Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 24 augustus 2021

de vijfde winter van de magnetiseur


Geschreven door Per Olov Enquist (1934 – 2020) in 1964. In 2002 vertaald in het Nederlands en ik las de derde druk uit 2006.

Van Enquist las ik eerder de historische roman ‘het bezoek van de lijfarts’ wat veel bekender is geworden.
De boeken zijn gebaseerd op feiten maar met een twist van de schrijver. In ‘de lijfarts’ zijn dat de feiten van het Deense koningshuis waar de lijfarts de regie in de regering overnam en in de vijfde winter gaat het over Friedrich Meisner, een magnetiseur/hypnotiseur. Zijn figuur is geboetseerd naar Franz Anton Mesmer en Meisner laat zich inspireren door Paracelsus.



Als ik het boek in één zin zou moeten samenvatten dan zou het zijn: de controverse tussen rede en geloven.

Meisner komt na omzwervingen en achtervolgingen aan in Seefond, een fictief Duits stadje.
Hij is een slimme, ’redelijke’ man die door heeft dat heel veel mensen iets magisch nodig hebben om in te geloven. Dat kan hij hun geven. Tegen betaling natuurlijk.
‘Geef hun een leugen, dat is wat ze nodig hebben.’
Ergens vast in geloven kan vele ziekten maken maar ook genezen. Zo lukt het hem om het blinde dochtertje van een huisarts in het stadje haar gezichtsvermogen terug te geven. Maria was blind geworden na een traumatische ervaring toen ze een jaar of tien was en daar weet Meisner in tegenstelling tot alle artsen uit het stadje wel raad mee.
Zijn reputatie is gevestigd.

De vader van Maria, Claus Selinger is óm, na aanvankelijk scepticisme. Mede ingegeven door zijn rationele vriend Steiner. Dat is een man die niet in zulke wonderen gelooft en ook niet overstag gaat maar wel het ‘kunstige’ inziet van wat Meisner presteert.
Selinger wordt ‘medisch controleur’ van Meisner en voert zijn taak zeer plichtsgetrouw uit. Zo precies dat hij er achter komt dat Meisner een oplichter is.
Dilemma. Hij ziet de positieve effecten van deze man, maar gaat de waarheid niet boven alles? Ja dus. Het volk keert zich tegen Meisner en er moet recht gesproken worden.
Dan komst het mooie….er komst geen uitkomst van de rechtszaak. Een open einde en in dit geval wel tekenend. Kun je het geloof veroordelen? Of de rede?

Nog een leuke bijkomstigheid: wanneer Meisner op de vlucht is vergrijpt hij zich aan een vrouw. Dat doet hij wel vaker, maar aan het einde van het boek duikt deze vrouw weer op.
Ze is dan bovendien zwanger en volgens mij van Meisner al kan ik de data niet precies reconstrueren. De boodschap is voor mij wel duidelijk: Genen worden doorgegeven dus charlatans zullen er in golfbewegingen tot in lengte van dagen blijven.

Nog iets wat mij opviel: op een gegeven moment beklaagt Meisner zich over het verlies van energie door al die ‘zuigende’ mensen. Enquist kent het verschijnsel dus; dat mensen je zo kunnen uitputten en niets ‘opleveren’. Alleen maar verlies van energie waardoor je mensen gaat mijden. 

Het boek is gedeeltelijk vanuit het perspectief van Meisner geschreven en gedeeltelijk vanuit het perspectief van Claus Selinger.
Een mooi boek wat weer denkstof opleverde door de verschillende ideeën. Want wanneer je het ‘mechaniek’  van geloven vergelijkt met het  -voor mij-  ware geloof dan zie je heel veel overeenkomsten. Voor atheïsten is het allemaal hetzelfde maar ik denk dat er toch  verschil is maar dat vergt nadenken en vooral eerlijk zijn naar jezelf toe. Praat ik mijzelf dingen aan? Geloof ik op deze manier omdat ik zo ben opgevoed? Of omdat mijn sociale omgeving, waarin ik mij thuis voel, dit doet?
Of is het toch iets heel persoonlijks wat los staat van alle mensen om mij heen en komt het van buiten mijzelf?
Een boeiend boek om meteen ook daar weer eens over na te denken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten