Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Anders zijn. Sorteren op relevantieAlle posts tonen
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Anders zijn. Sorteren op relevantieAlle posts tonen

zaterdag 3 december 2022

Sorry seems..

... to Be the Hardest Word.

Excuses maken. Zeker lastig maar wanneer je het eenmaal of meerdere malen hebt gedaan wordt het steeds gemakkelijker. De wereld vergaat namelijk niet en het helpt je, je eigen ego wat te relativeren. Je bent niet volmaakt, je maakt fouten en dat is niet erg, zeker niet wanneer je van plan bent om van je fouten te leren.
Toch hebben vele mensen er moeite mee zo getuigt het liedje van Elton John.

Wanneer mensen ten opzichte van mij excuses maken voor het één of ander ben ik al blij dat ze zo eerlijk zijn om het te benoemen en de moeite ervoor nemen. Ik neem ze dan ook van harte in ontvangst. Nee, ik stel geen eisen voor een bepaalde houding of voor een bepaald tijdstip of manier van doen.
Ook ga ik niet in overleg hoe we dat dan eens zullen gaan aanpakken.

Kennelijk is het heel anders bij het aanbieden van excuses voor het slavernijverleden. Die excuses moeten aan allerlei voorwaarden voldoen. Eerst in gesprek met de belanghebbenden over plaats en tijdstip en wie dat dan moet doen. Niet iedereen is daarvoor namelijk geschikt! Dat lijkt mij enigszins discriminerend.

Wel, u voelt hem al aankomen; ik heb inwendig wel pret wanneer ik dat theaterspektakel bezie. De spontaniteit is allang om zeep geholpen dus wat stelt dit nu voor?
Het is een formaliteit. Wellicht waardevol voor degenen die het zich kunnen permitteren om zich er druk over maken en verder is het gebakken lucht.

En voor wie dit wel serieus nemen is er nog wel meer te bedenken. Vrouwenhandel bijvoorbeeld, het bestaat nog steeds. Kinderarbeid bestaat ook nog.  Homo’s, (ik bedoel natuurlijk het hele alfabet) Roma’s en wie weet welke bevolkingsgroepen nog meer onheus bejegend zijn in het verleden en wat nog steeds niet verdwenen is.

Na het lezen van het artikel van het theologische elftal in de Trouw bezie ik het echter ietsiepietsie breder.
Discriminatie en racisme moeten we inderdaad tegengaan. Maar dat geldt al wat langer dan vandaag en geldt voor iedereen. Want ik ben er van overtuigd dat de neiging tot discriminerend en racistische gedrag in ieder mens zit, van welke kleur dan ook.
Maar dat we deel hebben aan het kwaad dat we zelf niet hebben veroorzaakt en we mede verantwoordelijk zijn voor de sociale harmonie vind ik wel punten die het overdenken waard zijn.
Wanneer vanuit dat opzicht excuses worden aangeboden kan ik daar achter staan ook al blijft het in dit geval toch wel erg theatraal.



zaterdag 19 november 2022

Numeri

ondertitel: boek van de woestijnjaren.
Geschreven door Jonathan Sacks en onderdeel van zijn serie over de Thora.
De eerste drie boeken heb ik gelezen en heb er van genoten. Wanneer je de Joodse achtergronden en verklaringen bij de verhalen leest vergroot dat je inzicht in het geheel.

Ook dit boek bestaat weer uit parasja’s. Tien stuks. En die weer uit verschillende essays over onderwerpen die aan de orde komen. Het zijn niet altijd de onderwerpen die ik zelf interessant vind maar die hij de moeite van het vermelden waard vindt.


Numeri gat over de reis van de berg Sinaï richting het beloofde land; de oevers van de Jordaan.

Leviticus was het hoogtepunt van het chiasma (ABCBA) van de vijf Bijbelboeken; Exodus en Numeri (B) gaan allebei over een reis.
Op pagina vijftien van het boek heeft Sacks een mooi overzicht opgenomen met alle overeenkomstige verhalen tussen de boeken.
Verschillen zijn er ook: het volk is in Numeri niet langer een groep slaven met de bijbehorende slavenmentaliteit die op de vlucht zijn, maar een natie die een verbond heeft gesloten met God; die een wetboek hebben ook al hebben ze nog geen land.
Dat is meteen ook het verschil met andere volkeren. Die hebben eerst land en pas later een wetboek. Is er geen land meer dan is ook het wetboek overbodig.
Bij de Joden niet. Ook al hebben ze geen land dan zijn ze toch verbonden door het verbond met God en de wetten en regels.

Wat wil ik verder onthouden? Het hele boek natuurlijk…..

Het stuk over de priesterlijke zegen. In 1997 vond men in Ketef Hinnom zilveren boekrolletjes van drie cm waarop in Paleo - Hebreeuws (werd vóór de Babylonische ballingschap gebruikt) de priesterlijk zegen staat in een heel precieze literaire structuur.
De betekenis van elke zinssnede legt hij uit. Hartverwarmend. Ik zal die priesterlijke zegen nu met andere oren horen.

In het verhaal met Korach, Dathan en Abiram uit Numeri 16 komen ook wijze lessen aan bod. Korach, een Leviet trekt samen op met Dathan en Abiram; nakomelingen van Ruben.
Ze komen bij Mozes en betwistten zijn leiderschap. Hun argumenten klinken heel plausibel zoals Sacks laat zien. Het heeft te maken met de blauwe draad in kwastjes van de gebedskleden. De tsietsiet.
Waarom zaten die drie toch fout?
Omdat ze niet door hadden de essentie van een gebod in het middel zit en niet in het doel.
Dat lijkt me voor ons ook wel van belang.
Wanneer we leren te volgen, ook al begrijpen we niet direct waarom, zal ons dat transformeren in mogelijke leiders. Korach kon nooit een leider zijn/worden omdat hij niet in staat was om een volger te zijn. Wanneer je zelf niet kunt gehoorzamen zul je anderen nooit kunnen overtuigen om gehoorzaam te  zijn.
Nog iets wat mij toch wel opviel: In Numeri 16: 32 staat dat de drie met alles wat ze bezaten én hun gezinnen verzwolgen werden.  (Sink hole?)
‘De aarde opende haar mond en verzwolg hen, met hun gezinnen.’ 

Maar in Numeri 26: 11 staat dat de kinderen van Korach niet gestorven waren en ook Sacks noemt de kinderen van Korach als nazaten van hem die psalmen creëerden. Bijvoorbeeld ps 84, ‘van de Korachieten’.
Dus ja, dat letterlijke lezen levert toch problemen op; althans voor fundamentalistische lezers.
Voor Sacks niet en ik maak me er ook niet druk  om.

Dan de houding van Mozes in ‘beide reizen’; van vóór de Sinaï en daarna en zijn ‘zonde’ waardoor hij het beloofde land niet in mocht.
Tijdens beide reizen, in Exodus en in Numeri murmureren (prachtig woord! Ik gebruik het regelmatig tegen mijnheer Cathy) de Israëlieten over water, over eten en hebben spijt van hun reis en willen ze terug.
Mozes reacties verschillen nogal. In Exodus hoort Mozes het aan, spreekt tot God, God zegt wat hij moet doen en hij doet het.
In Numeri lijkt hij er veel emotioneler mee om te gaan. Ondanks zijn ervaringen is hij kennelijk niet wijzer geworden en lijkt zijn veerkracht verminderd.
Verklaring: in Exodus wordt technisch leiderschap vereist. Het volk had nog steeds een slavenmentaliteit die moest veranderen in een natie van mensen die de verantwoordelijkheden van de vrijheid op zich konden nemen. Mozes moest adaptief leiderschap gaan tonen.
Maar hij ontdekte dat het volk nog helemaal niet was veranderd. Weer klaagden ze over dezelfde dingen als in Exodus en gaven de schuld aan een ander. Om wanhopig te worden en dat werd hij dan ook, zo af en toe. ‘Mensen helpen de kracht te vinden om te veranderen – dat is de grootste uitdaging van leiderschap.’
Vrije mensen geven anderen niet de schuld van hun ongeluk.
Mozes was eigenlijk zelf het probleem bij de reis vanaf de Sinaï naar het beloofde land.
Mozes was de sterke leider om het volk uit de slavernij te leiden maar bleef in gebreke om de mensen de kans te geven hun eigen sterke kanten te ontwikkelen. Daar was Jozua, zijn opvolger, beter in.
Na de aanstelling van de zeventig oudsten ging het beter al ging Mozes in de fout toen hij op de rots sloeg om het volk water te geven in plaats van spreken zoals God bevolen had. (Num 20)
Ik heb daar al eerder een berichtje aan gewaagd.
Terwijl eerder God al eens had gezegd dat hij op een rots moest slaan (Ex 17)
Daar heb je weer dat verschil in reis. Vóór of na de Sinaï.
Maar ook een verschil in generatie. Er was nu een generatie die in vrijheid was gebóren. Vrije mensen moet je anders benaderen, die reageren op overreding en niet op slaan. Slaan hoort bij de slavenmentaliteit.
De dubbele boodschap die ik er in zag, - zie mijn blogberichtje -  daar heeft Sacks het vanzelfsprekend niet over. Maar als elk vers in de bijbel zeventig uitleggingen toestaat dan zit de mijne er vast wel bij.

Vaak heb ik mij afgevraagd waarom die woestijn reis zo lang moest duren; een generatie zelfs. Volgens Sacks kost het tijd om mensen te veranderen. Zeker vanuit de slavernij naar de verantwoordelijkheden die vrijheid met zich meebrengt. Er was een nieuwe generatie voor nodig die in vrijheid was geboren, niet gehinderd door de gewoonten van de slavernij. Dat kost tijd; er is geen kortere route.
Over het beeld woestijnreis – mensenleven heeft hij het niet. Terwijl ik dat er toch wel inzie. Ergens schrijft hij (p 355) dat ze (we) geroepen zijn om een rolmodel te zijn, een belichaming van de Thora. Ja, dat lees ik toch ook in Rom 8:29.
Wel ingewikkeld: de joden moeten het allemaal zelf doen en voor ons, heidenen, is het al gedaan en hebben we een levend rolmodel.

Ook de vreemde verboden die in dit boek voorkomen worden besproken en komen overeen met wat ik al wist. Zoals een bokje dat niet gekookt mag worden in de melk van zijn moeder, het niet dragen van wol en vlas. Het zit in het verschil in ordes in de schepping. (Dat is de enige echte scheppingsorde!)
In dit blogberichtje heb ik wat genoemd.

Wat mij ook nog opviel is dat Sacks benoemt dat Israël direct onder de soevereiniteit valt van God en ander volken worden geregeerd door aardse en hemelse tussenpersonen. (p 381)
Dat had ik al eens geleerd van Willem Ouweneel naar aanleiding van gedeeltes uit het Oude Testament. Ieder volk heeft zijn eigen Engelvorst. Dus als twee profeten hetzelfde zeggen…
Daarop voortbordurend vond ik altijd wel dat de Engelvorst van Afghanistan dan wel eens wat beter zijn best mocht doen voor dat troosteloze land.
Zijn lofzang op Israël waar God zo dichtbij is, meer dan in een ander land. Waar ik niet zoveel geloof aan hecht want dan denk ik weer heel nuchter: fijn dat Theodor Herzl zijn zin niet heeft gekregen want dan was het mogelijk een Argentijnse Jodenstaat geworden. ( p 43 van ‘de Jodenstaat’)

De wetten en verhalen die elkaar afwisselen in het boek Numeri; de wet wordt aangekondigd vóór het verhaal waarop ze van toepassing is. 
De faalangst van de tien verkenners; de sprekende ezel van Bileam. Het is teveel om hier te noemen.

Ja, het valt weer op in dit boek, de liefde die Sacks heeft voor God en zijn volk. Om ontroerd en blij van te worden.
Verder ben ik ook blij dat hij regelmatig dingen herhaalt in de verschillende parasja’s. Sinds ik Corona heb gehad lijkt het of mijn brein (nog) langzamer werkt dan voorheen en minder kan onthouden. Niet fijn.

En Sacks blijft meester in het poneren van one-liners:

‘De Goddelijke aanwezigheid is niet te vinden in de ene stem tegenover de andere stem, maar in het gesprek als geheel.’

‘Alleen door open te staan voor een macht die groter is dan zijzelf worden mensen groter dan zichzelf.’

‘God schiep de tijd zodat niet alles tegelijk gebeurt.’

‘Een van de grote verschillen tussen het jodendom en andere religies is dat, terwijl andere religies ernaar streven mensen te verheffen naar hemelse sferen, het jodendom er naar streeft de hemel op aarde te brengen.’

Dan is nu het wachten op de uitgave van Deuteronomium. 



En dan lees ik vlak na dit boek een interview met David Grossman in de Trouwbijlage.
Hij krijgt volgende week de Erasmusprijs uitgereikt door onze koning.
Het gesprek is zo down to earth. Het contrast kan niet groter zijn.
Een rabbijn die dagelijks met zijn neus in de TeNaCH met aanverwante geschriften zat en zich omringde met gelovigen of deze schrijver; wonend vlakbij Palestijnse gebieden, een twintigjarige zoon heeft verloren in een oorlog, niet in God gelooft maar wel met vrienden de TeNach bestudeerd.



dinsdag 11 oktober 2022

Crisis!

Een essay, geschreven naar aanleiding van het maand van de geschiedenis door Beatrice de Graaf (1976).

Regelmatig zien we haar optreden in actualiteiten programma’s op tv. (in tijden van crises) Haar nuchtere kijk op de wereld met al haar kwaad vind ik verfrissend.

Ze heeft inmiddels al heel wat boeken op haar naam staan die ik tot mijn schaamte nog niet heb gelezen.
Dit was een dun boekje en de laatste zin van een  interview in de krant was de trigger om het aan te schaffen.


Deze zin:

‘Waar wij vandaag de dag vooral demonstranten op zien trekken richting het Binnenhof, vuisten zwaaiend naar de regering, zag de vroegmoderne mens flagellanten en processies langstrekken. Zij riepen in tijden van ramp en tegenspoed staat, samenleving en individuele mens op tot inkeer te komen, en daarin vooral zelf het voortouw te nemen: Wat voor mens ben je in de crisis? En hoe ben je er voor de ander?’


Crisis: wat verstaan we daar eigenlijk onder. Mensen nemen al snel dat woord in de mond en noemen van alles een crisis.
Naar mijn idee is dat de devaluatie van de taal. Net zoals het woord ‘geniaal’ gebruikt wordt voor zaken die in mijn ogen helemaal niet geniaal zijn. Of mensen zijn 'kanjers', ook zo lachwekkend.
Of als mensen vertellen dat ze zelf of anderen ‘doodziek’ zijn geweest dan denk ik dat ze ‘op het randje’ hebben gelegen wat in werkelijkheid helemaal niet het geval bleek te zijn geweest.
Tegenwoordig zijn mensen al in shock van een zucht of een sch**t. Ze weten niet wat een shock is.
Een vreemde manier van indruk maken wat bij mij dan niet echt land maar meer  overdreven overkomt. Een volgende keer trek ik er bij voorbaat de helft van de beladenheid vanaf.

Crisis: ‘dat is de perceptie in de samenleving dat er sprake is van een ernstige verstoring van het politieke en sociale stelsel van een land.’ (p22)
Daarbij wijkt ze iets af van de definitie van officiële crisisonderzoekers (p9)

In onze tijd zijn dat er nogal wat maar ‘in dit essay komen rampen en incidenten voorbij die al kantelpunt golden in de omgang met dreiging en die bijdroegen aan de ontwikkeling van moderne crisisbeheersing.’

Ze start met de ontploffing van een vrachtschip met buskruit in Leiden in 1807. Honderdzestig doden en ruim tweeduizend gewonden. Een nationale ramp.
Maar in deze Napoleontische tijd was er een centrale overheid onder leiding van Leopold Napoleon die in actie kwam met hulpmaatregelen.
Dat gold ook voor de diverse epidemieën. Mensen hoefden niet overal meer zelf voor te zorgen.
Ze eindigt met de gaswinningsproblematiek, toeslagenaffaire en de coronapandemie.
Het verschil? Nu geven we de overheid de schuld van deze zaken. We houden de overheid voor de hoofdverantwoordelijke die alles maar laat gebeuren.
Als reactie ontstaan er allerlei radicale bewegingen die wantrouwen aanwakkeren en niet meer tegen corona en stikstofuitstoot zijn maar tegen de maatregelen!
Hoe krom wil je het hebben.

Haar oplossing:
1. Crises altijd als landelijk en soms zelfs Europees zien en ook op die manier aanpakken.
2. Crisismaatregelen transparant en vooral eerlijk uitvoeren anders vergroten ze de problemen.
Wanneer burgers dat vertrouwen (weer) hebben kunnen ze crises het hoofd bieden want er zullen er altijd blijven komen.

Ik vind haar optimistisch.
Zelf denk ik dat mensen het vaak heel intelligent vinden staan om kritiek te uiten. Zo van: zie je, ik denk tenminste na.
Nog iets verder nadenken voor je iets zegt zou pas echt van intelligentie getuigen.

  

dinsdag 27 september 2022

Hierna


Ondertitel: een cultuurgeschiedenis van de hemel.
Geschreven door Catherine Wolff, vorig jaar september. In het Engels: ‘Beyond: How Humankind Thinks About Heaven’.
Deze dame heeft geen klinkende titels voor haar naam staan (of ze negeert ze) maar duidelijk is dat ze weet waar ze het over heeft en dat ze veel onderzoek heeft gedaan.
“Het is”, zo schrijft ze, “haar eigen zoektocht naar kennis van en hoop op een voortzetting van het leven”.

Nee, dit is geen boek over hoe de hemel eruit ziet maar hoe mensen door de eeuwen heen erover hebben gedacht en geschreven en op andere manieren zich hebben geuit.
Boeiende materie want iedereen denkt daar wel eens over; wat komt er na de dood, bestaat er überhaupt een hemel - en hel -   en hoe zien die er dan uit.



De gedachten over het hiernamaals uit alle grote religies komen langs: het Hindoeïsme en Boeddhisme, het Jodendom, de Islam en het Christendom. Plus wat kleinere bewegingen zoals het spiritisme waar Sir Arthur Conan Doyle een bekende aanhanger van was. Het boek ‘Arthur en George’ van Finch gaat daarover.

Psychedelica en wetenschappelijk onderzoek. Parapsychologie, de Godspot en BDE ervaringen.

Wanneer ik zo lees over alle religies merk ik dat overal en altijd het verlangen naar voren komt naar gerechtigheid, volmaaktheid en voortbestaan. Soms in de vorm van reïncarnatie.  
Elke religie heeft zo haar eigen beelden, woorden en vormen maar deze behoeftes zijn universeel en kun je daarin teruglezen.
Dat is best wonderlijk.

De echte oorsprong van religie blijft in nevelen gehuld. En dat verbaast me eigenlijk niet.
Wolff noemt wel de vijf stadia van John Lubbock: Atheïsme,  Fetisjisme (god in een voorwerp),  Totemisme( in de natuur zijn goede en kwade geesten)en Sjamanisme (de goden leven in een afzonderlijk rijk) en de afgoderij. (het maken van goden in menselijke gedaanten). Daar zouden volgens mij de Dromers van de Aboriginals (p28 ) nog tussen gepast moeten worden maar die waren mogelijk niet bekend bij Lubbock.
Ach, zo’n lijstje is ook weer aan veranderingen onderhevig. Merlin Donald dacht er honderd jaar later weer anders over.
Hij gaat voor een ‘mimetische’ cultuur bij primaten. Gebaseerd op gebaren en nabootsen waar dan weer rituelen uit voort vloeiden.

De oorsprong van religie kan liggen in het gevoel van betekenis geven wat zich bij de bewustwording mee ontwikkelde; de overweldigende krachten van de natuur en de daarmee gepaard gaande angsten. Of het geloof in een voortzetting van dit leven na de dood wat kennelijk toch universeel lijkt te zijn.
Maar dán moet er logischerwijs in de mens iets zijn wat ‘on-lichamelijk’ is denk ik. We noemen dat nu de ziel.
Wellicht is het een combinatie van al deze factoren. Hóe je in het hier en nu leeft is wel van belang. Ook een universeel idee.

In het Jodendom gaf God zijn wetten aan de joden voor het leven maar er werd weinig over de dood of wat erna komt gesproken. Er ontwikkelde zich wel een idee over het hiernamaals, de Sjeool.  In het Grieks: Hades

En volgens mij van de 'Olam Haba' de toekomende wereld. De tijd van de Messias. Maar oké, dat is in het hier en nu.
In het Christendom, meer gebaseerd op het Nieuwe Testament,  golfde het geloven in hemel en hel wat heen en weer. Jezus verkondigde het Koninkrijk de Hemelen en sprak over de levende doden in Matt 22: 29, 31-32. In Matt 25 spreekt Hij over het laatste oordeel waarin de mensen die rechtvaardigheid verspreiden, hongerigen voeden, zorgen voor de armen en verdrukten en de vreemdeling welkom heten. Zij zullen in heerlijkheid worden opgenomen.
Paulus sprak over een transformatie van gelovigen die steeds meer op Jezus zouden gaan lijken en hij verwachtte een spoedige wederkomst met daaraan verbonden een eeuwig leven.
Dat bleek niet te kloppen want we zijn nu tweeduizend jaar verder, dus moet er geherinterpreteerd worden.

In de vroege tijd en middeleeuwen ontstonden levendige beelden over het leven hierna: denk aan Jeroen Bosch, Dante Alighieri en Michelangelo. Dat was wel zo handig om de grote groep van ongeletterde gelovigen in het gareel te houden.
Na de reformatie en contrareformatie gingen de ideeën en meningen uit elkaar lopen.
Mystici en pragmatici ontwikkelden allemaal hun eigen ideeën; er zijn er inmiddels net zoveel als er kerkverbanden zijn.
Op een dag zullen we het weten (of nooit, wanneer er niets is maar dat geloof ik niet) want tot nu toe is er ‘niemand die met een verifieerbaar verslag uit het hiernamaals is teruggekomen.’

In de andere religies zijn ook allerlei gedachten over het leven hier en hierna. De overkoepelende ideeën zijn dat je goed leeft en dan beloond zult worden.
'Wat gij niet wilt dat u geschied....'
Daartussen is het Christendom toch uniek.
Omdat we niets hoeven te doen voor een leven in de hemel of op de vernieuwde aarde; het is allemaal voor ons gedaan. We hoeven het alleen maar te geloven.
Eerst de overgave in geloof en dan zul je het zien. Dan ga je anders denken en anders willen. Meer in overeenstemming met de Goddelijke wil die Hij kenbaar heeft gemaakt in zijn leefregels. Ehm…wel met vallen en opstaan. Helaas.
Nu was er nog iets wat ik wilde melden maar dat floepte mijn brein weer uit.

In ieder geval geeft een leven na dit leven hoop aan talloze mensen al is het niet aan iedereen. Er  zijn er die beslist geen leven na dit leven ambiëren.
Langzamerhand raak ik er ook van overtuigd dat a(nti)theïsten een vorm van angst kennen. Een angst van een ‘Olam Haba’ die niet onder controle te krijgen is, nu niet en ‘morgen’ ook niet in tegenstelling tot het geloof in de wetenschap. De wetenschap heeft de pretentie en illusie om alles op een dag onder controle te hebben. Dat was in ieder geval het streven van Stephen Hawking.
Bij zoiets vaags als een hiernamaals zal dat nooit lukken en het roept vaak angst op wanneer je niet weet waar je aan toe bent.

Wat moet je met een ‘Lichtstad met uw paarlen poorten…’ ?
Ik moet altijd een beetje  grinniken wanneer dit gezongen wordt. Zeker, het is hoopgevend maar of het realistische is blijft wel de vraag.
Het komt uit de Openbaringen van Johannes, het laatste Bijbelboek. Maar in zijn visioenen  komen zoveel wonderlijke beelden naar voren dat ik ze niet meer letterlijk kan nemen.
Het is ook duizend keer boeiender om naar betekenissen te zoeken.

Iets waar ik bijvoorbeeld steeds weer tegenaan loop is dat Hemelse Jeruzalem waar zij, die Zijn geboden doen naar binnen mogen. (Openb 22: 14, 15)  Ontuchtplegers, moordenaars en leugenaars mogen die stad niet in. Maar, zo vraag ik mij dan af: zijn die daar dan nog?  Zijn zij niet allang geoordeeld en weg?
Misschien moet ik het geestelijk allemaal eens in elkaar zien te passen. Werk aan de winkel.

Al met al is het boek een aanrader ook al valt het mij op dat ze weinig schrijft over de hel.

 

…Who Wants to Live Forever?....

donderdag 15 september 2022

Transgenderwet

Een vreemde wet lijkt het licht te gaan zien, terwijl ik het idee heb dat de makers hiervan in duisternis verkeren.
De nieuwe transgenderwet gaat het mogelijk maken dat iemand die zich niet thuis voelt in zijn/haar lichaam – genderdysforie - dat wat gemakkelijker in de officiële paperassen kan aanpassen door middel van zelfidentificatie. Er komt dan geen professional meer aan te pas.
Ook voor kinderen onder de zestien wordt het gemakkelijker; een wettelijke vertegenwoordiger kan bij de rechtbank een verzoek indienen ook weer zonder tussenkomst van een professional.

De wetenschap die toch veel mensen  hoog in het vaandel hebben staan, wordt nu opeens naar de achtergrond verdrongen. Want de wetenschap maakt duidelijk dat tachtig procent van de jongeren over hun ‘genderdysforie’ heen groeien.

De biologische wetenschap zegt of een persoon mannelijk of vrouwelijk is. De menselijke soort is zogezegd binair. Er zijn twee mogelijkheden.
XX en XY.
(Er zijn er wel meer  - syndromen van Turner / Klinefelter - maar dat negeer ik nu even.)

Diezelfde wetenschap doet nu opeens niet meer ter zake, het gevoel van de mens wordt belangrijker geacht en daarom moet de wet aangepast worden.
Dat is best gevaarlijk. Ik bedoel: wanneer gevoelens tot leidraad worden bij grote beslissingen dan weet ik nog niet waar we uitkomen.
Het voelt niet goed. Eh....juist. 

Nu weet ik ook niet alles met betrekking tot al die termen die in deze tijd worden gebruikt: queer, pan-seksualiteit, genderessentialisme, transseksualiteit, transgenders en non-binair en zo zijn er nogal wat nog los van al die afkortingen.
Ik heb me voorgenomen om me daar pas in te verdiepen wanneer ik er direct mee te maken krijg. En dat is tot nu toe niet het geval. De tijd is ook voorbij dat ik van mezelf vond dat ik overal direct een mening over moest vormen.

Maar de term fluïde valt ook en dat denk ik te begrijpen.
In het dorp waar ik ben geboren was er een stel wat ik me nog goed kan herinneren. De man was/ is een ‘echte’ man, groot,  breed en harig. Een Bokito type. Zijn vriendin en later vrouw was/is een superslank blond meisje met op zaterdag krulspelden in haar haar en ze trippelde op van die pantoffeltjes met roze pluizige bolletjes erop. Ik keek mijn ogen uit.
Een bijzonder stel in mijn ogen, zo totaal verschillend.

Nu denk ik dat de man een hoog testosteron gehalte had/heeft en een heel laag oestrogeen gehalte en de vrouw precies andersom: een hoog oestrogeen gehalte en nauwelijks testosteron.
Ik kan me vervolgens ook voorstellen dat die spiegels bij iedereen een andere verhouding hebben. Een glijdende schaal.  Fluïde.
Dus genetisch kun je een man zijn maar door de afgifte van een te laag testosteron gehalte in de baarmoeder en/of een te hoog oestrogeengehalte kun je als man op mannen vallen. Bij vrouwen net zo.
Zo las ik in een artikel van Debra Soh: ‘De blootstelling aan testosteron is bepalend voor de manier waarop mannelijke en vrouwelijke hersenen groeien’.
Zij schreef in 2020 het boek: ‘The End of Gender’.

Naar aanleiding van dit berichtje heb ik weer wat oude boeken onder het stof vandaan gehaald: ‘Brainsex’ van Anne Moir uit 1989 en ‘Waarom mannen niet luisteren en vrouwen niet kunnen kaartlezen’ van Allan en Barbara Pease. Uit 1998.
Eigenlijk staat daarin alles precies beschreven.
In een blogbericht van tien jaar geleden schreef ik ook al iets.

Conclusie: ik ben tegen die wet. Die is te rigoureus. Maar ik ben wel voor een open houding met betrekking tot deze problematiek. O, wat ben ik weer tactisch.
Maar ik las ergens precies waar het ook volgens mij om draait:
‘Gaat het hier op aarde om zo goed mogelijk onze rol volgens ons biologisch geslacht te vervullen, zoals wij ooit geschapen zijn? Of kijken wij met de schepping reikhalzend uit naar wat gaat komen? Wijzen we een ander af omdat deze zijn/haar genderrol verkeerd invult, om omhelzen wij die zelfde persoon omdat wij één zijn in Christus?’

Het is zoals ik al meer opmerkte: sommige mensen staan met hun neuzen richting paradijs en hebben moeite met alles wat steeds maar anders wordt; anderen staan meer richting vernieuwde schepping waarbij we eerst nog door vele dalen heen moeten. Dat geeft frictie.

Mocht ik er ooit mee te maken krijgen dan hoop ik dat ik die ander liefdevol in de ogen kan blijven kijken.
Dat zou natuurlijk helemaal geen issue moeten zijn maar ja, ik heb ook moeite met die brede vrouwen die ooit man waren en met types die er zo ‘over-de-top’  vrouwelijk uitzien.
Vrouwen die man worden lijkt om de een of andere reden toch wat minder schokkend.
Wat blijft leven toch een gecompliceerde aangelegenheid.

 

 

donderdag 25 augustus 2022

Vorsten van Albion


Een boek over de dynastie van de Plantagenets in Engeland.
Geschreven door Dan Jones (1981) in 2012, een historicus en journalist; vertaald in 2020.

Albion is een oude naam voor de Britse eilanden al wordt er meestal alleen Engeland mee aangeduid.
Ondanks dat dit blogberichtje heel schematisch is, las het boek als een trein.
De eerste ‘Plantagenet’ was Godfried, graaf van Anjou. Een Fransman die bekend werd omdat hij brembloesem op zijn hoed droeg.  In het latijn: Planta Genista.



Zijn zoon Henry II was zijn troon opvolger en kreeg via moederskant (Mathilde/Maud) Engeland in bezit.
Henry II trouwde met Eleonore van Aquitaine waardoor het Angevijnse rijk ontstond. Dat rijk bestond uit delen van Schotland, dat wat nu het verenigd koninkrijk is minus Wales en delen van Frankrijk tot aan de Pyreneeën. Best een heel groot rijk.

Hun zoon Richard Lionshearted  (Leeuwenhart) erfde de troon maar stierf kinderloos; broer  John Lackland (zonder land) was inmiddels de derde Plantagenet en zijn (klein)kinderen zette de tradities voort tot Richard II, de laatste Plantagenet. Na hem werd het stokje overgenomen door neef Henry IV (Bolingbroke) van het huis Lancaster. Zij hadden als embleem een rode roos. Het huis van York had een witte roos en kwamen later samen in de ‘Tudorroos’ van het huis Tudor.
Lancaster en York waren zijtakken van de Plantagenets.

De dynastie van de Plantagenets regeerden zo’n tweehonderdvijftig jaar over delen van Frankrijk en Engeland; van 1154 tot 1399.
Een weergave van de volgorde van de heren koningen en heel summier hun wapenfeiten.

Henry II (1133 – 1189), getrouwd met Eleonore van Aquitaine is bekend geworden vanwege
1. de moord op zijn vriend Thomas Becket,
2. Het begin van een vorm van rechtspraak
3. Voortdurend in conflict met de koning van Frankrijk: Louis VII, de ex-man van zijn vrouw en zijn zonen aan wie hij eer verschuldigd was.

Richard Lionshearted (1157 – 1199), zoon van Henry en Eleonore werd bekend vanwege
1. zijn deelname aan de derde kruistocht en gevecht met Saladin.
2. Eindeloos gedoe met zijn vader.
3. Hij was een vechtjas.
4. Hij bouwde Chateau Gaillard.

John Lackland (1166 – 1216)  Broer van Richard
1. Probeerde voortdurend zijn broer van de troon te lichten.
2. Na zijn troonsbestijging kalfde het rijk af doordat hij zijn leenmannen niet echt netjes behandelde.
3. Zo ontstond de eerste vorm van de Magna Carta, waardoor de macht van de koning aan banden werd gelegd. Onder dwang moest John hem ondertekenen. Zo werd het hooggerechtshof geboren.
4. Verloor Bretagne, Normandië, Anjou en Tourraine.

Henry III (1207 – 1272), oudste zoon van John.
1. Volgde zijn vader op op 9 jarige leeftijd. Hij was een vrome koning. Edward de Belijder was zijn grote voorbeeld.
2. Ook weer gedoe met de Franse koning, dit keer Louis VIII  en met zijn zwager Simon van Montfort.
3. Nam de regels van de Magna Carta niet echt serieus.
4. Hield van kunst en stimuleerde dat. Toch de genen van zijn oma?

Edward I (1239 – 1272), oudste zoon van Henry III.
1. Vermoorde Simon van Montfort.
2. Ging ook weer eens op kruistocht.
3. Lijfde Wales in. Liet zich inspireren door de legenden van King Arthur. Bouwde een ring van kastelen in Wales. Moeten we eigenlijk ook eens gaan kijken.
4. Zette de joden zijn land uit na eerst te hebben uitgezogen ten gunste van zijn schatkist.

Edward II (1284 – 1327), jongste zoon omdat de oudere jongens al jong stierven en de rest meiden waren.
1. Hield niet van regeren, flierefluiterde liever met zijn vriend Piers Gaveston, mogelijk een homofiele relatie. Liet het besturen teveel over aan zijn vrienden waardoor hij onder supervisie kwam te staan van de 'Lords Ordainers' waarvan Thomas of Lancaster de belangrijkste was.
2. Trouwde met Isabella, dochter van de Franse koning Philip IV. Over haar heb ik ooit wel eens een boek gelezen: ‘Isabella de Schone’ van Margaret Campbell Barnes. Veel weet ik er niet meer van. Het stond thuis in de boekenkast en ik was veel te jong toen ik dat las maar de voorkant was zo mooi. In mijn herinnering was zij schuldig aan de moord op haar echtgenoot. Iets met een beerput; het fijne weet ik niet meer en Jones noemt dit niet. Zij had de bijnaam: Wolf of France. Klinkt niet goed, maar vrouwen konden zelden goed doen.
Zij had een relatie met Roger Mortimer.
3. Verloor Schotland bij de 'Battle of Bannockburn'.
4. Werd gevangengenomen en afgezet ten gunste van zijn zoon Edward III. Onder supervisie van zijn moeder Isabella en Roger Mortimer.

Edward III (1312 – 1377), oudste zoon van Edward II.
1. Zodra hij de leeftijd had liet hij Roger Mortimer vermoorden en zijn moeder  opsluiten.
2. Start van de honderdjarige oorlog met Frankrijk. Winnaar van de slag van Crécy en Poitiers door het gebruik van bereden boogschutters.
3. Oprichter van de Orde van de Kouseband.  Het verhaal gaat dat bij hem de uitspraak vandaan komt:
‘Honi soit qui mal y pense’ : Schande voor wie er kwaad van denkt. Maar meer waarschijnlijk komt het bij een Engelse dandy vandaan Henry Grosmont, graaf van Lancaster die kousenbanden droeg voordat het een vrouwelijk attribuut werd.
Mijn vader gebruikte die uitspraak ook wel eens.
4. Ontwikkeling van het Lagerhuis tegenover het Hogerhuis.
5. Verloor steeds meer delen van Aquitaine (Guyenne) aan de Franse koning.
6. Stelde het Engels in als voertaal in rechtbanken en parlementen.

Richard II (1367 – 1400), zoon van de Zwarte Prins en kleinzoon van Edward III.1. Hij wilde wel maar kon het niet. Slechte adviseurs, depressies en toen hij eenmaal echt de macht had werd het een terreurbewind.2. Dapper was hij wel in zijn jonge jaren; ging te paard de boerenopstand te lijf. Beloofde van alles maar kwam niets na.Werd gevangen genomen door  Henry Bolingbroke (de latere Henry IV en één van de Lords Appellanten), zoon van John of Gaunt, in de Tower gevangen gezet en later vermoord.


En zo kwam er een eind aan het huis Plantagenet.
Ja, het is weer een boek wat geschreven is door een man. Heel veel historische figuren rondom de politieke besognes en de vele, vele veldslagen. Ze vochten wat af in vroeger tijden.
Het is niet anders, helaas. Ik ben dan toch altijd wel nieuwsgierig naar de invloed van vrouwen die achterbleven bij de veldslagen. Die invloeden zijn natuurlijk niet te meten.
Misschien is dat maar goed ook. Wanneer dat in schema's en tabellen terecht zou komen zou er onmiddellijk weer aan gesleuteld worden. 

donderdag 4 augustus 2022

Flauberts papagaai


Geschreven door Julian Barnes (1946) in 1984. Eerder las ik van hem 'Elizabeth Finch' en 'Arthur en George'; dat smaakte naar meer.
Ik las een elfde, digitale editie uit 2021.

Dit is een heel ander type boek dan de twee die ik eerder las en de titel in aanmerking nemende wist ik soms niet wie nu wat zei. Fungeerde Geoffrey Braithwaite als origineel denker en schrijver of als papagaai van Flaubert?
Dat maakte het boek juist wel boeiend en vaak humoristisch.  Maar dat moet je wel vatten. Zelf moet ik vaak even wennen aan iemands humor.



Geoffrey Braithwaite, een huisarts (net als mijnheer Bovary) in ruste onderzoekt het leven van zijn idool Gustave Flaubert. De schrijver van o.a. Madame Bovary en in mijn ogen een gecompliceerd mens.
Hij is weduwe geworden, heeft de tijd en vertrekt naar Frankrijk, bezoekt Rouen en Croisset waar Flaubert het grootste deel van zijn leven heeft doorgebracht, in een poging een biografie over hem te schrijven.
Zijn overleden vrouw Ellen Braithwaite (initialen: E.B. net als Emma Bovary) heeft een mislukte zelfmoordpoging gedaan, die Geoffrey heeft afgemaakt. ‘Ik heb haar uitgezet’
Zo zijn er meerdere overeenkomsten tussen de beide dames Emma en Ellen.

De gecompliceerde verhouding tussen Louise Colet en Flaubert krijgt de nodige aandacht. Louise was een niet onverdienstelijk poëzie schrijfster met prijzen op haar naam
Uit een brief aan haar: ' Critici! Eeuwige middelmatigheid die parasiteert op het genie door het te kleineren en uit te buiten! Een kudde meikevers die de mooiste bladzijden van een kunstwerk aan flarden hakt!'
Als ik het goed begrepen heb deed Flaubert niet anders bij haar schrijfsels. 

Tijdens het onderzoek en het schrijven krijgt Geoffrey allerlei associaties – hoe herkenbaar – met zijn eigen leven. Zo komt het dat er van alles door elkaar loopt.
Geoffrey ontdekt dat er in een hotel in Rouen een papagaai staat die op het bureau van Flaubert zou hebben gestaan. Maar in Croisset staat er ook één die op dat bureau zou hebben gestaan.
Welke papagaai is nu de echte en wie bepaalt dat?
Dat is naar mijn mening de vraag die dit boek opwerpt. Je kunt je nog zo in een ander verdiepen maar echt kennen en doorgronden?
Braithwaite fabriceert zelfs een heel alfabet op Flaubert.
 
Feit is in ieder geval dat Barnes zich uitgebreid heeft verdiept in het leven van Flaubert.
Nog een vraag die opgeworpen wordt en die mij deed denken aan het gedicht van Robert Frost: The road not taken oftewel de niet- geleefde levens.
Doen die er toe?
Volgens Flaubert/ Braithwaite/Barnes zullen die niet-levens toch altijd invloed uitoefenen op het leven dat geleefd wordt.
Daar moet ik dat eens over nadenken.
Er staan vele mooie dingen in:

‘In boeken krijg je dingen uitgelegd, in het leven gebeurt dat niet. Het verbaast me niets dat sommige mensen de voorkeur aan boeken geven. Boeken verklaren het leven. De enige moeilijkheid is dat de levens die ze verklaren die van anderen zijn en nooit dat van jezelf.’

‘Wat was de zin van de technische vooruitgang zonder zedelijke vooruitgang? De spoorwegen zouden er alleen maar  voor zorgen dat méér mensen zich verplaatsten, elkaar ontmoeten en samen stompzinnig zouden zijn.’

Passages van de echte of …..?

‘Kunst hangt af van de wijze waarop het verwezenlijkt wordt; een verhaal over een ploert kan even mooi zijn als het verhaal van Alexander. Je moet schrijven wat je voelt, zeker weten dat die gevoelens waarachtig zijn en maling hebben aan de rest.’

Dat laatste is het minst lastige. 

maandag 1 augustus 2022

Geraniums

Vaak hoor ik de opmerking dat men niet achter de geraniums wil gaan zitten. Een vreemde opmerking waarmee men bedoelt niet inactief te worden maar een actief leven te willen blijven leven.
Geen leven van ‘niets doen’.

Daar heb ik zo mijn bedenkingen bij. Waarom wordt zo’n plant zo denigrerend en associërend met saaiheid, zieligheid en niets doen gebruikt?
Als ik zo’n opmerking hoor reageer ik meestal met de opmerking dat geraniums prachtige planten zijn en dat ik wel akeligere dingen kan bedenken om achter te zitten; een beeldbuis met voortdurend sportspektakels bijvoorbeeld.
Dan verkies ik de stilte om te lezen en/of na te denken en het plezier aan mijn ogen wat een geranium mij geeft.
Gelukkig maar dat ieder mens anders is.

Een paar jaar geleden heb ik er eens één gekocht met een prachtige, bloedrode kleur.
Inmiddels heb ik verschillende bakken vol met kloontjes van deze ‘moederplant’.
In dat opzicht lijkt ik heel veel op mijn moeder die haar hele keukenraam vol had staan met stekkies van allerlei planten en lege sambalpotjes met – door kinderen, later kleinkinderen geplukte - madeliefjes en paardenbloemen. Alles werd gekoesterd.

Iedere keer verbaas ik me er weer over mijn geraniums; hoe mooi ze zijn. Bij elke lichtval weer een tikkie anders, fluweliger.
Ik zit er graag achter en hoop het nog lang te kunnen doen.




donderdag 28 juli 2022

Reuring in domineesland

Naar aanleiding van een lezing van dr. G.A. van den Brink– niet te verwarren met prof. dr. Gijsbert van den Brink – en allerlei discussies via Cvandaag* en het Refoforum wat gedachten hierover.

'Het Evangelie zonder kleine lettertjes'. 

Hier is nogal wat reuring ontstaan omdat deze ds. de knuppel in het hoenderhok gooit en verschillende, niet bij namen genoemde, collegae verwijt niet Bijbels te spreken. Dat is nogal wat.
Waarom volg ik dit nu weer in plaats van de boerenprotesten en stikstofdiscussies?
Het roept weer van alles op uit mijn jeugd in een (ja, ook boeren)dorp. 
Daar had je een hervormde kerk en een gereformeerde; een christelijke school en een openbare.
Dat was het. In beide kerken zaten veel verschillende typen gelovigen bij elkaar. Die zeer gereformeerde wereld fascineert me ook nog eens.
Laat ik het verder bij die hervormde kerk houden waar wij met ons grote gezin een complete bank vulden.
Wanneer ik het zo achteraf beoordeel was de sfeer meer gereformeerde gemeenteachtig . Wat meer richting zwarte kousenkerk voor de lezers die hier niet mee bekend zijn.
Zo niet bij ons thuis, gelukkig.
In de kerk zaten wel veel mensen in donkere kleding en aan het avondmaal gingen er ook niet veel totdat…….ds. J. van Sliedregt in 1967 in onze gemeente kwam en alles anders werd.
Mijn ouders kwamen tot bekering, mijn grootouders van moeders kant en velen anderen ook. Ik herinner me nog, als tien of elf jarige dat de ds. bij ons thuis kwam en mijn moeder zeer ontroerd was. (Ik herinner me dat ze ps 85: 3 berijmd citeerde. Die hebben we later ook op haar rouwkaart gezet.)
Sinds die tijd veranderde de sfeer thuis ook. Niet dat de regels overboord werden gezet want die bleven gewoon. Maar er werd soepeler mee omgegaan.
Naar de ver gelegen middelbare school mochten we op de fiets gewoon een lange broek aan, daar werd verder geen praat over gemaakt.

Terug naar de lezing. Van den Brink bedoelt met de kleine lettertjes dat er in de rechterflank teveel vanuit de ‘uitverkiezing’ wordt gesproken.
Er is ook nog een Youtube lezing, maar dit komt van Cvandaag.

“Te veel dominees schetsen dit beeld van het evangelie: God opent het boek van het evangelie, maar straks op de oordeelsdag slaat God met een klap het boek van het evangelie dicht en opent Hij het boek van de uitverkiezing. Dat noem ik nu een evangelie met kleine lettertjes. Het is te vergelijken met een dubieus contract: in die kleine lettertjes valt de beslissing. Je zou er bijna overheen lezen of erger nog: die kleine lettertjes zijn zo ontzettend klein dat alleen God ze kan lezen.”

Bij de uitverkiezing wordt geleerd dat God al van te voren heeft bepaald wie naar de hemel en wie naar de hel gaan.
Dat kan mensen verlammen. Waarom geloven wanneer alles al vastligt?

Alsof naar de hemel gaan het enige is wat er toe doet.

Ik herinner me ook gesprekken van mijn ouders met een bevriend echtpaar uit de Gereformeerde Gemeente. Ze bleven het oneens met elkaar. De GerGem vrienden konden die ‘uitverkiezing’ niet loslaten, het bleef hun leven bepalen. Terwijl dat iets is van Godzelf waar we geen fluit mee te maken hebben. Gewoon geloven zoals ook van den Brink oproept te doen konden ze niet want dan moest er toch eerst wat gebeuren met een mens.

Dat thema vaan die uitverkiezing is ook naar mijn idee teveel een eigen leven gaan leiden zoals ook van den Brink betoogd en er wordt teveel aandacht aan geschonken.
Wanneer je teksten daarbij zoekt waarop deze uitverkiezingsleer is gefabriceerd kom je erachter dat dat uitverkiezen toch wel erg vaak te maken heeft met een bepaald doel in een mensenleven op deze aarde en gaat het niet over de eindbestemming hemel of hel. (waar ik niet in geloof)

Een in zijn wiek geschoten dominee op Cvandaag noemt bijvoorbeeld Joh 15:16
Niet u hebt Mij uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren,
en Ik heb u ertoe bestemd dat u zou heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht zou blijven, opdat wat u ook maar van de Vader vraagt in Mijn Naam, Hij u dat geeft.

Helaas citeert hij alleen het eerste stukje. Wanneer je het in de context leest wordt aan de discipelen benadrukt dat zij door Jezus zijn uitgekozen - niet andersom -  om te gaan evangeliseren. Niets over een bestemming van hemel of hel.
Zo zijn de meeste teksten die hierover in de Bijbel staan.
Een andere dominee brengt het niet verder dan een reeks ad hominem. (op de persoon, niet op de bal)
Het Sola Scriptura van de Reformatie zakt steeds dieper het stof in. De plaats van het Sola Traditio wordt steeds prominenter.
Zeker een gevaarlijke ontwikkeling.


* ik weet niet of de linken naar Cvandaag het doen; zelf heb ik een abonnement.


29-07 om 12.00 uur: van den Brink heeft wel een snaar geraakt: in vier dagen tijd zijn er op het Refoforum 28 pagina's vol geschreven. Pffft.


15-09
de 'discussie' gaat nog even door. Er is een briefwisseling verschenen op Cvandaag tussen ds. Kort en ds van den Brink. Daar word je niet blij van hoewel van den Brink bewonderenswaardig netjes blijft.
Ik weet niet waar de opleiding van dominees uit de Oud Gereformeerde Gemeenten uit bestaat maar debateer technieken maken daar duidelijk geen deel van uit. 




 

donderdag 21 juli 2022

Arthur en George


Geschreven door Julian Barnes.  (1946) in 2005.
Eerder las ik van hem 'Elizabeth Finch' en dat beviel mij wel voor wat betreft woordkeus, zinsbouw en nadenk-items.

Dit boek heb ik in één adem uit gelezen.
Twee jongens groeien heel verschillend op. Het boek wordt in de eerste helft parallel geschreven: hoofdstuk Arthur – hoofdstuk George.
Maar je begrijpt dat zij elkaar een keer zullen tegenkomen.



Arthur groeit op in een groot gezin met een alcoholische vader en een moeder – de Moek- die veel voor hem heeft betekend; George in een warm gezin in een pastorie met een broer en een zus. Een Indiase vader en een Schotse moeder.
Arthur wordt schrijver, George advocaat.

Zo langzamerhand kom je erachter dat het over Sir Arthur Conan Doyle gaat, het brein achter Sherlock Holmes en vele andere verhalen. Toen ben ik gaan zoeken en vond op het wereldwijdeweb dat deze geschiedenis waar gebeurd is.

George wordt vals beschuldigd van het mishandelen van een mijnpaard in zijn woonplaats. Daar gaan allerlei pesterijen, inclusief dreigbrieven, en andere verminkingen van dieren aan vooraf.
Wat is de reden? Zijn kleur? Zijn oogafwijking?
Wie er werkelijk achter zit wordt helaas nooit ontdekt maar het hele gebeuren heeft zoveel impact op mensenlevens. Pestgedrag moet zeker serieus aangepakt worden.
Doyle heeft zich, net als zijn eigen personage, Sherlock Holmes, vastgebeten in deze ‘rechtelijke dwaling’ en er voor gezorgd dat George Edalji weer is opgenomen in de orde van advocaten.
Het hielp hem meteen uit zijn depressie na de dood van zijn eerste vrouw.

‘Toen hij aan de slag ging, voelde Arthur zich weer op vertrouwd terrein. Het was als een nieuw boek beginnen: je had een verhaal maar niet het hele, de meeste personages maar niet alle, sommige maar niet alle oorzakelijke verbanden. Je had je begin en je had je einde. Je moest een groot aantal thema’s tegelijk in je hoofd houden.’

Voor Doyle, die inmiddels een bekende schrijver was geworden, gingen de deuren gemakkelijker open dan voor iemand anders. Toch lukte het hem niet om ook nog een schadevergoeding voor George los te krijgen.
Veel van deze geschiedenis kwam overeen met de geschiedenis Dreyfus waar Emile Zola zich voor inzette en veel bekender is geworden. Wellicht omdat Dreyfus van spionage werd beschuldigd en levenslang kreeg; George van het mishandelen van een paard en ‘slechts’ zeven jaar waarvan hij er drie uitzat.

Tussendoor de levensgeschiedenis van beide heren. Het rustige leven van de single George en het flamboyantere van Doyle die zich steeds meer ging interesseren voor wat er eigenlijk na de dood met je gebeurde en het spiritisme.
George moest daar niet van hebben:
‘Maar als je op een warme zondagnamiddag in Hyde Park tussen duizenden andere mensen stond, van wie er waarschijnlijk maar weinigen over dood zijn dachten was het niet gemakkelijk te geloven dat dit intense en ingewikkelde ding dat leven heette alleen maar een toevallig gebeuren was op een onbeduidende planeet, een kort moment van licht tussen twee eeuwigheden van duisternis. Op zo’n moment kon je het idee hebben dat al die vitaliteit zich ergens, op een of andere wijze, moest voortzetten.’

En wat ik gewoon nog een mooie zin vond om over na te denken:
‘Als je niet weet wat je wilt, moet je uitzoeken wat je hoort te doen. Als verlangen gecompliceerd is geworden, hou je dan vast aan je plicht.’

  

dinsdag 24 mei 2022

Een veiliger oord


Geschreven door Hilary Mantel (1952) in 1992 en als trilogie uitgegeven in 2015.
Ik heb maar meteen de trilogie gelezen. Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Hoe kan het ook anders in een boek wat over de Franse revolutie gaat.

Ergens las ik dat Hilary gezegd zou hebben dat ze het boek in deze tijd niet op die manier zou schrijven en dat kan ik begrijpen.
Het was natuurlijk een roerige tijd, die tijd van de Franse revolutie, en er speelden vele figuren een rol en soms verzandt dit boek ook in wat nietszeggende stukken. Af en toe schrijft ze in scriptvorm. Toch vond ik het weer een mooi boek, het verhaal kreeg me te pakken al duurde dat wel even.


De hoofdrolspelers zijn duidelijk:
Georges Jacques Danton
Camille Desmoulins
Maximilien de Robespierre

Dit driemanschap in de advocatuur, verbonden sinds hun jeugd waren belangrijke spelers tijdens de Franse revolutie.
Helaas zijn ze alle drie onder de guillotine aan hun eind gekomen. Zo ging dat in die tijd; het ene moment ben je de held, het andere moment guillotinewaardig.
Robespierre, ‘de Onkreukbare’,  speelde een bedenkelijke rol in het aanbrengen van zijn twee vrienden en de vrouw, Lucile, van Camille Desmoulins.

Danton was de luidruchtigste, de Bourgondiër, de doorzetter. Woonde in de Wijk des Cordeliers, een wijk waarin vele snode plannen werden gesmeed van radicaal revolutionaire snit. Hij was de aanstichter van de bestorming van de Tuilerieën in 1792.
Werd daarna Minister van Justitie totdat men bedacht en meende te kunnen bewijzen dat hij weleens contra revolutionair kon zijn. Kop eraf.  

Camille was een stotteraar die vloeiend sprak tijdens zijn oraties als advocaat maar toch liever pamfletten en kranten schreef. Hij begon een levenslange verhouding met Annette Duplessis maar trouwde met de dochter, Lucile. Zij kregen een zoon.
Na de omwenteling, wanneer de hardheid van het nieuwe regime hem te gortig wordt begint hij een krant: Le vieux Cordelier.
Daarin spuit hij zijn gram die tekenend is voor die tijd en plaats en wat hem de kop gaat kosten:
‘Zodra woorden een misdaad tegen de staat waren geworden, was het een kleinigheid om een simpele blik al strafbaar te stellen: verdriet, compassie, zuchten, zelfs stilzwijgen…[…]
Het was noodzakelijke om de dood van vrienden of familie toe te juichen, wilde je zelf in leven blijven. Was een burger populair? Hij kon een facie vormen. Verdacht.
Probeerde hij zich juist terug te trekken uit het openbare leven? Verdacht. Bent u rijk? Verdacht. Ben u – zo op het oog – arm? U moet iets te verbergen hebben. Verdacht.
Bent u triest? De staat der natie deprimeert u dus. Verdacht. Bent u blij? U maakt zich dus vrolijk om nationale rampspoed. Verdacht.
Bent u filosoof, redenaar of dichter? Verdacht.

Robespierre was wellicht de slimste. En de principieelste: ‘de Onkreukbare’. Hij hield Camille onder zijn hoede totdat onder  invloed van Antoine de Saint Just, een jonge keiharde revolutionair, dat niet meer onverdacht kon en hij zijn handtekening zette onder het doodvonnis van Camille.

Wat een vreselijke tijd was het toen. Allerlei groeperingen die elkaar naar het leven stonden. De Nationale Garde, de Girondijnen, Jacobijnen, Sansculotten…..de één wist het beter dan de ander en ondertussen kwam het volk van Parijs om van de honger.
Deze trilogie gaat voornamelijk over de drie hoofdpersonen en hun vele connecties zoals Marat (van dat bekende schilderij) en Brissot.
Er staat bijvoorbeeld weinig in over de ‘processen’ tegen Louis XVI en Marie Antoinette.

‘Op 8 november, 18 brumaire volgens de telling van die charlatan Fabre d’Eglantine, verscheen ze voor het tribunaal. Ze droeg een witte jurk en haar haren los en koesterde de laatste straaltjes middaglicht. Fourquier was efficiënt. Vroeg diezelfde avond werd ze op een kar geladen. De snijdende kou striemde haar wangen rood en ze huiverde in haar mousseline. Het begon donker te worden, maar ze zag de machine afsteken tegen de lucht, de sinistere geometrie van de snede.’

Af en toe de nodige wrange humor:
‘Vroeger stond de meesterbeul in aanzien, keken de mensen naar hem op. Er was een bijzondere wet die het de mensen verbood hem uit te schelden. Hij had een vast publiek, dat voor een kundige uitvoering kwam en waardering had voor elke extra moeite die hij nam.’

Mooie boeken, soms wat langdradig maar dat is geen probleem voor mensen die van allerlei zwarte kriebeltjes op een witte ondergrond houden en de ontsloten werelden erachter weten te waarderen.


Alleen: wat nu 'een veiliger oord' is? Geen idee.

vrijdag 13 mei 2022

Hoe mijn God veranderde


Geschreven door Martien Brinkman in 2021/2022. Ondertitel: ‘een reisverslag’. Vers van de pers.

Brinkman is pensionado en o ja, ook nog emeritus hoogleraar oecumenische/interculturele theologie. Dit is een spirituele biografie.
De titel raakte mij.
Mijn God is namelijk door de jaren heen ook veranderd. Dat zegt natuurlijk niets over God maar over mezelf.
Voor Brinkman geldt hetzelfde.
Dat kan ook niet anders denk ik. Het heeft met geloofsgroei te maken.


Vroeger was mijn God veel strenger en verderaf. Nu zie ik veel meer dat Hij zich voortdurend naar de mens buigt en haar/zijn aandacht probeert te trekken.
Zo weet ik ook dat ik op een heel andere manier geloof dan mijn ouders en ik denk dat ik het op een nog weer andere manier doe mijn groot- en overgrootouders. Zij zouden mijn manier van  geloven maar niks vinden denk ik al blijft het voor mij wel bijzonder dat ik uit zo’n gelovig geslacht kom.

Brinkman is leerling geweest van Kuitert, die van ‘al het spreken over boven komt van beneden’ enzo. Voor Brinkman was dat ook een brug te ver.
Het is een stevige pil en is prettig wanneer je wat meer van de theologische materie afweet om hem goed te kunnen volgen.
Ooit heb ik de leergang ’Cross-Culturele Theologie’ gevolgd met het vak Missiologie en Oecumenica, wat ook een vakgebied was van Brinkman, en daar was ik nu blij mee. Al die conferenties van de Wereldraad van Kerken met hun thema’s heb ik ooit uit mijn hoofd moeten leren. Het nut daarvan heb ik nooit kunnen ontdekken. Maar buiten dat raakte ik wel vertrouwd met de terminologieën.

Een paar dingen die mij opvielen en die ik wil onthouden:
zijn ideeën over de projectietheorie. Dat heeft ons geleerd dat elk mens in haar/zijn manier van geloven ook een vorm van projectie inbrengt.
Inbrengt, en er niet uit bestaat volgens vele atheïsten. Wanneer godsgeloof psychisch verklaard kan worden dan geldt dat ook voor een gebrek aan geloof. (p 80)
Dat projecteren is een twee richtingen verkeer: wat uit ons opkomt en wat op ons van buiten afkomt. Het is een samengaan. Hier hoor ik Immanuel Kant toch wel een beetje in.

Het voorbeeld van kunstvoorwerpen vind ik mooi. Uit het kijken naar een (modern) kunstvoorwerp volgt een creatieve daad van de verbeelding van de waarnemer maar dat kunstvoorwerp geeft daar ook aanleiding toe. Het spreekt tot de verbeelding.
Beelden zijn dan niet alleen producten van de gedachten maar ook producenten. (p82)
Zo kun je doopwater, brood en wijn ook bekijken.

Wat ik zo in hem waardeer is zijn oog voor de vraag en het ‘gestoei’ van mensen met God juist ook in de kunst. Hij houdt van kunst, poëzie en literatuur. Er staat veel poëzie in het boek.
Dat maakt dat hij God als panentheistisch ziet. Dus niet pantheïstisch.
Hij geeft daarin aan mij de woorden van de ideeën die ik ook al had al heb ik het verschil met een immanente God nog niet helder in het vizier.
God is ons nabij in alles.
Ik kan me enorm verbazen over seculiere songteksten die sporen van God bevatten en waarbij ik het idee heb dat het niet bewust gebeurt.
Zo ook met veel films. Producenten hebben vaak niet eens (meer?) door dat ze dingen van God verkondigen. Of hebben dat wel maar dan verwerken ze het wel heeeeel subtiel.

In de epiloog komt de voorzienigheid van God voorbij met zondag 10.  Godsgeloof als verzekeringspremie.
Maar God staat niet dag en nacht klaar om onze wensen te vervullen. Brinkman ziet God ook meer als liefhebbende ouders die er zijn om hun kinderen te ruggesteunen. Ze kunnen niet alles voorkomen; kinderen hebben zelf hun leven en verantwoordelijkheid.
Daar heb ik zo mijn twijfels bij. God zou wel alles kunnen voorkomen maar prikkelt ons in ons vertrouwen en onze afhankelijkheid naar Hem toe.
- Sprak zij die in haar leven niets persoonlijks ernstigs heeft meegemaakt.-
De belofte dat alles voor de gelovigen zal meewerken ten goede (Rom 8:28) blijft toch ook van kracht als alles meezit?

Brinkman noemt dat vertrouwen het grootste godsgeschenk.
Het is een boek met veel voetnoten, hij is een belezen mens.
En in mijn boek staan nu ook nog eens veel strepen.

Ja, de theologie verdwijnt naar de marge maar
‘het zou niet voor het eerst zijn dat een stem uit de marge toch gehoord word.’

donderdag 12 mei 2022

Onrust in de CGk

Het feit dat de CGk het ambt gesloten heeft voor vrouwen lijkt net zoveel stof op te waaien als de uitspraken van Johan Derksen maar dan binnen andere gelederen. Over die laatste wil ik het niet hebben, die zijn te ver beneden peil.

De protesten die volgden op de be-sluit-vorming van de Generale Synode van de CGk zijn niet van de lucht en daarover zijn de conservatievere geesten binnen de gereformeerde wereld dan weer verbolgen.
Een dominee vraag zich af wat het nut nog heeft van synodes wanneer toch iedereen haar/zijn eigen weg gaat; wanneer niemand meer luistert naar wat de kerk leert.
Ik begrijp dat wel.
Heel vroeger had de paus het voor het zeggen, na 1517  werd de reformatorische geloofsleer vast gelegd in de drie formulieren van enigheid. 
Dat heeft weer geleid tot een enorme on-enigheid en versplintering in de kerkgenootschappen.
En in deze tijd heeft iedereen zijn eigen geloofsleer door de toegenomen kennis en assertiviteit.

Is dat erg? Ik denk het niet zolang de liefde, wat een groot woord is, blijft. Genegenheid is ook goed. Het vermogen om te accepteren dat anderen anders denken dan ik en daarin gelijkwaardig zijn.
Het wordt wel een dingetje wanneer anders- gelovigen mij hun manier van geloven gaan opleggen.
Nu is dat met betrekking tot vrouw/ambt wel lastig. Je kunt van elkaar accepteren dat er verschillend wordt gedacht maar de beslissing zal toch moeten vallen of vrouwen wel/niet het ambt toebedeeld mogen krijgen. Het is het één of het ander.
Mijn kerkgenootschap heeft dat tien jaar geleden besloten en is voor mij geen reden om eruit te stappen. Maar ik zal wèl mijn mening geven wanneer daar om gevraagd wordt en die is in dit geval en nog vele andere gevallen toch echt anders.

Ik geloof dat het op langere termijn wel goed komt; het gaat  zich wel settelen.  Er zullen twee grote groepen over blijven zoals er in alle kerkgenootschappen zijn:
a. gelovigen die met hun neus richting paradijs leven en niet goed kunnen omgaan met allerlei nieuwe leringen, het druk hebben met de ‘scheppingsorde’ die volgens mij toch heel duidelijk in Gen 1: 26-28 staat en
b. gelovigen die met hun neus richting ‘olam haba’ leven; de wereld die komen gaat en daarop anticiperen.

Die twee zullen het met elkaar moeten doen. Het is geen oplossing om uit elkaar te gaan zoals nu dreigt te gebeuren. 

zaterdag 19 maart 2022

Violeta


Geschreven door Isabel Allende (1942) in 2022. Ik las een digitale editie.


Soms zijn dit type boeken gewoon erg prettig om het Europese halfrond achter je te laten en je te dompelen in andere culturen.
Hier is het op dit moment akelig en in Zuid Amerika is het dat ook altijd, maar dan anders; het raakt je minder.
Net zoals dategenen wat nu in Europa gebeurt de Zuid Amerikanen niet zo zal raken. 


 

Violeta del Valle is geboren in 1920 en is overleden in 2020. Geboren tijdens de Spaanse griep, ik denk in Mexico en overleden tijdens de Coronapandemie.
Haar leven beslaat een eeuw en daarin laat Allende heel veel passeren maar zonder veel diepgang. Maar dat ben ik van haar gewend.

Het boek bestaat uit vier delen: de ballingschap (1920-1940), de passie 91940-1960), de afwezigen (1960 – 1983) en de wedergeboorte (1983-2020)
Waarom ik dat opschrijf weet ik eigenlijk niet. De globale inhoud kun je overal op het wereldwijdeweb lezen.
Er waren ook geen dingen die ik de moeite waard vond om te onthouden.

Violeta beschrijft haar leven in briefvorm aan haar kleinzoon Camilo. Bij zijn geboorte stierf haar dochter Nieves.
Tsja, wat moet ik meer van zeggen. Leuk verhaal maar zelfs de ‘geschiedkundige’ feiten kan ik nergens terugvinden. Behalve de heel globale. Dat vind ik wel jammer.
Dit boek zal weer net zo snel in mijn vergetelheid raken als haar andere boeken.

zaterdag 22 januari 2022

Mijn Voice

Wat een heerlijke week; eindelijk konden de praatprogramma’s gevuld worden met andere deskundigen in plaats van die over Corona. Verandering van spijs doet tenslotte eten.

Nu serieus: wat een narigheid. Na alle aankondigingen had ik niet de behoefte om ook nog dat programma 'Boos' uit te zitten. De belangrijke stukken komen in allerlei andere programma’s toch wel langs.
Heel aandoenlijk vond ik John de Mol. Dat hij een oproep deed naar jonge vrouwen om toch vooral hun mond open te trekken, want heus er is hulp…..en op die manier weer het probleem bij de vrouwen neerlegde.
Ik geloof echt dat hij het meende en dat hij bij zichzelf overtuigd was dat hij zich goed en integer opstelde. Dat is namelijk het probleem bij veel mannen.
Ze kunnen niet anders kijken.
In dat brein zit iets wat omgezet moet worden. Dat is nog niet iedereen gegeven.
Kennelijk hadden de vrouwen uit zijn bedrijf dat net zo geïnterpreteerd, gezien de grote advertentie in het AD met de tekst: ‘Beste John, het ligt niet aan de vrouwen’.

Zo kom ik weer op de man/vrouw verhoudingen.
Eva heeft door de eeuwen heen veel schuld gekregen. Zij was de eerste die ongehoorzaam was. Paulus zegt dat ook ergens beschuldigend. Tenminste: zo voelt dat.
Ik vond het ook altijd raar dat Adam daarop werd aangesproken.
Ik heb het ook leren zien als een compositoire reden: de eerste Adam en de tweede Adam enzo.
Maar nu zie ik ook iets anders.
Mijn visie op dat verhaal uit Gen 3: wanneer God de mens roept en vraagt wat hij gedaan heeft begint Adam, dus nu echt de mannelijke mens, meteen met de schuld afschuiven op Eva.
Misschien vond God dat wel veel erger dan het ongehoorzaam zijn op zichzelf.
 
Zie het patroon: geboden overtreden………….de schuld afschuiven.

Nu begrijp ik ook dat koning David een man naar Gods hart was ondanks dat hij zo ongeveer alles heeft gedaan wat God verboden had.
Hij erkende zijn schuld.
Bij zijn overspelige relatie gaf hij niet de schuld aan Bathseba maar (oké, na wat haken en ogen, het kwam niet direct uit hemzelf) aan zichzelf.
Terwijl ik verschillende dominees in preken heb horen zeggen dat Bathseba ook niet deugde om onder de ogen van David te gaan baden. Yeah…. Zo diep zit dat speciale kronkeltje.
Helaas is dat schuld afschuiven op de vrouw maar door gegaan, eeuwenlang. Vrouwen is aangeleerd om zich maar schuldig te voelen. Voortdurend is dat bevestigd; tot het een deel van onze identiteit is geworden.

Maar wellicht gaat het nu veranderen. In mijn bewuste vrouwenleven is de Me-too beweging een eerste golf, dit is een tweede. En waarschijnlijk zal het door verschillende golven weer dóórschieten wat ook weer ongemakkelijk zal worden.  These-antithese-synthese
Om dan te eindigen in een rechtvaardig evenwicht.

Ik weet het: een ongenuanceerd bericht maar om dingen helder voor het voetlicht te krijgen moet dat soms.
En er is ook nog  een wereld van misbruikte jongens die nog opengebroken moet worden. Want dat zal vast niet voorbehouden zijn geweest aan de RK kerk.

I have a Dream.


31-01-22
nog een toevoeging die voor mij ook weer veelzeggend is:
gisteravond hoorde ik in een preek over Simeon en Anna in de tempel (Lukas 2) dat Simeon zo blij was toen hij door de Heilige Geest, in de baby Jezus herkende. Want ja, sinds vierhonderd jaar was er geen profeet meer opgestaan dus dit was een geweldig moment.
Terwijl ‘naast’ hem de profetes Anna stond die daar al tig jaren in diezelfde tempel kwam.
Dus……met welke ogen lees je?

 

woensdag 12 januari 2022

What’s in a Name

Een bekende uitspraak van Shakespeare uit de tragedie over Romeo en Julia. De achterliggende gedachte is dat wanneer een roos anders zou heten ze toch dezelfde geur zou verspreiden.

Vaak gaat dat inderdaad op; wanneer ik een andere nickname zou gebruiken zou ik op dezelfde manier blijven schrijven.
Anders ligt het met de naam van God; het tetragammaton. JHWH.
Onuitsprekelijk.  Ik heb geleerd dat het betekent: Ik zal zijn die Ik zijn zal.
Het zal best waar zijn maar ik vond het nogal gecompliceerd. Mij helpt het beter wanneer ik het hou bij ‘Ik ben’.
Het werkwoord ‘zijn’;
een Zijnde,
een bewustzijn,
een Bewust Zijnde.
Hij kan geen andere Naam hebben.

'Zijn is de ziel...'

Daar zijn wij naar geschapen. Over een zelfbewustzijn bij dieren zijn de meningen nogal verdeeld. Ze hebben het in ieder geval niet in dezelfde mate als de mens die welbewust, met een vooropgezet plan, iemand voor de lol in de maling kan nemen, bedriegen of erger.
Dat geeft mij meteen weer de overtuiging dat zoiets niet door aardbewoners bedacht kan worden.

woensdag 5 januari 2022

Eleonore van Aquitanië

Geschreven door Guus Pikkemaat (1929 – 2018) in 2008.

Een heerlijke dikke pil van bijna 600 pagina’s over een vrouw die haar stempel heeft gedrukt op West-Europa.
Eleonore/Alienor leefde van 1122 – 1204 en was tijdens haar leven koningin van Frankrijk want ze trouwde met Louis VII en werd ook nog eens koningin van Engeland, vanwege haar tweede huwelijk met Henry II uit het huis Plantagenet.

Haar naam kwam voorbij tijdens modules Europese geschiedenis en mijn belangstelling was gewekt. Ik had eerder nog nooit van haar gehoord.
Maar wat was dit boek een tegenvaller.


Ja, het klopt dat over vrouwen weinig in de geschiedenisannalen is opgetekend. Ze waren niet interessant genoeg ook al runden ze vaak de business wanneer de echtlieden weer eens op oorlogspad of kruistocht gingen. We weten niet eens haar exacte geboortedatum.
Maar wanneer een boek voornamelijk gaat over haar echtgenoten Louis VII, Henry II en haar zoons Richard Leeuwenhart en Jan zonder Land dan vraag ik me echt af waarom je haar naam op de cover durft te zetten.
Het is een keurig beschreven feitenrelaas over de politieke manoeuvres en wendingen in die vroege middeleeuwen zonder een greintje fantasie.
Nee, dan de boeken van Hilary Mantel. Die zijn een stuk prettiger om te lezen.
Bij Pikkemaat voelde ik bijvoorbeeld geen enkele emotie bij de moord op Thomas Beckett.
Ongetwijfeld vult Hilary met haar fantasie dingen in maar het grote geheel beklijft dan toch veel meer dan dit gortdroge relaas.
Omdat ik niet graag een boek halverwege opzij leg heb ik me gedwongen om het uit te lezen.
Nu filteren waarom Eleonore zo belangrijk is geweest.

Ze werd opgevoed door een vader die zijn dochters serieus nam. (Behalve dan bij het opschrijven van haar geboortedatum) Zulke vaders zijn kostbaar. Ik heb er ook één gehad. Ik moet ook denken aan Christine de Pisan die ook zo’n vader had wat in die tijd heel bijzonder was.

Ze groeide op aan een hof met veel aandacht voor kunst en cultuur en bleef daar tijdens haar leven heel veel aandacht aan besteden. Bernard de Ventadour is een bekende naam die leefde aan dat hof. Een troubadour.
Het grote rijk Aquitanië erfde zij van haar vader en werd daarmee een interessante huwelijkspartner. Door haar huwelijk met Louis VII werd een nog groter rijk gerealiseerd wat weer uiteenspatte na haar scheiding want zij nam haar domeinen mee het volgende huwelijk in met Henry II. Zo ontstond het Angevijnse rijk. Haar twee dochters bleven achter bij Louis.
Deze Henry II bleef echter leenheer van de Franse koning en was tijdens zijn leven voortdurend in conflict met Louis VII.

Eleonora bleef macht uitoefenen in ‘haar’ rijk en het huwelijk leek in de eerste jaren best goed ondanks dat zij tien jaar ouder was. Ze kreeg nog acht kinderen maar niet allen bleven in leven. Drie dochters werden succesvol uitgehuwelijkt aan belangrijke Europese heersers.
Van de vijf zonen zijn Richard Leeuwenhart (Coeur de Lion/ Lionhearted), de uiteindelijke erfgenaam en Jan zonder Land (Jean sans Terre/ John Lackland) de belangrijkste.

Ze was populair bij haar volk, hield van de schone kunsten en de hoofse liederen waar het hof van Aquitanië om bekend stond. Aan haar hof werd de jeugd van de aristocratie onderwezen.  Haar invloed was dus heel indirect.
Henry was minder geliefd, had regelmatig ruzie met zijn zoons die dan weer hulp zochten bij Louis VII. Eleonore koos steeds de kant van haar zoons wat haar niet in dank werd afgenomen.
Henry vond het op een gegeven moment nodig om haar in Engeland gevangen te zetten/huisarrest te geven voor zestien jaren. Pas bij zijn dood gelaste zoon Richard haar vrijlating. Ze was inmiddels rond de acht en zestig. Ze nam de honneurs voor hem waar in Engeland en Frankrijk toen hij mee ging met de derde kruistocht. (1189 – 1192)
Zelf was ze mee geweest op de tweede kruistocht (1147 -1149) en had haar ogen goed de kost gegeven.

Onder haar bewind kreeg La Rochelle stadsrechten en een burgemeester.
Vele andere steden werden door haar begunstigd; natuurlijk met de verwachting van loyaliteit ten opzichte van haar en haar zoon.
De ‘code maritime’ werd opgesteld om zeelieden te beschermen tegen de willekeur van een kapitein of een reder.
De namen van de schepen moesten in de ankers worden gegraveerd zodat ze te herkennen waren. Een eerste vorm van registratie.
Vrouwen werden toegelaten tot de grote zalen die eerder een mannendomein waren.
Nadat ze door zoon Richard weer was vrijgelaten zorgde ze ervoor dat in Engeland uniforme gewichten en maten werden gebruikt voor de handel in granen, vloeistoffen en textiel. En er werden munten met een vaste standaard in gebruik genomen.
Verder stichtte ze nog een hospitaal in Surrey en werd ze luidkeels bezongen door de rondreizende troubadours.

Het beste contact bleef ze houden met haar zoon Richard, die erfgenaam was van de delen in Frankrijk en koning van Engeland. Helaas stierf hij zonder erfgenaam en ging alles over op zijn jongere broer Jan zonder Land die opeens Jan met Land werd.
Eleonore is om en nabij de tachtig geworden en heeft op Eleonore Plantagenet van Castilië  en Jan zonder Land na, haar kinderen overleefd.
Dat er heel veel nazaten van haar rondlopen moge duidelijk zijn. Keizer Otto IV van het Heilige Roomse Rijk was een kleinzoon.

De eindeloze twisten tussen de Capets en de Plantagenets leken weer bijgelegd toen een kleindochter, Blanche trouwde met Louis VIII.
In 1204 overleed deze oermoeder van veel Europese vorstenhuizen.  
Eleonore is begraven in het klooster Fontevraud bij haar man Henry II en zoon Richard.

Niet alles is even zeker, elke geschiedkundige kijkt weer anders tegen de geschiedenis aan; legt andere accenten en trekt andere conclusies.
Zo kwam ik deze scriptie tegen van een leerling van de universiteit van Gent.






vrijdag 31 december 2021

Vrijheid

In deze tijd worden we voortdurend geconfronteerd met allerlei beperkingen vanwege de voortslepende coronacrisis.
Rondom mij heen hoor ik allerlei klachten dat men zich beknot voelt in zijn/haar vrijheid. De protesten tegen het verplicht vaccineren zijn – m.i. terecht – niet van de lucht. Gelukkig dat de regering daarvoor tot nu toe niet heeft besloten. Dat gaat over politieke vrijheid maar je kunt op zoveel verschillende manieren tegen vrijheid aankijken.

Wat mij fascineert is de geestelijke of spirituele vrijheid.
Maar wat houdt die vrijheid in? Het is iets anders dan de vrije wil waar ik al meer over heb geschreven.
Volgens Descartes is besluiteloosheid de laagste vorm van vrijheid. Dus al dat getwijfel wat in deze dagen zo ‘hot’ is klopt van geen kant. Volgens hem dan.
Volgens John Stuart Mill ben je vrij voor zover je anderen geen schade toebrengt. 
Volgens Spinoza heeft het te maken met autonomie en staat vrijheid tegenover dwang. Wie vrij is schrijft zichzelf de wet voor. Heer/vrouwe en meester/ meesteres zijn over je eigen handelen.
Voltaire was onder de indruk van de geestelijke vrijheid van de Engelsen die zonder gêne over alles schreven en zich verdedigden. (Störig p. 396) Dat was hij niet gewend.
Bij Kant komt het al dichter bij hetgeen ik onder vrijheid versta: de algemene zedelijke wet moeten wij niet gedwongen volgen maar die zouden we, naar het categorisch imperatief, in vrijheid willen volgen. Ik vermijd angstvallig het woord ‘moeten’ want dat is een lastig woord in verband met vrijheid.
Bij Kant begint vrijheid bij het handelen omdat de theoretische rede niets kan zeggen over ‘Ideeën’ waar God onder valt.  Met dat handelen is er de verantwoordelijkheid. Maar dat valt naar mijn idee dan weer onder een ander type vrijheid.

Vrijheid is een paradoxaal begrip. Je kunt het niet empirisch bewijzen, het is een idee wat samenhangt met een bepaalde gehoorzaamheid; een vrijwillig verbinden aan, op voor jou goede gronden, geaccepteerde zaken.
Wanneer ben je vrijer? Als je voortdurende de grenzen van (morele) regels opzoekt en probeert ermee te sjoemelen of wanneer je inzicht hebt verworven in die regels en ze om die reden houdt.
Ik herinner me een boek van Solzjenitsyn ( Ik denk ‘de eerste cirkel’)met een quote die ik niet meer kan terugvinden. In ieder geval ging het over vrij zijn ook al zit je in de gevangenis.
Die geestelijke vrijheid bedoel ik.
Dan maakt het niet uit waar je bent, in lock-down of niet of in welke hoedanigheid; gezond, ziek, zwak of misselijk.

Wanneer je je steeds meer bewust wordt van dat type vrijheid is dat het mooiste begrip wat er is.


Nog een paar quotes die mij raakten:

Vrijheid bestaat in het erkennen van grenzen.
Krishnamurti.

Maar wat is vrijheid zonder wijsheid, en zonder deugd? De grootste van alle mogelijke kwaden; want het is dwaasheid, verdorvenheid en gekte, zonder onderwijs of beperking.
Edmund Burke.

Vrijheid is niet hetzelfde als ongebondenheid. Vrijheid is het vermogen om keuzes te maken en je aan datgene te binden wat het beste voor je is.
Paulo Coelho.

 

woensdag 15 december 2021

Maria, icoon van genade


Geschreven door Arnold Huijgen afgelopen jaar. Eerder las ik van hem 'Lezen en laten lezen'.
Het is een mooie maand om te lezen over Maria, de moeder van Jezus al pleit Huijgen voor aandacht het hele jaar rond en het vaker zingen van haar lofzang, het Magnificat. Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn.
Als het meezit(!) zijn er in mijn denominatie slechts 2 preken per jaar waarin een vrouw een rol speelt; dat is toch wel erg magertjes.
Het boek leest gemakkelijk weg al is de materie niet altijd even gemakkelijk.
Prettig zijn de vele voetnoten en de samenvattende conclusies na elk deel.


Bij het zien van al die voetnoten over boeken die er al zijn geschreven door – meestal- mannen over deze ene vrouw moet ik toch wel glimlachen.
Hoe zou Maria zelf hier tegenaan kijken? Waarschijnlijk zal haar mond openvallen van verbazing over al die theorieën en vergelijkingen die er over haar zijn bedacht en weer door anderen weerlegd.
Ik denk niet dat ze het zou waarderen.

Dat neemt niet weg dat dit een interessant boek is en dit blogbericht veel te beknopt want er staan weer heel veel streepjes in.
Ooit las ik ‘de zevende koningin’ (uit 1998) van W.J. Ouweneel wat ook over de Mariacultus gaat; het ontstaan en de ontwikkelingen met alle mogelijke linken. Hij deed dat iets zakelijker en uitgebreider met zijn al te analytische geest, als ik me goed herinner. Nee, WJO komt niet voor in de literatuurlijst al zou het best interessant zijn om de beide boeken eens naast elkaar te leggen.

Wat wil ik onthouden? In ieder geval niet die misogynie van de kerkvaders uit hoofdstuk zes. Al die lelijke dingen over vrouwen konden ze natuurlijk niet zeggen over Maria. Zij werd op het schild gehesen als de ideale vrouw tot aan hemelkoningin toe.

Het boek is verdeeld in drie delen, zoals een goede preek betaamd, Huijgen zelf rekent het laatste deel niet mee.
Waarom dit boek door een protestante dominee?

1. Maria wordt ondergewaardeerd in protestante kringen
2. Er lijkt een beweging gaande naar geloven en God
3. Een verlangen naar schoonheid
4. Het belang van een voortgaand gesprek tussen de RK kerk en de kerken van de Reformatie.
5. De genderproblematiek; hebben de beelden van Maria de onderdrukking van vrouwen aangejaagd of juist gematigd?
6. Het belang van de integratie van de verschillende theologische disciplines.
7. De interesse in Maria zelf. De eerste nieuwtestamentische gelovige en moeder van Jezus Christus.

Maria is een vrouw die het oude met het nieuwe Testament verbindt en een voorbeeld is in haar gelovige overgave aan God.  Een icoon van wat God kan doen.
Tijdens de concilies van Eféze (431) en Chalcedon (451) werd Maria gebombardeerd tot Theotokos: zij die God baart. In Eféze landde dat aardig omdat het herinnerde aan die andere Godin: Artemis. Dat geeft volgens Ouweneel weer een link met de maangodin.
Maria kreeg daarmee een prominente plaats in de theologie en dat was een belangrijke factor in de latere Mariadevotie.
Waarom is dat christologisch van belang?
1. De vleeswording van de Logos is geen nieuwe schepping maar een nieuw begin in de bestaande schepping.
2. God is echt ons bestaan binnen gekomen. Ik voeg er aan toe: In de bij ons bekende  dimensies ruimte en tijd.
3. Jezus is de Zoon van God.

Maria is een ideale vrouw. De vernieuwde Eva. Dat ze ook een gewoon joods meisje was werd even vergeten.
Behalve haar eigen lofzang is zij zelf ook aan alle kanten bezongen door de eeuwen heen.
Volgens Johannes Paulus II bestaat haar roeping uit twee dimensies: maagd en moeder.
Daar kwam natuurlijk weer kritiek op vanuit feministische kant. In mijn ogen terecht want deze zienswijze dient inderdaad alleen het patriarchaat.

In de middeleeuwen nam de devotie pas een hoge vlucht onder invloed van de hoofse liefde. Maria was maagd en bleef dat ondanks het feit dat zij meer kinderen heeft gekregen en is zelf onbevlekt ontvangen dus heeft geen last van erfzonde.
Later, in 1854 is dat in een dogma vastgelegd, zo kon men haar blijven vereren.
Een ander dogma uit 1950  waar protestanten ook zo hun bedenkingen bij hebben is Maria’s ten hemel opneming. Let op, geen hemelvaart zoals een Rooms Katholiek op een forum mij duidelijk maakte. Zij werd opgenomen in tegenstelling tot Christus die zelf ten hemel voer.
Ze wordt ook niet aanbeden maar vereerd, werd mij meteen duidelijk gemaakt.
Dat zijn de twee belangrijkste punten waarmee het protestantisme zo zijn/haar problemen mee heeft wat Maria betreft.

Wanneer de kerk ook moeder wordt genoemd mag ze zich ook wel zo gedragen, zeker richting minderheden. Naar mensen met problemen met hun seksuele gerichtheid en de genderproblematiek.
Huijgen pleit ook voor meer beelden in de kerk. Nou, dat traject heb ik ook achter de rug. En het was heel lastig om dat aan de man/vrouw te brengen.
Maar beelden, zo je wilt iconen geven de mogelijkheid om  de gedachten te verheffen. Dat er ook misbruik van kan komen heft het positieve ervan niet op.

Nog iets grappigs wat ik tegenkwam: al bij Tertullianus waren de oren van Eva en Maria belangrijk. Via Eva’s oren kwamen bedrieglijke woorden binnen en via die van Maria de levende. Zo ontstond de gedachte dat de conceptie via het oor plaatsvond. (p 237)
Uit de modules kunstgeschiedenis herinnerde ik me Robert Campins ‘Merode’ altaarstuk.
In het middenstuk de Annunciatie waarbij Jezus door het gesloten (= maagd) raam komt aanvliegen richting oor van Maria. Ik weet nog dat we het daarover hebben gehad.

Verder viel het Huijgens ook al op dat vroeger de mensheid van Jezus problemen opleverde terwijl dat nu zijn godheid zou zijn. Ooit postte ik dat op een forum.  

Wat mij ook opviel over mezelf en wellicht anderen is dat ik zo anders lees. Huijgens heeft het in dit boek over de zwarte madonna van Rocamadour zoals ze voorkomt in een boek van Michel Houellebeque: ‘Soumission’.
Ik kan me daar niets van herinneren en ook in mijn blogbericht over dat boek is er niets over te vinden.
Toen ik het er met een vriendin over had kwamen we tot de conclusie dat ieder mens zich op een ander geestelijk level bevindt op het persoonlijke levenspad en dat je dan leest en opneemt wat je op dat moment interesseert of waar je mee uit de voeten kunt. Heel soms ontdek je dat er tegelijkertijd iemand anders is op dat level maar bij mij komt dat zelden voor.
Wanneer ik recensies lees van boeken die ik zelf ook heb gelezen komt er ook vaak een heel ander beeld naar voren dan wat ik er zelf van had. Dan zullen mijn verslagen ook wel heel anders zijn dan van andere lezers.
Het zijn dan ook geen recensies, die zakelijk en kritisch boeken bespreken, maar mijn verslagen met allerlei gedachten en associaties die de boeken oproepen.