Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 30 augustus 2012

Journaille

Om eerlijk te zijn heb ik ooit één keer op de SGP gestemd. Dat was voor de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam. Heel lang geleden. Het was toen ook een strategische stem omdat ik vond dat het SGP geluid ook in het Sodom en Gomorra van Zuid-Holland gehoord moest blijven worden. Maar vanwege hun abominabele vrouwenstandpunt heb ik het verder nooit gedaan.
Dinsdagavond heb ik vol ongeloof en verbijstering naar Knevel en van den Brink zitten kijken die met Catherine Keyl, een Belgische, kerkrechtdeskundige hoogleraar en Alexander Pechthold, Kees van der Staaij van de SGP te grazen namen.
Kees had uitspraken gedaan over verkrachtingen en abortus. En die vielen nogal verkeerd bij de dame en heren aan tafel. Dit vijftal had kennelijk niet eens de moeite genomen om de gesprekken waarin deze uitspraken waren gedaan nog eens goed na te luisteren, nee de opmerkingen associeerden ze meteen met een Amerikaan die ook van dit type uitspraken had gedaan en zich inmiddels heeft teruggetrokken uit de Amerikaanse politiek.

Deze Amerikaan, Todd Akin had beweerd dat vrouwen een mechanisme hebben waardoor ze bij verkrachtingen minder ‘vatbaar’ zouden zijn voor een zwangerschap. “It seems to me first of all, from what I understand from doctors, that’s really rare. If it’s a legitimate rape, the female body has ways to try to shut that whole thing down.” Let ook op ‘legitime rape’……..een contradictio in terminis. Legitieme verkrachtingen bestaan niet.
Voor zover ik heb kunnen nagaan is dit niet uit een verband gerukt.
De opmerking van van der Staaij was echter dat na verkrachtingen, een klein aantal zwangerschappen optreden (6,9 % feitelijk aantoonbaar) en dat die problematiek natuurlijk vreselijk is. Zoek de verschillen. Het kan niet moeilijk zijn. Dat is voor veel mensen echter teveel gevraagd want zij zaten, zo denk ik, met de opmerkingen van Akin in het achterhoofd te luisteren. Te beginnen met Frits Wester die deze Amerikaan noemde. Uit de krant begreep ik dat Kees vakantie had gehad en dit item had gemist. Anders was hij vast alerter geweest. Eigenlijk best fascinerend om dan te zien wanneer mensen niet onbevangen luisteren maar met een vaststaand idee in hun hoofd. Net zo (negatief) fascinerend waren de lichaamstaal en mimiek van Keyl en Pechthold.
Toen bedacht de Belgische hoogleraar nog een leuke vraag tussendoor: wat is erger, een verkrachting of een abortus. Zou ie zelf in de gaten hebben dat het een onmogelijke keuze was voor Kees en voor iedereen die opkomt voor het zwakke in de samenleving?
Enfin, Kees heeft zijn woorden, ondanks het aandringen van Knevel, terecht niet teruggenomen maar in het RD wat uitgebreider genuanceerd en heeft nu politiebewaking vanwege het hoge tolerantielevel in dit land.

Via CIP onderschepte ik een tweet van Knevel: 29-08 om 17.36: Zit me de hele dag ( en deel van de nacht) af te vragen of ik het gesprek met @keesvdstaaij wel helemaal goed heb gedaan. Kon beter. 6 minutes ago • reply • retweet • favorite

Ja Knevel, dat kon zeker beter…….. stukken beter. Nog even en we kunnen jullie ook gewoon Pauw en Witteman noemen. Geen verschil meer.
Hoe zat het ook alweer met dat ‘gij , geheel anders.......’?

vrijdag 24 augustus 2012

Rutten

Ik heb geen flauw idee of wat ik nu doe wel is toegestaan in de wereld van het wijde web, maar zo niet dan hoor ik het ongetwijfeld.
In het Friesch Dagblad stond een interview met Emanuel Rutten, te vinden op dit blog rechts onder, onder ‘wijsgerige reflecties’. Een filosoof die ik volg, al lukt me dat niet altijd. * grinnik*
Het ....interview.... vond ik echter zo mooi dat ik het graag verspreid.
Het is natuurlijk ook via zijn eigen site te vinden.

woensdag 22 augustus 2012

Kentering van een huwelijk

Oorspronkelijke titel: Az Igazi/ Judit geschreven door Sándor Márai (1900-1989) Ik heb de negende druk uit 2006 gelezen. Of de titel goed gekozen is? Sándor Márai is een Hongaar en het Hongaars is voor mij totaal onbekend. Uit de Google vertaalmachine komt ‘de werkelijke/ Judit’. Hij schreef het boek tussen 1949 en1978.
Het verhaal speelt zich af onder de bourgeoisie van Budapest rond de 2e Wereldoorlog.
Ilonka, Péter en Judit. Alle drie beschrijven ze praktisch dezelfde periode vanuit hun eigen referentiekader aan een resp. vriendin, vriend en aan een minnaar.
Ilonka doet dat het meest spannend; er was iets aan de hand met Péter, haar man. Maar wát? Het las als een detective…….is Peter homo? Heeft het iets te maken met het Oedipuscomplex? De waarheid bleek veel banaler zoals ook Lázár, de kunstenaar en vriend op de achtergrond, al beweerde. Daarna wordt het niet saai maar juist boeiend om te lezen hoe de andere twee het hebben ervaren omdat je zelf inmiddels door de ogen van Ilonka hebt gekeken.
Ilonka heeft het druk met haar eigen liefdes relatie zoals een vrouw betaamt. Ze wil graag in het hoofd van haar man wonen en hem beheersen, ook zoals een vrouw betaamt, *grinnik* maar dat gaat niet werken. Zelfs een kind en het verlies daarvan verandert hier niets aan.
Péter houdt zich meer bezig met zijn eigen besognes en de vragen van het leven. Hij begrijpt zijn vrouw niet, eigenlijk begrijpt hij geen enkele vrouw en doet ook geen pogingen om haar te begrijpen. Ook zoals een man betaamt?? Zijn visie (Márai’s visie?) op ‘de vrouw’ is best geinig. (p 205-207)
Hij zou de carrièrevrouwen van nu eens moeten zien.
Hij eindigt als eenzame gescheiden man die in de mensheid geen enkele fiducie meer heeft.
Mooi is tot uitdrukking gebracht dat een ieder slechts vervuld is met zichzelf. Wat voor de één heel belangrijk is wordt door de ander totaal genegeerd of slechts aangestipt. Dat heeft existentiële eenzaamheid tot gevolg.
Er staan boeiende gedachten in. Bijvoorbeeld: ‘Het is niet waar dat je door te lijden gelouterd wordt, dat je daardoor een beter, wijzer en begripvoller mens wordt. Integendeel: je wordt er koud, uitgekookt en onverschillig door.’ (Ilonka p 41)
‘Een zonde is niet zozeer iets wat je hebt gedaan, maar iets wat je hebt nagelaten omdat je niet voldoende kracht had om het te doen.’ (Ilonka p 42)
‘Het verstand is niet in staat gevoelens op te wekken of op te heffen, maar het kan ze wel reguleren.’ (Lázár p 110)
‘Veel tragedies in deze wereld zijn kunstmatig en worden grotendeels door leugenachtige theorieën in dubieuze boeken veroorzaakt.’ (Péter p 132) Mijnheer Cathy, die een hekel aan lezen heeft zou hier van smullen; ik vertel het maar niet.
Zo zijn er nog heel veel meer mooie zinnen. Langzaam lezen dus. Ilonka en Péter behoren tot de bourgeoisie en blijven netjes spreken over de bediende Judit. Daardoor komt ze in de eerste twee delen best sympathiek over als een rustige, bedaarde bediende.
Judit heeft een proletariërs achtergrond en vind alles raar en vreemd en is zo meer ‘narrow minded’ dan de anderen. Kleingeestige mensen vinden vaak van alles en nog wat raar en steken dat (helaas) vaak niet onder stoelen of banken. Je kunt dan inderdaad slechts glimlachen. In het derde deel kreeg ik een hekel aan haar. Ik houd gewoon niet van achterbakse slimmigheid en dubbele agenda’s. Haar relaas beschrijft echter wel weer helderder en soms humoristisch de ondergang van de bourgeoisie tijdens de tweede wereldoorlog. (door ‘metaalmoeheid’ *hi-hi*)
Wat toch in mijn geest botste: het verhaal van Judit was op zichzelf heel verhelderend en epiloog-achtig, maar het was te gecultiveerd t.o.v. haar achtergrond en zoals je haar uit de verhalen van Ilonka en Péter hebt leren kennen. Je verwacht van haar helemaal geen stortvloed van woorden en ook niet in die stijl. Of Márai dit bewust heeft gedaan om te laten zien dat ook mensen uit de lagere bevolkingsgroep onverwachte talenten hebben (wat mij betreft is dat een open deur intrappen maar oké….) of dat hij hier een beetje de mist in gegaan is, weet ik niet maar ik neig naar het laatste. Vrijheid van de auteur zullen we dan maar denken. Mmmmm……….als de titel van het boek toch ‘de werkelijke Judit’ is……dan toont het o.a. misschien ook de naïviteit van de bourgeoisie aan, maar dan vind ik ‘Kentering van een huwelijk’ onhandig gekozen. Daar valt nog over na te denken.
Tijdens het lezen schoot onwillekeurig dat refrein van het lied van Alan Parson: ‘Don't answer me’ door mijn hoofd:
Don't answer me, don't break the silence
Don't let me win
Don't answer me, stay on your island
Don't let me in

Márai is in ieder geval een schrijver waar ik meer van wil lezen.

zondag 19 augustus 2012

Bij de 350ste sterfdag van Pascal die slechts 39 jaar werd:

De waarheid is in deze tijd zo duister gemaakt en de leugen zo ingeburgerd, dat alleen iemand die de waarheid liefheeft haar nog kan herkennen.

Blaise Pascal (26ste serie, 739)

woensdag 15 augustus 2012

Een robuuste kerk

Ondertitel: de Christelijke gemeente in een postchristelijke samenleving. Geschreven door Stanley Hauerwas, een Amerikaans theoloog. In 2001 is hij door Times magazine uitgeroepen tot Amerika’s beste theoloog. Voor zover dat waarde heeft.
Dit boek van hem bevat een aantal essays. Samengebundeld in 2010 door Jonker, Paul en Wallet. Daar zitten interessante en minder interessante stukken tussen. De één is ook wat gemakkelijker te volgen dan de ander. Vandaar ook dat het lastig is e.e.a. samen te vatten.
Het is inmiddels wel een boek geworden met heel veel potloodstreepjes en uitroeptekens. Geen enkel boek heb ik ook zo vaak moeten wegleggen om over de één of andere passage of uitspraak wat langer na te denken.
(en de band ligt uit elkaar boekencentrum! Maar dat zal wel komen doordat ie vaak in de zon op de tuintafel heeft gelegen…….)
Hij zegt de dingen heel kernachtig. Hij lijkt op een bepaalde manier orthodox maar hij weet het zo eigentijds te brengen. Ach, had ik maar zo’n buurman wat zou het leven dan plezierig worden. O, nee, het leven is niet plezierig, het leven is ‘deel hebben aan het avontuur dat christendom heet’. Maar ik heb soms wel enorm behoefte aan een aardse ‘goeroe’.
Het boek begint met een voorwoord met de reden dit boek uit te brengen en vervolgens een interview met Hauerwas waarin hij aanstipt wat verderop in het boek door middel van de verschillende essays wordt uitgediept.
Waar Dekker worstelt met de christelijke identiteit is Hauerwas daar heel helder in. De christelijke gemeenschap bepaalt die identiteit. Het boek lijkt daarom hoopvoller en het stimuleert om je schouders er weer eens onder te zetten. Het missionair zijn heeft bij hem geen prioriteit. Dat heeft de gemeenschap en in een geïndividualiseerde maatschappij als de onze is dat eigenlijk heerlijk om te lezen. Het atheïsme is voor hem geen vijand van de kerk, dat is de sentimentaliteit, (p 23) Christenen beginnen niet met het proberen anders te zijn. Anders zijn is geen deugd. (p 29) het christendom is de proclamatie dat God Christenen een geschenk geeft waarvan ze niet wisten dat ze het nodig hadden. (p 28) Dat geschenk verandert hun levens zo dat ze verlangen naar de juiste dingen op een juiste manier. Dát moet geleerd worden binnen de gemeenschap wat hij ook ‘kerk’ noemt. Maar meer dan eens schrijft hij er expliciet bij dat Gods Koninkrijk ruimer is dan de kerk. (hfdst 6)
De kerk heeft niet als taak om van de wereld het Koninkrijk te maken maar het is haar taak om trouw te blijven aan het Koninkrijk door aan de wereld een gemeenschap van vrede te tonen. (p 112) Daardoor is zij missionair. Op deze manier geloof ik er ook in.
Ketters moeten gewaardeerd worden; zij leren de kerk wat ze geloofd door te leren wat ze niet gelooft. (p 116) Helaas wijst de praktijk uit dat deze mensen eenvoudigweg de kerk worden uitgewerkt. Zoek maar een andere kerk. Keus genoeg. Raar is dat eigenlijk. Zelf heb ik ook meer geleerd op atheïstische fora dan op christelijke. Juist door flink tegengas te krijgen leer je het meest. Dat zou binnen een hechte christelijke gemeenschap gewoon moeten kunnen. Dat mis ik wel. In groepen of kringen is men zo bezig met theologische/ religieuze correctheid dat het af en toe afstoot.
Wat me in hoofdstuk 9: ‘Vrede stichten: de deugd van de kerk’ het meeste aansprak is dat echte vredestichters juist de confrontatie aangaan met de wetenschap dat ook zij vergeven mensen zijn. Het confrontatieproces kan er op uitdraaien dat je dingen verkeerd hebt in geschat.
Een ontroerend hoofdstuk over 9/11: Toen is de wereld niet veranderd; dat gebeurde omstreeks 33 na Christus.
Een hoofdstuk met de titel: ‘ Waarom homo’s (als groep) beter zijn dan christenen (als groep)’ met de nodige humor, maar met een diepe waarheid. Stukken over het gezin en over abortus. Met een mooie, zeer aansprekende preek van een leerling van hem waar het gaat over de ongeborenen als de onaanzienlijken uit Matth. 25.

Ik zou nog veel meer kunnen aanhalen maar een ieder leze en oordele zelf………..een aanrader!

donderdag 9 augustus 2012

Missionair zijn

Naar aanleiding van de boeken over dit onderwerp die de afgelopen jaren al zijn verschenen moest ik toch eens wat langer over nadenken. Wat is dat eigenlijk: missionair zijn en moet dat en waarom dan?
Dat zijn eigenlijk de vragen die in mij naar boven borrelen. Tot nu toe heb ik eigenlijk voetstoots aangenomen dat je dat als gelovige behoort te zijn. Vanwege de passages in het Mattheüs en Markus evangelie waar de opdracht wordt gegeven door Jezus. Een gelovige moet waar ie kan het evangelie doorgeven. Maar is dat eigenlijk wel zo vanzelfsprekend zoals ik al die jaren heb aangenomen én ook zo goed mogelijk heb gedaan, zij het wat terughoudend. De meeste ontmoetingen met allerlei soorten mensen was tijdens mijn werk in de wijkverpleging en dan kom je als verpleegkundige en niet als pastor.
Een enkele keer werd me dat ook expliciet duidelijk gemaakt als ik toch weer wat te enthousiast was.
Ik ben eens gaan googlen op ‘missionair waarom’ maar kwam weinig zinnigs tegen. Wèl dat je van allerlei kunt bestellen aan folders, dvd’s, boekjes enz hoe je missionair kunt zijn of je kunt opstellen.
Eind van deze maand komt zelfs een glossy ‘Meer’ uit om door te geven aan je ongelovige buurman ofzo. En ik las allerlei tips hoe je dan een gesprek kunt aanknopen.
Moet dat nu echt zo? Ik word daar moe van en heb er eigenlijk helemaal geen zin meer in. Als mensen over de Bijbel of het geloof willen weten zetten ze de EO maar aan.
Daar kunnen mensen het met veel meer enthousiasme brengen dan ik dat kan.
Vorig jaar meende mijn ‘ongelovige’ overbuurman zijn leven te moeten beëindigen. (er waren zeker plausibele redenen) Verder dan een ‘weerpraatje’ zijn we nooit gekomen. De rest echter van mijn ‘ongelovige’ buurtbewoners hebben als een warme muur om zijn vrouw en kinderen gestaan.
Moest ik er iets mee?
Ik heb het gelaten voor wat het was. Dat vond ik op een bepaalde manier akelig en gaf me een schuldgevoel maar om me daar nu tussen te voegen vond ik van mezelf nog ongeloofwaardiger omdat er verder geen band was. Inmiddels heb ik geleerd om zulke dingen, bijna als Boeddhist los te laten. Wat gereformeerder gezegd: aan de Heer over te laten.

Geloof het of niet.
Mijn jongste zoon komt net thuis. Hij is een paar dagen op bezoek geweest bij vrienden die ergens in den lande Dabar werk doen.
Met een grote zucht zakte hij op een stoel en zei: “Dat is niks voor mij. Dat is gewoon bezigheidstherapie. Het werkt zo niet. Misschien moet je maar gewoon ‘bezigheidstherapie’ geven als gelovigen. Zo af en toe, als het eens uitkomt aanhaken bij een verhaal uit de Bijbel. Dat werkt een stuk beter dan tot doel te stellen het evangelie door te geven.”

Mijn idee! Op de meeste campings heet dat trouwens 'kinderanimatie'.
Gelukkig dat hij er nu al achter komt en niet pas op mijn leeftijd. Wees een Christen in al je activiteiten. Dat is als ‘vanzelf’ missionair zijn. Dan hoef je verder niets. Heerlijk voor zo'n luie Christen als ik ben. Verder alles, heel ‘gemakkelijk’ aan de Hemelse Vader overlaten.
Dus: hoe kunnen we missionair zijn?
Niet dus.
Gewoon Christen zijn met de bereidheid daarvan uitleg te geven.
Met gewoon Christen zijn bedoel ik dat je elke morgen, zoals een zonnebloem zich richt op de zon, je richt op Je Hemelse Vader. In ‘vaktaal’ heet dat de dagelijkse bekering en that's it.

maandag 6 augustus 2012

De diepste waarheden kun je alleen in mythen vertellen.

J.J.R. Tolkien

Omdat ‘mythen’ in relatie tot het religieuze vaak een negatieve connotatie hebben volgt een omschrijving van H.M. van Praag uit zijn boek ‘God en Psyche’ (p 29) waar ik me in kan vinden:

“de mythe is een superieur middel om in verhalende en symbolische vorm uitdrukking te geven aan ervaringen die zich niet nauwkeurig in woorden laten uitdrukken, niet te concretiseren zijn, maar die intens worden beleefd en voor het individu essentiële betekenis hebben.”

donderdag 2 augustus 2012

Filmpje











Een .....filmpje..... om van te duizelen, maar zo fascinerend. Elke keer weer als ik het bekijk. En dan te bedenken dat er ook een 'wereld naar binnen toe' is, die bestaat uit moleculen, atomen, protonen en dergelijke dingen meer tot het pas bewezen, ontdekte Higgs-Boson deeltje toe. Waarvan hieronder een (animatie) plaatje.
Wat zou ik me verloren voelen in zo’n ruimte wanneer ik niet de overtuiging had dat er een hogere Macht bestond die alles onder controle heeft.
Wie wil beweren dat de mens te gering is om het waard te zijn met God te verkeren, moet wel heel groot zijn om daarover te kunnen oordelen.

Blaise Pascal (Gedachten: grondslagen 231)

woensdag 1 augustus 2012

Dure medicijnen

In een uitgelekt rapport van het CVZ (college voor zorgverzekeringen; niet de zorgverzekeraars zelf, CVZ is een overheidsorganisatie) wordt het advies gegeven aan de regering om te dure medicijnen voor sommige zeldzame ziekten niet meer te vergoeden. (Zij mogen dat niet zelf beslissen)
Het gaat om de aandoeningen Pompe en Fabry. Ik had er nog nooit van gehoord. In mijn tijd kwamen deze aandoeningen niet voor in mijn leerboeken.
Van de bedragen die werden genoemd ging het mij een beetje duizelen. In eerste instantie dacht ik dan ook: stoppen ermee, veel te duur.
Maar zo simpel ligt het toch niet.
Dat het een ‘uitgelekt’ rapport is zegt ook al iets; wij zouden dit eigenlijk niet mogen weten. Zulke dingen worden normaliter dus beslist ‘achter onze rug om’. Nu we het wel weten zouden we ons een mening kunnen vormen over dit medisch ethische dilemma. Want dat de kosten voor de gezondheidszorg de pan uitrijzen is wel duidelijk. De afgelopen decennia zijn we verwend met alle ontdekte mogelijkheden. We kregen het zelfs druk met nadenken of alles wat mogelijk was ook wel moest gebeuren. Nu komt daar een andere invalshoek bij kijken. Vanwege de centjes zal nu en in de toekomst niet alles meer mogelijk blijken te zijn.
Het meest irritante voor mij hieraan is dat het slijk der aarde een beslissende rol lijkt te moeten gaan spelen.
Eigenlijk vind ik dat een brevet van onvermogen naar onszelf toe. Om de één of andere reden vind ik beslissingen nemen zónder dat geld een rol speelt een stuk zuiverder en acceptabeler. Je hebt natuurlijk mensen die zich altijd laten leiden door de mammon, maar die zijn in mijn ogen tamelijk beklagenswaardig.
Dan heb ik het niet over mensen die dat helaas moéten.
Op medisch-ethisch vlak zou geld geen rol van betekenis mogen spelen. Misschien zijn in de toekomst gen reparaties mogelijk, maar waarschijnlijk zal er dan juist eerst weer een berg geld ingepompt moeten worden.

Terecht wordt in het commentaar van het ND ook de vraag gesteld hoe het eigenlijk zit met deze industrie die zulke exorbitante bedragen rekent. Daar zouden ook wel eens een aantal onderzoeken door onafhankelijke instanties op losgelaten kunnen worden. Terwijl ik ‘onafhankelijk’ typ moet ik eigenlijk al weer grinniken. Hoe kun je controleren of dat werkelijk met een objectieve blik gebeurt en er niet weer geld van de ene broekzak in de andere vestzak verdwijnt? De farmaceutische industrie is er één met zeer grote belangen en een machtige lobby.

Onwillekeurig ga ik zitten denken of ik het zou accepteren wanneer er zo veel geld voor mij zou worden uitgegeven. Met een – voor zover ik weet - gezond lichaam is dat makkelijk bedenken maar waarschijnlijk zou ik net zoals zovelen denken dat na al die jaren premie betalen voor anderen, zij dat nu dan maar voor mij moeten doen. Alsof je daar een soort van recht op hebt. Dat recht is van regeringswege wel gecreëerd, maar of dat een ongelimiteerd recht is.......en als er grenzen gesteld moeten worden, waar moeten die dan gelegd worden? Hoe dan ook, het is/wordt een moeilijke discussie.