Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Doel. Sorteren op relevantieAlle posts tonen
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Doel. Sorteren op relevantieAlle posts tonen

zaterdag 11 februari 2023

Panentheïsme

Een echt juiste definitie die naar mening precies onder woorden brengt wat ik hierbij denk heb ik nog niet gevonden.
Het is letterlijk gezien een woordconstructie: alles in God.
Dus niet God in alles zoals in het pantheïsme.

Panentheisme ziet God groter dan de kosmos, want alles komt uit Hem voort, en is mede transcendent en immanent.
Alles omvattend. En volgens mij ook in wisselwerking met elkaar.
Martien Brinkman zegt in zijn boek (p246):
‘In een panentheistische benadering kan alles met God in verband worden gebracht, maar gaat God nergens in op.’

In ieder geval kwam ik hier weer op door een zinsnede uit het boekje van C.S. Lewis: ‘Brieven aan Malcolm over het gebed’.
Hij schrijft daar over een gedicht van een anonieme poëet:
 
‘Dat dream maakt het te pantheïstisch, en werd er misschien bijgehaald om het rijm.
Maar denkt hij niet terecht dat het gebed in zijn meest volmaakte vorm een alleenspraak is?
Als de Heilige Geest in mensen spreekt, dan is het gebed een spreken van God tot God.’

Zo’n zin blijft dan haken in mijn geest. Ik weet niet of het daarmee eens ben. In eerste instantie was ik ervan overtuigd van wél; er is zeker een wisselwerking tussen de Heilige Geest, die in de gelovigen woont en God.

Maar in tweede instantie: wanneer bidden in zijn volmaaktste vorm een ‘Goddelijk onderonsje’ zou zijn welk functie heeft de mens dan? Is ie dan niet overbodig?
Het Christendom is met recht een relationele godsdienst juist omdát de mens toch wordt opgenomen in die Goddelijke wisselwerking?
Zonder de mens is dit hele tijdelijke en ruimtelijke  circus doelloos. Ja, je kunt nu wel weer allerlei vrome tegenwerpingen verzinnen, - God heeft reden en doel in Zichzelf - maar dat wordt voor nu even te zweverig. 
(Natuurlijk is er ook een wisselwerking tussen God en Zijn Flora en Fauna maar dat weten we niet feitelijk. Vooral om die reden zouden we dan ook voorzichtiger moeten omgaan met de natuur)

Wellicht bedoelde hij dat alles ook zo maar ik zou zo’n zin die en passant wordt gemaakt graag wat meer uitgewerkt hebben gezien.
Helaas is C.S. Lewis niet meer in onze tijdelijke dimensie anders zou ik hem een mailtje sturen.

 

woensdag 28 december 2022

De humor van de Bijbel



Geschreven door Okke Jager in 1954.  Het is weer een tweedehandsje*. Of derde of vierde.
Jager was theoloog en behoorde naar onze GB maatstaven tot de lichte dominees. Ik heb hem dan ook nooit horen preken.
Wel heb ik een Bijbels dagboek van hem waaruit ik wel eens een stukje las tijdens mijn opleiding tot verpleegkundige. In die tijd moesten we om beurten de  dagopening verzorgen.
Achteraf bezien nogal gewaagd. Er zaten vooral meiden uit de (Oud) Gereformeerde Gemeenten.
En ook achteraf bezien paste ik daar slecht tussen al heb ik dat toen nooit zo ervaren. We hadden een gezamenlijk doel: de mensheid redden.



Maar die humor, wat is dat eigenlijk en komt dat in de Bijbel voor? Mijn familie van moeders kant waren/zijn de serieusiteiten zelve maar mijn familie van vaders kant had humor en ik zie het weer terugkomen bij mijn broers en zussen. Komt natuurlijk bij dat ik gewend ben aan dat type humor. Ik voel dat aan en begrijp dat direct.
Dat geldt niet voor ieders humor. De humor van mijnheer Cathy richt zich meer, zonder het daartoe te beperken, op gestoei met woorden en woordgrapjes. Is ook leuk.
Humor is ook zeer subjectief. Ik kan dan ook lang niet alles wat Jager aanreikt als humor zien.

Ironie, cynisme en sarcasme zijn ook allemaal vormen van humor die mij aanspreken. Alles waarmee je je ongenoegen of kritiek kunt uiten zonder ruzie te maken vind ik boeiend.
Dat zal wel te maken hebben met m’n conflict mijdende aard.

Volgens Jager komen ironie, sarcasme en woordspelingen het meeste voor in de Bijbel. Ja, daar geeft hij voorbeelden bij.
Wel is het zo dat hij als  ‘oorspronkelijke taal lezer’ meer in de Bijbel weet te ontdekken aan woordspelingen dan iemand die het Hebreeuws/ Aramees en Grieks niet machtig is.
Vertalen is altijd verliezen. Helaas.
Buiten dat was Okke Jager zelf ook een erudiet mens met een enorm taalgevoel.

Humor helpt om de zaken te relativeren en laat ons het betrekkelijke zien van alles wat we binnen de geloofswereld verabsoluteren. Er moet meer vrolijkheid komen. De feestzaal van Christus lijkt niet meer op een feestzaal.
Ja, daar verbaas ik me ook over. In de Bijbel staat bij de instelling van feesten vaak dat het een vrolijk feest moet zijn en wanneer ik dan bij de ‘hoge’ feesten in de kerk eens om mij heen kijk zie ik weinig vrolijks. We zijn er bang voor geworden om de één of andere reden. Blijdschap kan er nog net mee door maar vrolijkheid is uit den boze. Zo lijkt het.

Heel lang heb ik het blog van ‘de lachende theoloog’ (Jan Riemersma) mee gelezen en toen ik daar eens naar verwees op een forum kwam  er van iemand commentaar dat ze niets wilde lezen van een theoloog die zich zo noemde. Tsja.

Wat is dat toch?
‘Mensen zonder humor zullen in de humorist altijd een deserteur zien’. (p 47) Terwijl ‘humor vaak juist uit liefde en sympathie wordt geboren.’( p48)

‘Mag de Goede Herder niet glimlachen, als een schaap herders- allures krijgt?’(p 48)
En: Jezus is Iemand die overal engelen ziet en christenen zijn mensen die overal spoken zien.
Christus had de wijdopen ogen van een kind, waarin Hij de wereld opving; christenen hebben de spleetoogjes van oude mannen waarmee ze de wereld op afstand houden. Christus stak overal Zijn hand uit; Christenen houden altijd iets achter de hand. Christus keek een tollenaar uit een boom; christenen kijken de kat uit de boom.
Christus liep met een gezicht, waar dagelijks de nodiging vanaf straalde: ‘Kom tot Mij!’
Christenen lopen met gezichten rond, die aan iedereen verkondigen: ‘Blijf van mij af’.

Dit is een wat generaliserend stukje wat mede zijn taalgevoel laat zien maar staat er nu echt humor in de Bijbel? Wanneer je goed leest en nadenkt wel.

In Gen 11:5 bij de torenbouw van Babel.
Het idee: God is transcendent en immanent en zegt ‘Kom laten we neerdalen om die toren  eens te gaan bekijken die de mensen hebben gebouwd.’
Alsof Hij die toren, die in mensenogen groots is, vanuit de hemel niet kan zien.

David die rustig op zijn dak staat terwijl ‘de koningen uittrekken ten oorlog’. Ik zie Zelensky dat al doen. Belerende ironie.
Mechizedek, waarvan geen geslachtregister bekend is als een steekje onderwater omdat de Joden de stambomen altijd uitpluisden of iemand wel recht had op het priesterschap.

Abimelech, die tegen Sara zegt: ‘zie ik heb uw broer duizend zilverlingen gegeven’ terwijl hij al weet dat Abraham haar man is. (Gen 20:16) Je kunt je er zijn knipoog bij voorstellen.

Paulus die in de brief aan Filemon schrijft over Onesimus. De naam betekent nuttig of verdienstelijk en dan schrijft hij: ‘Hij was voorheen voor u van geen nut, maar nu is hij voor u en voor mij van veel nut.

Zelf vind ik de opmerking van Jezus uit Lukas 10 van ironie getuigen. Wanneer de zeventig die uitgezonden waren bij Hem terugkomen zijn ze helemaal euforisch omdat ze zelfs demonen konden uitwerpen.
Jezus zegt dan: (Nou, nou wat geweldig, dat hoor ik erin) ‘ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.’

In de laatste hoofdstukken waarschuwt Jager voor verkeerde humor. Dat is ook belangrijk. Humor kan namelijk behoorlijk doorschieten en dan wordt het profaan/blasfemisch.
Maar dat is ook weer lastig want wat er bij de één nog meer door kan, gaat voor de ander al te ver.
Voelsprieten ontwikkelen!
Tot slot een gedicht van Okke Jager: 

Kom haastig!

‘Kom haastig, Jezus!’ bidt de predikant.
‘Ja, Amen,’ zegt een boer, ‘wil spoedig komen!
Maar na de oogst, want van m’n nieuw stuk land
heb ik nog nooit de opbrengst waargenomen.’

‘Ja, Amen,’ zegt Mevrouw, ‘maar mag ik voor
De bontjas die ik gisteren zag hangen
Eerst sparen en hem aandoen, als het Koor
Een avond geeft in ‘Christ’lijke Belangen?’

‘Ja, Amen,’ zegt het kind, maar nu nog niet,
Ik moet nog met vakantie naar de bossen.
Maar ik zal zwaaien, zodat U het ziet,
Als U ons onder schooltijd komt verlossen.’

‘Kom haastig, Jezus!’ bidt de predikant.
‘Maar mag ik eerst die nieuwe lezing lezen,
Die ik gemaakt heb voor het Jeugdverband
Over ‘Gij zult het wel verstaan na dezen’?’

De beden komen in de hemel aan.
De cherubijnen zwijgen, die ze brachten.
En Jezus vraagt: “Kan Ik vandaag al gaan?’
Zijn Vader zucht: ‘Ge moet nog even wachten.’


Okke Jager (1928-1992)
uit: Worden als een kind (1954)

 

 

*Dat is ook humor: het boekje behoort tot de ‘boeket-reeks’.

 

 

 

dinsdag 27 december 2022

Zonsondergang



Rond verschijnend,
Lichtgevend vuur,
Gebouwd in de ruimte,
Warmte afwerpend,
Westwaarts reizend;



Jouw fotografische omvang
conflicteert met het
afnemend licht van de getroffen dag,
Op het stervensuur opduikend en
doortrokken verschijnend
aan de verre grens van de aarde
Een op zijn doel afgaande regenboog
reikende ver tot in de hemel.
Je bent een kunstenaar, Zon!


R.G. Dandridge (1883 - 1930)



Vrij vertaald vanuit het Engels en de schepper van de zon is natuurlijk de echte Kunstenaar.





zaterdag 19 november 2022

Numeri

ondertitel: boek van de woestijnjaren.
Geschreven door Jonathan Sacks en onderdeel van zijn serie over de Thora.
De eerste drie boeken heb ik gelezen en heb er van genoten. Wanneer je de Joodse achtergronden en verklaringen bij de verhalen leest vergroot dat je inzicht in het geheel.

Ook dit boek bestaat weer uit parasja’s. Tien stuks. En die weer uit verschillende essays over onderwerpen die aan de orde komen. Het zijn niet altijd de onderwerpen die ik zelf interessant vind maar die hij de moeite van het vermelden waard vindt.


Numeri gat over de reis van de berg Sinaï richting het beloofde land; de oevers van de Jordaan.

Leviticus was het hoogtepunt van het chiasma (ABCBA) van de vijf Bijbelboeken; Exodus en Numeri (B) gaan allebei over een reis.
Op pagina vijftien van het boek heeft Sacks een mooi overzicht opgenomen met alle overeenkomstige verhalen tussen de boeken.
Verschillen zijn er ook: het volk is in Numeri niet langer een groep slaven met de bijbehorende slavenmentaliteit die op de vlucht zijn, maar een natie die een verbond heeft gesloten met God; die een wetboek hebben ook al hebben ze nog geen land.
Dat is meteen ook het verschil met andere volkeren. Die hebben eerst land en pas later een wetboek. Is er geen land meer dan is ook het wetboek overbodig.
Bij de Joden niet. Ook al hebben ze geen land dan zijn ze toch verbonden door het verbond met God en de wetten en regels.

Wat wil ik verder onthouden? Het hele boek natuurlijk…..

Het stuk over de priesterlijke zegen. In 1997 vond men in Ketef Hinnom zilveren boekrolletjes van drie cm waarop in Paleo - Hebreeuws (werd vóór de Babylonische ballingschap gebruikt) de priesterlijk zegen staat in een heel precieze literaire structuur.
De betekenis van elke zinssnede legt hij uit. Hartverwarmend. Ik zal die priesterlijke zegen nu met andere oren horen.

In het verhaal met Korach, Dathan en Abiram uit Numeri 16 komen ook wijze lessen aan bod. Korach, een Leviet trekt samen op met Dathan en Abiram; nakomelingen van Ruben.
Ze komen bij Mozes en betwistten zijn leiderschap. Hun argumenten klinken heel plausibel zoals Sacks laat zien. Het heeft te maken met de blauwe draad in kwastjes van de gebedskleden. De tsietsiet.
Waarom zaten die drie toch fout?
Omdat ze niet door hadden de essentie van een gebod in het middel zit en niet in het doel.
Dat lijkt me voor ons ook wel van belang.
Wanneer we leren te volgen, ook al begrijpen we niet direct waarom, zal ons dat transformeren in mogelijke leiders. Korach kon nooit een leider zijn/worden omdat hij niet in staat was om een volger te zijn. Wanneer je zelf niet kunt gehoorzamen zul je anderen nooit kunnen overtuigen om gehoorzaam te  zijn.
Nog iets wat mij toch wel opviel: In Numeri 16: 32 staat dat de drie met alles wat ze bezaten én hun gezinnen verzwolgen werden.  (Sink hole?)
‘De aarde opende haar mond en verzwolg hen, met hun gezinnen.’ 

Maar in Numeri 26: 11 staat dat de kinderen van Korach niet gestorven waren en ook Sacks noemt de kinderen van Korach als nazaten van hem die psalmen creëerden. Bijvoorbeeld ps 84, ‘van de Korachieten’.
Dus ja, dat letterlijke lezen levert toch problemen op; althans voor fundamentalistische lezers.
Voor Sacks niet en ik maak me er ook niet druk  om.

Dan de houding van Mozes in ‘beide reizen’; van vóór de Sinaï en daarna en zijn ‘zonde’ waardoor hij het beloofde land niet in mocht.
Tijdens beide reizen, in Exodus en in Numeri murmureren (prachtig woord! Ik gebruik het regelmatig tegen mijnheer Cathy) de Israëlieten over water, over eten en hebben spijt van hun reis en willen ze terug.
Mozes reacties verschillen nogal. In Exodus hoort Mozes het aan, spreekt tot God, God zegt wat hij moet doen en hij doet het.
In Numeri lijkt hij er veel emotioneler mee om te gaan. Ondanks zijn ervaringen is hij kennelijk niet wijzer geworden en lijkt zijn veerkracht verminderd.
Verklaring: in Exodus wordt technisch leiderschap vereist. Het volk had nog steeds een slavenmentaliteit die moest veranderen in een natie van mensen die de verantwoordelijkheden van de vrijheid op zich konden nemen. Mozes moest adaptief leiderschap gaan tonen.
Maar hij ontdekte dat het volk nog helemaal niet was veranderd. Weer klaagden ze over dezelfde dingen als in Exodus en gaven de schuld aan een ander. Om wanhopig te worden en dat werd hij dan ook, zo af en toe. ‘Mensen helpen de kracht te vinden om te veranderen – dat is de grootste uitdaging van leiderschap.’
Vrije mensen geven anderen niet de schuld van hun ongeluk.
Mozes was eigenlijk zelf het probleem bij de reis vanaf de Sinaï naar het beloofde land.
Mozes was de sterke leider om het volk uit de slavernij te leiden maar bleef in gebreke om de mensen de kans te geven hun eigen sterke kanten te ontwikkelen. Daar was Jozua, zijn opvolger, beter in.
Na de aanstelling van de zeventig oudsten ging het beter al ging Mozes in de fout toen hij op de rots sloeg om het volk water te geven in plaats van spreken zoals God bevolen had. (Num 20)
Ik heb daar al eerder een berichtje aan gewaagd.
Terwijl eerder God al eens had gezegd dat hij op een rots moest slaan (Ex 17)
Daar heb je weer dat verschil in reis. Vóór of na de Sinaï.
Maar ook een verschil in generatie. Er was nu een generatie die in vrijheid was gebóren. Vrije mensen moet je anders benaderen, die reageren op overreding en niet op slaan. Slaan hoort bij de slavenmentaliteit.
De dubbele boodschap die ik er in zag, - zie mijn blogberichtje -  daar heeft Sacks het vanzelfsprekend niet over. Maar als elk vers in de bijbel zeventig uitleggingen toestaat dan zit de mijne er vast wel bij.

Vaak heb ik mij afgevraagd waarom die woestijn reis zo lang moest duren; een generatie zelfs. Volgens Sacks kost het tijd om mensen te veranderen. Zeker vanuit de slavernij naar de verantwoordelijkheden die vrijheid met zich meebrengt. Er was een nieuwe generatie voor nodig die in vrijheid was geboren, niet gehinderd door de gewoonten van de slavernij. Dat kost tijd; er is geen kortere route.
Over het beeld woestijnreis – mensenleven heeft hij het niet. Terwijl ik dat er toch wel inzie. Ergens schrijft hij (p 355) dat ze (we) geroepen zijn om een rolmodel te zijn, een belichaming van de Thora. Ja, dat lees ik toch ook in Rom 8:29.
Wel ingewikkeld: de joden moeten het allemaal zelf doen en voor ons, heidenen, is het al gedaan en hebben we een levend rolmodel.

Ook de vreemde verboden die in dit boek voorkomen worden besproken en komen overeen met wat ik al wist. Zoals een bokje dat niet gekookt mag worden in de melk van zijn moeder, het niet dragen van wol en vlas. Het zit in het verschil in ordes in de schepping. (Dat is de enige echte scheppingsorde!)
In dit blogberichtje heb ik wat genoemd.

Wat mij ook nog opviel is dat Sacks benoemt dat Israël direct onder de soevereiniteit valt van God en ander volken worden geregeerd door aardse en hemelse tussenpersonen. (p 381)
Dat had ik al eens geleerd van Willem Ouweneel naar aanleiding van gedeeltes uit het Oude Testament. Ieder volk heeft zijn eigen Engelvorst. Dus als twee profeten hetzelfde zeggen…
Daarop voortbordurend vond ik altijd wel dat de Engelvorst van Afghanistan dan wel eens wat beter zijn best mocht doen voor dat troosteloze land.
Zijn lofzang op Israël waar God zo dichtbij is, meer dan in een ander land. Waar ik niet zoveel geloof aan hecht want dan denk ik weer heel nuchter: fijn dat Theodor Herzl zijn zin niet heeft gekregen want dan was het mogelijk een Argentijnse Jodenstaat geworden. ( p 43 van ‘de Jodenstaat’)

De wetten en verhalen die elkaar afwisselen in het boek Numeri; de wet wordt aangekondigd vóór het verhaal waarop ze van toepassing is. 
De faalangst van de tien verkenners; de sprekende ezel van Bileam. Het is teveel om hier te noemen.

Ja, het valt weer op in dit boek, de liefde die Sacks heeft voor God en zijn volk. Om ontroerd en blij van te worden.
Verder ben ik ook blij dat hij regelmatig dingen herhaalt in de verschillende parasja’s. Sinds ik Corona heb gehad lijkt het of mijn brein (nog) langzamer werkt dan voorheen en minder kan onthouden. Niet fijn.

En Sacks blijft meester in het poneren van one-liners:

‘De Goddelijke aanwezigheid is niet te vinden in de ene stem tegenover de andere stem, maar in het gesprek als geheel.’

‘Alleen door open te staan voor een macht die groter is dan zijzelf worden mensen groter dan zichzelf.’

‘God schiep de tijd zodat niet alles tegelijk gebeurt.’

‘Een van de grote verschillen tussen het jodendom en andere religies is dat, terwijl andere religies ernaar streven mensen te verheffen naar hemelse sferen, het jodendom er naar streeft de hemel op aarde te brengen.’

Dan is nu het wachten op de uitgave van Deuteronomium. 



En dan lees ik vlak na dit boek een interview met David Grossman in de Trouwbijlage.
Hij krijgt volgende week de Erasmusprijs uitgereikt door onze koning.
Het gesprek is zo down to earth. Het contrast kan niet groter zijn.
Een rabbijn die dagelijks met zijn neus in de TeNaCH met aanverwante geschriften zat en zich omringde met gelovigen of deze schrijver; wonend vlakbij Palestijnse gebieden, een twintigjarige zoon heeft verloren in een oorlog, niet in God gelooft maar wel met vrienden de TeNach bestudeerd.



maandag 17 oktober 2022

Nog eens die vrije wil

Afgelopen week werd ik er weer mee geconfronteerd: die vrije wil.
Iemand kon zich niet voorstellen dat alles vast zou liggen.
Er werd een losse opmerking gelanceerd van een ander persoon (die niet aanwezig was) dat diegene het gevoel had als een vlieg vastgeprikt te zitten aan de muur wanneer we geen vrije wil zouden hebben.
Dan zet mijn brein zich weer krakend in beweging en gaan mijn grijze cellen op volle toeren draaien.

Ik kan het begrijpen dat, wanneer mensen niet gelovig zijn, zij in een vrije wil geloven en dat, wanneer neurowetenschappers iets ander gaan beweren dat nogal beklemmend kan overkomen en de nekharen overeind gaan staan.
Maar voor gelovigen? Waarom is het zo erg of zo moeilijk om te geloven dat alles vast ligt in Gods handen? Dat Hij degene is die alles overziet en bestuurt en tot Zijn doel brengt?
‘de mens overdenkt zijn weg maar de Heer bestuurt zijn voetstappen’.  (Spreuken 16:9)
Helaas greep ik niet de kans om deze vraag er tussendoor te gooien. Ik denk niet zo snel. Voordat ik hem in mijn hoofd heb geformuleerd is het gesprek al weer veel verder. Buiten dat overdenk ik het liever eerst even.

Zelf heb ik er geen enkele moeite meer mee, met dat ‘vastgeprikt zitten aan de muur’. Omdat ik dat zo helemaal niet ervaar.
Dan is het gevoel kennelijk leidend bij het al dan niet, wat oppervlakkig verdedigen van die vrije wil. Maar hoe zit het dan met je verhouding tot God?
Is er wel een goede relatie wanneer je het gevoel hebt dat je ‘vastgeprikt’ zit?

Jezus kwam op deze wereld en zijn weg lag vast. Dat veronderstel ik en Hij was echt geen robot!
Was dat voor Hem een probleem?
Ik denk het niet want Hij dacht net als Zijn Vader. Hij ging Zijn gang zoals de Vader dat ook doet.
Dus wanneer we gelijkvormig worden aan de Zoon – en dat kan een lang proces zijn – dan gaan we zo doen en handelen. Dan worden we veranderd in ons denken waaruit dat handelen voorkomt.
‘want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.’ (Fil 2:13)
Dan is er geen gevoel meer van ‘vastgeprikt’ zitten of onvrijheid.
Juist niet.


Leef als vrije mensen, en verschuil u niet achter uw vrijheid om u te misdragen, maar handel als dienaren van God. Houd iedereen in ere, heb uw broeders en zusters lief, heb ontzag voor God en eerbiedig de keizer.
(1 Petrus 2: 15-17)

 

donderdag 28 juli 2022

Reuring in domineesland

Naar aanleiding van een lezing van dr. G.A. van den Brink– niet te verwarren met prof. dr. Gijsbert van den Brink – en allerlei discussies via Cvandaag* en het Refoforum wat gedachten hierover.

'Het Evangelie zonder kleine lettertjes'. 

Hier is nogal wat reuring ontstaan omdat deze ds. de knuppel in het hoenderhok gooit en verschillende, niet bij namen genoemde, collegae verwijt niet Bijbels te spreken. Dat is nogal wat.
Waarom volg ik dit nu weer in plaats van de boerenprotesten en stikstofdiscussies?
Het roept weer van alles op uit mijn jeugd in een (ja, ook boeren)dorp. 
Daar had je een hervormde kerk en een gereformeerde; een christelijke school en een openbare.
Dat was het. In beide kerken zaten veel verschillende typen gelovigen bij elkaar. Die zeer gereformeerde wereld fascineert me ook nog eens.
Laat ik het verder bij die hervormde kerk houden waar wij met ons grote gezin een complete bank vulden.
Wanneer ik het zo achteraf beoordeel was de sfeer meer gereformeerde gemeenteachtig . Wat meer richting zwarte kousenkerk voor de lezers die hier niet mee bekend zijn.
Zo niet bij ons thuis, gelukkig.
In de kerk zaten wel veel mensen in donkere kleding en aan het avondmaal gingen er ook niet veel totdat…….ds. J. van Sliedregt in 1967 in onze gemeente kwam en alles anders werd.
Mijn ouders kwamen tot bekering, mijn grootouders van moeders kant en velen anderen ook. Ik herinner me nog, als tien of elf jarige dat de ds. bij ons thuis kwam en mijn moeder zeer ontroerd was. (Ik herinner me dat ze ps 85: 3 berijmd citeerde. Die hebben we later ook op haar rouwkaart gezet.)
Sinds die tijd veranderde de sfeer thuis ook. Niet dat de regels overboord werden gezet want die bleven gewoon. Maar er werd soepeler mee omgegaan.
Naar de ver gelegen middelbare school mochten we op de fiets gewoon een lange broek aan, daar werd verder geen praat over gemaakt.

Terug naar de lezing. Van den Brink bedoelt met de kleine lettertjes dat er in de rechterflank teveel vanuit de ‘uitverkiezing’ wordt gesproken.
Er is ook nog een Youtube lezing, maar dit komt van Cvandaag.

“Te veel dominees schetsen dit beeld van het evangelie: God opent het boek van het evangelie, maar straks op de oordeelsdag slaat God met een klap het boek van het evangelie dicht en opent Hij het boek van de uitverkiezing. Dat noem ik nu een evangelie met kleine lettertjes. Het is te vergelijken met een dubieus contract: in die kleine lettertjes valt de beslissing. Je zou er bijna overheen lezen of erger nog: die kleine lettertjes zijn zo ontzettend klein dat alleen God ze kan lezen.”

Bij de uitverkiezing wordt geleerd dat God al van te voren heeft bepaald wie naar de hemel en wie naar de hel gaan.
Dat kan mensen verlammen. Waarom geloven wanneer alles al vastligt?

Alsof naar de hemel gaan het enige is wat er toe doet.

Ik herinner me ook gesprekken van mijn ouders met een bevriend echtpaar uit de Gereformeerde Gemeente. Ze bleven het oneens met elkaar. De GerGem vrienden konden die ‘uitverkiezing’ niet loslaten, het bleef hun leven bepalen. Terwijl dat iets is van Godzelf waar we geen fluit mee te maken hebben. Gewoon geloven zoals ook van den Brink oproept te doen konden ze niet want dan moest er toch eerst wat gebeuren met een mens.

Dat thema vaan die uitverkiezing is ook naar mijn idee teveel een eigen leven gaan leiden zoals ook van den Brink betoogd en er wordt teveel aandacht aan geschonken.
Wanneer je teksten daarbij zoekt waarop deze uitverkiezingsleer is gefabriceerd kom je erachter dat dat uitverkiezen toch wel erg vaak te maken heeft met een bepaald doel in een mensenleven op deze aarde en gaat het niet over de eindbestemming hemel of hel. (waar ik niet in geloof)

Een in zijn wiek geschoten dominee op Cvandaag noemt bijvoorbeeld Joh 15:16
Niet u hebt Mij uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren,
en Ik heb u ertoe bestemd dat u zou heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht zou blijven, opdat wat u ook maar van de Vader vraagt in Mijn Naam, Hij u dat geeft.

Helaas citeert hij alleen het eerste stukje. Wanneer je het in de context leest wordt aan de discipelen benadrukt dat zij door Jezus zijn uitgekozen - niet andersom -  om te gaan evangeliseren. Niets over een bestemming van hemel of hel.
Zo zijn de meeste teksten die hierover in de Bijbel staan.
Een andere dominee brengt het niet verder dan een reeks ad hominem. (op de persoon, niet op de bal)
Het Sola Scriptura van de Reformatie zakt steeds dieper het stof in. De plaats van het Sola Traditio wordt steeds prominenter.
Zeker een gevaarlijke ontwikkeling.


* ik weet niet of de linken naar Cvandaag het doen; zelf heb ik een abonnement.


29-07 om 12.00 uur: van den Brink heeft wel een snaar geraakt: in vier dagen tijd zijn er op het Refoforum 28 pagina's vol geschreven. Pffft.


15-09
de 'discussie' gaat nog even door. Er is een briefwisseling verschenen op Cvandaag tussen ds. Kort en ds van den Brink. Daar word je niet blij van hoewel van den Brink bewonderenswaardig netjes blijft.
Ik weet niet waar de opleiding van dominees uit de Oud Gereformeerde Gemeenten uit bestaat maar debateer technieken maken daar duidelijk geen deel van uit. 




 

woensdag 13 juli 2022

Er is geen vrouw die deugt


Een boekje met een bijzondere titel van de filosoof Arthur Schopenhauer. (1788 – 1860)
Eerder las ik van hem 'de vrijheid van de wil'.
Hij schreef dit boekje in 1851 en is onderdeel van ‘Parerga und Paralipomena, kleine philosphische Schriften’.
Het is een vertaling uit 1974.

De titel vond ik zo intrigerend dat ik nieuwsgierig werd. Wat beweegt iemand om hierover een boek te schrijven? Mijn wil om dit boekje te lezen werd danig geprikkeld.


  
Nu valt het allemaal wel een beetje mee want er is maar één hoofdstuk wat over de niet-deugende vrouw gaat. De rest zijn bespiegelingen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Veel interessanter.
Over opvoeden, onderwijs, filosofie uiteraard. Over godsdienst, zelfstandig denken. Over lawaai en luidruchtigheid: wat haatte hij de klappende zwepen van de koetsieren. Over politiek en geleerden. Over suïcide en over dromen.

Tijdens het lezen van deze 'Maarten van Rossum van de negentiende eeuw' moest ik toch wel vaak grinniken, net als bij de ‘echte’ en na eerst het nawoord te hebben gelezen begreep ik dat Arthur, met zijn knorrige aard, niet zo’n beste verhouding heeft gehad met zijn moeder. Tsja…en Freud verscheen pas in 1856 op het wereldtoneel.
Of dit hoofdstuk daardoor beter te verteren valt …..ach zolang je het met humor kunt lezen gaat het wel.  
Rüdiger Safranski heeft een boek over hem geschreven maar dat moet ik nog lezen, het ligt te wachten. Wellicht wordt het dan nog beter te begrijpen.
Waar ik zo om moet lachen:
‘Dat vrouwen zo geschikt zijn om ons in onze vroegste jeugd te verzorgen en op te voeden komt omdat zij zelf kinderlijk en dom en kortzichtig, in één woord hun leven lang grote kinderen zijn – een soort tussenstadium tussen het kind en de man, die de eigenlijke mens is.’[…]
‘Een man bereikt zijn verstandelijke en geestelijke rijpheid zelden voor zijn achtentwintigste jaar, een vrouw al met haar achttiende. Maar haar verstand is er dan ook naar: het is wel heel armzalig uit gevallen’.

Wat een schattige ouwe knorrepot is het toch. Heeft waarschijnlijk weinig ‘normale’ vrouwen in zijn leven ontmoet.
Wat wel weer in zijn voordeel pleit is zijn subtiele gevoel voor humor en cynisme.

Wat sprak mij het meest aan van de andere onderwerpen:
Dat de mens gedreven wordt door zijn – onvrije - wil tot leven had ik al ontdekt in zijn andere boek. Het eigenlijke zijnde voor Schopenhauer is ‘wil’.
Zijn ideeën over opvoeding en het onderwijs en om zelfstandig te leren nadenken in plaats van het kopiëren van andermans ideeën zijn het overdenken waard. Hij wijdt er ook meerdere stukjes aan.
Dat kwam en kom ik op fora ook wel tegen. ‘De mensen die zo vlijtig en haastig zijn, strijdvragen te beslissen door het aanhalen van autoriteiten, zijn eigenlijk blij wanneer zij, bij gebrek aan eigen verstand en inzicht, dat van anderen in het veld kunnen brengen.’
Ach, ik heb het ook wel eens gedaan. Je kunt niet alles weten en soms weten anderen het beter onder woorden te brengen dan jij.

Schopenhauer schrijft beeldend. Dat moet hij ook wel want hij heeft een uitgesproken mening over schrijven en stijl. Dat komt later. Eerst nog even over dat zelfstandig denken:
‘Zoals een omvangrijke, ongeordende bibliotheek niet zoveel nut afwerpt als een middelgrote die wel geordend is, zo is ook een grote hoeveelheid kennis die niet door ons eigen denken is verwerkt, veel minder waard dan een kleine hoeveelheid die wij zelf hebben doordacht.’
Daarom pleit hij ook in het onderwijs eerst voor het aanleren van vakken waarin niet zoveel fout kan gaan zoals wiskunde, natuurkunde, talen en geschiedenis. Die zijn gebaseerd op feiten. Pas op latere leeftijd de vakken als godsdienst, filosofie en algemene beschouwingen omdat ‘voor het krijgen van een kritisch vermogen rijpheid en ervaring nodig zijn’.
Het gevaar is volgens hem namelijk aanwezig dat leerlingen opgezadeld worden met teveel vooroordelen. ‘Daarom hebben zo weinig geleerden het gezonde verstand dat volkomen ongeschoolde mensen dikwijls wel hebben.’

In het verlengde hiervan: ’Geleerden studeren in de regel met het doel onderwijs te geven en te kunnen schrijven. Daarom lijkt hun hoofd op een maag-darmstelsel dat het voedsel onverteerd weer afscheidt. Hun onderwijs en hun geschrijf zal dan ook van weinig nut zijn.’

In zijn tijd was het kennelijk ook al niet best gesteld met de schrijverij:
‘Tegen het gewetenloze inkt vermorsen in onze tijd en de steeds hoger stijgende zondvloed van nutteloze en slechte boeken zouden eigenlijk de tijdschriften een dam moeten zijn. Onomkoopbaar, rechtvaardig en streng zouden zij al dat gepruts van onbegaafden, al dat geschrijf waarmee een leeg hoofd een lege buidel probeert vol te schrijven, dat is te zeggen negen tiende van alle boeken, genadeloos moeten afstraffen en daardoor consequent de schrijf manie en de afzetterij moet bestrijden, in plaats van die te bevorderen door in laaghartige verdraagzaamheid gemene zaak te maken met de schrijvers en de uitgever om het publiek van tijd en geld te beroven. […] daar komen al die jubelende recensies van slechte boeken vandaan waarvan de tijdschriften vol staan’.

Nu heb ik nog niet eens gehad over de godsdienst en het lijden in deze wereld. Schopenhauer is atheïst en vindt godsdienst iets voor kinderen. Wie nadenkt over openbaringen zal inzien dat het ook menselijke ideeën en gedachten zijn. Kuitert avant la lettre.  
Hoe Schopenhauer tot zijn ideeën is gekomen moet ik waarschijnlijk uit het boek van Safranski halen. Daar ben ik altijd benieuwd naar: hoe komen mensen tot hun overtuigingen die soms in steen lijken te zijn gebeiteld.
Zo schrijft hij: ‘Hij (God) zou dus een zwak, aan de zonde onderworpen geslacht uit het niets tot aanzijn hebben geroepen om het daarna over te leveren aan een kwelling zonder einde.’

Een vraag van formaat. Zeker, maar – voor mij – toch geen reden om de godsdienst de rug toe te keren zonder te zoeken naar antwoorden? Desnoods je hele leven?
Schopenhauer vindt deze wereld al erg genoeg, ‘zij is het vagevuur, de hel, en aan duivels ontbreekt het er niet. Men hoeft er maar op te letten wat mensen elkaar soms aandoen, met wat voor ingenieuze folteringen de een de ander doodmartelt, en zich dan af te vragen of duivels het beter zouden doen.’
Soms heeft hij wel een beetje gelijk. l’Enfer, c’est les autres.
En toch deugen de meeste mensen wel weer.  Het is maar hoe je het bekijkt.
In ieder geval heb ik het met plezier gelezen.

Ok: nog een uitsmijter:
‘Geld is het menselijke geluk in abstracto; wie het geluk niet in concreto kan genieten, zet dus al zijn zinnen op geld.
 

 

woensdag 11 mei 2022

Kruispunt


Een roman, geschreven door Jonathan Franzen (1959) in 2021. Ik las een digitale uitgave.
Het eerste deel van een trilogie. Trilogieën moet je eigenlijk in één keer lezen maar met de volgende delen is hij nog bezig. Het verklaart wel het onbevredigende einde.

Hoofdrolspelers: de familie Hildebrandt, bestaande uit pa Russ, ma Marion en vier kinderen: Clem, Becky, Perry en Judson.
Een gezin van een hulppredikant in de jaren zeventig. Ergens in Amerika in een plaatsje met de mooie naam ‘New Prospect’.
De tijd van drugs, een vrijere seksuele moraal en popmuziek.



Crossroads is de naam van een evangelische jongerengroep die Russ heeft opgezet maar het verwijst ook naar de ‘kruispunten’ in de levens van deze zes mensen. Eigenlijk vijf want van Judson lees ik niet veel.
Volgens mij verwijst het ook naar een lied van Robert Johnson: ‘Crossroad blues’:

Wanneer je helemaal niet thuis bent in de wereld van evangelische gelovigen dan kan ik me voorstellen dat je het boek niet interessant vindt maar ik vond het wel mooi, soms op het hilarische af.
Wanneer Russ het zo regelt dat hij met een aantrekkelijke weduwe op pad gaat voor een goed doel en speciaal z’n leren jasje aantrekt omdat hij er dan stoerder uitziet, moet ik wel lachen en helemaal als hij dan nog om de zegen van God durft te bidden voor zijn overspelige verlangens.
Zo zijn veel Amerikaanse (?) gelovigen. Zo oppervlakkig; God voor hun karretje spannen. Ik doe mijn eigen zin en wilt U dat alstublieft zegenen.
Bij een ander kun je dat zo gemakkelijk doorprikken.
Dat is de kracht van dit boek: veel is zo herkenbaar.
Hoe ga je om met afwijzing, hoe met populariteit, hoe met een belast verleden, hoe met  het vinden van je eigen weg in het leven, hoe met je eigen slimmigheid zoals Perry.

‘Veranderde zijn ziel soms bij ieder nieuw inzicht? Een ziel hoorde toch onveranderlijk te zijn? Misschien had hij de fout gemaakt om ‘ziel’ met ‘kennis’ te verwarren. Misschien was de ziel een instrument met maar één toepassing: je de gewaarwording te bezorgen dat jij jij bent.’

Afwisselend wordt er geschreven vanuit de perspectieven van de verschillende hoofdrolspelers. Alleen van de jongste, Judson, miste ik dat. Wellicht voor de volgende boeken.

Wanneer je niet thuis bent in de Bijbels materie zul je veel dingen missen.
Bijvoorbeeld: wanneer Marion een gebed uitspreekt en haar ogen weer opent ziet ze twee mussen door het afval scharrelen. Het wordt verder niet uitgelegd maar bij mij borrelt dan meteen Mattheus 10 naar boven:
‘Worden niet twee mussen voor een penning verkocht? Niet één zal er op de aarde vallen buiten uw Vader om. [..] Wees niet bevreesd, u gaat veel mussen te boven.’

Nog een indringende zinssnede wanneer Russ luistert naar de stem van Robert Johnson, een muzikant die de blues op de kaart heeft gezet:
‘Hij had zich nog nooit zo aangegrepen gevoeld door de indringendheid van de blues, de pijnlijke overtuigingskracht van Johnsons stem, maar ook nooit zo buitengesloten. Die stem kwam vanaf een plaats waartoe hij nooit toegang zou krijgen. Hij was een leugenachtige dilettant die erop parasiteerde, een poseur. Het kwam hem voor dat alle blanken leugenaars waren, een ras van parasiterende schijnmensen, en hij nog wel het meest. Dat hij Frances zijn platen had geleend, met de bedoeling een zweem van authenticiteit te verkrijgen en een goed figuur te slaan, was het toppunt van bedrog.’

Ja, zijn volgende boeken ga ik ook lezen.

maandag 10 januari 2022

Het Alles


Geschreven door Dave Eggers in 2021 toen de Coronapandemie een feit was.
Het is een vervolg op 'De Cirkel' maar is goed apart te lezen.

In het voorwoord: ‘Dit is een roman, dus fictie. Niet alles wat erin wordt beschreven is werkelijk gebeurd, hoewel veel ervan waarschijnlijk wel staat te gebeuren. In dat geval wordt het vanzelf non-fictie.’
Mae Holland uit de Cirkel is opgeklommen tot de hoogste regionen van het bedrijf wat door groei en fusies een bedrijf is geworden waar geen ontkomen meer aan is en nu ‘the Every’ heet. ‘Het Alles’.
De Engelse vertaling klopt beter want bij The Every werken ‘Everyones’.



In dit boek is Delany Wells de hoofdpersoon. Opgegroeid in een boswachtersgezin komt ze in aanraking met The Every en ziet de kwalijke kanten van het bedrijf. Ze neemt zich voor om er te gaan werken en de boel van binnenuit op te blazen. Dat doet ze door het ontwerpen van zeer controversiële apps die voortdurend de privacy verder inperken en waarvan ze verwacht dat het grote protesten zullen gaan oproepen waardoor het bedrijf zal imploderen.
‘Controle, data en schaamte als gedragsverbeteraars. Daar komt alles wat ze doen uiteindelijk op neer.’
En wat verder: ‘Het niet erg geheime doel [..] was vanaf het allereerste begin geweest om menselijk gedrag niet alleen te volgen en te beïnvloeden, maar ook te dicteren.’
Of Delany erin slaagt, zelfs wanneer Wes en Argarwal, een ouddocente van Delany die steeds maar blijft waarschuwen, door The Every worden opgeslokt…..dat vertel ik niet.

Het is weer een boek wat goed is ter bewustwording. Welke mogelijke effecten heeft AI? (Artificial Intelligence) Want het gekke is dat men overal slaafs mee instemt. Het leven wordt namelijk gemakkelijker door alle aanpassingen, er is minder corruptie, minder criminaliteit en een grotere transparantie. Je hoeft zelf minder na te denken en alert te zijn want je telefoon helpt je bij alles.
Die kikkers weer hè, die langzaam gestoofd worden.
Pararellen genoeg met de wereld tijdens een pandemie.  Ik heb zelfs al mensen horen smeken om een lock- down. Dat gaat zelfs mij als introverte, echt te ver.
‘Is er misschien naast het ingeboren verlangen naar vrijheid ook een instinctieve behoefte aan onderwerping?’
Een vraag van Erich Fromm als een voorwoord in het boek waar ik dan toch weer niet goed raad mee weet. In mijn omgeving zie ik velen die een autoriteitsprobleem hebben. Echt een probleem; standaard de hakken in het zand zetten en de ander verwijten dat ie niet goed nadenkt. Dan ben je ook niet vrij.
‘Standaard-anti’ is ook een vorm van niet nadenken.
Bij verder zoeken las ik dat Fromm daar ook een boek over heeft geschreven: ‘De angst voor vrijheid’. Moet ik ook eens lezen.

Ik denk dat hiermee het dilemma wel duidelijk wordt. Het gemakkelijkste is om je maar te laten meevoeren op de smoesjes van terrorismebestrijding en het uitbannen van enge ziekten. Niemand kan het daarmee oneens zijn.  
Het andere gemakkelijke is om standaard te protesteren waardoor dat ook zijn zeggingskracht verliest.

Ingebouwde leugendetectors, Eye tracking, een persoonlijke CO2 footprint; het komt allemaal ter sprake in het boek en je moet er niet aan denken dat het allemaal realiteit zou kunnen worden.
Het blijft eng en toch ook wel weer fascinerend om de ontwikkelingen in onze maatschappij te volgen.

 

vrijdag 5 november 2021

Corona IV

Er is een tweedeling gekomen in dit land. Polarisatie tussen gevaccineerden en ongevaccineerden.

Dat is jammer. Ik begrijp de mensen die zich niet willen laten vaccineren best wel. De weerzin tegen de oplopende druk is groot. Die snap ik.
Wanneer er van alle kanten op je wordt ingepraat kunnen de hakken steeds dieper het zand in gaan. Zo ben ik ook. Het gevoel gedwongen te worden?....…ho, ho wacht even…..ik ga zelf over mijn eigen lichaam. Net als bij de donorregistratie.
Ik ben trouwens wel gevaccineerd en wanneer er een ‘booster’ komt doe ik weer mee maar mocht er in de toekomst iets ‘verplicht’ worden wat ik beslist niet wil dan wil ik ook de vrijheid hebben om te kunnen weigeren.  En de kracht om de consequenties te aanvaarden.

In gesprekken hoor ik dat mensen het regeringsbeleid niet meer begrijpen. Doe ik ook niet altijd maar ik denk dat we een paar dingen in het oog moeten houden.

1. Het doel van vaccinatie was behalve bescherming van ouderen en zwakken in de samenleving, ook vooral om de ziekenhuizen te ontlasten vanwege de plotselinge toenemende druk.
De situatie is nu zo dat het personeel op de laatste benen loopt, zo gaan de verhalen. Dat het hier en daar wel meevalt is ook correct. Zus Cathy in Beieren heeft tot nu toe nauwelijks Coronapatiënten te verplegen gehad en al wel haar bonus gekregen.  *grinnik*
De opnames nemen nu weer wat toe maar niet zo erg als in de eerste golf.
Willen we de zorg beheersbaar houden dan moeten we ook de besmettingen beheersbaar houden.
Ik denk dat iedereen wel een keer Corona zal krijgen of besmet zal raken, ondanks vaccinaties, maar dan minder heftig en meer verspreid zodat de ‘gewone’ zorg ook kan doorgaan.
Dat de zorgcapaciteit in zijn geheel onder de maat was en is, is nu ook wel duidelijk geworden. Ik hoop dat daar ook iets aan gedaan wordt.   

2. Het doel van de in het leven geroepen qr-codes was om de samenleving weer open te kunnen gooien zodat de economie weer een beetje gaat draaien. De bedrijven moeten zo langzamerhand weer zelf de broek op gaan houden. Ook terecht.

Ik denk dat deze twee dingen vaak uit het oog worden verloren. Steeds hoor ik verhalen van incidentele gevallen hoe krom en belachelijk het allemaal is maar laten we eerlijk zijn: daar kun je geen beleid op maken.
Beleidsmakers gaan uit van -  hoe hard het ook klinkt -  de cijfertjes die het grote plaatje bepalen. Dat er fouten worden gemaakt is evident. Dat komt later wel aan de orde bij een parlementaire enquête.  
Nu moet er geregeerd worden en dat is lastig. Je doet het nooit goed. Zeker in het begin van de crisis was het tasten in het duister.
In gesprekken met antivaxxers ben ik ook gestopt met redelijk zijn en hou mijn mond dicht.
Om nare onenigheid te voorkomen.

Mijn allergrootste grote probleem met de huidige discussies is wel dat het 'wij – zij denken' wordt getriggerd en het zondebokmechanisme wordt gevoed.  Dat moeten we niet willen.
We weten uit de geschiedenis waartoe dit kan leiden.
Moet je natuurlijk wel de geschiedenis kennen.

 

donderdag 7 oktober 2021

Gesprek tussen een filosoof, een jood en een christen


Geschreven door Pierre Abélard  (1079 – 1142) ergens tijdens zijn leven.

Ik las een viator-reeks uitgave uit 2013. Wel zo gemakkelijk lezen in plaats van dat middeleeuws. Vertaald en ingeleid door diverse hoge heren.
Zijn naam kwam langs in een module  Westerse cultuurgeschiedenis en ik had ooit dit boekje van hem gekocht op een tweedehands marktje. Filosofen en theologen hebben altijd mijn belangstelling. Ik val voor mannen met brede, ruimdenkende breinen. Net als Heloise. Het enige probleem is dat de meeste mannen van zichzelf denken dat ze die hebben. *grinnik*   En ik ben ‘helaas’ voor mezelf een strenge jury.



Het leuke van dit boek is dat Abelard als filosoof, overtuigd van het nut van de natuurwetten (naturalist, maar eigenlijk christen), in gesprek gaat met een jood en een christen en heel redenerend, nominalistisch in gesprek is met zichzelf.
Dat is ook meteen de zwakte. Het hele boek komt uit zijn eigen brein.
Hij snijdt wel interessante en actuele onderwerpen aan en het is boeiend om te lezen hoe hij er duizend jaar geleden met zijn scherpe geest over dacht.

Eerst worden de spelregels besproken en wanneer de drie het met elkaar eens zijn gaat de Filosoof, die ook als gespreksleider fungeert, van start al heeft hij niet veel fiducie in zijn opponenten. Joden zijn dwaas en christenen krankzinnig.
Hij gaat eerst heel kort in gesprek met de jood en bevraagt hem over het houden van de oude wetten die niet de oudste zijn want dat zijn de natuurwetten en die voorzien eigenlijk in alles. Job uit de Bijbel leefde ook op die manier en werd door God geprezen.
De joodse wetten leveren de joden niets op gezien de deplorabele toestand waarin het volk zich bevindt terwijl hen wel voorspoed op aarde wordt beloofd. (Deut 6,7)
Dus wat is het nut voor de joden van die strenge wetten.  

Het antwoord van de jood volstaat natuurlijk niet. De jood geeft toe dat wat zij geloven niet verstandelijk te beredeneren valt. Het valt echter ook niet te weerleggen.
De wet houden gebeurt uit liefde voor God. Een antwoord op het antisemitisme heeft de jood ook niet behalve dat zij door christenen worden gehaat omdat de joden de God van de christenen gekruisigd hebben.
Zelf ben ik ook al eens op onderzoek uit geweest om te ontdekken wat nu de bron is van – ook het huidige-  antisemitisme is maar ik kom er, Aristoteliaans gezien,  niet achter. In die tijd was het ook al zo. Zie de boeken van Schama. Het moet een metafysische oorzaak hebben.

De filosoof bewondert de geloofsijver van de jood en hij is nieuwsgierig of de juiste intenties aanwezig zijn of dat die op een dwaling berusten. Hier is duidelijk de nominalist aan het woord.
De filosoof vraagt verder over de besnijdenis, over het nut van de reinigingswetten en over dat eeuwige wat niet verder lijkt te gaan dan de duur van het aardse leven. (p 89)
In het Oude Testament lees je inderdaad weinig over het hiernamaals. De meeste inzettingen gelden daar niet voor. De besnijdenis als eeuwige inzetting zal toch een keer stoppen neem ik aan.
Er komt geen joods antwoord meer. Met joden heeft Abelard kennelijk toch wat minder contacten gehad.

De Filosoof begint zijn gesprek met de christen met de opmerking dat de wet van de christenen later is gekomen en dus beter zou moeten zijn.
‘Naarmate en een wet nieuwer is, moet ze volmaakter zijn en overtuigender bij het belonen en moet haar leerstelling redelijker zijn.’

De christen antwoord hierop dat deze leer ons openbaart wat het hoogste goed is en langs welke weg wij dat kunnen bereiken. Dat is langs de weg van de deugden.
Wat is het hoogste goed en wat het grootste kwaad? Dat zijn na een flinke discussie de hemel en de hel. Tussendoor komt er van alles langs; de duivel en de val van de engelen, de transcendentie en immanentie van God, deugden en ondeugden en wat moet je nu letterlijk lezen en wat niet.

Nog preciezer gedefinieerd is het hoogste goed God zelf. Het grootste kwaad wordt niet helder geformuleerd. Het blijft bij: de kwellingen naar verdienste. Dat vond ik wel opvallend.
Maar dan:
Wanneer is iets kwaad? Een straf voor iets is kwaad, maar het vergrijp waardóór is een groter kwaad.
‘Wanneer dan het vergrijp van een mens een groter kwaad is dan zijn straf, hoe kunt u dan de straf van iemand zijn grootste kwaad noemen, als, zoals net is gezegd, het vergrijp het grootste kwaad is?’
Tsja, hoe kun je dan de kwellingen in de hel het grootste kwaad noemen?
De christen reageert met de opmerking dat mensen in de hel steeds haatdragender worden jegens God en dus steeds slechter worden dan ze in het hiernumaals al waren.
Andersom worden mensen in de hemel dan steeds gelukzaliger.
Heel spitsvondig  en een fascinerende gedachtegang.
Ik zou bij Abelard het verschil willen aankaarten tussen doen en zijn. Je leest wel iets van ontologie tussen de regels door maar nog niet expliciet.  Wat bij zijn tijd paste denk ik.

Maar waarom de verrijzenis van het lichaam? Het lijkt soms net de catechismus: ‘Wat troost geeft u de opstanding des vlezes?’ (Zondag 22) Maar die bestond toen nog niet.
Antwoord van de catechismus (in gewone taal): ‘Na dit leven wordt mijn ziel direct tot Christus, het Hoofd van het lichaam, opgenomen.  Ook mijn lichaam wordt straks door Christus opgewekt. Het wordt weer één geheel met mijn ziel en het wordt hetzelfde als het verheerlijkte lichaam van Christus.’
Abelard vanuit de christen: alles is door God gemaakt tot Zijn eigen eer, dus ook de lichamen die straks geen afbraak meer zullen vertonen.

Wanneer is iets goed want ‘er bestaat nauwelijks iets goeds wat ook geen schade aanricht en niets kwaads, wat niet ook voordeel oplevert.’[…]
‘Wie zou ook niet weten dat de hoogste goedheid van God, die niets zonder reden laat gebeuren, ook de slechte dingen zo goed regelt en op de allerbeste manier daarvan gebruik maakt, zodat het zelfs goed is dat het kwaad er is, hoewel het kwaad zelf absoluut niet goed is.’ (p. 209-210)

Vandaar dat Abelard de nadruk legt op de intenties van het handelen. Iets goeds kan worden gedaan op een verkeerde manier en andersom. God heeft altijd goede intenties en heeft Zijn eigen logica ook al is die voor ons verborgen.
Daarbij wordt de gedachtegang van Augustinus aangehaald uit ‘De Civitate Dei’: ‘Want God zou, zo zeg ik u, geen enkele van de engelen of mensen hebben geschapen, van wie Hij van te voren wist dat zij slecht zouden zijn, als Hij ook niet net zo goed had geweten, tot welk nut van de goede mensen Hij hen zou kunnen gebruiken.’
Het kwaad dient een doel.
Het was toen kennelijk al de enige manier om er mee om te kunnen gaan. De bedoelingenleer.
Volgens mij ligt het allemaal wat gecompliceerder.
Waar Abelard ook op uitkomt is het: ‘Uw wil geschiedde’.
Dat is mooi.
Niet vanuit de lijdelijkheid maar vanuit het vertrouwen dat Hij het geheel overziet en de controle houdt.



 

donderdag 17 juni 2021

Sapiens


Ondertitel: een kleine geschiedenis van de mensheid.

In 2011 geschreven door Yuval Noah Harari (1976). Ik las een digitale editie.

Net als Jonathan Sacks in zijn boek 'Moraal' zoomt hij uit en probeert de grote lijnen te trekken. Sacks deed het voornamelijk van de laatste vijftig jaar en vanuit zijn eigen leven en religieus inzicht; Harari pakt gewoon de hele mensheid en doet dat met een seculiere bril.
De cognitieve -,  agrarische en wetenschappelijke revolutie worden besproken. Tussendoor de eenwording van de mensheid.



De cognitieve revolutie, ongeveer 70.000 jaar geleden kenmerkte zich door de taal waardoor mensen met elkaar samen gingen werken, kennis konden uitwisselen en elkaar verhalen vertellen.
De geschiedenis ging zich ontwikkelen los van de biologie.
Wat ik boeiend vond is zijn uitleg van allerlei bubbels die we de laatste decennia hebben uitgevonden. Zoals bijvoorbeeld de naamloze vennootschappen.
Het draait in feite om verhalen en om mensen die in die verhalen geloven en de boel daardoor in stand houden.
In deze tijd hebben we het plastic geld en de cryptomunten.  Maar zo moet ik ook denken aan de kunstbubbel.  Imaginaire realiteiten.
Harari brengt daar – vanzelfsprekend – de religie ook onder en dat begrijp ik wel maar dat ligt in mijn ogen toch iets anders. Elk gevolg moet een oorzaak hebben; die Big Bang komt niet uit de lucht vallen.  Mmmm, aardige woordspeling.

Voor de agrarische revolutie waren we jagers en verzamelaars. Dat waren mensen met een enorme kennis over de natuur in zijn breedste vorm. De geografie, meteorologie, flora en fauna.
Nu weten we feitelijk wel meer wanneer je het maar weet te vinden, maar zij waren allrounder.
Grappig is zijn verhaal over de tarweplant die de Sapiens domesticeerde in plaats van andersom. Ooit een wilde plant maar toen ging de Sapiens hem cultiveren. Dat betekende een vaste woonplaats en een uitputtingsslag om het gewas naar onze zin te laten groeien. Dit veranderde de mensenlevens. Natuurlijk kwam er betere voeding maar het jagen werd eraan gegeven en we werden kwetsbaarder omdat het menu beperkter werd. We kregen door dat wanneer we harder werkten er meer te verdelen viel. Dat moest ook want het kindertal werd groter.
De ijzeren wet van de luxe die tot noodzaak wordt en weer andere verplichtingen schept. Enzovoort. Want produceren is niet genoeg, er moet gekocht worden. Hoe zorg je ervoor dat er gekocht wordt? De mens wijsmaken dat iet iets nodig heeft waardoor het leven gemakkelijker wordt. Consumentisme gevoed door een kapitalistische visie.

Wat zich uit al zijn beschouwingen aan mij opdrong was de onomkeerbaarheid. De logica waarom het in de geschiedenis van de mensheid ging zoals het ging en gaat.
Dat we niet nadachten bij het verkopen van slaven, niet nadenken bij het vernaggelen van deze aarde door aan te schaffen wat we niet nodig hebben. En we kunnen niet terug.
We zitten in een rollercoaster die in gang is gezet en op een doel afgaat. Wanneer je niet gelovig bent is dat een zwart gat.
Ik hoorde pas van een jong koppel; veganisten. Ze kopen niets nieuws, alles komt van de tweede hands markt. Voor hen hoeft niets te worden geproduceerd.
Voorwaar een mooi streven wat mij zeer aansprak. Maar wát wanneer we allemaal zo gaan denken en leven. Ja, wat eigenlijk?

Het is niet allemaal kommer en kwel; de afgelopen decennia waren het meest vreedzame tijdperk uit de geschiedenis van de mensheid. Ook al zijn er brandhaarden, de meeste mensen leven in pais en vree.
Oorlog voeren is een kostbare aangelegenheid dus dat doen we liever niet meer. Wereldwijd is er nauwelijks hongersnood meer en de medische voorzieningen zijn beter dan ooit.
Een wereldwijde gouden eeuw, maar blijft dat zo want de mens wordt er niet gelukkiger op.

Er staan zoveel beschouwingen is dat het bijna ondoenbaar is om er een verslag van te maken.
Een punt wat me aansprak: ‘Tegenwoordig is het gewoon om de gekste dingen te verklaren uit klimaatveranderingen, maar de waarheid is dat het klimaat van de aarde zich nooit koest houdt. Het is constant in beweging. Alle gebeurtenissen uit de geschiedenis vonden plaats tegen de achtergrond van een of andere klimaatverandering. Onze planeet heeft met name talloze cycli van opwarming en afkoeling meegemaakt.’

Mijn idee. Al dat gewauwel over klimaatveranderingen. Ik begrijp wel dat we door levenshouding van overmatige luxe schade toebrengen aan het milieu en dat het misschien ietsie-pietsie invloed heeft op het klimaat maar verder ligt dat niet in onze handen.
Milieuvervuiling wel. Maar dat is een ander hoofdstuk en het zou uit ons juiste taalgebruik  moeten blijken waar we het nu precies over hebben.

Een ander punt: ‘Vraag wetenschappers waarom ze het genoom bestuderen af breinen met software proberen te verbinden of iets denkends proberen te creëren in een computer. Negen van de tien keer krijg je hetzelfde standaard antwoord: dat doen we om ziekten te genezen en mensenlevens te redden’

Zo kun je er nooit iets tegen inbrengen. En ‘zo wordt het volk bedonderd’. Onze familie uitspraak. 

Interessant boek. Nu moet ik me maar eens gaan wagen aan Homo Deus.

donderdag 25 maart 2021

Spreuken

‘De wijze spreekt over ideeën, de intelligente over feiten en de domme over eten’.
Zo schreef ik eens.

Dat heb ik altijd aangenomen als een chinees gezegde maar bij zoeken op het www kom ik alleen weer bij mijn eigen site terecht. Grappig, zou ik hem dan zelf bedacht hebben?
Ik kan het me niet herinneren maar dan vraag ik er per direct patent op aan.

Op Pinterest staan veel van dit type citaten:
“Great minds discuss ideas; average minds discuss events; small minds discuss people”
“Grote geesten praten over ideeën, de wat kleinere over gebeurtenissen en de kleine geesten over mensen.”
(Ik zou hem bijna naar Den Haag sturen)

Wordt wel toegeschreven aan Eleanor Roosevelt of Socrates maar ook dat is niet zeker.
Die twee; ach....zit ook bijna geen verschil tussen.  /sarcasm

De ‘echte’ is van Henry Thomas Buckle 

“Men and women range themselves into three classes or orders of intelligence; You can tell the lowest class by their habit of always talking about persons; the next, by the fact that their habit is always to converse about things; the highest, by their preference for the discussion of ideas.”
“Mannen en vrouwen verdelen zich in drie klassen of orden van intelligentie; Je kunt de laagste klasse onderscheiden door hun gewoonte om altijd over personen te praten; de volgende, door het feit dat het hun gewoonte is altijd over dingen te praten; de hoogste, door hun voorkeur voor het bespreken van ideeën. "

“Smart people learn from everything and everyone, average people from their experiences, stupid people already have the answers.”
"Slimme mensen leren van alles en iedereen, gemiddelde mensen van hun ervaringen, domme mensen hebben de antwoorden al."

Wordt ook aan Socrates toegeschreven maar daar is geen bewijs van gevonden.

Zo staan er op Pinterest heel veel mooie uitspraken die aan allerlei mensen worden toegeschreven,  bij voorkeur bekende acteurs of schrijvers waar vervolgens geen enkel bewijs voor is.
Wat een vreemd verschijnsel is dit. Welk doel dient het?
En als zelfs Pinterest niet meer te vertrouwen is wat moeten we dan nog in dit ondermaanse?  /sarcasm

 

 

 

donderdag 31 december 2020

Exodus


Niet door Mozes geschreven, maar deze keer door Jonathan Sacks, Brits Opperrabbijn, in 2010 (p 252) Ondertitel: boek van de bevrijding en de geboorte van een natie.
(of volk, vergadering, gemeenschap. P 16)
Ik weet niet in welke volgorde hij de vijf boeken van de Thora heeft becommentarieerd; in het Nederlands is dit het eerste boek. Er wordt een volk geboren en Sacks is duidelijk trotser op zijn Joodse wortels dan ik op mijn Nederlandse.
Sacks kende ik al van zijn boeken 'Een gebroken wereld heel maken' en 'Niet in Gods Naam'.




Een wijze man, die goed te volgen is wanneer je het één en ander afweet van de Bijbel en de Joodse religie. Helaas is hij vorige maand overleden. Bij nazoeken op het www ontdekte ik tot mijn geruststelling dat de vijf boeken in het Engels compleet zijn. 

Ooit wilde ik de Bijbel gaan lezen voor mezelf en dan meteen alle vragen opschrijven die bij me opborrelden. Het is er nooit op die manier van gekomen, maar nu, lezend in dit boek kom ik veel tegen waar ik zo mijn vragen bij had. Ik had als Jood geboren moeten worden. Dan kun je putten uit een lange traditie van zoeken naar antwoorden.
Dit boek bestaat uit elf parasja’s; elf schriftlezingen. Elke week één. Exodus werd in de winter gelezen.
Wat wil ik onthouden van dit boek? Dat valt niet mee want er staat zoveel interessants in.
Een bloemlezing:

Niet alleen het chiasme in Ex 6: 2-8, maar de hele Thora is in grote lijnen een chiasme:
A. Genesis,  de voorgeschiedenis van Israël
             B. Exodus, de reis naar de Sinai
                           C. Leviticus, het priesterschap, offers en heiligheid
             B. Numeri de reis vanaf de Sinaï
A. Deuteronomium , de toekomst van Israël.
Zonder de priesterdienst, beschreven in Leviticus, het hoogtepunt van een chiasme, zou er geen Joods geloof of Joodse ethiek zijn.

Maar ook in Exodus zelf is een chiasme te onderscheiden:
A. onrechtvaardige samenleving
            B. Bevrijding d.m.v. de tien plagen
                        C. Splijten van de Rietzee
            B. Vrijheid d.m.v. de tien geboden
A. rechtvaardige samenleving

De beelden van de rivaliteit tussen de broers in het eerste Bijbelboek waar ik me ook altijd over verbaasd heb: Kain en Abel, Izaäk en Ismael, Jakob en Ezau, Jozef en zijn broers en dan Mozes en Aaron.
Kain sloeg uit jaloezie zijn broer Abel dood; tussen Izaäk en Ismael was er ook jaloezie in het spel; maar kwam er, hoewel ze gescheiden werden, een verzoening tot stand want ze stonden samen bij het graf van hun vader Abraham.
Jakob en Ezau hebben ook zo hun verleden met jaloezie maar omhelzen elkaar later weer. Jozef verzoent zich ook weer met zijn jaloerse broers en gaat zelfs voor hen zorgen.
Mozes en Aaron trekken met elkaar op als één man om het volk te leiden. Zo wordt het beschreven in Exodus 6: 25 waar verkeerd is vertaald. Daar staat namelijk ‘Het was deze Aaron en Mozes….’ in het enkelvoud om hun eenheid te benadrukken.
In vers 26 hetzelfde maar dan in omgekeerde volgorde: ‘het was deze Mozes en Aaron’.  (In de Naardense vertaling staat het wel goed.)
Je zou kunnen spreken van een ‘evolutie’.
Juist omdat de oudere Aaron zijn jongere broer eerde en niet jaloers was maakte dat hem tot een geschikte hogepriester.

Het vreemde van de passieve en de actieve rol van het Joodse volk. Bij de Rietzee moesten ze het ‘gevecht’ met de Egyptenaren aan God overlaten (Ex 14: 13,14); vervolgens in de strijd met de Amelekieten moesten ze zélf vechten onder de opgestoken armen van Mozes. (Ex 17:9)
Het eerste paar stenen tafelen met de wet erop geschreven gooide Mozes kapot. Ik vond dat altijd wel gewaagd van hem; iets wat nota bene door Godzelf was beschreven! (Ex 31: 18)
Het tweede paar stenen tafelen moest Mozes zelf uithakken  (Ex 34:1) en toen hij daarmee afdaalde glansde zijn gezicht.
Sacks legt het uit als een opwekking vanuit de mens die meer bevrediging geeft en permanenter van aard is en die de mens definitiever verandert dan een opwekking alléén van Boven. ‘Niet wat God voor ons doet verandert ons maar wat wij voor God doen.’ (p. 27)
Dat vind ik dan weer te gewaagd.
Zelf zou ik het formuleren als: God geeft het voorbeeld en wij mensen doen het met Zijn hulp na.
Jezus doet ons vóór en wij volgen na.

Toen Mozes op de Berg was kreeg hij van God instructies over de bouw van de tabernakel. En later lees je diezelfde instructies nog een keer wanneer Mozes die doorgeeft aan de bouwers.
Er is een verschil: het sabbatsgebod staat bij God aan het einde van de instructies en bij Mozes aan het begin.  Waarom?
Vanuit God was de zevende dag de sabbat maar voor de mens die op de zesde  dag geschapen is was de sabbat de eerste dag.
Ik hou van die logica.
De sabbat, of in ons geval de zondag als tegengif voor de ‘homo economicus’.   De dag dat we niet denken aan geld maar aan waarden en een generale repetitie is voor de ideale samenleving die gaat komen. De ‘Olam Haba’.   

Waarom beslaat de schepping slechts vierendertig verzen en de bouw van de tabernakel wel vijfhonderd? Voor een almachtige en alwetende God is het niet moeilijk om een huis voor de mensheid  te bouwen, maar voor kleine, feilbare mensen is het wel moeilijk om voor God een huis te bouwen.
God vindt het interessanter wat wij scheppen dan wat Hijzelf heeft geschapen. Maar waarom staat dit verhaal in het boek Exodus en niet in Leviticus wat helemaal gewijd is aan de priesterdienst in de tabernakel?
Om een natie, een volk te bouwen  hadden ze een gezamenlijk doel nodig. Wat samen gedaan wordt geeft identiteit en verantwoordelijkheid.  Dat vormt een volk.

Heel lief van Sacks dat hij het boek begint met zes vrouwen. Zonder hen zou er geen groot man als Mozes zijn geweest.
Zijn moeder Jochebed, die haar kind verstopte. De vroedvrouwen Sifra en Pua die burgerlijk ongehoorzaam waren en de opdracht van de Farao naast zich neer legden om de jongetjes van de Israëlieten in de Nijl  te gooien. 
Zus Mirjam die haar broertje in de gaten hield en op het juiste moment haar rol speelde. 
Bitja, de dochter van de Farao (1 Kron 4: 18) die ook tegen haar vaders wensen inging door Mozes te adopteren en Zippora, de latere steun en toeverlaat van Mozes.  

De verschillen tussen priesters en profeten worden uitgebreid behandeld. Te veel om op te noemen. Een paar:
Het ambt van priester werd overgedragen van vader op zoon. De rol van profeet niet.
Priesters droegen speciale kleding, profeten niet.
De taken van een priester stonden vast, nl. onderwijzen en onderscheiden; een profeet had zijn eigen persoonlijkheid en bracht het ‘woord van de Heer’.

Een puntje van kritiek:
Het geniale van het jodendom was dat het inzag dat kennis het hoogste sociale goed is. (p 202)

Soms heb ik idee dat Sacks kennis verwart met wijsheid. Misschien is dat voor hem hetzelfde. Voor mij zijn dat echter twee heel verschillende dingen.
Door het eerste systeem ter wereld van een algemene leerplicht te creëren legden zij de basis voor een nationale identiteit gebaseerd op geletterdheid, studie en geestelijk leven. (p 204)
Gebaseerd op Jesaja 54:13: Al je kinderen worden onderwezen door de Heer, rust en vrede zal hun ten deel vallen.

Al je kinderen, dus ook meisjes……wanneer is dat dan ontspoord? 
De eerste vrouwelijke rabbijn in de geschiedenis was pas in 1935.
En in het rijtje Nobelprijswinnaars dat toch door veel mensen met een joodse achtergrond wordt bevolkt lees ik welgeteld één joodse vrouwennaam: Ada Yonath.
Ik herinner me de film 'Yentl' en korter geleden 'Unorthodox', daaruit kwam niet echt naar voren dat de vrouwen zo gelijkwaardig werden behandeld.

Maar verder een aanrader. En Genesis heb ik ook al klaar liggen. Ik verheug me erop.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                   



dinsdag 13 oktober 2020

De meeste mensen deugen

Geschreven door Rutger Bregman (1988) in 2019.
Ondertitel: ‘een nieuwe geschiedenis van de mens’
Bregman is historicus en journalist bij 'de Correspondent'  die ook zijn andere boeken heeft uitgegeven.
Daar zijn ook stukken uit dit boek te lezen.
Hij is welbespraakt, zo heb ik bij Matthijs van Nieuwkerk gezien en zijn boek leest als een trein.

In mijn omgeving heb ik mensen horen zeggen dat ze dit boek niet hoeven te lezen want de titel klopt al niet. De meeste mensen deugen helemaal niet zo wordt ons geleerd vanuit de Bijbel. Niemand is goed, zelfs niet een. Dussss…
Nu vind ik Bregman ook wel een aarts optimist. Maar dat is op zichzelf niet verkeerd. Misschien zet hij denkprocessen in beweging om eens anders tegen de mensheid aan te kijken.


De meeste mensen deugen namelijk wel.
En oppervlakkig gezien heeft hij gelijk. Het is dan ook een horizontaal boek en daar moet je geen theoretisch, theologische dogma’s op los laten.
Dat in ieder mens het kwaad als mogelijkheid zit mag een ieder persoonlijk ontdekken.

Aan de hand van de filosofen Hobbes: ‘de mens is slecht omdat hij gedreven wordt door angst en een begeerte heeft naar macht’ en Rousseau: ‘de mens wordt goed geboren maar wordt slecht gemaakt ’ verkent hij allerlei onderzoeken die zijn gedaan in de afgelopen honderd jaar.
Alleen raakte ik halverwege het boek Hobbes en Rousseau een beetje kwijt.

Aan veel wetenschappelijk onderzoek uit het verleden zit een geurtje. Ik vind het wel leuk dat hij verschillende onderzoeken onderuit schoffelt.
Zoals het onderzoek van Philip Zimbardo wat bekend staat als het Stanford Prison experiment
Maar dit was al vanaf het begin omstreden. Zimbardo deugde kennelijk toch niet echt.
Of zijn tegenvoorbeeld van het bekende boek van menig Engelse boekenlijst: ‘Lord of the Flies’ wat op de fantasie berust van William Golding.
Hij zet daar tegenover het waar gebeurde verhaal van zes jongens van de St. Andrews kostschool in Nuku’alofa, Tonga.  Toen zij strandden op een onbewoond eiland brak de pleuris helemaal niet uit maar ontstond een gemeenschap met orde en regels.
En passant wordt erbij vermeld dat de jongens van een strenge christelijke school waren.

Ja, het is waar dat veel mensen tot kwaad in staat zijn wanneer je de omstandigheden manipuleert. Hij geeft als domineeszoon het voorbeeld van Eva in het paradijs. Ze werd uitgelokt. Het blijft de vraag of ze van de vrucht zou hebben gegeten uit eigen beweging.
Zit wat in natuurlijk.
Het gekke is dan wel, vind ik,  dat in Eva nog geen kwaad aanwezig was.  Moet ik nog eens wat langer over nadenken.
Het kwaad arriveerde (voor de mens) pas mét het overtreden van het Goddelijke verzoek/verbod. Dus dit verhaal kun je niet als voorbeeld gebruiken, maar ik begrijp wel wat hij wil zeggen.
Zijn voorbeeld van het Robbers Cave experiment, waar de deelnemers werden gemanipuleerd is duidelijker.  Dat werd ontkracht door Gina Perry.

Mensen worden vaak door anderen aangezet tot…..En die anderen doen dat niet altijd uit kwaadwilligheid. Vaak denkt men niet goed na. Mensen pleasen graag (de Homo Puppy) en wanneer je je verhaal maar goed inpakt dan lukt het wel om de ander te laten doen wat je wilt ook al pakt dat niet altijd goed uit.
Dat zou ook een verklaring zijn voor de holocaust. Het Stanley Milgram experiment zou mede moeten verklaren dat mensen behulpzaam willen zijn.  Zeker wanneer er een groter, hoogstaander doel kan worden gediend. Als het kwaad maar netjes vermomd wordt doen we mee.
Bijna allemaal.  
Maar dat onderzoek is inmiddels ook omstreden.
De daders van de holocaust dachten echt dat ze een groter doel dienden.
Dat is die banaliteit van het kwaad, zoals Hannah Arendt het zo treffend noemde.  Al vind ik dat je niet alles hiermee kunt verklaren. Er zaten teveel duivels tussen. 

Mooie voorbeelden hoe het in de ‘rat-race’ anders kan geeft hij met ‘'Buurtzorg'’, een organisatie in Oost Nederland die met succes, heel anders werkt dan de reguliere thuiszorgorganisaties met hun hiërarchieën, bureaucratieën en gigantische overheadkosten.
In het Westen is er ook één die het al sinds twintig jaar anders durft aan te pakken: ‘Duozorg’.  Die heeft de Wiki pagina nog niet gehaald. (‘grinnik’  ondergetekende was medeoprichter)

Ook noemt Bregman een vernieuwende manier van educatie. Het Agoraonderwijs.
Misschien moeten we daar langzamerhand naar toe. Want nu zijn ouders inderdaad alleen maar geïnteresseerd in cijfers en een zo hoog mogelijke opleiding voor hun kroost, alsof ze – heel onvolwassen -  hun bevestiging uit hun kinderen moeten halen.
Kinderen zouden weer buiten en met elkaar moeten spelen om hun fantasie, creativiteit en sociale vaardigheden te ontwikkelen. Daar ben ik het wel met hem eens.

Hume komt langs met zijn idee dat we net moeten doen alsof mensen van nature egoïstisch zijn. Dat noemt Bregman dan een Nocebo. Het tegenovergestelde van een placebo, een neppil die toch effect heeft. In dit geval een negatief effect.
Calvijn was dan toch hoogstaander zoals ik al eens eerder postte:

‘Er is echt maar één weg om te komen tot wat volledig indruist tegen de menselijke natuur, laat staan dat het gemakkelijk voor ons is: liefhebben wie ons haten, kwaad met goed vergelden, beledigingen betalen met zegeningen. Mattheüs 5:44
Je komt hiertoe, zeg ik, als je bedenkt dat je geen rekening moet houden met de slechtheid van de mensen, maar Gods beeld in hen moet zien. Dat beeld bedekt hun zonden en wist die uit. Door zijn schoonheid en waardigheid verleidt dat beeld ons om hen lief te hebben en te omhelzen.’


Calvijn: institutie 3.7.6. in een vertaling van Gerrit Veldman.
In het kielzog hiervan hebben, denk ik,  Martin Buber en Emauel Levinas hun filosofieën ontwikkeld.
Opmerkelijk is dat toch eigenlijk wel.
De Christenheid heeft het dan dus altijd goed gezien. Niet dat men daarnaar leefde, maar toch.  
Wat Paulus in Rom 3 uitspelt wordt door Jezus impliciet erkend maar Hij geeft er meteen praktische tips bij in Matt 5.
Ook mijn ervaring is dat negativiteit – de mens is niet in staat tot enig goed maar geneigd tot alle kwaad -  diepere kraters in de menselijke psyché  slaat dan positieve dingen en we gaan ons daarnaar verhouden. 

Bregman denkt, misschien wel meer dan hem lief is, als een praktisch christen voor zijn pleidooi om het kwade te overwinnen door het goede. Die andere wang hè. Zit best wat in.

 

                                                                           

woensdag 26 februari 2020

Westerse Cultuurgeschiedenis 1300 – 1500 IIa Filosofie.


Voorafgaand aan het jaar 1300 had je de Scholastiek. God vinden door middel van de wetenschap. Daar kwam heel geleidelijk verandering in.
Aristoteles; hervonden door Averoës, werd gezien als autoriteit in de zoektocht naar het Ware, het Goede en het Schone: de goddelijke deugden.
De retorica ontwikkelde zich.
William van Ockham (1288 – 1347) was één van de laatste scholastici en Franciscaner monnik.
In de Universalieen strijd, die ik al eerder heb genoemd, was hij noch realist noch nominalist maar conceptualist.
Zijn filosofie:

Niets mag gepostuleerd worden zonder een reden, tenzij het zelf-evident is (gekend door zichzelf), gekend middels de ervaring, of bewezen door de autoriteit van de Heilige Schrift.
Hieruit komt zijn beroemde scheermes:
Men mag niet besluiten tot meer entiteiten zonder noodzaak.
Tegenwoordig uitgebreid naar allerlei velden.
Theorieën over het bestaan van universalia zijn zelf-contradictoir of in elk geval in strijd met wat we (zelf evident) weten.
God is de enige waarlijk noodzakelijke entiteit; al het andere van de schepping is radicaal contingent (toevallig).
Immateriële entiteiten als God en engelen bestaan.
Abstracties als ‘de mensheid’ of ‘witheid’ zijn geen universalia maar wel zinvolle concepten. Zinvol, want zij verwijzen naar alle individuele mensen als geheel resp. de verzameling van alle dingen die wit zijn; geen universalia want er zijn net zoveel soorten witheid als er witte dingen bestaan, net zo veel ‘soorten’ mens als er mensen zijn.


William was een Franciscaner monnik en tegen bezit. De paus was daarom volgens hem geen ‘Immitatio Christi’, dus een ketter. ‘Het pauselijk rijk is door God ingesteld voor het welzijn van zijn onderdanen, niet voor eigen eer of voordeel, en moet daarom niet een rijk van ‘heerschappij’ maar van ‘dienstbaarheid’ worden genoemd’. (uit: Over de macht van keizers en pausen, 1347)
Het zal hem niet in dank zijn afgenomen.
Dan waren er nog meningsverschillen of Adam en Eva bezittingen hadden in het paradijs . Volgens de paus wel. Natuurlijk om zijn straatje/boulevard schoon te vegen, (mijn idee) maar volgens Ockham, als Franciscaner hadden ze alleen het vruchtgebruik.

In ‘de Naam van de Roos’ van Umberto Eco wordt deze Ockham nog ergens aangehaald door William van Baskerville bij zijn onderzoek naar de moorden in het klooster van Melk in 1327. Ook vindt daar een discussie plaats tussen de Franciscaners en afgezanten van de paus over rijkdom en armoede.
Kort geleden was de serie te zien op Canvas.

De tweede filosoof was Nicolaus Cusanus. (1401 – 1461) een realist.
Hij schreef de ‘pace fidei’ in 1453. Het Woord van God in gesprek met wijze mannen vanuit de hele wereld en van verschillende godsdiensten.
Conclusie: de onderlinge verschillen hebben allen te maken met verschillen in gebruiken. Deep down gelooft eigenlijk iedereen in hetzelfde.
In zijn ogen gebood God dat alle wijze mannen hun eigen naties zouden leiden naar de aanbidding in die ene waarheid en daarna zouden samenkomen in Jeruzalem om een eeuwige vrede te vestigen.
Volgens Bor en Petersma in 'de Verbeelding van het Denken' brak Cusanus definitief met de Scholastiek.
Volgens G. van den Brink in 'Oriëntatie in de filosofie' is de reden van de populariteit van Cusanus te danken aan zijn nadruk om in het spreken over God bescheidener te zijn. (p 144) Russell, in zijn 'geschiedenis van de Westerse filosofie, noemt hem helemaal niet.
De derde filosoof: Rodolphus Agricola Phrisius, (1443 – 1485 ) Rudolf Huisman in normaal Nederlands. Want hij is geboren in Baflo, vlakbij Groningen.
Twee filosofen waar ik nog nooit van gehoord had. Maar ja, dat is het geval met de meeste mensen die op deze aardkloot woonden en wonen.
Phrisius was een grondlegger van het Humanisme en Erasmus bewonderde hem.
Hij schreef een boek over de argumentatieleer, retorica en stijl maar die wijken nogal af van wat wij nu als correcte argumentatieregels hanteren. Hij was bijvoorbeeld voorstander van 'ad hominems' en het bespelen van onderbuikgevoelens wanneer dat nodig was om te overtuigen. Nu kom je daar niet meer mee weg.
Deze man kon ik alleen terugvinden bij 'Bor en Petersma'. (onder Agricola)

We hebben de theologie kennelijk helemaal losgelaten en gaan de vrijzinnig, humanistische kant op met de keuze van de te behandelen filosofen.

De vierde was Giovanni Pico della Mirandola (1463 – 1494) ook een humanist.
Pico della Mirandola was een volgeling van Savonarola en een beschermeling van Lorenzo de Medici. Hoe dat kan samengaan begrijp ik nog even niet want Savonarola bewerkstelligde de (tijdelijke) ondergang van de Medicifamilie.
Pico della Mirandola heeft betekenis doordat hij een criticus van de astrologie was, een kenner van de Kabbala en een vertegenwoordiger van het humanisme.
Hij schreef in 1487 ‘ Rede over de menselijke waardigheid’ met als doel een universele waarheid aan het licht te brengen door de tegengestelde filosofische en theologische gezichtspunten met elkaar te verzoenen.
Een syncretische manier van denken. Hiervoor organiseerde hij een openbaar debat in Rome waar paus Innocentius II niet blij mee was en er prompt een eind aan maakte.

We lezen ook van elke filosoof stukjes om de sfeer te proeven en van Mirandola vond ik dit wel een mooie zin:
‘…want niet de bast maakt de plant, maar de botte en ongevoelige natuur; niet de dikke huid maakt de dieren maar de redeloze zinnelijke aard; niet het bolvormig lichaam maakt de hemel maar het juiste inzicht; niet de scheiding van het lichaam maakt de engel maar de wijsheid van geest.' (Uit ‘Rede over de menselijke waardigheid’)


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na, zoek er van alles bij en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.