Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

woensdag 28 december 2022

De humor van de Bijbel



Geschreven door Okke Jager in 1954.  Het is weer een tweedehandsje*. Of derde of vierde.
Jager was theoloog en behoorde naar onze GB maatstaven tot de lichte dominees. Ik heb hem dan ook nooit horen preken.
Wel heb ik een Bijbels dagboek van hem waaruit ik wel eens een stukje las tijdens mijn opleiding tot verpleegkundige. In die tijd moesten we om beurten de  dagopening verzorgen.
Achteraf bezien nogal gewaagd. Er zaten vooral meiden uit de (Oud) Gereformeerde Gemeenten.
En ook achteraf bezien paste ik daar slecht tussen al heb ik dat toen nooit zo ervaren. We hadden een gezamenlijk doel: de mensheid redden.



Maar die humor, wat is dat eigenlijk en komt dat in de Bijbel voor? Mijn familie van moeders kant waren/zijn de serieusiteiten zelve maar mijn familie van vaders kant had humor en ik zie het weer terugkomen bij mijn broers en zussen. Komt natuurlijk bij dat ik gewend ben aan dat type humor. Ik voel dat aan en begrijp dat direct.
Dat geldt niet voor ieders humor. De humor van mijnheer Cathy richt zich meer, zonder het daartoe te beperken, op gestoei met woorden en woordgrapjes. Is ook leuk.
Humor is ook zeer subjectief. Ik kan dan ook lang niet alles wat Jager aanreikt als humor zien.

Ironie, cynisme en sarcasme zijn ook allemaal vormen van humor die mij aanspreken. Alles waarmee je je ongenoegen of kritiek kunt uiten zonder ruzie te maken vind ik boeiend.
Dat zal wel te maken hebben met m’n conflict mijdende aard.

Volgens Jager komen ironie, sarcasme en woordspelingen het meeste voor in de Bijbel. Ja, daar geeft hij voorbeelden bij.
Wel is het zo dat hij als  ‘oorspronkelijke taal lezer’ meer in de Bijbel weet te ontdekken aan woordspelingen dan iemand die het Hebreeuws/ Aramees en Grieks niet machtig is.
Vertalen is altijd verliezen. Helaas.
Buiten dat was Okke Jager zelf ook een erudiet mens met een enorm taalgevoel.

Humor helpt om de zaken te relativeren en laat ons het betrekkelijke zien van alles wat we binnen de geloofswereld verabsoluteren. Er moet meer vrolijkheid komen. De feestzaal van Christus lijkt niet meer op een feestzaal.
Ja, daar verbaas ik me ook over. In de Bijbel staat bij de instelling van feesten vaak dat het een vrolijk feest moet zijn en wanneer ik dan bij de ‘hoge’ feesten in de kerk eens om mij heen kijk zie ik weinig vrolijks. We zijn er bang voor geworden om de één of andere reden. Blijdschap kan er nog net mee door maar vrolijkheid is uit den boze. Zo lijkt het.

Heel lang heb ik het blog van ‘de lachende theoloog’ (Jan Riemersma) mee gelezen en toen ik daar eens naar verwees op een forum kwam  er van iemand commentaar dat ze niets wilde lezen van een theoloog die zich zo noemde. Tsja.

Wat is dat toch?
‘Mensen zonder humor zullen in de humorist altijd een deserteur zien’. (p 47) Terwijl ‘humor vaak juist uit liefde en sympathie wordt geboren.’( p48)

‘Mag de Goede Herder niet glimlachen, als een schaap herders- allures krijgt?’(p 48)
En: Jezus is Iemand die overal engelen ziet en christenen zijn mensen die overal spoken zien.
Christus had de wijdopen ogen van een kind, waarin Hij de wereld opving; christenen hebben de spleetoogjes van oude mannen waarmee ze de wereld op afstand houden. Christus stak overal Zijn hand uit; Christenen houden altijd iets achter de hand. Christus keek een tollenaar uit een boom; christenen kijken de kat uit de boom.
Christus liep met een gezicht, waar dagelijks de nodiging vanaf straalde: ‘Kom tot Mij!’
Christenen lopen met gezichten rond, die aan iedereen verkondigen: ‘Blijf van mij af’.

Dit is een wat generaliserend stukje wat mede zijn taalgevoel laat zien maar staat er nu echt humor in de Bijbel? Wanneer je goed leest en nadenkt wel.

In Gen 11:5 bij de torenbouw van Babel.
Het idee: God is transcendent en immanent en zegt ‘Kom laten we neerdalen om die toren  eens te gaan bekijken die de mensen hebben gebouwd.’
Alsof Hij die toren, die in mensenogen groots is, vanuit de hemel niet kan zien.

David die rustig op zijn dak staat terwijl ‘de koningen uittrekken ten oorlog’. Ik zie Zelensky dat al doen. Belerende ironie.
Mechizedek, waarvan geen geslachtregister bekend is als een steekje onderwater omdat de Joden de stambomen altijd uitpluisden of iemand wel recht had op het priesterschap.

Abimelech, die tegen Sara zegt: ‘zie ik heb uw broer duizend zilverlingen gegeven’ terwijl hij al weet dat Abraham haar man is. (Gen 20:16) Je kunt je er zijn knipoog bij voorstellen.

Paulus die in de brief aan Filemon schrijft over Onesimus. De naam betekent nuttig of verdienstelijk en dan schrijft hij: ‘Hij was voorheen voor u van geen nut, maar nu is hij voor u en voor mij van veel nut.

Zelf vind ik de opmerking van Jezus uit Lukas 10 van ironie getuigen. Wanneer de zeventig die uitgezonden waren bij Hem terugkomen zijn ze helemaal euforisch omdat ze zelfs demonen konden uitwerpen.
Jezus zegt dan: (Nou, nou wat geweldig, dat hoor ik erin) ‘ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.’

In de laatste hoofdstukken waarschuwt Jager voor verkeerde humor. Dat is ook belangrijk. Humor kan namelijk behoorlijk doorschieten en dan wordt het profaan/blasfemisch.
Maar dat is ook weer lastig want wat er bij de één nog meer door kan, gaat voor de ander al te ver.
Voelsprieten ontwikkelen!
Tot slot een gedicht van Okke Jager: 

Kom haastig!

‘Kom haastig, Jezus!’ bidt de predikant.
‘Ja, Amen,’ zegt een boer, ‘wil spoedig komen!
Maar na de oogst, want van m’n nieuw stuk land
heb ik nog nooit de opbrengst waargenomen.’

‘Ja, Amen,’ zegt Mevrouw, ‘maar mag ik voor
De bontjas die ik gisteren zag hangen
Eerst sparen en hem aandoen, als het Koor
Een avond geeft in ‘Christ’lijke Belangen?’

‘Ja, Amen,’ zegt het kind, maar nu nog niet,
Ik moet nog met vakantie naar de bossen.
Maar ik zal zwaaien, zodat U het ziet,
Als U ons onder schooltijd komt verlossen.’

‘Kom haastig, Jezus!’ bidt de predikant.
‘Maar mag ik eerst die nieuwe lezing lezen,
Die ik gemaakt heb voor het Jeugdverband
Over ‘Gij zult het wel verstaan na dezen’?’

De beden komen in de hemel aan.
De cherubijnen zwijgen, die ze brachten.
En Jezus vraagt: “Kan Ik vandaag al gaan?’
Zijn Vader zucht: ‘Ge moet nog even wachten.’


Okke Jager (1928-1992)
uit: Worden als een kind (1954)

 

 

*Dat is ook humor: het boekje behoort tot de ‘boeket-reeks’.

 

 

 

dinsdag 27 december 2022

Zonsondergang



Rond verschijnend,
Lichtgevend vuur,
Gebouwd in de ruimte,
Warmte afwerpend,
Westwaarts reizend;



Jouw fotografische omvang
conflicteert met het
afnemend licht van de getroffen dag,
Op het stervensuur opduikend en
doortrokken verschijnend
aan de verre grens van de aarde
Een op zijn doel afgaande regenboog
reikende ver tot in de hemel.
Je bent een kunstenaar, Zon!


R.G. Dandridge (1883 - 1930)



Vrij vertaald vanuit het Engels en de schepper van de zon is natuurlijk de echte Kunstenaar.





vrijdag 23 december 2022

Cantique de Noël

Veruit het mooiste kerstlied vind ik Cantique de Noël, beter bekend als ‘O, Holy Night’ van Placide Cappeau.  De tekst in combinatie met de prachtige muziek van Adolphe Adam …..het is elk jaar weer genieten, waar en op welke manier ik het ook ergens hoor.

Omdat ik ervan hou om terug te gaan naar bronnen, hier de Franse tekst: 

Minuit, chretiens, C'est l'heure solennelle
Ou l'Homme Dieu descendit jusqu'a nous
Pour effacer la tache originelle
Et de Son Pere arreter le courroux.
Le monde entier tressaille d'esperance
En cette nuit qui lui donne un Sauveur.

Peuple a genoux,
attends ta delivrance!
Noël! Noël! Voici le Redempteur!
Noël! Noël! Voici le Redempteur!

De notre foi que la lumière ardente
Nous guide tous au berceau de l'Enfant,
Comme autrefois une étoile brillante
Y conduisit les chefs de l'Orient.
Le Roi des rois naît dans une humble crèche :
Puissants du jour, fiers de votre grandeur,

A votre orgueil,
c'est de là que Dieu prêche.
Courbez vos fronts devant le Rédempteur.
Courbez vos fronts devant le Rédempteur.
 
Le Redempteur A brise toute entrave:
La terre est libre et le ciel est ouvert.
 Il voit un Frere ou n'etait qu'un esclave,
L'amour unit ceux qu'enchainait le fer.
Qui Lui dira notre reconnaissance?
C'est pour nous tous qu'Il nait, Qu'Il souffre et meurt.

Peuple debout,
chante ta delivrance!
Noël! Noël! Chantons le Redempteur!
Noël! Noël! Chantons le Redempteur!
 

Placide Cappeau (1808 – 1877)






 




donderdag 22 december 2022

Shoppen in Advent

Deze keer niet volgens het boek van Herman Paul maar letterlijk.
Sinds het uitbreken van Corona zijn dochter Cathy en ik niet meer in die grote stad geweest om te winkelen.
Dus dat werd hoog tijd. Winkelen kan ik beter niet zeggen in het bijzijn van driejarige kleindochter van dochter. Ze kijkt me dan vragend aan en wanneer ik mezelf ‘verbeter’ door het woord shoppen te noemen glijdt er een herkenningsglimlach over haar gezicht. Dan weet ze wat ik bedoel.

Veel dingen zijn veranderd sinds de laatste keer dat ik er was. Het grote V&D gebouw staat in de stijgers. Hudson Bay wat er na V&D in huisde heeft het ook niet gered.
De stad is met dit regenachtige weer somber en koud ondanks de kerstverlichting en ik hoor nergens een draaiorgel. Wat een gemis.

In de winkels met kleding voor anorexiameisjes bommert de ‘muziek’ in mijn oren. Wanneer ik slenterend de labels in de kleding lees die je tegemoet glanst en polyestert zie ik veel ‘Bangladesh’.
Kinderarbeid? Of is dat echt passé?
Bij de Bijenkorf, die altijd prachtige etalages had in deze tijd van het jaar, en waarvoor ik soms speciaal naar het centrum ging, heeft nu voor de eenvoud van de crisis gekozen.
Zij had vroeger ook een prachtige kerstballenafdeling. Ach, er staan nog wat tafels en rekken; maar veel soeps is het niet. Kennelijk laten ze deze tak van sport over aan de tuincentra.
De enige afdeling waar een wachtrij stond was de afdeling  van Louis Vuitton. Er werden beperkt kijkers/kopers toegelaten. Zodra er weer uit gingen mochten anderen er in.
Heel chique doorgelaten via een rode loper en een dik rood koord met haakjes mèt bediende. Er zijn dus mensen die geen last hebben van enige crisis maar dat ze die wachtrij ervoor over hebben…….verbijsterend.

Van sommige dingen werd ik wel weer blij: bij de lunch zag ik een ‘kop’ die er al heel veel jaren rondloopt. En nog net zo vrolijk en geduldig. Net als bij P&C; ook een dame die ik herkende van vele jaren geleden.

De metro is ook zoiets waar ik me amuseer. Op de heenweg hadden dochter Cathy en ik teveel te praten om oog te hebben voor de medereizigers maar op de terugweg, met pijnlijke voeten en een toeslaande vermoeidheid is er niets leukers dan mensen bestuderen.
De meeste reizigers zitten met hun ‘phone’ te rommelen en kijken niet op of om.
Een oudere dame zat te knikkebollen boven haar apparaatje; het viel bijna maar de luidsprekende dame maakte haar toch weer wakker. Net op tijd om uit te stappen.
Een jongeman stond in de donkere spiegelende ruiten zijn haar te fatsoeneren. Tenminste, dat maakte ik er van al zag ik de noodzaak niet zo. Hij dacht er duidelijk anders over. Het kostte hem twee stations.

De oogst van deze dag: een zomerjurk en een vest en nog wat kleine gefrutsel. Het is toch het meest handig en voordelig om in de winter zomerkleding te kopen en andersom.

Ondanks dat het woensdagmiddag was, vond ik het niet echt kerstdruk. Vroeger bruiste het veel meer. Nu werkt bijna iedereen en ook het online winkelen zal daar debet aan zijn maar wellicht hebben we een ‘gouden eeuw’ achter de rug en het niet beseft.
Ik word weemoedig en oud.

O ja, ik heb dit zelf geschreven. Er is geen ChatGPT of iets dergelijks aan te pas gekomen. ;)


vrijdag 16 december 2022

Wuthering Heights/ Woeste Hoogten

In 1847 geschreven door Emily Bronte. (1818 – 1848) Ze was toen dus 29 jaar oud.

En het was haar enige boek want op dertig jarige leeftijd overleed ze aan TBC.
Tijdens mijn middelbare schooltijd moesten wij voor de talen in ons vakkenpakket twaalf boeken per taal lezen, uit verschillende periodes en voor Nederlands het dubbele.
Dat waren nog eens tijden.
In die tijd heb ik dit boek ook al eens gelezen, evenals ‘Jane Eyre’ van haar zus Charlotte. In het Engels natuurlijk en daardoor veel gemist.


In grote lijnen herinnerde ik me het verhaal nog wel maar nu las ik het met meer belangstelling voor de schrijfster;  op haar leeftijd en de Victoriaanse tijd waarin ze het schreef.
Als het in onze tijd zou worden geschreven zouden de beide Catherines al vele malen zijn verkracht denk ik zo. Dat gebeurde toen nooit. 😊

Het geheel omvattende onderwerp is de onmogelijke liefde tussen Heathcliff en Catherine Earnshaw
Heathcliff is een vondeling die met Mr. Earnshaw meekomt na een grote reis. Verder weten we niets over hem en komen ook niets te weten.
Hij groeit op met Hindley en Catherine en het personeel op de Woeste Hoogten.
Behalve Nelly is dat de oude Joseph, die te pas en te onpas in een dialect de Bijbel weet te citeren. De vader van de Brontës was predikant.
Hindley groeit op tot een jaloerse dronkenlap, trouwt en krijgt een zoon: Hareton.
Catherine trouwt om pragmatische redenen met Edgar Linton, verhuist naar Thrushcross Grange en sterft bij de geboorte van haar dochter Catherine.
Heathcliff vat een obsessieve liefde op voor Catherine, en komt daar niet meer overheen. Hij vertrekt naar het buitenland als slachtoffer en komt terug vol wraakgevoelens en gaat wonen op de Woeste Hoogten. Zo obsessief hij in de liefde was is hij nu in zijn wraakgevoelens ten opzichte van alles wat geen Catherine heet.
Hij legt het aan met Isabelle, de zus van Edgar Linton, puur en alleen om zich te wreken. Zij krijgen een zoon, Lindon, een zwak schepsel met dezelfde agressieve en manipulerende inborst als zijn vader.
Heathcliff legt het erop aan om niet alleen de Woeste Hoogten maar ook Thrushcross Grange in zijn bezit te krijgen, wat hem ook nog op een nare manier lukt.
Aan het eind komt alles toch nog goed; krijgt Heathcliff op een wonderlijke manier vrede omdat hij Catherine ‘ziet’ en kunnen Catherine junior en Hareton, als volgend geslacht het, na de nodige strubbelingen, goed met elkaar vinden.

Vertellers van dit hele verhaal zijn Mr. Lockwood, een tijdelijke huurder van Trushcross Grange die de hele geschiedenis wat afstandelijk bekijkt en Nelly Dean, de huishoudster en verzorgster van de beide Catherines.

Wat vind ik er nu van, na zoveel jaren.
De sfeer is geweldig, echt Engels. Lekker beklemmend, heidevelden/ the Moor, mist, het pendelen tussen twee huizen die op gevangenissen lijken.
Waarom hoort dit boek tot de wereldliteratuur? Want zo romantisch is het allemaal niet; nee geen verkrachtingen maar wel kindermishandeling en taalgebruik wat er niet om liegt en wat niet aan de vertaling zal liggen.
Maar ze schrijft mooie zinnen, neemt de tijd om te schilderen met woorden en fabriceert  krachtige, intense persoonlijkheden. Het gaat natuurlijk ook om goed en kwaad wat niet altijd precies te duiden is. Het kwaad heeft toch altijd een oorzaak?  Ik krijg nu de neiging om ‘hasn’t it ’toe te voegen.
Heathcliff als zwartharige man tegenover de blonde Cathy die echt niet zo lief is.
Emily had, ondanks haar ‘bekrompen’ leven inzicht in menselijk trekken en hun mogelijke uitwerkingen. Dat is een gave.

 

Out on the wily, windy moors
We'd roll and fall in green
You had a temper, like my jealousy
Too hot, too greedy
How could you leave me
When I needed to possess you?
I hated you, I loved you too

Bad dreams in the night
You told me I was going to lose the fight
Leave behind my wuthering, wuthering
Wuthering heights

Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold, let me in your window
Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold, let me in your window

Ooh, it gets dark, it gets lonely
On, the other side from you
I pine a lot, I find the lot
Falls through without you
I'm coming back love, cruel Heathcliff
My one dream, my only master

Too long I roam in the night
Coming back to his side to put it right
Coming home to wuthering, wuthering
Wuthering heights

Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold, let me in your window
Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold, let me in your window

Ooh, let me have it, let me grab your soul away
Ooh, let me have it, let me grab your soul away
You know it's me, Cathy

Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold, let me in your window
Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold, let me in your window
Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold

Kate Bush

 

dinsdag 13 december 2022

Winter


Het was een koude winterwandeling waarbij weer genoeg foto's voor kerstkaarten zijn geschoten voor de komende tien jaar.
De rest van de dag bivakeer ik voor het straalkacheltje.

zaterdag 3 december 2022

Sorry seems..

... to Be the Hardest Word.

Excuses maken. Zeker lastig maar wanneer je het eenmaal of meerdere malen hebt gedaan wordt het steeds gemakkelijker. De wereld vergaat namelijk niet en het helpt je, je eigen ego wat te relativeren. Je bent niet volmaakt, je maakt fouten en dat is niet erg, zeker niet wanneer je van plan bent om van je fouten te leren.
Toch hebben vele mensen er moeite mee zo getuigt het liedje van Elton John.

Wanneer mensen ten opzichte van mij excuses maken voor het één of ander ben ik al blij dat ze zo eerlijk zijn om het te benoemen en de moeite ervoor nemen. Ik neem ze dan ook van harte in ontvangst. Nee, ik stel geen eisen voor een bepaalde houding of voor een bepaald tijdstip of manier van doen.
Ook ga ik niet in overleg hoe we dat dan eens zullen gaan aanpakken.

Kennelijk is het heel anders bij het aanbieden van excuses voor het slavernijverleden. Die excuses moeten aan allerlei voorwaarden voldoen. Eerst in gesprek met de belanghebbenden over plaats en tijdstip en wie dat dan moet doen. Niet iedereen is daarvoor namelijk geschikt! Dat lijkt mij enigszins discriminerend.

Wel, u voelt hem al aankomen; ik heb inwendig wel pret wanneer ik dat theaterspektakel bezie. De spontaniteit is allang om zeep geholpen dus wat stelt dit nu voor?
Het is een formaliteit. Wellicht waardevol voor degenen die het zich kunnen permitteren om zich er druk over maken en verder is het gebakken lucht.

En voor wie dit wel serieus nemen is er nog wel meer te bedenken. Vrouwenhandel bijvoorbeeld, het bestaat nog steeds. Kinderarbeid bestaat ook nog.  Homo’s, (ik bedoel natuurlijk het hele alfabet) Roma’s en wie weet welke bevolkingsgroepen nog meer onheus bejegend zijn in het verleden en wat nog steeds niet verdwenen is.

Na het lezen van het artikel van het theologische elftal in de Trouw bezie ik het echter ietsiepietsie breder.
Discriminatie en racisme moeten we inderdaad tegengaan. Maar dat geldt al wat langer dan vandaag en geldt voor iedereen. Want ik ben er van overtuigd dat de neiging tot discriminerend en racistische gedrag in ieder mens zit, van welke kleur dan ook.
Maar dat we deel hebben aan het kwaad dat we zelf niet hebben veroorzaakt en we mede verantwoordelijk zijn voor de sociale harmonie vind ik wel punten die het overdenken waard zijn.
Wanneer vanuit dat opzicht excuses worden aangeboden kan ik daar achter staan ook al blijft het in dit geval toch wel erg theatraal.



maandag 28 november 2022

Daar waar de rivierkreeften zingen


Geschreven door Delia Owens (1949) in 2018 en in 2021 in het Nederlands vertaald en uitgegeven.
Oorspronkelijke titel: ‘Where the Crawdads Sing’.

Het was haar debuut – op negenenzestigjarige leeftijd dus! Er is nog hoop voor me  -  en een doorslaand succes. Zo groot dat er meteen een film van gemaakt is. Reese Witherspoon zag hier kansen liggen.
Delia heeft inmiddels een leven achter de rug als zoöloge en natuurbeschermster.




Het boek: een pageturner met een hoog Blue- Lagoon gehalte. Die film uit de tachtiger jaren met Brooke Shields en Christopher Atkins in de hoofdrollen. Het verlangen van de mens naar het paradijs zit diep. 
Een meisje, Kya Clark woont met haar ouders en broers en zussen in het moeras van North Carolina. Het is een moeras waar meer ‘untouchables’ wonen. Haar moeder houdt het echter voor gezien en ook haar broers en zussen gaan er vandoor zodat Kya overblijft met haar vader die niet echt voor haar zorgt. Ze gaat haar leven zelf vorm geven. Ze leert het moeras op haar duimpje kennen en ze verdient de kost door het vangen van vis en garnalen.

In het dorp is de winkel van Jumpin en Mabel die een beetje voor haar zorgen en waar ze haar inkopen doet zoals benzine voor haar boot en ze haar vis verkoopt.
Er wordt een poging gedaan om haar op school te krijgen maar dat houdt ze als ‘outcast’ maar een dag vol.
Door haar leergierigheid leert ze het moeras en de aangrenzende zee door en door kennen met alle insecten en vogels die daar leven. Later in haar leven schrijft ze hierover boeken.

Maar zoals dat gaat wordt ze groter en zijn er jongens die om haar heen draaien. Chase en Tate. Op een dag wordt Chase dood gevonden. Gevallen uit een uitkijktoren. Een ongeluk of zit er meer achter?
De plaatselijke sheriff  heeft er een hele kluif aan want er zijn nauwelijks sporen. Maar zoals dat vaak gaat valt de verdenking op meest onaangepaste mensen, in dit geval het moerasmeisje. Zij heeft echter een sluitend alibi.
Toch wordt ze opgepakt en volgt er een rechtszaak.
Over de afloop vertel ik niets. Het gaf een onverwachte wending.

De beschrijvingen van het moeras zijn prachtig. Je merkt dat daar het zoölogische hart van de schrijfster ligt. Wellicht zitten er ook nog autobiografische elementen in het boek verwerkt.



Inmiddels ook de film gekeken.
Die is de moeite waard. Prachtige beelden van een moeras met van die oude 'druipbomen'; bomen die volhangen met Tillandsia. Ik vind dat toch zo mooi.
Het verhaal wordt gelukkig ook 'vriendelijk' gebracht. Dat heb je met een vrouw als regisseur.


 

zaterdag 19 november 2022

Numeri

ondertitel: boek van de woestijnjaren.
Geschreven door Jonathan Sacks en onderdeel van zijn serie over de Thora.
De eerste drie boeken heb ik gelezen en heb er van genoten. Wanneer je de Joodse achtergronden en verklaringen bij de verhalen leest vergroot dat je inzicht in het geheel.

Ook dit boek bestaat weer uit parasja’s. Tien stuks. En die weer uit verschillende essays over onderwerpen die aan de orde komen. Het zijn niet altijd de onderwerpen die ik zelf interessant vind maar die hij de moeite van het vermelden waard vindt.


Numeri gat over de reis van de berg Sinaï richting het beloofde land; de oevers van de Jordaan.

Leviticus was het hoogtepunt van het chiasma (ABCBA) van de vijf Bijbelboeken; Exodus en Numeri (B) gaan allebei over een reis.
Op pagina vijftien van het boek heeft Sacks een mooi overzicht opgenomen met alle overeenkomstige verhalen tussen de boeken.
Verschillen zijn er ook: het volk is in Numeri niet langer een groep slaven met de bijbehorende slavenmentaliteit die op de vlucht zijn, maar een natie die een verbond heeft gesloten met God; die een wetboek hebben ook al hebben ze nog geen land.
Dat is meteen ook het verschil met andere volkeren. Die hebben eerst land en pas later een wetboek. Is er geen land meer dan is ook het wetboek overbodig.
Bij de Joden niet. Ook al hebben ze geen land dan zijn ze toch verbonden door het verbond met God en de wetten en regels.

Wat wil ik verder onthouden? Het hele boek natuurlijk…..

Het stuk over de priesterlijke zegen. In 1997 vond men in Ketef Hinnom zilveren boekrolletjes van drie cm waarop in Paleo - Hebreeuws (werd vóór de Babylonische ballingschap gebruikt) de priesterlijk zegen staat in een heel precieze literaire structuur.
De betekenis van elke zinssnede legt hij uit. Hartverwarmend. Ik zal die priesterlijke zegen nu met andere oren horen.

In het verhaal met Korach, Dathan en Abiram uit Numeri 16 komen ook wijze lessen aan bod. Korach, een Leviet trekt samen op met Dathan en Abiram; nakomelingen van Ruben.
Ze komen bij Mozes en betwistten zijn leiderschap. Hun argumenten klinken heel plausibel zoals Sacks laat zien. Het heeft te maken met de blauwe draad in kwastjes van de gebedskleden. De tsietsiet.
Waarom zaten die drie toch fout?
Omdat ze niet door hadden de essentie van een gebod in het middel zit en niet in het doel.
Dat lijkt me voor ons ook wel van belang.
Wanneer we leren te volgen, ook al begrijpen we niet direct waarom, zal ons dat transformeren in mogelijke leiders. Korach kon nooit een leider zijn/worden omdat hij niet in staat was om een volger te zijn. Wanneer je zelf niet kunt gehoorzamen zul je anderen nooit kunnen overtuigen om gehoorzaam te  zijn.
Nog iets wat mij toch wel opviel: In Numeri 16: 32 staat dat de drie met alles wat ze bezaten én hun gezinnen verzwolgen werden.  (Sink hole?)
‘De aarde opende haar mond en verzwolg hen, met hun gezinnen.’ 

Maar in Numeri 26: 11 staat dat de kinderen van Korach niet gestorven waren en ook Sacks noemt de kinderen van Korach als nazaten van hem die psalmen creëerden. Bijvoorbeeld ps 84, ‘van de Korachieten’.
Dus ja, dat letterlijke lezen levert toch problemen op; althans voor fundamentalistische lezers.
Voor Sacks niet en ik maak me er ook niet druk  om.

Dan de houding van Mozes in ‘beide reizen’; van vóór de Sinaï en daarna en zijn ‘zonde’ waardoor hij het beloofde land niet in mocht.
Tijdens beide reizen, in Exodus en in Numeri murmureren (prachtig woord! Ik gebruik het regelmatig tegen mijnheer Cathy) de Israëlieten over water, over eten en hebben spijt van hun reis en willen ze terug.
Mozes reacties verschillen nogal. In Exodus hoort Mozes het aan, spreekt tot God, God zegt wat hij moet doen en hij doet het.
In Numeri lijkt hij er veel emotioneler mee om te gaan. Ondanks zijn ervaringen is hij kennelijk niet wijzer geworden en lijkt zijn veerkracht verminderd.
Verklaring: in Exodus wordt technisch leiderschap vereist. Het volk had nog steeds een slavenmentaliteit die moest veranderen in een natie van mensen die de verantwoordelijkheden van de vrijheid op zich konden nemen. Mozes moest adaptief leiderschap gaan tonen.
Maar hij ontdekte dat het volk nog helemaal niet was veranderd. Weer klaagden ze over dezelfde dingen als in Exodus en gaven de schuld aan een ander. Om wanhopig te worden en dat werd hij dan ook, zo af en toe. ‘Mensen helpen de kracht te vinden om te veranderen – dat is de grootste uitdaging van leiderschap.’
Vrije mensen geven anderen niet de schuld van hun ongeluk.
Mozes was eigenlijk zelf het probleem bij de reis vanaf de Sinaï naar het beloofde land.
Mozes was de sterke leider om het volk uit de slavernij te leiden maar bleef in gebreke om de mensen de kans te geven hun eigen sterke kanten te ontwikkelen. Daar was Jozua, zijn opvolger, beter in.
Na de aanstelling van de zeventig oudsten ging het beter al ging Mozes in de fout toen hij op de rots sloeg om het volk water te geven in plaats van spreken zoals God bevolen had. (Num 20)
Ik heb daar al eerder een berichtje aan gewaagd.
Terwijl eerder God al eens had gezegd dat hij op een rots moest slaan (Ex 17)
Daar heb je weer dat verschil in reis. Vóór of na de Sinaï.
Maar ook een verschil in generatie. Er was nu een generatie die in vrijheid was gebóren. Vrije mensen moet je anders benaderen, die reageren op overreding en niet op slaan. Slaan hoort bij de slavenmentaliteit.
De dubbele boodschap die ik er in zag, - zie mijn blogberichtje -  daar heeft Sacks het vanzelfsprekend niet over. Maar als elk vers in de bijbel zeventig uitleggingen toestaat dan zit de mijne er vast wel bij.

Vaak heb ik mij afgevraagd waarom die woestijn reis zo lang moest duren; een generatie zelfs. Volgens Sacks kost het tijd om mensen te veranderen. Zeker vanuit de slavernij naar de verantwoordelijkheden die vrijheid met zich meebrengt. Er was een nieuwe generatie voor nodig die in vrijheid was geboren, niet gehinderd door de gewoonten van de slavernij. Dat kost tijd; er is geen kortere route.
Over het beeld woestijnreis – mensenleven heeft hij het niet. Terwijl ik dat er toch wel inzie. Ergens schrijft hij (p 355) dat ze (we) geroepen zijn om een rolmodel te zijn, een belichaming van de Thora. Ja, dat lees ik toch ook in Rom 8:29.
Wel ingewikkeld: de joden moeten het allemaal zelf doen en voor ons, heidenen, is het al gedaan en hebben we een levend rolmodel.

Ook de vreemde verboden die in dit boek voorkomen worden besproken en komen overeen met wat ik al wist. Zoals een bokje dat niet gekookt mag worden in de melk van zijn moeder, het niet dragen van wol en vlas. Het zit in het verschil in ordes in de schepping. (Dat is de enige echte scheppingsorde!)
In dit blogberichtje heb ik wat genoemd.

Wat mij ook nog opviel is dat Sacks benoemt dat Israël direct onder de soevereiniteit valt van God en ander volken worden geregeerd door aardse en hemelse tussenpersonen. (p 381)
Dat had ik al eens geleerd van Willem Ouweneel naar aanleiding van gedeeltes uit het Oude Testament. Ieder volk heeft zijn eigen Engelvorst. Dus als twee profeten hetzelfde zeggen…
Daarop voortbordurend vond ik altijd wel dat de Engelvorst van Afghanistan dan wel eens wat beter zijn best mocht doen voor dat troosteloze land.
Zijn lofzang op Israël waar God zo dichtbij is, meer dan in een ander land. Waar ik niet zoveel geloof aan hecht want dan denk ik weer heel nuchter: fijn dat Theodor Herzl zijn zin niet heeft gekregen want dan was het mogelijk een Argentijnse Jodenstaat geworden. ( p 43 van ‘de Jodenstaat’)

De wetten en verhalen die elkaar afwisselen in het boek Numeri; de wet wordt aangekondigd vóór het verhaal waarop ze van toepassing is. 
De faalangst van de tien verkenners; de sprekende ezel van Bileam. Het is teveel om hier te noemen.

Ja, het valt weer op in dit boek, de liefde die Sacks heeft voor God en zijn volk. Om ontroerd en blij van te worden.
Verder ben ik ook blij dat hij regelmatig dingen herhaalt in de verschillende parasja’s. Sinds ik Corona heb gehad lijkt het of mijn brein (nog) langzamer werkt dan voorheen en minder kan onthouden. Niet fijn.

En Sacks blijft meester in het poneren van one-liners:

‘De Goddelijke aanwezigheid is niet te vinden in de ene stem tegenover de andere stem, maar in het gesprek als geheel.’

‘Alleen door open te staan voor een macht die groter is dan zijzelf worden mensen groter dan zichzelf.’

‘God schiep de tijd zodat niet alles tegelijk gebeurt.’

‘Een van de grote verschillen tussen het jodendom en andere religies is dat, terwijl andere religies ernaar streven mensen te verheffen naar hemelse sferen, het jodendom er naar streeft de hemel op aarde te brengen.’

Dan is nu het wachten op de uitgave van Deuteronomium. 



En dan lees ik vlak na dit boek een interview met David Grossman in de Trouwbijlage.
Hij krijgt volgende week de Erasmusprijs uitgereikt door onze koning.
Het gesprek is zo down to earth. Het contrast kan niet groter zijn.
Een rabbijn die dagelijks met zijn neus in de TeNaCH met aanverwante geschriften zat en zich omringde met gelovigen of deze schrijver; wonend vlakbij Palestijnse gebieden, een twintigjarige zoon heeft verloren in een oorlog, niet in God gelooft maar wel met vrienden de TeNach bestudeerd.



donderdag 17 november 2022

Pluimen








Moeilijk te fotograferen; de zonweerkaatsing op de rietpluimen tijdens een novemberwandeling met woeste, Hollandse luchten. 
Het is iets waar ik altijd naar moet kijken en me steeds weer opvalt. 

vrijdag 21 oktober 2022

Tenet


Een film van Christopher Nolan uit 2020 en dan weet je meteen dat het interessant gaat worden.
Nolan speelt met de dimensie tijd in zijn films. Interstellar, Memento en Inception zijn voorbeelden

In deze film moet iemand, een protagonist, een rol van John David Washington, (jawel, zoon van Denzel) voorkomen dat de wereld vergaat maar dat gaat allemaal niet zomaar.  Hij vecht tegen een antagonist uit de toekomst die weet wat er gaat gebeuren.

In de eerste helft gaat het wel tamelijk lineair en komt hij af en toe wel zaken tegen die omgekeerd lijken te verlopen maar in de tweede helft worden de effecten van de tijd gecompliceerder.



 

Kogels die terug in de geweren floepen, mensen en auto’s die achteruit bewegen en explosies die verzwolgen worden.
De basis hiervan is de omkering van de entropie met behulp van kernenergie. Het betekent ook dat je niet kun ademhalen maar een zuurstofmasker nodig hebt en dat je, wanneer je jezelf tegen komt en aanraakt, je verdwijnt. Materie en antimaterie gedoe.

Op een gegeven moment vocht de protagonist met zichzelf. De ene droeg wel een  speciaal pak zodat er geen ongelukken konden gebeuren met hemzelf. Hoe fantastisch wil je het hebben.

Het was dus de bedoeling van de toekomstgangers om de wereld te verwoesten met de huidige bewoners, die er toch een zooi van maken zodat zij verder rustig konden voortleven.

De grootvader paradox; als je terug in de tijd kunt gaan en je je grootvader doodt, wordt je dan zelf nog wel geboren? Nee,  bovendien: je kunt dan ook niet terug in de tijd reizen óm hem te vermoorden.

Het woord Tenet is een wachtwoord van een speciale eenheid maar dat had nog wel wat beter uitgediept kunnen worden. En een emotionele toevoeging aan de film door middel van de liefde van een moeder tot haar zoon komt ook niet echt uit de verf.
Ik moet ‘m nog eens bekijken want het is best ingewikkeld.

 

Even a nuclear weapon could only effect our future. An inverted weapon can effect our past also.

He can communicate with the future? The question is, can the future speak back?

 

 

  

dinsdag 18 oktober 2022

Simchat Thora

 

Op het Loofhuttenfeest volgt Simchat Thora; de vreugde van de wet. Tot vanavond.
Op deze dag is hij weer helemaal uitgelezen en begint men opnieuw.
Ik weet niet meer of het precies die dag was dat we in Israël waren maar het was wel feest bij de Klaagmuur en er werd met Thorarollen gesjouwd.










 

maandag 17 oktober 2022

Nog eens die vrije wil

Afgelopen week werd ik er weer mee geconfronteerd: die vrije wil.
Iemand kon zich niet voorstellen dat alles vast zou liggen.
Er werd een losse opmerking gelanceerd van een ander persoon (die niet aanwezig was) dat diegene het gevoel had als een vlieg vastgeprikt te zitten aan de muur wanneer we geen vrije wil zouden hebben.
Dan zet mijn brein zich weer krakend in beweging en gaan mijn grijze cellen op volle toeren draaien.

Ik kan het begrijpen dat, wanneer mensen niet gelovig zijn, zij in een vrije wil geloven en dat, wanneer neurowetenschappers iets ander gaan beweren dat nogal beklemmend kan overkomen en de nekharen overeind gaan staan.
Maar voor gelovigen? Waarom is het zo erg of zo moeilijk om te geloven dat alles vast ligt in Gods handen? Dat Hij degene is die alles overziet en bestuurt en tot Zijn doel brengt?
‘de mens overdenkt zijn weg maar de Heer bestuurt zijn voetstappen’.  (Spreuken 16:9)
Helaas greep ik niet de kans om deze vraag er tussendoor te gooien. Ik denk niet zo snel. Voordat ik hem in mijn hoofd heb geformuleerd is het gesprek al weer veel verder. Buiten dat overdenk ik het liever eerst even.

Zelf heb ik er geen enkele moeite meer mee, met dat ‘vastgeprikt zitten aan de muur’. Omdat ik dat zo helemaal niet ervaar.
Dan is het gevoel kennelijk leidend bij het al dan niet, wat oppervlakkig verdedigen van die vrije wil. Maar hoe zit het dan met je verhouding tot God?
Is er wel een goede relatie wanneer je het gevoel hebt dat je ‘vastgeprikt’ zit?

Jezus kwam op deze wereld en zijn weg lag vast. Dat veronderstel ik en Hij was echt geen robot!
Was dat voor Hem een probleem?
Ik denk het niet want Hij dacht net als Zijn Vader. Hij ging Zijn gang zoals de Vader dat ook doet.
Dus wanneer we gelijkvormig worden aan de Zoon – en dat kan een lang proces zijn – dan gaan we zo doen en handelen. Dan worden we veranderd in ons denken waaruit dat handelen voorkomt.
‘want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.’ (Fil 2:13)
Dan is er geen gevoel meer van ‘vastgeprikt’ zitten of onvrijheid.
Juist niet.


Leef als vrije mensen, en verschuil u niet achter uw vrijheid om u te misdragen, maar handel als dienaren van God. Houd iedereen in ere, heb uw broeders en zusters lief, heb ontzag voor God en eerbiedig de keizer.
(1 Petrus 2: 15-17)

 

vrijdag 14 oktober 2022

Het hart van de loofhut

Het is deze week (t/m 16 oktober) Soekot; Loofhuttenfeest en ik vond een gedicht, in het Engels met een diepere betekenis en daar hou ik van.
Vrij vertaald:

Het hart van de Loofhut

Laat de muren van mijn hart
net zo bewegelijk zijn
als de muren van de Soeka
die deinen in de wind.

Laat het dak van mijn hart
net zo poreus zijn voor tranen
als het dak van de Soeka
die de regen doorlaat.

Laat de ruimte in mijn hart
net zo openstaan voor gasten
zoals Ushpizin
die kunnen langskomen.

Laat mijn harteklop
een levendige herinnering zijn
dat het leven eindig is,
een tijdelijk onderkomen

Laat de muren ongepleisterd
en het dak met zijn traliewerk
de scheuren omlijsten
zodat het licht doorlaat.


donderdag 13 oktober 2022

 

Elk jaar verbazen ze mij weer; deze kleurige (uitlopers van) schimmeltjes.
Als ik die in een keukenkastje had zou ik ze laten zitten en koesteren.

woensdag 12 oktober 2022

VU en atheïsme

In de tijd dat ik op fora ronddwaalde had ik af en toe leerzame gesprekken en las ik af en toe leerzame dingen.
Zo ook over het atheïsme.
A-theïsme betekent ‘zonder/geen geloof’; dat betekent de afwezigheid van geloof, dus is er niets.

Vele gelovigen probeerden de atheïst er dan van te overtuigen dat atheïsme ook een ‘geloof’ is nl. het geloof dat er niets is.
Dat werd steevast weersproken met de opmerking dat atheïsme geen geloof is, net zo min als het niet verzamelen van postzegels een hobby zou zijn.

Nu begin ik toch weer te twijfelen (sarcasm) want in de krant las ik namelijk van een hoogleraar die ‘weigert haar oratie – een openbare rede gehouden door een nieuw benoemde hoogleraar – te houden als daarbij Bijbelteksten worden geciteerd’.
Zij beweert dat atheïsme deel uit maakt van haar identiteit net zoals een geloofsovertuiging bij anderen en daarom heeft ze er moeite mee en wil ze het niet.
Ze is een petitie gestart en die is meer dan driehonderd keer ondertekend.
Tussendoor vraag ik mij af wat je dan eigenlijk te zoeken hebt aan de VU. Wat doen al die mensen daar?
Volgens de universiteitshistoricus komt de kritiek vooral uit de atheïstische hoek wat ook al iets zegt.

Maar oké, het was de combinatie van atheïsme en identiteit die mij bezig hield.
Hoe kun je zo stellig beweren dat iets - in dit geval het atheïsme - een deel van je identiteit is wanneer dat ‘iets’ eigenlijk niets is?

Nee, dit is geen geval van het vragen om ruimte voor het atheïsme want die is er wel als ik het allemaal goed begrijp.
Dit is een gevalletje antitheïsme. En dat kan wèl deel uit maken van je identiteit.


dinsdag 11 oktober 2022

Crisis!

Een essay, geschreven naar aanleiding van het maand van de geschiedenis door Beatrice de Graaf (1976).

Regelmatig zien we haar optreden in actualiteiten programma’s op tv. (in tijden van crises) Haar nuchtere kijk op de wereld met al haar kwaad vind ik verfrissend.

Ze heeft inmiddels al heel wat boeken op haar naam staan die ik tot mijn schaamte nog niet heb gelezen.
Dit was een dun boekje en de laatste zin van een  interview in de krant was de trigger om het aan te schaffen.


Deze zin:

‘Waar wij vandaag de dag vooral demonstranten op zien trekken richting het Binnenhof, vuisten zwaaiend naar de regering, zag de vroegmoderne mens flagellanten en processies langstrekken. Zij riepen in tijden van ramp en tegenspoed staat, samenleving en individuele mens op tot inkeer te komen, en daarin vooral zelf het voortouw te nemen: Wat voor mens ben je in de crisis? En hoe ben je er voor de ander?’


Crisis: wat verstaan we daar eigenlijk onder. Mensen nemen al snel dat woord in de mond en noemen van alles een crisis.
Naar mijn idee is dat de devaluatie van de taal. Net zoals het woord ‘geniaal’ gebruikt wordt voor zaken die in mijn ogen helemaal niet geniaal zijn. Of mensen zijn 'kanjers', ook zo lachwekkend.
Of als mensen vertellen dat ze zelf of anderen ‘doodziek’ zijn geweest dan denk ik dat ze ‘op het randje’ hebben gelegen wat in werkelijkheid helemaal niet het geval bleek te zijn geweest.
Tegenwoordig zijn mensen al in shock van een zucht of een sch**t. Ze weten niet wat een shock is.
Een vreemde manier van indruk maken wat bij mij dan niet echt land maar meer  overdreven overkomt. Een volgende keer trek ik er bij voorbaat de helft van de beladenheid vanaf.

Crisis: ‘dat is de perceptie in de samenleving dat er sprake is van een ernstige verstoring van het politieke en sociale stelsel van een land.’ (p22)
Daarbij wijkt ze iets af van de definitie van officiële crisisonderzoekers (p9)

In onze tijd zijn dat er nogal wat maar ‘in dit essay komen rampen en incidenten voorbij die al kantelpunt golden in de omgang met dreiging en die bijdroegen aan de ontwikkeling van moderne crisisbeheersing.’

Ze start met de ontploffing van een vrachtschip met buskruit in Leiden in 1807. Honderdzestig doden en ruim tweeduizend gewonden. Een nationale ramp.
Maar in deze Napoleontische tijd was er een centrale overheid onder leiding van Leopold Napoleon die in actie kwam met hulpmaatregelen.
Dat gold ook voor de diverse epidemieën. Mensen hoefden niet overal meer zelf voor te zorgen.
Ze eindigt met de gaswinningsproblematiek, toeslagenaffaire en de coronapandemie.
Het verschil? Nu geven we de overheid de schuld van deze zaken. We houden de overheid voor de hoofdverantwoordelijke die alles maar laat gebeuren.
Als reactie ontstaan er allerlei radicale bewegingen die wantrouwen aanwakkeren en niet meer tegen corona en stikstofuitstoot zijn maar tegen de maatregelen!
Hoe krom wil je het hebben.

Haar oplossing:
1. Crises altijd als landelijk en soms zelfs Europees zien en ook op die manier aanpakken.
2. Crisismaatregelen transparant en vooral eerlijk uitvoeren anders vergroten ze de problemen.
Wanneer burgers dat vertrouwen (weer) hebben kunnen ze crises het hoofd bieden want er zullen er altijd blijven komen.

Ik vind haar optimistisch.
Zelf denk ik dat mensen het vaak heel intelligent vinden staan om kritiek te uiten. Zo van: zie je, ik denk tenminste na.
Nog iets verder nadenken voor je iets zegt zou pas echt van intelligentie getuigen.

  

dinsdag 27 september 2022

Hierna


Ondertitel: een cultuurgeschiedenis van de hemel.
Geschreven door Catherine Wolff, vorig jaar september. In het Engels: ‘Beyond: How Humankind Thinks About Heaven’.
Deze dame heeft geen klinkende titels voor haar naam staan (of ze negeert ze) maar duidelijk is dat ze weet waar ze het over heeft en dat ze veel onderzoek heeft gedaan.
“Het is”, zo schrijft ze, “haar eigen zoektocht naar kennis van en hoop op een voortzetting van het leven”.

Nee, dit is geen boek over hoe de hemel eruit ziet maar hoe mensen door de eeuwen heen erover hebben gedacht en geschreven en op andere manieren zich hebben geuit.
Boeiende materie want iedereen denkt daar wel eens over; wat komt er na de dood, bestaat er überhaupt een hemel - en hel -   en hoe zien die er dan uit.



De gedachten over het hiernamaals uit alle grote religies komen langs: het Hindoeïsme en Boeddhisme, het Jodendom, de Islam en het Christendom. Plus wat kleinere bewegingen zoals het spiritisme waar Sir Arthur Conan Doyle een bekende aanhanger van was. Het boek ‘Arthur en George’ van Finch gaat daarover.

Psychedelica en wetenschappelijk onderzoek. Parapsychologie, de Godspot en BDE ervaringen.

Wanneer ik zo lees over alle religies merk ik dat overal en altijd het verlangen naar voren komt naar gerechtigheid, volmaaktheid en voortbestaan. Soms in de vorm van reïncarnatie.  
Elke religie heeft zo haar eigen beelden, woorden en vormen maar deze behoeftes zijn universeel en kun je daarin teruglezen.
Dat is best wonderlijk.

De echte oorsprong van religie blijft in nevelen gehuld. En dat verbaast me eigenlijk niet.
Wolff noemt wel de vijf stadia van John Lubbock: Atheïsme,  Fetisjisme (god in een voorwerp),  Totemisme( in de natuur zijn goede en kwade geesten)en Sjamanisme (de goden leven in een afzonderlijk rijk) en de afgoderij. (het maken van goden in menselijke gedaanten). Daar zouden volgens mij de Dromers van de Aboriginals (p28 ) nog tussen gepast moeten worden maar die waren mogelijk niet bekend bij Lubbock.
Ach, zo’n lijstje is ook weer aan veranderingen onderhevig. Merlin Donald dacht er honderd jaar later weer anders over.
Hij gaat voor een ‘mimetische’ cultuur bij primaten. Gebaseerd op gebaren en nabootsen waar dan weer rituelen uit voort vloeiden.

De oorsprong van religie kan liggen in het gevoel van betekenis geven wat zich bij de bewustwording mee ontwikkelde; de overweldigende krachten van de natuur en de daarmee gepaard gaande angsten. Of het geloof in een voortzetting van dit leven na de dood wat kennelijk toch universeel lijkt te zijn.
Maar dán moet er logischerwijs in de mens iets zijn wat ‘on-lichamelijk’ is denk ik. We noemen dat nu de ziel.
Wellicht is het een combinatie van al deze factoren. Hóe je in het hier en nu leeft is wel van belang. Ook een universeel idee.

In het Jodendom gaf God zijn wetten aan de joden voor het leven maar er werd weinig over de dood of wat erna komt gesproken. Er ontwikkelde zich wel een idee over het hiernamaals, de Sjeool.  In het Grieks: Hades

En volgens mij van de 'Olam Haba' de toekomende wereld. De tijd van de Messias. Maar oké, dat is in het hier en nu.
In het Christendom, meer gebaseerd op het Nieuwe Testament,  golfde het geloven in hemel en hel wat heen en weer. Jezus verkondigde het Koninkrijk de Hemelen en sprak over de levende doden in Matt 22: 29, 31-32. In Matt 25 spreekt Hij over het laatste oordeel waarin de mensen die rechtvaardigheid verspreiden, hongerigen voeden, zorgen voor de armen en verdrukten en de vreemdeling welkom heten. Zij zullen in heerlijkheid worden opgenomen.
Paulus sprak over een transformatie van gelovigen die steeds meer op Jezus zouden gaan lijken en hij verwachtte een spoedige wederkomst met daaraan verbonden een eeuwig leven.
Dat bleek niet te kloppen want we zijn nu tweeduizend jaar verder, dus moet er geherinterpreteerd worden.

In de vroege tijd en middeleeuwen ontstonden levendige beelden over het leven hierna: denk aan Jeroen Bosch, Dante Alighieri en Michelangelo. Dat was wel zo handig om de grote groep van ongeletterde gelovigen in het gareel te houden.
Na de reformatie en contrareformatie gingen de ideeën en meningen uit elkaar lopen.
Mystici en pragmatici ontwikkelden allemaal hun eigen ideeën; er zijn er inmiddels net zoveel als er kerkverbanden zijn.
Op een dag zullen we het weten (of nooit, wanneer er niets is maar dat geloof ik niet) want tot nu toe is er ‘niemand die met een verifieerbaar verslag uit het hiernamaals is teruggekomen.’

In de andere religies zijn ook allerlei gedachten over het leven hier en hierna. De overkoepelende ideeën zijn dat je goed leeft en dan beloond zult worden.
'Wat gij niet wilt dat u geschied....'
Daartussen is het Christendom toch uniek.
Omdat we niets hoeven te doen voor een leven in de hemel of op de vernieuwde aarde; het is allemaal voor ons gedaan. We hoeven het alleen maar te geloven.
Eerst de overgave in geloof en dan zul je het zien. Dan ga je anders denken en anders willen. Meer in overeenstemming met de Goddelijke wil die Hij kenbaar heeft gemaakt in zijn leefregels. Ehm…wel met vallen en opstaan. Helaas.
Nu was er nog iets wat ik wilde melden maar dat floepte mijn brein weer uit.

In ieder geval geeft een leven na dit leven hoop aan talloze mensen al is het niet aan iedereen. Er  zijn er die beslist geen leven na dit leven ambiëren.
Langzamerhand raak ik er ook van overtuigd dat a(nti)theïsten een vorm van angst kennen. Een angst van een ‘Olam Haba’ die niet onder controle te krijgen is, nu niet en ‘morgen’ ook niet in tegenstelling tot het geloof in de wetenschap. De wetenschap heeft de pretentie en illusie om alles op een dag onder controle te hebben. Dat was in ieder geval het streven van Stephen Hawking.
Bij zoiets vaags als een hiernamaals zal dat nooit lukken en het roept vaak angst op wanneer je niet weet waar je aan toe bent.

Wat moet je met een ‘Lichtstad met uw paarlen poorten…’ ?
Ik moet altijd een beetje  grinniken wanneer dit gezongen wordt. Zeker, het is hoopgevend maar of het realistische is blijft wel de vraag.
Het komt uit de Openbaringen van Johannes, het laatste Bijbelboek. Maar in zijn visioenen  komen zoveel wonderlijke beelden naar voren dat ik ze niet meer letterlijk kan nemen.
Het is ook duizend keer boeiender om naar betekenissen te zoeken.

Iets waar ik bijvoorbeeld steeds weer tegenaan loop is dat Hemelse Jeruzalem waar zij, die Zijn geboden doen naar binnen mogen. (Openb 22: 14, 15)  Ontuchtplegers, moordenaars en leugenaars mogen die stad niet in. Maar, zo vraag ik mij dan af: zijn die daar dan nog?  Zijn zij niet allang geoordeeld en weg?
Misschien moet ik het geestelijk allemaal eens in elkaar zien te passen. Werk aan de winkel.

Al met al is het boek een aanrader ook al valt het mij op dat ze weinig schrijft over de hel.

 

…Who Wants to Live Forever?....

maandag 19 september 2022


Joepie!.....er worden mensen wakker daar in Den Haag.

vrijdag 16 september 2022

Rotown Magic


Rotterdam is niet te filmen
De beelden wisselen te snel
Rotterdam heeft geen verleden
en geen enkele trapgevèl
......

't Is niet camera-gevoelig
lijkt niet mooier dan het is
Het ligt vierkant hoog en hoekig
gekanteld in het tegenlicht

......


Jules Deelder (1944- 2019) 

Een paar coupletten uit het gedicht ‘Rotown magic’, van Jules Deelder over Rotterdam.
Rotown is een variatie op Motown in Detroit en al dertig jaar een poppodium  aan de Nieuwe Binnenweg.
En dan realiseer ik me weer eens hoeveel aparte wereldjes, waar ik nog nooit van gehoord heb, er op deze aardkloot zijn.

In verband met copyrights durf ik het gedicht niet helemaal te plaatsen. Ik weet niet wanneer hij dit geschreven heeft maar hij zal de bouw van het Depot van Boijmans van Beuningen wel hebben meegemaakt.
Waar ik het nu niet meer mee eens ben is de ‘camera gevoeligheid’.
Sinds ‘de Pot’ is Rotterdam wel degelijk camera gevoelig geworden.
Je blijft er fotograferen. Nu moet ik de binnenkant nog eens gaan bekijken.

En die ‘trapgevèl’  blijf ik hilarisch vinden.








donderdag 15 september 2022

Transgenderwet

Een vreemde wet lijkt het licht te gaan zien, terwijl ik het idee heb dat de makers hiervan in duisternis verkeren.
De nieuwe transgenderwet gaat het mogelijk maken dat iemand die zich niet thuis voelt in zijn/haar lichaam – genderdysforie - dat wat gemakkelijker in de officiële paperassen kan aanpassen door middel van zelfidentificatie. Er komt dan geen professional meer aan te pas.
Ook voor kinderen onder de zestien wordt het gemakkelijker; een wettelijke vertegenwoordiger kan bij de rechtbank een verzoek indienen ook weer zonder tussenkomst van een professional.

De wetenschap die toch veel mensen  hoog in het vaandel hebben staan, wordt nu opeens naar de achtergrond verdrongen. Want de wetenschap maakt duidelijk dat tachtig procent van de jongeren over hun ‘genderdysforie’ heen groeien.

De biologische wetenschap zegt of een persoon mannelijk of vrouwelijk is. De menselijke soort is zogezegd binair. Er zijn twee mogelijkheden.
XX en XY.
(Er zijn er wel meer  - syndromen van Turner / Klinefelter - maar dat negeer ik nu even.)

Diezelfde wetenschap doet nu opeens niet meer ter zake, het gevoel van de mens wordt belangrijker geacht en daarom moet de wet aangepast worden.
Dat is best gevaarlijk. Ik bedoel: wanneer gevoelens tot leidraad worden bij grote beslissingen dan weet ik nog niet waar we uitkomen.
Het voelt niet goed. Eh....juist. 

Nu weet ik ook niet alles met betrekking tot al die termen die in deze tijd worden gebruikt: queer, pan-seksualiteit, genderessentialisme, transseksualiteit, transgenders en non-binair en zo zijn er nogal wat nog los van al die afkortingen.
Ik heb me voorgenomen om me daar pas in te verdiepen wanneer ik er direct mee te maken krijg. En dat is tot nu toe niet het geval. De tijd is ook voorbij dat ik van mezelf vond dat ik overal direct een mening over moest vormen.

Maar de term fluïde valt ook en dat denk ik te begrijpen.
In het dorp waar ik ben geboren was er een stel wat ik me nog goed kan herinneren. De man was/ is een ‘echte’ man, groot,  breed en harig. Een Bokito type. Zijn vriendin en later vrouw was/is een superslank blond meisje met op zaterdag krulspelden in haar haar en ze trippelde op van die pantoffeltjes met roze pluizige bolletjes erop. Ik keek mijn ogen uit.
Een bijzonder stel in mijn ogen, zo totaal verschillend.

Nu denk ik dat de man een hoog testosteron gehalte had/heeft en een heel laag oestrogeen gehalte en de vrouw precies andersom: een hoog oestrogeen gehalte en nauwelijks testosteron.
Ik kan me vervolgens ook voorstellen dat die spiegels bij iedereen een andere verhouding hebben. Een glijdende schaal.  Fluïde.
Dus genetisch kun je een man zijn maar door de afgifte van een te laag testosteron gehalte in de baarmoeder en/of een te hoog oestrogeengehalte kun je als man op mannen vallen. Bij vrouwen net zo.
Zo las ik in een artikel van Debra Soh: ‘De blootstelling aan testosteron is bepalend voor de manier waarop mannelijke en vrouwelijke hersenen groeien’.
Zij schreef in 2020 het boek: ‘The End of Gender’.

Naar aanleiding van dit berichtje heb ik weer wat oude boeken onder het stof vandaan gehaald: ‘Brainsex’ van Anne Moir uit 1989 en ‘Waarom mannen niet luisteren en vrouwen niet kunnen kaartlezen’ van Allan en Barbara Pease. Uit 1998.
Eigenlijk staat daarin alles precies beschreven.
In een blogbericht van tien jaar geleden schreef ik ook al iets.

Conclusie: ik ben tegen die wet. Die is te rigoureus. Maar ik ben wel voor een open houding met betrekking tot deze problematiek. O, wat ben ik weer tactisch.
Maar ik las ergens precies waar het ook volgens mij om draait:
‘Gaat het hier op aarde om zo goed mogelijk onze rol volgens ons biologisch geslacht te vervullen, zoals wij ooit geschapen zijn? Of kijken wij met de schepping reikhalzend uit naar wat gaat komen? Wijzen we een ander af omdat deze zijn/haar genderrol verkeerd invult, om omhelzen wij die zelfde persoon omdat wij één zijn in Christus?’

Het is zoals ik al meer opmerkte: sommige mensen staan met hun neuzen richting paradijs en hebben moeite met alles wat steeds maar anders wordt; anderen staan meer richting vernieuwde schepping waarbij we eerst nog door vele dalen heen moeten. Dat geeft frictie.

Mocht ik er ooit mee te maken krijgen dan hoop ik dat ik die ander liefdevol in de ogen kan blijven kijken.
Dat zou natuurlijk helemaal geen issue moeten zijn maar ja, ik heb ook moeite met die brede vrouwen die ooit man waren en met types die er zo ‘over-de-top’  vrouwelijk uitzien.
Vrouwen die man worden lijkt om de een of andere reden toch wat minder schokkend.
Wat blijft leven toch een gecompliceerde aangelegenheid.

 

 

woensdag 7 september 2022

Layout

Hoewel ik best hou van veranderingen....er zijn van die dingen die dienen te blijven zoals ze zijn.
Toch heb ik me deze keer gewaagd aan een layout verandering al heb ik voor de zekerheid de oude maar opgeslagen. Wellicht verandert er nog meer aan achtergrond en lettertype; eerst maar eens kijken of dit kan wennen.

maandag 5 september 2022

Ondergang van een illusie

In een poëzie verzamelbundel kwam ik dit gedicht tegen van Annie M.G. Schmidt (1911 – 1995).
De laconiciteit – is dat een woord? – sprak me wel aan.
Juist omdat we gisteravond in een preek hoorden dat het huwelijk, zeker in een kerkelijke gemeenschap, toch wel meer betekenis zou moeten hebben dan slechts een gezellig samenzijn.
 

Ondergang van een illusie

Je bent dus geen diep water, Jan Willem,
je bent maar een meneer op een fiets.
Je hebt wel een gezicht voor de film,
maar achter dat gezicht is – niets.

Je kon soms in het vuur zitten staren,
je ogen werden dieper en dieper…
Ik voelde dat het zielsconflicten waren!
 - Maar nee, je zat te denken aan de keeper.

Ik dacht zo dat we  samen zouden dromen
Over gedichten, kleur en klank en rijm…
Maar literair kon je niet hoger komen
dan bij de werken van E. Philips Oppenheim.

’t Is niet zo erg belangrijk. ’t Wordt geen ruzie!
Je moet niet denken dat mijn hart nu breekt!
Alleen – wat vang ik aan met mijn illusie
die ik met zoveel zorg heb opgekweekt?

Die ik gekoesterd heb in al die jaren…
Weggooien maar? Was het alleen maar kolder?
Ik zal haar in een oude doos bewaren
bij and’re malle dromen, op de zolder.

 



donderdag 25 augustus 2022

Vorsten van Albion


Een boek over de dynastie van de Plantagenets in Engeland.
Geschreven door Dan Jones (1981) in 2012, een historicus en journalist; vertaald in 2020.

Albion is een oude naam voor de Britse eilanden al wordt er meestal alleen Engeland mee aangeduid.
Ondanks dat dit blogberichtje heel schematisch is, las het boek als een trein.
De eerste ‘Plantagenet’ was Godfried, graaf van Anjou. Een Fransman die bekend werd omdat hij brembloesem op zijn hoed droeg.  In het latijn: Planta Genista.



Zijn zoon Henry II was zijn troon opvolger en kreeg via moederskant (Mathilde/Maud) Engeland in bezit.
Henry II trouwde met Eleonore van Aquitaine waardoor het Angevijnse rijk ontstond. Dat rijk bestond uit delen van Schotland, dat wat nu het verenigd koninkrijk is minus Wales en delen van Frankrijk tot aan de Pyreneeën. Best een heel groot rijk.

Hun zoon Richard Lionshearted  (Leeuwenhart) erfde de troon maar stierf kinderloos; broer  John Lackland (zonder land) was inmiddels de derde Plantagenet en zijn (klein)kinderen zette de tradities voort tot Richard II, de laatste Plantagenet. Na hem werd het stokje overgenomen door neef Henry IV (Bolingbroke) van het huis Lancaster. Zij hadden als embleem een rode roos. Het huis van York had een witte roos en kwamen later samen in de ‘Tudorroos’ van het huis Tudor.
Lancaster en York waren zijtakken van de Plantagenets.

De dynastie van de Plantagenets regeerden zo’n tweehonderdvijftig jaar over delen van Frankrijk en Engeland; van 1154 tot 1399.
Een weergave van de volgorde van de heren koningen en heel summier hun wapenfeiten.

Henry II (1133 – 1189), getrouwd met Eleonore van Aquitaine is bekend geworden vanwege
1. de moord op zijn vriend Thomas Becket,
2. Het begin van een vorm van rechtspraak
3. Voortdurend in conflict met de koning van Frankrijk: Louis VII, de ex-man van zijn vrouw en zijn zonen aan wie hij eer verschuldigd was.

Richard Lionshearted (1157 – 1199), zoon van Henry en Eleonore werd bekend vanwege
1. zijn deelname aan de derde kruistocht en gevecht met Saladin.
2. Eindeloos gedoe met zijn vader.
3. Hij was een vechtjas.
4. Hij bouwde Chateau Gaillard.

John Lackland (1166 – 1216)  Broer van Richard
1. Probeerde voortdurend zijn broer van de troon te lichten.
2. Na zijn troonsbestijging kalfde het rijk af doordat hij zijn leenmannen niet echt netjes behandelde.
3. Zo ontstond de eerste vorm van de Magna Carta, waardoor de macht van de koning aan banden werd gelegd. Onder dwang moest John hem ondertekenen. Zo werd het hooggerechtshof geboren.
4. Verloor Bretagne, Normandië, Anjou en Tourraine.

Henry III (1207 – 1272), oudste zoon van John.
1. Volgde zijn vader op op 9 jarige leeftijd. Hij was een vrome koning. Edward de Belijder was zijn grote voorbeeld.
2. Ook weer gedoe met de Franse koning, dit keer Louis VIII  en met zijn zwager Simon van Montfort.
3. Nam de regels van de Magna Carta niet echt serieus.
4. Hield van kunst en stimuleerde dat. Toch de genen van zijn oma?

Edward I (1239 – 1272), oudste zoon van Henry III.
1. Vermoorde Simon van Montfort.
2. Ging ook weer eens op kruistocht.
3. Lijfde Wales in. Liet zich inspireren door de legenden van King Arthur. Bouwde een ring van kastelen in Wales. Moeten we eigenlijk ook eens gaan kijken.
4. Zette de joden zijn land uit na eerst te hebben uitgezogen ten gunste van zijn schatkist.

Edward II (1284 – 1327), jongste zoon omdat de oudere jongens al jong stierven en de rest meiden waren.
1. Hield niet van regeren, flierefluiterde liever met zijn vriend Piers Gaveston, mogelijk een homofiele relatie. Liet het besturen teveel over aan zijn vrienden waardoor hij onder supervisie kwam te staan van de 'Lords Ordainers' waarvan Thomas of Lancaster de belangrijkste was.
2. Trouwde met Isabella, dochter van de Franse koning Philip IV. Over haar heb ik ooit wel eens een boek gelezen: ‘Isabella de Schone’ van Margaret Campbell Barnes. Veel weet ik er niet meer van. Het stond thuis in de boekenkast en ik was veel te jong toen ik dat las maar de voorkant was zo mooi. In mijn herinnering was zij schuldig aan de moord op haar echtgenoot. Iets met een beerput; het fijne weet ik niet meer en Jones noemt dit niet. Zij had de bijnaam: Wolf of France. Klinkt niet goed, maar vrouwen konden zelden goed doen.
Zij had een relatie met Roger Mortimer.
3. Verloor Schotland bij de 'Battle of Bannockburn'.
4. Werd gevangengenomen en afgezet ten gunste van zijn zoon Edward III. Onder supervisie van zijn moeder Isabella en Roger Mortimer.

Edward III (1312 – 1377), oudste zoon van Edward II.
1. Zodra hij de leeftijd had liet hij Roger Mortimer vermoorden en zijn moeder  opsluiten.
2. Start van de honderdjarige oorlog met Frankrijk. Winnaar van de slag van Crécy en Poitiers door het gebruik van bereden boogschutters.
3. Oprichter van de Orde van de Kouseband.  Het verhaal gaat dat bij hem de uitspraak vandaan komt:
‘Honi soit qui mal y pense’ : Schande voor wie er kwaad van denkt. Maar meer waarschijnlijk komt het bij een Engelse dandy vandaan Henry Grosmont, graaf van Lancaster die kousenbanden droeg voordat het een vrouwelijk attribuut werd.
Mijn vader gebruikte die uitspraak ook wel eens.
4. Ontwikkeling van het Lagerhuis tegenover het Hogerhuis.
5. Verloor steeds meer delen van Aquitaine (Guyenne) aan de Franse koning.
6. Stelde het Engels in als voertaal in rechtbanken en parlementen.

Richard II (1367 – 1400), zoon van de Zwarte Prins en kleinzoon van Edward III.1. Hij wilde wel maar kon het niet. Slechte adviseurs, depressies en toen hij eenmaal echt de macht had werd het een terreurbewind.2. Dapper was hij wel in zijn jonge jaren; ging te paard de boerenopstand te lijf. Beloofde van alles maar kwam niets na.Werd gevangen genomen door  Henry Bolingbroke (de latere Henry IV en één van de Lords Appellanten), zoon van John of Gaunt, in de Tower gevangen gezet en later vermoord.


En zo kwam er een eind aan het huis Plantagenet.
Ja, het is weer een boek wat geschreven is door een man. Heel veel historische figuren rondom de politieke besognes en de vele, vele veldslagen. Ze vochten wat af in vroeger tijden.
Het is niet anders, helaas. Ik ben dan toch altijd wel nieuwsgierig naar de invloed van vrouwen die achterbleven bij de veldslagen. Die invloeden zijn natuurlijk niet te meten.
Misschien is dat maar goed ook. Wanneer dat in schema's en tabellen terecht zou komen zou er onmiddellijk weer aan gesleuteld worden. 

zaterdag 6 augustus 2022

Ouderdom

Vorige week een boeiend interview in de krant (Trouw) met Andrea Maier.
Ze is hoogleraar Gerontologie in Leiden en vertelt dat we, wanneer we een beetje opletten, best honderdveertig zouden kunnen worden.
Dat opletten bestaat dan uit een regelmatige, ik noem het maar  ‘grote beurt’ om te voorkómen dat we ziek worden.
Het verouderen zelf is een ziekte die we kunnen behandelen.

Twee leden van het filosofische elftal, Désanne van Brederode en Bas Haring hebben zich daar ook eens over gebogen en verschillende punten passeren de revue.
Wíllen we wel zo oud worden? En is dat dan weggelegd voor rijkeren die nu al de middelen hebben om gezonder te kunnen leven? Wat moeten we op deze aardkloot met zoveel ouderen die mogelijkerwijs niet eens meer weten wie ze werkelijk zijn want herinneringen vervagen en delen met elkaar wordt steeds lastiger.
Dus ja, het zal technisch wellicht mogelijk worden om ouder te worden maar is het gewoon niet verstandiger om het stokje op tijd door te geven aan jongere mensen.

Ooit wilde ik ook wel driehonderd jaar worden want ik had nog zoveel plannen maar hoe ouder ik word hoe meer ik denk: laat maar. Ik heb niet meer overal energie voor.  En ik kan ook niet op commando positief in het leven staan.
Daarbij word ik liever wat minder oud mét mijn glas wijn in de avond. Kwaliteit boven kwantiteit.
Mensen komen op deze wereld, groeien op, doen een poosje actief mee en groeien er weer vanaf.
Opgaan, blinken en verzinken.
‘Er weer vanaf groeien’; in die periode zit ik en ik vind het niet erg.
Wanneer ik denk aan al dat plastic overal, de afhankelijkheid aan de techniek, de steeds jongere mensen waardoor we geregeerd worden. Niet om dat zij jonger worden maar omdat ik ouder wordt. Dat geruzie, het ongeduld en al die korte lontjes.
Wanneer alleen intelligentie nog telt en wijsheid niet meer. Wanneer het teveel draait om presteren dan om ‘zijn’. Wanneer de gesprekken gaan over het weer en de hoeveelheid stapjes die gezet zijn.
Dan denk ik: wat doe ik hier nog?
En buig me over mijn Geraniums en alle andere prachtige bloemen die staan te bloeien in mijn postzegeltuintje.

Op persoonlijk vlak is het (nog) wel leuk om ouder te worden en dat is vooral om dat we allebei gezond van lijf en leden zijn. Voor zover we weten. Ik ben me ervan bewust dat het in een paar seconden kan veranderen. Leven blijft tenslotte een hachelijke onderneming. 
Mijn vader had de gevleugelde uitspraak: ‘we handelen naar omstandigheden’.
In onze familie wordt ie nog erg regelmatig gebruikt.
Ouder worden betekent ook dat je de omstandigheden wat meer naar je hand kunt zetten. Dat is wel weer prettig. Ik heb niet overal meer zin in en zeg dat dan ook.
We hebben meer tijd; uit bed en rústig op gang komen kán gewoon.
Op vakantie gaan, doen we wanneer we willen.  Ook een luxe.
Een paar goede vrienden die met mij om kunnen gaan is ook een grote zegen die ik koester.
Maar honderdveertig worden?
Nou, nee.