Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 30 december 2013

De God die leeft

Geschreven door Francis A. Schaeffer (1912 – 1984) in 1968.
Amerikaans theoloog, filosoof en predikant. Oprichter van de l’Abri gemeenschap in Zwitserland.
Wij kennen de ‘abri’ als bus- of tramhaltes. Het is iets waar je kunt schuilen. Dat is dan ook de bedoeling van deze gemeenschappen.

Best boeiend om de hersenspinsels van deze visionair te lezen en te kijken of hij een beetje in de juiste richting zat met zijn ideeën. Hij schreef dit in de koude-oorlog-jaren. Ik had wel eens zijn naam horen vallen maar mij nooit in zijn schrijfsels verdiept. Ik was te druk met mensen redden van hun verstopte darmen, galwegen en ergere dingen.
Op de eerste bladzijde wordt het probleem meteen uit de doeken gedaan: de verandering in opvatting van de weg naar kennis en waarheid is het allerbelangrijkste probleem waarmee de christenen van deze tijd (1968) geconfronteerd worden. Een stortvloed van wereldlijk denken en de moderne theologie hebben de kerk kunnen overweldigen omdat de leiders het belang niet inzagen van het bestrijden van foutieve vooronderstellingen. Ze vochten op verkeerde gebieden, verdedigden oude stellingen en bleven daardoor achter.

Schaeffer volgt een lijn die begint bij de filosofie die via kunst –muziek- algemene cultuur eindigt bij de theologie. Hij noemt dat de lijn van de wanhoop. Boven de lijn leeft de mens in aanvaarding zonder logica, onder de lijn heerst de wét van de logica. Deze lijn gaat trapsgewijs naar beneden omdat Schaeffer denkt dat het begin van het probleem het duidelijkst ligt in de filosofie bij Hegel; een manier van denken waarbij alles wordt gerelativeerd, het dialectisch denken: these-antithese-synthese. In de theologie moeten we antithetisch blijven denken. Iets is waar of niet waar, geen compromissen.
Daarna bespreekt hij deze manier van denken bij de kunst, de muziek, de algemene cultuur en tenslotte bij de theologie.
Schaeffer pleit voor een eenheid van ‘bovenlijns’ geloof en ‘onderlijnse’ kennis. Als ik het goed begrijp dus het tegenovergestelde van waar ik in geloof: het NOMA principe. Maar ja, ik schrijf dit ook 45 jaar later. Duidelijke argumenten voor zijn standpunt kan ik er niet zo uitfilteren.

Hij komt tot de conclusie dat de theologie en bijbels christendom nu twee verschillende dingen zijn met slechts hetzelfde ‘termenapparaat’.
Zelf heb ik bij het bestuderen van de geschiedenis van de kunst ontdekt dat vooral na de Verlichting de kunst zich losmaakte van de religie en de kunstenaar van de kerk. Langzamerhand komt er dan een ander aspect van de kunst naar voren: het betekenis geven aan eigen ervaringen en emoties. Onder invloed van het individualisme wordt het van belang de eigen waarnemingen en ervaringen te uiten. Of deze nu positief of negatief; stichtend of brekend, mooi of lelijk zijn is niet meer belangrijk. De uiting is het belangrijkste. De impressionisten zijn daarin baanbrekend geworden.
Zo schetst Schaeffer ook de ontwikkeling in de theologie. De continuïteit binnen de kerk berust in principe op een inhoud die gekend kan worden. De moderne theologie heeft echter geen plaats voor inhoud, maar veel meer voor ervaringen. Daarin zoekt zij haar continuïteit. Maar wat moeten we met enkel ervaringen wanneer de inhoud niet (meer) gekend kan worden?
Hierdoor wordt een illusie van communicatie in stand gehouden, gebruik makend van religieuze woorden met hun connotaties.
Zoals Picasso die met de, tot het uiterste doorgevoerde abstractie de communicatie blokkeerde.(p.36)

De laatste paar hoofdstukken zijn gewijd aan gesprekken met ongelovigen. Dat is wel interessant want in onze kerk zijn we ook bezig met de apologetiek. Schaeffer pleit ervoor om de ongelovigen te confronteren met zijn/haar innerlijke tegenstrijdigheden die hij/zij onvermijdelijk heeft en de consequenties daarvan en hem/haar daarna te wijzen op het christendom.
Ja hallo, denk ik dan, ik ben zelf een vat vol tegenstrijdigheden. Dat wordt pingpongen. Schaeffer heeft zeker nooit gediscussieerd op een atheïstenforum.

Toch nog iets opmerkelijks op p.161 waar een student de opmerking maakt: ‘Als we u goed begrijpen zegt u dat er aan evangelisatie een beschouwing over de waarheid en de kaders, waarin we denken en spreken, moet voorafgaan’.
Dezelfde vraag stelde ik kort geleden onze dominee: ‘Doen wij niet iets verkeerd?
Ik hoor/lees in de artikelen over ‘missionaire kerk zijn’ nooit iets over apologetiek.’
Schaeffer denkt inderdaad dat voorafgaand aan het christen worden, diegene een juist begrip moet hebben van de objectieve waarheid.
In onze tijd is dat toch lastig wanneer evangelische groeperingen oproepen om je hart aan Jezus te geven, halleluja, amen en iedereen zijn /haar eigen waarheid heeft en daarin gerespecteerd wil worden.
45 jaar na dato al vind ik hem hier en daar te simplistisch. Zoals hij bijvoorbeeld de evolutietheorie benadert. (p. 103) Maar dat is ook een onderwerp wat vooral de laatste jaren een ontwikkeling heeft doorgemaakt.
Er staan veel leerzame dingen in.
Juist ook door de lijnen die hij weet te trekken.



Kijk! Het hele boek staat op internet
Een uitspraak van mijn oudste zoon om eens even over na te denken:

"Er bestaan maar weinig mensen die de beste versie van zichzelf zijn."

.......en dan niet te snel met het hiernamaals aankomen.

donderdag 26 december 2013

Kerst feest

Een kerstplaatje.
De wijzen uit het oosten bij de pasgeboren Jezus.
Een schilderij van de Chinese christen schilder He Qi .
Hij schildert allerlei Bijbelse tafereeltjes op een eigen kenmerkende manier.
Nu eentje hier. Gewoon omdat ze zo feestelijk veelkleurig zijn.

maandag 23 december 2013

Samen dansen in de kerk

Geschreven door Almatine Leene in 2013.
Ondertitel: Als mannen en vrouwen op God lijken.

Almatine is theologe en schreef haar dissertatie over de positie van de vrouw in de kerk. Ze komt zelf uit de GKV daar was/is het not done om als vrouw op de kansel te gaan staan. Een commissie die in opdracht van deze kerken de afgelopen jaren onderzoek deed naar de vrouw in het ambt komt tot een andere conclusie (2013). Het advies is gericht aan de generale synode van Ede, die begin volgend jaar bijeenkomt en een besluit moet gaan nemen.
Almatine maakte deel uit van deze commissie .........alles hangt weer met elkaar samen.

Dit boekje is een populaire uitgave van haar dissertatie op 11 maart in het Zuid Afrikaanse Stellebosch. Het is heel gemakkelijk leesbaar en erg veel nieuwe dingen ben ik niet tegengekomen maar dat komt, denk ik, omdat ik mijzelf al jaren verdiep in deze materie.
De titel is wel aardig gekozen. Zelf ben ik opgevoed met de idee dat dansen niet voor christenen is. Dus samen dansen en dan nog in de kerk nota bene, is dan wel een prikkelende titel.
Wat ik heel mooi vond is de vergelijking die zij trekt tussen de Goddelijke Drie-éénheid en de mannen en vrouwen in de kerken.
Zoals de Goddelijke Drie-éénheid om elkaar danst: de ene keer is de Eén leidend en een ander keer de Ander. (Tim Keller?) Maar altijd in harmonische relatie tot elkaar en zo mogen mannen en vrouwen in kerken ook ‘dansen’.
De ene keer is de één leidend, een andere keer de ander zodat er een mooi, relationeel geheel ontstaat.

Omdat God liefde is kan Hij niet alleen zijn. Liefde is relationeel. Mooi.
Minder vind ik haar argument voor de drie-eenheid omdat God in Genesis in het Majesteitsmeervoud spreekt. Dat is altijd zo’n forumvraagje/antwoord. Maar dat majesteitsmeervoud/Pluralis majestatis stamt uit Romeinse wetteksten.
Wel ben ik met haar eens dat de drie-eenheid één van de beste typeringen van God is die we hebben en waarschijnlijk doen we Hem daar ook mee tekort. Alles wat je meer zegt dan “JHWH – Ik ben” zal Hem beperken. (p 50)

Ook de vraag of God manlijk of vrouwelijk is komt aan de orde en ook daarin ben ik het met haar eens: God staat boven de geslachten.
Jezus dus ook. Om die reden denk ik dat Jezus nooit is getrouwd ondanks alle conspiracy theorieën. Hij zou dan teveel in de manlijke rol zijn gedrukt. Dan klopt het niet meer.
Nog iets: ook Almatine vraagt zich af naar welke wet Paulus verwijst in 1 Kor 14 : 34 maar zij kan het ook al niet vinden. Volgens haar verwijst Paulus naar een Griekse wet die het vrouwen verbood hun mannen de les te lezen tijdens vergaderingen.
Ben ik gelukkig toch niet de enige die zo af en toe vastloopt in de Bijbel.

Gerelateerd aan gelijk(w)aardigheid

vrijdag 20 december 2013

Deïsme

Toch nog maar 'een Achterberg' omdat ik zijn nuchterheid in geloofszaken zo aansprekend vind. Hier is het God die ons niet nodig lijkt te hebben terwijl aan het eind Christus lijkt in te grijpen. Maar ook dát was van te voren al geregeld.

Deïsme

De mens is voor een tijd een plaats van God.
Houdt geen gelijkteken nog iets bijeen,
dan wordt hij afgeschreven op een steen.
De overeenkomst lijkt te lopen tot
deze voleinding, dit abrupte slot.

Want God gaat verder, zwenkend van hem heen
in zijn miljoenen. God is nooit alleen.
Voor gene kwam een ander weer aan bod.

Wij zijn voor hem een vol benzinevat,
dat hij leeg achterlaat. Hij moet het kwijt,
al de afval, met zijn wezen in strijd.

Sinds hij zich van de schepping onderscheidt
gingen wij dood en liggen langs het pad,
wanneer niet Christus, koopman in oudroest
ons juist in zo'n conditie vinden moest;
alsof hij met de Vader had gesmoesd.

Gerrit Achterberg

zaterdag 7 december 2013

Mandela

Deze week, op 5 december, overleed Nelson Mandela. Hij werd 95 jaar oud.
Hij wordt alom geroemd en geprezen.
Een turbulent leven heeft hij wel gehad en ik heb ook bewondering voor zijn gedrag al moest ik niets van hem hebben vlak na zijn vrijlating. Iemand die zijn vuist opstak........ Dat kon niet veel goeds betekenen.
Die jaren in de gevangenis zullen hem ongetwijfeld veel hebben geleerd.
Als er, al dan niet noodgedwongen rust in je leven komt is nadenken over je leven en over dat van anderen onontkoombaar. Dat kan leiden tot meer inzicht en wijsheid of tot verbittering.
Bij Mandela dat eerste. Daarin staat hij natuurlijk niet alleen. Ik denk zo maar even aan b.v. Bonhoeffer.
Mandela kreeg de kans en mogelijkheden om zijn verworven inzichten ‘en plein public’ uit te dragen en gestalte te geven. Dat is niet iedereen gegeven.
Dat er weer een inspirerende persoonlijkheid is heengegaan mag duidelijk zijn.

Een paar uitspraken van hem die mij wel aanspreken:

‘Vrij zijn betekent niet alleen dat men bevrijd is van zijn ketenen, maar dat men kan leven op een wijze die de levens van anderen respecteert en verrijkt.’

‘Een ware leider legt een besluit niet op, maar zorgt ervoor dat mensen het zichzelf opleggen.'


dinsdag 3 december 2013

De gasfitter

Een ballade, gedicht, sonnettend sonnet van Gerrit Achterberg. (1905 – 1962)

Deze stond voor vandaag op de agenda bij de leeskring waarvan ik helaas de eerste ontmoeting (over Mulisch) heb gemist vanwege het lange weekend Drenthe.
Van te voren hebben mijn schoonzus en ik ons erover gebogen. Twee weten tenslotte meer dan één.
Eerst moest ik van schoonzus leren dat er echt over elk woord wordt nagedacht door poëten. Dus elk woord wikken en wegen en zoeken naar een mogelijke betekenis.
Ik ben toch meer van de slobber-de-slobber-letters.
Welbewust hebben we niet eerst gegoogeld om zo te ontdekken wat er in ons eigen brein zou opkomen bij onbevangen lezen.
Dat was nogal wat.

De docent, die echt heel veel wist van Achterberg zat eigenlijk op een heel ander spoor dan ik; op het spoor van de, door de dood onbereikbaar geworden geliefde. Mijn spoor heb ik naderhand via google niet kunnen vinden maar is voor mij zo helder als wat. Maar misschien is het in mijn hoofd net zo chaotisch als bij Achterberg. Of denk ik per–vers.
Ik denk namelijk dat het een gedicht is over zijn verborgen geaardheid. Achterberg was homo (denk ik) en daar worstelde hij verschrikkelijk mee, opgevoed in een groot calvinistisch gezin in een calvinistisch dorp. Toch een onbereikbare liefde maar dan anders.
Het verklaart wel zijn ongemakkelijkheid met vrouwen en misschien zijn psychische instabiliteit.

Wanneer je met dit gegeven in je achterhoofd het gedicht leest wordt het allemaal veel duidelijker. Ik denk niet dat ik het gedicht helemaal mag weergeven, maar het is ook te lang. Hoe vaker ik het lees hoe meer ik ontdek.

Een paar specifieke dingen waarom ik denk aan dat homo zijn en het niet uit de kast willen/durven komen en ik ben me ervan bewust dat ik dan tekort doe aan alle andere scherpzinnige dingen die we natuurlijk ook uitgebreid besproken hebben zoals b.v. het horizontale, het verticale en het ronde en de nodige humor: ‘Zeker weer ruzie met zijn vrouw gehad.’ ( In het 7e)
Maar dat wordt teveel voor een blogberichtje.

In het eerste sonnet : in ‘de appelkoopman lokt u met zijn roep’ zie je de verboden vrucht.
2e : alles wat de gasfitter doet doet hij voorover.
Doodzwijgen doodstilte onder hamerslagen benadrukt nog weer het foute van een homoseksuele relatie vanuit Achterbergs optiek. Vanuit zijn opvoeding in die tijd.
3e : ‘uitoefening van zijn bestaan’ is een hint naar existentie, zijn zíjn
en kan van overspel geen sprake wezen’ …..wil ie ook niet, overspel met een vrouw.
4e: de verschijnselen spreken van een orgasme?
5e : thuis gekomen krijgt hij weer die drang. Beschreven als een oproep door de directeur. Hij moet naar dezelfde straat. Ook volgens de docent verwijst ‘het uit de grond gerezen flatgebouw’ naar een fallus.
6e : de conciërge (= geweten) van het flatgebouw slaapt, doet niets. Die zou hem kunnen helpen. Dat zou dan wel de directeur, de innerlijke drang, (het kwaad) de kop kosten.
7e : hij gaat toch op pad, voelt zich opgelaten wanneer een bekende hem ziet in een wijk waar een ander type mens woont ‘bij ander licht’.
8e : hij twijfelt maar de deur gaat voor hem open d.m.v. een daghit die hem ‘naar boven wijst met een vage spot’.
9e : hierin vind de ommekeer plaats: ‘God is het gat’ en zijn wereld stort in. ‘Verdieping na verdieping valt omlaag’. Mooi beeld van de lift.
10e : Hij komt nog wel boven ‘bij heren van alle natie, tong en ras’ maar gaat onverrichterzake weer naar beneden waar de - ‘staat aan mijn voet een zak met vuile was’ - confrontatie met zijn zonden plaats vindt.
11e : doel niet bereikt….’moet er een vacuüm zijn ingeslopen. Daar komt geen enkel ambacht aan te pas’…....nee, dat was Gods werk. Een andere, persoonlijke directeur van een om zijn as gedraaide gasfabriek die veel milder is? Tweeslachtigheid van de mens?
12e : hij moet op het matje komen bij het Chr. Vakverbond en belijdenis van zonden afleggen aan alle ‘gas- en waterfitters’. Hoe duidelijk wil je het hebben?
‘Het hoofdbestuur [..] deelt mede dat één van hen de reglementen schond door met zijn instrumenten op te treden op alle plaatsen waar hij zich bevond……

13e : en 14e zijn geschreven door een toeschouwer en vertelt hoe het de gasfitter verder is vergaan. Hij zit in een ouwe mannenhuis als een kindse vent. Hij krijgt steeds op zijn ‘sodemieter’, een verwijzing naar Sodom. Omdat hij, de fitter op het eten vit. Mooie woordspeling.
14e sonnet beschrijft prachtig zijn dood en begrafenis.
‘Hij rust in God. De aarde dekt hem toe.’

Voor mensen die het gedicht niet kennen of er niet naast hebben liggen is dit alles waarschijnlijk abracadabra. Het zij zo.

Eigenlijk moet ik ook wel om mezelf lachen. Ik heb me nog nooit echt verdiept in Achterberg en verbeeld me nu dat ik hem beter doorgrond dat alle kenners bij elkaar. Terwijl dit één van zijn moeilijkste gedichten schijnt te zijn.
Zou Achterberg zich in zijn graf omdraaien of plezier hebben wanneer hij dit zou lezen?