Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht 1q84. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht 1q84. Sorteren op datum Alle posts tonen

donderdag 2 juli 2015

1q84


Een trilogie, geschreven door Haruki Murakami (1949) in 2009 maar het verhaal speelt zich af in 1984.
Na lang denken heb ik besloten dat 1q84 (qutienvierentachtig) staat voor een parallelle wereld. In die wereld staan er twee manen aan de lucht, lijken kraaien op drones en heeft het kwaad een andere vorm.
In dat jaar 1984, wat te maken heeft met Georg Orwell, ervaren de beide hoofdrolspelers een soort ‘twist’ in hun brein.
‘Dit jaar is het precies 1984. Ook de toekomst wordt eens werkelijkheid, en gaat dan weer meteen in het verleden over.[.. ] Door mensen van hun ware geschiedenis te beroven, beroof je ze van een deel van hun persoonlijkheid. Dat is misdadig. [.. ] Geschiedenis is een andere naam voor collectieve herinnering. Als je dat iemand afneemt of het herschrijft, maak je het hem onmogelijk om zijn eigen persoonlijkheid – de juiste persoonlijkheid die hij had moeten hebben – te handhaven.’


Het eerste deel van deze trilogie leest als een thriller. Aomame is een Japanse sportlerares en moordt op aanvraag. Tengo is een wiskundeleraar en leeft teruggetrokken. In zijn vrije tijd schrijft hij.
‘Wanneer hij als wiskundeonderwijzer voor de klas stond, stampte hij erbij zijn leerlingen in hoe gretig wiskunde naar logica verlangt. In de wiskunde heeft iets wat je niet kunt bewijzen ook niets te betekenen, maar als je eenmaal iets hebt kunnen bewijzen, vallen alle raadsels van de wereld je als malse oesters inde hand.’
En als schrijver: ‘in het bos der verhalen mag de onderlinge samenhang der dingen nog zo duidelijk zijn, maar je krijgt er nooit een duidelijk antwoord op je vragen. Dat was het grote verschil met wiskunde. Heel in het algemeen gezegd drukt een verhaal een probleem uit in een andere vorm.’
De hoofdstukken gaan om beurten over Aomame en Tengo, twee verhaallijnen die totaal los van elkaar lijken te lopen. Dat stoort niet. Ze blijven even spannend. Ik ging er wel op letten waar de mogelijke overlappingen zaten. Dat waren op een gegeven moment Janăĉeks Sinfonietta, de NHK, een organisatie die kijk- en luistergeld ophaalt en nog weer later een Jehovagetuigengebed.
Heel langzaam schuifelen de lijnen van Aomame en Tengo naar elkaar toe. Daar tussendoor speelt het herschrijven van een boek een zeer grote rol, Tengo fungeert als ‘ghostwriter’ van een boek (een pop (= cocon) van lucht) van een bijzondere zeventienjarige jongedame: Fukaeri en dat heeft veel gevolgen.
Welke rol speelt de ‘Oude Dame’? Wie zijn ‘The Little People’? (tegenhangers van Big Brother?)
Het eerste deel is gewoon heel spannend, zo spannend dat ik het af en toe even opzij moest leggen en weer in mijn eigen, ‘normale’ wereld moest rondkijken. Aan het einde was er even een ‘huh ’moment. Er gebeurde iets surrealistisch.

In de volgende delen wordt dat steeds meer. Wat zijn Mothers en Daughters, receivers en perceivers? Wie is wie en wanneer: in 1984 of in 1q84? Het wordt steeds complexer.
In het derde deel komt er een lijn bij van Ushikawa, een detective. Nee, hij brengt het niet tot een oplossing wat toch detectives eigen is.

Tussendoor merk je duidelijk dat Murakami heel bekend is met de Westerse cultuur. Veel linkjes naar boeken, muziek, actualiteiten en films. Hij is ouder dan ik want ik ken de film ‘The Thomas Crownaffair’ alleen maar met Pierce Brosnan en Rene Russo en niet met Faya Dunaway en Steve McQueen.
Ook schrijft hij hier en daar lekker filosofisch:
Als wij echt niet meer dan dragers zijn voor de genen, zoals de Oude Dame zegt, waarom leiden zovelen van ons dan zulke merkwaardige levens? Je zou denken dat de genen hun doel om hun DNA door te geven aan volgende generaties ruimschoots bereiken als alle mensen op een simpele manier een simpel bestaan konden leiden, zonder zich onnodig e zorgen te hoeven maken, en als ze zich rustig konden wijden aan de instandhouding en voortplanting van het leven. Maar nee, mensen leiden gecompliceerde en gebroken levens, soms zelfs leven die je met de beste wil van de wereld niet anders dan abnormaal kunt noemen. Zouden genen daarmee opschieten?
Mannen die er plezier aan beleven om pre puberale meisjes te verkrachten, uit de kluiten gewassen homoseksuele lijfwachten, vrome mensen die vrijwillig de dood kiezen door bloedtransfusies te weigeren, vrouwen die zelfmoord plegen als ze zes maanden zwanger zijn, vrouwen die problematische mannen vermoorden door een scherpe naald in hun nek te steken, mannen die vrouwen haten, vrouwen die mannen haten……wat hadden zulke genen aan zulke levens? Kregen ze soms een kick van zulke kronkelige levenspaden? Hadden ze een speciaal doel waar ze zulke levens voor gebruikten?
Aomame begreep er niets van, of het moest zijn dat het nu te laat was om een ander leven uit te kiezen. Er zit niks anders op: ik moet dit leven uitleven. Ik kan het niet terugbrengen naar de winkel om het te ruilen. Hoe raar en misvormd het ook mag zijn, ik ben er de drager van.


Kortom: een aanrader ondanks het feit dat ik (nog?) niet het gevoel heb dat alle stukjes op hun plaats zijn gevallen. Ja, ze krijgen elkaar maar dat deed mij eigenlijk weinig.


dinsdag 13 september 2016

De jacht op het verloren schaap


Geschreven door Haruki Murakami (1949) in 1982.

De eerste druk in het Nederlands verscheen in 1991; ik las de zeventiende uit 2015. Opgepikt in een executieverkoop.
Eerder las ik van hem Norwegian Wood en de trilogie 1q84.

Het leuke van het lezen van buitenlandse auteurs is dat je overal komt. Deze keer in het noorden van Japan op het grootste eiland: Hoikkaido waar kennelijk azalea’s bloeien in de herfst zo tegen de winter aan. ( p 288) Dat vond ik ietsje twijfelachtig. Maar een reis naar Japan staat nog op het verlanglijstje dus misschien kom ik er ooit zelf achter of het klopt.
Toen ik het uit had en het nawoord van de schrijver las bleek dat ik weer eens in een verkeerde volgorde lees. Ik had eerst ‘Luister naar de wind’ en ‘Flipperen in 1973’ moeten lezen omdat dit ook een soort van trilogie is. Gelukkig heb ik die ook uit dezelfde verkoop.

In ieder geval heb ik het weer met plezier gelezen. Een jonge man, de ik-figuur zonder naam, met zijn vriendin, ook zonder naam maar met uiterst aantrekkelijk oren worden uitgedaagd een verloren schaap te zoeken. Het kenmerk is een ster op zijn rug. Er zit een deadline aan vast met nare gevolgen.
Voor die gevolgen dekt de jongeman zich vast zoveel mogelijk in.
Wanneer het verhaal je te pakken krijgt blijkt het weer een ‘pageturner’ te zijn. Lukt het om dat schaap te vinden, waarom moest hij dat nu zo nodig gaan zoeken, wat zit erachter en waarom?
Een verbinding met het transcendente wordt gelegd; ik noem het maar een vorm van ‘literair magisch realisme’.
De manier van schrijven is vaak droog komisch. Een paar voorbeelden:
‘In het vliegtuig sparen we meer dan tien uur uit, nietwaar? Die tijd moet toch ergens heengaan?’ ‘De tijd gaat nergens heen. Het is een optelsommetje, meer niet. Die tijd kunnen we gebruiken zoals we willen, of het nou in Tokio of in Sapporo is. In tien uur tijd kunnen we vier films zien en twee keer uit eten gaan. Of niet soms?
‘Maar als ik nou niet naar de film of uit eten wil?’
‘ Dat is jouw probleem. Daar kan de tijd niets aan doen.’
Dat gaat dan zo een poosje door. Het is zo banaal en soms werkt het zo op mijn lachspieren.
Net het leven zelf.

‘Een karakter kan zich nog enigszins veranderen, maar de middelmatigheid is voor eeuwig. Dat heeft een Russische schrijver ooit gezegd. Soms zeggen ze wel slimme dingen, die Russen. Nou ja, ze hebben dan ook de hele winter de tijd om erop te komen.
Na het douchen kijkt de jongeman naar een oude Amerikaanse oorlogsfilm op tv.
‘Maar op het eind kwam alles weer op zijn pootjes terecht. Echt zo’n film dat je denkt: Nou, oorlog is zo gek nog niet – alles komt toch op zijn pootjes terecht. Wie weet maken ze een dezer dagen wel een film waarin de hele mensheid wordt uitgeroeid in een atoomoorlog, maar alles toch weer op zijn pootjes terecht komt.

De titel deed mij als gereformeerd meisje denken aan het verhaal uit de Bijbel van het verloren schaap. Het heeft er niets mee van doen. Tenminste: ik kan niets ontdekken. God komt wel een keer ter sprake want de chauffeur van de limousine is gelovig en heeft zelfs het telefoonnummer van God op zak. De jongeman noteert het en vraagt:
‘Waar kan ik het met God over hebben? Ik ben geen christen’.
‘Dat is niet zo’n probleem. Vertelt u Hem gewoon maar wat u denkt of over in zit. Het hindert niet hoe alledaags het onderwerp is, God zal u heus niet uitlachen omdat het Hem niet interesseert.’
‘Wel, reuze bedankt. Ik bel Hem beslist op’.
‘Doet u dat,’ zei de chauffeur.
Aan het einde van het boek blijkt de lijn echter dood te zijn.
Gelukkig heeft de mens geen fysieke lijn nodig.

Tegelijkertijd zit ik in een boek van Remco Campert op mijn e-reader. Ik lees vaak verschillende boeken tegelijk.
Wat valt mij op? Dat de Nederlandse schrijver zo zwaar op de hand is; zichzelf zo bloedserieus neemt. Die indruk heb ik van o.a. Murakami totaal niet. Alles blijft luchtig. Bij Campert wordt van alles vermeld wat naar mijn idee totaal irrelevant is. Ja, vanwege de sfeertekening maar die sfeer wordt misschien wel daardoor zo zwaarbeladen. Zó serieus. Hou ik daarom minder van de Nederlandse literatoren? Ik moet eens extra gaan opletten.
Pas las ik ‘de Joodse Messias’ van Arnon Grunberg. Die heeft ook dat luchtige maar hij staat mij tegen omdat ik zijn overmatige aandacht voor genitaliën vervelend vind.
De gemeenschap (is zo vertaald) in de boeken van Murakami is niet subtiel, eerder zakelijk en daardoor voor mij beter te verteren.
Wordt vervolgd met de voorgaande boeken.

woensdag 25 november 2020

Kafka op het stand


Geschreven door Haruki Murakami (1949) in 2002. Vertaald in 2006. Ik las een digitale editie. 

Na 'Norwegian Wood', '1q84' en 'de jacht op het verloren schaap' had ik wel de smaak te pakken van deze schrijver. Hij schrijft ook magisch realistisch. Nog iets surrealistischer en diepzinniger dan bijvoorbeeld Zafon vind ik.
Dit is ook weer een page turner. Het gaat over de complexe houding van een zoon tegenover zijn ouders. ‘die waarheid kan niet in woorden worden verteld’.
Daar moeten ervaringen aan te pas komen. Die dan wel weer in verhalen worden verteld.



Er lopen twee verhaallijnen door elkaar heen. Die van Kafka Tamura en van Nakata en Hoshino.

De naam Kafka is natuurlijk ook niet zomaar; het hele boek is enigszins Kafkaiaans.
Kafka Tamura is vijftien wanneer hij besluit dat hij sterk genoeg is om alleen te leven en loopt van huis weg. Zijn alter ego: ‘de jongen die Kraai wordt genoemd’ is het met hem eens.Zijn vader, die kunstschilder is, heeft vreemde voorspellingen gedaan, waarin de mythe van Oedipus doorheen schemert. Zijn moeder is al weggelopen toen Kafka een jaar of vier was, met zijn aangenomen zus.  
Dat steekt. Waarom weglopen van haar eigen kind?

In hoofdstuk 47 neemt zijn alter ego zijn vader te grazen met alle agressie die in hem is. Zo psychologisch lees ik het tenminste.
Kafka beland in Takamatsu en vindt werk in een bijzondere bibliotheek. De Komurabibliotheek is een particulier initiatief.
Mevr. Saeki is daar directrice met haar eigen verleden en het enige andere personeelslid is Oshima, een transgender.
In het kantoor van mevr. Saeki hangt het schilderij ‘Kafka op het strand’. Dat zou dan al een hint moeten zijn maar ik had hem niet door.

Intussen is Nakata op zoek naar een kat; Sesam. Nakata heef heel vroeger een ongeluk gehad waardoor hij analfabeet is geworden maar wel met katten kan praten. Zo is hij kattenvanger geworden.
Dat ongeluk wordt beschreven in een flash back naar 1944 waarbij een klas met kinderen om een vage reden allemaal het bewustzijn verliezen terwijl ze een biologieles in het bos krijgen.
De docente heeft behalve van paniek, nergens last van.
Alle kinderen komen weer vanzelf bij bewustzijn, behalve één. Dat moet Nakata zijn geweest anders begrijp ik het verband naar deze gebeurtenis niet.

In ieder geval: Nakata vindt Sesam maar vermoord daarbij ‘Johnnie Walker’ (Whisky/drank) . Hij vlucht en komt daarbij in contact met Hoshino, een vrachtwagenchauffeur en samen belanden zij ook in Takamatsu. Daar hebben ze een akkefietje met ‘Colonel Sanders’ (KFC/ eten)
Nakata spreekt over zichzelf in de derde persoon en heeft geen herinneringen meer. Gewist door het gifgas?   Terwijl herinneringen toch je eigen bibliotheek vormen.
Murakami schrijft dingen zo langs zijn neus weg op dat ik vaak bang ben dingen te missen. Ik zou het boek nog eens moeten lezen.

Kafka leest in de krant dat zijn vader is vermoord en de politie naar hem op zoek is. Maar omdat hij nog maar vijftien is en leerplichtig besluit hij om ondergedoken te blijven in de kamer van de bibliotheek waar hij inmiddels woont. In zijn eigen herinneringen?
‘Herinneringen maken dat je je vanbinnen warmer voelt. Maar tegelijkertijd scheuren ze je ook van binnenuit aan stukken.’

Parallelle werelden, het uitweiden over muziek van Beethoven, (het Aarthertogtrio) en van Schubert (sonate opus 53 in D) en filosofische onderwerpen zijn allemaal even interessant. 
Komen aan het eind alle eindjes bij elkaar?  Slechts ten dele heb ik het idee.  Er valt nog genoeg over na te mijmeren.

‘Allemaal verliezen we dingen die belangrijk zijn en dat zullen we blijven doen, zegt hij als de telefoon niet meer rinkelt. Kansen die we ons door de vingers laten glippen, mogelijkheden die we niet uitbuiten, gevoelens die nooit meer terugkomen. Verlies,  dat is een van de betekenissen van het leven. Maar in ons hoofd – want volgens mij is het in ons hoofd – is een klein kamertje waar  we die verloren dingen opslaan in de vorm van herinneringen. Een kamertje zoals het magazijn van deze bibliotheek, stel ik me voor.’




zaterdag 25 februari 2023

Netflix

Soms heb ik van die periodes dat ik mijn geest even een andere kant op moet sturen en rust moet gunnen en dan kijk ik films of grijp naar een flutboek waar ik me vervolgens weer aan erger.

Met een film of goed boek kan ik even naar een andere wereld verhuizen wanneer deze onvriendelijke wereld me teveel wordt. Het voorlopige dieptepunt is de woke- actie om boeken te ‘verbeteren’. 
Daar ga je toch van over je nek. De volgende stap is verbranding.
Het liefst kijk ik dan ook films of series die mij meenemen naar andere werelddelen. Een andere manier van verhalen vertellen, andere gewoonten, andere tijden, andere sferen en andere klanken in mijn oren.

Netflix is dan een uitkomst. Lekker consumeren op aanvraag zonder reclames.
Scandinavisch, Koreaans, Chinees, IJslands, Spaans…….het maakt mij niet uit.

Helaas is daar ook niet alles even geweldig.
‘Elite’ is daar een voorbeeld van. Het is een Spaanse tienerserie die begint als een interessant verhaal over een school voor elitaire pubers in Zuid Spanje.
Op die school worden ook enkele jongeren toegelaten uit een ‘lager’ sociaal milieu.
Buitensluiting/ uitsluiting en het gevecht tegen vooroordelen zijn de voornaamste items die behandeld worden.
Hoe verder het verhaal komt hoe meer deze verwordt tot een oversekste serie waar het hele scala van één-lettergrepige afwijkingen op gender terrein kennelijk genormaliseerd moeten worden.
Zo onderwijst men de jeugd…
Het verbaast mij niet dat alle acteurs uit de eerste seizoenen zich er inmiddels hebben laten uitschrijven. Opgebouwde erotische spanning is zoveel mooier dan die losgeslagen-konijntjes-lust. 

Sommigen gaan ‘op wereldreis’, anderen gaan ‘elders studeren’ en een enkele ‘verongelukt’.
Dat zegt wel iets.

Nee, ik heb de serie niet uitgekeken. Het werd zelfs mij te dol.

De Koreaanse series die ik heb gezien (ja, er zijn ook te veel ‘actiefilms’) zijn heel anders. Bijna het andere uiterste. Hand vast houden of knuffelen is al heel wat. Seks bestaat daar volgens mij niet (grinnik) en vaak is dat een verademing. Er is tenslotte méér in het leven.
Het enig nadeel is dat het samoeraizwaard wel wat gemakkelijk wordt gehanteerd en dat ze van bloedspetters houden.
Maar dat gebeurt meestal zo snel en overdreven dat het minder beklijft dan bijvoorbeeld het weerzinwekkende realistische geweld in de film: 'Im Westen nichts Neues'.

Mr. Sunshine is zo’n serie. Een historisch en dramatisch verhaal over het verval van de Joseondynastie. Een slavenjongen die Korea ontvlucht maar later weer terugkeert als Amerikaans marineofficier.
Een ander is ‘The King; eternal Monarch’. Deze is wat ingewikkelder om dat het over twee parallelle werelden gaat: De republiek Korea en het koninkrijk Corea.
Daardoor moet je ook weer beter bij de les blijven. Ik moest denken aan 1q84 van Haruki Murakami.
En dat allemaal gespeeld door van die mooie mensen.
Ik denk dat God oosterse mensen als laatste heeft geschapen. Het meest geperfectioneerd.
Wat zijn wij dan in het Westen toch lelijke lomperds.
Het enige nadeel zijn die ingewikkelde namen. Het duurt lang voordat ik door heb welke naam bij welk persoon hoort.

De Scandinavische series blinken uit in detectives en thrillers. Goede scenario’s, niet langdradig. Soms is dat jammer maar vaak wel de beste keuze. Zoals ‘The Bridge’, ‘Borgen’ en ‘Trapped’.
Films over de Vikingen zijn weer een klasse apart. Vechterig en bloederig, maar dat is wat we van hen vroeger op school al hebben geleerd.
Dat zij zo diep Europa zijn binnengedrongen was voor mij nieuw.  Net als hun uitgebreide veroveringen in Rusland, Groot Brittannië, IJsland, Groenland en de Noordkust van Amerika.

Het is heerlijk grasduinen op Netflix: losse films of een serie over Marco Polo; over de Romeinse keizers; over El Chapo …….er valt altijd wel iets te kijken.
Dat is dan ook meteen de valkuil waar je alert op moet blijven. Zelf verbeeld ik mij dat ik analyserend kijk maar je wordt toch beïnvloed. Ik begrijp daarom ook dat er mensen zijn die er niets van moeten hebben.