Eerder las ik van haar ‘het Meesterstuk’, ‘het Geheim’ en ‘de Thuiskomst’. Ook staan haar ‘Alle gedichten’ op mijn boekenplank.
Waarom ik dit boek nu pas heb gelezen weet ik niet.
Misschien omdat ze een wat zwaarmoedige schrijfster is.
Misschien omdat ik ergens gelezen had dat dit een ‘verwerkingsboek’ is over haar - op zesentwintig jarige leeftijd - verongelukte dochter.
In ieder geval: ik heb het gelezen en was onder de indruk.
Het is een prachtig gecomponeerd requiem in boekvorm wat voor mij ver uitstijgt boven bijvoorbeeld ‘Tonio’ van A.F.Th. van der Heijden.
Maar wanneer je niet veel van muziek weet ontgaat je teveel, denk ik.
Zoals: ‘Ze studeerde uit de Peterseditie…’
Voor mij waren dat vroeger de ‘echte’ muziekboeken. Wanneer je daaruit speelde dán betekende je pas iets.
En: ‘Een andere uitgave had haar meteen doen stuntelen en misslaan, verward gemaakt en gedesoriënteerd.’
Ook zo ontzettend herkenbaar. En het zwoegen op muziekstukken. De hekel aan fuga’s. ‘Teveel cerebraal, te zeer bedacht.’
De sfeer om blokfluitjes waar ik ook op ben begonnen net als mijn kinderen.
Zo kan ik wel even doorgaan wat muziek betreft al is Enquist beduidend gevoeliger dan ik. Ook wat moeder betreft was er genoeg herkenning: de manier om met de oudste om te gaan wanneer de tweede is geboren. En bij mij nog eens de derde en de vierde.
De angst om kinderen kwijt te raken; de behoefte om hen voor ‘foute keuzes’ te beschermen terwijl je weet dat dát juist verkeerd is.
Het blijven zitten bij de aftiteling van een film uit respect voor alle mensen die hebben meegewerkt en voor de muziek.
Het boek zal trouwens binnenkort wel verboden worden want ergens schrijft ze over ‘Zwarte Pieten’ ...... / sarcasm.
Anna is psychoanalytica en heeft conservatorium piano gedaan. Bijvak cello.
‘De vrouw had zich verdiept in de neurochemie van het trauma. Wat zich in het leven voordeed als een ramp, luidde in de hersenen een bombardement in dat geheugencircuits, synapsen en verbindingen voorgoed vernielde. Een catastrofe luxueerde een cortisolwaterval die een destructie zonder weerga teweegbracht. [….] Wat kon je doen? Wat moest je beginnen om de losgeraakte verbindingen te herstellen? Was het mogelijk om enige orde in de aangerichte chaos te bewerkstelligen?
Spelen. Pianospelen hielp. Door het moeizame, zo oplettend mogelijke, repetitieve studeren weefde de gewonde pianist geduldig aan de verbinding tussen beide hersenhelften.’
De vrouw studeert (opnieuw) op de Goldbergvariaties van Bach. Ook hij verloor een kind van vierentwintig jaar oud in 1739 en schreef daarna deze variaties in 1740. ‘Ter verstrooiing van het gemoed’. Anna legt een verband.
Elke variatie levert speelproblemen op maar ook herinneringen aan vooral haar dochter en een beetje man en zoon. Die herinneringen zijn, in tegenstelling tot de variaties, niet chronologisch.
Het 'de vrouw' en 'de dochter' creëert een afstand. Een stijl die door andere schrijvers is nagevolgd. Ik weet ook niet of zij echt de eerste was.
Een muzikaal kritiekpunt: een piano kun je niet ‘schrijnend’ laten spelen. Het blijven hamertjes die tegen snaren slaan. Een viool of cello kan dat wel. Maar later komt ze daar inderdaad op terug.
Een literair kritiekpuntje: het werkwoord ‘kannen’ i.p.v. ’kunnen’ heeft ook bij Enquist haar intrede gedaan. Dat is jammer.
Contrapunt: een verband tussen twee of meer (onafhankelijke) stemmen. Noot tegen noot; binnen de twee notenbalken ieder met hun eigen complexiteit. Op de coverfoto: hand tegen hand.
Maar ook de vrouw tegen Bach, de muziek tegen de literatuur, het leven tegen de dood.
Nu lijkt het of ik ook een Bach-fan ben maar dat is niet zo. Dit waren verplichte nummers uit mijn orgellesperiode. Mijn voorliefde voor componisten ligt meer in de impressionistische periode.
Voor Bach ben ik nog niet genoeg ontwikkeld om hem echt op waarde te schatten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten