Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Getallen in de Bijbel. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Getallen in de Bijbel. Sorteren op datum Alle posts tonen

zaterdag 28 januari 2012

Gematria

De gematria/ getallenleer in de Bijbel is ook weer zo’n intrigerend iets.
Joden, zo heb ik geleerd, lezen de Thora anders dan dat wij doen. Joden hebben de PaRDeS manier van lezen die bestaat uit:
1. Peshat, wat staat er en in welke volgorde
2. Remez, wat wordt er bedoeld
3. Derash, (midrash) wat vind je in de tekst, mondelinge uitleg (Talmoed)
4. Sod, de mystieke manier van lezen. Hier valt de Gematria onder. En die is niet occult ofzo, komt ook niet uit de Kabbalah/ Zohar, maar stamt uit Hebreeuwse tradities.

Een bekend voorbeeld:
De uittocht uit Egypte is behalve een stuk Joodse geschiedenis (Peshat) ook beeld (Remez)voor de wedergeboorte; de reis door de woestijn symboliseert het christen leven en de aankomst in Kanaän, het beloofde land symboliseert de aankomst in de Olam Haba, de toekomende eeuw. Al de plaatsen die de Joden aandoen tijdens de woestijnreis hebben weer hun eigen verhalen en betekenissen. Daarom duurde het ook 40 jaar; een generatie.
Zo ook het verhaal van Jozef die, uitgekotst door zijn broers, op een gegeven moment gevangen wordt en na twee volle jaren, in het derde jaar! bevrijd werd. (Gen 41:1) De Remez, de diepere betekenis kun je zelf nu bedenken.

Maar die getallen.
In het jodendom heeft elke letter een getalswaarde: alef =1, beth =2, enz. De taw (laatste letter)=22 en 400. Alef t/m jod hebben 1 getalswaarde die overeenkomt met hun plaats in het alef-beth (alfabet), kaf t/m taw hebben een dubbele getalswaarde.
Dat kun je allemaal op het internet vinden. 400 symboliseert einde, maar er bestaat weer verwantschap tussen 4, 40 en 400.
40 jaar betekent een bepaalde afgesloten periode. Mozes was 40 jaar in Egypte, was 80 jaar toen hij werd geroepen en 120 toen hij stierf. Was hij echt 120 jaar toen hij stierf?.....Zal best maar is het nog belangrijk? 4 is het getal van de vier windstreken, zij betekenen het totaal van de wereld; het horizontale, terwijl het getal 3, behalve het hoogste, uiterste ook de kosmische totaliteit symboliseert van hemel, aarde en onderwereld; het verticale.
7, 12 en 40 zijn getallen die heel vaak voorkomen.
7= 3+4: totaal, alles ,overvloed, volheid, wereld en kosmos: horizontaal en verticaal
12= 3x4: een vorm van volmaakte compleetheid.

Een voorbeeld: Het getal 318 in Gen 14:14 zou kunnen wijzen op Abrahams belangrijkste knecht Eliëzer als ‘generaal’ want de getalswaarde van zijn naam in Hebreeuwse letters is 318.
De naam van God:
J=10, H=5, W=6, H=5. Bij elkaar: 26 of opgeteld 1+0+5+6+5 =17.
26 en 17 zijn de Godsnaamgetallen en zitten vaak verweven in de Bijbelteksten.
Mozes was de 26ste generatie na Adam (Gen 5 en 11 en Ex 6)Aan hem verscheen God voor het eerst als JHWH. (Ex 3:14) Toeval?
In Lukas is Mozes de 27ste generatie, dat moet dan weer een andere betekenis hebben die ik nog niet begrijp.
In het NT komt het spelen met getallen ook wel voor, zoals bijvoorbeeld die 153 vissen. In het Hebreeuws geeft de uitspraak ‘kinderen van God’ een getalswaarde van 153. Dat is wel heel mooi in het verhaal wat staat in Joh 21:11 waar Petrus, visser van mensen het net ophaalt.
Labuschagne haalt nog veel meer voorbeelden aan, vooral met het getal 7 in het NT. Het is ook opvallend hoe vaak dat voorkomt, maar toen ik de proef op de som nam en de werken van het vlees en de vrucht van de Geest uit Galaten er bij haalde kwam ik toch op andere aantallen uit. Dus enige scepticisme ook op dit vlak is niet verkeerd en zodra iemand de jongste dag gaat zitten berekenen, haak ik af.

Een mooie uitspraak van Umberto Eco uit ‘de slinger van Foucault’ wat dat betreft luidt:
‘als je verbanden wilt vinden vind je die altijd, overal en in alles, de wereld explodeert in een netwerk, in een draaikolk van verwantschappen en alles verwijst naar alles, alles verklaart alles.’ (ergens aan het einde van hoofdstuk 85)

Rondom de componist Bach doen ook verhalen de ronde. Bach speelde in zijn composities ook met getallen. Als hij inderdaad geniaal was kan ik me wel voorstellen dat ie daar lol in had. Maar dat heeft m.i. niets te maken met de Bijbelse gematria die gebaseerd is op het Hebreeuwse alef-beth en niet op het Westerse alfabet waar Bach eventueel mee werkte.

o.a. Numerical Secrets of the Bible C.J. Labuschagne

toev 31-01-12
Ik kwam nog een voorbeeld tegen van een derash-manier van uitleggen:
De eerste letter van de Thora/Tenach/OT is de 'Beth': ב. Zoals je kunt zien, is de bovenkant gesloten, de onderkant gesloten en de achterkant gesloten (Hebreeuws leest van rechts naar links), maar aan de voorkant is de letter geopend.
De leraren maken daar gebruik van door te zeggen dat de Thora met een "Beth" begint om ons te vertellen dat we ons geen zorgen hoeven te maken over wat boven ons is (aan de bovenkant gesloten), onder ons is (aan de onderkant gesloten), of wat achter ons ligt (aan de achterkant gesloten). Het verleden (onderkant), de toekomst (bovenkant) en het onkenbare (achterkant), zijn voor ons slechts van belang, in zoverre ze betrekking hebben op wat vóór ons ligt: het heden, de dagelijkse wereld (de voorkant).

28-03-15:
Nog een voorbeeld van de PaRDeS methode
We kunnen bijvoorbeeld Genesis 18:5 op deze vier manieren interpreteren. Abraham zegt dat hij brood wil gaan halen voor zijn gasten zodat hun hart versterkt.
1. De letterlijke betekenis is dat Abraham voedsel geeft aan zijn gasten.
2. De onderwijzing is dat Abraham de correcte procedure uitvoert die hij als gastheer volgt.
3. De homiletische verklaring is dat Abraham slechts een klein stuk belooft maar toch een heel banket presenteert. Hij probeert meer te doen dan hij belooft en dit kenmerkt Abrahams goedheid.
4. De mystieke verklaring is dat het brood in feite Thora onderricht is – het levensbrood.

dinsdag 19 april 2016

Jezus van Nazaret


Geschreven door Paul Verhoeven in 2008.
Jawel, de regisseur van verschillende films waar je niet altijd even vrolijk van wordt. Dat kan ook aan mij liggen want ik hou niet van Nederlandse films. Bijna altijd zijn ze banaal en platvloers.
Als vakman is hij ongetwijfeld een goede.
Waarom een boek over Jezus?
Heel zijn leven is Paul al geïnteresseerd geweest in de figuur van Jezus. Op een dag wil hij een film over hem maken. Voorlopig moeten we het even met een boek doen.
Ik las een digitale versie en dat was in dit geval – met de vele, vele voetnoten achterin – niet handig.
Vanwege zijn interesse is hij in Amerika lid geworden van het prestigieuze ‘Jezus Seminar’.
Een groep theologen, exegeten en wetenschappers die twee keer per jaar in Californië bij elkaar komen om dit onderwerp te bespreken.

Paul is geïnteresseerd in Jezus als mens. Dus ontvangen door de Heilige Geest kan niet. Over water lopen ook niet. En Lazarus is evenmin als Jezus opgestaan uit de dood.
Alles wat niet zonder trucs valt uit te beelden in een mogelijk film is niet echt gebeurd.
Enigszins simplistisch lijkt mij.
Dat neemt niet weg dat Paul de stukken uit de Bijbel die over Jezus gaan weer eens stukken beter heeft gelezen dan menig christen. Als filmmaker, zo stel ik mij voor, heeft hij dan meteen een beeld bij de verhalen en dan loopt hij wel eens vast zoals ik als gewone huisvrouw ook wel eens vast loop.
Hij komt dan ook tot curieuze conclusies bij de verschillende verhalen. Conclusies die het zeker waard zijn om eens te overdenken los van alle voorgekookte ideeën uit kinderbijbels en theologische geschriften.

Om een voorbeeld te noemen: het verhaal van de onrechtvaardige rentmeester. Luc 16: 1-15.
Er zijn gelijkenissen in Lucas die beginnen met woorden als: ‘er was een zeker rijk mens’ . Die gaan volgens Paul over de grote schurk Satan. Zo ook deze. En een heer die deze rentmeester prijst deugt ook niet.
Hij vergelijkt het met de geschiedenis van het bedrijf Enron.
Niemand zou de ceo’s prijzen om hun handig handelen. Het gaat hier over het tegenovergestelde van Gods Koninkrijk.
Dat de rijken er negatief af komen bij Jezus is wel duidelijk. Ook de ‘rijke jongeling’ werd ‘ledig heengezonden’. Verkoop je spullen en kom dan maar eens terug. Nee, Jezus had het niet echt op de rijken.
Zij konden het Koninkrijk van God nauwelijks binnenkomen. Kameel/ oog van de naald…

De schrijver is soms wel lastig te volgen: de ene keer neemt hij Marcus als chronologisch leidraad en later Lucas weer. Net hoe hij denkt dat het Jezus als mens is vergaan en zich heeft ontwikkeld.
Niet dat het allemaal onzin is maar wel vaak heel speculatief. Dat geeft hij zelf ook meerdere malen toe.
Verder gebruikt hij het woord overschilderen.
Net zoals schilders over dingen die hen niet bevallen gemakkelijk iets anders schilderen zo redigeerden ook de evangelisten soms hun teksten. Soms zit daar best wel wat in zoals in de verhalen van de broodvermenigvuldiging. Dat komt zes keer voor in de evangeliën.
Twee keer in Mattheus, twee keer in Marcus, één keer in Lucas en een keer in Johannes.
Omdat alle evangelisten dat verhaal hebben moet het waar zijn en grote indruk hebben gemaakt. Maar alleen al vijfduizend mannen voeden van vijf broden en twee vissen kan niet volgens Paul en ik denk dan: er moet een betekenis achter zitten; getallen in de Bijbel hebben altijd een betekenis.
Paul denkt dat de evangelisten het verhaal van Elisa als basis hebben genomen (2 Kon 4: 42 – 44.)
Als Elisa honderd man kan voeden met twintig gerstebroden en er ook nog overblijft dan kan Jezus, die belangrijker is dan Elisa zeker wel vijfduizend mannen voeden.
Maar volgens Paul aten de mensen daar voornamelijk vis. Het meer was dichtbij en vissers waren ook voorhanden.
Realistisch gezien zit daar wat in: ik heb met eigen ogen gezien vanuit een restaurant aan de oever van het meer dat een visser een bootje losmaakte, een eindje wegvoer en zijn net uitgooide. Nog geen twintig minuten later haalde hij het op en het zat vol met vis.
Maar hoe belangrijk is dat allemaal wanneer je gelooft dat achter die verhalen een diepere, geestelijk bedoeling zit?

Nog iets anders: het verhaal van de gang van Jezus naar Gethsémane is een parafrase van de gang van David wanneer hij op de vlucht slaat voor Absalom. (2 Sam 15 ev)
Koning David is Jezus (tjonge, wat raar = sarcasme van mijn kant), Ithai is Petrus, Achitofel is Judas enz. Dus de feiten van de evangelisten hebben nauwelijks historische relevantie.

Toch staat er ook zomaar ergens tussendoor: “Als zoiets als God bestaat, dan lijkt het er meer op dat het voor deze God onmogelijk is om in onze realiteit in te grijpen of zich zelfs maar in ons bestaan te verdiepen
(Maar ik hoop dat ik ongelijk heb).”


Een sterk punt vind ik zijn vraagtekens bij de opgestane Jezus. Hij vraagt zich af waar de ‘echte’ Jezus is gebleven. “Waar is de scherpte van zijn woorden, de intelligentie van zijn observaties, de humor van zijn knappe hyperbolen? Is dat dezelfde man die de prachtige parabels verzon, die de radicale vernieuwing van de joodse ethiek nastreefde?”
Na zijn opstanding komt hij niet verder dan: Raak mij niet aan, Raak mij aan, Vrede zij met jullie, Geef me wat te eten en Voel mijn wonden.
De enige reden die ik kan bedenken is dat Zijn werk erop zat. Het was volbracht.
Maar het klinkt wel zwak. Is het dat dan ook?

Conclusie:
Een interessant boek om kennis van te nemen. Wel met de nodige reserves.
Vooral ben ik gesterkt in het idee dat de Bijbel niet zomaar een boek is. Je moet het vooral met geestelijk ogen lezen. Met ‘Verlichte ogen des verstands’.
Dan zul je verrijkt worden.

donderdag 16 juli 2015

Getallen in de Bijbel


Dat blijft ook een fascinerend onderwerp. Op forums worden allerlei dingen verhandeld die zo heerlijk de geest kunnen prikkelen.
Wanneer je de Gematria of getallenleer een beetje serieus neemt wordt het oudste en meest verkochte Boek steeds boeiender. Maar juist dán is het zo van belang dat er goed vertaald wordt om die achterliggende betekenissen te behouden.

‘Tellen is vertellen’ zo meldde iemand in het topic theologisch interpreteren versus gewoon lezen op Refoweb . Het is niet echt een plezierige discussie maar soms worden er van die mooie dingen geschreven.
In dit geval over de maten van het nieuwe Jeruzalem dat als de heerlijkheid van God neerdaalde uit de hemel.
De maten worden verteld in Op 21: 16 en 17 en nu citeer ik:

De BGT (= Bijbel in Gewone Taal) geeft 2400 kilometers, h-b-l. De grondtekst+NBG (= de vertaling van 1951) geeft 12.000 stadiën.
Als je de BGT leest denk je al gauw aan een afstand van 2400 km, want dat lees je daar.
Als je de NBG/grondtekst leest dan zie 12 en 1000: dan gaat er toch meteen een belletje rinkelen, als je ook de rest van de bijbel wel eens gelezen hebt.
12 en 1000 (chilias) zijn betekenisvol. Kort gezegd, in het kader van De Openbaring gaat het dus niet om een afstand op zichzelf, een kwantiteit, maar om een kwaliteit: De stad van God is groot genoeg voor iedere welwillende uit hemel (3) en aarde (4, deze stad is goddelijk groot (1000). Voor gans Israël (het volle getal der joden: 7000*) en voor het volle getal van de heidenen is plaats in deze Stad, in het Koninkrijk van God
.

* 7000, 1 Kon 19:18

Zelf zat ik ook in mijn maag met een stad in kubusvorm die zo groot is als van hier naar Moskou
Met deze verklaring krijg ik het gevoel dat het klopt als een cryptogram.
Ook dat ‘duizendjarig vrederijk’ waar zovelen in geloven wordt duidelijker wanneer je duizend als een lange tijd naar de voleinding interpreteert. Want duizend jaar vrede en daarna nog een Armageddon, daar geloof ik niet in, dat is niet logisch.
Er wordt in die verzen in Openbaringen 20 ook helemaal niet gesproken over vrede. Wel over heersen, regeren.
Er wordt wel gezegd dat de satan is gebonden, maar die heeft genoeg handlangers rondlopen. De aanstichter is er niet meer maar het kwaad is en wordt gezaaid in elk mensenhart.
Zelf geloof ik met de ‘oud-vaders’ dat die ‘duizend jaren’ zijn begonnen met de uitstorting van de Heilige Geest. Dat bracht een zichtbare verandering teweeg. De tijd werd heel anders dan alle tijden daarvoor. Misschien was dat moment al eerder bij Jezus’ uitroep: ‘Het is volbracht’ maar toen was het nog niet zichtbaar. Sinds de Hemelvaart is Jezus Koning en regeert Hij, en sinds de uitstorting van de Heilige Geest breidt zijn Koninkrijk zich als een olievlek uit over deze aarde.

Nog weer verder gedacht want discussies over evolutie en/of schepping blijven ook populair:
De schepping in zes dagen. Zes is het getal van een mens. Deze aarde is voor de mens.
Het was zeer goed maar is (nog?) niet volmaakt. Zeven is het getal van de volmaaktheid. God rustte op de zevende dag die deze aarde zou vervolmaken.
Hij deed toen ‘niets’.
Hij wacht.
Hij rust.
Die zevende ‘dag’ komt nog.
Wanneer je het zo bekijkt vergaat je de lust om te discussiëren of God al dan niet 6000 jaar geleden de hele schepping in zes dagen in elkaar zou hebben gepropt. De symboliek is veel mooier en in mijn ogen veel belangrijker om de grote lijnen te kunnen zien.


dinsdag 24 oktober 2017

Pythagoras


Een nieuwe cursus, nieuwe blogjes.
Deze keer een cursus over verschillende kopstukken uit de filosofie en hun invloeden. We beginnen met Pythagoras.
Ik kende hem, en velen met mij, alleen van de beroemde stelling: ‘a2+b2=c2’
Maar filosofisch heeft hij ook nogal invloed gehad tot aan Newton toe.
De stelling wordt trouwens alleen maar aan hem toegeschreven want hij was al veel langer bekend. De Egyptenaren en Sumeriërs maakten er al gebruik van.
Het bedenken van een stelling is iets, dat kan iedereen, maar het bewijzen is meer. En dát deed de school van Pythagoras die hij stichtte in Croton, Italië.
Pythagoras behoorde tot de pre-socraten en leefde ongeveer van 570 – 499 BC.
De pre-socraten leefden vóór de Atheense periode waar Socrates, Plato en Aristoteles deel van uitmaakten. Na Socrates, Plato en Aristoteles kwam het Hellenisme en vervolgens de laat- antieke periode van 0 – 500 AC.
Van de tijd vóór Pythagoras kennen we de natuurfilosofie van Milete. Een poging om natuurverschijnselen te verklaren. Thales, Anaximander en Anaximenes zijn de meest bekende filosofen uit die school aan de west kust van wat nu Turkije is.
Pythagoras heeft zelf niets geschreven, net als Socrates, dus we moeten het hebben van geschriften van anderen. Die zijn er wel, maar pas uit de laat-antieke periode.
In die tijd werd er vaak onder ‘autos epha’ geschreven.
Dat is iets wat we ook kennen van de brieven van Paulus uit de Bijbel die waarschijnlijk niet door hemzelf zijn geschreven maar door anderen. Wel onder zijn naam om er meer gewicht aan te geven.
Vroeger heel normaal, nu strafbaar.

De school van Pythagoras was een besloten gemeenschap, bestond uit mannen en vrouwen(!) en hanteerden leefregels. Bertrand Russel noemt er een aantal in zijn ‘Geschiedenis Westerse Filosofie’, die ik ooit voor een euro op een tweedehands markt kocht. Sommigen zijn wel komisch: ‘het onthouden van bonen’, ‘ geen witte haan aanraken’, ‘nooit van een heel brood eten’ enz.
In ieder geval werd er aan die school ook o.a.les gegeven om te kunnen besturen en was zo, behalve religieus en wiskundig, politiek gericht.
Wat religie betreft geloofde Pythagoras in een onsterfelijke ziel en in wat wij nu reïncarnatie noemen. Een cyclisch wereldbeeld.

In die tijd liepen allerlei typen disciplines vrolijk door elkaar. Pas sinds de zeventiende eeuw is er een duidelijker grens tussen wetenschap en pseudowetenschap.
Zo experimenteerde Pythagoras met snaren en ontdekte daarin weer wiskundige verhoudingen. In alles ontdekte hij harmonie ('de harmonie der sferen') en het getal werd belangrijk om de natuurlijke wereld te verklaren. Getallen kregen een symbolische betekenis.
'Ze zijn niet in de tijd, maar eeuwig.' (Russell)
Daar kan ik mij iets van voorstellen: op de vraag wat eeuwigheid is geef ik meestal het antwoord: ‘ga maar tellen, dan kom je er vanzelf achter’.
Ook volgens Russell werd de combinatie religie en wiskunde bij Pythagoras ingezet en zouden theologen zonder Pythagoras nooit hebben gezocht naar logische bewijzen voor God.
(dat moet ik bij Russell nog eens preciezer nazoeken.)
Deze Pythagoreïsche school heeft bijna vierhonderd jaar bestaan en heeft o.a. Plato beïnvloed.
Lang na Plato was er de Neo-Pythagoreïsche school die weer teruggreep op het gedachtegoed van Pythagoras want wat oud is, is goed.
Een bekende golfbeweging.
Uit deze school ontstond de sceptische Alexandrijnse school waarvan de jood Philo de bekendste naam is.
Philo leefde ten tijde van Jezus.

Tijdens de Renaissance (grofweg 1350 – 1650) was er weer zo’n heropleving van ‘de oudheid’. Het Hermetisme, genoemd naar de Egyptische god Hermes (Toth) is daar een mystieke stroming van.
In 1614 was er een humanist die hier eens kritisch naar keek en het als ‘fake’ van de hand deed. Izak Casaubon is zijn naam en ik moest even nadenken want ik kende die naam.
En jawel: Casaubon is ook de naam van de hoofdrolspeler in ‘de Slinger van Foucault’ van Umberto Eco.

In ieder geval: vanwege dit terugkijken naar de Neo-Pythagoreeërs kwamen Copernicus, Kepler en Newton ook tot hun bevindingen. Van Newton is meer algemeen bekend dat hij geïnteresseerd was in mystiek en alchemie.
Maar nu weer terug naar de oudheid.


Nog even iets grappigs:
Een klas van vijftigplussers verschilt nogal van klassen van jonge studenten. Ik moet vaak grinniken wanneer ik zie dat ‘onze’ klas zich over het algemeen vult van voor naar achter terwijl dat vroeger van achter naar voor was.
Ook wanneer vroeger een klas zich vulde duurde het wel tot tien minuten na aanvang voor het echt rustig was. Nu zitten we al tien minuten voor tijd kant en klaar te wachten op de prof die haastig naar binnen komt rennen.

Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.


dinsdag 21 april 2015

Vreemd en bizar


Lastige Bijbelverhalen.
Geschreven door Piet Schelling ( emeritus predikant uit de PKN) en vorige week verschenen.
Heet van de naald van het Boekencentrum.
Schelling neemt een paar lastige Bijbelverhalen onder de loep. Verhalen die de wenkbrauwen doen fronsen of erger: ergernis opwekken. Wie kent ze niet?
De Nefillim uit Genesis 6, het offer van Abraham, de vrouw van Lot die in een zoutpilaar verandert en nog meer. Totaal bespreekt hij twaalf verhalen die door andere mensen zijn aangedragen.
Vooraf geeft hij vijf vuistregels voor precies en onderscheidend lezen.
Hij geeft een interpretatie bij de twaalf geschiedenissen en een ‘toepassing’ oftewel wat kunnen wij er in deze tijd van leren.
Ook Schelling gelooft in de betekenis van getallen, de
gematria en verduidelijkt daarmee het één en ander. Daar hou ik wel van. Zijn twaalf verhalen vormen vast ook een bepaalde compleetheid.

Een voorbeeld: het verhaal van Elisa met de beren die twee en veertig kinderen doodden. (2 Kon 2: 23 -25) Ik vind dat ook een vreselijk verhaal en met geen enkel argument goed te praten.
Maar achter de beelden zitten betekenissen. Om er een paar te noemen: De betekenis van die twee en veertig is: 6x7, geen 7x7.
7 is het getal van de volheid, bij 6x7 is er nog een restant, niet alles is verloren. Niet alle kinderen vinden de dood, als dit verhaal al echt gebeurd is. Kinderen zijn de hoop voor de toekomst.
Wij, in onze tijd hebben de impact van het hebben of juist niet hebben van kinderen een beetje verloren, althans in vergelijking met de dagen van toen.
Het 'opgaan' of het 'afdalen' naar heeft een betekenis.

Een leerzaam boekje om vooral goed te leren lezen in de Bijbel en uit te vinden wat de bedoeling is achter de verhalen; te zoeken naar de betekenissen.
Nog één dan omdat het verhaal in mijn hoofd bleef hangen: In het boek Rechters wordt verteld van Samgar die 600 Filistijnen met een ossenstok in elkaar sloeg. Slechts eén vers wordt aan dit voorval gewijd. Rich. 3:31
Ik kreeg visioenen van Amerikaanse films waarin de ‘Good Guy’ op z’n gemak zijn vijanden, die zich altijd netjes één voor één lijken aan te melden, in elkaar slaat. Zo kun je er wel 600 aan.
Hier is ook weer het getal van betekenis. Geen 700, een totaal, maar 600. Niet alle Filistijnen zijn verslagen.
Die ossenstok staat voor de mogelijkheden die Samgar had. Hij werkte met zijn mogelijkheden en in die zwakheid is hij overwinnaar.
“En”, zo schrijft Schelling, “Door gegevens symbolisch te verstaan, werkt het verhaal vandaag ook zonder dat er werkelijk bloed vloeit. Die leeswijze is eveneens legitiem. Het is aan de lezer om een keuze te maken.”

Zo blijft de Bijbel een fascinerend boek.