Geschreven door Eckhart Tolle (1948) in 2003. Ik las een zesde digitale druk uit 2009.
‘Een echte geestelijke leraar heeft niets te onderwijzen in de conventionele betekenis van het woord, heeft niets te geven of toe te voegen, zoals nieuwe informatie, een geloof of gedragsregels. De enige functie van zo’n leraar is je te helpen datgene uit de weg te ruimen wat je scheidt van de waarheid van wie je al bent en van wat je in je diepste wezen al weet.’
Zo, die eerste zin sprak me al aan, al zou ik waarheid met een hoofdletter schrijven en daarmee God bedoelen: JHWH.
Zo zag ik eigenlijk ook mijn opvoeding van mijn kinderen. Enigszins intuïtief vond ik dat ik ze geen regels moest opleggen – nou ja, een paar dan - maar veel meer de ruimte moest kaderen waarin zij zich vrij mochten bewegen.
Dat proef ik ook een beetje in deze woorden.
Al lezende op weer zo’n mooie, vredige ‘September Morn’ waarop de zon nog dwarser door de grote Cannabladeren schijnt waardoor ze nog groener lijken op te lichten, las ik over de manier om de stilte in jezelf aan te boren tot een diepere laag van ‘intens levendige vrede’.
Ik kwam al aardig in the mood toen ik opkeek en een grote spin zag in gevecht met een insect........
wèg vrede.
Ik vond de situatie zo hilarisch dat ik inwendig in schaterlachten uitbarstte. Dat bevorderde het serieuze lezen ook niet echt.
Omdat Tolle ook schrijft dat ‘het altijd beter en belangrijker is op te houden met lezen dan door te lezen’, heb ik daar, al hikkend, maar even gevolg aan gegeven. (Ja, natuurlijk ruk ik het uit z’n verband.)
Het eerste deel van het boek bestaat uit eigen uitspraken, die Tolle zelf ‘heilig’ noemt. (p 9)
Ik ben zo vrij om dat met een korrel zout te nemen. Maar misschien bedoelt hij gewoon letterlijk: apart gezet. Dan zal ik daar verder niet over vallen want ze staan allemaal apart van elkaar.
Met de nodige reserves begon ik aan dit boekje. (want op foto’s vind ik hem onsympathiek)
Ik ben ook een beetje allergisch voor esoterisch geneuzel maar al lezende ging het mij toch boeien. Veel open deuren, dat wel, maar mooi verwoord. Mooier dan ik dat kan.
Veel herkenbare dingen zoals:
‘Ieder ego bevat wel ten minste een element van wat we een ‘slachtoffermentaliteit’ zouden kunnen noemen. Sommige mensen zien zichzelf zo duidelijk als slachtoffer dat de slachtofferrol de centrale kern van hun ego wordt.’
Ik herken dat in bepaalde figuren, die dat niet in woorden uitdrukken maar in hun houding. Tegelijkertijd stralen ze ook heldhaftige pogingen uit om het te relativeren en daardoor in balans te blijven. Maar je voelt van een afstand dat interne gevecht.
‘Zoals water een vaste, vloeibare of gasvorm kan hebben, kan het bewustzijn ‘bevroren’ zijn als materie, ‘vloeibaar’ als verstand en denken en vormloos als zuiver bewustzijn.’
Hierbij moest ik denken aan Swaab die in zijn boek 'Wij zijn ons brein' naar mijn idee enkel over het brein spreekt in ‘bevroren’ toestand met hooguit een paar druppeltjes vloeibaar.
'Als je in de natuur loopt of rust, eer haar dan door er helemaal te zijn. Wees innerlijk stil. Kijk. Luister.
Zie hoe elke plant en elk dier helemaal zichzelf is. Anders dan de mensen hebben ze zich niet in tweeën gesplitst. Ze leven niet via een mentaal beeld van zichzelf en hoeven dus ook niet te proberen dat beeld te beschermen en te versterken. Het hert is zichzelf. De narcis is zichzelf.'
Zou dat het zijn waardoor mensen zo graag in de natuur rondlopen en daardoor tot rust komen?
De natuur ademt iets uit wat we zelf zouden willen bezitten. Rust. Eenheid.
Dat de natuur door mij dan haar eigen schoonheid en heiligheid leert kennen gaat voor mij een stapje te ver. Te etherisch, te vaag.
In de hoofdstukken ‘relaties’, ‘De dood en de eeuwigheid’ en ‘Lijden en het einde van het lijden’ heb ik het meest gemarkeerd. Er staan teveel nadenkertjes in om hier neer te plempen. O.a over het luisteren.
Een ieder leze zelf.
Nou, eentje dan:
'Als je kunt leren de eindes in je leven te aanvaarden en zelfs te verwelkomen, kun je tot de ontdekking komen dat het gevoel van leegte dat in het begin onbehaaglijk was, verandert in een gevoel van innerlijke ruimte waar een diepe vrede van uitgaat.
Door te leren op deze manier elke dag te sterven stel je je open voor het leven.'
Voor mij is dat met wat andere woorden zeggen wat Jezus in Joh 12:25 ook al zei:
Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen, en wie zijn leven haat (níet op de eerste plaats zet/loslaat) in deze wereld, zal het behouden tot het eeuwige leven.
Wat moet ik met deze goeroe die al heel wat mensen heeft weten te bereiken.
Het zal wel weer overwaaien. Er zijn er gekomen en weer gegaan: Redfield, van de Celestijnse belofte; Neal Donald Walsh, van de gesprekken met God; Krishnamurti van ‘het begint bij jou’; Wayne W. Dyer, ‘Niet morgen maar nu’.
En zo zullen er wel meer zijn en nog meer komen. Allemaal vinden ze het wiel weer uit door de religies door elkaar te husselen en wijsheden te destilleren. Mijn raad: relativeer en pik de dingen eruit die je verder helpen in het denken.
De zon schijnt: ik ga genieten van het NU.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten