Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 31 december 2021

Vrijheid

In deze tijd worden we voortdurend geconfronteerd met allerlei beperkingen vanwege de voortslepende coronacrisis.
Rondom mij heen hoor ik allerlei klachten dat men zich beknot voelt in zijn/haar vrijheid. De protesten tegen het verplicht vaccineren zijn – m.i. terecht – niet van de lucht. Gelukkig dat de regering daarvoor tot nu toe niet heeft besloten. Dat gaat over politieke vrijheid maar je kunt op zoveel verschillende manieren tegen vrijheid aankijken.

Wat mij fascineert is de geestelijke of spirituele vrijheid.
Maar wat houdt die vrijheid in? Het is iets anders dan de vrije wil waar ik al meer over heb geschreven.
Volgens Descartes is besluiteloosheid de laagste vorm van vrijheid. Dus al dat getwijfel wat in deze dagen zo ‘hot’ is klopt van geen kant. Volgens hem dan.
Volgens John Stuart Mill ben je vrij voor zover je anderen geen schade toebrengt. 
Volgens Spinoza heeft het te maken met autonomie en staat vrijheid tegenover dwang. Wie vrij is schrijft zichzelf de wet voor. Heer/vrouwe en meester/ meesteres zijn over je eigen handelen.
Voltaire was onder de indruk van de geestelijke vrijheid van de Engelsen die zonder gêne over alles schreven en zich verdedigden. (Störig p. 396) Dat was hij niet gewend.
Bij Kant komt het al dichter bij hetgeen ik onder vrijheid versta: de algemene zedelijke wet moeten wij niet gedwongen volgen maar die zouden we, naar het categorisch imperatief, in vrijheid willen volgen. Ik vermijd angstvallig het woord ‘moeten’ want dat is een lastig woord in verband met vrijheid.
Bij Kant begint vrijheid bij het handelen omdat de theoretische rede niets kan zeggen over ‘Ideeën’ waar God onder valt.  Met dat handelen is er de verantwoordelijkheid. Maar dat valt naar mijn idee dan weer onder een ander type vrijheid.

Vrijheid is een paradoxaal begrip. Je kunt het niet empirisch bewijzen, het is een idee wat samenhangt met een bepaalde gehoorzaamheid; een vrijwillig verbinden aan, op voor jou goede gronden, geaccepteerde zaken.
Wanneer ben je vrijer? Als je voortdurende de grenzen van (morele) regels opzoekt en probeert ermee te sjoemelen of wanneer je inzicht hebt verworven in die regels en ze om die reden houdt.
Ik herinner me een boek van Solzjenitsyn ( Ik denk ‘de eerste cirkel’)met een quote die ik niet meer kan terugvinden. In ieder geval ging het over vrij zijn ook al zit je in de gevangenis.
Die geestelijke vrijheid bedoel ik.
Dan maakt het niet uit waar je bent, in lock-down of niet of in welke hoedanigheid; gezond, ziek, zwak of misselijk.

Wanneer je je steeds meer bewust wordt van dat type vrijheid is dat het mooiste begrip wat er is.


Nog een paar quotes die mij raakten:

Vrijheid bestaat in het erkennen van grenzen.
Krishnamurti.

Maar wat is vrijheid zonder wijsheid, en zonder deugd? De grootste van alle mogelijke kwaden; want het is dwaasheid, verdorvenheid en gekte, zonder onderwijs of beperking.
Edmund Burke.

Vrijheid is niet hetzelfde als ongebondenheid. Vrijheid is het vermogen om keuzes te maken en je aan datgene te binden wat het beste voor je is.
Paulo Coelho.

 

vrijdag 24 december 2021

Zonsondergang

 


Zonsondergang aan de Lek op de kortste dag van het jaar.

zaterdag 18 december 2021

Verzoek aan de schilder

Bij het verlies van een dochter.


Verzoek aan de schilder

Mijn arsenaal van klank en taal
bestaat in tijd. Zij niet. Ik vraag 

Uw hulp. Als ik haar met mijn warme
hand, zo zwaar van bloed, wil raken 

is er niets. U heeft een vlak met veertien
kleuren, een penseel van vossenhaar – 

streel haar te voorschijn, groene schaduw
bij haar oor en in haar hals een zweem 

van oud ivoor. Maak haar een plaats
in vezels van Uw doek. Roep mij 

dan binnen. U staart uit het raam.
Ik blijf op anderhalve meter staan. 

Zij kijkt mij aan.

 

Anna Enquist  (1945)

donderdag 16 december 2021

Advent

In het gewoonste, een vrouw,
gaat het verhevendste schuil:
rouw om de val en het vuil.

In het gewoonste, het wonder
der slapende schoot, gaat het licht
onder. De dag viel dicht.

In de nacht als het leven groeit
in het vruchtwater van de dood
roeit de maan als een dienstbare boot.

In het gewoonste, een naam,
water en lichaam en bloed,
scheept zich aan ons tegemoet
God de Vader.


Uit: verzamelde gedichten van Guillaume van de Graft
De foto is gemaakt in Domme; een stadje in de Dordogne

woensdag 15 december 2021

Maria, icoon van genade


Geschreven door Arnold Huijgen afgelopen jaar. Eerder las ik van hem 'Lezen en laten lezen'.
Het is een mooie maand om te lezen over Maria, de moeder van Jezus al pleit Huijgen voor aandacht het hele jaar rond en het vaker zingen van haar lofzang, het Magnificat. Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn.
Als het meezit(!) zijn er in mijn denominatie slechts 2 preken per jaar waarin een vrouw een rol speelt; dat is toch wel erg magertjes.
Het boek leest gemakkelijk weg al is de materie niet altijd even gemakkelijk.
Prettig zijn de vele voetnoten en de samenvattende conclusies na elk deel.


Bij het zien van al die voetnoten over boeken die er al zijn geschreven door – meestal- mannen over deze ene vrouw moet ik toch wel glimlachen.
Hoe zou Maria zelf hier tegenaan kijken? Waarschijnlijk zal haar mond openvallen van verbazing over al die theorieën en vergelijkingen die er over haar zijn bedacht en weer door anderen weerlegd.
Ik denk niet dat ze het zou waarderen.

Dat neemt niet weg dat dit een interessant boek is en dit blogbericht veel te beknopt want er staan weer heel veel streepjes in.
Ooit las ik ‘de zevende koningin’ (uit 1998) van W.J. Ouweneel wat ook over de Mariacultus gaat; het ontstaan en de ontwikkelingen met alle mogelijke linken. Hij deed dat iets zakelijker en uitgebreider met zijn al te analytische geest, als ik me goed herinner. Nee, WJO komt niet voor in de literatuurlijst al zou het best interessant zijn om de beide boeken eens naast elkaar te leggen.

Wat wil ik onthouden? In ieder geval niet die misogynie van de kerkvaders uit hoofdstuk zes. Al die lelijke dingen over vrouwen konden ze natuurlijk niet zeggen over Maria. Zij werd op het schild gehesen als de ideale vrouw tot aan hemelkoningin toe.

Het boek is verdeeld in drie delen, zoals een goede preek betaamd, Huijgen zelf rekent het laatste deel niet mee.
Waarom dit boek door een protestante dominee?

1. Maria wordt ondergewaardeerd in protestante kringen
2. Er lijkt een beweging gaande naar geloven en God
3. Een verlangen naar schoonheid
4. Het belang van een voortgaand gesprek tussen de RK kerk en de kerken van de Reformatie.
5. De genderproblematiek; hebben de beelden van Maria de onderdrukking van vrouwen aangejaagd of juist gematigd?
6. Het belang van de integratie van de verschillende theologische disciplines.
7. De interesse in Maria zelf. De eerste nieuwtestamentische gelovige en moeder van Jezus Christus.

Maria is een vrouw die het oude met het nieuwe Testament verbindt en een voorbeeld is in haar gelovige overgave aan God.  Een icoon van wat God kan doen.
Tijdens de concilies van Eféze (431) en Chalcedon (451) werd Maria gebombardeerd tot Theotokos: zij die God baart. In Eféze landde dat aardig omdat het herinnerde aan die andere Godin: Artemis. Dat geeft volgens Ouweneel weer een link met de maangodin.
Maria kreeg daarmee een prominente plaats in de theologie en dat was een belangrijke factor in de latere Mariadevotie.
Waarom is dat christologisch van belang?
1. De vleeswording van de Logos is geen nieuwe schepping maar een nieuw begin in de bestaande schepping.
2. God is echt ons bestaan binnen gekomen. Ik voeg er aan toe: In de bij ons bekende  dimensies ruimte en tijd.
3. Jezus is de Zoon van God.

Maria is een ideale vrouw. De vernieuwde Eva. Dat ze ook een gewoon joods meisje was werd even vergeten.
Behalve haar eigen lofzang is zij zelf ook aan alle kanten bezongen door de eeuwen heen.
Volgens Johannes Paulus II bestaat haar roeping uit twee dimensies: maagd en moeder.
Daar kwam natuurlijk weer kritiek op vanuit feministische kant. In mijn ogen terecht want deze zienswijze dient inderdaad alleen het patriarchaat.

In de middeleeuwen nam de devotie pas een hoge vlucht onder invloed van de hoofse liefde. Maria was maagd en bleef dat ondanks het feit dat zij meer kinderen heeft gekregen en is zelf onbevlekt ontvangen dus heeft geen last van erfzonde.
Later, in 1854 is dat in een dogma vastgelegd, zo kon men haar blijven vereren.
Een ander dogma uit 1950  waar protestanten ook zo hun bedenkingen bij hebben is Maria’s ten hemel opneming. Let op, geen hemelvaart zoals een Rooms Katholiek op een forum mij duidelijk maakte. Zij werd opgenomen in tegenstelling tot Christus die zelf ten hemel voer.
Ze wordt ook niet aanbeden maar vereerd, werd mij meteen duidelijk gemaakt.
Dat zijn de twee belangrijkste punten waarmee het protestantisme zo zijn/haar problemen mee heeft wat Maria betreft.

Wanneer de kerk ook moeder wordt genoemd mag ze zich ook wel zo gedragen, zeker richting minderheden. Naar mensen met problemen met hun seksuele gerichtheid en de genderproblematiek.
Huijgen pleit ook voor meer beelden in de kerk. Nou, dat traject heb ik ook achter de rug. En het was heel lastig om dat aan de man/vrouw te brengen.
Maar beelden, zo je wilt iconen geven de mogelijkheid om  de gedachten te verheffen. Dat er ook misbruik van kan komen heft het positieve ervan niet op.

Nog iets grappigs wat ik tegenkwam: al bij Tertullianus waren de oren van Eva en Maria belangrijk. Via Eva’s oren kwamen bedrieglijke woorden binnen en via die van Maria de levende. Zo ontstond de gedachte dat de conceptie via het oor plaatsvond. (p 237)
Uit de modules kunstgeschiedenis herinnerde ik me Robert Campins ‘Merode’ altaarstuk.
In het middenstuk de Annunciatie waarbij Jezus door het gesloten (= maagd) raam komt aanvliegen richting oor van Maria. Ik weet nog dat we het daarover hebben gehad.

Verder viel het Huijgens ook al op dat vroeger de mensheid van Jezus problemen opleverde terwijl dat nu zijn godheid zou zijn. Ooit postte ik dat op een forum.  

Wat mij ook opviel over mezelf en wellicht anderen is dat ik zo anders lees. Huijgens heeft het in dit boek over de zwarte madonna van Rocamadour zoals ze voorkomt in een boek van Michel Houellebeque: ‘Soumission’.
Ik kan me daar niets van herinneren en ook in mijn blogbericht over dat boek is er niets over te vinden.
Toen ik het er met een vriendin over had kwamen we tot de conclusie dat ieder mens zich op een ander geestelijk level bevindt op het persoonlijke levenspad en dat je dan leest en opneemt wat je op dat moment interesseert of waar je mee uit de voeten kunt. Heel soms ontdek je dat er tegelijkertijd iemand anders is op dat level maar bij mij komt dat zelden voor.
Wanneer ik recensies lees van boeken die ik zelf ook heb gelezen komt er ook vaak een heel ander beeld naar voren dan wat ik er zelf van had. Dan zullen mijn verslagen ook wel heel anders zijn dan van andere lezers.
Het zijn dan ook geen recensies, die zakelijk en kritisch boeken bespreken, maar mijn verslagen met allerlei gedachten en associaties die de boeken oproepen.


 

 

woensdag 1 december 2021

Volgens een artikel op het CIP krijgt Bart Jan Spruyt een vieze smaak in zijn mond van de excuses van Ds. Visser, die hij maakte toen zijn preek over openbaring 13 viral ging en complotdenkers ermee aan de haal gingen.

Ik krijg een vieze smaak in mijn mond wanneer ik in het RD lees dat Spruyt oproept tot een nieuwe Bijbelvertaling. Alsof we er nog niet genoeg hebben.

 


 

 


 

 


dinsdag 30 november 2021

Bond


Met twee zoons en een schoondochter ben ik naar de laatste Bond-film geweest. Heerlijk hoor; weer even uit het ‘gewone’ leven in andermans heftige sores duiken wetend dat het allemaal in orde komt. 

Wel met oordoppen in want het geluid in een bioscoop staat voor mij veel te hard en ik hou teveel van muziek om mijn oren te laten bederven.
De wereld moest natuurlijk weer eens beschermd worden tegen een geheimzinnige organisatie met een boze man, Safin aan het hoofd. En, jawel, een speciaal virus!




James Bond alias Daniel Craig in zijn vijfde en laatste bondfilm en al met vervroegd pensioen werd deze keer door de CIA ingezet.
Maar zijn opvolger bij MI6, de nieuwe 007 beconcurreert hem.

Verder zijn er naast dezelfde bondgirl als in ‘Spectre’, de vaste ‘Bonditems’; M. die hem berispt, Moneypenny die hem stiekem helpt en Q die met een vooruitziende blik de nodige gewelddadige gadgets ontwerpt voor de juiste situaties en een bijzondere auto voorzien van allerlei technische snufjes.
De locaties van de opnames zijn ook altijd wel het bekijken waard. Zo kom je nog eens ergens.
De humor zit erin maar niet altijd aan de oppervlakte. Wat dat betreft vond ik Roger Moore altijd humoristischer, zeker wanneer hij een wenkbrauw optrok

Vaak zit ik bij deze films te bedenken wat het nu eigenlijk is wat de film zo aantrekkelijk maakt.
Een sterke persoonlijkheid met pokerface die alle situaties aan kan en onder controle krijgt. Iemand die altijd voor ‘het goede’ de strijd aangaat en het kwaad overwint.
Een persoonlijkheid die iedereen wel in zijn/haar omgeving wil voor een zo nodige helpende hand en sturing. Het raakt aan onze diepste emoties.
In ieder geval een formule die al decennia werkt.

Ik moet opeens denken aan een artikel in het RD van 22-11 over mannelijke deugdzaamheid, waar ik lees dat een man wijs, beheerst, kloek, dapper, sterk, moedig, heldhaftig, strijdbaar, wakker en uitgelezen moet zijn volgens de SGP- jongeren voorzitter Mathijs van der Tang.
Nou, dan heeft hij aan James Bond een geweldig voorbeeld. *gniffel*
 

Wat opvalt is dat het individualisme in deze films ook heeft toegeslagen.  Wat ik me kan herinneren waren in de eerste films behalve Bond en zijn tegenhanger, ook groepen in verschillende kleuren die het tegen elkaar opnamen. Ongemerkt is het meer veranderd in een één op één confrontatie met wat ‘collateral damage’.

We don’t need to go faster, we have all the time in the world.
Een mooie uitspraak die gevarieerd meerder keren terugkomt.
Wereld/ruimte en tijd horen bij elkaar.
Daarom blijven we, op verzoek van oudste zoon,  ook altijd zitten tot de laatste namen die hebben meegewerkt op het witte doek voorbij zijn gerold.
Een stille hommage aan al die mensen die hun best hebben gedaan. Tot verdriet van de bioscoop medewerkers die dan ook moeten wachten tot wij allemaal de deur uit zijn.
Ach, we have all the time in the world indeed.

zondag 28 november 2021

Lijnenspel


Niet alleen de natuur is mooi, soms is de combinatie met menselijk kunnen ook prachtig.
Foto gemaakt in Nürnberg (oktober 2021)


zaterdag 27 november 2021

Weten en Geloven

Omdat onze concerten nu al voor de tweede keer zijn gecanceld en om die narigheid naar de achtergrond te duwen moet ik mijn geest maar dwingen om denkvitaminen tot me te nemen al wordt dat in deze tijd voor mij wel steeds moeilijker. Het lijkt allemaal zo zinloos.

‘Ons weten stamt uit het Griekse denken, terwijl ons geloven voortkomt uit een Joods-Christelijke bron.
Dat laatste is meer gericht op de relatie met God terwijl het eerste meer gericht is op ordening en orde.’

Een zinsnede die ik vond in een artikel (uit 2016) van Palmyre Oomen (1947) en die mij toch weer prikkelde.

Ze legt in grote lijnen uit hoe het komt dat de wetenschap (weten) en de theologie (geloven)  bij Thomas van Aquino nog met elkaar door één deur konden maar later uit elkaar zijn gegroeid en hoe we tot een synthese kunnen komen.
Het nominalisme en deïsme waren twee stromingen die hieraan ten grondslag lagen.
1. Het nominalisme van Willem van Ockham die er van overtuigd was dat God eigenlijk te groot was om rekening mee te houden. Dat God ook te kennen is uit het boek van de natuur komt dan te vervallen. Alleen de Bijbel blijft over.  

2. Het deïsme komt voort uit de traagheidswet van Newton: ‘Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met constante snelheid voort.

God heeft deze wereld in gang gezet en dan rolt het wel verder zonder Zijn ingrijpen. God kun je kennen uit de natuur, maar niet meer uit dat Boek. Het is niet zo dat God verdwijnt maar meer gaat samenvallen met de natuur en dan toch naar de achtergrond verdwijnt.

Fascinerend dat de leerstelligheden deze twee Godgeleerden hebben geleid naar het methodologische atheïsme en de wig tussen geloven en weten.
Terwijl, bezien vanuit de eerste quote van Palmyre Oomen de jood en de heiden zich beiden in het hart van iedere gelovige bevinden.
De heiden in de harten van deze twee theologen hebben iets in gang gezet wat ze waarschijnlijk zelf niet wilden en ook niet konden voorzien maar waar we nu nog mee te maken hebben.

In een volgend artikel zet Palmyre Oomen uiteen, geïnspireerd door de procestheologie van A. N. Whitehead, hoe er een synthese bereikt zou kunnen worden tussen theologie en wetenschap.

Het sympathieke van Oomen vind ik haar standpunt dat je als gelovige dit alles aan je voorbij kunt laten gaan omdat het de kern van je geloof niet aantast. Maar wanneer je verdieping zoekt kan dit helpen.  Fides quaerens intellectum (het geloof dat inzicht zoekt)
En wát ik tot nu toe gelezen heb over Whitehead bevalt me wel.

Het statische in de theologie wordt door Whitehead vervangen door het dynamische volgens Gijsbert van den Brink in ‘een publieke zaak’ (p332)
Het ‘worden’ i.p.v. ‘zijn’.  Eerder schreef ik  al dat wanneer je Genesis vertaalt met ‘wording’ i.p.v. ‘oorsprong’ het voor mij allemaal logischer wordt. 

Terug naar Oomen.
Vanuit de schepping kun je zeggen dat de natuurwetenschappen het fout zien, of dat alles poëtische is bedoeld of je neemt een derde afslag zoals Oomen (en Whitehead) doet.
God staat dan niet aan de ‘maak’ kant maar aan de ‘trek’ kant. Aan de kant van het appelleren en inspireren zoals een dirigent niets begint zonder orkest en een orkest niets zonder dirigent. Ze hebben elkaar nodig om tot het beoogde resultaat te komen. Ze zijn relationeel betrokken op elkaar.
‘God is ten aanzien van ieder particulier gebeuren actief, altijd en overal en steeds ánders in relatie tot andere omstandigheden.’
Dat gedachtengoed bevalt me wel al denk ik dat God óók aan de ‘maak’ kant staat.
Hij is dynamischer dan werd aangenomen en anticipeert veel meer op wat er in de wereld gebeurt. Laat mensen op de juiste ideeën komen om problemen te lijf te gaan.
Ik moet daar wat meer over gaan nadenken.

Een probleempje vond ik nog in het boek van van den Brink waar hij in een voetnoot de zinsnede van Whitehead aanhaalt:
‘God is the great companion- the fellow-sufferer who understands.' 
De God die ik tegenkwam in het boek van Harold Kushner en waar ik niets van moest hebben.
Palmyre ontkent dat. En ze is gepromoveerd op Whitehead.
In een ander artikel schrijft ze dat binnen het denken van Whitehead God een ‘condicio sine qua non’ voor verlossing uit lijden is. (voorwaarde zonder welke het gevolg niet ingetreden zou zijn)
Ik moet toch haar boek eens lezen: ‘Doet God ertoe’.

Dat er aan deze filosofie/theologie allerlei haken en ogen zitten zoals van den Brink ook  schrijft zal waar zijn maar geen enkel denkproces is ooit af. Hij moet dat als geen ander weten. Ook denkprocessen zijn ‘wordend’.
Je kunt je pad vinden door op weg te gaan net zoals de priesters uit Jozua 3.
Pas toen zij hun voeten in het water zetten ontstond er een pad. Een wijze les die ik mezelf altijd voorhou wanneer het moeilijk wordt. Dat geldt ook voor denkpaadjes.

zondag 14 november 2021

HOVO


Afgelopen zaterdag kreeg ik tot mijn grote schrik een mailtje van de Erasmusfaculteit:  ze gaan per 1 januari stoppen met de HOVO cursussen en masterclasses. Niet rendabel meer.

Met zoveel plezier heb ik er velen gevolgd. Het afgelopen jaar niet meer i.v.m. Corona. Online was er wel de mogelijkheid maar dat leek mij niet zo leuk.

 

Ik bestudeer graag mensen en ook docenten tijdens hun werk.
Om toch iets te leren heb ik mij in het najaar ingeschreven voor pianolessen in mijn dorp. Dat bevalt ook prima.
De docent is een jonge man met Franse tongval die mijn pianoprobleem begrijpt na tien jaar orgellessen in mijn jonge jaren.
Bij toeval ontdekte ik afgelopen week zijn website.

Vooral het consequente van de aanslag in de melodielijn vind ik lastig. Dat heeft tot positief gevolg dat ik de muziek nu beter moet bestuderen en me af moet vragen wat ik wil laten horen. Bij een orkest doet de dirigent dat.
Op dit moment zit ik te zweten boven de ‘Lieder ohne Worten’ van Mendelsshon en de ‘Reverie’ van Debussy.
Wat me wel tegenvalt is het tempo. Dan bedoel ik het tempo van mezelf om nieuwe muziek in me op te nemen en te onthouden. Probleem van het ouder wordende brein, zo heb ik al van ervaringsdeskundigen vernomen.
Met 'mijn orkest' merk ik dat niet zo; daar doen we sowieso een half jaar over een symfonie.

Wat ben ik blij dat het allemaal weer mogelijk is en wat ben ik ook blij dat ik zo vele seizoenen kennis heb kunnen opdoen via het HOVO onderwijs. Genoeg prikkels en handvatjes om zelf verder te studeren al blijf ik het ontzettend jammer vinden.

donderdag 11 november 2021

Chrysant

 




 Das war der Tag der gelb braune Chrysanthemen, -
mir bangte fast vor seiner schweren Pracht ...


De Chrysant is in vele kleuren en vormen te verkrijgen. De grotere soorten en de 'vuurwerkachtigen'  hebben mijn voorkeur. Helaas heb ik naast deze - iets aangepaste -  regels van Rainer Maria Rilke geen enkele dichter kunnen vinden die zich heeft laten inspireren door deze bloem. Wel wordt hij/zij zo hier en daar zijdelings genoemd.
De plant is volgens het woordenboek mannelijk en vrouwelijk. We zouden hem/haar nu gemakkelijk genderneutraal kunnen noemen. Dat doet gelukkig niets af van haar schoonheid. 
Volgens verschillende sites staat deze plant voor 'geluk, trouw en vriendschap'.  Ach, wat mij betreft passen al die labeltjes op alle bloemen.


woensdag 10 november 2021

Nogmaals ‘de Ziel’

Alweer bijna tien jaar geleden – ja ik heb er deze week tien jaar bloggen op zitten – schreef ik mijn 'zielenroerselen'.
Mijn ideeën over de ziel en of ie nu onsterfelijk is of niet omdat ik tot de gewaagde ontdekking was gekomen dat die ziel naar mijn mening niet per definitie onsterfelijk is.

Nu las ik in het RD een artikel over Martine Oldhoff, predikant van de protestante kerk van Mijnsheerenland.
Zij promoveert binnenkort op het zielsbegrip in de hedendaagse westerse theologie.
Ook zij komt tot de conclusie – of moet ik misschien zeggen de hedendaagse westerse theologie? – dat alleen de gelovigen onsterflijkheid wordt gegeven.
Een stukje tekst uit het artikel:

“de Geest woont in de gelovige, verandert hem en is tegelijk van hem onderscheiden. De ziel is identiek met de persoon, als het werkelijke ik, dat tegelijk een belichaamd ik is. Lichaam en ziel zijn door God geschapen en afhankelijk van God. Dat betekent dus niet een eeuwige en onsterfelijke ziel. De menselijke ziel is geschapen en is geen deeltje van God en ook niet  van zichzelf onsterfelijk. Een mens leeft dankzij God en als een gelovige sterft, kan hij overleven, omdat God daarvoor zorgt.
God zorgt er voor dat de mens niet ten onder gaat in de dood, maar in een ‘tussentoestand’ bij Christus is. God bewaart de ziel, het ‘zelf’ of ‘de persoon’ dankzij de relatie met Hem.” 

er zal wel commentaar op komen in de krant maar wanneer ik zelf weer verder denk dan is het allemaal zo logisch.  
De tekst in 1 Tim 6:16: ‘Hij die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont; Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij de eer en eeuwige kracht. Amen.’
maakt het duidelijk.
Alleen wanneer de Geest in de gelovige woont is die gelovige ziel onsterfelijk want hij/zij heeft God in zich wonen.
Dat deel van God in ons is onsterfelijk omdat God zelf onsterfelijk is en zo wordt elke gelovige ziel pas onsterfelijk bij het ‘tot geloof komen’ en niet eerder.

Ik meende ook: de Godheid woonde verre,
In ene troon, hoog boven maan en sterre,
En hefte menigmaal mijn oog
Met diep verzuchten naar omhoog.

Maar toen Gij U beliefde te openbaren,
Toen zag ik niets van boven nedervaren,
Maar in de grond van mijn gemoed,
Daar werd het liefelijk en zoet.

Daar kwaamt Gij uit de diepten uitwaarts dringen
En als een bron mijn dorstig hart bespringen,
Zodat ik U, O God, bevond
Te zijn de grond van mijne grond.


een gedeelte van een gedicht van Jan Luyken  (1649 - 1712)



vrijdag 5 november 2021

Corona IV

Er is een tweedeling gekomen in dit land. Polarisatie tussen gevaccineerden en ongevaccineerden.

Dat is jammer. Ik begrijp de mensen die zich niet willen laten vaccineren best wel. De weerzin tegen de oplopende druk is groot. Die snap ik.
Wanneer er van alle kanten op je wordt ingepraat kunnen de hakken steeds dieper het zand in gaan. Zo ben ik ook. Het gevoel gedwongen te worden?....…ho, ho wacht even…..ik ga zelf over mijn eigen lichaam. Net als bij de donorregistratie.
Ik ben trouwens wel gevaccineerd en wanneer er een ‘booster’ komt doe ik weer mee maar mocht er in de toekomst iets ‘verplicht’ worden wat ik beslist niet wil dan wil ik ook de vrijheid hebben om te kunnen weigeren.  En de kracht om de consequenties te aanvaarden.

In gesprekken hoor ik dat mensen het regeringsbeleid niet meer begrijpen. Doe ik ook niet altijd maar ik denk dat we een paar dingen in het oog moeten houden.

1. Het doel van vaccinatie was behalve bescherming van ouderen en zwakken in de samenleving, ook vooral om de ziekenhuizen te ontlasten vanwege de plotselinge toenemende druk.
De situatie is nu zo dat het personeel op de laatste benen loopt, zo gaan de verhalen. Dat het hier en daar wel meevalt is ook correct. Zus Cathy in Beieren heeft tot nu toe nauwelijks Coronapatiënten te verplegen gehad en al wel haar bonus gekregen.  *grinnik*
De opnames nemen nu weer wat toe maar niet zo erg als in de eerste golf.
Willen we de zorg beheersbaar houden dan moeten we ook de besmettingen beheersbaar houden.
Ik denk dat iedereen wel een keer Corona zal krijgen of besmet zal raken, ondanks vaccinaties, maar dan minder heftig en meer verspreid zodat de ‘gewone’ zorg ook kan doorgaan.
Dat de zorgcapaciteit in zijn geheel onder de maat was en is, is nu ook wel duidelijk geworden. Ik hoop dat daar ook iets aan gedaan wordt.   

2. Het doel van de in het leven geroepen qr-codes was om de samenleving weer open te kunnen gooien zodat de economie weer een beetje gaat draaien. De bedrijven moeten zo langzamerhand weer zelf de broek op gaan houden. Ook terecht.

Ik denk dat deze twee dingen vaak uit het oog worden verloren. Steeds hoor ik verhalen van incidentele gevallen hoe krom en belachelijk het allemaal is maar laten we eerlijk zijn: daar kun je geen beleid op maken.
Beleidsmakers gaan uit van -  hoe hard het ook klinkt -  de cijfertjes die het grote plaatje bepalen. Dat er fouten worden gemaakt is evident. Dat komt later wel aan de orde bij een parlementaire enquête.  
Nu moet er geregeerd worden en dat is lastig. Je doet het nooit goed. Zeker in het begin van de crisis was het tasten in het duister.
In gesprekken met antivaxxers ben ik ook gestopt met redelijk zijn en hou mijn mond dicht.
Om nare onenigheid te voorkomen.

Mijn allergrootste grote probleem met de huidige discussies is wel dat het 'wij – zij denken' wordt getriggerd en het zondebokmechanisme wordt gevoed.  Dat moeten we niet willen.
We weten uit de geschiedenis waartoe dit kan leiden.
Moet je natuurlijk wel de geschiedenis kennen.

 

maandag 25 oktober 2021

Oktober

Teder en jong als werd het voorjaar
maar lichter nog, want zonder vruchtbegin,
met dunne mist tussen de gele blaren
zet stil het herfstgetijde in.

Ik voel alleen, dat ik bemin,
zoals een kind, iets jongs, iets ouds,
eind of begin? Iets zo vertrouwds
en zo van alle strijd ontheven -
niet als een einde van het leven,
maar als de lente van de dood.

De kruinen ijl, de stammen bloot
en dit door stilte en mist omgeven.


M. Vasalis (1909 - 1998)








Nee, dit is geen krokusje maar een lentebode van de dood: Herfsttijloos





vrijdag 22 oktober 2021

donderdag 7 oktober 2021

Gesprek tussen een filosoof, een jood en een christen


Geschreven door Pierre Abélard  (1079 – 1142) ergens tijdens zijn leven.

Ik las een viator-reeks uitgave uit 2013. Wel zo gemakkelijk lezen in plaats van dat middeleeuws. Vertaald en ingeleid door diverse hoge heren.
Zijn naam kwam langs in een module  Westerse cultuurgeschiedenis en ik had ooit dit boekje van hem gekocht op een tweedehands marktje. Filosofen en theologen hebben altijd mijn belangstelling. Ik val voor mannen met brede, ruimdenkende breinen. Net als Heloise. Het enige probleem is dat de meeste mannen van zichzelf denken dat ze die hebben. *grinnik*   En ik ben ‘helaas’ voor mezelf een strenge jury.



Het leuke van dit boek is dat Abelard als filosoof, overtuigd van het nut van de natuurwetten (naturalist, maar eigenlijk christen), in gesprek gaat met een jood en een christen en heel redenerend, nominalistisch in gesprek is met zichzelf.
Dat is ook meteen de zwakte. Het hele boek komt uit zijn eigen brein.
Hij snijdt wel interessante en actuele onderwerpen aan en het is boeiend om te lezen hoe hij er duizend jaar geleden met zijn scherpe geest over dacht.

Eerst worden de spelregels besproken en wanneer de drie het met elkaar eens zijn gaat de Filosoof, die ook als gespreksleider fungeert, van start al heeft hij niet veel fiducie in zijn opponenten. Joden zijn dwaas en christenen krankzinnig.
Hij gaat eerst heel kort in gesprek met de jood en bevraagt hem over het houden van de oude wetten die niet de oudste zijn want dat zijn de natuurwetten en die voorzien eigenlijk in alles. Job uit de Bijbel leefde ook op die manier en werd door God geprezen.
De joodse wetten leveren de joden niets op gezien de deplorabele toestand waarin het volk zich bevindt terwijl hen wel voorspoed op aarde wordt beloofd. (Deut 6,7)
Dus wat is het nut voor de joden van die strenge wetten.  

Het antwoord van de jood volstaat natuurlijk niet. De jood geeft toe dat wat zij geloven niet verstandelijk te beredeneren valt. Het valt echter ook niet te weerleggen.
De wet houden gebeurt uit liefde voor God. Een antwoord op het antisemitisme heeft de jood ook niet behalve dat zij door christenen worden gehaat omdat de joden de God van de christenen gekruisigd hebben.
Zelf ben ik ook al eens op onderzoek uit geweest om te ontdekken wat nu de bron is van – ook het huidige-  antisemitisme is maar ik kom er, Aristoteliaans gezien,  niet achter. In die tijd was het ook al zo. Zie de boeken van Schama. Het moet een metafysische oorzaak hebben.

De filosoof bewondert de geloofsijver van de jood en hij is nieuwsgierig of de juiste intenties aanwezig zijn of dat die op een dwaling berusten. Hier is duidelijk de nominalist aan het woord.
De filosoof vraagt verder over de besnijdenis, over het nut van de reinigingswetten en over dat eeuwige wat niet verder lijkt te gaan dan de duur van het aardse leven. (p 89)
In het Oude Testament lees je inderdaad weinig over het hiernamaals. De meeste inzettingen gelden daar niet voor. De besnijdenis als eeuwige inzetting zal toch een keer stoppen neem ik aan.
Er komt geen joods antwoord meer. Met joden heeft Abelard kennelijk toch wat minder contacten gehad.

De Filosoof begint zijn gesprek met de christen met de opmerking dat de wet van de christenen later is gekomen en dus beter zou moeten zijn.
‘Naarmate en een wet nieuwer is, moet ze volmaakter zijn en overtuigender bij het belonen en moet haar leerstelling redelijker zijn.’

De christen antwoord hierop dat deze leer ons openbaart wat het hoogste goed is en langs welke weg wij dat kunnen bereiken. Dat is langs de weg van de deugden.
Wat is het hoogste goed en wat het grootste kwaad? Dat zijn na een flinke discussie de hemel en de hel. Tussendoor komt er van alles langs; de duivel en de val van de engelen, de transcendentie en immanentie van God, deugden en ondeugden en wat moet je nu letterlijk lezen en wat niet.

Nog preciezer gedefinieerd is het hoogste goed God zelf. Het grootste kwaad wordt niet helder geformuleerd. Het blijft bij: de kwellingen naar verdienste. Dat vond ik wel opvallend.
Maar dan:
Wanneer is iets kwaad? Een straf voor iets is kwaad, maar het vergrijp waardóór is een groter kwaad.
‘Wanneer dan het vergrijp van een mens een groter kwaad is dan zijn straf, hoe kunt u dan de straf van iemand zijn grootste kwaad noemen, als, zoals net is gezegd, het vergrijp het grootste kwaad is?’
Tsja, hoe kun je dan de kwellingen in de hel het grootste kwaad noemen?
De christen reageert met de opmerking dat mensen in de hel steeds haatdragender worden jegens God en dus steeds slechter worden dan ze in het hiernumaals al waren.
Andersom worden mensen in de hemel dan steeds gelukzaliger.
Heel spitsvondig  en een fascinerende gedachtegang.
Ik zou bij Abelard het verschil willen aankaarten tussen doen en zijn. Je leest wel iets van ontologie tussen de regels door maar nog niet expliciet.  Wat bij zijn tijd paste denk ik.

Maar waarom de verrijzenis van het lichaam? Het lijkt soms net de catechismus: ‘Wat troost geeft u de opstanding des vlezes?’ (Zondag 22) Maar die bestond toen nog niet.
Antwoord van de catechismus (in gewone taal): ‘Na dit leven wordt mijn ziel direct tot Christus, het Hoofd van het lichaam, opgenomen.  Ook mijn lichaam wordt straks door Christus opgewekt. Het wordt weer één geheel met mijn ziel en het wordt hetzelfde als het verheerlijkte lichaam van Christus.’
Abelard vanuit de christen: alles is door God gemaakt tot Zijn eigen eer, dus ook de lichamen die straks geen afbraak meer zullen vertonen.

Wanneer is iets goed want ‘er bestaat nauwelijks iets goeds wat ook geen schade aanricht en niets kwaads, wat niet ook voordeel oplevert.’[…]
‘Wie zou ook niet weten dat de hoogste goedheid van God, die niets zonder reden laat gebeuren, ook de slechte dingen zo goed regelt en op de allerbeste manier daarvan gebruik maakt, zodat het zelfs goed is dat het kwaad er is, hoewel het kwaad zelf absoluut niet goed is.’ (p. 209-210)

Vandaar dat Abelard de nadruk legt op de intenties van het handelen. Iets goeds kan worden gedaan op een verkeerde manier en andersom. God heeft altijd goede intenties en heeft Zijn eigen logica ook al is die voor ons verborgen.
Daarbij wordt de gedachtegang van Augustinus aangehaald uit ‘De Civitate Dei’: ‘Want God zou, zo zeg ik u, geen enkele van de engelen of mensen hebben geschapen, van wie Hij van te voren wist dat zij slecht zouden zijn, als Hij ook niet net zo goed had geweten, tot welk nut van de goede mensen Hij hen zou kunnen gebruiken.’
Het kwaad dient een doel.
Het was toen kennelijk al de enige manier om er mee om te kunnen gaan. De bedoelingenleer.
Volgens mij ligt het allemaal wat gecompliceerder.
Waar Abelard ook op uitkomt is het: ‘Uw wil geschiedde’.
Dat is mooi.
Niet vanuit de lijdelijkheid maar vanuit het vertrouwen dat Hij het geheel overziet en de controle houdt.



 

woensdag 22 september 2021

Mooie grassen




Een poëtisch verhaal kan ik er niet bij vinden, bij deze grassen. Je zou het er wel poëtisch van kunnen worden. 
Het enige wat ik weet is dat de foto onder 'wilde haver' is.


 

Krimpen Klassiek


Afgelopen zaterdag ben ik weer eens bij een concert geweest in mijn woonplaats. Het was lang geleden door alle C-toestanden.

Met ons Krimpens strijk-ensemble mochten we in het voorprogramma een paar riedels spelen.
Daarna barstte het muzikale geweld pas echt los.
Het Erard Ensemble speelde stukken van o.a. Hahn, Duparc,  Fauré en Brahms.



 
Erard is de naam van een pianobouwer van piano’s met parallel liggende snaren. Daardoor blijven tonen apart klinken ook met een ingedrukt rechter pedaal.
Bij moderne piano’s liggen de snaren kruiselings. Het staat allemaal in een artikel van dagblad Trouw.

Zo’n piano was dus ook aanwezig. Een prachtexemplaar. En dan zo’n ensemble wat zo goed op elkaar is ingespeeld. De timing, de expressie. Prachtig.

En wat ook enorm fijn is met zo’n coronacrisis…..iedereen die maar een beetje snotterig en/of hoesterig is moet thuisblijven!
Daardoor was het ook echt stil tijdens de pianissimopassages. Dit zouden we tot in lengte van jaren moeten volhouden voor, in ieder geval, alle concertzalen.


 



 


maandag 20 september 2021

Onderzoek alle dingen


Geschreven door Gijsbert van den Brink ergens in het afgelopen jaar.

Ondertitel: Bijbelstudies over geloof en wetenschap. Mooie titel; erachteraan komt namelijk: en behoud het goede.  Mijn vader hield ons vaak deze tekst voor. Hij was zelf ook niet bang om te onderzoeken. Hij was ook niet bang om dingen af te wijzen waar hij het niet mee eens kon zijn en wanneer hij het niet wist zei hij gewoon dat hij bleef bij hetgeen hij vroeger geleerd had. Maar gaf mij wèl de vrijheid om er anders over te denken.



Het boek bestaat uit tien Bijbelstudies over de materie van geloof en wetenschap. Geschikt voor gespreksgroepen door de vragen die achter elk hoofdstuk staan.
Helaas ontbreekt een literatuurlijst.

Deze materie had ik al een beetje achter me gelaten maar met het lezen wordt mijn interesse weer gewekt. Wat is het toch boeiend om te zoeken naar bedoelingen in die oude verhalen en dan het gevoel te krijgen van….yes…zo klopt het.

Er is veel overlap met zijn boek: 'en de aarde bracht voort' . Met veel van wat van den Brink schrijft ben ik het eens en had ik voor mezelf ook al ‘gevonden’.
Zoals het belang van de tekst in Gen 2 :7: dat God in een mensenpaar Zijn levensadem blies. Zo konden zij leven in een relatie met God.
De overtreding waardoor de relatie werd verbroken – een geestelijk sterven.
Dat in het begin alles goed tot zeer goed was en (nog) niet volmaakt. We zijn onderweg naar die volmaaktheid. Veel mensen nemen aan dat we weer terug gaan naar een paradijselijke situatie maar dat is niet het geval. Dan zou de hele geschiedenis zinloos zijn lijkt mij.
Dat pas mèt het gebod ook de verantwoordelijkheid kwam en de mogelijkheid tot overtreding. In Rom 5:13 staat dat God de zonde niet toerekent wanneer er geen wet is.

Een eyeopener was het gegeven dat Adam en Eva uit het stof van de aarde geschapen waren. En stof van de aarde is per definitie vergankelijk en gedoemd te vergaan. Adam en Eva konden wellicht alleen in (eeuwig) leven blijven door van de boom des Levens te blijven eten. Daarom moesten ze het paradijs uit na hun overtreding. Als zondige mensen eeuwig leven kan niet.
Wat een diepe symbolische boodschap eigenlijk. De relatie die verbroken werd is door Christus hersteld. Nu kunnen we weer tot Hem komen en wie Zijn woorden in acht neemt zal de dood niet meer zien. (Joh 8: 51) Oftewel: blijft geestelijk leven. Dat is weer niet het juiste woord, ik denk dat ons bewustzijn dan levend blijft ook al sterft ons stoffelijke lichaam.
Het klopt dan allemaal zo met andere teksten. ( bijvoorbeeld Joh 5:24; 1 Kor 15: 50)
Een groot gedeelte van 1 Kor 15 wordt in het boek aangehaald en preciezer gelezen.

Mensen stierven al voordat het eerste gebod er was, gewoon omdat ze stoffelijk waren. Er was niets wat hen een hoger bewustzijn gaf. Dat kwam met de aanvang van de heilsgeschiedenis met het eerste mensenpaar zoals in de Bijbel beschreven.
De fout is dat we voor onszelf kozen en kiezen en niet voor God. Wanneer dat zo blijft zullen we ook geestelijk sterven, nee dan zijn we al dood. We komen pas tot leven wanneer we die paradigmawisseling meemaken en alles anders gaan zien.
Vernieuwd in de geest van het denken. (Ef 4: 23)

En weer zie ik dat de Bijbelse verhalen zo’n diepe betekenis en inhoud hebben. Veel meer dan wanneer je alleen in de letterlijkheid van de verhalen gelooft. Het verrijkt zo enorm.

Maar dat moet ieder zelf ontdekken.

zaterdag 11 september 2021

Heide

 


Alles is veel voor wie niet veel verwacht
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hoge staat.

uit: De Dapperstraat, J. C. Bloem (1887 - 1966)

vrijdag 10 september 2021

Domweg gelukkig 2


Nu heb ik het boek van Willem Maarten Dekker (1976) dan toch helemaal gelezen na mijn eerdere hersenspinsels naar aanleiding van de titel. Er staan weer veel streepjes in. En ik zal voortaan een foto van het boek maken vóórdat ik het lees, dan is het platter.

Wat wil ik ervan onthouden?
Eerst de begripsverklaring. De woorden hedonisme, eudaimonia,  makaria en eutuchia. Grofweg vertaald met resp. genot, geluk, zaligheid en stom geluk.
Dus waar heb je het over wanneer je over geluk spreekt.



Dan het rare streven naar geluk wat ieder mens heeft en dat toch veel te maken heeft met zingeving. Van betekenis geven worden we kennelijk gelukkig. Het gevoel van waardevol zijn, gezien, gehoord en gewaardeerd worden. Vroeger gaf de kerk nog een kader aan waarbinnen je betekenis kon vinden maar dat is grotendeels voorbij.

In deze individualistische maatschappij moet je het zelf doen en sommigen kunnen het ook en ander vallen uit de boot en hebben een psycholoog of psychiater nodig.
Eigenlijk is dat allemaal nogal zelfzuchtig. Denk ik. Ook al doe je je best in de zorg zoals ikzelf gedaan heb. Het gaf mij energie tot ik op een dag ontdekte dat het mij meer energie ging kosten dan het opleverde. Exit zorg.
Streven naar geluk doen alle mensen van alle tijden al maar we hebben er geen rècht op.
Dan is er nog de vraag of je gelukkig bènt of dat je je gelukkig voelt. Ook een heel verschil.
Het blijft allemaal subjectief.
Wanneer je het niet voelt en niet bent is het gemakkelijker concluderen dat je ongelukkig bent. / sarcasm

Gelukkig zijn is ook geen synoniem voor tevredenheid  of voldoening zoals sommige mensen denken.
Geluk is een geestelijke aangelegenheid en zo komt Dekker bij God uit die we toch, net als liefde en vrijheid moeten veronderstellen om zuiver te kunnen blijven denken en leven. (P61)
Wij denken in termen van geluk met het uitsluiten van aards lijden maar we moeten ons ermee verenigen zoals Jezus deed. Dat geeft aardse zaligheid. Dat is geen vrijbrief  om het aardse lijden te verheerlijken zoals vaak wordt gedaan. Ik kan me nog preken herinneren dat wanneer je geen lijden kende, je geloof niet deugde. Woorden met die strekking.
Christus is het einde van het streven en zoeken naar geluk als wetmatigheid. We kunnen daar zo in gevangen zitten. In die wetmatigheden. Daar denken we houvast aan te hebben.

Aan het einde van het boek geeft de schrijver tien tips. Niet om gelukkig te worden maar om beter te leven. Want duurzaam geluk is er niet. Er zijn momenten van geluk.
Zo is mijn ervaring ook.
De meest lastige tip: bedenk dat alles vruchteloos is.
Ik weet niet of ik het daar mee eens ben. Hou je daar niet een super stoïcijnse houding aan over en is dat de bedoeling van het leven? Of zou hij, als christen, ook beseffen dat we ons niet druk moeten maken of we wel of niet vruchten dragen? Dat een Ander daar wel voor zorgt.  Het loslaten van de controle. Daar hou ik het op.
Dat we er niet naar behoeven te streven om de aarde wat beter achter te laten dan dat we erop gekomen zijn ben ik wel met hem eens. Een rare uitspraak die kennelijk voor veel mensen zinnig is en zin geeft aan het leven. Doe gewoon je ding op de plaats waar je bent gesteld denk ik dan.

De meest herkenbare: word een onafhankelijke geest.
Zelf heb ik gemerkt dat het prettig is om tot de ontdekking te komen dat mijn – misschien kromme – meningen van net zoveel waarde zijn als van ieder ander. Dat helpt om kritisch te durven zijn en de zaken eens van een andere kant te bekijken.

De meest aansprekende: bereid je voor op de dood.
Die zou ik bijna als nummer één zetten. Wanneer je je eigen dood hebt doorleefd en je uitkomt bij je Schepper geeft dat zoveel rust. Niet dat het geen hobbel meer is maar  wel één van een andere orde.

Aan de hand van de denkbeelden van verschillende schrijvers, filosofen en dichters is het boek geschreven.
Een aanrader.


O ja, nog een opmerking die me aansprak: 'Zelf heb ik alleen bij de kerk kunnen blijven doordat ik al heel jong Christus van het christendom ging onderscheiden.'

 

donderdag 2 september 2021

Bloesem

Een nieuw 'label'. Omdat ik een beetje genoeg heb van Facebook en Instagram.
Zo af en toe zal ik hier mijn meest mooie foto's plaatsen, soms met een passend gedicht als ik dat kan vinden.








With the gusts of April
Rich fruit-tree blossoms fall,
On the hedged-in orchard-green,
From the southern wall.

Apple-trees and pear-trees
Shed petals white or pink,
Plum-trees and peach-trees;
While sharp showers sink and sink.


Christina Rossetti (1830 - 1894)

woensdag 1 september 2021

Domweg gelukkig


Ondertitel: ‘Een theologische en filosofische verkenning over het streven naar geluk’

Een boekje van Willem Maarten Dekker (1976).

Ja, die titel hè. Wanneer ben je domweg gelukkig? Kun je daarnaar streven? Of streeft men meer naar zingeving en vinden mensen daar hun geluk in?


Geluk is emotie, is dat verstandelijk te bereiken?  En wat gebeurt er met je wanneer je het geluk ‘hebt’? Kun je dat dan vasthouden en hoe doe je dat dan.

In een gesprek met mijnheer Cathy kwam ik er achter dat de meningen daar behoorlijk over kunnen verschillen.
Mijnheer Cathy vindt het geluk in de ‘gewone’ dagelijkse kleine dingen. Hij is domweg gelukkig wanneer alles gaat zoals hij verwacht dat het gaat en wanneer hij iets kan betekenen voor een ander.
Iets als: geluk=tevredenheid.
Zelf heb ik van die vlágen dat ik me intens gelukkig kan voelen. Ze overvallen me gewoon; ik kan het niet regisseren. Wanneer ik de warme zon op mijn snoet voel of een mooi muziekstuk hoor of speel kan het zomaar gebeuren. Maar vasthouden lukt niet. 

Dus het is toch iets anders dan ‘flow’ wat door die mijnheer met een  ingewikkelde naam ooit is beschreven en ook een lekker gevoel teweeg kan brengen. Dat weet ik ook uit ervaring.

De theoloog Miskotte schreef eens: “Geluk is een bevinding der ziel tussen genoegen (dat te laag is) en zaligheid (die te hoog is) in. Verder: dat het geluk op zichzelf is en op eigen wegen komt, onafhankelijk van stoffelijke welstand en onafhankelijk van geestelijke verzekerdheid. Tenslotte is te zeggen dat toch, zowel de welvaart als het geloof, de één vanuit de laagte en de ander vanuit de hoogte een verborgen band met het geluk onderhouden.”

Daar kan ik me aardig in vinden.
Het klavertje vier als symbool van geluk. Mijn moeder was er goed in om ze te vinden in een veld vol klavertjes. "Mijn oog valt er gewoon op" zei ze dan.  Het klavertje werd geplukt en tussen de bladzijden van de Bijbel gedroogd en bewaard.

In ons gezin zat het geluk in de Bijbel.

Maar nu moet ik het boek nog gaan lezen. Dit waren ‘vooraf-spinsels’.

donderdag 26 augustus 2021

Dat gele vlindertje

Het gedicht van Vasalis zit altijd in mijn achterhoofd. En sinds ik met een camera in de weer ben gegaan ben ik op zoek geweest naar een citroentje, zo’n geel vlindertje. Er waren er wel maar meestal te ver weg of te snel.

Nu is het dan gelukt in de tuin van vrienden. De zomerwei ligt naast die tuin en die moet je er maar bij bedenken. Net als dat vliegen 'des ochtends vroeg' want om een vlinder in de vlucht goed te vangen vereist beter camerawerk dan ik nu aankan.


De zomerwei des ochtends vroeg.
En op een zuchtje dat hem droeg
vliegt een geel vlindertje voorbij.

Heer, had het hierbij maar gelaten.

 

M. Vasalis (1909 – 1998)



  

dinsdag 24 augustus 2021

de vijfde winter van de magnetiseur


Geschreven door Per Olov Enquist (1934 – 2020) in 1964. In 2002 vertaald in het Nederlands en ik las de derde druk uit 2006.

Van Enquist las ik eerder de historische roman ‘het bezoek van de lijfarts’ wat veel bekender is geworden.
De boeken zijn gebaseerd op feiten maar met een twist van de schrijver. In ‘de lijfarts’ zijn dat de feiten van het Deense koningshuis waar de lijfarts de regie in de regering overnam en in de vijfde winter gaat het over Friedrich Meisner, een magnetiseur/hypnotiseur. Zijn figuur is geboetseerd naar Franz Anton Mesmer en Meisner laat zich inspireren door Paracelsus.



Als ik het boek in één zin zou moeten samenvatten dan zou het zijn: de controverse tussen rede en geloven.

Meisner komt na omzwervingen en achtervolgingen aan in Seefond, een fictief Duits stadje.
Hij is een slimme, ’redelijke’ man die door heeft dat heel veel mensen iets magisch nodig hebben om in te geloven. Dat kan hij hun geven. Tegen betaling natuurlijk.
‘Geef hun een leugen, dat is wat ze nodig hebben.’
Ergens vast in geloven kan vele ziekten maken maar ook genezen. Zo lukt het hem om het blinde dochtertje van een huisarts in het stadje haar gezichtsvermogen terug te geven. Maria was blind geworden na een traumatische ervaring toen ze een jaar of tien was en daar weet Meisner in tegenstelling tot alle artsen uit het stadje wel raad mee.
Zijn reputatie is gevestigd.

De vader van Maria, Claus Selinger is óm, na aanvankelijk scepticisme. Mede ingegeven door zijn rationele vriend Steiner. Dat is een man die niet in zulke wonderen gelooft en ook niet overstag gaat maar wel het ‘kunstige’ inziet van wat Meisner presteert.
Selinger wordt ‘medisch controleur’ van Meisner en voert zijn taak zeer plichtsgetrouw uit. Zo precies dat hij er achter komt dat Meisner een oplichter is.
Dilemma. Hij ziet de positieve effecten van deze man, maar gaat de waarheid niet boven alles? Ja dus. Het volk keert zich tegen Meisner en er moet recht gesproken worden.
Dan komst het mooie….er komst geen uitkomst van de rechtszaak. Een open einde en in dit geval wel tekenend. Kun je het geloof veroordelen? Of de rede?

Nog een leuke bijkomstigheid: wanneer Meisner op de vlucht is vergrijpt hij zich aan een vrouw. Dat doet hij wel vaker, maar aan het einde van het boek duikt deze vrouw weer op.
Ze is dan bovendien zwanger en volgens mij van Meisner al kan ik de data niet precies reconstrueren. De boodschap is voor mij wel duidelijk: Genen worden doorgegeven dus charlatans zullen er in golfbewegingen tot in lengte van dagen blijven.

Nog iets wat mij opviel: op een gegeven moment beklaagt Meisner zich over het verlies van energie door al die ‘zuigende’ mensen. Enquist kent het verschijnsel dus; dat mensen je zo kunnen uitputten en niets ‘opleveren’. Alleen maar verlies van energie waardoor je mensen gaat mijden. 

Het boek is gedeeltelijk vanuit het perspectief van Meisner geschreven en gedeeltelijk vanuit het perspectief van Claus Selinger.
Een mooi boek wat weer denkstof opleverde door de verschillende ideeën. Want wanneer je het ‘mechaniek’  van geloven vergelijkt met het  -voor mij-  ware geloof dan zie je heel veel overeenkomsten. Voor atheïsten is het allemaal hetzelfde maar ik denk dat er toch  verschil is maar dat vergt nadenken en vooral eerlijk zijn naar jezelf toe. Praat ik mijzelf dingen aan? Geloof ik op deze manier omdat ik zo ben opgevoed? Of omdat mijn sociale omgeving, waarin ik mij thuis voel, dit doet?
Of is het toch iets heel persoonlijks wat los staat van alle mensen om mij heen en komt het van buiten mijzelf?
Een boeiend boek om meteen ook daar weer eens over na te denken.

vrijdag 20 augustus 2021

Bidden


Bidden, wat is dat eigenlijk. Naar aanleiding van een boek van C. S. Lewis wat we behandelen op onze kring en vooral omdat er in de ‘Trouw’ aandacht aan werd besteed heb ik daar maar eens mijn eigen hersenspinsels op losgelaten.

Het boek is het laatste boek wat C. S. Lewis schreef: ‘Brieven aan Malcolm over het gebed’.
Een fictieve figuur waar Lewis zijn gedachten rond groepeert. We hebben het nog lang niet uit. Elk hoofdstuk roept zoveel gesprekken en vragen op.
In de Trouw is het een aflevering binnen de ‘zomertijd- serie’ naar een liedje van Ramses Shaffy: ‘Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder’. Mooi gevonden.


Naar aanleiding van het ‘bid’ staat er een gesprek in met  André Zegveld. Een priester die  woont in een klooster ergens in Twente en boeken heeft geschreven.
Hij omschrijft bidden als aandachtig leven.
En ’de Bijbel openslaan, niet lezen maar enkel openslaan en eraan denken dat je zelf ook zo’n boek bent….’
Dat vind ik dan toch weer erg mager want dan ben je alweer met jezelf bezig in plaats van met die ‘Ganz Andere’.
Mijn omschrijving zou zijn: Bidden is praten met God, het zuchten van de ziel naar de Eeuwige.

Een tijd lang heb ik net als Stevo Akkerman, de interviewer in het artikel, mezelf ook afgevraagd: waarom bidden? God weet toch alles al? Waarom zou ik Hem lastigvallen?
Duidelijke antwoorden krijg je toch niet.  Het leven blijft wroeten in het duister.
Bovendien: ‘de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke, verzuchtingen’  zoals in Rom 8: 26 staat.
Later ontdekte ik dat juist door te bidden je je afhankelijkheid erkent en kenbaar maakt. Is het niet voor God, die alles al weet dan is het voor jezelf.
Zo wist God ook dat de eerste mensen in zonde zouden vallen. Maar die mensen zélf waren zich nog niet bewust van hun zwakheid en onvermogen als schepsel in ruimte en tijd. Dat inzicht moest kennelijk empirisch geleerd worden en moet groeien. Dat is het aardse leven.
Zo denk ik.

Bidden staat in het midden van het rijtje van Shaffy. Zou dat toeval zijn? Dan is het een mooi toeval want bidden omvat ook al dat andere. Bidden is geen verlanglijstje indienen maar een gesprek, een verzuchten. In een open gesprek wordt er gesproken en geluisterd. Gelachen en gehuild. Gezongen,  gevochten en in de lofprijzing bewonderd.
Het is zo fijn dat de Ene beter luistert dan de mensen om me heen.
Hij valt me niet in de rede om Zijn eigen mening kenbaar te maken. Daar kom ik later wel achter omdat de Geest in elke gelovige werkt. Het gaat allemaal zoveel milder en zachtmoediger.
Eén stapje tegelijk het leven door.

Wel heb ik geleerd om het ‘Uw wil geschiedde’ altijd ‘mee te denken’.  Omdat, zoals in dat artikel ook naar voren komt, wij eindige mensen zijn die nergens recht op hebben ook al menen we vaak van wel.  We staan niet in het middelpunt maar zijn onderdeel van het grote geheel.
De ware levenskunst is om te accepteren wat op je pad komt. Misschien is bidden dan inderdaad wel aandachtig of intens leven maar wel met mijn hand in die Grote.

 

 

vrijdag 13 augustus 2021

Alweer boeken

Ooit  (september 2013) heb ik weleens foto's geplaatst van boekenwinkels/stalletjes. Na de afgelopen vakantie kan ik er weer een paar aan toevoegen:

Beiden gefotografeerd in de Franse Dordogne: boven in het plaatsje Domme en rechts in Sarlat la Caneda.

 

zaterdag 7 augustus 2021

De honderd dagen


Geschreven door Joseph Roth (1894 – 1939) in 1936. Pas in 2011 is het vertaald.
Tegelijkertijd ben ik nog bezig in een boek van de in 2018 overleden Philip Roth. De naam Roth is hetzelfde maar de schrijfstijl van Joseph spreekt mij meer aan. Er zit ook een generatie verschil tussen de beide heren. Philip is duidelijk kind van zijn tijd. Hij schrijft best verrassend maar banaler.
Daarover misschien later meer want niet van elk boek wat ik lees wil ik dingen onthouden of terug kunnen vinden.




Joseph beschrijft in romanvorm de laatste honderd dagen van Napoleon. Ik heb het gelezen in het kader van onze Franse vakantie. Of het op feiten berust? In hele grote lijnen. Maar het is een mooi verhaal en prachtig empathisch geschreven.

Alleen al zijn beschrijving van de ‘Marseillaise’: ‘Want de Marseillaise verkondigt de triomf en de ondergang, de verbondenheid met de wereld en de verlatenheid van ieder individu, de bedrieglijke macht en de zekere onmacht van de mens, het is het zingende leven en de zingende dood. Het is het lied van het volk van Frankrijk.’

Het boek bestaat uit drie delen: De  terugkeer van de grote keizer, 2: Het leven van Angelina Pietri, 3; De ondergang en 4; Het einde van de kleine Angelina.
Deel 1 en 3 gaan over Napoleon met zijn zielenroerselen en 2 en 4 over een jongedame van de linnenkamer, in dienst van Napoleon en zij is hartstochtelijk fan van -  en verliefd op de grote keizer. Het wordt haar ondergang. Net als die van haar zoontje.
Of je nu keizer bent of linnenjuffrouw; je kunt als mens weerloos zijn. Slachtoffer van omstandigheden. Napoleon besefte (in dit boek) dat als geen ander.
‘Door zichzelf te verheffen adelde, kroonde, verhief hij alle naamlozen in het gewone volk, en dus hield het volk van hem.’
Want: ‘De simpele en geringe mensen zijn niet schuldig aan de fouten, dwalingen, zonden en wederwaardigheden van de grote der aarden. En toch lijden ze meer dan de aanzienlijken. Stormen vernietigen de arme en broze stulpjes. Aan de stenen en stevige huizen bruisen ze echter voorbij.’

Dan is er nog de eenzame Wokurka die weer verliefd is op Angelina en haar in huis neemt wanneer het met Napoleon niet goed afloopt. Een vrijwillige legioensoldaat die het heeft overleefd als is het met een houten been. ‘Alles aan hem was zacht en stil, alleen zijn houten been klepperde.’
Deze Wokurka is een Pool. Heel doordacht vind ik de liefde van deze Pool voor de Française Angelina.
Er was nog een Poolse met een liefde voor een Fransman: Maria Walewska voor Napoleon.

De Fransen in dit verhaal houden het toch bij hun eerste liefde; Angelina voor Napoleon en Napoleon voor Josephine de Beauharnais.
Angelina komt aan haar eind wanneer ze als een 'Marianne' zich in een horde koningsgezinden werpt. Zou de schrijver ook dit beeld voor ogen hebben gehad toen hij schreef?
Het zou mij niet verbazen. In het begin van het boek beschrijft hij Napoleon te paard zoals te zien is op het schilderij van Jacques-Louis David. Wij zagen het in het Belvedère in Wenen.

Ik word nieuwsgierig naar zijn andere boeken.

 

 

vrijdag 6 augustus 2021

De Zonnekoning

Geschreven door Johan op de Beeck (1957)  in 2018.  Ondertitel: ‘Glorie en Schaduw van Lodewijk XIV’

Een populair geschreven biografie over één van de grootste monarchen ooit. Louis XIV. In Nederland heet hij Lodewijk XIV maar eigenlijk vind ik dat raar; het vernederlandsen van namen, dus dat doe ik niet meer.

Een pil van ruim 700 pagina’s maar ze lezen gemakkelijk weg.
Louis volgde op vierjarige leeftijd zijn overleden vader op maar werd op zijn zestiende officieel gekroond. Anna d’Autriche en Jules Mazarin waren zijn regenten tot die tijd en ook daarna tot Mazarin stierf. Toen haalde Louis de teugels strak aan.


Alle beslissingen moesten via hem worden genomen. Dat heeft voor- en nadelen. Voordelen zijn dat iemand over alles geïnformeerd wordt en er iemand is die het grote overzicht heeft maar slagvaardig kun je dat in bijvoorbeeld een oorlog niet noemen. Er was geen mail of watts-app. Dat heeft veel ellende opgeleverd van verloren veldslagen ook al wist hij letterlijk zijn grenzen te verleggen richting Duitsland, de Spaanse Nederlanden en Spanje.
Op justitieel vlak is het ook niet handig om alles via één man te laten lopen.

Bekend is hij vooral geworden door de bouw van de paleizen in Versailles. Gedragsregels waren daar uiterst strikt behalve op het terrein van de seksuele moraal.
Naast zijn vrouw:  Marie-Thérèse d’Autriche (ook uit het Habsburgse/Spaanse huis) had Louis ook de nodige maîtresses. Madame de Montespan is een bekende en ook Madame de Maintenon waar hij later in het geheim mee is getrouwd en meteen een stuk conservatiever werd.
Van zijn eerste vrouw heeft hij zes kinderen gekregen waarvan er maar één het overleefde, via Madame de Montespan ook nog eens zeven waarvan er vier de volwassen leeftijd bereikte.
Kinderjuf voor die kinderen was Madame de Maintenon (weduwe Scarron) die later het maitressestokje van  de Montespan overnam.
Zij was een strikt Rooms Katholieke dame, ondanks haar protestante opvoeding die Louis aanzette tot weer eens het vervolgen van de protestanten en het herroepen van het Edict van Nantes.

Officieel is dat allemaal niet, maar invloeden van vrouwen zijn niet te meten dus bestaan ze niet. / sarcasm
Maar ik denk dat die invloeden best wel eens heel groot kunnen zijn. Of het nu moeders of echtgenoten zijn.
Velen zijn in die tijd het land weer ontvlucht want de dwang om zich te bekeren naar het Rooms Katholicisme werd steeds groter. Pierre Bayle is zo’n voorbeeld.

Louis was ook een kunstliefhebber. Het zal toch in zijn genen hebben gezeten want zijn oma was Maria de Medici.
Bekende namen uit die tijd zijn wat muziek en theater betreft Jean Baptiste Lully en Molière, de beroemde tuinen in Versailles en andere plaatsen werden aangelegd door Andre le Notre .
Ik ben zelf ooit in Versailles geweest, vijf en veertig jaar geleden ofzo en herinner me de glamour en prachtige tuinen.
En Louis speelde graag zelf de hoofdrol in theaterstukken. Niet alleen in theaterstukken denk ik dan. Zijn hele leven was een hoofdrol.

Grappig is dat de koninklijke garde echt uit musketiers bestond naar het boek van Alexandre Dumas. D’Artagnan heeft echt bestaan als Charles de Batz-Castelmore.
Of Athos, Prthos en Aramis hebben bestaan weet ik niet. Op den Beeck schrijft daar niets over. En kardinaal de Richelieu was toen ook al overleden. Mazarin was zijn opvolger en op dat moment de belangrijke man van het rijk. Na de koning dan.
Jean-Baptiste Colbert is ook een belangrijke naam wat de financiële staatszaken betreft. Hij zal het moeilijk hebben gehad. Altijd tekorten....pffft.

Heel veel van het leven van Louis XIV en van Versailles is bekend vanwege de vele brieven die zijn schoonzus, getrouwd met zijn homofiele broer Philippe: Elisabeth Charlotte (Liselotte) van de Palts (La Palatine) heeft geschreven aan een tante.

Nog een paar dingetjes: l’Etat c’est moi schijnt Louis nooit gezegd te hebben. Zijn laatste woorden waren: ‘Je meurs mais l'Etat reste’.
En 'de man met het ijzeren masker' heeft echt bestaan. Er zijn vele verhalen over, verschillende boeken geschreven en films over gemaakt maar het feitelijke verhaal is nooit boven water gekomen.

Verder had Louis  hoogstwaarschijnlijk twee ‘gekleurde’ dochters via een zwart meisje dat zich in het koninklijke theatergezelschap bevond. 'la Mauresse de Moret'.
De meisjes verdwenen in een klooster en van de staat kregen ze een jaarlijkse toelage. 
Dat komt weer uit de geschriften van Voltaire. Er staan heel veel noten achterin. Of het allemaal feitelijk is blijft de vraag maar gezien het 'love-life' van Louis zou het mij niet verbazen.

Louis moet een zeer sterke grote man zijn geweest. 1.80 m. zonder zijn hoge hakken van 8 cm en zonder pruik.  Wellicht haalde hij de twee meter met alles erop en eraan. Dat moet in die tijd wel imponerend zijn geweest.
Dat hij ijzersterk was moet ook wel gezien de aderlatingen, kaakoperaties en purgeertoestanden die hij heeft ondergaan. Zonder verdoving. En hij leed aan obesitas.
Twee en zeventig jaar heeft hij officieel geregeerd, dat is nog altijd een record.


Geen foto's van Versailles maar Chateau Chambord waar Louis ook vaak verbleef. De buste is van Molière. Enkele toneelstukken van hem hadden daar hun première.