Een vreemde wet lijkt het licht te gaan zien, terwijl ik het
idee heb dat de makers hiervan in duisternis verkeren.
De nieuwe transgenderwet gaat het mogelijk maken dat iemand die zich niet thuis
voelt in zijn/haar lichaam – genderdysforie - dat wat gemakkelijker in de
officiële paperassen kan aanpassen door middel van zelfidentificatie. Er komt
dan geen professional meer aan te pas.
Ook voor kinderen onder de zestien wordt het gemakkelijker; een wettelijke
vertegenwoordiger kan bij de rechtbank een verzoek indienen ook weer zonder
tussenkomst van een professional.
De wetenschap die toch veel mensen hoog in het vaandel hebben staan, wordt nu
opeens naar de achtergrond verdrongen. Want de wetenschap maakt duidelijk dat
tachtig procent van de jongeren over hun ‘genderdysforie’ heen groeien.
De biologische wetenschap zegt of een persoon mannelijk of
vrouwelijk is. De menselijke soort is zogezegd binair. Er zijn twee
mogelijkheden.
XX en XY.
(Er zijn er wel meer - syndromen van
Turner / Klinefelter - maar dat negeer ik nu even.)
Diezelfde wetenschap doet nu opeens niet meer ter zake, het gevoel van de mens
wordt belangrijker geacht en daarom moet de wet aangepast worden.
Dat is best gevaarlijk. Ik bedoel: wanneer gevoelens tot leidraad worden bij
grote beslissingen dan weet ik nog niet waar we uitkomen.
Het voelt niet goed. Eh....juist.
Nu weet ik ook niet alles met betrekking tot al die termen
die in deze tijd worden gebruikt: queer, pan-seksualiteit, genderessentialisme,
transseksualiteit, transgenders en non-binair en zo zijn er nogal wat nog los
van al die afkortingen.
Ik heb me voorgenomen om me daar pas in te verdiepen wanneer ik er direct mee
te maken krijg. En dat is tot nu toe niet het geval. De tijd is ook voorbij dat
ik van mezelf vond dat ik overal direct een mening over moest vormen.
Maar de term fluïde valt ook en dat denk ik te begrijpen.
In het dorp waar ik ben geboren was er een stel wat ik me nog goed kan
herinneren. De man was/ is een ‘echte’ man, groot, breed en harig. Een Bokito type. Zijn vriendin
en later vrouw was/is een superslank blond meisje met op zaterdag krulspelden
in haar haar en ze trippelde op van die pantoffeltjes met roze pluizige bolletjes erop.
Ik keek mijn ogen uit.
Een bijzonder stel in mijn ogen, zo totaal verschillend.
Nu denk ik dat de man een hoog testosteron gehalte had/heeft en
een heel laag oestrogeen gehalte en de vrouw precies andersom: een hoog
oestrogeen gehalte en nauwelijks testosteron.
Ik kan me vervolgens ook voorstellen dat die spiegels bij iedereen een andere
verhouding hebben. Een glijdende schaal. Fluïde.
Dus genetisch kun je een man zijn maar door de afgifte van een te laag
testosteron gehalte in de baarmoeder en/of een te hoog oestrogeengehalte kun je
als man op mannen vallen. Bij vrouwen net zo.
Zo las ik in een artikel van Debra Soh: ‘De blootstelling
aan testosteron is bepalend voor de manier waarop mannelijke en vrouwelijke
hersenen groeien’.
Zij schreef in 2020 het boek: ‘The End of Gender’.
Naar aanleiding van dit berichtje heb ik weer wat oude
boeken onder het stof vandaan gehaald: ‘Brainsex’ van Anne Moir uit 1989 en
‘Waarom mannen niet luisteren en vrouwen niet kunnen kaartlezen’ van Allan en
Barbara Pease. Uit 1998.
Eigenlijk staat daarin alles precies beschreven.
In een blogbericht van tien jaar geleden schreef ik ook al iets.
Conclusie: ik ben tegen die wet. Die is te rigoureus. Maar
ik ben wel voor een open houding met betrekking tot deze problematiek. O, wat
ben ik weer tactisch.
Maar ik las ergens precies waar het ook volgens mij om
draait:
‘Gaat het hier op aarde om zo goed mogelijk onze rol volgens ons biologisch
geslacht te vervullen, zoals wij ooit geschapen zijn? Of kijken wij met de
schepping reikhalzend uit naar wat gaat komen? Wijzen we een ander af omdat
deze zijn/haar genderrol verkeerd invult, om omhelzen wij die zelfde persoon
omdat wij één zijn in Christus?’
Het is zoals ik al meer opmerkte: sommige mensen staan
met hun neuzen richting paradijs en hebben moeite met alles wat steeds maar
anders wordt; anderen staan meer richting vernieuwde schepping waarbij we eerst
nog door vele dalen heen moeten. Dat geeft frictie.
Mocht ik er ooit mee te maken krijgen dan hoop ik dat ik die ander liefdevol in
de ogen kan blijven kijken.
Dat zou natuurlijk helemaal geen issue moeten zijn maar ja, ik heb ook moeite
met die brede vrouwen die ooit man waren en met types die er zo
‘over-de-top’ vrouwelijk uitzien.
Vrouwen die man worden lijkt om de een of andere reden toch wat minder schokkend.
Wat blijft leven toch een gecompliceerde aangelegenheid.