Vorige week een boeiend interview in de krant (Trouw) met
Andrea Maier.
Ze is hoogleraar Gerontologie in Leiden en vertelt dat we, wanneer we een
beetje opletten, best honderdveertig zouden kunnen worden.
Dat opletten bestaat dan uit een regelmatige, ik noem het maar ‘grote beurt’ om te voorkómen dat we ziek
worden.
Het verouderen zelf is een ziekte die we kunnen behandelen.
Twee leden van het filosofische elftal, Désanne van
Brederode en Bas Haring hebben zich daar ook eens over gebogen en verschillende
punten passeren de revue.
Wíllen we wel zo oud worden? En is dat dan weggelegd voor rijkeren die nu al de
middelen hebben om gezonder te kunnen leven? Wat moeten we op deze aardkloot
met zoveel ouderen die mogelijkerwijs niet eens meer weten wie ze werkelijk
zijn want herinneringen vervagen en delen met elkaar wordt steeds lastiger.
Dus ja, het zal technisch wellicht mogelijk worden om ouder
te worden maar is het gewoon niet verstandiger om het stokje op tijd door te geven
aan jongere mensen.
Ooit wilde ik ook wel driehonderd jaar worden want ik had
nog zoveel plannen maar hoe ouder ik word hoe meer ik denk: laat maar. Ik heb
niet meer overal energie voor. En ik kan
ook niet op commando positief in het leven staan.
Daarbij word ik liever wat minder oud mét mijn glas wijn in de avond. Kwaliteit
boven kwantiteit.
Mensen komen op deze wereld, groeien op, doen een poosje actief mee en groeien
er weer vanaf.
Opgaan, blinken en verzinken.
‘Er weer vanaf groeien’; in die periode zit ik en ik vind het niet erg.
Wanneer ik denk aan al dat plastic overal, de afhankelijkheid aan de techniek, de
steeds jongere mensen waardoor we geregeerd worden. Niet om dat zij jonger
worden maar omdat ik ouder wordt. Dat geruzie, het ongeduld en al die korte
lontjes.
Wanneer alleen intelligentie nog telt en wijsheid niet meer. Wanneer het teveel
draait om presteren dan om ‘zijn’. Wanneer de gesprekken gaan over het weer en
de hoeveelheid stapjes die gezet zijn.
Dan denk ik: wat doe ik hier nog?
En buig me over mijn Geraniums en alle andere prachtige bloemen die staan te
bloeien in mijn postzegeltuintje.
Op persoonlijk vlak is het (nog) wel leuk om ouder te worden
en dat is vooral om dat we allebei gezond van lijf en leden zijn. Voor zover
we weten. Ik ben me ervan bewust dat het in een paar seconden kan veranderen. Leven blijft tenslotte een hachelijke onderneming.
Mijn vader had de gevleugelde uitspraak: ‘we handelen naar omstandigheden’.
In onze familie wordt ie nog erg regelmatig gebruikt.
Ouder worden betekent ook dat je de omstandigheden wat meer naar je hand kunt
zetten. Dat is wel weer prettig. Ik heb niet overal meer zin in en zeg dat dan
ook.
We hebben meer tijd; uit bed en rústig op gang komen kán gewoon.
Op vakantie gaan, doen we wanneer we willen. Ook een luxe.
Een paar goede vrienden die met mij om kunnen gaan is ook een grote zegen die
ik koester.
Maar honderdveertig worden?
Nou, nee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten