Oorspronkelijke titel: Az Igazi/ Judit geschreven door Sándor Márai (1900-1989)
Ik heb de negende druk uit 2006 gelezen. Of de titel goed gekozen is? Sándor Márai is een Hongaar en het Hongaars is voor mij totaal onbekend. Uit de Google vertaalmachine komt ‘de werkelijke/ Judit’. Hij schreef het boek tussen 1949 en1978.
Het verhaal speelt zich af onder de bourgeoisie van Budapest rond de 2e Wereldoorlog.
Ilonka, Péter en Judit. Alle drie beschrijven ze praktisch dezelfde periode vanuit hun eigen referentiekader aan een resp. vriendin, vriend en aan een minnaar.
Ilonka doet dat het meest spannend; er was iets aan de hand met Péter, haar man. Maar wát? Het las als een detective…….is Peter homo? Heeft het iets te maken met het Oedipuscomplex? De waarheid bleek veel banaler zoals ook Lázár, de kunstenaar en vriend op de achtergrond, al beweerde. Daarna wordt het niet saai maar juist boeiend om te lezen hoe de andere twee het hebben ervaren omdat je zelf inmiddels door de ogen van Ilonka hebt gekeken.
Ilonka heeft het druk met haar eigen liefdes relatie zoals een vrouw betaamt. Ze wil graag in het hoofd van haar man wonen en hem beheersen, ook zoals een vrouw betaamt, *grinnik* maar dat gaat niet werken. Zelfs een kind en het verlies daarvan verandert hier niets aan.
Péter houdt zich meer bezig met zijn eigen besognes en de vragen van het leven. Hij begrijpt zijn vrouw niet, eigenlijk begrijpt hij geen enkele vrouw en doet ook geen pogingen om haar te begrijpen. Ook zoals een man betaamt?? Zijn visie (Márai’s visie?) op ‘de vrouw’ is best geinig. (p 205-207)
Hij zou de carrièrevrouwen van nu eens moeten zien.
Hij eindigt als eenzame gescheiden man die in de mensheid geen enkele fiducie meer heeft.
Mooi is tot uitdrukking gebracht dat een ieder slechts vervuld is met zichzelf. Wat voor de één heel belangrijk is wordt door de ander totaal genegeerd of slechts aangestipt. Dat heeft existentiële eenzaamheid tot gevolg.
Er staan boeiende gedachten in. Bijvoorbeeld: ‘Het is niet waar dat je door te lijden gelouterd wordt, dat je daardoor een beter, wijzer en begripvoller mens wordt. Integendeel: je wordt er koud, uitgekookt en onverschillig door.’ (Ilonka p 41)
‘Een zonde is niet zozeer iets wat je hebt gedaan, maar iets wat je hebt nagelaten omdat je niet voldoende kracht had om het te doen.’ (Ilonka p 42)
‘Het verstand is niet in staat gevoelens op te wekken of op te heffen, maar het kan ze wel reguleren.’ (Lázár p 110)
‘Veel tragedies in deze wereld zijn kunstmatig en worden grotendeels door leugenachtige theorieën in dubieuze boeken veroorzaakt.’ (Péter p 132) Mijnheer Cathy, die een hekel aan lezen heeft zou hier van smullen; ik vertel het maar niet.
Zo zijn er nog heel veel meer mooie zinnen. Langzaam lezen dus.
Ilonka en Péter behoren tot de bourgeoisie en blijven netjes spreken over de bediende Judit. Daardoor komt ze in de eerste twee delen best sympathiek over als een rustige, bedaarde bediende.
Judit heeft een proletariërs achtergrond en vind alles raar en vreemd en is zo meer ‘narrow minded’ dan de anderen. Kleingeestige mensen vinden vaak van alles en nog wat raar en steken dat (helaas) vaak niet onder stoelen of banken. Je kunt dan inderdaad slechts glimlachen. In het derde deel kreeg ik een hekel aan haar. Ik houd gewoon niet van achterbakse slimmigheid en dubbele agenda’s. Haar relaas beschrijft echter wel weer helderder en soms humoristisch de ondergang van de bourgeoisie tijdens de tweede wereldoorlog. (door ‘metaalmoeheid’ *hi-hi*)
Wat toch in mijn geest botste: het verhaal van Judit was op zichzelf heel verhelderend en epiloog-achtig, maar het was te gecultiveerd t.o.v. haar achtergrond en zoals je haar uit de verhalen van Ilonka en Péter hebt leren kennen. Je verwacht van haar helemaal geen stortvloed van woorden en ook niet in die stijl. Of Márai dit bewust heeft gedaan om te laten zien dat ook mensen uit de lagere bevolkingsgroep onverwachte talenten hebben (wat mij betreft is dat een open deur intrappen maar oké….) of dat hij hier een beetje de mist in gegaan is, weet ik niet maar ik neig naar het laatste. Vrijheid van de auteur zullen we dan maar denken.
Mmmmm……….als de titel van het boek toch ‘de werkelijke Judit’ is……dan toont het o.a. misschien ook de naïviteit van de bourgeoisie aan, maar dan vind ik ‘Kentering van een huwelijk’ onhandig gekozen. Daar valt nog over na te denken.
Tijdens het lezen schoot onwillekeurig dat refrein van het lied van Alan Parson: ‘Don't answer me’ door mijn hoofd:
Don't answer me, don't break the silence
Don't let me win
Don't answer me, stay on your island
Don't let me in
Márai is in ieder geval een schrijver waar ik meer van wil lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten