Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

zondag 31 december 2017

Bericht uit het hiernamaals

Geschreven door Simon Vestdijk (1898- 1971) in 1963. Ik las een digitale editie naar de vierde druk uit 1982.
Vestdijk is weer zo’n naam die ik uit de lessen Nederlandse literatuur van mijn middelbare schooljaren herinner.
Ik heb nooit iets van hem gelezen. Terwijl hij zo’n enorm oeuvre heeft nagelaten.
Wel kwam hij tijdens de cursus ‘kruisbestuiving muziek en literatuur’ regelmatig langs. Vestdijk schreef betrekkelijk vaak over muziek.
In dit boek niet.

Boeken over het hiernamaals hebben mijn belangstelling ook al kunnen we er niets over weten, het is leuk om erover te filosoferen. Alweer, wat een armoede als je er niet in gelooft; wanneer je enkel overtuigd bent van de werkelijkheid die we waarnemen en verder niet.
Nooit rekening houden met een extra dimensie waar de ziel van de mens heengaat na de dood.
Vlak voor kerst heb ik nog iemand op straat gereanimeerd. Een oude baas die – plop – met fiets en al om viel na zijn kerstboodschapjes te hebben gedaan.
Soms leken onze inspanningen succes te hebben en werd zijn gelaatskleur weer bijna normaal. We hebben hem overgedragen aan het ambulancepersoneel maar hij heeft het niet gered zag ik later in de streekkrant. *
Kan zo'n ziel, geest zomaar weg zijn? Daar bedoel ik mee: Verschwunden; opgelost in het niets.
Ik geloof daar toch niet in.
Enfin, dit was een lange aanloop naar......

Vier collegae leraren zijn overleden en in het hiernamaals beland: Theo de Vije, ook wel Ukkie genoemd met zijn vrouw Charlotte, Minderbragt, Drakestein en Dr. G.H. Hildevoort, bioloog.
De laatste is gestorven in 1910 en is de verteller/ zender van de teksten aan de ‘luistervrienden’.
Zij beginnen namelijk een telepathisch project.
‘Wat is telepathie? Hoe werkt het? Waardoor wordt het begunstigd, hoe kan het belemmerd worden?’
En ze stellen vast dat zowel woorden als woordloze gedachten overgeseind kunnen worden.
Maar het stuit op tegenstand want met de hardheid van hun telepathische uitzendingen verstoren ze de rust van de anderen.
Die anderen zijn trouwens allemaal mensen die na 1820 hebben geleefd. Van daarvóór is er niemand en dat zorgt ook voor vraagtekens. Voorlopig houd Hildevoort het erop dat zij zijn ‘uitgedoofd’.
Er moet natuurlijk ook empirisch worden vastgesteld of de bevindingen kloppen en daarvoor wordt Charlotte erop uitgestuurd om te testen. De heren hebben berekend dat ze er vijf uren over zou doen om in ‘de buitenste duisternis der Yankees’ te komen.
Lijkt mij vreemd. Wanneer je uit de tijd bent ben je toch ook uit de ruimte? Dat was in 1963 toch ook al wel bekend?
In ieder geval: Charlotte ontmoet een, op de elektrische stoel geëxecuteerde Amerikaan, die terug wil naar de aarde om nog een keer gestraft te worden want die eerste keer deugde niet.
Hieruit ontstaat de gedachte dat Hildevoort, die zich inmiddels heeft ontwikkeld tot expert in de telepathie, misschien ook wel naar de aarde zouden kunnen seinen.
Dan kunnen ze de mensheid geruststellen over het stervensproces.
Een Postmortaal Manifest. Dertig keer uit te zenden.
Maar dan waait er een vreemde wind door de zielen: een wind van angst en schuldgevoel.
Een ‘ruimteziekte’. Is dat het, wat in 1820 ook al eens is gebeurt?
Maar de uitzendingen naar de aarde moeten doorgaan. Maar waarom antwoord er niemand?
Hildevoort filosofeert over van alles. Vooral over de ‘ruimte’, wanneer ‘de geest zelf ruimte creëert en alles zich tot in het oneindige zal herhalen’.

Het laatste deel van het boek bevat de bevindingen van Dr. L.O. Valewink die ook bioloog is. Het is een wetenschappelijk analyserend betoog wat in 1998 is gesitueerd. Voor Vestdijk - in 1963 - science fiction.
Dus: in 1963 geschreven. In 1998 het laatste gedeelte gesitueerd en het eerste gedeelte in de taal van 1910.
Best wel knap eigenlijk.
Ik heb nog zitten zoeken of hij misschien Rooms Katholiek is opgevoed want het verhaal deed mij denken aan een ‘voorgeborchte’ wat in Protestantse kringen onbekend is. Maar daar kon ik niets over vinden. Dit verhaal zegt mij, als protestants meisje, inhoudelijk eigenlijk weinig.
Een paar quotes voor de sfeer:

Misschien, heel misschien is liefde niet bestaanbaar zonder de begeleidende voortekenen van een wederkerig verlies. Misschien bemint men minder de persoon zelf dan de mogelijkheid van zijn of haar verdwijnen.

Vrouwen komen er beroerd vanaf; Hildevoort had ook een hekel aan Charlotte:
‘Tegen vrouwen heb ik niets; […] Het valt echter moeilijk te ontkennen dat in ons hiernamaals de vrouw in de verkeerde helft terecht is gekomen. Met het spoorloos verdwijnen van het lichaam verloor zij meer dan één functie: niet alleen die der voortplanting en de lasten en veraangenamingen daarvan, maar ook het koken en kokkerellen, kleren verstellen( en dragen), de geheime kunsten beoefenen van het toilet, en vooral het knuffelig of snibbig opvoeden, want wat wil een moeder beginnen met een kind dat haar niet zien kan? Ons bestaan is nu eenmaal sterk verschoven naar het abstracte, en in overeenstemming daarmee moet de vrouw tekortkomen.’


De volledig tekst is trouwens te vinden op de site van De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren. (DBNL)



*12-01-2018

Gisteravond ben ik langs geweest bij de zoon en schoondochter van deze mijnheer. Er deden foute geruchten de ronde en misschien kon ik nog wat toevoegen over de – naar mijn idee toen – laatste minuten van hun (schoon) vader.
De geruchten bleken gebaseerd op het verhaal van een politieagent in burger. Hij had zich ingebeeld dat hij er als eerst bij was en eiste ‘het succes’ van de reanimatie voor zichzelf op. Terwijl ik met een andere mevrouw zeker de eerste vijf/acht minuten heb zitten reanimeren voordat hij het van mij overnam.
Je zult maar overgeleverd zijn aan de eerzuchtige perceptie van een wetsdienaar.
Mijnheer Cathy was erbij. Hij is mijn getuige.
Van de politie had ik gehoord (twee weken later) dat mijnheer een lekkende de hartklep had. Dat was ook alweer verkeerde informatie. Van de familie hoorde ik gisteravond dat hij een infarct had, naar het ziekenhuis is vervoerd en later geopereerd. Er is een stent geplaatst. Helaas is hij s’ avonds alsnog overleden.
Toch was ik daar een heel klein beetje blij mee. We hadden het kennelijk toch ‘goed’ gedaan.
Het was een prettig, gemoedelijk gesprek.






zondag 24 december 2017

Mazzel tov


Geschreven door Margot Vanderstraeten (1967) in 2017.

Ik las een digitale editie naar de eerste druk.
Ondertitel: ‘Mijn leven als werkstudente bij een orthodox-joodse familie’.
Het boek werd aangereikt door een vriend en ik heb ervan genoten. Dit is niet het eerste boek van deze journaliste maar wel één die zeer goed ontvangen is door de pers.
Het boek beslaat de periode 1987 – heden in verschillende delen.

Margot gaat als een soort nanny de vier puberkinderen uit een orthodox joods gezin begeleiden bij hun huiswerk. Als studentenbaantje.
De oudste, Simon en jongste, Sara redden het wel. Met de twee middelste, Jakov en Elzira krijgt Margot de meeste band.
Ze blijft er zes jaar hangen en bekijkt de (eigen) aardigheden van de familie Schneider op afstand en toch niet afstandelijk.
De meeste regels uit die wereld ken ik wel na een aantal jaren op een Joods forum doorgebracht te hebben en een module ‘Jodendom’ in de studie ‘Cross culturele Theologie’.
Margot weet aanvankelijk niets van alle joodse gebruiken, wetten en regels maar leert met vallen en opstaan. Zijzelf is voor de familie ook best wel bijzonder; heeft haar geloof overboord gegooid, woont samen met een Iraniër, draagt wereldse kledij en hoge hakken. Knipt af en toe haar haren zeer kort en voelt zich regelmatig zeer onzeker ten opzichte van deze familie die alles goed voor elkaar lijkt te hebben. Voor de familie is zij een linkse tante die wel overal een mening over heeft maar beïnvloed wordt door de media.

De joodse gemeenschap in Antwerpen is een gesloten gemeenschap net als hier in Nederland, denk ik. Het lijkt een beetje op de streng reformatorische gemeenschappen. Eigen scholen, eigen kranten en eigen regels. Een eigen zuil.
In Amerika is het anders en daar gaat het grootste gedeelte van de familie later ook wonen.
Door middel van dit boek krijg je een kijkje achter de schermen van het wel en wee, het hoe en waarom. Veel actuele zaken wordt genoemd en uitgelegd vanuit de orthodoxe kant. Zonder dramatisch te worden.

In een gesprek met mijnheer Schneider Over het antisemitisme en de meningsvorming over Israël en de bezette gebieden:
‘Wedden dat meer dan drie vierde van al die mensen met een mening over ons land, niet eens weet waar Israël ligt, noch hoe het land tot stand is gekomen? Men weet niet waar de bezette gebieden zich bevinden, hoe graag men er ook over praat en hoeveel meningen men er ook over heeft. Niemand spreekt met ons. Spreken, in de zin van: luisteren.’
‘Amerika wel.’
‘Ik heb het over België.’
‘Jullie kunnen toch ook zelf aan de bel trekken en van je laten horen?’
‘Bij jouw linkse vrienden? Ze hebben hun mening al klaar. Maar ze hebben geen idee hoe gevaarlijk hun eenzijdige informatie op lange termijn zal zijn. Met hun gekleurde berichtgeving scheppen ze een klimaat. Dat klimaat heb ik de afgelopen dertig jaar voelen veranderen, gelooft u me. Ik zeg niet dat iedereen pro-Israël moet zijn. Maar ik zou wel willen dat men van de Arabische wereld geen oord van heiligen maakt. Los daarvan: geloof me, Jodenhaat bestaat evengoed zonder Arabieren.’ […] ‘Jodenhaat is de meest aanvaardde vorm van mensenhaat.’


Ja, daar ben ik heel erg mee eens. Het antisemitisme is van alle tijden en alle plaatsen. Een redelijk argument heb ikzelf daarvoor nog nooit gehoord, gelezen of ontdekt.
Vrouwen binnen de Joodse gemeenschap lopen rond zoals ongeveer onze oud-gereformeerden: in lange rokken, lange mouwen, hoog gesloten altijd panty’s en platte schoenen.
Over die onderdrukking van de vrouw zoals dat op Margot overkomt wanneer ze in gesprek raakt in een bus:
‘Westerse mannen en vrouwen worden even goed onderdrukt zei zij. Mannen moeten werken. De kost verdienen. En hun vrouwen moeten slank, jong en mooi zijn. (en ook nog werken tegenwoordig)
Spiritualiteit en zingeving (waar het bij de orthodoxen om draait) zijn voorbehouden aan één uur yogales per week. Dus wie onderdrukt wie? En wie is er beter dan wie?


Een prettig leesbaar, respectvol boek wat tot nadenken stemt over vreemdelingehaat en alles wat daar mee samenhangt. Onwetendheid dus.
Aanrader.
(het is trouwens wel handig wanneer je een beetje Frans kent.)


donderdag 21 december 2017

Waarom


Op zoek naar mooie kerstgedichten – wat zijn er toch weinig – stuiterde ik op deze van Szymborska.
Ik heb ‘m ietsie pietsie verbouwd, mmm…… eigenlijk iets weggelaten (Excuses Wislawa….) zodat de grote waarom-vraag gesteld wordt die bij mij ook juist met kerst weer opborrelt.
Aan dat slappe antwoord ‘omdat de mens gevallen is’ heb ik niet genoeg en Szymborska ook niet.


Door onduidelijke oorzaken
en onder onbekende omstandigheden
had het Ideale Zijn opeens niet meer aan Zichzelf genoeg.

Het had toch eindeloos kunnen voortbestaan,
gehakt uit het donker, gehouwen uit het licht,
in Zijn slaperige tuinen boven de wereld.

Waarom verdorie ging Het dan op avontuur uit,
in het slechte gezelschap van de materie?

Waar had het die navolgers voor nodig,
brokkenmakers, pechvogels
zonder uitzicht op de eeuwigheid?

De manke wijsheid
met een doorn in haar hiel?
De harmonie verscheurd
door woeste wateren?
De schoonheid
met onaantrekkelijke ingewanden
en het Goede
- waarom met een schaduw
als het die vroeger niet had?

Er moet een reden voor geweest zijn,
ook al leek die nog zo futiel,
maar zelfs de Naakte Waarheid zal hem niet verklappen
druk als ze het heeft met het doorzoeken
van de aardse garderobe.
















De scheppingskracht van het 'Ideale Zijn' en de mens.



maandag 18 december 2017

Das Leben der Anderen

Een film uit 2006 van de regisseur Florian Henckel von Donnersmarck die zich afspeelt in 1984 vijf jaar voor de val van ‘de Muur’. Honecker is de baas over Oost Duitsland.
De Stasi, de geheime dienst is actief en observeert mensen zodra men maar dènkt dat er wel eens iets staatsondermijnends zou kunnen plaatsvinden. De Big Brother van Georg Orwell uit 1948.
Let even op de namen en jaartallen.

Gerd Wiesler, een gezagsgetrouwe Stasimedewerker neemt het op zich om een kunstenaarsechtpaar, Dreyman – Sieland, in de gaten te gaan houden. Georg Dreyman is (toneel)schrijver en Christina Maria Sieland is actrice.
Het huis wordt voorzien van afluisterapparatuur en op de zolder van het appartementsgebouw wordt een ruimte ingericht waar vierentwintig uur per dag de bewuste woning wordt afgeluisterd door Gerd en een medewerker.
Van alles wat er zich afspeelt wordt verslag gelegd. Gerd is een man met een pokerface. Je weet niet wat ie denkt en welke emoties hij heeft. Dat is zijn kracht in deze rol. Een eenzame, bureaucratische man die zelf in een kaal zestiger jaren flatje woont en opeens geconfronteerd wordt met het flamboyante leven van kunstenaars want er komt natuurlijk van alles over de vloer bij de Dreymans. Hij wordt toch een beetje nieuwsgierig naar dit leven, neemt af en toe een kijkje in het appartement van het stel en pikt een boek.
Op de verjaardag van Georg krijgt deze van een vriend een muziekstuk: ‘Die Sonate vom Guten Menschen’.
En dan volgt naar mijn mening de mooiste quote uit de film:
‘Kann jemand, der diese Musik gehört hat, wirklich gehört hat, noch ein schlechter Mensch sein?’
Dan komt ook de verandering bij Gerd Wiesler, de Stasiman.

Er valt weinig aan te merken op het echtpaar, maar dat verandert wanneer een vriend zelfmoord pleegt. Georg doet onderzoek naar zelfmoordcijfers in de DDR maar die blijken niet meer bijgehouden te worden; het zijn er teveel.
Samen met vrienden besluit hij een artikel te schrijven over deze materie en naar West-Duitsland te sturen voor publicatie.
Maar misschien wordt hij wel afgeluisterd want dat worden zovelen.
Er wordt een plan de campagne gesmeed – hij gaat zogenaamd een toneelstuk schrijven voor een jubileumjaar van Lenin - en getoetst en alles lijkt in orde.
Dat het toch behoorlijk misloopt ligt een beetje voor de hand maar de manier waarop alles verloopt is dan wel weer verrassend. Christina Maria blijkt chantabel te zijn.....hoewel.....ze is actrice.
Gedoe met een typmachine die opeens is verdwenen.

Georg hoort na de val van de muur dat hij altijd is afgeluisterd; dat de Stasi alles van hen wist en duikt in de archieven. Daar ontdekt hij dat HGW XX/7, codenaam voor Gerd Wiesler die hen afluisterde en verslag maakte, een heel eigen draai heeft gegeven aan zijn artikel over zelfmoord/ toneelstuk over Lenin en gezorgd heeft voor...... zodat Georg niet aangeklaagd kon worden.
Hij schrijft daar een boek over: ‘Die Sonate vom Guten Menschen’, opgedragen aan HGW XX/7.

Mooie film die de sfeer uit die tijd goed benadert. De corruptie van de meeste ambtenaren komt naar voren evenals het geflikflooi ‘naar boven’ en het getrap ‘naar beneden’.
Het machteloze gevoel precies in de pas te blijven lopen om maar geen gedoe te krijgen overviel mij zelfs af en toe.

zaterdag 16 december 2017

Lunchconcert


Regelmatig ga ik naar de gratis lunchconcerten in de Doelen. Dat is één keer in de vijf á zes weken op woensdagmiddag.

Nu had ik het snode plan opgevat om eens een keer samen met mijn kleinzoon te gaan.
Hij is nu nog vier jaar, mag in overleg met school flexibel omgaan met de lestijden dus een uitgelezen moment om hem te laten kennismaken met het grotere, serieuze muzikale werk oftewel ‘oma’s muziek’.
Zo mocht ik hem in overleg met de juf een uurtje eerder ophalen zodat we op tijd zouden zijn.

Op het programma stonden delen uit de werken van Prokofjev : Romeo en Julia (naar de tragedie van die beroemde mijnheer uit Stratford upon Avon) onder leiding van Gustavo Gimeno.
Prokofjev is een man van uitersten. Agressie en romantische liefde zijn thema’s uit dit ballet.

We hadden een mooi plekje uitgekozen, een beetje vooraan zodat hij het allemaal goed kon zien.
Wanneer je de moeite neemt om de link te beluisteren zul je merken dat Prokofjev helaas pas na een paar maten begint met de romantische liefde. Eerst.....
Zelf was ik er ook niet zo op bedacht maar het overviel mijn jonge nazaat ook nogal.
Hij barstte in tranen uit en sloeg zijn handjes voor zijn oren. Die zijn er het volgende half uurtje niet meer af geweest. Ik heb hem op mijn schoot getrokken en hem zo goed en kwaad als het ging proberen te troosten.
Gelukkig lukte dat wel.
Ik kon mezelf wel om de gevoelige oren slaan; ik had het toch kunnen weten!
Zelf heb ik er last van wanneer muziek te hard is en jongste zoon Cathy heb ik tijdens zijn eerste kerkgang ook krijsend de kerk uit moeten dragen omdat het orgel iets te enthousiast begon.

Ik hoop van harte dat het nog goed komt tussen kleinzoon en ‘oma’s muziek’.






woensdag 13 december 2017

De stem van Tamar


Geschreven door David Grossman in 2000.
Ik las een digitale editie naar de zesde druk uit 2012 van de 'e-book bib'.
Eerder las ik van hem ‘Leeuwenhoning’.

Het boek leest als een thriller. Een hond sleurt een jongeman door de straten van Jeruzalem. De hond weet kennelijk waar hij naar toe wil en de jongeman, Assaf, kan niet anders dan zich er maar aan overgeven. Dat is de ene verhaallijn.
De andere gaat over Tamar, een zangstudente van een conservatorium of iets dergelijks. Zij heeft een geheim. Haar lijn speelt zich een maand eerder af dan de verhaallijn van Assaf.
Natuurlijk komen ze wel bij elkaar. Maar voor dat het zover is heeft er heel wat water door de Jordaan gestroomd.
Een boek over jeugdproblematiek als verliefdheid en jeugdpuistjes, het zoeken naar jezelf en het doel van je leven.
Daar tussendoor de problematiek van verslaving en uitbuiting door een figuur met de naam Pesach. Ik heb me suf gepeinsd over de lading van deze naam maar heb die niet kunnen vinden. Hij wordt niet geslachtofferd.
Tamar, die naam betekent ‘palmboom’ staat voor mij symbool voor iemand die koste wat kost haar doel wil bereiken, zoals de schoondochter van Juda in de Bijbel. Tamar weet tot in de puntjes alles te organiseren.
Het enige wat ik even vreemd vond was heel even de indruk - die uit de lucht kwam vallen - en waar niets mee gedaan werd, dat Tamar blind zou zijn. Ik zat wel even van huh....heb ik iets gemist?
En die Theodora; hoe loopt het daarmee af?
Wat ook leuk is, is de geheimtaal met hun vingers tussen Tamar en Sjaj.
Mijn kinderen hebben onder elkaar ook zoiets geleerd. Konden ze zonder geluid met elkaar praten in de kerk.
Dikke pret.

Een leuk voorbeeld van de draaiingen van de menselijke geest om dingen voor onszelf acceptabel te maken:
‘En binnen de kotste tijd gaf ze zichzelf het simpele antwoord: als ze toen, thuis, gedacht had dat Sjaj niet zou meewerken, was ze er waarschijnlijk niet aan begonnen. Dus eigenlijk was het maar goed ook dat ze daar niet aan gedacht had. Haar hersenen hadden haar kortom juist geholpen door dit obstakel voor haar verborgen te houden’.

Een denkende en beeldende schrijver, die Grossman:
‘Op een gegeven moment doe je één klein stapje, je wijkt maar een fractie van een millimeter van de bekende weg en dan moet je ook de tweede voet neerzetten, en ineens zit je op een vreemd spoor. En elke stap op zichzelf is min of meer logisch, voortkomend uit de vorige stap, maar ineens word je wakker in een nachtmerrie’.

‘Ze bleef dapper meelopen en om hun grappen glimlachen, terwijl een scherpe, koele schaar haar precies langs de contouren van haar lichaam uitknipte en haar uit het beeld verwijderde’.


Dat geeft hij zijn beide hoofdrolspelers mee: het zich in de geest kunnen verwijderen wanneer ze het even niet eens zijn met het leven in de werkelijkheid.
Maar heeft niet elk mens zo’n ‘ontsnappingsprogramma’?




dinsdag 12 december 2017

Citaten over lezen


Wanneer je oog eenmaal gevallen is op citaten over lezen en boeken kom je er steeds meer tegen.
Hier een bloemlezing uit mijn verzameling.
Verschillende heb ik maar meteen vertaald en bij sommige citaten staat de persoon van herkomst. Helaas weet ik dat niet van alle citaten.


• Boekenwurmen zullen de wereld regeren; zodra ze nóg een hoofdstuk hebben gelezen.
• Je kunt je neus betere steken in een boek dan in andermans zaken.
• Als je slimme kinderen wilt hebben, lees hen dan voor uit sprookjesboeken (Einstein)
• Wat is een boekenplank/kast anders dan een schat voor een nieuwsgierige geest?
• We verliezen onszelf in boeken, maar we vinden onszelf daar ook.
• Boeken laten je draken verslaan; de liefde van je leven ontmoeten; verre reizen maken; met vrienden lachen. Alles via bladzijden. Ze zijn een vlucht die je thuis brengt.
• Lezen geeft ons een plek om te gaan wanneer we moeten blijven waar we zijn. (Cooley)
• Je weet dat je een goed boek hebt gelezen wanneer je bij de laatste bladzijde een beetje het gevoel hebt een goede vriend te hebben verloren.
• Ik zag zojuist iemand die mijn favoriete boek las; het lijkt alsof dat boek mij die persoon aanbeveelt.
• Wie smaak vindt in het lezen van goede boeken, is bij machte om de eenzaamheid te dragen, waar dan ook en met groot gemak. (Ghandi)
• Van sommige boeken moet men alleen maar proeven, andere kan men verslinden en maar enkele moet men kauwen en verteren. (Bacon)
• Gedachteloos, verstrooid lezen is hetzelfde als wandelen in een mooi landschap met een doek voor je ogen. (Hesse)
• Een goed boek moet ons niet iets geven, doch iets afnemen van onze zekerheden. (Greshoff)
• Literatuur zonder levensbeschouwing is bloedloos. (Werkman)
• Een belangrijk verschil tussen God en een schrijver is dat God met niets moest beginnen en een schrijver alleen maar hoeft te kiezen uit alles wat er al is. (Grunberg)
• Er is een groot verschil tussen een enthousiast mens die een boek wil lezen en een vermoeid mens die een boek wil om te lezen. (GK Chesterton )
• Lezen is dromen met open ogen


donderdag 7 december 2017

Hommelhoning



Geschreven door Torgny Lindgren in 1995. Eerder las ik van hem ‘de Bijbel van Doré’, ‘Het groene glas’ en ‘Norrlands Aquavit’.

Deze keer was het een vondst in de kringloopwinkel voor 50 cent. Daar heb ik dan stiekem plezier in.
En ik moet zeggen: dit was voor mij tot nu toe zijn minst mooie boek. Niet dat hij niet mooi schrijft; hij weet heel poëtisch te schrijven maar.... Ik weet niet. Ik mistte de humor en het ging me tegenstaan. Misschien zag en rook ik met mijn verpleegkundig oog en neus nog meer dan hij soms onsmakelijk beschreef. Ook kon ik me niet identificeren met de ‘verpleegkundige’ schrijfster in het boek, al triggert het thema ‘met een wildvreemde ingesneeuwd raken’ wel mijn fantasie.




Het is een verhaal van tegenstellingen.
Een vijf en veertig jarige vrouw geeft een lezing over ‘heilige gekken en dwazen’ ergens in het noorden van Zweden en krijgt door een bezoeker een slaapplaats aangeboden in zijn huis wat heel eenzaam ligt. Ze gaat erop in ook al staat de man, Hadar, haar tegen. Hij blijkt erg ziek te zijn. Kanker.
Ze raken ingesneeuwd en de vrouw werpt zich op als verzorgster. AL snel ontdekt ze niet ver bij hen vandaan nog een huis met rookpluim. Daar woont de broer Olof. Ook ernstig ziek.
Volgens mij suikerverslaving waardoor hij ontzettend dik is geworden en zijn hart het op korte termijn kan begeven.
‘Als je maar flink veel suiker over de baarzen strooit dan zijn ze wel te eten, dan smaken ze als marsepein.’
Maar zolang er nog rook uit de schoorsteen komt is hij nog niet dood.

Wat belangrijk is, denk ik, dat ze in de avonduren een boek schrijft over de heilige Christoffel.
‘In de hooggestemde delen moest een voortdurend streven naar het banaal alledaagse bespeurd kunnen worden, retoriek in de bovenlaag zou tot een eenvoud en trivialiteit in de diepte leiden, ja, als het evenwicht het zou eisen zelfs vulgariteit.’
Dat verklaart misschien wel het één en ander.

Eigenlijk is zij Christoffel zelf. Niet in de vorm van de patroonheilige van de reizigers maar in de vorm van de noodhelper want ook Olof neemt ze onder haar hoede en ze pendelt heen en weer tussen de huizen met de broers.
Door de gesprekken met de beide broers, ontdekt ze stukje bij beetje wat er allemaal is voorgevallen. Met Minna, de vrouw van Olof, en de zoon van wie niet bekend is van wie hij is. Van Hadar of van Olof.
Een vete tussen broers. De ene meer de geestelijke – al valt dat tegen - en de ander de lichamelijke.
Hun laatste gevecht bestaat eruit wie als laatste zal sterven.
Maar daar heeft de vrouw een oplossing voor en zorgt dat de broers weer een geheel worden.

De hommelhoning slaat op de grootvader die met zijn hond altijd op zoek ging naar honing. Toen Olof dat voor het eerst proefde was hij om.
‘De honing drong tot in zijn hele wezen door en bracht hem in een toestand van gelukzaligheid en verrukking, het was het ogenblik van het volmaakte genot, en de rest van zijn leven had hij onafgebroken maar hoofdzakelijk tevergeefs geprobeerd dat ogenblik en die toestand terug te roepen.’

Helaas is Torgny Lindgren in maart 2017 overleden.




woensdag 6 december 2017

Vertalen is verliezen?


In discussies over geloven en de Bijbel komt het vaak voor dat er dingen verkeerd worden begrepen. Dan wordt er vaak gezegd dat je in de context moet lezen. De context is de samenhang tussen woorden, zinnen en tijd.
Oftewel: een tekst in het geheel waarin hij staat lezen en pogen het met de ogen van toen te doen.
De laatste jaren zijn er mij dingen opgevallen die met de berijming van de psalmen toch niet helemaal goed zijn gegaan.

Het eerste vond ik in psalm 9:9; 110:2
Dat gaat over het getrapt worden op de nek of dat de nek als een voetenbank dienst doet.
Volgens mij is dat een Romeins gebruik en ten tijde van de psalmdichter nog nauwelijks bekend. (Alleen in Jozua 10 staat iets wat er op lijkt.)
Wel vond ik het fascinerend te zien, toen ik in het Egyptisch museum van Cairo rondliep, dat de namen van de vijanden van de Farao op de voetbedden van zijn slippers stonden geschreven net als op zijn voetenbank.
Hij ‘liep’ op zijn vijanden en legde zijn voeten op hen. Ten teken van (toekomstige?) onderwerping.
Toen begreep ik ook de zinssnede die staat in het NT: 1 Kor 15: 25:
‘Want Hij moet Koning zijn totdat Hij alle vijanden onder zijn voeten heeft gelegd’.
Precies zo staat het ook in de onberijmde psalm 110: 1: ‘De Heer heeft tot Mijn Heer gesproken: zit aan Mijn rechterhand, totdat ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een voetbank voor Uw voeten’.
Niets over een nek.
Nu is dit niet zo schokkend; het heeft eenvoudigweg met onderwerping te maken. Maar het geeft aan dat de berijming met een andere, latere bril is gemaakt.

Het woord ‘vierschaar’ is anders.
Het komt voor in de berijmde psalmen 9:8; 76:5; 119:10; 143:2; en ik weet niet of ze dat allemaal zijn.
Raar woord vond ik het. Later ging ik het begrijpen. Het heeft met de rechtbank te maken.
Je hebt daar de rechter, een openbare aanklager, een advocaat en de schuldige.
Alleen.......toen ik het boek van Wright had gelezen schoot het me weer te binnen. Hij beschrijft de rechtbank uit vroeger dagen als bestaande uit drie personen.
Deuteronomium eens nagelezen: in hoofdstuk 17 staan wat aanwijzingen en inderdaad, zelfs het hoogste rechtsorgaan steekt niet ingewikkeld in elkaar. Wanneer er een zaak was waar met niet uitkwam ging men naar de Levieten, legden de zaak voor en er werd recht gesproken.
Dat woord vierschaar is dan kennelijk een later bedenksel en gebaseerd op de veel latere vorm van de rechtbanken.

Het Onfeilbare Woord wanneer het over de Bijbel gaat is ook zo’n uitdrukking die velen gewend zijn te gebruiken. Het komt uit de (berijmde) Psalm 56: 5.
Het staat niet in de onberijmde of überhaupt in de Bijbel. Wat men er nu precies onder verstaat kom ik ook niet goed achter. Is de Bijbel foutloos?
In ieder geval heeft de Bijbel zelf niet de pretentie 'onfeilbaar' te zijn.
Het wordt er ingestopt.

Het vervelende is dat op die vierschaar en onfeilbaarheid hele theologische constructies worden gebouwd.
Vertalen is helaas niet alleen verliezen, er wordt soms iets toegevoegd wat een heel eigen leven gaat leiden.
En dat vind ik eigenlijk best kwalijk.


dinsdag 5 december 2017

Vergeten Reus


Geschreven door Kazuo Ishiguro in 2015. Ik las een digitale editie naar de derde druk in 2017 en ik las eerder van hem ‘Toen wij wezen waren’.

Dat vond ik een beetje tegenvallen voor een Nobelprijswinnaar. Dit keer niet al moet je er wel even inkomen.
Een fascinerend verhaal wat zich afspeelt in de tijd van King Arthur in Engeland dus zo’n 1500 jaar geleden. De tijd dat de Romeinen net het land uit zijn en de Britten en Saksen ruzie maakten.
Het ademt indirect die barre sfeer uit doordat de hoofdrolspelers voortdurend beschutting zoeken tegen kou, wind en regen, rovers en dievenbendes.
Het lijkt een fantasy verhaal; inclusief kinderen-stelende trollen, kobolden, heksen en rondwarende demonen maar er zit meer in.


Axl en Beatrice zijn een bejaard echtpaar die het door omstandigheden niet meer naar hun zin hebben in hun dorp. Ze besluiten op weg te gaan om hun zoon te bezoeken in een ander dorp maar weten niet precies waar.
Het wordt een barre tocht die hen o.a. voert langs een baai waar een veerman mensen overzet naar een eiland. Helaas kan de veerman er maar één tegelijk overzetten en aangezien Axl en Beatrice zeer aan elkaar verknocht zijn besluiten ze verder te reizen.

Een probleem is de draak Querig. Haar adem zorgt voor een deken van vergeetachtigheid in het hele land. Er zijn mensen die de moed hebben om die draak te gaan bevechten zoals de Saksische krijger Winstan die de puber Edwin met de vreemde littekens onder zijn hoede neemt.
Edwin is op zoek naar zijn moeder. Hij hoort steeds haar lokkende stem in zijn dromen.
Dan is er nog de geharnaste sir Gawain, een oude ridder van Arthur die de draak blijkt te beschermen. Beschermer van de vergetelheid. Hij moet het afleggen.
Ook weer door omstandigheden raken Axl en Beatrice betrokken bij het doden van de draak voordat zij hun zoon hebben gevonden.

Maar is het doden van die draak wel zo handig wanneer zij zorgt voor vergetelheid?
Wat gebeurt er wanneer die deken wordt weggehaald en je alles weer precies zult gaan herinneren?
Een dilemma voor Axl en Beatrice want in het verleden is er iets gebeurt wat ergens in hun onderbewustzijn is blijven hangen.
‘Beloof me lieve, dat je niet zult vergeten wat je in je hart op dit moment voor mij voelt. Want wat hebben we aan herinneringen die uit de mist terugkeren als ze ons alleen maar uit elkaar drijven?’

‘Zou het kunnen dat onze liefde nooit zo sterk geworden was inde loop der jaren als de mist ons niet van ons geheugen had beroofd? Misschien hebben daardoor oude wonden kunnen helen’.

Voor mij is dat het thema van het boek naast wraak en vergeving. Het ouder worden gaat soms gepaard met geheugenverlies en dat kan eigenlijk wel prettig zijn. Vergeten om te kunnen vergeven.
Grote dingen, reuzen, vergeten of begraven zoals de Engelse titel van het boek zegt.

Tenslotte komen ze weer terug bij de veerman die hen wil overzetten naar het eiland.
Maar ja, één tegelijk.
Bij dat einde kreeg ik associaties met ‘Ile de Mort’, Het Dodeneiland.


maandag 4 december 2017

Kierkegaard


Kierkegaard
Helaas zit deze denker niet in de serie van het HOVO. Dus dan maar zelf wroeten.
Over Kierkegaard heb ik verschillende dingen gelezen.

Hier en daar artikelen en een boek uit de serie ‘kopstukken’ en een boek van Pieter Vos. Nu ben ik begonnen om hem zelf te lezen in het boek Of/Of.
Een intrigerende titel omdat ik zelf vaak denk dat het in het leven zelden Of/Of is maar meestal En/En. De wereld bestaat echt uit veel meer dan vijftig tinten grijs. En meer dan dat er in een notendop past. Tussen het eeuwig ingaan en eeuwig ophouden zit nog wel het één en ander.
Maar misschien kom ik lezende weg tot andere gedachten.

Voorlopig amuseer ik me kostelijk met zijn ironie. In het hoofdstuk Diapsalmata, wat zoiets betekent als het Hebreeuwse ‘Sela’ (markering van een rustpunt) staan kort en krachtige uitspraken.
Men leze hem wel door de bril van twee eeuwen geleden.

‘Volledig mens zijn is toch het hoogste. Nu heb ik likdoorns, dat helpt althans een beetje.’

‘De menselijke waardigheid wordt in de natuur toch altijd erkend; want wil men de vogels weghouden van de bomen, dan zet men iets neer wat op een mens moet lijken, en zelfs de vage gelijkenis met een mens die een vogelverschrikker bezit is voldoende om respect in te boezemen.’

‘Van alle belachelijke dingen komt me als het allerbelachelijkst voor het druk te hebben in de wereld, een rappe eter te zijn en een rappe werker. [….] Wat richten ze per slot van rekening uit, die nijvere haastwerkers? Vergaat het ze niet als die vrouw die toen het huis in brand stond in de alteratie de haardtang redde? Wat redden die lieden eigenlijk méér uit de grote brand des levens?’

‘Raadselachtig moet men niet alleen voor anderen zijn maar ook voor zichzelf. Ik bestudeer mijzelf; wanneer ik daar genoeg van heb rook ik als tijdverdrijf een sigaar en denk: God mag weten wat Onzelieveheer eigenlijk bedoeld heeft met mij of wat hij nog van me wil maken.’

vrijdag 1 december 2017

Zwarte Pieten


Afgelopen week waren er in Nederland wijze mensen die, zo tegen 5 december, het Zwarte Pieten probleem wat Nederland nu al jaren teistert, nog weer even aanwakkerden met T-shirts met de tekst: ‘Zwarte Piet is racistisch’.
En gisteravond viel mij DE oplossing te binnen.

We maken alle Pieten wit. Het is even lastig voor alle liedjes die aangepast moeten worden, maar dat moet dan maar. (die verouderde teksten niet weggooien!)
Ik pleit voor echt witte Pieten; met blanketsel.

Voor mijn geestesoog zag ik het al gebeuren: over tien jaar zullen er getinte kinderen aan hun ouders vragen waarom het Sinterklaasfeest gedomineerd wordt door blanke mensen.
Is die suprematie van blanken niet verschrikkelijk ouderwets en koloniaals?
Er moeten zwarte Pieten bij komen.

Probleem opgelost.
Alle ouderen halen die oude liedjes weer van stal en de mensheid van Nederland viert het Sinterklaasfeest nog lang en gelukkig.



Wie lacht niet die den mensch beziet?