Na lang denken heb ik besloten dat 1q84 (qutienvierentachtig) staat voor een parallelle wereld. In die wereld staan er twee manen aan de lucht, lijken kraaien op drones en heeft het kwaad een andere vorm.
In dat jaar 1984, wat te maken heeft met Georg Orwell, ervaren de beide hoofdrolspelers een soort ‘twist’ in hun brein.
‘Dit jaar is het precies 1984. Ook de toekomst wordt eens werkelijkheid, en gaat dan weer meteen in het verleden over.[.. ] Door mensen van hun ware geschiedenis te beroven, beroof je ze van een deel van hun persoonlijkheid. Dat is misdadig. [.. ] Geschiedenis is een andere naam voor collectieve herinnering. Als je dat iemand afneemt of het herschrijft, maak je het hem onmogelijk om zijn eigen persoonlijkheid – de juiste persoonlijkheid die hij had moeten hebben – te handhaven.’
Het eerste deel van deze trilogie leest als een thriller. Aomame is een Japanse sportlerares en moordt op aanvraag. Tengo is een wiskundeleraar en leeft teruggetrokken. In zijn vrije tijd schrijft hij.
‘Wanneer hij als wiskundeonderwijzer voor de klas stond, stampte hij erbij zijn leerlingen in hoe gretig wiskunde naar logica verlangt. In de wiskunde heeft iets wat je niet kunt bewijzen ook niets te betekenen, maar als je eenmaal iets hebt kunnen bewijzen, vallen alle raadsels van de wereld je als malse oesters inde hand.’
En als schrijver: ‘in het bos der verhalen mag de onderlinge samenhang der dingen nog zo duidelijk zijn, maar je krijgt er nooit een duidelijk antwoord op je vragen. Dat was het grote verschil met wiskunde. Heel in het algemeen gezegd drukt een verhaal een probleem uit in een andere vorm.’
De hoofdstukken gaan om beurten over Aomame en Tengo, twee verhaallijnen die totaal los van elkaar lijken te lopen. Dat stoort niet. Ze blijven even spannend. Ik ging er wel op letten waar de mogelijke overlappingen zaten. Dat waren op een gegeven moment Janăĉeks Sinfonietta, de NHK, een organisatie die kijk- en luistergeld ophaalt en nog weer later een Jehovagetuigengebed.
Heel langzaam schuifelen de lijnen van Aomame en Tengo naar elkaar toe. Daar tussendoor speelt het herschrijven van een boek een zeer grote rol, Tengo fungeert als ‘ghostwriter’ van een boek (een pop (= cocon) van lucht) van een bijzondere zeventienjarige jongedame: Fukaeri en dat heeft veel gevolgen.
Welke rol speelt de ‘Oude Dame’? Wie zijn ‘The Little People’? (tegenhangers van Big Brother?)
Het eerste deel is gewoon heel spannend, zo spannend dat ik het af en toe even opzij moest leggen en weer in mijn eigen, ‘normale’ wereld moest rondkijken. Aan het einde was er even een ‘huh ’moment. Er gebeurde iets surrealistisch.
In de volgende delen wordt dat steeds meer. Wat zijn Mothers en Daughters, receivers en perceivers? Wie is wie en wanneer: in 1984 of in 1q84? Het wordt steeds complexer.
In het derde deel komt er een lijn bij van Ushikawa, een detective. Nee, hij brengt het niet tot een oplossing wat toch detectives eigen is.
Tussendoor merk je duidelijk dat Murakami heel bekend is met de Westerse cultuur. Veel linkjes naar boeken, muziek, actualiteiten en films. Hij is ouder dan ik want ik ken de film ‘The Thomas Crownaffair’ alleen maar met Pierce Brosnan en Rene Russo en niet met Faya Dunaway en Steve McQueen.
Ook schrijft hij hier en daar lekker filosofisch:
Als wij echt niet meer dan dragers zijn voor de genen, zoals de Oude Dame zegt, waarom leiden zovelen van ons dan zulke merkwaardige levens? Je zou denken dat de genen hun doel om hun DNA door te geven aan volgende generaties ruimschoots bereiken als alle mensen op een simpele manier een simpel bestaan konden leiden, zonder zich onnodig e zorgen te hoeven maken, en als ze zich rustig konden wijden aan de instandhouding en voortplanting van het leven. Maar nee, mensen leiden gecompliceerde en gebroken levens, soms zelfs leven die je met de beste wil van de wereld niet anders dan abnormaal kunt noemen. Zouden genen daarmee opschieten?
Mannen die er plezier aan beleven om pre puberale meisjes te verkrachten, uit de kluiten gewassen homoseksuele lijfwachten, vrome mensen die vrijwillig de dood kiezen door bloedtransfusies te weigeren, vrouwen die zelfmoord plegen als ze zes maanden zwanger zijn, vrouwen die problematische mannen vermoorden door een scherpe naald in hun nek te steken, mannen die vrouwen haten, vrouwen die mannen haten……wat hadden zulke genen aan zulke levens? Kregen ze soms een kick van zulke kronkelige levenspaden? Hadden ze een speciaal doel waar ze zulke levens voor gebruikten?
Aomame begreep er niets van, of het moest zijn dat het nu te laat was om een ander leven uit te kiezen. Er zit niks anders op: ik moet dit leven uitleven. Ik kan het niet terugbrengen naar de winkel om het te ruilen. Hoe raar en misvormd het ook mag zijn, ik ben er de drager van.
Kortom: een aanrader ondanks het feit dat ik (nog?) niet het gevoel heb dat alle stukjes op hun plaats zijn gevallen. Ja, ze krijgen elkaar maar dat deed mij eigenlijk weinig.