Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Anders zijn. Sorteren op relevantieAlle posts tonen
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Anders zijn. Sorteren op relevantieAlle posts tonen

maandag 24 juli 2023

Florence/Firenze


Nog steeds nagenietend van de vakantie zit ik mijzelf af te vragen wat nu voor mij het hoogtepunt was van de vakantie. Zonder de kathedralen van Metz, met z’n glazen van Chagall en die van Toul met z’n kloostergang tekort te doen (de kathedraal van Nancy was gesloten) waren het toch onze bezoeken aan Florence.



Een week op een camping ‘ Il Poggetto’ met bus verbinding naar het centrum was heerlijk.
Van die week zijn we drie dagen naar Florence geweest om bijna alles op ons gemak te bekijken.
Helaas niet alles; ik wil nog een keer.
Het was ook zo warm!
Het prettige van deze tijd is dat je per smartphone je tijden in de musea kunt reserveren; dus geen lange rijen in de bloedhete zon. Behalve bij de Duomo waar ik dus bijna van mijn graatje ging.

Het meest indrukwekkend vond ik deze ‘Cattedrale di Santa Maria del Fiore’ of kortweg de Duomo.
Van buiten prachtig in wit, roze en groen marmer zoals verschillende beroemde bouwwerken in Florence en van binnen heel eenvoudig maar met dat mooie beschilderde plafond in de koepel.
O.a. geschilderd door Giorgio Vasari in opdracht van Cosimo I d’ Medici.


Wanneer je de fresco’s ziet op het plafond van de Duomo van 'het laatste oordeel' zie je ook meteen overeenkomsten met Michelangelo uit de Sixtijnse kapel in Rome. Ze waren vrienden dus ze hebben elkaar beïnvloed.
In gedachten zag ik Vasari hangen in zijn ligstoel om te kunnen schilderen. In het grote werk kun je nog kale plekken zien waar waarschijnlijk een palen constructie heeft gezeten om te kunnen schilderen.





Helaas stierf Vasari voor het werk af was en Zuccari heeft het verder af gemaakt. Ik vraag me af of het de ‘binnenste’ ring is, die door Zuccari is geschilderd. Die ziet er toch iets anders uit dan de rest.

Ook moest ik denken aan Dante Alighieri, die je in de stad ook vaker tegen komt, met zijn hellekringen. De grootste ring is in dit fresco dan de hellekring.
Maar ik kan er weinig feitelijks over vinden, helaas. En na een paar uur studeren op mijn foto kom ik ook niet echt ver in het duiden ván.
Het is een enorme indrukwekkende koepel van ruim vijfenveertig meter breed die zichzelf in bedwang houdt. Fascinerend. Zeker voor die tijd.
Dan is het ook prettig wanneer je een camera hebt met een draaibaar LCD scherm. Al is het ‘ondersteboven’ wel even zoeken, je krijgt niet zo’n stijve nek.
Dat onder die koepel een Medici (Giuliano in 1478 met Pasen) is vermoord tijdens een eucharistie.....
Nee, trappen hebben we niet beklommen. De Campanile van Giotto hebben we gelaten voor wat ie was. En het is nog even wachten op een lift, denk ik zo. /ironie

Er was veel meer moois in die stad. Palazzo Pitti, in opdracht gebouwd voor Lucca Pitti, een bankier. Later overgenomen door de Medici’s en wat nu museum is.

Galleria degli Uffizi: architect was Vasari en was het kantoorgebouw van de de Medici’s. Nu is de bovenste verdieping museum met vele bekende werken.
Het leuke aan de buitenkant vond ik de standbeelden met al die beroemde figuren. Verder is het een groot grijs gebouw.

De kerk van Santa Croce, waar Michelangelo is begraven  en er meerdere grafmonumenten zijn van bekenden. (Machivelli, Rossini, Vasari zelf, Gallileo Galilei) Veel schilderingen daar van Giotto en een crucifix van Cimabue.

Daarachter de Pazzi kapel. Archtect: Brunelleschi, die van de koepel van de Duomo.
Ponte Vecchio met z’n juweliers en niet te vergeten de warme klim naar Piazzale Michelangelo met alweer een kopie van David en dat mooie uitzicht over de hele stad.

Onvergetelijk als ik tenminste niet dement word.
En de vele foto's komen wel weer eens van pas.


 

woensdag 12 juli 2023

Joséphine


Geschreven door Kate Williams (1974) in 2013.
Ze is een Engelse historica en doet nogal wat voor TV.
Dit boek is een verhaal over het leven van Josephine de Beauharnais (1763), vrouw van Napoleon.
Over Napoleon zijn natuurlijk al legio boeken geschreven en die gaan waarschijnlijk allemaal over zijn veldslagen en zijn briljante strategische inzichten.
Maar….achter elke belangrijke man staat een sterke vrouw anders wordt die man niet belangrijk. In dit geval is dat Josephine.



Geboren als de creoolse Marie-Josèph- Rose de Tascher  de la Pagerie, kort gezegd: Yeyette. Een suikerriet- plantagehouders- dochter op Martinique wat onder de Franse Antillen valt in het Caribische gebied, met een onbezorgde jeugd.
Maar overal komt een eind aan en na veel gedoe trouwt ze op zestienjarige leeftijd met Alexandre de Beauharnais, ook geboren op Martinique maar sinds zijn vijfde al woonachtig in Parijs.
Met toezeggingen van bruidsschatten, die helaas bij toezeggingen bleven gingen ze wonen in Parijs.
Josephine echter, nauwelijks geletterd, paste daar helemaal niet ondanks pogingen van Alexandre om daar verandering in aan te brengen.
Hij kreeg al snel genoeg van haar en vertrok naar zijn regiment.
Toch raakte ze zwanger en kreeg in 1781 een zoon: Eugene. Later, in 1783, kwam daar een dochter bij: Hortense.
Omdat Josephine er meestal alleen voor stond, geldzorgen had stopte ze met brieven schrijven aan Alexandre, wat hij haar hoogst kwalijk nam en redenen zocht om te kunnen scheiden. Die vond hij natuurlijk in zogenaamd overspelig gedrag en Josephine vertrok naar een klooster. Later werd ze door de rechtbank in het gelijk gesteld.
Het was een chique klooster waar Josephine heel veel leerde over omgangsvormen, verzorging en mode.

Daarna trok ze in bij haar tante, die met haar minnaar, een markies, in Fontainebleau woonde. Daar leerde ze omgaan met de aristocratie en door haar aantrekkelijkheid als maîtresse, met geldschieters.
Ze maakte de 'affaire du collier' mee wat indirect een aanleiding was voor de Franse Revolutie en
belande, omdat ze inmiddels tot de aristocratie behoorde in de cel ook al was ze tijdens de eigenlijke Revolutie op Martinique.

Voor Josephine precies op tijd ging Robespierre’s kop eraf en kwam ze vrij op voorspraak van Jean Lambert Tallien.  (die samen met Paul Barras en Louis Marie Stanislas Fréron Robespierre ten val brachten)
Ze was inmiddels weduwe want Alexandre werd geguillotineerd en meer dood dan levend. 
Maar ze hervond zichzelf en werd langzamerhand een bekende society figuur. Als slachtoffer van de Terreur ben je dan in het voordeel.
In de gevangenis was ze bevriend geraakt met Theresa Tallien en werd één van de 'Merveilleuses'.
Johan op de Beeck noemt dat ook ergens in zijn boek.

Het was gewoon weer een kliekje die elkaar allemaal hielpen en de hand boven het hoofd hielden. Josephine werd maîtresse van Barras en Barras speelde weer een belangrijke rol in de carrière van Napoleon.

Zo rolde het balletje en ontmoetten die twee elkaar.
En ze leefden nog lang en gelukkig…..
Nou, niet echt.
Napoleon hield op zijn manier echt van Josephine maar zij kon hem geen troonopvolger schenken. Dat moest wel gebeuren in het belang van Frankrijk.
In 1809 zijn ze gescheiden.

Waarom weten we zoveel over die twee?
Ze waren vlijtige brievenschrijvers al was Napoleon wat actiever dan Josephine. Die brieven zijn voor een groot deel bewaard gebleven.
 
Op schilderijen zie je Josephine altijd met haar mond dicht. Ze had een slecht gebit vanwege het snoepen van suikerriet in haar jonge jaren volgens de schrijver.
Wat ik ook zo fascinerend vind:
Marie Antoinette had een gat in haar hand (zeggen ze) maar Josephine spande toch de kroon.
Marie Antoinette had haar ‘Petit Trianon’ en dat was werkelijk petit wanneer ik zo de beschrijvingen lees van het kasteel van Malmaison van Josephine en Napoleon.

Hoe is het mogelijk dat dat allemaal geaccepteerd werd na zo’n revolutie? Dat iemand als Napoleon, die zich ontwikkelde tot potentaat daarvoor de kans kreeg.

Mensen blijven toch wonderlijke wezens.
Maar het is een boeiend boek.




 

donderdag 15 juni 2023

Vakantievreugde

Na ruim een week alweer op pad met ons tentje even een resumé. 

Het leven valt niet mee voor een echte kampeerder die op leeftijd begint te komen.Het duurt minstens een week om verlost te raken van alle spierpijnen die mij teisteren wanneer ik me s' morgens als een homo sapiens probeer op te richten van mijn luchtbed in ons driepersoonstentje.

Driepersoons is omdat je dan wat meer ruimte hebt voor je spullen en - niet onbelangrijk- om in het midden rechtop te kunnen staan. Dat is wat handiger dan alleen zittend te kunnen verkleden. 

De kampeerdersomgeving is zo anders geworden de afgelopen jaren. We staan nu met ons nietige driepersoons tentje tussen grote caravans en campers.

Gisteravond liep er een echtpaar langs toen wij ons eten zaten te bereiden op een gastank met wokpan en hoorde ik de opmerking: 'kijk, echte kampeerders'. We zijn een bezienswaardigheid geworden. Iets uit de oudheid.

Toch vinden wij het nog steeds de meest prettige manier van vakantie houden die ons ultieme vrijheid biedt. Als de spijsverteringen niet al te ontregeld raken tenminste.

We reserveren nooit iets maar trekken ons plan naar aanleiding van wat we willen zien en de bijbehorende weerberichten. Zonodig rijden we de route achterstevoren.

Wat snelheid betreft van 'installeren ' en weer opbreken zijn we net zo snel, misschien wel sneller dan zelfs een camper. Dan heb ik het niet over even een nachtje ergens staan want dan kost het ons meer tijd.Verplaatsen met alleen een personenauto is gewoon sneller en gemakkelijk.

Een ander punt is de manier om de omgeving te gaan bekijken. Dat wil je niet met een camper. Er zijn al verschillende straten met een verbodsbepalingen voor die vehikels. Dus moeten dan de e-bikes uit de ' garage' van de camper of van de caravan worden getrokken.

Die worden zelfs gebruikt om naar toilet te gaan, het zakje afval weg te brengen of s'morgens brood te halen bij de kampwinkel.

Je kunt met je camper op stap maar dan moet je heel duidelijk wat stoelen op je plek laten staan. Bij onduidelijkheid is ie s'avonds ingepikt door, jawel een Duitser. Landjepik zit nog steeds in hun bloed. Gelukkig is het in den minne geschikt (weer met toegeeflijke Nederlanders) en braken er geen rellen uit. 

Een heel groot voordeel volgens mijnheer Cathy is de gelijkvloersheid van een tent. Hij heeft gelijk. Wanneer je al die buikige mannen en vrouwen zich door het smalle deurtje ziet wurmen en twee of drie stappen naar beneden of naar boven ziet maken en dat zo vaak per dag....dat is vragen om ongelukken. 

En ja die fietsen: speciale kledij, helm en handschoenen voor de echte e-bikers en dan maar rondcrossen en hopen dat de accu het red. Zuchtend en steunend s'avonds trots zijn op de veertig kilometer die zijn afgelegd. Ja, en je ziet zoveel meer.....zéggen ze. Dan houden wij onze mond maar.

Grappig blijft wel dat iedereen toch zijn/haar eigen situatie en gelijk bevestigd wil zien.

Ach, vrijheid, blijheid zullen we maar denken. Maar dat het op campings niet leuker wordt blijft een feit.



vrijdag 26 mei 2023

Zonder vrije wil

Geschreven in 2011 door Jan Verplaetse,  (1969) een Vlaams filosoof en schrijver.
Al eerder noemde ik hem omdat ik in de Filosofie special uit 2019 over de vrije wil, herkenbare dingen las.
In dat artikel herkende ik wel het gedachtengoed van Schopenhauer maar werd hij niet genoemd. In dit boek staan verschillende uitspraken van hem.

Nu heb ik zijn ‘filosofisch essay over verantwoordelijkheid’ eindelijk gelezen. En dat was een hele kluif.
Een aantal stukken heb ik, als geïnteresseerde leek, verschillende keren moeten lezen om echt te begrijpen waar het over gaat.


Wat nu volgt is eerst een lijstje met woorden waarvan je de betekenis moet kennen anders raak je echt de weg kwijt.

Syllogisme: een redenering die uit twee of drie premissen (vooronderstellingen dat iets waar is) bestaat en gevolgd wordt door een logische, onweerlegbare conclusie.
Een voorbeeld wat ik zelf vaak gebruik tot hilariteit van de familie:
P1. Mensen zijn raar. P2. Ik ben een mens dus C.  Ik ben raar.
Een variatie op het Socrates-is– sterfelijk syllogisme.
Determinisme:  elk gevolg wordt voorafgegaan door een oorzaak.  Indeterminisme is dan het tegenovergestelde: niets ligt vast.
Causaliteit:  oorzakelijkheid; het verband tussen oorzaak en gevolg.   Acausaliteit is het tegenovergestelde dus geen verband tussen oorzaak en gevolg.
Causaal determinisme is dan een oorzaak- gevolg- ketting maar altijd gericht op het verleden. (Wanneer het op de toekomst is gericht is het teleologische determinisme)
In de kwantumfysica zijn de meningen hierover nog verdeeld, althans in de tijd dat het boek is geschreven. Hoe het er nu voorstaat weet ik niet.
En kwantumfysica is geen dagelijks menselijk leven.
Compatibilisme: de filosofische stroming die stelt dat vrije wil en determinisme beiden waar kunnen zijn. Incompatibilisten denken dat het niet kan.
Daarin heb je weer harde en zachte incompatibilisten:  
Libertarisme; stroming die in een vrije wil gelooft en het eens is met P1 en P2 maar P3 verwerpt. (zie verder) Dit zijn zachte incompatibilisten.
Alternatieve opties: de mogelijkheid om een andere beslissingen te nemen.
Broncontrole: de productie van beslissingen moet in handen zijn van een bron waarover de beslissende persoon controle heeft, zoals het eigen Ik. (maar die kan uitputtend gemanipuleerd worden)

Het Syllogisme van Verplaetse (p37):
P1: indien causaal determinisme waar is, dan zijn alternatieve opties en broncontrole uitgesloten.
P2: Alternatieve opties of broncontrole zijn noodzakelijk voor verantwoordelijkheid.
P3: de alternatieven voor causaal determinisme zijn irrelevant of uitgesloten.

C: Verantwoordelijkheid is uitgesloten.

Alle premissen worden behandeld, vaak met behulp van gedachtenexperimenten.
Over P1 is iedereen het wel eens. Indien causaal determinisme waar is, dan…
De moeilijkheden zitten in P2 en P3. Dat wordt allemaal haarfijn uitgelegd en behandeld.

In hoofdstuk vier beschrijft hij de maatschappelijke gevolgen. Verantwoordelijkheid en schuld bestaan niet; hoe nu verder? Is dat om problemen vragen?
Verandert dat ons, mensen, in amorele en onverantwoordelijke wezens? Nee, natuurlijk niet.
Bij de gevallen dat het toch niet loopt zoals in onze samenleving is afgesproken zouden we niet voor het strafrecht moeten kiezen maar voor het maatregelenrecht.
Hoe komt iemand tot zijn/haar daad en hoe kunnen we dat in de toekomst voorkomen.
In Nederland gaan we al die kant op.

De antwoorden zijn voor mij niet altijd bevredigend maar wanneer dit weer een aanzet is tot verder denken over schuld en verantwoordelijkheid en hoe daarmee om te gaan dan is dat alweer mooi..

Zelf moet Verplaetse vaak tegen zijn intuïtie in redeneren en erkent hij het probleem van de ‘lijdzaamheid’ bij een onvrije wil wat op de loer ligt.
Hij redeneert vanuit een naturalistische visie en dat vind ik wel weer spannend omdat de gereformeerde wereld die vrije wil ook altijd verworpen heeft. (Pelagius/ Augustinus; Erasmus/ Luther; Arminius/ Gomaris en art 14 van de NGB)
Die gereformeerde leer heeft er geen problemen mee omdat God ons voor verantwoordelijk houdt. Dat mag Hij, als Schepper.
Daar zit een knoop, ja. Het zij zo.
Hij houdt ons ook voor rechtvaardig en schuldloos alleen al wanneer wij in Hem gelóven, terwijl we dat feitelijk niet zijn.
Expres zeg ik: gereformeerde leer want volgens mij ben ik nog één van de weinigen die overtuigd is van een onvrije wil.
In die leer zie je inderdaad dat die lijdzaamheid op geloofsgebied soms te grote proporties aanneemt.

Zinnige dingen schrijft hij over (zelf)verwijten maken en wat dat voor gevolgen heeft. Dat het beter is om pas op de plaats te maken en te onderzoeken hoe je zelf en/of de ander zover zijn gekomen dat er verwijten zouden kunnen ontstaan.
Mijn slogan is al jaren: ‘hoe meer ik weet, hoe beter ik begrijp en hoe gemakkelijker het wordt om de ander te vergeven.’

Maar ook hij moet erkennen dat een sluitende filosofische waarheid toch iets anders is dan de praktische wereld om ons heen.
Dat vind ik dan wel weer bijzonder van ons, mensen. Wanneer iets zo logisch is waarom geloven we dat dan niet en leven we er niet naar? Of op z’n minst: streven we niet naar een samenleving zonder verantwoordelijkheid en de schuldvraag.
Er zijn steeds minder mensen die verantwoordelijkheid willen en durven nemen en dragen omdat ze er vaak op worden afgerekend met soms nare gevolgen.
Afschaffing van verantwoordelijkheid betekent tenslotte niet dat we ons onverantwoordelijk zouden moeten gedragen.
Ik moet het laten bezinken er eens langer over nadenken. Om zijn argumenten meteen in discussies te gebruiken lukt mij nog niet. Het moet eerst zijn weg vinden in mijn grijze massa.

Ongetwijfeld doe ik deze filosoof tekort met mijn samenvatting. Want hij schrijft zoveel behartenswaardige dingen. Er staan vele strepen in het boek.

maandag 22 mei 2023

Wat je zoekt, zoekt jou


Ondertitel: een mystieke reis door het leven van de Perzische dichter Rumi

Een ode aan de mysticus en dichter uit de dertiende eeuw: Molana Djalal Eddin Mohammad Balchie Rumi.
Kortweg: Rumi.
Geschreven door  Kader_Abdolah (1954) in 2022. Ik las een digitale editie.
Over het leven van Rumi is best het één en ander met zekerheid bekend omdat zijn oudste zoon Walad een biografie heeft geschreven.



Rumi werd geboren in 1207 in Balch in, wat nu Afghanistan is. In 1273 stierf hij Konya, het rijk van de Seltsjoeken in het huidige Turkije.
Toen hij rond de dertien jaar was moest hij met zijn vader op de vlucht voor de ‘grote leider’ Dzjengis_Khan.
De film 'Mongol' gaat over deze man. 

Onderweg, op die vlucht, komt Rumi verschillende mensen tegen en leert verschillende talen spreken. Omdat de vader van Rumi een bekende mysticus en imam was: Bahao Eddin, ontmoet hij allerlei belangrijke schrijvers en filosofen uit die tijd.
Ze wonen een tijdje in Bagdad waar Bahao een baan krijgt als gastgeleerde aan de universiteit. Ja deze werd al in de elfde eeuw gesticht.
Rumi kan daar vanzelfsprekend ook studeren.

Op een reis naar Mekka ontmoeten ze Tusi, een jonge wiskundige en sterrenkundige. Daar leert Rumi ook weer veel van.
Waarom vertel ik dit?
Tusi legt aan Rumi de Melkweg uit: ‘De Melkweg lijkt op de wolkenvelden, maar hij is samengesteld uit een groot aantal kleine, sterk geclusterde sterren. Door hun dichtheid lijken ze op de melkachtige wolkenvelden, maar het zijn sterren.’
Dat raakte aan mijn eigen ervaring!

Rumi woont een tijdje in Mekka terwijl zijn vader verder reist naar Laranda om het gezin weer te verenigen.
In Laranda ontmoet Rumi Gohar Khatoon en trouwt met haar. Ze krijgen twee zoons.
Op vierentwintig jarige leeftijd overlijdt Bahao Eddin en blijft Rumi  met vrouw en kinderen achter.
Hij kan echter zijn draai niet vinden, mist leiding en is blij wanneer een vriend van zijn vader aanklopt: Tamarzi.
Deze stuurt zijn vrouw en kinderen weg en zorgt dat Rumi weer kan gaan studeren en zich op zijn poëzie kan richten.
Maar Tamarzi vertrekt ook weer en sterft. Zarkoeb is zijn volgende ‘leider’, en die wordt weer opgevolgd door ShamseTebrizi, volgens Wiki een soefi en derwisj.
Daar krijgt Rumi een verhouding mee terwijl hij inmiddels voor de tweede keer is getrouwd. Tot …op een dag Shamse ook weer verdwijnt.

Weggegaan of vermoord? Niets is zeker.
Maar juist door het gemis met de bijbehorende de pijn stijgt Rumi boven zichzelf uit en wordt een beroemdheid.

Ik merk nu een verdeeldheid in mijzelf. Nu ik weet dat Rumi en Shamse Tabrizi toch wel een heel bijzondere relatie hadden lees ik die liefdesgedichten anders en dat irriteert me.

“Als je opeens mijn geliefde niet bent
valt alles uit elkaar
Mijn troost, mijn metgezel!
Het gaat niet zonder jou.”

Ik zal wel een bekrompen geest hebben maar op dit moment kan ik echter niet anders. Misschien dat ik later de schoonheid van die gedichten (weer) ga leren, maar op dit moment is het even een brug te ver. De laatste helft van het boek waarin veel gedichten staan laat ik maar even voor wat het is.
Zouden  mensen met een andere geaardheid de gedichten en liedjes die gaan over de liefde tussen een man en een vrouw ook met zulke gemengde gevoelens lezen?


De titel van het boek zou zomaar een Bijbelse titel kunnen zijn: Wie zoekt, die vindt. Wanneer je Hem hebt gevonden kom je erachter dat Hij al op zoek was naar jou.
Voor Rumi is de zoektocht naar God vooral een zoektocht naar en in zichzelf.

zaterdag 25 februari 2023

Netflix

Soms heb ik van die periodes dat ik mijn geest even een andere kant op moet sturen en rust moet gunnen en dan kijk ik films of grijp naar een flutboek waar ik me vervolgens weer aan erger.

Met een film of goed boek kan ik even naar een andere wereld verhuizen wanneer deze onvriendelijke wereld me teveel wordt. Het voorlopige dieptepunt is de woke- actie om boeken te ‘verbeteren’. 
Daar ga je toch van over je nek. De volgende stap is verbranding.
Het liefst kijk ik dan ook films of series die mij meenemen naar andere werelddelen. Een andere manier van verhalen vertellen, andere gewoonten, andere tijden, andere sferen en andere klanken in mijn oren.

Netflix is dan een uitkomst. Lekker consumeren op aanvraag zonder reclames.
Scandinavisch, Koreaans, Chinees, IJslands, Spaans…….het maakt mij niet uit.

Helaas is daar ook niet alles even geweldig.
‘Elite’ is daar een voorbeeld van. Het is een Spaanse tienerserie die begint als een interessant verhaal over een school voor elitaire pubers in Zuid Spanje.
Op die school worden ook enkele jongeren toegelaten uit een ‘lager’ sociaal milieu.
Buitensluiting/ uitsluiting en het gevecht tegen vooroordelen zijn de voornaamste items die behandeld worden.
Hoe verder het verhaal komt hoe meer deze verwordt tot een oversekste serie waar het hele scala van één-lettergrepige afwijkingen op gender terrein kennelijk genormaliseerd moeten worden.
Zo onderwijst men de jeugd…
Het verbaast mij niet dat alle acteurs uit de eerste seizoenen zich er inmiddels hebben laten uitschrijven. Opgebouwde erotische spanning is zoveel mooier dan die losgeslagen-konijntjes-lust. 

Sommigen gaan ‘op wereldreis’, anderen gaan ‘elders studeren’ en een enkele ‘verongelukt’.
Dat zegt wel iets.

Nee, ik heb de serie niet uitgekeken. Het werd zelfs mij te dol.

De Koreaanse series die ik heb gezien (ja, er zijn ook te veel ‘actiefilms’) zijn heel anders. Bijna het andere uiterste. Hand vast houden of knuffelen is al heel wat. Seks bestaat daar volgens mij niet (grinnik) en vaak is dat een verademing. Er is tenslotte méér in het leven.
Het enig nadeel is dat het samoeraizwaard wel wat gemakkelijk wordt gehanteerd en dat ze van bloedspetters houden.
Maar dat gebeurt meestal zo snel en overdreven dat het minder beklijft dan bijvoorbeeld het weerzinwekkende realistische geweld in de film: 'Im Westen nichts Neues'.

Mr. Sunshine is zo’n serie. Een historisch en dramatisch verhaal over het verval van de Joseondynastie. Een slavenjongen die Korea ontvlucht maar later weer terugkeert als Amerikaans marineofficier.
Een ander is ‘The King; eternal Monarch’. Deze is wat ingewikkelder om dat het over twee parallelle werelden gaat: De republiek Korea en het koninkrijk Corea.
Daardoor moet je ook weer beter bij de les blijven. Ik moest denken aan 1q84 van Haruki Murakami.
En dat allemaal gespeeld door van die mooie mensen.
Ik denk dat God oosterse mensen als laatste heeft geschapen. Het meest geperfectioneerd.
Wat zijn wij dan in het Westen toch lelijke lomperds.
Het enige nadeel zijn die ingewikkelde namen. Het duurt lang voordat ik door heb welke naam bij welk persoon hoort.

De Scandinavische series blinken uit in detectives en thrillers. Goede scenario’s, niet langdradig. Soms is dat jammer maar vaak wel de beste keuze. Zoals ‘The Bridge’, ‘Borgen’ en ‘Trapped’.
Films over de Vikingen zijn weer een klasse apart. Vechterig en bloederig, maar dat is wat we van hen vroeger op school al hebben geleerd.
Dat zij zo diep Europa zijn binnengedrongen was voor mij nieuw.  Net als hun uitgebreide veroveringen in Rusland, Groot Brittannië, IJsland, Groenland en de Noordkust van Amerika.

Het is heerlijk grasduinen op Netflix: losse films of een serie over Marco Polo; over de Romeinse keizers; over El Chapo …….er valt altijd wel iets te kijken.
Dat is dan ook meteen de valkuil waar je alert op moet blijven. Zelf verbeeld ik mij dat ik analyserend kijk maar je wordt toch beïnvloed. Ik begrijp daarom ook dat er mensen zijn die er niets van moeten hebben.
  

 

zaterdag 11 februari 2023

Panentheïsme

Een echt juiste definitie die naar mening precies onder woorden brengt wat ik hierbij denk heb ik nog niet gevonden.
Het is letterlijk gezien een woordconstructie: alles in God.
Dus niet God in alles zoals in het pantheïsme.

Panentheisme ziet God groter dan de kosmos, want alles komt uit Hem voort, en is mede transcendent en immanent.
Alles omvattend. En volgens mij ook in wisselwerking met elkaar.
Martien Brinkman zegt in zijn boek (p246):
‘In een panentheistische benadering kan alles met God in verband worden gebracht, maar gaat God nergens in op.’

In ieder geval kwam ik hier weer op door een zinsnede uit het boekje van C.S. Lewis: ‘Brieven aan Malcolm over het gebed’.
Hij schrijft daar over een gedicht van een anonieme poëet:
 
‘Dat dream maakt het te pantheïstisch, en werd er misschien bijgehaald om het rijm.
Maar denkt hij niet terecht dat het gebed in zijn meest volmaakte vorm een alleenspraak is?
Als de Heilige Geest in mensen spreekt, dan is het gebed een spreken van God tot God.’

Zo’n zin blijft dan haken in mijn geest. Ik weet niet of het daarmee eens ben. In eerste instantie was ik ervan overtuigd van wél; er is zeker een wisselwerking tussen de Heilige Geest, die in de gelovigen woont en God.

Maar in tweede instantie: wanneer bidden in zijn volmaaktste vorm een ‘Goddelijk onderonsje’ zou zijn welk functie heeft de mens dan? Is ie dan niet overbodig?
Het Christendom is met recht een relationele godsdienst juist omdát de mens toch wordt opgenomen in die Goddelijke wisselwerking?
Zonder de mens is dit hele tijdelijke en ruimtelijke  circus doelloos. Ja, je kunt nu wel weer allerlei vrome tegenwerpingen verzinnen, - God heeft reden en doel in Zichzelf - maar dat wordt voor nu even te zweverig. 
(Natuurlijk is er ook een wisselwerking tussen God en Zijn Flora en Fauna maar dat weten we niet feitelijk. Vooral om die reden zouden we dan ook voorzichtiger moeten omgaan met de natuur)

Wellicht bedoelde hij dat alles ook zo maar ik zou zo’n zin die en passant wordt gemaakt graag wat meer uitgewerkt hebben gezien.
Helaas is C.S. Lewis niet meer in onze tijdelijke dimensie anders zou ik hem een mailtje sturen.

 

vrijdag 3 februari 2023

De Schaamte


Geschreven door Annie Ernaux (1940)  in 1997
Van een Nobelprijswinnaar voor de literatuur (2022) moet je iets gelezen hebben.
In dit boekje blikt ze terug op een gebeurtenis in haar twaalfde levensjaar.
In 1952.
Dat heeft zijn sporen achtergelaten en ze valt meteen met de deur in huis.
Ze schrijft nuchter over haar jeugdjaren en wanneer je net Joseph Roth achter de rug hebt is het wel even wennen.



Zelf zegt ze ook: ‘Het lijkt of ik altijd probeer te schrijven in die materiële taal van toen en niet met woorden en een zinsbouw die toen niet bij mij zouden zijn opgekomen. De betovering van metaforen, het jubelen van de stijl zal nooit voor mij weggelegd zijn.’

Geen diepere lagen, gewoon recht toe recht aan maar daarmee zet ze een tijdsbeeld neer waarin ik me zelfs af en toe herkende. Ook al ben ik een stuk jonger.
Bij ons werd de geschiedenis niet verdeeld in 'voor de oorlog' en 'na de oorlog'.

‘Er werd gelet op hoe mensen zich gedroegen ,hun doen en laten werd tot in de kleinste verborgen drijfveren ontrafeld, er werden tekens verzameld die, samengevoegd en van interpretatie voorzien, andermans geschiedenis vormden.’

Dit zijn dingen die ik me ook herinner van het dorp waar ik opgroeide. Niet van mijn ouders. Mijn moeder was zwijgzaam, maar de sfeer in het dorp was zo. Er werd op je gelet.
Vooral bij mijn schoonouders was het ook van: ‘Wat zouden ze anders wel niet van ons denken?'
In mijn puberteit ging ik daar juist mee spelen. Ik herinner me nog dat mijn oma geen gestreepte kousen voor mij wilde breien. Dat was gek.
Gelukkig mocht ik al jong zelf mijn kleding kopen en thuis vonden ze mijn smaak in het geheel niet gek. Het werd vooral door mijn vader zelfs gestimuleerd om origineel te zijn. Maar ik herinner me de blikken wel en had er pret om.

Wat ik ook wel herinner is:
‘over het algemeen kende men anderen maar moeilijk het volle, onvoorwaardelijke recht op ziekte toe, omdat ze altijd de verdenking op zich laadden dat ze eraan toegaven.’
Bij ons werd dan veel geschaard onder ‘aandachttrekkerij’.

Alleen die schaamte, die ze beschrijft, is mij vreemd al herinner ik me wel vlagen.
Ze is opgegroeid in het stadje Yvetot en haar ouders hadden een kruidenierswaren winkel.

In dit boekje, een novelle is het meer, schrijft ze vooral over die schaamte over haar ouders, afkomst en woonplaats.  Pas tijdens een reis met haar vader met als eindpunt Lourdes ontdekt ze dat er een heel andere wereld bestaat. Een wereld met restaurants, hotels met zachte bedden en warm en koud stromend water. Andere gewoontes en ander eten. Andere types mensen die je buiten sloten waardoor de schaamte alleen maar groter werd.

Ik vind het wel een beetje een verdrietig boek. Wanneer ik terugdenk aan mijn eigen jeugd zat ik, zoals ik het nu zie, aan de ‘andere’ kant. Ik was geen boeren- of daggelders dochter. Meteen zit ik me af te vragen of ik andere meisjes uitsloot. Ik kan me wel herinneren dat het gebeurde. Sommigen stonken.
Kun je van kinderen verwachten dat zij zich daarover heen zetten?

Het is een dun boekje maar het rakelt veel op.

 

donderdag 26 januari 2023

Im Westen nichts Neues


Een film uit 2022 die in de race is voor Oscar’s geloof ik.

Een film over de eerste wereldoorlog naar een boek van Erich Maria Remarque dat in 1929 verscheen met dezelfde titel. Ik heb het nooit gelezen.
Een groep vrienden geeft zich vrijwillig op om naar het front te gaan.


Eigenlijk wil ik dit type film niet meer kijken. Al die films over op machtsbeluste mannenspelletjes. Ik ben er klaar mee.

Maar het is artistiek gezien een film met prachtige beelden en met zorg gemaakt.
Een slagveld waar de doden van hun kleren worden ontdaan. De doden worden niet gevolgd in het verhaal maar de kledij. Stapels richting wasserette, verstelwerk en dan gaat het richting onze vrijwilligers die praktisch zonder opleiding maar met een peptalk erop uit worden gestuurd, de loopgraven in. In het boek schijnt dat anders te zijn.
Paul is de hoofpersoon en heeft zich aangemeld zonder overleg met zijn ouders. Bij de eerste de beste aanval raakt hij bewusteloos in een instortende loopgraaf maar wordt gered.
Hij beland in de loopgraven in Compiègne, Noord Frankrijk.
De voortdurend dreiging die ook uit vrolijke beelden opduikt….daar kan ik dus niet meer tegen en toch kijk ik verder.
De stommigheid die ik ook zie….midden door een veld lopen of daar gaan zitten eten in plaats van langs een bosrand. Ik zou het niet in mijn huisvrouwenhoofd halen.

Een beklemmende film met afschuwelijke beelden, af en toe even wegkijken. Het lijkt wel of die beelden ook steeds heftiger worden om maar te landen in mensenbreinen.
We verdienen een oorlog om dat weer af te leren.

De zinloosheid ook: in vier jaar tijd zovele doden en slechts enkele meters opgeschoven met het front.
Nee, Im Westen nichts Neues………en ondertussen, de gevechten in de modder, de doden en gewonden, de trauma’s.

Het was echt mijn laatste oorlogsfilm. Ik ga ‘Lady Chatterly’s Lover’ kijken. *gniffel*

 

maandag 23 januari 2023

Herkenning

In het RD van zaterdag een mooie column van Enny de Bruijn over ‘vrome woorden en kritische vragen’.

Ze vertelt over haar moeilijkheden in haar jonge jaren met stichtelijke boeken die haar totaal niet aanspraken.
In de pubertijd op de middelbare school las ze op aanraden van vriendinnen wat meer evangelische lectuur maar ook daarmee had zij hetzelfde probleem.
Ze kon zich niet identificeren met de hoofdpersonen en hield zich veel meer bezig met andere vragen: wie is God eigenlijk en hoe kun je Hem leren verstaan? Is het allemaal wel wáár?
Dat noem ik de ‘voorvragen’.
 
Ook zij dacht dat ze de enige was en durfde op een gegeven moment geen vragen meer te stellen omdat ze bang was voor stichtelijke dooddoeners.
Tsja, die theologische of religieuze correctheid……
Hoe herkenbaar allemaal.

Dan het op zoek gaan naar schrijvers die wél dit type vragen durft te stellen en zelf ook op zoek zijn naar antwoorden. De kritische denkers.

Zo moet ik vaak grinniken wanneer ik op het Refoforum het topic lees van boeken die gelezen worden. Het ene na het andere prekenboek komt voorbij. Iets anders durven ze waarschijnlijk niet te posten want je zakt subiet in aanzien en krijg je ze ‘liefdevol’ uitgemeten. *
Ik heb me daar nooit aangemeld want ik zou direct een ban krijgen.

Maar, zegt Enny eerlijk, welke boeken je leest zegt niets over je geloof maar meer over je eigen aard. Dus laten we maar voorzichtig zijn met oordelen. Het geloof blijft een onverklaarbare gave van God.
Volgens Calvijn, zegt ze, moet elk mens zijn/haar eigen rol in het leven kennen want als je een ander speelt ben je hypocriet.

Dat ben ik ook eens maar…. als mens moet je je dan wel veilig voelen in je omgeving wanneer je kritische vragen wilt behandelen en ‘ketterse’ zaken aan de orde wilt stellen en dat heeft bij mij best lang geduurd.
Hoe ouder ik word hoe gemakkelijker het gaat. Maar het blijft altijd fijn wanneer je voelt dat er een open houding is en een interesse hoe je tot bepaalde overtuigingen bent gekomen.
Die rust en openheid voel ik lang niet altijd.


* na mijn bericht zie ik prompt andere berichten komen. Zelfs Voskuil komt langs.

 

zaterdag 21 januari 2023

Antwoord op de Godsverduistering


Ondertitel: Het christelijk geloof in gesprek met Joden, Grieken en atheïsten.
Geschreven door Dr. W. Aalders (1909 – 2005) in 1992.
Op een kring kwam dit boek ter sprake en schoot het mij te binnen dat ik het wel in de kast had staan, maar nooit gelezen. Het zijn van die namen waarvan ik ooit gehoord of gelezen heb dat ze van invloed zijn of zijn geweest en op een tweedehands boeken markt koop ik die dan.
Zo heb ik ‘m uit mijn kast geplukt met het idee dat het fijn is wanneer iemand gewoon antwoord heeft.  /ironie
De ondertitel doet alweer anders vermoeden en deed mij denken aan Abélard: Gesprek tussen een filosoof, een jood en een christen.


In die zeventiger jaren sprak men vaak over Godsverduistering. W. J. Ouweneel schreef in 1994 een boek met de titel: ‘Godsverlichting’. Ook gelezen maar ik weet er niet veel meer van.
Het zal mij ongetwijfeld mee ‘gevormd’ hebben. Misschien volgens sommigen misvormd.  /sarcasm
Aalders vindt dat het atheïsme van nu veel gevaarlijker is omdat het zo vriendelijk is. Hij heeft wellicht nooit antitheisten meegemaakt die ronduit vijandig zijn maar ik begrijp wel wat hij bedoelde; in deze tijd en in die tijd ook al, heeft ieder zijn waarheid, dus waar maak je je druk over. Er is meer onverschilligheid.
Dat is volgens onze huidige predikant het tegenovergestelde van liefde. Dus niet de haat maar de onverschilligheid. Toen hij dat eens zei raakte me dat en moet ik daar nog vaak aan denken.

Terug naar het boek: Aalders wil in dit boek het unieke karakter van het Christelijk geloof laten zien als tegenhanger van het nihilisme. Maar wat mij vooral aanspreekt is de invloed van het Griekse denken op het Nieuwe Testament.  Dus het gesprek met die Grieken. De Hellenisering.
In hoeverre is dat gebeurt en maakt dat deel uit van een voortgaande openbaring? Of moeten we dat anders zien?
Paulus  was degen die het Koine-Grieks als pionier introduceerde en heeft omgevormd tot ‘geloofstaal’ (p67/68)
Hij is volgens velen ook degene die joden en christenen van elkaar vervreemde. Maar dank zij hem is het Evangelie wel naar alle windstreken verbreid.
Ook Aalders gaat ervan uit dat Paulus via een Grieks gymnasium kennis heeft opgedaan wat gevolgd werd met een opleiding bij Gamaliël in Jeruzalem.
Wat ook belangrijk is dat de apocalyptiek (openbaring met betrekking tot het einde van de wereld) in de intertestamentaire tijd een grote plaats innam. Volgens Aalders weten we dat dankzij de Dode Zeerollen.  
Dat gaf de nodige angst waar het heidendom geen antwoord op had maar ook een beeld van contrast denken: duisternis – licht, leugen- waarheid, dood- leven, oud- nieuw.
Dus dan moeten we de brieven van Paulus lezen met die bril. Hij was ervan overtuigd dat die apocalyptische wending met Jezus had plaatsgevonden.  
Ik geloof ook dat dat de uitroep van Jezus: 'Het is volbracht' het grote kantelpunt in de geschiedenis is..
Een nieuwe tijd was ingegaan.

Hij heeft vast nooit kunnen denken dat het nog een paar duizend jaar zou duren. In de oudste brief, die aan de Galaten zou dat het meest te vinden moeten zijn. Dan moet ik die eens met die bril op lezen.
‘Zoals Paulus in zijn brief aan de Galaten zijn nieuwe en andere visie op Israël ontwikkelt, zo in zijn breedvoeriger Brief aan de Romeinen zijn nieuwe en andere kijk op de heidenwereld.’
(p85)

In de brief aan Eféze staan heel veel woorden die zijn ontleend aan de Griekse filosofie en religiositeit.  Bijvoorbeeld: wijsheid, kennis, aeonen, Die begrippen zijn ook doorgedrongen in de christelijke theologie en het Europese denken. (90) Vooral de Logos. (Woord)

Het Griekse denken hield ook al rekening met het bovennatuurlijke; de Ideeën wereld van Plato. In het innerlijk van de mens moet dan iets zijn dat raakt aan die hogere Werkelijkheid.
Dat noemt Plato de psyche, de ziel. (93/94) Volgens mij is dat niet hetzelfde, maar ik lees nog even verder.
Plato en Socrates worden gezien als gelovigen ‘avant la lettre’. Omdat zij in een ‘overzij’ geloofden. Daar refereert Paulus aan wanneer hij schrijft over heidenen die de wet in hun hart hebben. (Rom 2: 15) Want de wet ‘heeft hun ziel onrustig gemaakt en hen op het spoor gebracht van het Rijk der idealiteit.’
En wat doet de wet? Hij richt de mens op Christus volgens Paulus theologie.
Mij gaat dat een beetje te snel. Voor orthodoxe joden waarschijnlijk ook.

Clemens en Origenes zijn ook van die bekende namen die hun inbreng hebben gehad in de vroege kerk.
Zij ontwikkelde de ‘Logos theologie’ omdat zij tegenover de Griekse wereld en het Griekse denken er de volle nadruk op legden, dat de Logos waarvan in het Evangelie naar Johannes wordt gesproken, een wezenlijk andere Logos is dan de logos uit het Griekse denken. (p151)

Augustinus was een theoloog, vooral na zijn bekering natuurlijk, die gevormd is door Ambrosius. Ambrosius was het eens met Clemens en Origenes maar legde andere accenten.
Hij legde meer de nadruk op het  verlossingskarakter van de menswording van het Woord. (Jezus)
Augustinus is vooral door Ambrosius beïnvloed maar ook door een kring van platoonse christenen uit Milaan. (p163) en later door Cicero.
En dat vind ik dan weer interessant. Vooral die kring.
Nu kan Aalders schrijven dat het denken van Plato is verdrongen door Augustinus (p156) maar daar heb ik dan zo mijn gedachten bij.
Vaak ben je je niet bewust van alle invloeden die je in je leven hebt ondergaan maar ze zijn er wel degelijk. En zeker wanneer je je daar niet van bewust bent kun je er ook niet mee afrekenen.
Dus hoe dat nu o.a. met de ziel zit…..daarover heb ik nog geen argumenten gevonden om van mening te veranderen.

En of dit boek nu een antwoord is tegen atheïsme en nihilisme; nee, daarvoor is het te ingewikkeld geschreven. 

Week van het gebed

De week van het gebed is bijna ten einde. Zou er in deze week meer gebeden zijn dan anders? Zelf heb ik wel meer gebeden:
'Mijn linkerbuurvrouw is vannacht gestorven en ik heb nooit één woord tot haar behoud gezegd.’

Dat was dan wel vorige week en twee huizen verder maar deze week was haar begrafenis. Ze was jong, mooi en energiek en laat man en drie dochtertjes na.
Veel contact hadden we niet. Er was een generatieverschil.
Wanneer iemand jong sterft; in de kracht van het leven, ook al was ze ziek en middenin de maatschappij staande, zie je dat terug op een begrafenis. Bij iemand van negentig is niet zoveel belangstelling meer als het geen VIP is geweest.
Nu een volle zaal (toevallig was het een kerk /ironie)  waarin uitbundig haar leven werd gevierd met een lach en een traan. Veel bloemen, een fotograaf die per minuut alles vastlegde, (alleen) mooie herinneringen en favoriete muziek die je daar niet tijdens een kerkdienst hoort.

Soms ben ik jaloers op die mensen. Ze hebben intens van het leven genoten, zeker sinds ze ziek werd, ogenschijnlijk niet gehinderd door God of gebod of wat hierna zou kunnen komen. Het zag er zo intens en vrij uit met zo’n mooie afsluiting.
Morgen pikken we de draad weer op; iets minder mooi, dat dan weer wel.

Dan krijg ik het gevoel dat ik veel te gecompliceerd leef. Mezelf veel te veel vragen stel en dat het gewoon dom is. Waarom kan ik het niet laten om naar antwoorden te zoeken op levensvragen terwijl ik weet dat die antwoorden waarschijnlijk niet zullen komen?
Een rare hobby.

Maar misschien is het dáár de schone schijn. Ik weet niet wat er zich achter die voordeur heeft afgespeeld; welke gesprekken er ongetwijfeld zijn gevoerd. Ik kan me niet voorstellen dat die níet zijn gevoerd.
Maar wanneer je nergens in gelooft behalve in jezelf lijkt het leven toch eenvoudiger.

 

zaterdag 14 januari 2023

Radetzkymars


Geschreven door Joseph Roth (1894 – 1939)  in 1932.
Eerder las ik van hem 'de honderd dagen' over de laatste dagen van Napoleon en dat maakte indruk op mij vanwege de sfeer en schrijfstijl.
Nu las ik van dit boek een digitale editie naar de negentiende druk uit 2015.

Dit boek gaat over de opmaat naar de eerste wereldoorlog en het verval en de laatste dagen van het Habsburgse rijk en die van vier generaties ‘Von Trotta’.

Overgrootvader Trotta is een Sloveense  boer: ‘Thuis woonden ze in lage hutten, bevruchten s’ nachts hun vrouwen en overdag de velden. Wit en hoog lag ’s winters de sneeuw om hun hutten. Geel en hoog golfde ’s zomers het graan om hun heupen. Boeren waren ze, boeren! Het geslacht van de Trotta’s had niet anders geleefd! Niet anders!




Grootvader Von Trotta zit in het leger en is de held van Solferino omdat hij per ongeluk het leven redt van de jonge keizer Franz Joseph.
Hij wordt daarvoor in de adelstand verheven en in de orde van Maria Theresia.  Kapitein Joseph Trotta von Sipolje.
‘Hij was even eenvoudig en onberispelijk als zijn conduitestaat en alleen de woede die hem soms overviel, had een mensenkenner kunnen doen vermoeden dat ook in de ziel van kapitein Trotta de duistere afgronden gaapten waarin de stormen en de onbekende stemmen van naamloze voorvaderen slapen.’

Hij doet een goed huwelijk en krijgt een zoon en ontdekt in diens geschiedenisboeken dat de affaire niet is weergegeven zoals het in werkelijkheid is gebeurd. Hij protesteert daartegen tot aan de keizer toe en die laat zijn naam uit de boeken schrappen.
Trotta wordt nog wel even tot baron gebombardeerd en krijgt een keizerlijke gift voor zijn zoon. Het is voor hem wel een reden om uit het leger te stappen.

Zijn zoon, Franz, mag van hem het leger niet in wordt naar een kostschool in Wenen gestuurd en opgeleid tot jurist. Hij schopt het tot districtshoofd.

Iedere zondag wordt bij het ouderlijke huis de Radetzkymars gespeeld en dat maakt op kleinzoon Carl Joseph een onvergetelijke indruk. Dat hoort bij het stabiele leven wat helaas aan het verdwijnen is.
Carl Joseph is een wat labiele persoonlijkheid. Heeft amoureuze affaires maar geen nageslacht.
Vanwege gokschulden, die hij niet zelf maakt maar van anderen overneemt wordt zijn positie onhoudbaar. Zijn vader Franz en de keizer moeten er aan te pas komen om alles glad te strijken en als gevolg daarvan laat hij zich overplaatsen naar een suffig grensdorp.
Vlak voor de eerste wereldoorlog laat hij zich uit het leger ontslaan maar moet toch weer aantreden als dat nodig is.
Nee, hij sterft niet heldhaftig. Ja eigenlijk wel, vind ik. Hij probeert water te halen voor zijn dorstige kameraden en wordt daarbij neergeschoten.
Einde van de dynastieën; die van de Habsburgers en de von Trotta’s want Franz, als laatste overgebleven sterft op de dag van de begrafenis van keizer Franz Joseph.

Dit staat er nu zo zakelijk allemaal maar de manier waarop Roth dit allemaal beschrijft is geweldig mooi.
Je hebt van die tekenaars die met een paar strepen iets herkenbaars kunnen neerzetten. Zo is Roth ook. Met een paar zinnen weet hij een sfeer te scheppen die je niet meer vergeet.
Gewoon een goede schrijver.
 

 

donderdag 22 december 2022

Shoppen in Advent

Deze keer niet volgens het boek van Herman Paul maar letterlijk.
Sinds het uitbreken van Corona zijn dochter Cathy en ik niet meer in die grote stad geweest om te winkelen.
Dus dat werd hoog tijd. Winkelen kan ik beter niet zeggen in het bijzijn van driejarige kleindochter van dochter. Ze kijkt me dan vragend aan en wanneer ik mezelf ‘verbeter’ door het woord shoppen te noemen glijdt er een herkenningsglimlach over haar gezicht. Dan weet ze wat ik bedoel.

Veel dingen zijn veranderd sinds de laatste keer dat ik er was. Het grote V&D gebouw staat in de stijgers. Hudson Bay wat er na V&D in huisde heeft het ook niet gered.
De stad is met dit regenachtige weer somber en koud ondanks de kerstverlichting en ik hoor nergens een draaiorgel. Wat een gemis.

In de winkels met kleding voor anorexiameisjes bommert de ‘muziek’ in mijn oren. Wanneer ik slenterend de labels in de kleding lees die je tegemoet glanst en polyestert zie ik veel ‘Bangladesh’.
Kinderarbeid? Of is dat echt passé?
Bij de Bijenkorf, die altijd prachtige etalages had in deze tijd van het jaar, en waarvoor ik soms speciaal naar het centrum ging, heeft nu voor de eenvoud van de crisis gekozen.
Zij had vroeger ook een prachtige kerstballenafdeling. Ach, er staan nog wat tafels en rekken; maar veel soeps is het niet. Kennelijk laten ze deze tak van sport over aan de tuincentra.
De enige afdeling waar een wachtrij stond was de afdeling  van Louis Vuitton. Er werden beperkt kijkers/kopers toegelaten. Zodra er weer uit gingen mochten anderen er in.
Heel chique doorgelaten via een rode loper en een dik rood koord met haakjes mèt bediende. Er zijn dus mensen die geen last hebben van enige crisis maar dat ze die wachtrij ervoor over hebben…….verbijsterend.

Van sommige dingen werd ik wel weer blij: bij de lunch zag ik een ‘kop’ die er al heel veel jaren rondloopt. En nog net zo vrolijk en geduldig. Net als bij P&C; ook een dame die ik herkende van vele jaren geleden.

De metro is ook zoiets waar ik me amuseer. Op de heenweg hadden dochter Cathy en ik teveel te praten om oog te hebben voor de medereizigers maar op de terugweg, met pijnlijke voeten en een toeslaande vermoeidheid is er niets leukers dan mensen bestuderen.
De meeste reizigers zitten met hun ‘phone’ te rommelen en kijken niet op of om.
Een oudere dame zat te knikkebollen boven haar apparaatje; het viel bijna maar de luidsprekende dame maakte haar toch weer wakker. Net op tijd om uit te stappen.
Een jongeman stond in de donkere spiegelende ruiten zijn haar te fatsoeneren. Tenminste, dat maakte ik er van al zag ik de noodzaak niet zo. Hij dacht er duidelijk anders over. Het kostte hem twee stations.

De oogst van deze dag: een zomerjurk en een vest en nog wat kleine gefrutsel. Het is toch het meest handig en voordelig om in de winter zomerkleding te kopen en andersom.

Ondanks dat het woensdagmiddag was, vond ik het niet echt kerstdruk. Vroeger bruiste het veel meer. Nu werkt bijna iedereen en ook het online winkelen zal daar debet aan zijn maar wellicht hebben we een ‘gouden eeuw’ achter de rug en het niet beseft.
Ik word weemoedig en oud.

O ja, ik heb dit zelf geschreven. Er is geen ChatGPT of iets dergelijks aan te pas gekomen. ;)


zaterdag 3 december 2022

Sorry seems..

... to Be the Hardest Word.

Excuses maken. Zeker lastig maar wanneer je het eenmaal of meerdere malen hebt gedaan wordt het steeds gemakkelijker. De wereld vergaat namelijk niet en het helpt je, je eigen ego wat te relativeren. Je bent niet volmaakt, je maakt fouten en dat is niet erg, zeker niet wanneer je van plan bent om van je fouten te leren.
Toch hebben vele mensen er moeite mee zo getuigt het liedje van Elton John.

Wanneer mensen ten opzichte van mij excuses maken voor het één of ander ben ik al blij dat ze zo eerlijk zijn om het te benoemen en de moeite ervoor nemen. Ik neem ze dan ook van harte in ontvangst. Nee, ik stel geen eisen voor een bepaalde houding of voor een bepaald tijdstip of manier van doen.
Ook ga ik niet in overleg hoe we dat dan eens zullen gaan aanpakken.

Kennelijk is het heel anders bij het aanbieden van excuses voor het slavernijverleden. Die excuses moeten aan allerlei voorwaarden voldoen. Eerst in gesprek met de belanghebbenden over plaats en tijdstip en wie dat dan moet doen. Niet iedereen is daarvoor namelijk geschikt! Dat lijkt mij enigszins discriminerend.

Wel, u voelt hem al aankomen; ik heb inwendig wel pret wanneer ik dat theaterspektakel bezie. De spontaniteit is allang om zeep geholpen dus wat stelt dit nu voor?
Het is een formaliteit. Wellicht waardevol voor degenen die het zich kunnen permitteren om zich er druk over maken en verder is het gebakken lucht.

En voor wie dit wel serieus nemen is er nog wel meer te bedenken. Vrouwenhandel bijvoorbeeld, het bestaat nog steeds. Kinderarbeid bestaat ook nog.  Homo’s, (ik bedoel natuurlijk het hele alfabet) Roma’s en wie weet welke bevolkingsgroepen nog meer onheus bejegend zijn in het verleden en wat nog steeds niet verdwenen is.

Na het lezen van het artikel van het theologische elftal in de Trouw bezie ik het echter ietsiepietsie breder.
Discriminatie en racisme moeten we inderdaad tegengaan. Maar dat geldt al wat langer dan vandaag en geldt voor iedereen. Want ik ben er van overtuigd dat de neiging tot discriminerend en racistische gedrag in ieder mens zit, van welke kleur dan ook.
Maar dat we deel hebben aan het kwaad dat we zelf niet hebben veroorzaakt en we mede verantwoordelijk zijn voor de sociale harmonie vind ik wel punten die het overdenken waard zijn.
Wanneer vanuit dat opzicht excuses worden aangeboden kan ik daar achter staan ook al blijft het in dit geval toch wel erg theatraal.



zaterdag 19 november 2022

Numeri

ondertitel: boek van de woestijnjaren.
Geschreven door Jonathan Sacks en onderdeel van zijn serie over de Thora.
De eerste drie boeken heb ik gelezen en heb er van genoten. Wanneer je de Joodse achtergronden en verklaringen bij de verhalen leest vergroot dat je inzicht in het geheel.

Ook dit boek bestaat weer uit parasja’s. Tien stuks. En die weer uit verschillende essays over onderwerpen die aan de orde komen. Het zijn niet altijd de onderwerpen die ik zelf interessant vind maar die hij de moeite van het vermelden waard vindt.


Numeri gat over de reis van de berg Sinaï richting het beloofde land; de oevers van de Jordaan.

Leviticus was het hoogtepunt van het chiasma (ABCBA) van de vijf Bijbelboeken; Exodus en Numeri (B) gaan allebei over een reis.
Op pagina vijftien van het boek heeft Sacks een mooi overzicht opgenomen met alle overeenkomstige verhalen tussen de boeken.
Verschillen zijn er ook: het volk is in Numeri niet langer een groep slaven met de bijbehorende slavenmentaliteit die op de vlucht zijn, maar een natie die een verbond heeft gesloten met God; die een wetboek hebben ook al hebben ze nog geen land.
Dat is meteen ook het verschil met andere volkeren. Die hebben eerst land en pas later een wetboek. Is er geen land meer dan is ook het wetboek overbodig.
Bij de Joden niet. Ook al hebben ze geen land dan zijn ze toch verbonden door het verbond met God en de wetten en regels.

Wat wil ik verder onthouden? Het hele boek natuurlijk…..

Het stuk over de priesterlijke zegen. In 1997 vond men in Ketef Hinnom zilveren boekrolletjes van drie cm waarop in Paleo - Hebreeuws (werd vóór de Babylonische ballingschap gebruikt) de priesterlijk zegen staat in een heel precieze literaire structuur.
De betekenis van elke zinssnede legt hij uit. Hartverwarmend. Ik zal die priesterlijke zegen nu met andere oren horen.

In het verhaal met Korach, Dathan en Abiram uit Numeri 16 komen ook wijze lessen aan bod. Korach, een Leviet trekt samen op met Dathan en Abiram; nakomelingen van Ruben.
Ze komen bij Mozes en betwistten zijn leiderschap. Hun argumenten klinken heel plausibel zoals Sacks laat zien. Het heeft te maken met de blauwe draad in kwastjes van de gebedskleden. De tsietsiet.
Waarom zaten die drie toch fout?
Omdat ze niet door hadden de essentie van een gebod in het middel zit en niet in het doel.
Dat lijkt me voor ons ook wel van belang.
Wanneer we leren te volgen, ook al begrijpen we niet direct waarom, zal ons dat transformeren in mogelijke leiders. Korach kon nooit een leider zijn/worden omdat hij niet in staat was om een volger te zijn. Wanneer je zelf niet kunt gehoorzamen zul je anderen nooit kunnen overtuigen om gehoorzaam te  zijn.
Nog iets wat mij toch wel opviel: In Numeri 16: 32 staat dat de drie met alles wat ze bezaten én hun gezinnen verzwolgen werden.  (Sink hole?)
‘De aarde opende haar mond en verzwolg hen, met hun gezinnen.’ 

Maar in Numeri 26: 11 staat dat de kinderen van Korach niet gestorven waren en ook Sacks noemt de kinderen van Korach als nazaten van hem die psalmen creëerden. Bijvoorbeeld ps 84, ‘van de Korachieten’.
Dus ja, dat letterlijke lezen levert toch problemen op; althans voor fundamentalistische lezers.
Voor Sacks niet en ik maak me er ook niet druk  om.

Dan de houding van Mozes in ‘beide reizen’; van vóór de Sinaï en daarna en zijn ‘zonde’ waardoor hij het beloofde land niet in mocht.
Tijdens beide reizen, in Exodus en in Numeri murmureren (prachtig woord! Ik gebruik het regelmatig tegen mijnheer Cathy) de Israëlieten over water, over eten en hebben spijt van hun reis en willen ze terug.
Mozes reacties verschillen nogal. In Exodus hoort Mozes het aan, spreekt tot God, God zegt wat hij moet doen en hij doet het.
In Numeri lijkt hij er veel emotioneler mee om te gaan. Ondanks zijn ervaringen is hij kennelijk niet wijzer geworden en lijkt zijn veerkracht verminderd.
Verklaring: in Exodus wordt technisch leiderschap vereist. Het volk had nog steeds een slavenmentaliteit die moest veranderen in een natie van mensen die de verantwoordelijkheden van de vrijheid op zich konden nemen. Mozes moest adaptief leiderschap gaan tonen.
Maar hij ontdekte dat het volk nog helemaal niet was veranderd. Weer klaagden ze over dezelfde dingen als in Exodus en gaven de schuld aan een ander. Om wanhopig te worden en dat werd hij dan ook, zo af en toe. ‘Mensen helpen de kracht te vinden om te veranderen – dat is de grootste uitdaging van leiderschap.’
Vrije mensen geven anderen niet de schuld van hun ongeluk.
Mozes was eigenlijk zelf het probleem bij de reis vanaf de Sinaï naar het beloofde land.
Mozes was de sterke leider om het volk uit de slavernij te leiden maar bleef in gebreke om de mensen de kans te geven hun eigen sterke kanten te ontwikkelen. Daar was Jozua, zijn opvolger, beter in.
Na de aanstelling van de zeventig oudsten ging het beter al ging Mozes in de fout toen hij op de rots sloeg om het volk water te geven in plaats van spreken zoals God bevolen had. (Num 20)
Ik heb daar al eerder een berichtje aan gewaagd.
Terwijl eerder God al eens had gezegd dat hij op een rots moest slaan (Ex 17)
Daar heb je weer dat verschil in reis. Vóór of na de Sinaï.
Maar ook een verschil in generatie. Er was nu een generatie die in vrijheid was gebóren. Vrije mensen moet je anders benaderen, die reageren op overreding en niet op slaan. Slaan hoort bij de slavenmentaliteit.
De dubbele boodschap die ik er in zag, - zie mijn blogberichtje -  daar heeft Sacks het vanzelfsprekend niet over. Maar als elk vers in de bijbel zeventig uitleggingen toestaat dan zit de mijne er vast wel bij.

Vaak heb ik mij afgevraagd waarom die woestijn reis zo lang moest duren; een generatie zelfs. Volgens Sacks kost het tijd om mensen te veranderen. Zeker vanuit de slavernij naar de verantwoordelijkheden die vrijheid met zich meebrengt. Er was een nieuwe generatie voor nodig die in vrijheid was geboren, niet gehinderd door de gewoonten van de slavernij. Dat kost tijd; er is geen kortere route.
Over het beeld woestijnreis – mensenleven heeft hij het niet. Terwijl ik dat er toch wel inzie. Ergens schrijft hij (p 355) dat ze (we) geroepen zijn om een rolmodel te zijn, een belichaming van de Thora. Ja, dat lees ik toch ook in Rom 8:29.
Wel ingewikkeld: de joden moeten het allemaal zelf doen en voor ons, heidenen, is het al gedaan en hebben we een levend rolmodel.

Ook de vreemde verboden die in dit boek voorkomen worden besproken en komen overeen met wat ik al wist. Zoals een bokje dat niet gekookt mag worden in de melk van zijn moeder, het niet dragen van wol en vlas. Het zit in het verschil in ordes in de schepping. (Dat is de enige echte scheppingsorde!)
In dit blogberichtje heb ik wat genoemd.

Wat mij ook nog opviel is dat Sacks benoemt dat Israël direct onder de soevereiniteit valt van God en ander volken worden geregeerd door aardse en hemelse tussenpersonen. (p 381)
Dat had ik al eens geleerd van Willem Ouweneel naar aanleiding van gedeeltes uit het Oude Testament. Ieder volk heeft zijn eigen Engelvorst. Dus als twee profeten hetzelfde zeggen…
Daarop voortbordurend vond ik altijd wel dat de Engelvorst van Afghanistan dan wel eens wat beter zijn best mocht doen voor dat troosteloze land.
Zijn lofzang op Israël waar God zo dichtbij is, meer dan in een ander land. Waar ik niet zoveel geloof aan hecht want dan denk ik weer heel nuchter: fijn dat Theodor Herzl zijn zin niet heeft gekregen want dan was het mogelijk een Argentijnse Jodenstaat geworden. ( p 43 van ‘de Jodenstaat’)

De wetten en verhalen die elkaar afwisselen in het boek Numeri; de wet wordt aangekondigd vóór het verhaal waarop ze van toepassing is. 
De faalangst van de tien verkenners; de sprekende ezel van Bileam. Het is teveel om hier te noemen.

Ja, het valt weer op in dit boek, de liefde die Sacks heeft voor God en zijn volk. Om ontroerd en blij van te worden.
Verder ben ik ook blij dat hij regelmatig dingen herhaalt in de verschillende parasja’s. Sinds ik Corona heb gehad lijkt het of mijn brein (nog) langzamer werkt dan voorheen en minder kan onthouden. Niet fijn.

En Sacks blijft meester in het poneren van one-liners:

‘De Goddelijke aanwezigheid is niet te vinden in de ene stem tegenover de andere stem, maar in het gesprek als geheel.’

‘Alleen door open te staan voor een macht die groter is dan zijzelf worden mensen groter dan zichzelf.’

‘God schiep de tijd zodat niet alles tegelijk gebeurt.’

‘Een van de grote verschillen tussen het jodendom en andere religies is dat, terwijl andere religies ernaar streven mensen te verheffen naar hemelse sferen, het jodendom er naar streeft de hemel op aarde te brengen.’

Dan is nu het wachten op de uitgave van Deuteronomium. 



En dan lees ik vlak na dit boek een interview met David Grossman in de Trouwbijlage.
Hij krijgt volgende week de Erasmusprijs uitgereikt door onze koning.
Het gesprek is zo down to earth. Het contrast kan niet groter zijn.
Een rabbijn die dagelijks met zijn neus in de TeNaCH met aanverwante geschriften zat en zich omringde met gelovigen of deze schrijver; wonend vlakbij Palestijnse gebieden, een twintigjarige zoon heeft verloren in een oorlog, niet in God gelooft maar wel met vrienden de TeNach bestudeerd.



dinsdag 11 oktober 2022

Crisis!

Een essay, geschreven naar aanleiding van het maand van de geschiedenis door Beatrice de Graaf (1976).

Regelmatig zien we haar optreden in actualiteiten programma’s op tv. (in tijden van crises) Haar nuchtere kijk op de wereld met al haar kwaad vind ik verfrissend.

Ze heeft inmiddels al heel wat boeken op haar naam staan die ik tot mijn schaamte nog niet heb gelezen.
Dit was een dun boekje en de laatste zin van een  interview in de krant was de trigger om het aan te schaffen.


Deze zin:

‘Waar wij vandaag de dag vooral demonstranten op zien trekken richting het Binnenhof, vuisten zwaaiend naar de regering, zag de vroegmoderne mens flagellanten en processies langstrekken. Zij riepen in tijden van ramp en tegenspoed staat, samenleving en individuele mens op tot inkeer te komen, en daarin vooral zelf het voortouw te nemen: Wat voor mens ben je in de crisis? En hoe ben je er voor de ander?’


Crisis: wat verstaan we daar eigenlijk onder. Mensen nemen al snel dat woord in de mond en noemen van alles een crisis.
Naar mijn idee is dat de devaluatie van de taal. Net zoals het woord ‘geniaal’ gebruikt wordt voor zaken die in mijn ogen helemaal niet geniaal zijn. Of mensen zijn 'kanjers', ook zo lachwekkend.
Of als mensen vertellen dat ze zelf of anderen ‘doodziek’ zijn geweest dan denk ik dat ze ‘op het randje’ hebben gelegen wat in werkelijkheid helemaal niet het geval bleek te zijn geweest.
Tegenwoordig zijn mensen al in shock van een zucht of een sch**t. Ze weten niet wat een shock is.
Een vreemde manier van indruk maken wat bij mij dan niet echt land maar meer  overdreven overkomt. Een volgende keer trek ik er bij voorbaat de helft van de beladenheid vanaf.

Crisis: ‘dat is de perceptie in de samenleving dat er sprake is van een ernstige verstoring van het politieke en sociale stelsel van een land.’ (p22)
Daarbij wijkt ze iets af van de definitie van officiële crisisonderzoekers (p9)

In onze tijd zijn dat er nogal wat maar ‘in dit essay komen rampen en incidenten voorbij die al kantelpunt golden in de omgang met dreiging en die bijdroegen aan de ontwikkeling van moderne crisisbeheersing.’

Ze start met de ontploffing van een vrachtschip met buskruit in Leiden in 1807. Honderdzestig doden en ruim tweeduizend gewonden. Een nationale ramp.
Maar in deze Napoleontische tijd was er een centrale overheid onder leiding van Leopold Napoleon die in actie kwam met hulpmaatregelen.
Dat gold ook voor de diverse epidemieën. Mensen hoefden niet overal meer zelf voor te zorgen.
Ze eindigt met de gaswinningsproblematiek, toeslagenaffaire en de coronapandemie.
Het verschil? Nu geven we de overheid de schuld van deze zaken. We houden de overheid voor de hoofdverantwoordelijke die alles maar laat gebeuren.
Als reactie ontstaan er allerlei radicale bewegingen die wantrouwen aanwakkeren en niet meer tegen corona en stikstofuitstoot zijn maar tegen de maatregelen!
Hoe krom wil je het hebben.

Haar oplossing:
1. Crises altijd als landelijk en soms zelfs Europees zien en ook op die manier aanpakken.
2. Crisismaatregelen transparant en vooral eerlijk uitvoeren anders vergroten ze de problemen.
Wanneer burgers dat vertrouwen (weer) hebben kunnen ze crises het hoofd bieden want er zullen er altijd blijven komen.

Ik vind haar optimistisch.
Zelf denk ik dat mensen het vaak heel intelligent vinden staan om kritiek te uiten. Zo van: zie je, ik denk tenminste na.
Nog iets verder nadenken voor je iets zegt zou pas echt van intelligentie getuigen.

  

dinsdag 27 september 2022

Hierna


Ondertitel: een cultuurgeschiedenis van de hemel.
Geschreven door Catherine Wolff, vorig jaar september. In het Engels: ‘Beyond: How Humankind Thinks About Heaven’.
Deze dame heeft geen klinkende titels voor haar naam staan (of ze negeert ze) maar duidelijk is dat ze weet waar ze het over heeft en dat ze veel onderzoek heeft gedaan.
“Het is”, zo schrijft ze, “haar eigen zoektocht naar kennis van en hoop op een voortzetting van het leven”.

Nee, dit is geen boek over hoe de hemel eruit ziet maar hoe mensen door de eeuwen heen erover hebben gedacht en geschreven en op andere manieren zich hebben geuit.
Boeiende materie want iedereen denkt daar wel eens over; wat komt er na de dood, bestaat er überhaupt een hemel - en hel -   en hoe zien die er dan uit.



De gedachten over het hiernamaals uit alle grote religies komen langs: het Hindoeïsme en Boeddhisme, het Jodendom, de Islam en het Christendom. Plus wat kleinere bewegingen zoals het spiritisme waar Sir Arthur Conan Doyle een bekende aanhanger van was. Het boek ‘Arthur en George’ van Finch gaat daarover.

Psychedelica en wetenschappelijk onderzoek. Parapsychologie, de Godspot en BDE ervaringen.

Wanneer ik zo lees over alle religies merk ik dat overal en altijd het verlangen naar voren komt naar gerechtigheid, volmaaktheid en voortbestaan. Soms in de vorm van reïncarnatie.  
Elke religie heeft zo haar eigen beelden, woorden en vormen maar deze behoeftes zijn universeel en kun je daarin teruglezen.
Dat is best wonderlijk.

De echte oorsprong van religie blijft in nevelen gehuld. En dat verbaast me eigenlijk niet.
Wolff noemt wel de vijf stadia van John Lubbock: Atheïsme,  Fetisjisme (god in een voorwerp),  Totemisme( in de natuur zijn goede en kwade geesten)en Sjamanisme (de goden leven in een afzonderlijk rijk) en de afgoderij. (het maken van goden in menselijke gedaanten). Daar zouden volgens mij de Dromers van de Aboriginals (p28 ) nog tussen gepast moeten worden maar die waren mogelijk niet bekend bij Lubbock.
Ach, zo’n lijstje is ook weer aan veranderingen onderhevig. Merlin Donald dacht er honderd jaar later weer anders over.
Hij gaat voor een ‘mimetische’ cultuur bij primaten. Gebaseerd op gebaren en nabootsen waar dan weer rituelen uit voort vloeiden.

De oorsprong van religie kan liggen in het gevoel van betekenis geven wat zich bij de bewustwording mee ontwikkelde; de overweldigende krachten van de natuur en de daarmee gepaard gaande angsten. Of het geloof in een voortzetting van dit leven na de dood wat kennelijk toch universeel lijkt te zijn.
Maar dán moet er logischerwijs in de mens iets zijn wat ‘on-lichamelijk’ is denk ik. We noemen dat nu de ziel.
Wellicht is het een combinatie van al deze factoren. Hóe je in het hier en nu leeft is wel van belang. Ook een universeel idee.

In het Jodendom gaf God zijn wetten aan de joden voor het leven maar er werd weinig over de dood of wat erna komt gesproken. Er ontwikkelde zich wel een idee over het hiernamaals, de Sjeool.  In het Grieks: Hades

En volgens mij van de 'Olam Haba' de toekomende wereld. De tijd van de Messias. Maar oké, dat is in het hier en nu.
In het Christendom, meer gebaseerd op het Nieuwe Testament,  golfde het geloven in hemel en hel wat heen en weer. Jezus verkondigde het Koninkrijk de Hemelen en sprak over de levende doden in Matt 22: 29, 31-32. In Matt 25 spreekt Hij over het laatste oordeel waarin de mensen die rechtvaardigheid verspreiden, hongerigen voeden, zorgen voor de armen en verdrukten en de vreemdeling welkom heten. Zij zullen in heerlijkheid worden opgenomen.
Paulus sprak over een transformatie van gelovigen die steeds meer op Jezus zouden gaan lijken en hij verwachtte een spoedige wederkomst met daaraan verbonden een eeuwig leven.
Dat bleek niet te kloppen want we zijn nu tweeduizend jaar verder, dus moet er geherinterpreteerd worden.

In de vroege tijd en middeleeuwen ontstonden levendige beelden over het leven hierna: denk aan Jeroen Bosch, Dante Alighieri en Michelangelo. Dat was wel zo handig om de grote groep van ongeletterde gelovigen in het gareel te houden.
Na de reformatie en contrareformatie gingen de ideeën en meningen uit elkaar lopen.
Mystici en pragmatici ontwikkelden allemaal hun eigen ideeën; er zijn er inmiddels net zoveel als er kerkverbanden zijn.
Op een dag zullen we het weten (of nooit, wanneer er niets is maar dat geloof ik niet) want tot nu toe is er ‘niemand die met een verifieerbaar verslag uit het hiernamaals is teruggekomen.’

In de andere religies zijn ook allerlei gedachten over het leven hier en hierna. De overkoepelende ideeën zijn dat je goed leeft en dan beloond zult worden.
'Wat gij niet wilt dat u geschied....'
Daartussen is het Christendom toch uniek.
Omdat we niets hoeven te doen voor een leven in de hemel of op de vernieuwde aarde; het is allemaal voor ons gedaan. We hoeven het alleen maar te geloven.
Eerst de overgave in geloof en dan zul je het zien. Dan ga je anders denken en anders willen. Meer in overeenstemming met de Goddelijke wil die Hij kenbaar heeft gemaakt in zijn leefregels. Ehm…wel met vallen en opstaan. Helaas.
Nu was er nog iets wat ik wilde melden maar dat floepte mijn brein weer uit.

In ieder geval geeft een leven na dit leven hoop aan talloze mensen al is het niet aan iedereen. Er  zijn er die beslist geen leven na dit leven ambiëren.
Langzamerhand raak ik er ook van overtuigd dat a(nti)theïsten een vorm van angst kennen. Een angst van een ‘Olam Haba’ die niet onder controle te krijgen is, nu niet en ‘morgen’ ook niet in tegenstelling tot het geloof in de wetenschap. De wetenschap heeft de pretentie en illusie om alles op een dag onder controle te hebben. Dat was in ieder geval het streven van Stephen Hawking.
Bij zoiets vaags als een hiernamaals zal dat nooit lukken en het roept vaak angst op wanneer je niet weet waar je aan toe bent.

Wat moet je met een ‘Lichtstad met uw paarlen poorten…’ ?
Ik moet altijd een beetje  grinniken wanneer dit gezongen wordt. Zeker, het is hoopgevend maar of het realistische is blijft wel de vraag.
Het komt uit de Openbaringen van Johannes, het laatste Bijbelboek. Maar in zijn visioenen  komen zoveel wonderlijke beelden naar voren dat ik ze niet meer letterlijk kan nemen.
Het is ook duizend keer boeiender om naar betekenissen te zoeken.

Iets waar ik bijvoorbeeld steeds weer tegenaan loop is dat Hemelse Jeruzalem waar zij, die Zijn geboden doen naar binnen mogen. (Openb 22: 14, 15)  Ontuchtplegers, moordenaars en leugenaars mogen die stad niet in. Maar, zo vraag ik mij dan af: zijn die daar dan nog?  Zijn zij niet allang geoordeeld en weg?
Misschien moet ik het geestelijk allemaal eens in elkaar zien te passen. Werk aan de winkel.

Al met al is het boek een aanrader ook al valt het mij op dat ze weinig schrijft over de hel.

 

…Who Wants to Live Forever?....

donderdag 15 september 2022

Transgenderwet

Een vreemde wet lijkt het licht te gaan zien, terwijl ik het idee heb dat de makers hiervan in duisternis verkeren.
De nieuwe transgenderwet gaat het mogelijk maken dat iemand die zich niet thuis voelt in zijn/haar lichaam – genderdysforie - dat wat gemakkelijker in de officiële paperassen kan aanpassen door middel van zelfidentificatie. Er komt dan geen professional meer aan te pas.
Ook voor kinderen onder de zestien wordt het gemakkelijker; een wettelijke vertegenwoordiger kan bij de rechtbank een verzoek indienen ook weer zonder tussenkomst van een professional.

De wetenschap die toch veel mensen  hoog in het vaandel hebben staan, wordt nu opeens naar de achtergrond verdrongen. Want de wetenschap maakt duidelijk dat tachtig procent van de jongeren over hun ‘genderdysforie’ heen groeien.

De biologische wetenschap zegt of een persoon mannelijk of vrouwelijk is. De menselijke soort is zogezegd binair. Er zijn twee mogelijkheden.
XX en XY.
(Er zijn er wel meer  - syndromen van Turner / Klinefelter - maar dat negeer ik nu even.)

Diezelfde wetenschap doet nu opeens niet meer ter zake, het gevoel van de mens wordt belangrijker geacht en daarom moet de wet aangepast worden.
Dat is best gevaarlijk. Ik bedoel: wanneer gevoelens tot leidraad worden bij grote beslissingen dan weet ik nog niet waar we uitkomen.
Het voelt niet goed. Eh....juist. 

Nu weet ik ook niet alles met betrekking tot al die termen die in deze tijd worden gebruikt: queer, pan-seksualiteit, genderessentialisme, transseksualiteit, transgenders en non-binair en zo zijn er nogal wat nog los van al die afkortingen.
Ik heb me voorgenomen om me daar pas in te verdiepen wanneer ik er direct mee te maken krijg. En dat is tot nu toe niet het geval. De tijd is ook voorbij dat ik van mezelf vond dat ik overal direct een mening over moest vormen.

Maar de term fluïde valt ook en dat denk ik te begrijpen.
In het dorp waar ik ben geboren was er een stel wat ik me nog goed kan herinneren. De man was/ is een ‘echte’ man, groot,  breed en harig. Een Bokito type. Zijn vriendin en later vrouw was/is een superslank blond meisje met op zaterdag krulspelden in haar haar en ze trippelde op van die pantoffeltjes met roze pluizige bolletjes erop. Ik keek mijn ogen uit.
Een bijzonder stel in mijn ogen, zo totaal verschillend.

Nu denk ik dat de man een hoog testosteron gehalte had/heeft en een heel laag oestrogeen gehalte en de vrouw precies andersom: een hoog oestrogeen gehalte en nauwelijks testosteron.
Ik kan me vervolgens ook voorstellen dat die spiegels bij iedereen een andere verhouding hebben. Een glijdende schaal.  Fluïde.
Dus genetisch kun je een man zijn maar door de afgifte van een te laag testosteron gehalte in de baarmoeder en/of een te hoog oestrogeengehalte kun je als man op mannen vallen. Bij vrouwen net zo.
Zo las ik in een artikel van Debra Soh: ‘De blootstelling aan testosteron is bepalend voor de manier waarop mannelijke en vrouwelijke hersenen groeien’.
Zij schreef in 2020 het boek: ‘The End of Gender’.

Naar aanleiding van dit berichtje heb ik weer wat oude boeken onder het stof vandaan gehaald: ‘Brainsex’ van Anne Moir uit 1989 en ‘Waarom mannen niet luisteren en vrouwen niet kunnen kaartlezen’ van Allan en Barbara Pease. Uit 1998.
Eigenlijk staat daarin alles precies beschreven.
In een blogbericht van tien jaar geleden schreef ik ook al iets.

Conclusie: ik ben tegen die wet. Die is te rigoureus. Maar ik ben wel voor een open houding met betrekking tot deze problematiek. O, wat ben ik weer tactisch.
Maar ik las ergens precies waar het ook volgens mij om draait:
‘Gaat het hier op aarde om zo goed mogelijk onze rol volgens ons biologisch geslacht te vervullen, zoals wij ooit geschapen zijn? Of kijken wij met de schepping reikhalzend uit naar wat gaat komen? Wijzen we een ander af omdat deze zijn/haar genderrol verkeerd invult, om omhelzen wij die zelfde persoon omdat wij één zijn in Christus?’

Het is zoals ik al meer opmerkte: sommige mensen staan met hun neuzen richting paradijs en hebben moeite met alles wat steeds maar anders wordt; anderen staan meer richting vernieuwde schepping waarbij we eerst nog door vele dalen heen moeten. Dat geeft frictie.

Mocht ik er ooit mee te maken krijgen dan hoop ik dat ik die ander liefdevol in de ogen kan blijven kijken.
Dat zou natuurlijk helemaal geen issue moeten zijn maar ja, ik heb ook moeite met die brede vrouwen die ooit man waren en met types die er zo ‘over-de-top’  vrouwelijk uitzien.
Vrouwen die man worden lijkt om de een of andere reden toch wat minder schokkend.
Wat blijft leven toch een gecompliceerde aangelegenheid.