Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht man en vrouw. Sorteren op relevantieAlle posts tonen
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht man en vrouw. Sorteren op relevantieAlle posts tonen

woensdag 2 augustus 2023

Hermafrodiet

 


De dichter, een hermafrodiet.
Hij wekt het gedicht bij de muze
en muze, dat is de diffuse
verbinding van hem en het lied.

Hijzelf brengt het voort als een vrouw,
hij kent de verrukking der lenden,
hartslagverdubbeling en de
uitputting straks, moederlauw.

Hij kent ook bij nieuwe maan
de onrust van vruchtloze stonden,
wanneer wat geen vorm had gevonden
zijn weg zoekt bij hem vandaan.

Hij kent alleen niet het geluk
van het leven in zich te bevatten,
dat is hem onthouden. Dat, en
het liefhebben uit één stuk.

Guillaume van der Graft (1920 – 2010)

 

Hij schreef dit gedicht in 1948. De tijd (denk ik ) dat men er nog van overtuigd was dat interseksualiteit behoorde tot de mythische verhalen.
Zie het verhaal van Ovidius in boek IV van de ‘Metamorphosen’:
De zoon van Hermes en Aphrodite gaat zwemmen in een vijver maar wordt omstrengeld door de nimf Salmacis en zij vergroeien samen tot één persoon.

Hugo de Groot schrijft in zijn tijd (1583 – 1645):

‘Geboren menschen zijn mannen oft wijven: want diemen man-wijven noemt, werden aen d'een ofte d'ander zijde gereeckent, nae den aerd die in haer overtreft.’

In onze tijd raak ik het spoor een beetje bijster met al die verschillen.

De Hermafrodiet op de foto zagen we in het Uffizi museum. Een Romeinse kopie van een Grieks bronzen origineel. Verder liggen er, voor zover ik weet, kopieën in het Louvre en in St. Petersburg.

Dat van der Graft/Barnard teruggrijpt naar het beeld van een hermafrodiet, wat het dubbele gevoel weergeeft bij het produceren van een gedicht begrijp ik dan weer.

 

 

 

woensdag 12 juli 2023

Joséphine


Geschreven door Kate Williams (1974) in 2013.
Ze is een Engelse historica en doet nogal wat voor TV.
Dit boek is een verhaal over het leven van Josephine de Beauharnais (1763), vrouw van Napoleon.
Over Napoleon zijn natuurlijk al legio boeken geschreven en die gaan waarschijnlijk allemaal over zijn veldslagen en zijn briljante strategische inzichten.
Maar….achter elke belangrijke man staat een sterke vrouw anders wordt die man niet belangrijk. In dit geval is dat Josephine.



Geboren als de creoolse Marie-Josèph- Rose de Tascher  de la Pagerie, kort gezegd: Yeyette. Een suikerriet- plantagehouders- dochter op Martinique wat onder de Franse Antillen valt in het Caribische gebied, met een onbezorgde jeugd.
Maar overal komt een eind aan en na veel gedoe trouwt ze op zestienjarige leeftijd met Alexandre de Beauharnais, ook geboren op Martinique maar sinds zijn vijfde al woonachtig in Parijs.
Met toezeggingen van bruidsschatten, die helaas bij toezeggingen bleven gingen ze wonen in Parijs.
Josephine echter, nauwelijks geletterd, paste daar helemaal niet ondanks pogingen van Alexandre om daar verandering in aan te brengen.
Hij kreeg al snel genoeg van haar en vertrok naar zijn regiment.
Toch raakte ze zwanger en kreeg in 1781 een zoon: Eugene. Later, in 1783, kwam daar een dochter bij: Hortense.
Omdat Josephine er meestal alleen voor stond, geldzorgen had stopte ze met brieven schrijven aan Alexandre, wat hij haar hoogst kwalijk nam en redenen zocht om te kunnen scheiden. Die vond hij natuurlijk in zogenaamd overspelig gedrag en Josephine vertrok naar een klooster. Later werd ze door de rechtbank in het gelijk gesteld.
Het was een chique klooster waar Josephine heel veel leerde over omgangsvormen, verzorging en mode.

Daarna trok ze in bij haar tante, die met haar minnaar, een markies, in Fontainebleau woonde. Daar leerde ze omgaan met de aristocratie en door haar aantrekkelijkheid als maîtresse, met geldschieters.
Ze maakte de 'affaire du collier' mee wat indirect een aanleiding was voor de Franse Revolutie en
belande, omdat ze inmiddels tot de aristocratie behoorde in de cel ook al was ze tijdens de eigenlijke Revolutie op Martinique.

Voor Josephine precies op tijd ging Robespierre’s kop eraf en kwam ze vrij op voorspraak van Jean Lambert Tallien.  (die samen met Paul Barras en Louis Marie Stanislas Fréron Robespierre ten val brachten)
Ze was inmiddels weduwe want Alexandre werd geguillotineerd en meer dood dan levend. 
Maar ze hervond zichzelf en werd langzamerhand een bekende society figuur. Als slachtoffer van de Terreur ben je dan in het voordeel.
In de gevangenis was ze bevriend geraakt met Theresa Tallien en werd één van de 'Merveilleuses'.
Johan op de Beeck noemt dat ook ergens in zijn boek.

Het was gewoon weer een kliekje die elkaar allemaal hielpen en de hand boven het hoofd hielden. Josephine werd maîtresse van Barras en Barras speelde weer een belangrijke rol in de carrière van Napoleon.

Zo rolde het balletje en ontmoetten die twee elkaar.
En ze leefden nog lang en gelukkig…..
Nou, niet echt.
Napoleon hield op zijn manier echt van Josephine maar zij kon hem geen troonopvolger schenken. Dat moest wel gebeuren in het belang van Frankrijk.
In 1809 zijn ze gescheiden.

Waarom weten we zoveel over die twee?
Ze waren vlijtige brievenschrijvers al was Napoleon wat actiever dan Josephine. Die brieven zijn voor een groot deel bewaard gebleven.
 
Op schilderijen zie je Josephine altijd met haar mond dicht. Ze had een slecht gebit vanwege het snoepen van suikerriet in haar jonge jaren volgens de schrijver.
Wat ik ook zo fascinerend vind:
Marie Antoinette had een gat in haar hand (zeggen ze) maar Josephine spande toch de kroon.
Marie Antoinette had haar ‘Petit Trianon’ en dat was werkelijk petit wanneer ik zo de beschrijvingen lees van het kasteel van Malmaison van Josephine en Napoleon.

Hoe is het mogelijk dat dat allemaal geaccepteerd werd na zo’n revolutie? Dat iemand als Napoleon, die zich ontwikkelde tot potentaat daarvoor de kans kreeg.

Mensen blijven toch wonderlijke wezens.
Maar het is een boeiend boek.




 

zondag 25 juni 2023

De Franse revolutie dl 2

Het tweede deel over de Franse Revolutie, geschreven door Johan op de Beeck. Vorig jaar las ik het eerste deel en gelukkig pikte ik de draad moeiteloos weer op. In dit tweede deel gaat François Robert verder met zijn verhaal.

De ondertitel is nu: van Robespierre tot Napoleon. Dat betekent grotendeels de neergang van de revolutie. Wat mij opviel was de totale chaos waarin de revolutie belandde.

Iedereen raakte het oneens met iedereen;  er ontstonden allerlei subgroepen die elkaar weer bevochten. Bij de sansculotten moest ik denken aan onze boeren. Ze willen meeregeren maar weten ze iets van het algemeen belang en van politieke spelletjes? De conpiracy theorieën waren niet van de lucht en maakte iedereen verdacht. En verdachten......belanden onder de guillotine. 

Zo gingen Danton en Desmoulins met zijn vrouw omdat ze het niet langer eens waren met de terreurwetten van Robespierre. Het zal je vriend maar wezen die zijn handtekening zet onder jouw doodvonnis. Ik denk dat de beste man in deze tijd een stickertje zou krijgen; iets van hoog functionerend autisme of zo. Hij acteerde natuurlijk niet alleen. Saint Just hielp een handje om allerlei politieke verantwoordelijkheden om te zetten in strafbare misdaden met het beruchte gevolg. Alle zaken en activiteiten kun je positief of negatief benaderen. Net hoe je pet staat. 

Ook vrouwen ontkwamen niet aan het flitsende mes, alleen al vanwege hun intellect wat bedreigend scheen te zijn: Olympe de GougeMadame Roland en Lucile Desmoulins en natuurlijk Marie Antoinette zijn de meest bekende.

Robespierre was geen ongelovige maar wanneer religieuze redenen ingeroepen worden om andere meningen te verbieden heeft dat  niets met God te maken maar met eigenbelang. Zo streed hij ook voor godsdienstvrijheid maar dan wel in de vorm die hij dicteerde. Het ontaarde langzamerhand in een totalitair regime. 
Nadat hij ten val was gebracht werd het Directoire in het leven geroepen; een bestuur van vijf mannen waarvan er elk jaar een werd 'vervangen'.

Intussen was in het zuiden van Frankrijk een jonge generaal bezig met zijn carrière. Zijn overwinning in Toulon (1793) op de royalisten, herinnerd door Barras zou het keerpunt worden van de geschiedenis. Zijn naam: Napoleon Bonaparte. Op 23 december 1799 eindigde de Franse Revolutie. 'Citoyens, la révolution est fixee aux principes qui l'ont commencée. Elle est finie.'

De opnieuw bedachte kalender begon in 1792 maar werd in 1805 definitief weer afgeschaft. 
Jammer dat Op de Beeck nergens iets schrijft over Josephine de Beauharnais. Ze wordt w el genoemd maar krijgt verder geen aandacht terwijl in het Louvre toch een gigantisch werk van Jacques- Louis David hangt van het spektakel.
Ook Jean Baptiste Bernadotte wordt wel genoemd. Dat gaf herkenning want ik heb ooit het boek van Annemarie Selinko gelezen: 'Desiree'. Desiree Clary was de eerste verloofde van Napoleon en is later met deze Bernadotte getrouwd en koningin geworden van Zweden en Noorwegen. 

Ergens schrijft Op de Beeck bij monde van François Robert dat de revolutie heeft gezorgd voor een democratisering van justitie. Hoe dat kan met behulp van de guillotine is voor mij wel raadselachtig. 

Robert heeft een respectabele leeftijd bereikt na Bonapartist te zijn geworden. Politiek gezien geen hoogvlieger en na in zaken te zijn gegaan, ook geen echte zakenman. In 1826 stierf hij, inmiddels gescheiden, in zijn winkel. Zijn portret hangt in Versailles, naast dat van Danton dus hij heeft wel iets betekend. 




maandag 22 mei 2023

Wat je zoekt, zoekt jou


Ondertitel: een mystieke reis door het leven van de Perzische dichter Rumi

Een ode aan de mysticus en dichter uit de dertiende eeuw: Molana Djalal Eddin Mohammad Balchie Rumi.
Kortweg: Rumi.
Geschreven door  Kader_Abdolah (1954) in 2022. Ik las een digitale editie.
Over het leven van Rumi is best het één en ander met zekerheid bekend omdat zijn oudste zoon Walad een biografie heeft geschreven.



Rumi werd geboren in 1207 in Balch in, wat nu Afghanistan is. In 1273 stierf hij Konya, het rijk van de Seltsjoeken in het huidige Turkije.
Toen hij rond de dertien jaar was moest hij met zijn vader op de vlucht voor de ‘grote leider’ Dzjengis_Khan.
De film 'Mongol' gaat over deze man. 

Onderweg, op die vlucht, komt Rumi verschillende mensen tegen en leert verschillende talen spreken. Omdat de vader van Rumi een bekende mysticus en imam was: Bahao Eddin, ontmoet hij allerlei belangrijke schrijvers en filosofen uit die tijd.
Ze wonen een tijdje in Bagdad waar Bahao een baan krijgt als gastgeleerde aan de universiteit. Ja deze werd al in de elfde eeuw gesticht.
Rumi kan daar vanzelfsprekend ook studeren.

Op een reis naar Mekka ontmoeten ze Tusi, een jonge wiskundige en sterrenkundige. Daar leert Rumi ook weer veel van.
Waarom vertel ik dit?
Tusi legt aan Rumi de Melkweg uit: ‘De Melkweg lijkt op de wolkenvelden, maar hij is samengesteld uit een groot aantal kleine, sterk geclusterde sterren. Door hun dichtheid lijken ze op de melkachtige wolkenvelden, maar het zijn sterren.’
Dat raakte aan mijn eigen ervaring!

Rumi woont een tijdje in Mekka terwijl zijn vader verder reist naar Laranda om het gezin weer te verenigen.
In Laranda ontmoet Rumi Gohar Khatoon en trouwt met haar. Ze krijgen twee zoons.
Op vierentwintig jarige leeftijd overlijdt Bahao Eddin en blijft Rumi  met vrouw en kinderen achter.
Hij kan echter zijn draai niet vinden, mist leiding en is blij wanneer een vriend van zijn vader aanklopt: Tamarzi.
Deze stuurt zijn vrouw en kinderen weg en zorgt dat Rumi weer kan gaan studeren en zich op zijn poëzie kan richten.
Maar Tamarzi vertrekt ook weer en sterft. Zarkoeb is zijn volgende ‘leider’, en die wordt weer opgevolgd door ShamseTebrizi, volgens Wiki een soefi en derwisj.
Daar krijgt Rumi een verhouding mee terwijl hij inmiddels voor de tweede keer is getrouwd. Tot …op een dag Shamse ook weer verdwijnt.

Weggegaan of vermoord? Niets is zeker.
Maar juist door het gemis met de bijbehorende de pijn stijgt Rumi boven zichzelf uit en wordt een beroemdheid.

Ik merk nu een verdeeldheid in mijzelf. Nu ik weet dat Rumi en Shamse Tabrizi toch wel een heel bijzondere relatie hadden lees ik die liefdesgedichten anders en dat irriteert me.

“Als je opeens mijn geliefde niet bent
valt alles uit elkaar
Mijn troost, mijn metgezel!
Het gaat niet zonder jou.”

Ik zal wel een bekrompen geest hebben maar op dit moment kan ik echter niet anders. Misschien dat ik later de schoonheid van die gedichten (weer) ga leren, maar op dit moment is het even een brug te ver. De laatste helft van het boek waarin veel gedichten staan laat ik maar even voor wat het is.
Zouden  mensen met een andere geaardheid de gedichten en liedjes die gaan over de liefde tussen een man en een vrouw ook met zulke gemengde gevoelens lezen?


De titel van het boek zou zomaar een Bijbelse titel kunnen zijn: Wie zoekt, die vindt. Wanneer je Hem hebt gevonden kom je erachter dat Hij al op zoek was naar jou.
Voor Rumi is de zoektocht naar God vooral een zoektocht naar en in zichzelf.

donderdag 15 september 2022

Transgenderwet

Een vreemde wet lijkt het licht te gaan zien, terwijl ik het idee heb dat de makers hiervan in duisternis verkeren.
De nieuwe transgenderwet gaat het mogelijk maken dat iemand die zich niet thuis voelt in zijn/haar lichaam – genderdysforie - dat wat gemakkelijker in de officiële paperassen kan aanpassen door middel van zelfidentificatie. Er komt dan geen professional meer aan te pas.
Ook voor kinderen onder de zestien wordt het gemakkelijker; een wettelijke vertegenwoordiger kan bij de rechtbank een verzoek indienen ook weer zonder tussenkomst van een professional.

De wetenschap die toch veel mensen  hoog in het vaandel hebben staan, wordt nu opeens naar de achtergrond verdrongen. Want de wetenschap maakt duidelijk dat tachtig procent van de jongeren over hun ‘genderdysforie’ heen groeien.

De biologische wetenschap zegt of een persoon mannelijk of vrouwelijk is. De menselijke soort is zogezegd binair. Er zijn twee mogelijkheden.
XX en XY.
(Er zijn er wel meer  - syndromen van Turner / Klinefelter - maar dat negeer ik nu even.)

Diezelfde wetenschap doet nu opeens niet meer ter zake, het gevoel van de mens wordt belangrijker geacht en daarom moet de wet aangepast worden.
Dat is best gevaarlijk. Ik bedoel: wanneer gevoelens tot leidraad worden bij grote beslissingen dan weet ik nog niet waar we uitkomen.
Het voelt niet goed. Eh....juist. 

Nu weet ik ook niet alles met betrekking tot al die termen die in deze tijd worden gebruikt: queer, pan-seksualiteit, genderessentialisme, transseksualiteit, transgenders en non-binair en zo zijn er nogal wat nog los van al die afkortingen.
Ik heb me voorgenomen om me daar pas in te verdiepen wanneer ik er direct mee te maken krijg. En dat is tot nu toe niet het geval. De tijd is ook voorbij dat ik van mezelf vond dat ik overal direct een mening over moest vormen.

Maar de term fluïde valt ook en dat denk ik te begrijpen.
In het dorp waar ik ben geboren was er een stel wat ik me nog goed kan herinneren. De man was/ is een ‘echte’ man, groot,  breed en harig. Een Bokito type. Zijn vriendin en later vrouw was/is een superslank blond meisje met op zaterdag krulspelden in haar haar en ze trippelde op van die pantoffeltjes met roze pluizige bolletjes erop. Ik keek mijn ogen uit.
Een bijzonder stel in mijn ogen, zo totaal verschillend.

Nu denk ik dat de man een hoog testosteron gehalte had/heeft en een heel laag oestrogeen gehalte en de vrouw precies andersom: een hoog oestrogeen gehalte en nauwelijks testosteron.
Ik kan me vervolgens ook voorstellen dat die spiegels bij iedereen een andere verhouding hebben. Een glijdende schaal.  Fluïde.
Dus genetisch kun je een man zijn maar door de afgifte van een te laag testosteron gehalte in de baarmoeder en/of een te hoog oestrogeengehalte kun je als man op mannen vallen. Bij vrouwen net zo.
Zo las ik in een artikel van Debra Soh: ‘De blootstelling aan testosteron is bepalend voor de manier waarop mannelijke en vrouwelijke hersenen groeien’.
Zij schreef in 2020 het boek: ‘The End of Gender’.

Naar aanleiding van dit berichtje heb ik weer wat oude boeken onder het stof vandaan gehaald: ‘Brainsex’ van Anne Moir uit 1989 en ‘Waarom mannen niet luisteren en vrouwen niet kunnen kaartlezen’ van Allan en Barbara Pease. Uit 1998.
Eigenlijk staat daarin alles precies beschreven.
In een blogbericht van tien jaar geleden schreef ik ook al iets.

Conclusie: ik ben tegen die wet. Die is te rigoureus. Maar ik ben wel voor een open houding met betrekking tot deze problematiek. O, wat ben ik weer tactisch.
Maar ik las ergens precies waar het ook volgens mij om draait:
‘Gaat het hier op aarde om zo goed mogelijk onze rol volgens ons biologisch geslacht te vervullen, zoals wij ooit geschapen zijn? Of kijken wij met de schepping reikhalzend uit naar wat gaat komen? Wijzen we een ander af omdat deze zijn/haar genderrol verkeerd invult, om omhelzen wij die zelfde persoon omdat wij één zijn in Christus?’

Het is zoals ik al meer opmerkte: sommige mensen staan met hun neuzen richting paradijs en hebben moeite met alles wat steeds maar anders wordt; anderen staan meer richting vernieuwde schepping waarbij we eerst nog door vele dalen heen moeten. Dat geeft frictie.

Mocht ik er ooit mee te maken krijgen dan hoop ik dat ik die ander liefdevol in de ogen kan blijven kijken.
Dat zou natuurlijk helemaal geen issue moeten zijn maar ja, ik heb ook moeite met die brede vrouwen die ooit man waren en met types die er zo ‘over-de-top’  vrouwelijk uitzien.
Vrouwen die man worden lijkt om de een of andere reden toch wat minder schokkend.
Wat blijft leven toch een gecompliceerde aangelegenheid.

 

 

donderdag 25 augustus 2022

Vorsten van Albion


Een boek over de dynastie van de Plantagenets in Engeland.
Geschreven door Dan Jones (1981) in 2012, een historicus en journalist; vertaald in 2020.

Albion is een oude naam voor de Britse eilanden al wordt er meestal alleen Engeland mee aangeduid.
Ondanks dat dit blogberichtje heel schematisch is, las het boek als een trein.
De eerste ‘Plantagenet’ was Godfried, graaf van Anjou. Een Fransman die bekend werd omdat hij brembloesem op zijn hoed droeg.  In het latijn: Planta Genista.



Zijn zoon Henry II was zijn troon opvolger en kreeg via moederskant (Mathilde/Maud) Engeland in bezit.
Henry II trouwde met Eleonore van Aquitaine waardoor het Angevijnse rijk ontstond. Dat rijk bestond uit delen van Schotland, dat wat nu het verenigd koninkrijk is minus Wales en delen van Frankrijk tot aan de Pyreneeën. Best een heel groot rijk.

Hun zoon Richard Lionshearted  (Leeuwenhart) erfde de troon maar stierf kinderloos; broer  John Lackland (zonder land) was inmiddels de derde Plantagenet en zijn (klein)kinderen zette de tradities voort tot Richard II, de laatste Plantagenet. Na hem werd het stokje overgenomen door neef Henry IV (Bolingbroke) van het huis Lancaster. Zij hadden als embleem een rode roos. Het huis van York had een witte roos en kwamen later samen in de ‘Tudorroos’ van het huis Tudor.
Lancaster en York waren zijtakken van de Plantagenets.

De dynastie van de Plantagenets regeerden zo’n tweehonderdvijftig jaar over delen van Frankrijk en Engeland; van 1154 tot 1399.
Een weergave van de volgorde van de heren koningen en heel summier hun wapenfeiten.

Henry II (1133 – 1189), getrouwd met Eleonore van Aquitaine is bekend geworden vanwege
1. de moord op zijn vriend Thomas Becket,
2. Het begin van een vorm van rechtspraak
3. Voortdurend in conflict met de koning van Frankrijk: Louis VII, de ex-man van zijn vrouw en zijn zonen aan wie hij eer verschuldigd was.

Richard Lionshearted (1157 – 1199), zoon van Henry en Eleonore werd bekend vanwege
1. zijn deelname aan de derde kruistocht en gevecht met Saladin.
2. Eindeloos gedoe met zijn vader.
3. Hij was een vechtjas.
4. Hij bouwde Chateau Gaillard.

John Lackland (1166 – 1216)  Broer van Richard
1. Probeerde voortdurend zijn broer van de troon te lichten.
2. Na zijn troonsbestijging kalfde het rijk af doordat hij zijn leenmannen niet echt netjes behandelde.
3. Zo ontstond de eerste vorm van de Magna Carta, waardoor de macht van de koning aan banden werd gelegd. Onder dwang moest John hem ondertekenen. Zo werd het hooggerechtshof geboren.
4. Verloor Bretagne, Normandië, Anjou en Tourraine.

Henry III (1207 – 1272), oudste zoon van John.
1. Volgde zijn vader op op 9 jarige leeftijd. Hij was een vrome koning. Edward de Belijder was zijn grote voorbeeld.
2. Ook weer gedoe met de Franse koning, dit keer Louis VIII  en met zijn zwager Simon van Montfort.
3. Nam de regels van de Magna Carta niet echt serieus.
4. Hield van kunst en stimuleerde dat. Toch de genen van zijn oma?

Edward I (1239 – 1272), oudste zoon van Henry III.
1. Vermoorde Simon van Montfort.
2. Ging ook weer eens op kruistocht.
3. Lijfde Wales in. Liet zich inspireren door de legenden van King Arthur. Bouwde een ring van kastelen in Wales. Moeten we eigenlijk ook eens gaan kijken.
4. Zette de joden zijn land uit na eerst te hebben uitgezogen ten gunste van zijn schatkist.

Edward II (1284 – 1327), jongste zoon omdat de oudere jongens al jong stierven en de rest meiden waren.
1. Hield niet van regeren, flierefluiterde liever met zijn vriend Piers Gaveston, mogelijk een homofiele relatie. Liet het besturen teveel over aan zijn vrienden waardoor hij onder supervisie kwam te staan van de 'Lords Ordainers' waarvan Thomas of Lancaster de belangrijkste was.
2. Trouwde met Isabella, dochter van de Franse koning Philip IV. Over haar heb ik ooit wel eens een boek gelezen: ‘Isabella de Schone’ van Margaret Campbell Barnes. Veel weet ik er niet meer van. Het stond thuis in de boekenkast en ik was veel te jong toen ik dat las maar de voorkant was zo mooi. In mijn herinnering was zij schuldig aan de moord op haar echtgenoot. Iets met een beerput; het fijne weet ik niet meer en Jones noemt dit niet. Zij had de bijnaam: Wolf of France. Klinkt niet goed, maar vrouwen konden zelden goed doen.
Zij had een relatie met Roger Mortimer.
3. Verloor Schotland bij de 'Battle of Bannockburn'.
4. Werd gevangengenomen en afgezet ten gunste van zijn zoon Edward III. Onder supervisie van zijn moeder Isabella en Roger Mortimer.

Edward III (1312 – 1377), oudste zoon van Edward II.
1. Zodra hij de leeftijd had liet hij Roger Mortimer vermoorden en zijn moeder  opsluiten.
2. Start van de honderdjarige oorlog met Frankrijk. Winnaar van de slag van Crécy en Poitiers door het gebruik van bereden boogschutters.
3. Oprichter van de Orde van de Kouseband.  Het verhaal gaat dat bij hem de uitspraak vandaan komt:
‘Honi soit qui mal y pense’ : Schande voor wie er kwaad van denkt. Maar meer waarschijnlijk komt het bij een Engelse dandy vandaan Henry Grosmont, graaf van Lancaster die kousenbanden droeg voordat het een vrouwelijk attribuut werd.
Mijn vader gebruikte die uitspraak ook wel eens.
4. Ontwikkeling van het Lagerhuis tegenover het Hogerhuis.
5. Verloor steeds meer delen van Aquitaine (Guyenne) aan de Franse koning.
6. Stelde het Engels in als voertaal in rechtbanken en parlementen.

Richard II (1367 – 1400), zoon van de Zwarte Prins en kleinzoon van Edward III.1. Hij wilde wel maar kon het niet. Slechte adviseurs, depressies en toen hij eenmaal echt de macht had werd het een terreurbewind.2. Dapper was hij wel in zijn jonge jaren; ging te paard de boerenopstand te lijf. Beloofde van alles maar kwam niets na.Werd gevangen genomen door  Henry Bolingbroke (de latere Henry IV en één van de Lords Appellanten), zoon van John of Gaunt, in de Tower gevangen gezet en later vermoord.


En zo kwam er een eind aan het huis Plantagenet.
Ja, het is weer een boek wat geschreven is door een man. Heel veel historische figuren rondom de politieke besognes en de vele, vele veldslagen. Ze vochten wat af in vroeger tijden.
Het is niet anders, helaas. Ik ben dan toch altijd wel nieuwsgierig naar de invloed van vrouwen die achterbleven bij de veldslagen. Die invloeden zijn natuurlijk niet te meten.
Misschien is dat maar goed ook. Wanneer dat in schema's en tabellen terecht zou komen zou er onmiddellijk weer aan gesleuteld worden. 

woensdag 13 juli 2022

Er is geen vrouw die deugt


Een boekje met een bijzondere titel van de filosoof Arthur Schopenhauer. (1788 – 1860)
Eerder las ik van hem 'de vrijheid van de wil'.
Hij schreef dit boekje in 1851 en is onderdeel van ‘Parerga und Paralipomena, kleine philosphische Schriften’.
Het is een vertaling uit 1974.

De titel vond ik zo intrigerend dat ik nieuwsgierig werd. Wat beweegt iemand om hierover een boek te schrijven? Mijn wil om dit boekje te lezen werd danig geprikkeld.


  
Nu valt het allemaal wel een beetje mee want er is maar één hoofdstuk wat over de niet-deugende vrouw gaat. De rest zijn bespiegelingen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Veel interessanter.
Over opvoeden, onderwijs, filosofie uiteraard. Over godsdienst, zelfstandig denken. Over lawaai en luidruchtigheid: wat haatte hij de klappende zwepen van de koetsieren. Over politiek en geleerden. Over suïcide en over dromen.

Tijdens het lezen van deze 'Maarten van Rossum van de negentiende eeuw' moest ik toch wel vaak grinniken, net als bij de ‘echte’ en na eerst het nawoord te hebben gelezen begreep ik dat Arthur, met zijn knorrige aard, niet zo’n beste verhouding heeft gehad met zijn moeder. Tsja…en Freud verscheen pas in 1856 op het wereldtoneel.
Of dit hoofdstuk daardoor beter te verteren valt …..ach zolang je het met humor kunt lezen gaat het wel.  
Rüdiger Safranski heeft een boek over hem geschreven maar dat moet ik nog lezen, het ligt te wachten. Wellicht wordt het dan nog beter te begrijpen.
Waar ik zo om moet lachen:
‘Dat vrouwen zo geschikt zijn om ons in onze vroegste jeugd te verzorgen en op te voeden komt omdat zij zelf kinderlijk en dom en kortzichtig, in één woord hun leven lang grote kinderen zijn – een soort tussenstadium tussen het kind en de man, die de eigenlijke mens is.’[…]
‘Een man bereikt zijn verstandelijke en geestelijke rijpheid zelden voor zijn achtentwintigste jaar, een vrouw al met haar achttiende. Maar haar verstand is er dan ook naar: het is wel heel armzalig uit gevallen’.

Wat een schattige ouwe knorrepot is het toch. Heeft waarschijnlijk weinig ‘normale’ vrouwen in zijn leven ontmoet.
Wat wel weer in zijn voordeel pleit is zijn subtiele gevoel voor humor en cynisme.

Wat sprak mij het meest aan van de andere onderwerpen:
Dat de mens gedreven wordt door zijn – onvrije - wil tot leven had ik al ontdekt in zijn andere boek. Het eigenlijke zijnde voor Schopenhauer is ‘wil’.
Zijn ideeën over opvoeding en het onderwijs en om zelfstandig te leren nadenken in plaats van het kopiëren van andermans ideeën zijn het overdenken waard. Hij wijdt er ook meerdere stukjes aan.
Dat kwam en kom ik op fora ook wel tegen. ‘De mensen die zo vlijtig en haastig zijn, strijdvragen te beslissen door het aanhalen van autoriteiten, zijn eigenlijk blij wanneer zij, bij gebrek aan eigen verstand en inzicht, dat van anderen in het veld kunnen brengen.’
Ach, ik heb het ook wel eens gedaan. Je kunt niet alles weten en soms weten anderen het beter onder woorden te brengen dan jij.

Schopenhauer schrijft beeldend. Dat moet hij ook wel want hij heeft een uitgesproken mening over schrijven en stijl. Dat komt later. Eerst nog even over dat zelfstandig denken:
‘Zoals een omvangrijke, ongeordende bibliotheek niet zoveel nut afwerpt als een middelgrote die wel geordend is, zo is ook een grote hoeveelheid kennis die niet door ons eigen denken is verwerkt, veel minder waard dan een kleine hoeveelheid die wij zelf hebben doordacht.’
Daarom pleit hij ook in het onderwijs eerst voor het aanleren van vakken waarin niet zoveel fout kan gaan zoals wiskunde, natuurkunde, talen en geschiedenis. Die zijn gebaseerd op feiten. Pas op latere leeftijd de vakken als godsdienst, filosofie en algemene beschouwingen omdat ‘voor het krijgen van een kritisch vermogen rijpheid en ervaring nodig zijn’.
Het gevaar is volgens hem namelijk aanwezig dat leerlingen opgezadeld worden met teveel vooroordelen. ‘Daarom hebben zo weinig geleerden het gezonde verstand dat volkomen ongeschoolde mensen dikwijls wel hebben.’

In het verlengde hiervan: ’Geleerden studeren in de regel met het doel onderwijs te geven en te kunnen schrijven. Daarom lijkt hun hoofd op een maag-darmstelsel dat het voedsel onverteerd weer afscheidt. Hun onderwijs en hun geschrijf zal dan ook van weinig nut zijn.’

In zijn tijd was het kennelijk ook al niet best gesteld met de schrijverij:
‘Tegen het gewetenloze inkt vermorsen in onze tijd en de steeds hoger stijgende zondvloed van nutteloze en slechte boeken zouden eigenlijk de tijdschriften een dam moeten zijn. Onomkoopbaar, rechtvaardig en streng zouden zij al dat gepruts van onbegaafden, al dat geschrijf waarmee een leeg hoofd een lege buidel probeert vol te schrijven, dat is te zeggen negen tiende van alle boeken, genadeloos moeten afstraffen en daardoor consequent de schrijf manie en de afzetterij moet bestrijden, in plaats van die te bevorderen door in laaghartige verdraagzaamheid gemene zaak te maken met de schrijvers en de uitgever om het publiek van tijd en geld te beroven. […] daar komen al die jubelende recensies van slechte boeken vandaan waarvan de tijdschriften vol staan’.

Nu heb ik nog niet eens gehad over de godsdienst en het lijden in deze wereld. Schopenhauer is atheïst en vindt godsdienst iets voor kinderen. Wie nadenkt over openbaringen zal inzien dat het ook menselijke ideeën en gedachten zijn. Kuitert avant la lettre.  
Hoe Schopenhauer tot zijn ideeën is gekomen moet ik waarschijnlijk uit het boek van Safranski halen. Daar ben ik altijd benieuwd naar: hoe komen mensen tot hun overtuigingen die soms in steen lijken te zijn gebeiteld.
Zo schrijft hij: ‘Hij (God) zou dus een zwak, aan de zonde onderworpen geslacht uit het niets tot aanzijn hebben geroepen om het daarna over te leveren aan een kwelling zonder einde.’

Een vraag van formaat. Zeker, maar – voor mij – toch geen reden om de godsdienst de rug toe te keren zonder te zoeken naar antwoorden? Desnoods je hele leven?
Schopenhauer vindt deze wereld al erg genoeg, ‘zij is het vagevuur, de hel, en aan duivels ontbreekt het er niet. Men hoeft er maar op te letten wat mensen elkaar soms aandoen, met wat voor ingenieuze folteringen de een de ander doodmartelt, en zich dan af te vragen of duivels het beter zouden doen.’
Soms heeft hij wel een beetje gelijk. l’Enfer, c’est les autres.
En toch deugen de meeste mensen wel weer.  Het is maar hoe je het bekijkt.
In ieder geval heb ik het met plezier gelezen.

Ok: nog een uitsmijter:
‘Geld is het menselijke geluk in abstracto; wie het geluk niet in concreto kan genieten, zet dus al zijn zinnen op geld.
 

 

dinsdag 19 april 2022

Elizabeth Finch


Geschreven door Julian Barnes (1946) in 2022.
In de maand van de filosofie wel een passende roman.
Neil, een midden dertiger volgt een cursus ‘Cultuur en beschaving’ bij een wat oudere professor Elizabeth Finch.
Het hele boek is trouwens een minicursus in cultuur en beschaving. En filosofie.
Neil volgt een soort HOVO cursus stel ik me zo voor waarvan ik er zelf ook heel wat heb bezocht.
Hij raakt in de ban van Elizabeth en haar manier van lesgeven, haar stoïcijnse houding (‘klassieke godin’ p. 39) en vat een gecompliceerde vorm van liefde voor haar op, zodanig dat er na de cursus twee à drie keer per jaar met elkaar wordt geluncht.


Helaas sterft ze maar laat Neil al haar paperassen en boeken na zoals Helena aan Julianus boeken meegaf om zich niet te vervelen tijdens de veldtochten.
Tsja, wat moet je daarmee?
Dat ontdekt hij gaandeweg.

Het boek bestaat uit drie delen: het eerste vertelt over de verhouding tussen Elizabeth en Neil en andere cursisten waarvan de Nederlandse Anna nog een rolletje speelt.
Het tweede over een essay wat Neil had moeten schrijven naar aanleiding van die cursus maar niet heeft gedaan en het na haar overlijden alsnog doet.
Dat essay gaat over Julianus de Afvallige. In haar nalatenschap vindt hij namelijk heel wat geschriften over deze man en hij herinnert zich dat ze veel over hem sprak. Wellicht had ze zelf plannen om iets te publiceren over deze man maar na een schandaal in de Britse pers, die te maken had met de tafelgesprekken van Hitler heeft  ze daar vanaf gezien.
Dat tweede deel is alleen boeiend als je van geschiedenis houdt.

In het derde deel komt Neil erachter dat Elizabeth niet echt de persoon was die hij voor ogen had. Exact dát wat Elizabeth haar leerlingen probeerde bij te brengen: niet alles is wat het lijkt.
Iedereen kijkt, interpreteert  en herinterpreteert op zijn/haar manier.

Barnes is iemand die zich regelmatig afvraagt: What if?
Dat komt vooral aan de orde in het tweede deel over Julianus de Afvallige.
Drie mensen hebben de geschiedenis enorm beïnvloed volgens Elizabeth/ Barnes(?): Kain, Judas en deze Julianus.
Wat bijvoorbeeld, als deze Julianus langer had geleefd en wèl de plannen had doorgevoerd om het christendom/monotheïsme te elimineren door bijvoorbeeld een derde tempel te bouwen zodat de profetie van Jezus niet zou uitkomen?
Hij wilde het christendom vernietigen door het juist toe te laten; de christenen niet te vervolgen zodat ze geen martelaars zouden zijn.
Hij haalde de door Constantijn verbannen Ariaanse bisschoppen terug omdat het de onderlinge strijd tussen christenen zou bevorderen.
Maar tijdens zijn sterven in de Perzische woestijn na een korte regeerperiode komt hij tot de conclusie: ‘Gij hebt overwonnen, o (bleke) Galileeër’. 
Velen hebben deze laatste heidense keizer proberen te doorgronden. Maar wat is waarheid in de geschiedenis?
Elizabeth/ Barnes geeft het voorbeeld van een schilder die bloemen schildert.
‘Door ze af te snijden laten we ze eerder sterven; door ze te schilderen behouden we ze nog lang nadat ze zijn weggegooid. Op dat moment wordt de kunst werkelijkheid, en het oorspronkelijke boeket alleen nog een vluchtige, vergeten schijnbeeld.’

Het schilderij is een impressie van de werkelijkheid maar is die werkelijkheid niet. Dat schilderen kan ook gebeuren door woorden. Kloppen die woorden met de werkelijkheid? Met woorden is het nog moeilijker om de werkelijkheid/ waarheid weer te geven.  Nog afgezien van bewust verdraaien. Geschiedenis wordt nog steeds geschreven door overwinnaars.
Ik moet Wittgenstein eens lezen; die heeft betekenis gehad voor de taalfilosofie.
Steeds meer ga ik het belang zien van een juiste woordkeus.

Losse eindjes: een geheimzinnig persoon die door Elizabeth als 'niemand' wordt aangeduid en haar been. Volgens mij had ze een kunstbeen - altijd dezelfde platte schoenen, dezelfde roklengte, zwemmen met een vrouw in een vrouwenuurtje en een vreemde reverence - maar dat wordt niet uit de doeken gedaan.
Dit raakt Tsechov's gun naar mijn idee of ik moet beter nadenken. 

Uit het handboek van Epictetus wat ook af en toe langskomt en wat een levensles inhoudt: 'Sommige van de dingen hebben wij in onze macht, doch niet alle. Wat in onze macht staat is van nature vrij, en kan niet gehinderd of belemmerd worden; terwijl wat niet in onze macht staat, zwak, onvrij, ongewis en van anderen afhankelijk is. [...] Tot de dingen die niet in onze macht staan behoren ons lichaam, ons bezit, ons aanzien en ons ambt'. 
Leer daarmee leven!
Ik heb de 'echte' tekst erbij gezocht en gevonden bij de de Tilburg University.







 

vrijdag 25 maart 2022

Lila


Geschreven door Marilynne Robinson (1943)
Ik las een digitale editie naar de eerste Nederlandse druk uit 2015.
Het is bij nader inzien een derde boek uit een reeks van vier; de Gileadserie, maar dat mag de pret niet drukken. Ik denk dat het ook op zichzelf staand gelezen kan worden.
Robinson schreef dit boek in 2014 en kreeg er de National Book Critics Circle Award voor.
Voor eerdere boeken kreeg zij al eens de Pulitzerprijzen.
Geheel terecht naar mijn idee.



De sfeer van dit boek doet denken aan 'Grapes of Wrath/ Druiven der Gramschap' van Steinbeck.
Trekkend door Amerika overleven. In dit geval door Iowa, Kansas, Missouri en Nebraska.
Lila wordt als klein meisje gekidnapt uit een probleemgezin waar ze werd verwaarloosd, door een vrouw met de naam Doll, van wie ik het idee heb dat ze van Indiaanse afkomst is.
Doll is haar enige liefdevolle houvast bij het opgroeien en de omzwervingen op zoek naar werk, eten en onderdak. Soms sluiten ze zich aan bij een andere zwervende groep, geleid door Doane, die dan de regie overneemt.
Door omstandigheden die heel langzaam duidelijk worden beland Lila zo rond haar achttiende (vermoed ik) op de trappen van de kerk in Gilead, een klein stadje in de staat Iowa.

De predikant van het stadje, weduwnaar, voelt zich tot haar aangetrokken en dat is wederzijds ondanks het verschil in leeftijd.
Doll heeft er voor gezorgd dat Lila een jaar ergens op school heeft gezeten en lezen, schrijven en rekenen geleerd al is het wat onbeholpen.
Lila is een een denker. Ze steelt een Bijbel en daarin oefent ze haar lezen. Het schrijven oefent ze door hele stukken over te schrijven.
Het boek Ezechiël heeft haar speciale belangstelling.

Ik beschrijf het allemaal wat zakelijk maar wat ik zo mooi vind in dit boek is dat het vanuit het perspectief van Lila is geschreven en ook haar vele denkprocessen worden verwoord op haar niveau. Ik heb al zitten lezen in ‘Gilead’ dat vanuit het perspectief van de ontwikkelde predikant is geschreven en dat merk je ook meteen. Knap om zo uit verschillende niveaus te kunnen schrijven waarbij beide niveaus zo waardevol zijn en elkaar kunnen verrijken.

De eerste vraag die Lila aan de dominee (John Ames) stelt is: ‘waarom gebeuren de dingen zoals ze gebeuren?’
En laat daarmee de dominee meteen met een mond vol tanden staan. Later beantwoord ze de vraag zelf op haar manier: ‘In een liedje volgt de ene noot de andere op omdat het dát liedje is en niet een ander. Op een keer probeerden Mellie en zij alle liedjes te tellen die ze kenden. Hoe was het mogelijk dat er zoveel liedjes waren? Omdat elk liedje gewoon zichzelf was.’

Ze heeft geen idee wat verliefdheid is maar ze jat een trui van hem zodat ze zijn geur kan blijven ruiken wanneer ze alleen is.
‘Het was erg fijn om hem zo naast zich te hebben lopen. Even goed als rust en stilte, als iets waar je buiten kon maar dat je desondanks nodig had. Dat je moest leren te missen, waarna je het altijd zou missen.’

Het draait uit op een gecompliceerd huwelijk met wat later een kind.
Lila heeft moeite met het aanpassen aan een geregeld leven. Ze noemt haar echtgenoot nooit bij zijn naam maar altijd als dominee en in gedachten ‘de oude man’.
John is een wijze man en de onrust van Lila maakt het er voor hem ook niet gemakkelijker op. Voortdurend is hij bezig om voor Lila ontsnappingsmogelijkheden open te laten en houd dat ook bespreekbaar omdat hij beseft dat hij alleen op deze manier haar voor zich kan behouden.

Voor Lila is een mes, wat zij van Doll heeft gekregen en waar een geschiedenis aan verbonden is, een belangrijk stuk uit haar verleden dat ze graag wil houden omdat er ‘geen manier bestond om je van je schuld te ontdoen, geen fatsoenlijke manier om er afstand van te nemen. Die hele in elkaar gedraaide kluwen van verbittering, wanhoop en angst moest betreurd worden. Nee, beter nog, daar moest genade over neerdalen.’ 

Mooi boek van wege de vele menselijke vragen en antwoorden die niet echt uitgewerkt worden maar soms heel puntig worden verwoord.

zaterdag 22 januari 2022

Mijn Voice

Wat een heerlijke week; eindelijk konden de praatprogramma’s gevuld worden met andere deskundigen in plaats van die over Corona. Verandering van spijs doet tenslotte eten.

Nu serieus: wat een narigheid. Na alle aankondigingen had ik niet de behoefte om ook nog dat programma 'Boos' uit te zitten. De belangrijke stukken komen in allerlei andere programma’s toch wel langs.
Heel aandoenlijk vond ik John de Mol. Dat hij een oproep deed naar jonge vrouwen om toch vooral hun mond open te trekken, want heus er is hulp…..en op die manier weer het probleem bij de vrouwen neerlegde.
Ik geloof echt dat hij het meende en dat hij bij zichzelf overtuigd was dat hij zich goed en integer opstelde. Dat is namelijk het probleem bij veel mannen.
Ze kunnen niet anders kijken.
In dat brein zit iets wat omgezet moet worden. Dat is nog niet iedereen gegeven.
Kennelijk hadden de vrouwen uit zijn bedrijf dat net zo geïnterpreteerd, gezien de grote advertentie in het AD met de tekst: ‘Beste John, het ligt niet aan de vrouwen’.

Zo kom ik weer op de man/vrouw verhoudingen.
Eva heeft door de eeuwen heen veel schuld gekregen. Zij was de eerste die ongehoorzaam was. Paulus zegt dat ook ergens beschuldigend. Tenminste: zo voelt dat.
Ik vond het ook altijd raar dat Adam daarop werd aangesproken.
Ik heb het ook leren zien als een compositoire reden: de eerste Adam en de tweede Adam enzo.
Maar nu zie ik ook iets anders.
Mijn visie op dat verhaal uit Gen 3: wanneer God de mens roept en vraagt wat hij gedaan heeft begint Adam, dus nu echt de mannelijke mens, meteen met de schuld afschuiven op Eva.
Misschien vond God dat wel veel erger dan het ongehoorzaam zijn op zichzelf.
 
Zie het patroon: geboden overtreden………….de schuld afschuiven.

Nu begrijp ik ook dat koning David een man naar Gods hart was ondanks dat hij zo ongeveer alles heeft gedaan wat God verboden had.
Hij erkende zijn schuld.
Bij zijn overspelige relatie gaf hij niet de schuld aan Bathseba maar (oké, na wat haken en ogen, het kwam niet direct uit hemzelf) aan zichzelf.
Terwijl ik verschillende dominees in preken heb horen zeggen dat Bathseba ook niet deugde om onder de ogen van David te gaan baden. Yeah…. Zo diep zit dat speciale kronkeltje.
Helaas is dat schuld afschuiven op de vrouw maar door gegaan, eeuwenlang. Vrouwen is aangeleerd om zich maar schuldig te voelen. Voortdurend is dat bevestigd; tot het een deel van onze identiteit is geworden.

Maar wellicht gaat het nu veranderen. In mijn bewuste vrouwenleven is de Me-too beweging een eerste golf, dit is een tweede. En waarschijnlijk zal het door verschillende golven weer dóórschieten wat ook weer ongemakkelijk zal worden.  These-antithese-synthese
Om dan te eindigen in een rechtvaardig evenwicht.

Ik weet het: een ongenuanceerd bericht maar om dingen helder voor het voetlicht te krijgen moet dat soms.
En er is ook nog  een wereld van misbruikte jongens die nog opengebroken moet worden. Want dat zal vast niet voorbehouden zijn geweest aan de RK kerk.

I have a Dream.


31-01-22
nog een toevoeging die voor mij ook weer veelzeggend is:
gisteravond hoorde ik in een preek over Simeon en Anna in de tempel (Lukas 2) dat Simeon zo blij was toen hij door de Heilige Geest, in de baby Jezus herkende. Want ja, sinds vierhonderd jaar was er geen profeet meer opgestaan dus dit was een geweldig moment.
Terwijl ‘naast’ hem de profetes Anna stond die daar al tig jaren in diezelfde tempel kwam.
Dus……met welke ogen lees je?

 

woensdag 5 januari 2022

Eleonore van Aquitanië

Geschreven door Guus Pikkemaat (1929 – 2018) in 2008.

Een heerlijke dikke pil van bijna 600 pagina’s over een vrouw die haar stempel heeft gedrukt op West-Europa.
Eleonore/Alienor leefde van 1122 – 1204 en was tijdens haar leven koningin van Frankrijk want ze trouwde met Louis VII en werd ook nog eens koningin van Engeland, vanwege haar tweede huwelijk met Henry II uit het huis Plantagenet.

Haar naam kwam voorbij tijdens modules Europese geschiedenis en mijn belangstelling was gewekt. Ik had eerder nog nooit van haar gehoord.
Maar wat was dit boek een tegenvaller.


Ja, het klopt dat over vrouwen weinig in de geschiedenisannalen is opgetekend. Ze waren niet interessant genoeg ook al runden ze vaak de business wanneer de echtlieden weer eens op oorlogspad of kruistocht gingen. We weten niet eens haar exacte geboortedatum.
Maar wanneer een boek voornamelijk gaat over haar echtgenoten Louis VII, Henry II en haar zoons Richard Leeuwenhart en Jan zonder Land dan vraag ik me echt af waarom je haar naam op de cover durft te zetten.
Het is een keurig beschreven feitenrelaas over de politieke manoeuvres en wendingen in die vroege middeleeuwen zonder een greintje fantasie.
Nee, dan de boeken van Hilary Mantel. Die zijn een stuk prettiger om te lezen.
Bij Pikkemaat voelde ik bijvoorbeeld geen enkele emotie bij de moord op Thomas Beckett.
Ongetwijfeld vult Hilary met haar fantasie dingen in maar het grote geheel beklijft dan toch veel meer dan dit gortdroge relaas.
Omdat ik niet graag een boek halverwege opzij leg heb ik me gedwongen om het uit te lezen.
Nu filteren waarom Eleonore zo belangrijk is geweest.

Ze werd opgevoed door een vader die zijn dochters serieus nam. (Behalve dan bij het opschrijven van haar geboortedatum) Zulke vaders zijn kostbaar. Ik heb er ook één gehad. Ik moet ook denken aan Christine de Pisan die ook zo’n vader had wat in die tijd heel bijzonder was.

Ze groeide op aan een hof met veel aandacht voor kunst en cultuur en bleef daar tijdens haar leven heel veel aandacht aan besteden. Bernard de Ventadour is een bekende naam die leefde aan dat hof. Een troubadour.
Het grote rijk Aquitanië erfde zij van haar vader en werd daarmee een interessante huwelijkspartner. Door haar huwelijk met Louis VII werd een nog groter rijk gerealiseerd wat weer uiteenspatte na haar scheiding want zij nam haar domeinen mee het volgende huwelijk in met Henry II. Zo ontstond het Angevijnse rijk. Haar twee dochters bleven achter bij Louis.
Deze Henry II bleef echter leenheer van de Franse koning en was tijdens zijn leven voortdurend in conflict met Louis VII.

Eleonora bleef macht uitoefenen in ‘haar’ rijk en het huwelijk leek in de eerste jaren best goed ondanks dat zij tien jaar ouder was. Ze kreeg nog acht kinderen maar niet allen bleven in leven. Drie dochters werden succesvol uitgehuwelijkt aan belangrijke Europese heersers.
Van de vijf zonen zijn Richard Leeuwenhart (Coeur de Lion/ Lionhearted), de uiteindelijke erfgenaam en Jan zonder Land (Jean sans Terre/ John Lackland) de belangrijkste.

Ze was populair bij haar volk, hield van de schone kunsten en de hoofse liederen waar het hof van Aquitanië om bekend stond. Aan haar hof werd de jeugd van de aristocratie onderwezen.  Haar invloed was dus heel indirect.
Henry was minder geliefd, had regelmatig ruzie met zijn zoons die dan weer hulp zochten bij Louis VII. Eleonore koos steeds de kant van haar zoons wat haar niet in dank werd afgenomen.
Henry vond het op een gegeven moment nodig om haar in Engeland gevangen te zetten/huisarrest te geven voor zestien jaren. Pas bij zijn dood gelaste zoon Richard haar vrijlating. Ze was inmiddels rond de acht en zestig. Ze nam de honneurs voor hem waar in Engeland en Frankrijk toen hij mee ging met de derde kruistocht. (1189 – 1192)
Zelf was ze mee geweest op de tweede kruistocht (1147 -1149) en had haar ogen goed de kost gegeven.

Onder haar bewind kreeg La Rochelle stadsrechten en een burgemeester.
Vele andere steden werden door haar begunstigd; natuurlijk met de verwachting van loyaliteit ten opzichte van haar en haar zoon.
De ‘code maritime’ werd opgesteld om zeelieden te beschermen tegen de willekeur van een kapitein of een reder.
De namen van de schepen moesten in de ankers worden gegraveerd zodat ze te herkennen waren. Een eerste vorm van registratie.
Vrouwen werden toegelaten tot de grote zalen die eerder een mannendomein waren.
Nadat ze door zoon Richard weer was vrijgelaten zorgde ze ervoor dat in Engeland uniforme gewichten en maten werden gebruikt voor de handel in granen, vloeistoffen en textiel. En er werden munten met een vaste standaard in gebruik genomen.
Verder stichtte ze nog een hospitaal in Surrey en werd ze luidkeels bezongen door de rondreizende troubadours.

Het beste contact bleef ze houden met haar zoon Richard, die erfgenaam was van de delen in Frankrijk en koning van Engeland. Helaas stierf hij zonder erfgenaam en ging alles over op zijn jongere broer Jan zonder Land die opeens Jan met Land werd.
Eleonore is om en nabij de tachtig geworden en heeft op Eleonore Plantagenet van Castilië  en Jan zonder Land na, haar kinderen overleefd.
Dat er heel veel nazaten van haar rondlopen moge duidelijk zijn. Keizer Otto IV van het Heilige Roomse Rijk was een kleinzoon.

De eindeloze twisten tussen de Capets en de Plantagenets leken weer bijgelegd toen een kleindochter, Blanche trouwde met Louis VIII.
In 1204 overleed deze oermoeder van veel Europese vorstenhuizen.  
Eleonore is begraven in het klooster Fontevraud bij haar man Henry II en zoon Richard.

Niet alles is even zeker, elke geschiedkundige kijkt weer anders tegen de geschiedenis aan; legt andere accenten en trekt andere conclusies.
Zo kwam ik deze scriptie tegen van een leerling van de universiteit van Gent.






woensdag 15 december 2021

Maria, icoon van genade


Geschreven door Arnold Huijgen afgelopen jaar. Eerder las ik van hem 'Lezen en laten lezen'.
Het is een mooie maand om te lezen over Maria, de moeder van Jezus al pleit Huijgen voor aandacht het hele jaar rond en het vaker zingen van haar lofzang, het Magnificat. Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn.
Als het meezit(!) zijn er in mijn denominatie slechts 2 preken per jaar waarin een vrouw een rol speelt; dat is toch wel erg magertjes.
Het boek leest gemakkelijk weg al is de materie niet altijd even gemakkelijk.
Prettig zijn de vele voetnoten en de samenvattende conclusies na elk deel.


Bij het zien van al die voetnoten over boeken die er al zijn geschreven door – meestal- mannen over deze ene vrouw moet ik toch wel glimlachen.
Hoe zou Maria zelf hier tegenaan kijken? Waarschijnlijk zal haar mond openvallen van verbazing over al die theorieën en vergelijkingen die er over haar zijn bedacht en weer door anderen weerlegd.
Ik denk niet dat ze het zou waarderen.

Dat neemt niet weg dat dit een interessant boek is en dit blogbericht veel te beknopt want er staan weer heel veel streepjes in.
Ooit las ik ‘de zevende koningin’ (uit 1998) van W.J. Ouweneel wat ook over de Mariacultus gaat; het ontstaan en de ontwikkelingen met alle mogelijke linken. Hij deed dat iets zakelijker en uitgebreider met zijn al te analytische geest, als ik me goed herinner. Nee, WJO komt niet voor in de literatuurlijst al zou het best interessant zijn om de beide boeken eens naast elkaar te leggen.

Wat wil ik onthouden? In ieder geval niet die misogynie van de kerkvaders uit hoofdstuk zes. Al die lelijke dingen over vrouwen konden ze natuurlijk niet zeggen over Maria. Zij werd op het schild gehesen als de ideale vrouw tot aan hemelkoningin toe.

Het boek is verdeeld in drie delen, zoals een goede preek betaamd, Huijgen zelf rekent het laatste deel niet mee.
Waarom dit boek door een protestante dominee?

1. Maria wordt ondergewaardeerd in protestante kringen
2. Er lijkt een beweging gaande naar geloven en God
3. Een verlangen naar schoonheid
4. Het belang van een voortgaand gesprek tussen de RK kerk en de kerken van de Reformatie.
5. De genderproblematiek; hebben de beelden van Maria de onderdrukking van vrouwen aangejaagd of juist gematigd?
6. Het belang van de integratie van de verschillende theologische disciplines.
7. De interesse in Maria zelf. De eerste nieuwtestamentische gelovige en moeder van Jezus Christus.

Maria is een vrouw die het oude met het nieuwe Testament verbindt en een voorbeeld is in haar gelovige overgave aan God.  Een icoon van wat God kan doen.
Tijdens de concilies van Eféze (431) en Chalcedon (451) werd Maria gebombardeerd tot Theotokos: zij die God baart. In Eféze landde dat aardig omdat het herinnerde aan die andere Godin: Artemis. Dat geeft volgens Ouweneel weer een link met de maangodin.
Maria kreeg daarmee een prominente plaats in de theologie en dat was een belangrijke factor in de latere Mariadevotie.
Waarom is dat christologisch van belang?
1. De vleeswording van de Logos is geen nieuwe schepping maar een nieuw begin in de bestaande schepping.
2. God is echt ons bestaan binnen gekomen. Ik voeg er aan toe: In de bij ons bekende  dimensies ruimte en tijd.
3. Jezus is de Zoon van God.

Maria is een ideale vrouw. De vernieuwde Eva. Dat ze ook een gewoon joods meisje was werd even vergeten.
Behalve haar eigen lofzang is zij zelf ook aan alle kanten bezongen door de eeuwen heen.
Volgens Johannes Paulus II bestaat haar roeping uit twee dimensies: maagd en moeder.
Daar kwam natuurlijk weer kritiek op vanuit feministische kant. In mijn ogen terecht want deze zienswijze dient inderdaad alleen het patriarchaat.

In de middeleeuwen nam de devotie pas een hoge vlucht onder invloed van de hoofse liefde. Maria was maagd en bleef dat ondanks het feit dat zij meer kinderen heeft gekregen en is zelf onbevlekt ontvangen dus heeft geen last van erfzonde.
Later, in 1854 is dat in een dogma vastgelegd, zo kon men haar blijven vereren.
Een ander dogma uit 1950  waar protestanten ook zo hun bedenkingen bij hebben is Maria’s ten hemel opneming. Let op, geen hemelvaart zoals een Rooms Katholiek op een forum mij duidelijk maakte. Zij werd opgenomen in tegenstelling tot Christus die zelf ten hemel voer.
Ze wordt ook niet aanbeden maar vereerd, werd mij meteen duidelijk gemaakt.
Dat zijn de twee belangrijkste punten waarmee het protestantisme zo zijn/haar problemen mee heeft wat Maria betreft.

Wanneer de kerk ook moeder wordt genoemd mag ze zich ook wel zo gedragen, zeker richting minderheden. Naar mensen met problemen met hun seksuele gerichtheid en de genderproblematiek.
Huijgen pleit ook voor meer beelden in de kerk. Nou, dat traject heb ik ook achter de rug. En het was heel lastig om dat aan de man/vrouw te brengen.
Maar beelden, zo je wilt iconen geven de mogelijkheid om  de gedachten te verheffen. Dat er ook misbruik van kan komen heft het positieve ervan niet op.

Nog iets grappigs wat ik tegenkwam: al bij Tertullianus waren de oren van Eva en Maria belangrijk. Via Eva’s oren kwamen bedrieglijke woorden binnen en via die van Maria de levende. Zo ontstond de gedachte dat de conceptie via het oor plaatsvond. (p 237)
Uit de modules kunstgeschiedenis herinnerde ik me Robert Campins ‘Merode’ altaarstuk.
In het middenstuk de Annunciatie waarbij Jezus door het gesloten (= maagd) raam komt aanvliegen richting oor van Maria. Ik weet nog dat we het daarover hebben gehad.

Verder viel het Huijgens ook al op dat vroeger de mensheid van Jezus problemen opleverde terwijl dat nu zijn godheid zou zijn. Ooit postte ik dat op een forum.  

Wat mij ook opviel over mezelf en wellicht anderen is dat ik zo anders lees. Huijgens heeft het in dit boek over de zwarte madonna van Rocamadour zoals ze voorkomt in een boek van Michel Houellebeque: ‘Soumission’.
Ik kan me daar niets van herinneren en ook in mijn blogbericht over dat boek is er niets over te vinden.
Toen ik het er met een vriendin over had kwamen we tot de conclusie dat ieder mens zich op een ander geestelijk level bevindt op het persoonlijke levenspad en dat je dan leest en opneemt wat je op dat moment interesseert of waar je mee uit de voeten kunt. Heel soms ontdek je dat er tegelijkertijd iemand anders is op dat level maar bij mij komt dat zelden voor.
Wanneer ik recensies lees van boeken die ik zelf ook heb gelezen komt er ook vaak een heel ander beeld naar voren dan wat ik er zelf van had. Dan zullen mijn verslagen ook wel heel anders zijn dan van andere lezers.
Het zijn dan ook geen recensies, die zakelijk en kritisch boeken bespreken, maar mijn verslagen met allerlei gedachten en associaties die de boeken oproepen.


 

 

dinsdag 24 augustus 2021

de vijfde winter van de magnetiseur


Geschreven door Per Olov Enquist (1934 – 2020) in 1964. In 2002 vertaald in het Nederlands en ik las de derde druk uit 2006.

Van Enquist las ik eerder de historische roman ‘het bezoek van de lijfarts’ wat veel bekender is geworden.
De boeken zijn gebaseerd op feiten maar met een twist van de schrijver. In ‘de lijfarts’ zijn dat de feiten van het Deense koningshuis waar de lijfarts de regie in de regering overnam en in de vijfde winter gaat het over Friedrich Meisner, een magnetiseur/hypnotiseur. Zijn figuur is geboetseerd naar Franz Anton Mesmer en Meisner laat zich inspireren door Paracelsus.



Als ik het boek in één zin zou moeten samenvatten dan zou het zijn: de controverse tussen rede en geloven.

Meisner komt na omzwervingen en achtervolgingen aan in Seefond, een fictief Duits stadje.
Hij is een slimme, ’redelijke’ man die door heeft dat heel veel mensen iets magisch nodig hebben om in te geloven. Dat kan hij hun geven. Tegen betaling natuurlijk.
‘Geef hun een leugen, dat is wat ze nodig hebben.’
Ergens vast in geloven kan vele ziekten maken maar ook genezen. Zo lukt het hem om het blinde dochtertje van een huisarts in het stadje haar gezichtsvermogen terug te geven. Maria was blind geworden na een traumatische ervaring toen ze een jaar of tien was en daar weet Meisner in tegenstelling tot alle artsen uit het stadje wel raad mee.
Zijn reputatie is gevestigd.

De vader van Maria, Claus Selinger is óm, na aanvankelijk scepticisme. Mede ingegeven door zijn rationele vriend Steiner. Dat is een man die niet in zulke wonderen gelooft en ook niet overstag gaat maar wel het ‘kunstige’ inziet van wat Meisner presteert.
Selinger wordt ‘medisch controleur’ van Meisner en voert zijn taak zeer plichtsgetrouw uit. Zo precies dat hij er achter komt dat Meisner een oplichter is.
Dilemma. Hij ziet de positieve effecten van deze man, maar gaat de waarheid niet boven alles? Ja dus. Het volk keert zich tegen Meisner en er moet recht gesproken worden.
Dan komst het mooie….er komst geen uitkomst van de rechtszaak. Een open einde en in dit geval wel tekenend. Kun je het geloof veroordelen? Of de rede?

Nog een leuke bijkomstigheid: wanneer Meisner op de vlucht is vergrijpt hij zich aan een vrouw. Dat doet hij wel vaker, maar aan het einde van het boek duikt deze vrouw weer op.
Ze is dan bovendien zwanger en volgens mij van Meisner al kan ik de data niet precies reconstrueren. De boodschap is voor mij wel duidelijk: Genen worden doorgegeven dus charlatans zullen er in golfbewegingen tot in lengte van dagen blijven.

Nog iets wat mij opviel: op een gegeven moment beklaagt Meisner zich over het verlies van energie door al die ‘zuigende’ mensen. Enquist kent het verschijnsel dus; dat mensen je zo kunnen uitputten en niets ‘opleveren’. Alleen maar verlies van energie waardoor je mensen gaat mijden. 

Het boek is gedeeltelijk vanuit het perspectief van Meisner geschreven en gedeeltelijk vanuit het perspectief van Claus Selinger.
Een mooi boek wat weer denkstof opleverde door de verschillende ideeën. Want wanneer je het ‘mechaniek’  van geloven vergelijkt met het  -voor mij-  ware geloof dan zie je heel veel overeenkomsten. Voor atheïsten is het allemaal hetzelfde maar ik denk dat er toch  verschil is maar dat vergt nadenken en vooral eerlijk zijn naar jezelf toe. Praat ik mijzelf dingen aan? Geloof ik op deze manier omdat ik zo ben opgevoed? Of omdat mijn sociale omgeving, waarin ik mij thuis voel, dit doet?
Of is het toch iets heel persoonlijks wat los staat van alle mensen om mij heen en komt het van buiten mijzelf?
Een boeiend boek om meteen ook daar weer eens over na te denken.

vrijdag 6 augustus 2021

De Zonnekoning

Geschreven door Johan op de Beeck (1957)  in 2018.  Ondertitel: ‘Glorie en Schaduw van Lodewijk XIV’

Een populair geschreven biografie over één van de grootste monarchen ooit. Louis XIV. In Nederland heet hij Lodewijk XIV maar eigenlijk vind ik dat raar; het vernederlandsen van namen, dus dat doe ik niet meer.

Een pil van ruim 700 pagina’s maar ze lezen gemakkelijk weg.
Louis volgde op vierjarige leeftijd zijn overleden vader op maar werd op zijn zestiende officieel gekroond. Anna d’Autriche en Jules Mazarin waren zijn regenten tot die tijd en ook daarna tot Mazarin stierf. Toen haalde Louis de teugels strak aan.


Alle beslissingen moesten via hem worden genomen. Dat heeft voor- en nadelen. Voordelen zijn dat iemand over alles geïnformeerd wordt en er iemand is die het grote overzicht heeft maar slagvaardig kun je dat in bijvoorbeeld een oorlog niet noemen. Er was geen mail of watts-app. Dat heeft veel ellende opgeleverd van verloren veldslagen ook al wist hij letterlijk zijn grenzen te verleggen richting Duitsland, de Spaanse Nederlanden en Spanje.
Op justitieel vlak is het ook niet handig om alles via één man te laten lopen.

Bekend is hij vooral geworden door de bouw van de paleizen in Versailles. Gedragsregels waren daar uiterst strikt behalve op het terrein van de seksuele moraal.
Naast zijn vrouw:  Marie-Thérèse d’Autriche (ook uit het Habsburgse/Spaanse huis) had Louis ook de nodige maîtresses. Madame de Montespan is een bekende en ook Madame de Maintenon waar hij later in het geheim mee is getrouwd en meteen een stuk conservatiever werd.
Van zijn eerste vrouw heeft hij zes kinderen gekregen waarvan er maar één het overleefde, via Madame de Montespan ook nog eens zeven waarvan er vier de volwassen leeftijd bereikte.
Kinderjuf voor die kinderen was Madame de Maintenon (weduwe Scarron) die later het maitressestokje van  de Montespan overnam.
Zij was een strikt Rooms Katholieke dame, ondanks haar protestante opvoeding die Louis aanzette tot weer eens het vervolgen van de protestanten en het herroepen van het Edict van Nantes.

Officieel is dat allemaal niet, maar invloeden van vrouwen zijn niet te meten dus bestaan ze niet. / sarcasm
Maar ik denk dat die invloeden best wel eens heel groot kunnen zijn. Of het nu moeders of echtgenoten zijn.
Velen zijn in die tijd het land weer ontvlucht want de dwang om zich te bekeren naar het Rooms Katholicisme werd steeds groter. Pierre Bayle is zo’n voorbeeld.

Louis was ook een kunstliefhebber. Het zal toch in zijn genen hebben gezeten want zijn oma was Maria de Medici.
Bekende namen uit die tijd zijn wat muziek en theater betreft Jean Baptiste Lully en Molière, de beroemde tuinen in Versailles en andere plaatsen werden aangelegd door Andre le Notre .
Ik ben zelf ooit in Versailles geweest, vijf en veertig jaar geleden ofzo en herinner me de glamour en prachtige tuinen.
En Louis speelde graag zelf de hoofdrol in theaterstukken. Niet alleen in theaterstukken denk ik dan. Zijn hele leven was een hoofdrol.

Grappig is dat de koninklijke garde echt uit musketiers bestond naar het boek van Alexandre Dumas. D’Artagnan heeft echt bestaan als Charles de Batz-Castelmore.
Of Athos, Prthos en Aramis hebben bestaan weet ik niet. Op den Beeck schrijft daar niets over. En kardinaal de Richelieu was toen ook al overleden. Mazarin was zijn opvolger en op dat moment de belangrijke man van het rijk. Na de koning dan.
Jean-Baptiste Colbert is ook een belangrijke naam wat de financiële staatszaken betreft. Hij zal het moeilijk hebben gehad. Altijd tekorten....pffft.

Heel veel van het leven van Louis XIV en van Versailles is bekend vanwege de vele brieven die zijn schoonzus, getrouwd met zijn homofiele broer Philippe: Elisabeth Charlotte (Liselotte) van de Palts (La Palatine) heeft geschreven aan een tante.

Nog een paar dingetjes: l’Etat c’est moi schijnt Louis nooit gezegd te hebben. Zijn laatste woorden waren: ‘Je meurs mais l'Etat reste’.
En 'de man met het ijzeren masker' heeft echt bestaan. Er zijn vele verhalen over, verschillende boeken geschreven en films over gemaakt maar het feitelijke verhaal is nooit boven water gekomen.

Verder had Louis  hoogstwaarschijnlijk twee ‘gekleurde’ dochters via een zwart meisje dat zich in het koninklijke theatergezelschap bevond. 'la Mauresse de Moret'.
De meisjes verdwenen in een klooster en van de staat kregen ze een jaarlijkse toelage. 
Dat komt weer uit de geschriften van Voltaire. Er staan heel veel noten achterin. Of het allemaal feitelijk is blijft de vraag maar gezien het 'love-life' van Louis zou het mij niet verbazen.

Louis moet een zeer sterke grote man zijn geweest. 1.80 m. zonder zijn hoge hakken van 8 cm en zonder pruik.  Wellicht haalde hij de twee meter met alles erop en eraan. Dat moet in die tijd wel imponerend zijn geweest.
Dat hij ijzersterk was moet ook wel gezien de aderlatingen, kaakoperaties en purgeertoestanden die hij heeft ondergaan. Zonder verdoving. En hij leed aan obesitas.
Twee en zeventig jaar heeft hij officieel geregeerd, dat is nog altijd een record.


Geen foto's van Versailles maar Chateau Chambord waar Louis ook vaak verbleef. De buste is van Molière. Enkele toneelstukken van hem hadden daar hun première.


                                   




vrijdag 4 juni 2021

Moraal


In 2020 geschreven door Jonathan Sacks.  Het is één van zijn laatste boeken, misschien wel de laatste. Hij heeft de uitbraak van de pandemie nog net meegemaakt en schrijft daarover in het nawoord.

Ondertitel: ‘Waarom we haar nodig hebben en hoe we haar kunnen vinden.’
In dit boek zoomt Sacks uit en probeert lijnen te trekken vanuit het verleden naar het nu over de moraal. Of hoe het komt dat we van die domme, zelfzuchtige mensen zijn geworden.
Interessante vraag natuurlijk.



Je hoeft maar om je heen te kijken en vooral te luisteren hoe we als mensen afzakken naar een niveau waar je erg chagrijnig van wordt. Hebben we moraal nodig? Ja, want een maatschappij zonder normen, waardigheid en onderling vertrouwen valt als los zand uit elkaar, en is het ieder voor zich en daar wordt de wereld niet beter van.

Dat het in deze tijd wel te wensen over laat is duidelijk. Hoe is het zo gekomen en wat kunnen we er aan doen? Als er al iets aan te doen valt. Zelf geloof ik daar niet zo in maar Sacks is een onverbeterlijke positivo.

Dat schreef ik voordat ik het boek helemaal had gelezen. We kúnnen er iets aan doen volgens Sacks. Dat heeft de geschiedenis meerdere malen bewezen. Zie verderop.
Heel kort samengevat: niet meer denken in ‘ik’ maar in ‘wij’.  En dat begint bij jezelf.
Een ‘culturele klimaatverandering’.
Hij beschrijft voornamelijk de laatste vijftig jaar maar maakt regelmatig een uitstapje naar andere tijden en invloedrijke filosofen.  Na de tweede wereldoorlog was er de saamhorigheid van de wederopbouw. Mensen sloegen de handen in elkaar. Sinds de jaren zestig zijn we van een wij- samenleving veranderd in een ik- samenleving maar eigenlijk begon het al bij de reformatie.
En dat vond ik wel interessant om te lezen. Maarten Luther stond persoonlijk tegenover de kerk. Hij vroeg zich af hoe hij een genadige God kreeg (mijn aanvullig). Heel egocentrisch. Maar tegelijkertijd denk ik dat het dan al in het Nieuwe Testament is begonnen waar ieder heel individualistisch  wordt aangesproken om zich te bekeren.

Het boek bestaat uit vijf hoofstukken: 1. Het solitaire zelf 2. Consequentie: de markt en de staat 3. Kunnen we nog debatteren met elkaar? 4. Uit menselijk oogpunt en 5. De weg vooruit.

Allerlei zaken komen langs en wanneer dat zo allemaal achter elkaar beschreven wordt,  word je niet blij.
De klimaatverandering, de sociale misstanden, de graaicultuur, het fake-news gebeuren met daaraan gekoppeld de invloed van de social media, de angst voor ‘de ander’ met als gevolg het populisme.  Vereenzaming, ik-gerichtheid en verslavingen.
Alles hangt met elkaar samen en uit dat alles is het vertrouwen in elkaar weggesijpeld waardoor iedereen op zichzelf wordt teruggeworpen of denkt teruggeworpen te worden/zijn.

Sacks schrijft vanzelfsprekend vanuit de joodse traditie maar is nergens de lezer aan het overtuigen dat dat de enige manier is om tot een oplossing te komen.
Hij ziet in religie in het algemeen een oplossing en hij breekt een lans voor het gezin als gemeenschap waarin zich het startpunt bevindt van de ontwikkeling van de moraal.
Waar vertrouwen en wederzijds respect zou moeten worden geleerd.
Religie ziet hij als basis voor moraliteit. Alle grote religies zijn morele gemeenschappen.

Alles wordt geïllustreerd met onderzoeken, geweldige mensen die hij heeft ontmoet en geweldige boeken die hij heeft gelezen.  /ironie
Die man moet echt veel meer tijd hebben gehad dan een doorsnee mens. Waarschijnlijk had hij een vrouw die als een kippetje achter hem aan liep en voor de gewone dingen zorgde zodat hij zich kon wijden aan het ‘hogere’.  Daarmee wil ik absoluut zijn invloed niet onderschatten want ik waardeer zijn bijdragen aan deze wereld enorm maar ik moet soms wel even slikken.
Nee, ik ga niet in de slachtofferrol vervallen waar Sacks ook fel tegen ageert maar het zou fijn zijn geweest als de christenheid de Bijbel op alle vlakken eens wat serieuzer had genomen en alle mensen als gelijkwaardig had gezien, zo door de eeuwen heen.
Dan zou de wereld er anders hebben uitgezien.
I had a Dream, want ik zie verbeteringen bij de huidige generaties die mijn kinderen bevolken. Om ook maar positief te blijven

Het hoofdstuk over debatteren vond ik heel boeiend. Dat universiteiten geen controversiële sprekers meer durven uitnodigen vanwege de consequenties is uitermate verdrietig. Juist op de plaats waar in alle vrijheid aan waarheidsvinding zou moeten worden gedaan staat de academische vrijheid op het spel.
Op de social media spuien mensen vaak in harde bewoordingen hun mening en luisteren niet naar de ander. Iedereen heeft toch zijn/haar eigen waarheid? Iets van elkaar leren is er niet meer bij.
‘Wanneer woorden falen begint het geweld’. (p 246)
En toch heeft de geschiedenis bewezen dat het anders kan: in de vijftiger jaren van de negentiende eeuw in Amerika: de Tweede Grote Opwekking en ook in het Verenigd Koninkrijk gebeurde iets soortgelijks. (p 337 en 338)
Beiden trouwens geïnitieerd door religieuze groeperingen.

Mooiste stimulerende zin (nu lijk ik de recensent van 'Trouw' wel): ‘Het begint bij ons, met ieder van ons als individu. Vanaf het moment dat we uit onze bubbel komen en ons net zo druk gaan maken over het welzijn van anderen als dat van onszelf, beginnen we de wereld te veranderen op de enige manier die binnen ons bereik ligt: één daad tegelijk, één dag tegelijk, één leven tegelijk.’

Een paar kritiekpunten:

De wilsvrijheid; daar denkt hij in mijn ogen te gemakkelijk over.
‘Godsdienst is de bewaarder van de morele orde’ zegt hij ergens en daar is ook best wat op af te dingen. Ik ken moreel zeer hoogstaande mensen die niet religieus zijn. Verderop neemt hij weer gas terug door te zeggen dat geloofsgemeenschappen veerkrachtiger zijn dan seculiere. Dat is wat anders.
En de bevolkingsgroei waar hij voorstander van lijkt te zijn. Terwijl ik denk dat, hoe hard het ook klinkt, deze pandemie een beetje reguleert.

Een boeiend boek!

 

Show the world and all its people
All the wonders love can bring
Give us strength and understanding
Give us all one song to sing
Let the music play
Play it loud and make it clear
It's time to stand up
To a new world that is now so near
From the bottom to the top
To the leaders of the land
We all have one heart
Everyone of us must lend a hand

…..

And freedom, no more lies
We can save this world if we try
One world I know we can make it
Yes, it's only in your heart
Yes, it's only in your dreams
You can climb the highest mountains
You can make the whole world sing
Oh yeah

 

Die Lionel toch; ook zo’n ras optimist.