medisch betekent ‘tot de geneeskunde behorend’. Genééskunde.

De meeste mensen deugen maar je zult toch ook rekening moeten houden met de kwade uitwassen.
Zo heb ik ervaren dat de lijn tussen palliatieve geneeskunde en euthanasie uiterst dun is. Ooit heb ik als professional contact moeten zoeken met een arts om te zeggen dat een terminale patiënte beslist niet méér morfine wilde hebben omdat ze geen pijn had. Anders had deze arts steeds meer voorgeschreven om haar zo wat rapper te laten sterven. Op die manier wilden zij en haar familie dat beslist niet. Je zult dus altijd de vinger aan de pols moeten houden en op je eigen strepen blijven staan. Zo nodig luid toeterend, want aan die oren mankeert nogal eens wat.

Wat mij betreft blijft de euthanasie wel in het strafrecht om de rem erop te houden. Je kunt nu wel roepen dat het om iets uitzonderlijks moet blijven gaan maar ook dat zal slijten. Of evolueren. Net zo je het wilt bekijken.
Niet alle mensen zijn even integer; ook niet alle artsen.

 


 


woensdag 10 februari 2021

Verkade

Op de valreep van het vorige jaar is Kees Verkade (1941 – 2020) overleden.
Eén van de beste beeldhouwers die we hebben/hadden in dit land.
Helaas dacht Nederland daar niet zo over want hij woonde al sinds de zeventiger jaren in Monaco. Zoals ik al eerder opmerkte is hij niet te vinden op de 'kunstnaarvanhetjaar-site'

Ook in het boek: ‘van Rodin tot Bourgeois, sculptuur in de twintigste eeuw’ wordt hij niet genoemd. Geen enkel praatprogramma heeft aandacht besteed.  Te druk met coronaspecialisten.
Ik begrijp niet waarom hij zo wordt genegeerd al zal dat nu misschien anders worden.
Na je dood wordt alles anders. Vincent van Gogh – die ook uit Nederland weg vluchtte -  zou erover kunnen meepraten.
Wanneer er wereldwijd aandacht komt zijn we weer de eerste om de ‘eer’ op te eisen.
Hypocrisie heet dat geloof ik.

Wij zijn ooit eens naar een expositie van Verkade geweest in Den Haag en ik was diep onder de indruk. Het was weer die beweging in de kunstwerken die mij aansprak.
Mogelijk is dat niet vernieuwend genoeg meer om de aandacht te trekken maar wanneer iets mooi is dan is het toch altijd mooi?  Kunst is toch geen kunst alléén omdat het vernieuwend zou zijn?
Ik zie vernieuwende dingen die abominabel zijn. Die vieze pindakaasvloer van Wim Schippers schiet me opeens te binnen. Tegelijk met het idee van ‘de nieuwe kleren van de keizer’.  Wanneer zou die bubbel eens worden doorgeprikt?

De zeer vooruitstrevende kunstenaars, of dat nu in de muziek, schilderkunst of beeldhouwkunst is, zijn de ‘voeling’ met het grootste deel van hun publiek kwijtgeraakt. Dan blijft het de vraag voor een kunstenaar of ie dat wel of niet wil. Of zouden ze zichzelf die vraag helemaal niet stellen?
Ik moet er nog eens verder over nadenken. *

‘Ons’ paaltje springende meiske van Verkade uit 1967, wat bij het gemeentehuis staat heb ik nu toch maar op de foto gezet.










12-02

Grappig, ik lees vanmorgen in de krant over Archie Shepp, een jazz saxofonist, dat hij zich op een bepaald moment realiseerde dat hij zich aan het vervreemden was van zijn doelgroep.
Hij stelde zichzelf dus wèl die vraag. Hij ‘maakte een U-bocht’ zoals de krant schreef en ging weer ‘terug’ naar zijn doelgroep.
Toch kan ik me ook wel voorstellen dat je dat als kunstenaar niet doet. Wanneer je je dat tenminste kunt permitteren, want die schoorsteen moet toch roken.

maandag 1 februari 2021

Opofferen

Vorige week in Trouw een mooie column van Sylvain Ephimenco naar aanleiding van een uitspraak van Andre Comte-Sponville (1952)
‘Men offert het leven op aan de vrees voor de dood’.  Deze uitspraak was weer gebaseerd op een uitspraak van  Michel de Montaigne, een  Franse filosoof. (1533 – 1592)
Ik begrijp dat deze uitspraak in deze tijd meer aanspreekt dan anders maar is dit niet iets van alle tijden als het de Montaigne ook al opviel?

Ik herinner me een bevriend echtpaar van mijn ouders. Zelf zonder kinderen kwamen ze vaak bij ons om te genieten van ons grote gezin waar het altijd levendig was.
Hele vriendelijke en vrolijke, gelovige mensen. Alleen…ze deden werkelijk alles om geen kanker te krijgen. Ze hadden het er voortdurend over. In mijn herinneringen.
Voordat ze kwamen moest het sapje uit de koelkast want zo koud drinken was niet goed voor je maag. In de zomer gingen ze samen vlierbessen e.d. plukken want dat was zo gezond.
Ze hadden ook een grote vriezer die in de zomer werd gevuld met de opbrengsten uit de natuur.
Helaas zijn ze allebei, binnen een jaar, overleden aan kanker. De één aan de baarmoederhals en de ander aan de darm.
Het is me altijd bij gebleven: de angst voor narigheid bezórgde hen dat juist. Zo leek het.
Als ik ongelovig zou zijn zou ik zeggen: je ontloopt je lot niet. Bespaar je de moeite om daarvoor je best te doen. Zie de tuinman en de dood.
Als gelovige: vertrouw jezelf toe aan de Ene en doe op deze aardkloot datgene waartoe je je geroepen voelt.  En accepteer dat er op een dag een eind aan komt.

In ieder geval: Ephimenco en Comte-Sponville zijn het eens dat wat er nu gebeurt niet deugt: jongeren die door de maatregelen psychisch in de knel komen en daardoor hun leven lijken op te offeren voor de ouderen. Want de maatregelen zijn er vooral om de ouderen te beschermen. We moeten meer accepteren dat ziekte en dood bij het leven horen.
Geheel mee eens.
Aan de andere kant hebben we wel een generatie groot gebracht – ja, ik ook - die het niet gewend is om met moeilijkheden om te gaan. Wanneer ze zich al uit het veld laten slaan door één of twee jaar niet kunnen doen wat ze willen, dan zijn het wattenbolletjes.
Ik herinner me een uitspraak van de directrice van het ziekenhuis toen ik, vanwege een mogelijk herexamen pas een jaar later met de opleiding zou kunnen beginnen:
‘Ach, Cathy, wat is nu een jaar op een heel mensenleven?’
Zulke uitspraken helpen met relativeren.

Het is natuurlijk ook heel verleidelijk om in dit type discussie  WO 2 erbij te betrekken maar daar heb ik iets op tegen omdat het teveel op een Godwinnetje lijkt. Het einde van alle tegenspraak. 
Tegelijkertijd besef ik dat ik gemakkelijk praten heb. Mijn kinderen zijn volwassen en kunnen thuis vandaan werken. Mijn kleinkinderen zijn nog zo jong dat alles in het leven een avontuur is. Maar toch denk ik dat mensen pas leren, inzicht verwerven met vallen en opstaan. Waarom die Ene dat zo bedacht heeft zal voorlopig wel een raadsel blijven

Wat me vanmiddag opviel was een bericht op Nu.nl over IC artsen van het Radboud MC die pleiten voor versoepelingen en daarbij het accepteren dat als gevolg van de Corona meer mensen zullen komen te overlijden.
Ze vinden dat we met de maatregelen een te hoge tol betalen. Zo lijken ze het ook eens te zijn met Ephimenco en Comte-Sponville.
Toch een beetje een ongelukkig tijdstip om zoiets naar buiten te brengen als zorgpersoneel.
Zijn zij niet kort geleden allemaal ingeënt?



Kinderen van onze tijd

Vanwege de poëzieweek nog ééntje:

Kinderen van onze tijd

Wij zijn kinderen van onze tijd,
en onze tijd is politiek.

Al jouw, onze, jullie
dagzaken, nachtzaken
zijn politieke zaken.

Of je nu wilt of niet,
je genen hebben een politiek verleden,
je huid een politieke kleurnuance,
je ogen een politieke gezichtshoek.

Wat je zegt wekt respons,
waarover je zwijgt spreekt voor zich –
en is zus of zo ook politiek.

Zelfs zwervend door de bossen
zet je politieke stappen
op een politieke grond.

Apolitieke gedichten zijn ook politiek,
en boven ons schijnt de maan,
niet meer onze maan, maar punt van discussie.
Zijn of niet zijn, dat is de kwestie.
Wat voor kwestie, antwoord, mijn beste!
Een politieke kwestie.

Je hoeft niet eens een menselijk wezen te zijn
om politiek gezien iets te betekenen.
Het is genoeg als je aardolie bent,
veevoer, een afvalproduct.

Of anders een onderhandelingstafel met een vorm
waarover maanden is getwist:
aan wat voor een te onderhandelen over leven en dood,
een ronde of een vierkante.

Intussen kwamen mensen om,
stierven dieren,
brandden huizen af,
en verwilderden velden,
als in lang vervlogen tijden
met minder politiek.

Wislawa Szymborska (1923 - 2012)
Uit: 'Einde en begin'