Ja, een blogje is eigenlijk teveel eer voor dat ‘gevaarte’. Ik puzzel echter al jaren op dit fenomeen. Toen ik voor mijzelf een theodicee schreef (in 2006; wat zijn computers toch geweldige uitvindingen) kwam ik er pas echt achter dat het allemaal niet zo eenvoudig ligt. Het verschil tussen Nieuwe en Oude Testament is wat dat betreft zo groot dat ik compleet in de war raakte.
De joden kennen satan slechts als tegenstander, die onder de controle van God valt. Zie Num. 22, het verhaal van Bileam, die op een gegeven moment een Engel van God als een satan (tegenstander) tegenover zich zag. Bij de volkstelling door David is er ook zoiets. ( 2 Sam 24:1 en 2 Kron 21:1) Vergelijk ook eens 1 Sam 16:23 met 1 Sam 18: 10.
In het Nieuwe Testament spreekt Jezus bestraffend tegen Petrus: ‘ga achter mij, satanas. (Mark 8: 33) In dat geval nam Petrus de verkeerde rol aan. De rol van Goddelijke tegenstander. Dat kan dan ieder mens overkomen.
Maar ook in datzelfde Nieuwe Testament spreekt Jezus via Johannes over de ‘overste der wereld’ in Joh 12, 14 en 16.
In het Oude Testament is ‘satan zijn’ een functie, in het Nieuwe testament lijkt hij een aparte entiteit. Zoroastrische beïnvloeding door de tijd in Babel? Hellenistische beïnvloeding? Ik weet het niet.
Dan heb je nog het verhaal van de val van satan. Hoe zit het nu?
Velen geloven dat de mens van God een vrije wil heeft gekregen en dat hij daardoor met behulp van dat slimme dier in zonde is gevallen. Had de mens die vrije wil niet dan zouden we robotten zijn geweest. Dat argument heeft voor mij altijd al aan alle kanten gerammeld. God had toch ook wel mensen kunnen scheppen met een ‘vrije’ wil zonder het kwaad? Dat is toch ook onze toekomstvisie? Waarom dan wel en eerder niet? (Ik geloof trouwens niet in een vrije wil, zie ander ander blogje ) De slang werd ook als een satan gebruikt. Maar hoe zit het dan weer in het boek Openbaringen?
Gelukkig zijn er dominees die naar deze dingen studie doen en boeken schrijven. Dr. A.H. van Veluw is er zo één. In 2010 heb ik me al door ‘Waar komt het kwaad vandaan’ heen geworsteld en nu zag ik in de boekwinkel een pas uitgegeven boekje van hem liggen met de titel: ‘De satan, een noodzakelijk kwaad’.
Die titel sprak mij enorm aan, want op deze manier ben ik langzamerhand ook gaan denken. Satan is noodzakelijk, maar waarom en wat is precies het doel?
Als God de Alpha en de Omega is, het Begin en het Einde, dan valt ook het kwaad binnen Zijn verantwoordelijkheid. Zo veel is mij wel duidelijk geworden. Hij heeft in mijn ogen die verantwoordelijkheid ook genomen door, voor ons zichtbaar, Zich te laten vernederen en op Golgotha een gruwelijke dood te sterven.
Maar God is Licht, in Hem is geen duisternis. (1 Joh 2: 5)
Ik denk, maar ik ben geen theoloog, dat God het kwaad heeft geschapen. Zie Jes. 45: 5-7. In deze tekst wordt i.v.m. ‘kwaad’ het woord ‘bara’ gebruikt, wat scheppen kan betekenen. (link)
Als God het kwaad heeft geschapen kan Hij het ook op een dag doen ophouden. Het is geen deel van Zijn wezen. Er is geen zoroastrisch dualisme. Geen Yin Yang gedoe.
Heel veel gelovigen neigen daar trouwens wel toe.
Pas hoorde ik nog een evangelist zeggen dat we het kwaad nodig hebben om duidelijker het verschil met het goede te kunnen zien. Maar dat rammelt ook. Kun je daarmee het kwaad goedpraten of een functie geven in zijn algemeenheid? Dan wordt het toch weer heidens dualisme.
Wat ook een vraag is: kun je kwaad en lijden op één lijn zetten of zijn het twee verschillende zaken? Ik denk het laatste, al kunnen ze ook samenvallen.
De filosoof Leibniz uit de 17e eeuw (1646-1716) maakt al een verschil in moreel kwaad en natuurlijk kwaad. Natuurlijk kwaad zijn de natuurrampen, zoals aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en tsunami’s.
Daarbij spreken we niet eens over ‘kwaad’ wanneer er geen mensenlevens bij betrokken zijn. Dat doen we pas wanneer er doden vallen. Voor mij heel opmerkelijk. In hoeverre het dan verstandig is om op de helling van een vulkaan te gaan wonen of 6 a 7 meter onder de zeespiegel……Tsja….dat laat ik maar even rusten.
Het morele kwaad is het kwaad wat mensen elkaar aandoen. Daar weten we ook wel genoeg voorbeelden van.
Dit onderscheid wordt nog steeds redelijk aangehouden. Al gaat het wel steeds meer problemen geven. Want als oerwouden door de inhalige mens worden omgehakt, veranderen ecosystemen en kunnen er overstromingen ontstaan. Er zijn dan geen boomwortels meer die het water vasthouden.
Door kernproeven kunnen onderzeese aardbevingen ontstaan, met tsunami’s als gevolg. In onze tijd wordt het verschil tussen moreel en natuurlijk kwaad daardoor steeds lastiger te beoordelen.
Ooit las ik ergens dat menselijk aantasten van de natuur als ‘onnatuurlijk’ kwaad wordt aangemerkt. Maar dat is nog geen algemeenheid.
Ook de paradox van Epicurus ((342-270 BC) is nog steeds actueel: Er bestaat kwaad, dus God is ofwel niet in staat, ofwel niet van plan het op te heffen;
Als God het kwaad niet kán opheffen is Hij niet almachtig;
Als Hij het niet wíl opheffen is Hij kwaadaardig.
Alvin Plantinga heeft de volgende, heel theoretische en filosofisch kloppende escape: "Een al -liefhebbend, almachtig, alwetend Wezen zou zo veel kwaad kunnen toestaan als Hij maar wil zonder Zijn bewering om al-liefhebbend te zijn ongedaan te maken, zo lang als er voor elke slechte toestand die Hij toelaat een groter goed bestaat dat hiermee samenhangt" ( ergens in God, Freedom and Evil).
Dus kwaad is geaccepteerd met als voorwaarde dat het een groter doel dient. En als er geen groter doel te ontwaren valt……………? Verzinnen we er dan maar één? ( cognitieve dissonantie?) Een soort overlevingsmechanisme?
Berkhof schrijft over het kwaad/lijden: "Waarom heeft God iets (voorlopig) gewild, dat Hij toch (uiteindelijk) niet wil? Het enige antwoord dat wij kunnen geven, is geen antwoord: blijkbaar is het nooit Gods bedoeling geweest om een wereld kant-en-klaar in het aanzijn te roepen. Hij wil kennelijk, dat zijn schepping een geschiedenis doormaakt van weerstand en worsteling, van lijden en strijden. Als dit de wil is van Hem die we als de heilige liefde hebben leren kennen, mogen we aannemen, dat eenmaal helder zal blijken dat alle geboortepijn en groeistuipen van deze wordende wereld niet opwegen tegen de heerlijke uitkomst" (Christelijk geloof p 171)
Daar kan ik mee leven.
Beide heren schrijven algemeen, maar ik vraag mij af of je dat kunt volhouden met betrekking tot dit onderwerp. Moeten we dit niet veel meer per individu bekijken?
Een belangrijk iets wat ik uit het vorige boek van van Veluw heb onthouden is: 'Het is niet objectief en vooraf te bepalen dat een bepaald lijden zin zal hebben. Dat is slechts subjectief en achteraf te bepalen en dan nog alleen door de personen die het lijden overkomt.' (p 434)
Dit alles borrelde op in mijn brein en heb ik weer eens nagezocht alleen al bij het zien van de titel.
Ik ben me ervan bewust dat ik over heel veel dingen heen wals. Heel veel van wat ik schrijf wordt veel uitgebreider behandeld in het boek ‘Waar komt het kwaad vandaan’. Nu moet ik ‘De satan een noodzakelijk kwaad’ nog gaan lezen.......
Enfin: op CIP is er een artikeltje over dit boekje geweest (link) en als je de reacties op dat artikel leest dan weet ik weer waarom ik mij randkerkelijk hou en toch maar liever zelf op onderzoek uitga. Alleen ene Martin Rozestraten uit die reacties gebruikt meer zijn hersens dan zijn onderbuik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten