Ondertitel: een mystieke reis door het leven van de Perzische dichter Rumi
Een ode aan de mysticus en dichter uit de dertiende eeuw: Molana
Djalal Eddin Mohammad Balchie Rumi.
Kortweg: Rumi.
Geschreven door Kader_Abdolah (1954) in 2022. Ik las een digitale editie.
Over het leven van Rumi is best het één en ander met zekerheid bekend omdat
zijn oudste zoon Walad een biografie heeft geschreven.
Rumi werd geboren in 1207 in Balch in, wat nu Afghanistan is.
In 1273 stierf hij Konya, het rijk van de Seltsjoeken in het huidige Turkije.
Toen hij rond de dertien jaar was moest hij met zijn vader op de vlucht voor de
‘grote leider’ Dzjengis_Khan.
De film 'Mongol' gaat over deze man.
Onderweg, op die vlucht, komt Rumi verschillende mensen tegen
en leert verschillende talen spreken. Omdat de vader van Rumi een bekende
mysticus en imam was: Bahao Eddin, ontmoet hij allerlei belangrijke schrijvers
en filosofen uit die tijd.
Ze wonen een tijdje in Bagdad waar Bahao een baan krijgt als gastgeleerde aan
de universiteit. Ja deze werd al in de elfde eeuw gesticht.
Rumi kan daar vanzelfsprekend ook studeren.
Op een reis naar Mekka ontmoeten ze Tusi, een jonge wiskundige en
sterrenkundige. Daar leert Rumi ook weer veel van.
Waarom vertel ik dit?
Tusi legt aan Rumi de Melkweg uit: ‘De Melkweg lijkt op de wolkenvelden,
maar hij is samengesteld uit een groot aantal kleine, sterk geclusterde
sterren. Door hun dichtheid lijken ze op de melkachtige wolkenvelden, maar het
zijn sterren.’
Dat raakte aan mijn eigen ervaring!
Rumi woont een tijdje in Mekka terwijl zijn vader verder
reist naar Laranda om het gezin weer te verenigen.
In Laranda ontmoet Rumi Gohar Khatoon en trouwt met haar. Ze krijgen twee
zoons.
Op vierentwintig jarige leeftijd overlijdt Bahao Eddin en blijft Rumi met vrouw en kinderen achter.
Hij kan echter zijn draai niet vinden, mist leiding en is blij wanneer een
vriend van zijn vader aanklopt: Tamarzi.
Deze stuurt zijn vrouw en kinderen weg en zorgt dat Rumi weer kan gaan studeren
en zich op zijn poëzie kan richten.
Maar Tamarzi vertrekt ook weer en sterft. Zarkoeb is zijn volgende ‘leider’, en
die wordt weer opgevolgd door ShamseTebrizi, volgens Wiki een soefi en derwisj.
Daar krijgt Rumi een verhouding mee terwijl hij
inmiddels voor de tweede keer is getrouwd. Tot …op een dag Shamse ook weer
verdwijnt.
Weggegaan of vermoord? Niets is zeker.
Maar juist door het gemis met de bijbehorende de pijn stijgt Rumi boven
zichzelf uit en wordt een beroemdheid.
Ik merk nu een verdeeldheid in mijzelf. Nu ik weet dat Rumi
en Shamse Tabrizi toch wel een heel bijzondere relatie hadden lees ik die
liefdesgedichten anders en dat irriteert me.
“Als je opeens mijn geliefde niet bent
valt alles uit elkaar
Mijn troost, mijn metgezel!
Het gaat niet zonder jou.”
Ik zal wel een bekrompen geest hebben maar op dit moment kan
ik echter niet anders. Misschien dat ik later de schoonheid van die gedichten (weer)
ga leren, maar op dit moment is het even een brug te ver. De laatste helft van
het boek waarin veel gedichten staan laat ik maar even voor wat het is.
Zouden mensen met een andere geaardheid de gedichten en liedjes die gaan over de liefde tussen een man en
een vrouw ook met zulke gemengde gevoelens lezen?
De titel van het boek zou zomaar een Bijbelse titel kunnen zijn: Wie zoekt, die
vindt. Wanneer je Hem hebt gevonden kom je erachter dat Hij al op zoek was naar
jou.
Voor Rumi is de zoektocht naar God vooral een zoektocht naar en in zichzelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten