Met twee zoons en een schoondochter ben ik naar de laatste Bond-film geweest. Heerlijk hoor; weer even uit het ‘gewone’ leven in andermans heftige sores duiken wetend dat het allemaal in orde komt.
Wel met oordoppen in want het geluid in een bioscoop staat voor mij veel te
hard en ik hou teveel van muziek om mijn oren te laten bederven.
De wereld moest natuurlijk weer eens beschermd worden tegen een geheimzinnige organisatie
met een boze man, Safin aan het hoofd. En, jawel, een speciaal virus!
James Bond alias Daniel Craig in zijn vijfde en laatste bondfilm en al met
vervroegd pensioen werd deze keer door de CIA ingezet.
Maar zijn opvolger bij MI6, de nieuwe 007 beconcurreert hem.
Verder zijn er naast dezelfde bondgirl als in ‘Spectre’, de
vaste ‘Bonditems’; M. die hem berispt, Moneypenny die hem stiekem helpt en Q
die met een vooruitziende blik de nodige gewelddadige gadgets ontwerpt voor de
juiste situaties en een bijzondere auto voorzien van allerlei technische snufjes.
De locaties van de opnames zijn ook altijd wel het bekijken waard. Zo kom je
nog eens ergens.
De humor zit erin maar niet altijd aan de oppervlakte. Wat dat betreft vond ik Roger Moore altijd humoristischer, zeker wanneer hij een wenkbrauw optrok
Vaak zit ik bij deze films te bedenken wat het nu eigenlijk is wat de film zo
aantrekkelijk maakt.
Een sterke persoonlijkheid met pokerface die alle situaties aan kan en onder
controle krijgt. Iemand die altijd voor ‘het goede’ de strijd aangaat en het
kwaad overwint.
Een persoonlijkheid die iedereen wel in zijn/haar omgeving wil voor een zo
nodige helpende hand en sturing. Het raakt aan onze diepste emoties.
In ieder geval een formule die al decennia werkt.
Ik moet opeens denken aan een artikel in het RD van
22-11 over mannelijke deugdzaamheid, waar ik lees dat een man wijs, beheerst,
kloek, dapper, sterk, moedig, heldhaftig, strijdbaar, wakker en uitgelezen moet
zijn volgens de SGP- jongeren voorzitter Mathijs van der Tang.
Nou, dan heeft hij aan James Bond een geweldig voorbeeld. *gniffel*
Wat opvalt is dat het individualisme in deze films ook heeft toegeslagen. Wat ik me kan herinneren waren in de eerste
films behalve Bond en zijn tegenhanger, ook groepen in verschillende kleuren
die het tegen elkaar opnamen. Ongemerkt is het meer veranderd in een één op één
confrontatie met wat ‘collateral damage’.
We don’t need to go faster, we have all the time in the
world.
Een mooie uitspraak die gevarieerd meerder keren terugkomt.
Wereld/ruimte en tijd horen bij elkaar.
Daarom blijven we, op verzoek van oudste zoon, ook altijd zitten tot de laatste namen die hebben meegewerkt op het witte
doek voorbij zijn gerold.
Een stille hommage aan al die mensen die hun best hebben gedaan. Tot verdriet van de
bioscoop medewerkers die dan ook moeten wachten tot wij allemaal de deur uit
zijn.
Ach, we have all the time in the world indeed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten