Geschreven door Torgny Lindgren in 1995. Eerder las ik van hem ‘de Bijbel van Doré’, ‘Het groene glas’ en ‘Norrlands Aquavit’.
Deze keer was het een vondst in de kringloopwinkel voor 50 cent. Daar heb ik dan stiekem plezier in.
En ik moet zeggen: dit was voor mij tot nu toe zijn minst mooie boek. Niet dat hij niet mooi schrijft; hij weet heel poëtisch te schrijven maar.... Ik weet niet. Ik mistte de humor en het ging me tegenstaan. Misschien zag en rook ik met mijn verpleegkundig oog en neus nog meer dan hij soms onsmakelijk beschreef. Ook kon ik me niet identificeren met de ‘verpleegkundige’ schrijfster in het boek, al triggert het thema ‘met een wildvreemde ingesneeuwd raken’ wel mijn fantasie.
Het is een verhaal van tegenstellingen.
Een vijf en veertig jarige vrouw geeft een lezing over ‘heilige gekken en dwazen’ ergens in het noorden van Zweden en krijgt door een bezoeker een slaapplaats aangeboden in zijn huis wat heel eenzaam ligt. Ze gaat erop in ook al staat de man, Hadar, haar tegen. Hij blijkt erg ziek te zijn. Kanker.
Ze raken ingesneeuwd en de vrouw werpt zich op als verzorgster. AL snel ontdekt ze niet ver bij hen vandaan nog een huis met rookpluim. Daar woont de broer Olof. Ook ernstig ziek.
Volgens mij suikerverslaving waardoor hij ontzettend dik is geworden en zijn hart het op korte termijn kan begeven.
‘Als je maar flink veel suiker over de baarzen strooit dan zijn ze wel te eten, dan smaken ze als marsepein.’
Maar zolang er nog rook uit de schoorsteen komt is hij nog niet dood.
Wat belangrijk is, denk ik, dat ze in de avonduren een boek schrijft over de heilige Christoffel.
‘In de hooggestemde delen moest een voortdurend streven naar het banaal alledaagse bespeurd kunnen worden, retoriek in de bovenlaag zou tot een eenvoud en trivialiteit in de diepte leiden, ja, als het evenwicht het zou eisen zelfs vulgariteit.’
Dat verklaart misschien wel het één en ander.
Eigenlijk is zij Christoffel zelf. Niet in de vorm van de patroonheilige van de reizigers maar in de vorm van de noodhelper want ook Olof neemt ze onder haar hoede en ze pendelt heen en weer tussen de huizen met de broers.
Door de gesprekken met de beide broers, ontdekt ze stukje bij beetje wat er allemaal is voorgevallen. Met Minna, de vrouw van Olof, en de zoon van wie niet bekend is van wie hij is. Van Hadar of van Olof.
Een vete tussen broers. De ene meer de geestelijke – al valt dat tegen - en de ander de lichamelijke.
Hun laatste gevecht bestaat eruit wie als laatste zal sterven.
Maar daar heeft de vrouw een oplossing voor en zorgt dat de broers weer een geheel worden.
De hommelhoning slaat op de grootvader die met zijn hond altijd op zoek ging naar honing. Toen Olof dat voor het eerst proefde was hij om.
‘De honing drong tot in zijn hele wezen door en bracht hem in een toestand van gelukzaligheid en verrukking, het was het ogenblik van het volmaakte genot, en de rest van zijn leven had hij onafgebroken maar hoofdzakelijk tevergeefs geprobeerd dat ogenblik en die toestand terug te roepen.’
Helaas is Torgny Lindgren in maart 2017 overleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten