Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Dat Koninkrijk. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Dat Koninkrijk. Sorteren op datum Alle posts tonen

vrijdag 4 juni 2021

Moraal


In 2020 geschreven door Jonathan Sacks.  Het is één van zijn laatste boeken, misschien wel de laatste. Hij heeft de uitbraak van de pandemie nog net meegemaakt en schrijft daarover in het nawoord.

Ondertitel: ‘Waarom we haar nodig hebben en hoe we haar kunnen vinden.’
In dit boek zoomt Sacks uit en probeert lijnen te trekken vanuit het verleden naar het nu over de moraal. Of hoe het komt dat we van die domme, zelfzuchtige mensen zijn geworden.
Interessante vraag natuurlijk.



Je hoeft maar om je heen te kijken en vooral te luisteren hoe we als mensen afzakken naar een niveau waar je erg chagrijnig van wordt. Hebben we moraal nodig? Ja, want een maatschappij zonder normen, waardigheid en onderling vertrouwen valt als los zand uit elkaar, en is het ieder voor zich en daar wordt de wereld niet beter van.

Dat het in deze tijd wel te wensen over laat is duidelijk. Hoe is het zo gekomen en wat kunnen we er aan doen? Als er al iets aan te doen valt. Zelf geloof ik daar niet zo in maar Sacks is een onverbeterlijke positivo.

Dat schreef ik voordat ik het boek helemaal had gelezen. We kúnnen er iets aan doen volgens Sacks. Dat heeft de geschiedenis meerdere malen bewezen. Zie verderop.
Heel kort samengevat: niet meer denken in ‘ik’ maar in ‘wij’.  En dat begint bij jezelf.
Een ‘culturele klimaatverandering’.
Hij beschrijft voornamelijk de laatste vijftig jaar maar maakt regelmatig een uitstapje naar andere tijden en invloedrijke filosofen.  Na de tweede wereldoorlog was er de saamhorigheid van de wederopbouw. Mensen sloegen de handen in elkaar. Sinds de jaren zestig zijn we van een wij- samenleving veranderd in een ik- samenleving maar eigenlijk begon het al bij de reformatie.
En dat vond ik wel interessant om te lezen. Maarten Luther stond persoonlijk tegenover de kerk. Hij vroeg zich af hoe hij een genadige God kreeg (mijn aanvullig). Heel egocentrisch. Maar tegelijkertijd denk ik dat het dan al in het Nieuwe Testament is begonnen waar ieder heel individualistisch  wordt aangesproken om zich te bekeren.

Het boek bestaat uit vijf hoofstukken: 1. Het solitaire zelf 2. Consequentie: de markt en de staat 3. Kunnen we nog debatteren met elkaar? 4. Uit menselijk oogpunt en 5. De weg vooruit.

Allerlei zaken komen langs en wanneer dat zo allemaal achter elkaar beschreven wordt,  word je niet blij.
De klimaatverandering, de sociale misstanden, de graaicultuur, het fake-news gebeuren met daaraan gekoppeld de invloed van de social media, de angst voor ‘de ander’ met als gevolg het populisme.  Vereenzaming, ik-gerichtheid en verslavingen.
Alles hangt met elkaar samen en uit dat alles is het vertrouwen in elkaar weggesijpeld waardoor iedereen op zichzelf wordt teruggeworpen of denkt teruggeworpen te worden/zijn.

Sacks schrijft vanzelfsprekend vanuit de joodse traditie maar is nergens de lezer aan het overtuigen dat dat de enige manier is om tot een oplossing te komen.
Hij ziet in religie in het algemeen een oplossing en hij breekt een lans voor het gezin als gemeenschap waarin zich het startpunt bevindt van de ontwikkeling van de moraal.
Waar vertrouwen en wederzijds respect zou moeten worden geleerd.
Religie ziet hij als basis voor moraliteit. Alle grote religies zijn morele gemeenschappen.

Alles wordt geïllustreerd met onderzoeken, geweldige mensen die hij heeft ontmoet en geweldige boeken die hij heeft gelezen.  /ironie
Die man moet echt veel meer tijd hebben gehad dan een doorsnee mens. Waarschijnlijk had hij een vrouw die als een kippetje achter hem aan liep en voor de gewone dingen zorgde zodat hij zich kon wijden aan het ‘hogere’.  Daarmee wil ik absoluut zijn invloed niet onderschatten want ik waardeer zijn bijdragen aan deze wereld enorm maar ik moet soms wel even slikken.
Nee, ik ga niet in de slachtofferrol vervallen waar Sacks ook fel tegen ageert maar het zou fijn zijn geweest als de christenheid de Bijbel op alle vlakken eens wat serieuzer had genomen en alle mensen als gelijkwaardig had gezien, zo door de eeuwen heen.
Dan zou de wereld er anders hebben uitgezien.
I had a Dream, want ik zie verbeteringen bij de huidige generaties die mijn kinderen bevolken. Om ook maar positief te blijven

Het hoofdstuk over debatteren vond ik heel boeiend. Dat universiteiten geen controversiële sprekers meer durven uitnodigen vanwege de consequenties is uitermate verdrietig. Juist op de plaats waar in alle vrijheid aan waarheidsvinding zou moeten worden gedaan staat de academische vrijheid op het spel.
Op de social media spuien mensen vaak in harde bewoordingen hun mening en luisteren niet naar de ander. Iedereen heeft toch zijn/haar eigen waarheid? Iets van elkaar leren is er niet meer bij.
‘Wanneer woorden falen begint het geweld’. (p 246)
En toch heeft de geschiedenis bewezen dat het anders kan: in de vijftiger jaren van de negentiende eeuw in Amerika: de Tweede Grote Opwekking en ook in het Verenigd Koninkrijk gebeurde iets soortgelijks. (p 337 en 338)
Beiden trouwens geïnitieerd door religieuze groeperingen.

Mooiste stimulerende zin (nu lijk ik de recensent van 'Trouw' wel): ‘Het begint bij ons, met ieder van ons als individu. Vanaf het moment dat we uit onze bubbel komen en ons net zo druk gaan maken over het welzijn van anderen als dat van onszelf, beginnen we de wereld te veranderen op de enige manier die binnen ons bereik ligt: één daad tegelijk, één dag tegelijk, één leven tegelijk.’

Een paar kritiekpunten:

De wilsvrijheid; daar denkt hij in mijn ogen te gemakkelijk over.
‘Godsdienst is de bewaarder van de morele orde’ zegt hij ergens en daar is ook best wat op af te dingen. Ik ken moreel zeer hoogstaande mensen die niet religieus zijn. Verderop neemt hij weer gas terug door te zeggen dat geloofsgemeenschappen veerkrachtiger zijn dan seculiere. Dat is wat anders.
En de bevolkingsgroei waar hij voorstander van lijkt te zijn. Terwijl ik denk dat, hoe hard het ook klinkt, deze pandemie een beetje reguleert.

Een boeiend boek!

 

Show the world and all its people
All the wonders love can bring
Give us strength and understanding
Give us all one song to sing
Let the music play
Play it loud and make it clear
It's time to stand up
To a new world that is now so near
From the bottom to the top
To the leaders of the land
We all have one heart
Everyone of us must lend a hand

…..

And freedom, no more lies
We can save this world if we try
One world I know we can make it
Yes, it's only in your heart
Yes, it's only in your dreams
You can climb the highest mountains
You can make the whole world sing
Oh yeah

 

Die Lionel toch; ook zo’n ras optimist.

 

  

dinsdag 27 september 2022

Hierna


Ondertitel: een cultuurgeschiedenis van de hemel.
Geschreven door Catherine Wolff, vorig jaar september. In het Engels: ‘Beyond: How Humankind Thinks About Heaven’.
Deze dame heeft geen klinkende titels voor haar naam staan (of ze negeert ze) maar duidelijk is dat ze weet waar ze het over heeft en dat ze veel onderzoek heeft gedaan.
“Het is”, zo schrijft ze, “haar eigen zoektocht naar kennis van en hoop op een voortzetting van het leven”.

Nee, dit is geen boek over hoe de hemel eruit ziet maar hoe mensen door de eeuwen heen erover hebben gedacht en geschreven en op andere manieren zich hebben geuit.
Boeiende materie want iedereen denkt daar wel eens over; wat komt er na de dood, bestaat er überhaupt een hemel - en hel -   en hoe zien die er dan uit.



De gedachten over het hiernamaals uit alle grote religies komen langs: het Hindoeïsme en Boeddhisme, het Jodendom, de Islam en het Christendom. Plus wat kleinere bewegingen zoals het spiritisme waar Sir Arthur Conan Doyle een bekende aanhanger van was. Het boek ‘Arthur en George’ van Finch gaat daarover.

Psychedelica en wetenschappelijk onderzoek. Parapsychologie, de Godspot en BDE ervaringen.

Wanneer ik zo lees over alle religies merk ik dat overal en altijd het verlangen naar voren komt naar gerechtigheid, volmaaktheid en voortbestaan. Soms in de vorm van reïncarnatie.  
Elke religie heeft zo haar eigen beelden, woorden en vormen maar deze behoeftes zijn universeel en kun je daarin teruglezen.
Dat is best wonderlijk.

De echte oorsprong van religie blijft in nevelen gehuld. En dat verbaast me eigenlijk niet.
Wolff noemt wel de vijf stadia van John Lubbock: Atheïsme,  Fetisjisme (god in een voorwerp),  Totemisme( in de natuur zijn goede en kwade geesten)en Sjamanisme (de goden leven in een afzonderlijk rijk) en de afgoderij. (het maken van goden in menselijke gedaanten). Daar zouden volgens mij de Dromers van de Aboriginals (p28 ) nog tussen gepast moeten worden maar die waren mogelijk niet bekend bij Lubbock.
Ach, zo’n lijstje is ook weer aan veranderingen onderhevig. Merlin Donald dacht er honderd jaar later weer anders over.
Hij gaat voor een ‘mimetische’ cultuur bij primaten. Gebaseerd op gebaren en nabootsen waar dan weer rituelen uit voort vloeiden.

De oorsprong van religie kan liggen in het gevoel van betekenis geven wat zich bij de bewustwording mee ontwikkelde; de overweldigende krachten van de natuur en de daarmee gepaard gaande angsten. Of het geloof in een voortzetting van dit leven na de dood wat kennelijk toch universeel lijkt te zijn.
Maar dán moet er logischerwijs in de mens iets zijn wat ‘on-lichamelijk’ is denk ik. We noemen dat nu de ziel.
Wellicht is het een combinatie van al deze factoren. Hóe je in het hier en nu leeft is wel van belang. Ook een universeel idee.

In het Jodendom gaf God zijn wetten aan de joden voor het leven maar er werd weinig over de dood of wat erna komt gesproken. Er ontwikkelde zich wel een idee over het hiernamaals, de Sjeool.  In het Grieks: Hades

En volgens mij van de 'Olam Haba' de toekomende wereld. De tijd van de Messias. Maar oké, dat is in het hier en nu.
In het Christendom, meer gebaseerd op het Nieuwe Testament,  golfde het geloven in hemel en hel wat heen en weer. Jezus verkondigde het Koninkrijk de Hemelen en sprak over de levende doden in Matt 22: 29, 31-32. In Matt 25 spreekt Hij over het laatste oordeel waarin de mensen die rechtvaardigheid verspreiden, hongerigen voeden, zorgen voor de armen en verdrukten en de vreemdeling welkom heten. Zij zullen in heerlijkheid worden opgenomen.
Paulus sprak over een transformatie van gelovigen die steeds meer op Jezus zouden gaan lijken en hij verwachtte een spoedige wederkomst met daaraan verbonden een eeuwig leven.
Dat bleek niet te kloppen want we zijn nu tweeduizend jaar verder, dus moet er geherinterpreteerd worden.

In de vroege tijd en middeleeuwen ontstonden levendige beelden over het leven hierna: denk aan Jeroen Bosch, Dante Alighieri en Michelangelo. Dat was wel zo handig om de grote groep van ongeletterde gelovigen in het gareel te houden.
Na de reformatie en contrareformatie gingen de ideeën en meningen uit elkaar lopen.
Mystici en pragmatici ontwikkelden allemaal hun eigen ideeën; er zijn er inmiddels net zoveel als er kerkverbanden zijn.
Op een dag zullen we het weten (of nooit, wanneer er niets is maar dat geloof ik niet) want tot nu toe is er ‘niemand die met een verifieerbaar verslag uit het hiernamaals is teruggekomen.’

In de andere religies zijn ook allerlei gedachten over het leven hier en hierna. De overkoepelende ideeën zijn dat je goed leeft en dan beloond zult worden.
'Wat gij niet wilt dat u geschied....'
Daartussen is het Christendom toch uniek.
Omdat we niets hoeven te doen voor een leven in de hemel of op de vernieuwde aarde; het is allemaal voor ons gedaan. We hoeven het alleen maar te geloven.
Eerst de overgave in geloof en dan zul je het zien. Dan ga je anders denken en anders willen. Meer in overeenstemming met de Goddelijke wil die Hij kenbaar heeft gemaakt in zijn leefregels. Ehm…wel met vallen en opstaan. Helaas.
Nu was er nog iets wat ik wilde melden maar dat floepte mijn brein weer uit.

In ieder geval geeft een leven na dit leven hoop aan talloze mensen al is het niet aan iedereen. Er  zijn er die beslist geen leven na dit leven ambiëren.
Langzamerhand raak ik er ook van overtuigd dat a(nti)theïsten een vorm van angst kennen. Een angst van een ‘Olam Haba’ die niet onder controle te krijgen is, nu niet en ‘morgen’ ook niet in tegenstelling tot het geloof in de wetenschap. De wetenschap heeft de pretentie en illusie om alles op een dag onder controle te hebben. Dat was in ieder geval het streven van Stephen Hawking.
Bij zoiets vaags als een hiernamaals zal dat nooit lukken en het roept vaak angst op wanneer je niet weet waar je aan toe bent.

Wat moet je met een ‘Lichtstad met uw paarlen poorten…’ ?
Ik moet altijd een beetje  grinniken wanneer dit gezongen wordt. Zeker, het is hoopgevend maar of het realistische is blijft wel de vraag.
Het komt uit de Openbaringen van Johannes, het laatste Bijbelboek. Maar in zijn visioenen  komen zoveel wonderlijke beelden naar voren dat ik ze niet meer letterlijk kan nemen.
Het is ook duizend keer boeiender om naar betekenissen te zoeken.

Iets waar ik bijvoorbeeld steeds weer tegenaan loop is dat Hemelse Jeruzalem waar zij, die Zijn geboden doen naar binnen mogen. (Openb 22: 14, 15)  Ontuchtplegers, moordenaars en leugenaars mogen die stad niet in. Maar, zo vraag ik mij dan af: zijn die daar dan nog?  Zijn zij niet allang geoordeeld en weg?
Misschien moet ik het geestelijk allemaal eens in elkaar zien te passen. Werk aan de winkel.

Al met al is het boek een aanrader ook al valt het mij op dat ze weinig schrijft over de hel.

 

…Who Wants to Live Forever?....

woensdag 30 maart 2022

Dood, dood en dood

'De dood, praat erover'.....volgens Sire.
Dan doen we dat.
Afgelopen week heb ik weer eens een Bijbelavond bezocht. Het ging over ‘de eindtijd’.  Zeker een actueel thema zoals dat altijd actueel is want ik geloof dat we sinds de uitstorting van de Heilige Geest in ‘de tijd van het einde’ leven.
Boeiend om te ontdekken dat zulke gedachten extra gaan leven bij de goegemeente wanneer de geschiedenis West Europa weet te raken. De oorlog in Jemen maakt beduidend minder indruk.
Ik heb tenminste nog steeds geen vlaggen gezien van dat land.

Hier heb ik al het een en ander over de tijd van het einde geschreven en daar sta ik nog steeds achter.

Het onderwerp wat nu wat langer bleef haken in mijn geest is die ‘eerste en tweede dood’.
Al heel lang neem ik mij voor om alle woorden die de Bijbel voor ‘dood’ gebruikt te schematiseren en kijken of er dan iets te concluderen valt.
Want wat bedoelde Jezus toen Hij zei: ‘laat de doden hun doden begraven’ naar aanleiding van een man die Jezus wel wilde volgen maar pas nadat hij zijn vader had begraven?
Dan zijn er toch twee soorten ‘dood’. De echte biologische en de levenden die wellicht geestelijk dood zijn?

Ik heb nu ontdekt dat voor beide woorden het Griekse woord ‘nekros’ wordt gebruikt. Dus dan begrijp ik die woorden van die tekst weer eens helemaal ….niet.

In de Bijbel worden voor zover ik nu weet, drie woorden gebruikt voor dood.
Nekros:  het dode lichaam. En volgens de BLB kan het ook figuurlijk worden gebruikt en dan is bovenstaande tekst wel zo uit te leggen. Augustinus doet dat ook in zijn Civitate Dei/ xx
(Apo)thnesko: dat is sterven. De gestorvenen.
Thanatos: de dood als staat van zijn en geestelijk dood maar dan krijg ik het idee dat het uit de context moet blijken wat er wordt bedoeld.
(In het Griekse denken is Thanatos de personificatie van de dood)

Bijvoorbeeld:
In Matt 4:16 wordt het woord thanatos gebruikt voor geestelijk dood:
Het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en voor hen die zaten in het land en de schaduw van de dood (thanatos), is een licht opgegaan.

In Matt 20:18 wordt hetzelfde woord gebruikt voor een ’gewone dood’:
Zie, wij gaan naar Jeruzalem en de Zoon des mensen zal aan de overpriesters en schriftgeleerden overgeleverd worden, en zij zullen Hem ter dood (thanatos) veroordelen;

In Rom. 6:9 worden de drie vormen allemaal gebruikt.
Wij weten toch dat Christus, nu Hij is opgewekt uit de doden (nekros), niet meer sterft (apothnesko). De dood (thanatos) heerst niet meer over Hem.

Wat is het wereldwijdeweb toch leuk: vind ik een site die alles al op een rijtje heeft gezet met behulp van Strong’s numbers.

Nu die eerste en tweede dood.

Ondanks het feit dat een eerste dood niet wordt genoemd, wordt voor die eerste dood de staat van zijn van de gevallen mens bedoeld zo lees ik in Rom 8:11, Ef. 2: 4-6 en Kol 3:1.
Na de zondenval zijn wij stervende gestorven.  (Gen 2:17)
Die eerste opstanding is dus wat wij ‘bekering’ noemen. Een geestelijke opstanding, opnieuw geboren worden zoals Jezus Nicodemus voor houdt. (Joh 3)
Dan ontvang je eeuwig leven door de Heilige Geest (Joh 5: 24) en heeft ‘de tweede dood’ (thanatos) geen macht meer over je. (Openb. 20:6)

Je wordt overgezet in Zijn Koninkrijk en heerst met Hem voor een bepaalde tijd. De duizend jaren die genoemd worden in Openbaring 20: 6,7. Nee, ik lees dat niet letterlijk.
Want nogmaals: daarin wordt niet gesproken over vrede maar over een periode van heersen en regeren. En in de taal en houding van Jezus betekent dat een dienend leven leiden totdat het definitieve einde komt. Voor jezelf of in het algemeen.
En wanneer dat is? Geen idee.

Voor wat het waard is.

  

zondag 29 november 2015

De rijke man en Lazarus


Op een forum kwam de vraag langs hoe we Lukas 16: 19- 31 moeten lezen.
Het verhaal van de rijke man en de arme Lazarus. Sommigen nemen het (weer eens) letterlijk.
Volgens mij is het een gelijkenis omdat je wanneer je letterlijk leest in de problemen komt.
Iets eerder, in Lukas 8 zegt Jezus zelf notabene tegen zijn discipelen:
10 En Hij zeide: U is het gegeven, de verborgenheden van het Koninkrijk Gods te verstaan; maar tot de anderen spreek Ik in gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien, en horende niet verstaan.
De gelijkenis van de rijke man en arme Lazarus vertelde hij o.a. ook aan de Farizeeën.
Lukas 16: 14: En al deze dingen hoorden ook de Farizeeën, die geldzuchtig waren, en zij beschimpten Hem.

Jezus sprak over een rijke man gekleed in purper en fijn lijnwaad. Via een concordantie kun je vinden en lezen dat deze materialen alleen door de rijkste mensen gedragen werden. Dan denk ik dat Hij met die rijke man de Farizeeën bedoelde. Het waren snobs i.p.v. herders.
Zijn (letterlijke) naaste was Lazarus ( het volk ) en werd door de rijke man genegeerd. Precies zoals de Farizeeën en Schriftgeleerden maar wat aanrommelden en het vooral druk hadden met zichzelf. Witgepleisterde graven.
Lazarus/ het volk moest het zelf maar uitzoeken.
Honden is de niet complimenteuze benaming voor heidenen. Van hen krijgt Lazarus
nog wat aandacht. (betekenis van het Griekse Lazarus: mijn God is helper; dat heeft met getalswaarden van de letters van het Hebreeuwse Eliëzer te maken)

De rijke man beland in Hades; het dodenrijk en heeft het daar nog steeds druk met zichzelf. Er is een onoverkomelijke kloof tussen het dodenrijk en de plaats waar Abraham en Lazarus zich bevinden. Verwijst dat naar de Styx ; zijn dat Griekse invloeden die bij het beleven van die dagen paste? Ik denk trouwens dat hier niet gesproken wordt over locaties maar over situaties.

Maar waarom wordt Abraham genoemd? Als oervader? Of….
In Johannes 8 staat dat de Farizeeërs zich op hun voorvader Abraham beroepen. Ze gaan er prat op dat zij zijn nageslacht zijn. Wat nog maar de vraag is omdat zij hier ook zeggen dat zij nooit slaaf zijn geweest terwijl alle afstammelingen van Jakob als slaaf in Egypte zijn geweest. Onder Johannes Hyrcanus, koning en hogepriester in 134 -104 voor Chr. zijn Idumea= Edom, Moab en Samaria namelijk verplicht joods geworden. Zie Code rood.
In deze gelijkenis laat Jezus zien dat hen dat niet zal helpen. Lazarus, het uitschot wordt in de schoot van Abraham gedragen.

Die vijf broers moeten ook een betekenis hebben. Alle betekenissen die ik op het www heb gelezen voldoen naar mijn mening niet. Dan zou de rijke man o.a. staan voor Jood/Juda en Juda had vijf broers...juist....en dan?
Het getal vijf associeer ik toch vooral met de eerste vijf Bijbelboeken/ de Thora. Maar dat klopt niet omdat die wat later weer wordt genoemd.
Waarom zou iemand in een parabel vijf broers hebben......een bepaalde volheid/een handvol?
Representeren zij de Farizeeërs, Sadduceeën, Essenen en Zeloten van die dagen?
Maar dat klopt niet.
Andere mogelijkheid:
Rijke man plus vijf broers = zes.
Getal van de mens? Dat lijkt mij het meest plausibel.
De Wet en de profeten zijn er voor de mens.
Dat moest genoeg zijn in die tijd.
Voor ons is het gemakkelijker: geloof is voldoende.

woensdag 30 maart 2016

Terreur/terrorisme


Vorige week was het weer bal in Brussel: voorlopige stand 34 doden en 240 gewonden.
Waarom toch en wat verstaan we eigenlijk onder terreur?
...oogmerk om de bevolking of een deel van de bevolking van een land vrees aan te jagen, dan wel een overheid of internationale organisatie te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel de fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren van een land of een internationale organisatie ernstig te ontwrichten of te vernietigen. (bron: AIVD)

Wanneer ik probeer na te gaan wanneer deze vorm van oorlog voeren is begonnen, kom ik daar niet achter. Het is van alle tijden en alle plaatsen. Het zit in de mens.
Wanneer er geen reden is om te vechten dan verzinnen we er één.
Een manlijke cliënt vertrouwde mij eens toe: ‘Ach zuster, het is een mannenspelletje, net als voetbal.’
Na de tweede wereldoorlog is het afgezwakt; de mensen hadden iets anders aan hun hoofd maar in de zestiger jaren kwam het weer op.
Of... dat heeft met mijn bewustwording te maken.
Ik herinner me berichten rondom de
Raf in Duitsland, de IRA in Noord Ierland, de ETA in Spanje, de Rode Brigades in Italië.
Wat verder weg: De GIA in Algerije waar de film
‘Des Hommes et des Dieux' op gebaseerd is,
in Israël is het sinds 1948 al gedoe met ‘in mijn tijd’ de PLO, Al Fatah, Hezbollah en Hamas, in 1975 een burgeroorlog in Libanon, in 1979 de inval van Rusland in Afghanistan.
De gijzeling in Teheran, en de gijzeling in Entebbe zijn ook nog geschiedenissen die opborrelen.

Het ‘wij – zij gevoel’ wat we hadden tijdens de koude oorlog ten opzichte van Rusland is sinds ‘nine-eleven’ in glijdende schaal overgeheveld naar de moslimwereld en dus mondialer geworden.
Ik was destijds zeer verbolgen over de uitspraak van de heer Georg W. Bush dat we de ‘as van het kwaad’ moesten gaan bestrijden en ik gaf hem weinig kans met zo’n houding. Je zult maar in die ‘as’ wonen, zo dacht ik, je zou er acuut terrorist van worden.
Vertegenwoordigde hij nu de waarden waar we in het westen voor staan?
Ook het letterlijk ongelofelijke gerommel om een inval in Irak af te dwingen deed mij nog meer afkeren van Amerika. Wat verbeeldden ze zich daar eigenlijk?
En nu die blaaskaak van een Trump...
Maar ik dwaal af.

Vinden we het hier in het westen nu echt raar dat wanneer wij blijven bombarderen in het Midden-Oosten en velen dodelijke slachtoffers maken dat er daar (en hier) mensen opstaan om hier in het westen ook dodelijke slachtoffers te komen maken? Het type bom spreekt voor mij boekdelen. Ze zijn gemaakt voor zoveel mogelijk slachtoffers.
Onze verontwaardiging is een gotspe.
Ik geloof niet in de retoriek dat die mensen aanslagen plegen tegen onze manier van leven; tegen onze vrijheid.
Zij willen gewoon dáár vrijheid zonder inmenging van het Westen. Dat het dan veranderd in een kalifaat: het zij zo. Hoe afschuwelijk en weerzinwekkend ik het ook vind. De echte oplossing moet bottom-up komen, vanuit de bevolking dáár. Ja, ik weet dat dit veel te simplistisch klinkt en dat er zo veel meer belangen moeten worden meegewogen.
De 'ja-maars' in mijn brein buitelen nu ook over elkaar heen.

Tijdens het typen word ik ingehaald door alweer nieuwe aanslagen en hoor ik van een aanslag in een voetbalstadion in Irak: 41 doden, 105 gewonden.
Net als in België eist IS de verantwoordelijkheid op .
27-03 een zelfmoordaanslag in Lahore, Pakistan. 70 doden, 340 gewonden voornamelijk vrouwen en kinderen. Christenen. Opgeëist door een type-taliban-groepering.

[sarcastische modus]
Maar eigenlijk is alles een groot Amerikaans complot waar Israël uiteindelijk achter zit.
Dat kan een kind zien dus de oplossing is duidelijk.
[/sarcastische modus]

Fascinerend vind ik ook de manier van verwerken. Op televisie en in kranten wordt er van alles besproken, geanalyseerd, gecombineerd en geconcludeerd met als diepste drijfveer: angst.
Want wanneer je zulke daden inzichtelijk en begrijpelijk maakt dan heb je er macht over en zijn ze beheersbaar. Misschien niet direct maar dan toch zeker op langere termijn.
En daarmee bezweren we onze angsten in het steeds minder stabiel wordende Europa.
Zo bezweren we steeds weer opnieuw, en opnieuw en opnieuw en opnieuw .....

‘Geef Mij (God) nu je angst, Ik geef er hoop voor terug……’


31-03
DWDD University van 12 maart zojuist gekeken op uitzending gemist.
Beatrice de Graaf gaf een uiteenzetting over terrorisme. Heel leerzaam. Ze is zo lekker nuchter.

Een paar dingen eruit:
Grappig: ze begon ook met een definitie en zoals ik ook aangaf: terroristen zijn van alle tijden, zij spitste het toe op de golfbewegingen van de laatste honderd jaar. Aandacht is zuurstof voor terroristen. Eigenlijk zijn het klunzen en worden er voorspelbare tactieken gebruikt.
Waar ik hierboven aangaf dat de echte oplossing vanuit de mensen zelf moet komen vindt zij dat juist dat gefaciliteerd moet worden. Daar heb ik nog bedenkingen bij want je weet wel waar je begint maar niet waar het eindigt.
En waar bij mij mijn brein overloopt van de ja-maars geeft zij toe dat het een ‘Wicked Problem’ is wat een brede aanpak vereist met verschillende tactieken.
Een heel kort fragment van Abdoellah II van Jordanië die erkent dat het 'IS probleem' een Islamitisch probleem is en dat Moslims het voortouw moeten nemen om IS te bestrijden.
Jordanië blijft voor mij een sympathiek land/ koninkrijk.




donderdag 16 februari 2012

Ambt blijft gesloten voor vrouwen.

In het ND van vandaag een artikel met het bovenstaande kopje. De mannenbroeders van de Gereformeerde Bond hebben in hun wijsheid besloten dat het niet in de lijn met de weg van de Heilige Schrift is om het ambt open te stellen voor vrouwen.
Er komt een brochure uit die ik natuurlijk rap heb besteld. In de jaren tachtig is ook al eens via hen het boek verschenen: ‘Man en vrouw in Bijbels perspectief’ geschreven door…….jawel een mannenclub. In 2007 is het ongewijzigd ge-herdrukt. Dat boek heb ik nooit willen lezen, ik weiger het serieus te nemen.
“Al wat door mannen over vrouwen is geschreven moet als verdacht worden beschouwd omdat ze zowel rechter als partij in het geschil zijn”
Francois Poulain de la Barre
Verder staat in het krantenartikel:
‘En vooral bij de zwijgteksten van Paulus moet je kijken naar wat God bedoelde, en niet naar wat hij zei tegen de toenmalige cultuur.’
Ja, ja,.... wie durft te stellen dat hij weet wat God bedoelde? Hebben diegenen die dat weten soms een apart lijntje met Boven? Dacht het niet, daarmee zijn in de geschiedenis al teveel ongelukken gebeurd.

‘Zij ( het Bondsbestuur) ziet in het onderscheid tussen man en vrouw ‘in roeping en bestemming’ een doorgaande lijn in de Bijbel: God schiep man en vrouw samen, maar de man is het hoofd en de vrouw staat hem terzijde.’
‘Maar’…..en ‘terzijde’……..daar val ik over.
Een driewerf neen, heren. Terzijde? In Gen 2:18 staat ‘tegenover’…dat is iets heel anders dan dat u er volgens de krant van maakt. Tegenover betekent volgens mij op gelijk level. Niks dat passieve ‘terzijde’.
Zo zie ik een heel andere ‘lijn met de weg van de Heilige Schrift’:
In het OT lopen we, ondanks de schepping, (zie blog gelijk(w)aardig? in (eigenwijs)gerig) aan tegen de ongelijke waarde van de vrouw om welke reden dan ook. Dat is o.a. te zien aan het verschil in offers en dagen van onreinheid van de vrouw na een geboorte. De basis in het NT is Jezus, het grote voorbeeld in Zijn omgang met vrouwen. Hij gaf haar langzamerhand de plaats die haar toekwam in tegenstelling tot de cultuur van die tijd. Hij appelleerde de vrouw uit Samaria aan haar verantwoordelijkheid. In de eerste christengemeenten werd dat nog meer uitgebreid naar het gelijkwaardigheidsdenken. Zie de Galatenbrief 3: 26-29. Het is een voortgaande beweging richting Zijn Koninkrijk. Maar die beweging heeft in sommige kringen last van roestige tandwielen en hapert zo nu en dan behoorlijk. Jammer dat de heren technici van geen smeerolie willen weten.

*Cathy poetst de vitriool van haar toetsenbord, gaat nu heel geduldig wachten op de brochure en is bereid haar mening zo nodig bij te stellen*

Toev 23-02-12: nog steeds geen brochure ontvangen maar in de ‘Waarheidsvriend’ staat een artikel over deze brochure. Er staat een interessant kadertje met de jaartallen dat ander kerkverbanden het ambt openstelden voor vrouwen en de Chr. Geref. Kerk die in 1998 juist besloot om dat niet te doen.
Tsja en dan toch weer: “In Genesis 2 lees je hoe God man en vrouw schept en hen allebei een eigen plek toebedeelt.”
Ik lees niets van een ‘eigen plek’ in Gen 2. Gen 1 wordt voor het gemak maar weer overgeslagen.
Laat het ook even duidelijk zijn dat ik op geen enkele manier ambities heb voor een ambt of om de kansel te bestormen. Ik blijf liever vrij in mijn denken en spreken.

Toev 03-03-12: Nog steeds niets ontvangen. Mailtje gestuurd.

vrijdag 30 augustus 2019

Schoonheid en Schande



Heerlijk zo’n boektitel. Het lijkt wel een bouquetreeks roman. En dat alles als uitvloeisel van onze vakantie in Italië.
Geschreven door Sarah Dunant (1950), Geschiedenis gestudeerd in Cambridge en is journaliste en nog wat meer. Oorspronkelijke titel: Blood and Beauty.

Maar het is geen bouquetreeksromannetje, het is een historische roman over de Borgia’s. De beruchte Spaans/ Italiaanse familie uit de Renaissance.
Deze dame schrijft beter dan Matteo Strukul.
In 1492 wordt Rodrigo Borgia tot paus gekozen. Paus Alexander VI. Het jaar van de verdrijving van de Joden uit Spanje, de val van Granada en de ontdekking van Amerika en de dood en geboorte van resp. Lorenzo I en Lorenzo II de Medici. Grootvader/ kleinzoon.


Wanneer ik aan Rodrigo denk zie ik een graatmagere Jeremy Irons voor me uit de serie ‘De Borgia’s uit 2011. Nu weet ik dat deze paus, zeker toen hij op leeftijd kwam kogelrond was.
Deze schrijfster laat een indrukwekkende lijst van geraadpleegde literatuur na. En dan nog blijven er dingen die we gewoon niet weten, ondanks Johannes Burchard, secretaris van paus Alexander, die de gewoonte had om feiten te noteren in een dagboek. Dat moet een fascinerend dagboek zijn.

Paus Alexander VI (1441 – 1503), wordt paus op zijn 61ste, Hij heeft dan een relatie met Vanozza dei Catanei en is hij vader van vier kinderen.
Lang leve het celibaat.
Juan, Cesare, Lucrezia en Joffre. Deze namen worden ook wel eens op een andere manier geschreven.
De Borgia’s staan bekend als een hechte familie, maar zeer machtswellustig. Ze gaan daarbij over lijken. Letterlijk.
Cesare is de beruchtste, waarvan gedacht wordt dat hij achter de moord op zijn oudste broer zit en de moord op zijn zwager Alfonso van Bisceglie, zoon van Alfons II van Napels, huis van Aragon.
Alfonso’s zus was weer uitgehuwelijkt aan de jongste Borgia, Joffre.
Het koninkrijk Napels besloeg in die tijd de hele ‘voet’ van Italië.

Alfonso was de tweede echtgenoot van Lucrezia. Van haar eerste echtgenoot, Giovanni Sforza is ze gescheiden op grond van vermeende impotentie. Lucrezia werd eenvoudigweg gebruikt door haar vader om meer macht in Italië te genereren. Dat was gebruikelijk in die tijd, maar dat houdt natuurlijk een keer op. Haar derde echtgenoot was Alfonso d’Este van Ferrara en daar is het bij gebleven. Ze kreeg van hem zeven kinderen en had er één uit het huwelijk met Alfonso Bisceglie, genaamd Rodrigo.
Ooit las ik ‘Lucrezia’ van Eleanor Hibbert die onder de naam Jean Plaidy historische romans schreef. In dat boek raakt ze zwanger wanneer ze in het klooster zit te wachten op de nietigverklaring van haar eerste huwelijk.
De vader van het kind is Cesare’s boodschapper Pedro Calderón. Dat gaf in dat boek gedoe omtrent haar ‘maagdverklaring’ en heeft ze haar kind moeten afstaan. Dan stopt het boek.
Volgens Dunant zijn dat roddels geweest. Wel wordt in beide boeken deze Calderón vermoord.
Burchard schreef: ‘De knecht Pedro Calderón die afgelopen donderdag – niet uit vrije wil – in de Tiber viel, is vandaag opgevist. Hierover gaan door heel Rome geruchten.’
Cesare is verdacht. Ook zou er sprake zijn incestueuze relaties binnen de familie maar daar is geen bewijs voor.
Lucrezia heeft haar sporen verdiend door van Ferrara een belangrijke ‘kunststad’ te maken. Ze is de enige die iets positiefs heeft achtergelaten.

Rondom deze familie is enorm veel geroddeld. Wat is waar en wat niet. Heel veel weten we niet.
Maar dat het een ‘maffia’ familie was is wel duidelijk. En ook nog van Spaanse afkomst, dat deed er ook geen goed aan. De meest pausen waren toch wel Italiaans.
Cesare was de ergste, met goedvinden van zijn vader. Hij was een slimme, sterke jongen. Op zijn zestiende was hij al aartsbisschop van Valencia. En op zijn achttiende kardinaal.
Natuurlijk allemaal doorgestoken kaart omdat het pa goed uitkwam.
Op zijn tweeëntwintigste legde hij zijn kerkelijke ambten neer want hij had andere ambities: het vergroten van het Borgia-rijk. In no time veroverde hij de Romagna. Sloot verbonden met de koningen van Spanje en Frankrijk ook net zoals het hem uitkwam, maar streed altijd mee in het leger.
Hij was een schuinsmarcheerder en liep syfilis op wat toen nog een onbekende ziekte was; volgens de schrijfster door het Franse leger meegebracht naar Italië. Hij werd gehaat en gevreesd. In 1507 sneuvelde hij, vier jaar nadat zijn vader was overleden.
Cesare schijnt gezegd te hebben: ‘Hoe meer schandaal hoe beter. Op die manier zal men ons vrezen tijden ons leven en worden we nooit of te nimmer vergeten na onze dood.’
Dat klopt. Wanneer je Wikipedia haalt heb je een soort van ‘eeuwig’ leven.




vrijdag 13 maart 2020

Het vreemdste bijbelboek



Geschreven door Elaine Pagels (1943) in 2012.
Elaine is religiewetenschapper en gespecialiseerd in het vroege christendom en gnosticisme.
Ze schreef volgens kenners één van de beste honderd boeken uit de twintigste eeuw: ‘De gnostische Evangeliën’.
Dat moet ik nog lezen.
Dit boek kwam op, naar aanleiding van – weer eens - een forumdiscussie over het boek Openbaringen.
Pagels onderzoekt dit boek met wetenschappelijke ogen en komt tot – voor mij – nieuwe ontdekkingen.




Waarom is deze openbaring in de Bijbel opgenomen terwijl er meerder openbaringen zijn geschreven? Zo hebben de vondsten bij Nag Hammadi tenminste aangetoond: de openbaringen van Petrus, Paulus, de eerste en tweede van Jacobus en de openbaring van Adam. (Codex V)
Pagels beschouwt die tijd door de ogen van de Jood Johannes in zijn dagen.
Mogelijke profetische zaken negeert ze. Misschien wel als reactie op de ongebreidelde en onwetenschappelijke fantasieën die leven in de evangelische en charismatische wereld van nu. Daar kan ik me wat bij voorstellen.
Nu heb ik inmiddels ook wel leren lezen in context maar achter de verhalen gaan wel diepere waarheden schuil denk ik. Anders zou het een gewoon geschiedenis boek zijn en niet zoveel kracht hebben in zichzelf.
Dus ja, zij kijkt met wetenschappelijke ogen terwijl ik mijn geloofsogen niet kan en wil uitschakelen.

Wie was Johannes. Was hij de discipel van Jezus? Justinus (100 – 165) en Irenaeus (140 -202) houden vast aan de gedachte dat Johannes de discipel van de Heer was. Johannes Zebedeus.
Maar volgens Dionysius van Alexandrië uit het jaar 260 klopte dat niet, want de schrijfwijzen van het Evangelie en de Openbaringen verschillen teveel.

Volgens Pagels was hij een leerling uit de tweede generatie volgelingen en schreef hij oorlogsliteratuur. Want het koninkrijk wat hij met kracht had zien komen was geen Goddelijk koninkrijk maar dat van Rome. Het was dan ook anti-Romeinse propaganda.
Daarmee moet je voorzichtig omgaan daarom beriep hij zich op de manier van schrijven met beeldspraak zoals de oude profeten vóór hem hadden gedaan: Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël.
Wanneer ze schrijft dat Johannes niets over Paulus schrijft vind ik dat mét haar inderdaad opmerkelijk.
Wanneer je daar over nadenkt: Hoe stond Johannes als laatste overlevende van de kring om de Messias of als één van de tweede generatie in het leven? Wat heeft hij allemaal niet meegemaakt: het vermoorden van zijn medebroeders, de val van Jeruzalem, het overspoelen van de Messias belijdende Joden zoals de kring oorspronkelijk was, met heidenen, die allemaal hun ideeën inbrachten. Want zo zijn mensen.
Volgens Pagels moest Johannes daar niets van hebben. De leer van Paulus, die toch op punten anders was dan de leer van de apostelen had voor heidenen grotere zeggingskracht en zij verhieven zichzelf vaak boven de Messias belijdende Joden.
Veel van wat Johannes schreef was ook tegen hén gericht en helemaal niet bedoeld als een profetie voor ‘de laatste dagen’.
Er waren voortdurend christenvervolgingen in die eerste eeuwen met de nodige ‘tegenmessiassen’ (antichristen) zodat het boek populair en vooral actueel bleef.

Dankzij Athanasius (295 – 373), die, wat gedachtengoed betreft, overeenstemde met Iraeneus tegen de gnostiek, werd dit boek opgenomen in de canon.
Hij schreef zijn beroemde negenendertigste ‘paasbrief’ in het jaar 367 met een voorstel voor de boeken van de canon die zo is overgenomen al is er over de Openbaringen nogal wat gesteggeld. Alleen de boeken die Athanasius aanbeveelde, leerden waarachtige vroomheid. En aangezien hij nogal wat aanzien genoot is het zo geworden en gebleven.
Nu denk ik dat Athanasius niet gek was en goede redenen had om deze boeken te kiezen. Maar het komt toch niet los van een menselijke factor. En toch geloof ik ook dat er een Goddelijke factor meespeelt gezien het feit dat de canon al zeventienhonderd jaar voldoet.
Er waren meer boeken die echter door de hoge heren verboden werden. Velen daarvan zijn terug gevonden bij Nag Hammadi in 1945.

Hoe komt het dat dit boek nog steeds zo aanspreekt? Omdat, volgens Pagels, het boek
onthuld waar we bang voor zijn en vervolgens wat we hopen.
De kosmische oorlog die beschreven wordt kan op allerlei conflicten worden toegepast.
En het eindigt met een hoopvol vergezicht van een volmaakte wereld.
Alle generaties hebben al gedacht dat ze in ‘de eindtijd’ leven. Daar heb ik ook wel eens genoeg van, ja.
Pas stonden er weer eens Jehovagetuigen aan de deur met die opmerking. Hoewel ik hun Bijbelkennis waardeer waren ze snel verdwenen toen ik opmerkte dat het ook nog wel duizend jaar kon duren.
Nee, aan mij kunnen ze hun waarschuwingen niet kwijt. Angst en onrust zaaien lukt zelfs het Coronavirus niet.


Een fout in het boek: volgens Pagels baarde Cleopatra twee kinderen aan Marcus Antonius (p 19) maar het waren er drie.
Niet belangrijk maar ja, het toont iets heel menselijks aan: het zich vergissen.





donderdag 16 juli 2015

Getallen in de Bijbel


Dat blijft ook een fascinerend onderwerp. Op forums worden allerlei dingen verhandeld die zo heerlijk de geest kunnen prikkelen.
Wanneer je de Gematria of getallenleer een beetje serieus neemt wordt het oudste en meest verkochte Boek steeds boeiender. Maar juist dán is het zo van belang dat er goed vertaald wordt om die achterliggende betekenissen te behouden.

‘Tellen is vertellen’ zo meldde iemand in het topic theologisch interpreteren versus gewoon lezen op Refoweb . Het is niet echt een plezierige discussie maar soms worden er van die mooie dingen geschreven.
In dit geval over de maten van het nieuwe Jeruzalem dat als de heerlijkheid van God neerdaalde uit de hemel.
De maten worden verteld in Op 21: 16 en 17 en nu citeer ik:

De BGT (= Bijbel in Gewone Taal) geeft 2400 kilometers, h-b-l. De grondtekst+NBG (= de vertaling van 1951) geeft 12.000 stadiën.
Als je de BGT leest denk je al gauw aan een afstand van 2400 km, want dat lees je daar.
Als je de NBG/grondtekst leest dan zie 12 en 1000: dan gaat er toch meteen een belletje rinkelen, als je ook de rest van de bijbel wel eens gelezen hebt.
12 en 1000 (chilias) zijn betekenisvol. Kort gezegd, in het kader van De Openbaring gaat het dus niet om een afstand op zichzelf, een kwantiteit, maar om een kwaliteit: De stad van God is groot genoeg voor iedere welwillende uit hemel (3) en aarde (4, deze stad is goddelijk groot (1000). Voor gans Israël (het volle getal der joden: 7000*) en voor het volle getal van de heidenen is plaats in deze Stad, in het Koninkrijk van God
.

* 7000, 1 Kon 19:18

Zelf zat ik ook in mijn maag met een stad in kubusvorm die zo groot is als van hier naar Moskou
Met deze verklaring krijg ik het gevoel dat het klopt als een cryptogram.
Ook dat ‘duizendjarig vrederijk’ waar zovelen in geloven wordt duidelijker wanneer je duizend als een lange tijd naar de voleinding interpreteert. Want duizend jaar vrede en daarna nog een Armageddon, daar geloof ik niet in, dat is niet logisch.
Er wordt in die verzen in Openbaringen 20 ook helemaal niet gesproken over vrede. Wel over heersen, regeren.
Er wordt wel gezegd dat de satan is gebonden, maar die heeft genoeg handlangers rondlopen. De aanstichter is er niet meer maar het kwaad is en wordt gezaaid in elk mensenhart.
Zelf geloof ik met de ‘oud-vaders’ dat die ‘duizend jaren’ zijn begonnen met de uitstorting van de Heilige Geest. Dat bracht een zichtbare verandering teweeg. De tijd werd heel anders dan alle tijden daarvoor. Misschien was dat moment al eerder bij Jezus’ uitroep: ‘Het is volbracht’ maar toen was het nog niet zichtbaar. Sinds de Hemelvaart is Jezus Koning en regeert Hij, en sinds de uitstorting van de Heilige Geest breidt zijn Koninkrijk zich als een olievlek uit over deze aarde.

Nog weer verder gedacht want discussies over evolutie en/of schepping blijven ook populair:
De schepping in zes dagen. Zes is het getal van een mens. Deze aarde is voor de mens.
Het was zeer goed maar is (nog?) niet volmaakt. Zeven is het getal van de volmaaktheid. God rustte op de zevende dag die deze aarde zou vervolmaken.
Hij deed toen ‘niets’.
Hij wacht.
Hij rust.
Die zevende ‘dag’ komt nog.
Wanneer je het zo bekijkt vergaat je de lust om te discussiëren of God al dan niet 6000 jaar geleden de hele schepping in zes dagen in elkaar zou hebben gepropt. De symboliek is veel mooier en in mijn ogen veel belangrijker om de grote lijnen te kunnen zien.


dinsdag 5 april 2022

Zondagmorgen


Geschreven door Willem Jan Otten (1951) gedurende een Coronajaar.
Uitgegeven in 2022.
Ondertitel: Over het missen van God.

In dit boek volgt hij (Rooms Katholieke) kerkelijke jaren en schrijft elke week een stukje, juist ook in de tijd dat hij niet naar de mis kan vanwege de lockdown.
Eigenlijk moet je het zelf ook op die manier lezen maar daar ben ik dan weer te ongeduldig voor en trouwens, ik heb een hekel aan het (Protestantse) kerkelijke jaar terwijl Otten het RK jaar een kunstwerk vindt. Maar de RK kerkelijke jaren zijn cyclussen van drie jaar met veel verschillende, te lezen bijbel gedeelten. Dat is al een stuk beter dan het protestantse.

Ik vraag me toch af waarom gelovigen zich zulke beperkingen opleggen. Want zo voelt dat voor mij.
Soms zou ik het wel willen uitschreeuwen tegen kerkelijke instanties, regels en systemen: ‘Ga uit mijn Zon!’
En meteen nog een puntje van kritiek, dan hebben we dat maar gehad: Otten schrijft over zichzelf in de tweede persoon. Dat haat ik. Het is alsof je naar een interview met een leuterende voetballer luistert. Het andere uiterste vond ik in een boek van Henri Nouwen: ‘Eindelijk thuis’. Hij had het zo vaak over ‘ik’ dat ik het boek na 20 pagina’s in een hoek heb gesmeten. Hoe bereik je daarin een goed evenwicht.

Gelukkig schrijft Otten zinnige dingen, hij is een erudiete persoonlijkheid en kon ik over het minpuntje heen stappen.

Er staan vele mooie dingen in:
‘Op Petrus, de rots, wordt de ‘ecclesia’ gegrondvest – het is een manier om te zeggen dat de kerk op iedere gelovige afzonderlijk wordt gebouwd.[..]Jezus vertrouwt je de sleutels van het koninkrijk toe. Welbeschouwd vertrouwt hij zichzelf toe. Het is een krachtige metafoor: geloof, liefde, hoop zijn sleutels, ze ontsleutelen, ontbinden, maken vrij.’

Hij vertelt over de kunstenaar Christo die juist door het afdekken van gebouwen, door te versluieren die dingen aanwezig stelt. Zo worden de beeltenissen van Jezus op witte donderdag aan het oog onttrokken….en aanwezig gesteld.
Over het farizeïstische reinheidsdenken wat ook juist in Coronatijd zo herkenbaar wordt: Jij houdt je netjes aan de regels en anderen lappen die aan hun laars. Angst en woede in conflict met elkaar; angst voor eigen hachje en woede over die wetteloosheid.
Over Simeon in de tempel die hem doet denken aan zijn eigen (ver)wachten op een kleinkind.

Zo merk ik dat Otten meer meditatief denkt en schrijft; zelf doe ik dat meer informatief.
Eens opletten of dat verschil bij meer mensen te ontdekken valt.
Wat ik ook zeer waardeer: Otten verwijst vaak naar kunstwerken.


Een paar strofen uit ‘het mooiste gedicht van de vorige eeuw’ over Simeon:

 .........

De man had gezegd. Hij verwijderde zich.
En zwijgende bleven, Maria gekromd,
en Anna, gebukt onder jaren, hem nazien.
Voortlopend verloor hij aan waarde en lengte

voor ’t vrouwenpaar dat in het donker daar stond.
En voortgejaagd haast door haar blikken, liep hij,
in zwijgen gehuld, door de ledige tempel
de gelige gloor tegemoet van de uitgang.

…….. 

Hij hoorde hoe tijd zijn geluiden verloor.
En Simeons ziel droeg het beeld van het kind,
de stralende krans rond het donzige kruintje,
afdalende over het pad van het doodsrijk,

als fakkel de pikzwarte duisternis in,
waar nimmer tevoren ooit iemand zijn weg
op enige wijze had kunnen verlichten.
De fakkelvlam blaakte. Het pad raakte breder.

 

Joseph Brodsky (1940 – 1996) ‘Simeon’s Lofzang’




 





Dit schilderij is natuurlijk van Rembrandt. 

dinsdag 2 januari 2018

Post-Kerst


Well, so that is that. Now we must dismantle the tree,
Putting the decorations back into their cardboard boxes --
Some have got broken -- and carrying them up to the attic.

W.H. Auden
Een paar regels uit ‘For the Time Being: A Christmas Oratorio’ geschreven in 1942.

Bij kerst denken we aan de geboorte van Jezus in de stal van Bethlehem. Dat veel van de manier van vieren in principe on-Bijbels is weet ik ook allemaal wel maar ik zeg het er toch maar even bij want ons Nederlandse volk degenereert geestelijk met een rotvaart; velen weten het niet meer.
Ze hebben het te druk met eten, drinken en vrolijk zijn, familieleden ontlopen en winkelopeningstijden.
Onwillekeurig denk ik deze dagen dan ook aan die ander heilsfeiten zoals Pasen en Pinksteren.
Eigenlijk zou ik deze hersenspinsels met Pasen moeten schrijven maar wie zegt mij dat ik er dan nog ben of dat mijn blog niet gehackt is door Chinezen, Koreanen of Russen.
In ieder geval: soms moet ik eens heel ketters en oneerbiedig dingen voor mezelf hardop zeggen/schrijven om vervolgens weer verder te kunnen denken.

Hoe erg was nou helemaal die kruisiging van Jezus.
De fysieke gevolgen heeft Prof. Smalhout wel eens uit de doeken gedaan en daar wordt je inderdaad niet vrolijk van.

Maar er zijn natuurlijk veel meer mensen die martelingen hebben ondergaan of moeten ondergaan. Martelingen die nog wel langer duren dan een paar uur.
Ik wil die fysieke pijn absoluut niet onderschatten maar daarin was Jezus niet bijzonder.
De laatste tijd wordt de aandacht verlegd naar Zijn psychisch lijden. De straf dragen voor de mensheid, het verlaten worden door God de Vader.
Dat is allemaal waar maar daar kan ik me geen voorstelling bij maken, ook al zou ik dat willen.

Toen, als een heldere lichtstraal:
alle martelaren zijn overgeleverd aan hun kwelgeesten en zijn onmachtig om daaraan te ontkomen. Behalve in films.
Maar Jezus had wél de macht om te ontkomen aan dat lijden. Hij hoefde, bij wijze van spreken maar met Zijn vingers te knippen en het zou stoppen.
De satan zei het al tegen Hem bij die verzoekingen in de woestijn in Matt 4 met een verwijzing naar Psalm 91: Wanneer je van de tempel springt zullen er ongetwijfeld engelen komen om je op te vangen want God beschermt de Zijnen.
Zou dáár niet veel meer de crux zitten van Zijn lijden?
Het vrijwillig doorgaan tot het bittere eind, het doel voor ogen houdend, terwijl Hij de macht had om het op elk moment te kunnen laten stoppen?
Dat is eigenlijk best ‘onmenselijk’.
De totale stress die Hem overviel in Gethsemané wordt ietsiepietsie meer begrijpelijk. Dat de vraag door Zijn hoofd speelde: kan ik dit afschuwelijke lijden als mens wel volhouden zonder ‘met mijn vingers te knippen’?
Hier werd ik wel stil van.

Al blijft de vraag staan waarom God dit allemaal op deze manier heeft willen laten gebeuren.
‘Hij heeft ons zaliggemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen (2 Tim 1: 9)
uit een andere vertaling: ‘…In Jezus Christus wilde Hij ons zijn liefde en genade laten zien.
Dan kom ik weer uit op ‘soul-making’. Het leerproces om van ons geschikte mensenkinderen te maken voor het Koninkrijk van God. John Hick (1922 – 2012) heeft er veel over geschreven.
Verder dan dat kan ik niet denken; dan zit ik tegen mijn denkplafond. Maar er moet meer zijn.
Dat kan ik wel bedenken.


woensdag 10 juni 2020

Westerse Cultuurgeschiedenis 1300 – 1500 IV b. Literatuur

Toch nog een blogje over de literatuur in de Westerse Cultuurgeschiedenis. De tweede; De eerste staat hier
Dat had ik al eerder willen schrijven maar er was een digitaal examen af te leggen, op locatie van mijn cursus ‘post HBO Filosofie’ wat ik gelukkig ook gehaald heb. Lastig typen trouwens met handschoenen aan. Jawel….vanwege jeweetwel.

In het eerste deel ging de aandacht vooral uit naar Italiaans grootheden, maar in Europa gebeurde natuurlijk meer.
In het Verenigd Koninkrijk was daar Geoffrey Chaucer .(ongeveer 1340 - 1400)
Hij werd tot vader van de Engelse literatuur gebombardeerd.
Zijn meest bekende werk is ‘The Canterbury Tales’. Geïnspireerd door Boccaccio.  Een raamvertelling, zoals dat heet. Ik kreeg vage associaties met mijn middelbare schooltijd. 
Een groep pelgrims die elkaar tijdens hun reis verhalen verteld.
De meest bekende raamvertellingen uit de middeleeuwen zijn: Decamerone van Boccaccio, The Canterbury Tales van Chaucer en de volksverhalen uit Duizend en één nacht. 

Een tweede grootheid was een Tsjech: Johannes von Tepl. (1350 – 1415) Een letterkundige in het Tsjechisch, Duits en Latijn.  
Hij schreef 'Der Ackermann ',  een boekje waarin een akkerbouwer uit de Bohemen de Dood vervloekt en ter verantwoording roept nadat zijn geliefde is overleden.  
De macht van het woord wordt belangrijker: Tepl schrijft: ‘Ik word een akkerman genoemd, van vogelgevederte is mijn ploeg’. Dat vogelgevederte is dan zijn ganzenveer.
Dat zijn vrouw Margaretha heette weten we ook omdat hij klaagt dat ‘de twaalfde letter, de toeverlaat van mijn vreugden, op zijn wreedst uit het alfabet gescheurd.’ (i en j zijn één letter, voor de tellers onder ons)
We weten dat dit van Tepl is omdat hij gebruik maakt van een Acrosichon; elke eerste letter van een alinea vormt zijn naam. 

Zo ook Sebastian Brant. (1458 – 1521) Een Duitser; humanist en theoloog. Bekend geworden door 'Das Narrenschiff'.
Een moralistische gedicht uit 1494 met in elke zin acht lettergrepen. In de vertaling valt dat natuurlijk weg. De moraal wordt al snel duidelijk:
‘Dann wer sich für eyn narren acht
Der ist bald zu’ eym wisen gemacht (zu en eym samentrekken)
Of:
Wie zichzelf voor een nar houdt
die is snel wijzer geworden.
Jeroen Bosch heeft daar weer een prachtig plaatje bij gemaakt. Let even op de monnik en de non die ook op dat schip zitten. De clerus kreeg kennelijk al niet zo veel respect meer.

 

Als laatste 'Elckerlijc'. Ook dit herkende ik van de middelbare school.
Ongeveer in 1496 geschreven maar de auteur is niet echt bekend. En ook niet of het nu een verhaal van Engelse bodem is of van de Nederlandse.  Maar daarom niet minder boeiend als tijdsbeeld.
Een moralistisch allegorisch spel wat over ‘Iedereen’ gaat.  

Toen ik de eerst zinnen las….

Ick sie boven uut mijn throne
Dat al dat is int smenschen persone,
Leeft uut vresen, onbekent.
Oec sie ic tvolc also verblent
In sonden, si en kennen mi niet voer God.
Opten aertschen scat sijn si versot.
Dien hebben si voer Gode vercoren,
Ende mi vergheten, die hier te voren
Die doot hebben geleden doer tsmenschen profijt.

‘Boven in mijn troon gezeten
zie Ik een mensheid, die niets wil weten
van religieus ontzag.
Ze zijn verblind vandaag de dag
en ze erkennen Mij niet meer:
het aards bezit is nu hun heer.
Het geld is in Mijn plaats getreden
en men vergeet hoe Ik heb geleden
aan het kruis, voor hun profijt.

…..dan is er in die vijfhonderd jaar niet veel veranderd!
Knappe vertaling trouwens. Ik weet niet van wie.

Mijn schrijfsel zijn weer niet een exact verslag van wat ik gehoord heb. Kijk de docenten er niet voor op aan.

maandag 29 maart 2021

Zoon van de vader

Tijdens het lezen van het boek 'Barabbas' van Pär Lagerkvist vroeg ik mij al af wat toch die naam kon betekenen.
Want het is toch wel opmerkelijk dat de betekenis ‘zoon van de vader’ is. Hij staat tegenover de Zoon van de Vader.

Fijn is het dan te merken dat meer mensen daarnaar zoeken en tot ontdekkingen komen.
Ook in het N.T. is het van belang naar diepere lagen te zoeken. Wat schemert er door die verhalen heen? Welke lijnen kunnen we trekken en wat is de bedoeling?


Gisteren hierover een preek die ik in mijn eigen woorden en associaties samenvat:
Barabbas, zoon van vader is iemand – een Zeloot?-  die streed voor een koninkrijk wat opkomt uit deze wereld. Het zichtbare. Misschien was zijn vader ook wel zo’n revolutionair.
In het bewuste hoofdstuk van Johannes achttien spreekt Jezus tegen Pilatus over Zijn koninkrijk. De Zoon van de Vader strijd voor een Koninkrijk van een heel andere orde. Een orde die niet zichtbaar is en van boven komt.

Vervolgens wordt aan het volk gevraagd wie ze kiezen. Wat kiezen zij (en wij)?
Instinctief kiezen we voor het zichtbare. Zeker wanneer er ook nog eens op je wordt ingepraat. Dan weet je tenminste wat je hebt en waar je aan toe bent. Duidelijkheid; daar houden we van.
Tot zover heel kort samengevat waar de preek over ging.

Maar wat er bij mij ook naar boven komt – mede door het boek 'Leviticus' van Sacks -  zijn die twee bokken uit Leviticus 16 bij Yom Kippoer. De ene is zondoffer en de ander verzoeningsoffer. Wanneer je dat vergelijkt dan wordt Barabbas, het zondoffer  ‘de woestijn’  ingestuurd en Jezus wordt geofferd als verzoeningsoffer.

Al gaat het in het boek van Sacks natuurlijk niet over Jezus en Barabbas. De evangelisten echter, wisten wél van de geitenbok voor de Heer en de geitenbok voor Azazel.
Maar bij de evangelisten sterft Jezus wel weer  op het moment dat het Pesachlam werd geslacht. Is dat een gevolg van de kruisbestuiving tussen Paulus en de evangelisten? Want Paulus noemt in 1 Korinthe 5:7 Jezus een Pesach lam. Ook al hoort dat bij een heel ander feest dan Grote Verzoendag. Pesach is het feest van de bevrijding.
Er zijn ook veel overeenkomsten tussen Jezus en het Pesachlam: volmaakt, mannelijk, volgroeid, niet breken van de botten ect. (Ex. 12 en Num. 9)
Yom Kippoer en Pesach
Grote Verzoendag en het feest van de Bevrijding.
Samengevoegd eigenlijk best mooi.






 

donderdag 26 januari 2012

Christelijk geloof/ Evolutietheorie

Op het forum van Refoweb (religie/ open forum) is weer een serieuze discussie gaande of het christelijk geloof te combineren is met de evolutietheorie.
Altijd boeiend om te volgen. In het verleden hield ik me er meer actief mee bezig, nu probeer ik me te beheersen….wat weer niet is gelukt.
Ik begrijp maar steeds niet, ja ik begrijp het wel maar wil het niet begrijpen, waarom men zo aan die letterlijke interpretaties hangt. Het is een Oosters boek, daar gaat het om de bedoeling en niet zozeer om de feiten in het verhaal. Het verhaal is een kruiwagen om de boodschap over te brengen.
Wat voor nut heeft het om die kruiwagen aan alle kanten te bediscussiëren? Dan schiet je toch het doel voorbij?
Dat gebeurt ook wanneer je leest door een 21ste eeuw bril.
Aan de Goddelijke inspiratie wordt waarde gehecht. Ja natuurlijk is die er, alleen, probeer die niet naar je eigen hand te zetten.
Vaak heb ik gemerkt dat men bang is om van het geloof te vallen wanneer die eerste hoofdstukken niet letterlijk waar blijken te zijn. Want als iets begint te schuiven, gaat alles schuiven. Het hellend vlak argument.
Als je zo denkt ben je al van je geloof gevallen. …nee, dan heb je niet eens geloof. Het geloof is een gave van God. (Ef 2:8) Als je bang bent het op deze manier kwijt te raken is dit een motie van wantrouwen naar God toe, dus ongeloof.

Wat volgt is een tekst van Augustinus die ik ook al eens op dat forum heb gepost:
"Doorgaans weet een niet-Christen iets over de aarde, de hemel en de andere elementen van deze wereld, over de beweging van sterren en zelfs van hun grootte en relatieve posities, over de voorspelbare verduisteringen van zon en maan, de rondgang van de jaren en de seizoenen, de soort dieren, struiken, stenen enz. en op grond van redelijk verstand en ervaring beschouwt hij deze kennis als zeker.
Nu is het schandelijk en gevaarlijk wanneer een ongelovige een Christen, zogenaamd als uitleg van de Heilige Schrift, over deze onderwerpen onzin hoort praten; en we zouden alles in het werk moeten stellen om zo'n gênante situatie te voorkomen, waarin mensen bij een christen een peilloze onwetendheid aantreffen en hem daarover vol minachting uitlachen.
De schande is niet zozeer dat een onwetend persoon wordt uitgelachen, maar dat de mensen buiten de kring van gelovige christenen gaan denken dat de auteurs van onze heilige teksten er zulke opvattingen op na hielden en dat zij, tot groot verlies van degenen die we proberen te redden, als onwetende mensen worden afgeschilderd en afgewezen.
Wanneer ze merken dat een christen een fout maakt op een gebied waarvan zij zelf goed op de hoogte zijn en hem dwaze meningen horen verkondigen over onze boeken, hoe zullen ze dan aan deze boeken en aan zaken als de wederopstanding van de doden, de hoop op het eeuwige leven en het koninkrijk van God geloof kunnen hechten, als ze denken dat deze boeken vol staan met feitelijke onjuistheden over zaken die ze zelf uit ervaring in het licht van de rede geleerd hebben?"

The Literal Interpretation of Genesis 1:19–20 Chapt. 19 [A.D. 408])

zondag 16 augustus 2020

Welbeschouwd

Een roman, geschreven door Elizabeth Jane Howard (1923 -2014)  in 1956.

Pas dit jaar in een Nederlandse vertaling uitgegeven.  Welbeschouwd is de vertaling van  ‘The Long View’.
Een boek wat speelt met de tijd. Het is achterstevoren geschreven, in die zin dat je per hoofdstuk terug in de tijd gaat tot je weer in de tijd bent waar je was gebleven. Zoiets als de film 'Memento'.
Eigenlijk best bijzonder voor die tijd.

In het eerste hoofdstuk weet je al dat Mw. (Antonia) Fleming gescheiden is en een kleinkind krijgt via haar dochter van negentien zonder officiële schoonzoon. Alleen….wanneer je gewoon begint te lezen zoals in elk ander boek dan weet je niet wat je allemaal moet onthouden en op waarde moet schatten. Dus toen ik het boek uit had heb ik het eerste hoofdstuk weer gelezen om alles beter te begrijpen.
In vijf hoofdstukken ontvouwd zich het verhaal. Steeds een stap terug en in mooie zinnen. Aan het einde de ontmoeting met Conrad Fleming na allerlei ervaringen die zo kenmerkend kunnen zijn voor die leeftijd, gewoon…omdat je niet door hebt hoe het leven en de mensheid in elkaar steekt.
Met vallen en opstaan word je groot, moet je maar denken.

Hoe kan het dat een huwelijk zo loopt zoals het loopt. Dat een man er plezier in heeft om zijn vrouw zo te kleineren terwijl ze helemaal niet dom is. Uit een soort minderwaardigheidscomplex, maar juist vandaaruit op alles en iedereen neerkijkend.  Dat zie ik wel meer gebeuren in mijn omgeving. Psychologenvoer.
‘Ze was een aardig, onwetend, ongerust, fantasieloos meisje in een keurslijf dat er gewoon  voor gemaakt was om zich voort te planten, en terwijl meneer Fleming haar opnam vond hij het moeilijk om in The Origin of Species te geloven.’
In deze tijd zou hij een stickertje krijgen, regelmatig kreeg ik associaties met Sheldon uit ‘the Big Bang’.

En een vrouw als Antonia die dit alles maar slikt. Vrouwen in die tijd konden ook niet veel anders.
‘Ze herinnerde zich dat ze in haar jeugd altijd was gemaand om te denken aan de anderen die niet zo gelukkig waren als zij; betrekkelijkheid was door haar familie bij elke tegenslag ingezet als een succesvol afleidingsmiddel.’

Ik weet niet hoe het in het Verenigd Koninkrijk was maar in Nederland bleven vrouwen tot 1956 handelingsonbekwaam.
Mooi hoe ze onwennig reageert wanneer ze een man tegenkomt die haar ‘gewoon’ behandeld. Maar voor wie ze niet meer is dan gezellig tijdverdrijf.

Bijzonder boek, mooie zinnen, aansprekende sfeer. Heerlijk om af en toe zoiets tegen te komen.

O ja, deze was ook mooi:
‘Maar op dat moment kwamen de mannen binnen: teruggekeerd van de raadselachtige technische gesprekken over geld, over seks, over de moordzuchtige eigenschappen van de Noord-Koreanen – waarbij ze de belangrijke zaken even oppervlakkig hadden besproken als de vrouwen in de salon de oppervlakkige zaken grondig hadden besproken.’




donderdag 2 juni 2022

De zwarte koningin

 


Geschreven door Catharina Botermans en vers van de pers.
Een historische roman over Catharina de Medici

Een fascinerende vrouw die altijd duisterder werd weggezet dan ze waarschijnlijk was ook al had ze wel degelijk bloed aan haar handen.
Over  Catharina de Medici las ik het boek van Matteo Strukul en heel lang geleden een boek van Jean Plaidy: 'het leven van Catharina de Medici'.




Botermans schrijft via de ogen van een fictieve Italiaanse hofdame. Op zich geen slecht idee en ik begrijp ook dat een historische roman schrijven, heel veel zoek- en denkwerk vereist; toch vond ik dit boek het minste van de drie die ik over Catharina de Medici heb gelezen.
De schrijfster slaagde er bij mij niet in om me mee te nemen naar de sfeer van het Parijs van toen. De dialogen zijn naar mijn bescheiden mening te ‘dezen tijds’.

Fiora is een meisje wat met haar vader en moeder verhuist naar het Franse hof. Haar vader is bibliothecaris en wordt in dienst genomen door de koningin.
Ze wordt vertrouwelinge van de koninginmoeder en deze weet haar zo te manipuleren dat ze van alles voor haar doet met de nodige gevolgen.
Ze wordt verliefd op de gezel van kunstschilder Clouet, die het beroemde schilderij van de koninginmoeder heeft geschilderd maar moet van Catharina ook banden aanknopen met één van de ‘mignons’, de ‘inner circle’ van haar zoon Henri, de koning om te kunnen spioneren. Het wordt allemaal gecompliceerd.
Fiora heeft hulp van Guillaume, de nar en van Pépé, een aapje.

Het boek begint met de dood van Catharina de Medici in het kasteel van Blois en gaat dan terug in een grote flash back. In het kasteel van Blois zijn we vorig jaar geweest en dat maakte het wel weer beeldend.
Ook het kasteel van Chambord komt langs in het boek met afspraakjes op het dak. Dat kan gemakkelijk: er zijn zeer veel verstopplekjes tussen de schoorstenen en uitbouwsels.

De grote vraag komt naar voren of Catharina nu echt verantwoordelijk kan worden gehouden voor de Bartholomeusnacht in 1572. En wat ik ook in andere publicaties ben tegengekomen is dat Catharina vooral op zoek was naar balans in het koninkrijk. Dat liep echter niet zoals ze had gepland.

Ach, de dingen gaan zoals ze gaan en achteraf is het altijd gemakkelijk praten. Catharina zocht het beste voor haar enige overgebleven zoon als koning van Frankrijk. Welke moeder zou dat niet doen?


Of dit het originele schilderij van Clouet is weet ik niet.                                


De slaapkamer van Catharina in het kasteel van Blois. Speciaal behang zit er nog met een verstrengelde C en H.

woensdag 27 november 2019

Westerse cultuurgeschiedenis 1000 - 1300 IV Literatuur


Het was de beurt aan twee middagen over de literatuur in Europa in deze vroege periode. Wat was er eigenlijk aan literatuur? In het oosten was veel meer: bijvoorbeeld de epen van Homerus en Vergilius.
De verhalen, epen van koning Arthur zijn in deze tijd opgeschreven. Alles was poëzie. Omdat niet veel mensen konden lezen en/of schrijven kon het op deze manier gemakkelijker worden onthouden.

We begonnen met Beowulf (975 – 1025) en het lezen van fragmenten.
Een Scandinavisch verhaal van een onbekende Engelse auteur. De oorspronkelijke bewoners van Britse Koninkrijk kwamen uit Scandinavië en de verhalen kwamen mee.
In oorspronkelijk taal voor ons niet te lezen natuurlijk; daarom in het Engels. Wel leuk dat de docent, een germanist, delen van al die oude teksten op stencil erbij gaf. Kun je toch zelf even proberen om er iets van te maken.
Er was aandacht voor de vorm, metrum en alliteratie. In het midden van de zinnen een cesuur.



Op deze manier kwamen langs:

La Chanson de Roland ( het Roelandslied): ca 1200, krijgsverrichtingen van een edele held. Gaat over iemand uit de Karolingische tijd.
El poema del Cid : ca 1140. Een Spaans heldendicht wat een mix is van geschiedenis en cultuur.
Je kunt in deze tijd de route van El Cid door Spanje volgen. Broer Cathy heeft dat vorig jaar gedaan met zijn gezin.
Chrétien de Troyes, leefde ca 1135 - 1190 : Hij was de grondlegger van de Arthurromans. Hij schreef er vijf. O.a.: Lancelot en Perceval. De belangrijkste thema’s zijn dat de ridders wel vrij zijn maar hun geschiktheid moeten bewijzen door hun avonturen. En als beloning krijgen ze een knappe vrouw.
Bernard de Ventadour, ca 1150 – 1195. Een troubadour die voornamelijk over de hoofse liefde schreef.
Hartmann von Aue, ca 1165 – 1215. Hij schreef veel minneliederen en was overtuigd van zijn eigen slimheid getuige zijn:
Ein ritter so geleret was,
daz er an den buochen las,
swaz er dar an geschriben vant
der was Hartman genant,
dienstman was er zOuwe.

Wolfram von Eschenbach: 1170 – na 1220. Een rondreizende dichter en ridder.
Zijn hoofdwerk is Parzifal. Beinvloed door Chrétien de Troyes.
Dat werk heeft voornamelijk bekendheid gekregen doordat Wagner er een opera over schreef rond 1880. Ik vermoed dat dit in de loop van de leergang nog wel een keer ter sprake zal komen.
Handig is om toch het verhaal eens rustig te lezen en op te slaan. Deze verhalen hebben zoveel schilders, muzikanten, schrijvers en filmmakers geïnspireerd.
Net als het Nibelungenlied. Ook zo’n kreet die ik vaker tegenkom en dan nooit precies weet waar het over gaat. Tot nu toe natuurlijk.
Het is ook een heldenepos uit ca 1200. Auteur onbekend en er zijn verschillende versies.
Het verhaal over de ondergang van de Bourgonden, een rijk in de Rijnstreek bij Worms. Hoofrolspelers: Siegfried, Hagen, Kriemhilde en Brünnhilde.
En het was weer Wagner die hier een opera in vier bedrijven over schreef: Der ring des Nibelungen.
Met daarin de overbekende Walkürerit . Walküren zijn strijdgodinnen uit de Noordse mythologie.
De roman van Bart van Loo kwam ter sprake (de Bourgondiërs). Reden om ook dat boek eens te lezen.

Verder nog Karel ende Elegast, onze bekendste ridderroman met voor mij associaties met mijn enthousiaste leraar Nederlands op de middelbare school. Geen historische gebeurtenissen maar meer een sprookje over trouw en de voortgang van het recht en de – volgens mij – Voorzienigheid. De auteur is onbekend, er zijn geen handschriften meer van; de eerste druk dateert uit 1480.
Er zijn twee IJslandse Edda’s; De Edda van Snorri Sturluson (1179 – 1241). Deze proza uitvoering is uit 1222 en bestaat uit godenverhalen als reactie op de kerstening van IJsland rond het jaar 1000. Met de kerstening kwamen er Engelse en Franse poëzie het land binnen en dreigden de oude verhalen in de vergetelheid te raken.
De ‘poëzie Edda’ zijn gedichten uit de orale traditie die opgeschreven zijn in de Codex Regius.

Tot slot:
Walewein uit ca 1220. Twee auteurs; de beginnende Penninc en de afmakende Vostaert. Er zijn drie onderdelen waarvan de bekendste de ‘queeste naar het schaakbord’ is. Mede omdat Louis Couperus een boek schreef naar dit verhaal: ‘het zwevende schaakbord’.
Ik heb veel van Couperus gelezen maar deze niet. Moet ik ook eens doen. Men is bezig om Couperus te hertalen maar ik weet nog niet of ik daar blij mee ben. Het is zo heerlijk om in die oude tijden te duiken. Dan past daar ook die oude taal bij. En wanneer je gewend bent om de Statenvertaling van de Bijbel te lezen dan is Couperus daarbij vergeleken een wassen neus.
Van den vos Reynaerde, Latijnse dierenverhalen uit Frankrijk. Ca 1200 -1270.
Ik maar denken dat Jean de la Fontaine die heeft geschreven maar het is Willem die Madocke maecte. Volgens het acrostichon bij het laatste vers.
Kennelijk heb ik iets door elkaar gehaald.
Het is een verhaal over de middeleeuwse rechtspraak op de hofdag van Koning Nobel.

Als allerlaatste kwam Dante Alighierie nog even voorbij omdat hij op de grens leefde van 1261 – 1321. Maar hij komt in de volgende leergang uitgebreider aan de orde.


Eén van de oudste (rond 1180) Duitse liefdesgedichtjes :

Dû bist mîn, ich bin dîn.
des solt dû gewis sîn.
dû bist beslozzen
in mînem herzen,
verlorn ist das sluzzelîn:
dû muost ouch immêr darinne sîn.

En 'last but not least' onze eerste Nederlandse zin die in Engeland is ontdekt en stamt uit ongeveer 1100:

‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu wat unbidan we nu’
oftewel:
‘Alle vogels zijn nesten begonnen, behalve ik en jij. Waar wachten wij nu op?’




Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.




donderdag 25 augustus 2022

Vorsten van Albion


Een boek over de dynastie van de Plantagenets in Engeland.
Geschreven door Dan Jones (1981) in 2012, een historicus en journalist; vertaald in 2020.

Albion is een oude naam voor de Britse eilanden al wordt er meestal alleen Engeland mee aangeduid.
Ondanks dat dit blogberichtje heel schematisch is, las het boek als een trein.
De eerste ‘Plantagenet’ was Godfried, graaf van Anjou. Een Fransman die bekend werd omdat hij brembloesem op zijn hoed droeg.  In het latijn: Planta Genista.



Zijn zoon Henry II was zijn troon opvolger en kreeg via moederskant (Mathilde/Maud) Engeland in bezit.
Henry II trouwde met Eleonore van Aquitaine waardoor het Angevijnse rijk ontstond. Dat rijk bestond uit delen van Schotland, dat wat nu het verenigd koninkrijk is minus Wales en delen van Frankrijk tot aan de Pyreneeën. Best een heel groot rijk.

Hun zoon Richard Lionshearted  (Leeuwenhart) erfde de troon maar stierf kinderloos; broer  John Lackland (zonder land) was inmiddels de derde Plantagenet en zijn (klein)kinderen zette de tradities voort tot Richard II, de laatste Plantagenet. Na hem werd het stokje overgenomen door neef Henry IV (Bolingbroke) van het huis Lancaster. Zij hadden als embleem een rode roos. Het huis van York had een witte roos en kwamen later samen in de ‘Tudorroos’ van het huis Tudor.
Lancaster en York waren zijtakken van de Plantagenets.

De dynastie van de Plantagenets regeerden zo’n tweehonderdvijftig jaar over delen van Frankrijk en Engeland; van 1154 tot 1399.
Een weergave van de volgorde van de heren koningen en heel summier hun wapenfeiten.

Henry II (1133 – 1189), getrouwd met Eleonore van Aquitaine is bekend geworden vanwege
1. de moord op zijn vriend Thomas Becket,
2. Het begin van een vorm van rechtspraak
3. Voortdurend in conflict met de koning van Frankrijk: Louis VII, de ex-man van zijn vrouw en zijn zonen aan wie hij eer verschuldigd was.

Richard Lionshearted (1157 – 1199), zoon van Henry en Eleonore werd bekend vanwege
1. zijn deelname aan de derde kruistocht en gevecht met Saladin.
2. Eindeloos gedoe met zijn vader.
3. Hij was een vechtjas.
4. Hij bouwde Chateau Gaillard.

John Lackland (1166 – 1216)  Broer van Richard
1. Probeerde voortdurend zijn broer van de troon te lichten.
2. Na zijn troonsbestijging kalfde het rijk af doordat hij zijn leenmannen niet echt netjes behandelde.
3. Zo ontstond de eerste vorm van de Magna Carta, waardoor de macht van de koning aan banden werd gelegd. Onder dwang moest John hem ondertekenen. Zo werd het hooggerechtshof geboren.
4. Verloor Bretagne, Normandië, Anjou en Tourraine.

Henry III (1207 – 1272), oudste zoon van John.
1. Volgde zijn vader op op 9 jarige leeftijd. Hij was een vrome koning. Edward de Belijder was zijn grote voorbeeld.
2. Ook weer gedoe met de Franse koning, dit keer Louis VIII  en met zijn zwager Simon van Montfort.
3. Nam de regels van de Magna Carta niet echt serieus.
4. Hield van kunst en stimuleerde dat. Toch de genen van zijn oma?

Edward I (1239 – 1272), oudste zoon van Henry III.
1. Vermoorde Simon van Montfort.
2. Ging ook weer eens op kruistocht.
3. Lijfde Wales in. Liet zich inspireren door de legenden van King Arthur. Bouwde een ring van kastelen in Wales. Moeten we eigenlijk ook eens gaan kijken.
4. Zette de joden zijn land uit na eerst te hebben uitgezogen ten gunste van zijn schatkist.

Edward II (1284 – 1327), jongste zoon omdat de oudere jongens al jong stierven en de rest meiden waren.
1. Hield niet van regeren, flierefluiterde liever met zijn vriend Piers Gaveston, mogelijk een homofiele relatie. Liet het besturen teveel over aan zijn vrienden waardoor hij onder supervisie kwam te staan van de 'Lords Ordainers' waarvan Thomas of Lancaster de belangrijkste was.
2. Trouwde met Isabella, dochter van de Franse koning Philip IV. Over haar heb ik ooit wel eens een boek gelezen: ‘Isabella de Schone’ van Margaret Campbell Barnes. Veel weet ik er niet meer van. Het stond thuis in de boekenkast en ik was veel te jong toen ik dat las maar de voorkant was zo mooi. In mijn herinnering was zij schuldig aan de moord op haar echtgenoot. Iets met een beerput; het fijne weet ik niet meer en Jones noemt dit niet. Zij had de bijnaam: Wolf of France. Klinkt niet goed, maar vrouwen konden zelden goed doen.
Zij had een relatie met Roger Mortimer.
3. Verloor Schotland bij de 'Battle of Bannockburn'.
4. Werd gevangengenomen en afgezet ten gunste van zijn zoon Edward III. Onder supervisie van zijn moeder Isabella en Roger Mortimer.

Edward III (1312 – 1377), oudste zoon van Edward II.
1. Zodra hij de leeftijd had liet hij Roger Mortimer vermoorden en zijn moeder  opsluiten.
2. Start van de honderdjarige oorlog met Frankrijk. Winnaar van de slag van Crécy en Poitiers door het gebruik van bereden boogschutters.
3. Oprichter van de Orde van de Kouseband.  Het verhaal gaat dat bij hem de uitspraak vandaan komt:
‘Honi soit qui mal y pense’ : Schande voor wie er kwaad van denkt. Maar meer waarschijnlijk komt het bij een Engelse dandy vandaan Henry Grosmont, graaf van Lancaster die kousenbanden droeg voordat het een vrouwelijk attribuut werd.
Mijn vader gebruikte die uitspraak ook wel eens.
4. Ontwikkeling van het Lagerhuis tegenover het Hogerhuis.
5. Verloor steeds meer delen van Aquitaine (Guyenne) aan de Franse koning.
6. Stelde het Engels in als voertaal in rechtbanken en parlementen.

Richard II (1367 – 1400), zoon van de Zwarte Prins en kleinzoon van Edward III.1. Hij wilde wel maar kon het niet. Slechte adviseurs, depressies en toen hij eenmaal echt de macht had werd het een terreurbewind.2. Dapper was hij wel in zijn jonge jaren; ging te paard de boerenopstand te lijf. Beloofde van alles maar kwam niets na.Werd gevangen genomen door  Henry Bolingbroke (de latere Henry IV en één van de Lords Appellanten), zoon van John of Gaunt, in de Tower gevangen gezet en later vermoord.


En zo kwam er een eind aan het huis Plantagenet.
Ja, het is weer een boek wat geschreven is door een man. Heel veel historische figuren rondom de politieke besognes en de vele, vele veldslagen. Ze vochten wat af in vroeger tijden.
Het is niet anders, helaas. Ik ben dan toch altijd wel nieuwsgierig naar de invloed van vrouwen die achterbleven bij de veldslagen. Die invloeden zijn natuurlijk niet te meten.
Misschien is dat maar goed ook. Wanneer dat in schema's en tabellen terecht zou komen zou er onmiddellijk weer aan gesleuteld worden.