Geschreven door John Williams in 1965. In 2006 opnieuw uitgebracht en nu pas vertaald.
Volgens velen één van de beste vertaalde boeken van 2012.
Wanneer er zovelen lovend zijn krijg ik de neiging om het links te laten liggen, maar die markante kop op de cover deed het hem.
Toch vraag ik mij af of die lovende woorden wel zo terecht zijn wanneer dit boek al in 1965 is geschreven. Kennelijk is het toen niet als ‘geweldig’ gezien. Of het is de hype om boeken opnieuw uit te brengen en dan vraag ik mij af waarom. Is het omdat in deze tijd niet meer zó geschreven wordt? Zou best eens kunnen; meer behoefte aan diepgang die in oudere schrijvers meer te vinden is dan in de postmoderne schrijversgeneratie.
Eerst maar eens lezen…..
John Williams, dat klinkt net zo nietszeggend als Jan Jansen. Het had zomaar onderdeel van het boekplan kunnen zijn.
Ik ken trouwens wel een John Williams maar die componeert filmmuziek.
Deze John Williams (1922 – 1994) was hoogleraar Engels aan de universiteit van Denver. Hij noemde het boek ‘een ontsnapping in de werkelijkheid’.
Het is een schrijnend boek. Het is daarom zo schrijnend omdat het over zoveel mensen gaat. Ik zou het over mezelf kunnen schrijven, iedereen, nou ja bijna iedereen zou het over zichzelf kunnen schrijven. 'Groots en meeslepend leven' is maar voor weinigen weggelegd.
Een mens wordt geboren, wordt beïnvloed door zijn opvoeding en omgeving, doet zijn/haar ding, maakt goede en foute keuzes, draagt daarvoor de verantwoordelijkheid, gaat dood en wordt vergeten.
Zo is het leven van mensen die geen eeuwigheidsperspectief hebben. In de kern is dat doelloos, nutteloos en zinloos ook al beweren ze zelf natuurlijk dat het anders is. Dat moeten ze wel anders word je gek. Zo deint de mensenmassa voort in the Cirkel of Life.
Bill Stoner, enige zoon van een Amerikaans boeren echtpaar, mag landbouw gaan studeren aan de universiteit van Colombia. Het is 1910. Onder invloed van een docent, Archer Sloane, precies zo’n type als Stoner switcht hij van studie en gaat letterkunde studeren. Verder is hij niet echt ondernemend en gaat confrontaties uit de weg. Zijn vrienden melden zich aan om te vechten in de eerste wereldoorlog, waarbij één vriend het leven laat.
Hij trouwt, krijgt een dochter en doceert aan dezelfde universiteit waar hij ook student was. Hij vervreemd van vrouw en kind, omdat hij dat m.i. láát gebeuren.
Als hij wat ouder wordt merk je dat er toch een klein beetje een rebel in hem huist wanneer hij confrontaties aangaat (de enige keren) met de opvolger van Archer Slaone, Lomax.
Verder slikt hij van alles en trekt zich terug in zichzelf. Voortdurend zou je hem willen toeroepen: Doe wat! Treedt op!
Wat maakt dit boek nu zo bijzonder? Ik denk het beschrijven van de menselijke eenzaamheid en de manier van schrijven waarbij zoveel denkstof achter de woorden ligt.
En toen Stoner hem vroeg waarom (om in het leger te gaan) zei Masters: ‘Je kent me vrij goed Bill. De Duitsers kunnen me geen donder schelen. En als het erop aankomt, geef ik ook geen donder om de Amerikanen, denk ik.’ Hij klopte de as van zijn pijp op de vloer en verspreidde die met zijn voeten. ‘Ik geloof dat ik het doe omdat het niet uitmaakt of ik het doe of niet. En het kon wel eens aardig zijn om nog een keertje iets van de wereld te zien voordat ik me terugtrek onder degenen die in afzondering leven en langzaam uitdoven, zoals dat ons allemaal te wachten staat.’
Hoewel hij het niet begreep knikte Stoner en accepteerde wat Masters hem vertelde. Hij zei: ‘Gordon wil dat ik net als jij in dienst ga’.
Masters glimlachte. ‘Gordon voelt voor het eerst in zijn leven de kracht van de deugdzaamheid. En uiteraard wil hij dat de rest van de wereld daarin meegaat, zodat hij erin kan blijven geloven.’
Wanneer het wat beter lijkt te gaan na de eerste WO kopen Stoner en zijn vrouw Edith een huis.
Terwijl hij met zijn kamer bezig was, en terwijl die langzaam vorm begon te krijgen, begon hij te beseffen dat hij jarenlang, zonder het zelf te weten, diep vanbinnen, als een geheim waarvoor hij zich schaamde, een beeld had weggestopt dat ogenschijnlijk een woning was, maar dat hij eigenlijk zelf was. Aldus was hij, werkend aan zijn studeerkamer, bezig met een poging zichzelf te definiëren [ ] was hij stap voor stap zichzelf aan het vormgeven, was hij orde in zichzelf aan het scheppen, was hij bezig zichzelf mogelijk te maken.
Zo zijn er heel veel mooie passages. Je moet gewoon langzaam lezen.
Pas wanneer hij op zijn sterfbed ligt vraagt hij zichzelf af wat hij eigenlijk had verwacht van het leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten