Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Nog eens die vrije wil. Sorteren op relevantieAlle posts tonen
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Nog eens die vrije wil. Sorteren op relevantieAlle posts tonen

woensdag 26 juli 2023

Dordt zoals je Dordt niet kende

Ondertitel: het aanbod van genade in de Dordtse leerregels.
Dit jaar geschreven door Gert van den Brink naar aanleiding van de discussie over 'het Evangelie zonder kleine lettertjes'.

In dit boekje legt hij de Dordtse leerregels nog eens uit. Dat is wel nodig omdat er maar weinig zijn die weten wat er in staat en wat de bedoeling was van die regels.
Er wordt ook ongegeneerd tegenin gepreekt.
Hoewel deze dominee niet tot mijn kerkverband behoort is hij ook filosoof en dat maakt dat ik zeer geïnteresseerd ben in zijn pennenvruchten.


Die oude geschriften zijn ontstaan in roerige, godsdienstige tijden en zijn dan ook ergens tégen gericht.
In dit geval de theologie van Jacobus Arminius. De Remonstranten leerden vanalles en daartegen richtte deze leerregels zich maar dat niet alleen; het is ook een geschrift wat vóór de Gereformeerde leer geformuleerd is.
Daarbij is het niet zo dat het in beton gegoten regels zijn maar meer ‘piketpaaltjes’ (p 48) want niet iedereen op die synode was het met elkaar eens. Er moest rekening worden gehouden met verschillen in denken. Dus er werd uiterst voorzichtig geformuleerd.

Wat mij opviel:
Van den Brink is voorstander van de vrije wil. Dat verbaasde me. Want in de Nederlandse Geloofsbelijdenis art 14 staat toch duidelijk:

‘Daarom verwerpen wij al wat men hiertegen leert van den vrijen wil des mensen, aangezien de mens niet dan een slaaf der zonde is, en geen ding kan aannemen, zo het hem uit den hemel niet gegeven zij, Joh. 3:27.’

En in de Dordtse regels zelf:  H 3 art 3  lees ik: ‘Verwerping van de dwaling: De vrije wil is door de zondeval niet aangetast’

Een ander punt:
van den Brink noemt ook dat predestinatie van personen niet altijd te maken heeft met een functie. Hij noemt Rom 9 (p 85)
Nee, niet altijd maar bijna altijd wèl. Want of dat in Rom 9 ook zo bedoeld wordt blijft voor mij  de vraag. Om dan die predestinatie zo’n grote rol toe te dichten is naar mijn bescheiden mening dan ook on- Bijbels. Wij hebben er platweg gezegd geen moer mee te maken.
We hebben de opdracht om gehoor te geven aan het Evangelie.
Dat is ook wat van den Brink iedere keer benadrukt. De hoofdvraag van het boek is ‘wat is Gods intentie met het Evangelie’. (p 158)
Wel; om ons het geloof te geven. Niet meer en niet minder.

Nog een punt:
Predestinatie en determinisme waar ik geen probleem mee heb maar van den Brink wel. Hij, of beter gezegd, de christelijke theologie (volgens hem) lost dat op door te stellen dat Gods eeuwigheid een eeuwig heden is. (p 89)
De besluiten van God in de eeuwigheid gaan gebeuren in de tijd. Die moeten nog worden uitgevoerd. Dus het idee gaat vooraf aan het kunstwerk. (p 89)
Gods besluiten zijn niet definitief maar prae-finitief.
De mens blijft auteur van zijn eigen daden en die menselijke component mogen we niet verwijderen want dan zou God de enige oorzaak van alles zijn – wat volgens mij zo is -; ook de auteur van de zonde en zouden wij in een systeem gevangen zitten. (p 92)
  
Ik vond het in eerste instantie prachtig filosofisch gevonden.
En misschien heeft hij gelijk en ik niet maar dan nog: wanneer God Alwetend is en alles overziet dan weet hij wat er gaat gebeuren; wie er gaat geloven en wie niet en dan zal Hij voor de gelovigen alles laten meewerken ten goede.

Het is een interessant boekje wanneer je de problematiek serieus neemt.


  

vrijdag 26 mei 2023

Zonder vrije wil

Geschreven in 2011 door Jan Verplaetse,  (1969) een Vlaams filosoof en schrijver.
Al eerder noemde ik hem omdat ik in de Filosofie special uit 2019 over de vrije wil, herkenbare dingen las.
In dat artikel herkende ik wel het gedachtengoed van Schopenhauer maar werd hij niet genoemd. In dit boek staan verschillende uitspraken van hem.

Nu heb ik zijn ‘filosofisch essay over verantwoordelijkheid’ eindelijk gelezen. En dat was een hele kluif.
Een aantal stukken heb ik, als geïnteresseerde leek, verschillende keren moeten lezen om echt te begrijpen waar het over gaat.


Wat nu volgt is eerst een lijstje met woorden waarvan je de betekenis moet kennen anders raak je echt de weg kwijt.

Syllogisme: een redenering die uit twee of drie premissen (vooronderstellingen dat iets waar is) bestaat en gevolgd wordt door een logische, onweerlegbare conclusie.
Een voorbeeld wat ik zelf vaak gebruik tot hilariteit van de familie:
P1. Mensen zijn raar. P2. Ik ben een mens dus C.  Ik ben raar.
Een variatie op het Socrates-is– sterfelijk syllogisme.
Determinisme:  elk gevolg wordt voorafgegaan door een oorzaak.  Indeterminisme is dan het tegenovergestelde: niets ligt vast.
Causaliteit:  oorzakelijkheid; het verband tussen oorzaak en gevolg.   Acausaliteit is het tegenovergestelde dus geen verband tussen oorzaak en gevolg.
Causaal determinisme is dan een oorzaak- gevolg- ketting maar altijd gericht op het verleden. (Wanneer het op de toekomst is gericht is het teleologische determinisme)
In de kwantumfysica zijn de meningen hierover nog verdeeld, althans in de tijd dat het boek is geschreven. Hoe het er nu voorstaat weet ik niet.
En kwantumfysica is geen dagelijks menselijk leven.
Compatibilisme: de filosofische stroming die stelt dat vrije wil en determinisme beiden waar kunnen zijn. Incompatibilisten denken dat het niet kan.
Daarin heb je weer harde en zachte incompatibilisten:  
Libertarisme; stroming die in een vrije wil gelooft en het eens is met P1 en P2 maar P3 verwerpt. (zie verder) Dit zijn zachte incompatibilisten.
Alternatieve opties: de mogelijkheid om een andere beslissingen te nemen.
Broncontrole: de productie van beslissingen moet in handen zijn van een bron waarover de beslissende persoon controle heeft, zoals het eigen Ik. (maar die kan uitputtend gemanipuleerd worden)

Het Syllogisme van Verplaetse (p37):
P1: indien causaal determinisme waar is, dan zijn alternatieve opties en broncontrole uitgesloten.
P2: Alternatieve opties of broncontrole zijn noodzakelijk voor verantwoordelijkheid.
P3: de alternatieven voor causaal determinisme zijn irrelevant of uitgesloten.

C: Verantwoordelijkheid is uitgesloten.

Alle premissen worden behandeld, vaak met behulp van gedachtenexperimenten.
Over P1 is iedereen het wel eens. Indien causaal determinisme waar is, dan…
De moeilijkheden zitten in P2 en P3. Dat wordt allemaal haarfijn uitgelegd en behandeld.

In hoofdstuk vier beschrijft hij de maatschappelijke gevolgen. Verantwoordelijkheid en schuld bestaan niet; hoe nu verder? Is dat om problemen vragen?
Verandert dat ons, mensen, in amorele en onverantwoordelijke wezens? Nee, natuurlijk niet.
Bij de gevallen dat het toch niet loopt zoals in onze samenleving is afgesproken zouden we niet voor het strafrecht moeten kiezen maar voor het maatregelenrecht.
Hoe komt iemand tot zijn/haar daad en hoe kunnen we dat in de toekomst voorkomen.
In Nederland gaan we al die kant op.

De antwoorden zijn voor mij niet altijd bevredigend maar wanneer dit weer een aanzet is tot verder denken over schuld en verantwoordelijkheid en hoe daarmee om te gaan dan is dat alweer mooi..

Zelf moet Verplaetse vaak tegen zijn intuïtie in redeneren en erkent hij het probleem van de ‘lijdzaamheid’ bij een onvrije wil wat op de loer ligt.
Hij redeneert vanuit een naturalistische visie en dat vind ik wel weer spannend omdat de gereformeerde wereld die vrije wil ook altijd verworpen heeft. (Pelagius/ Augustinus; Erasmus/ Luther; Arminius/ Gomaris en art 14 van de NGB)
Die gereformeerde leer heeft er geen problemen mee omdat God ons voor verantwoordelijk houdt. Dat mag Hij, als Schepper.
Daar zit een knoop, ja. Het zij zo.
Hij houdt ons ook voor rechtvaardig en schuldloos alleen al wanneer wij in Hem gelóven, terwijl we dat feitelijk niet zijn.
Expres zeg ik: gereformeerde leer want volgens mij ben ik nog één van de weinigen die overtuigd is van een onvrije wil.
In die leer zie je inderdaad dat die lijdzaamheid op geloofsgebied soms te grote proporties aanneemt.

Zinnige dingen schrijft hij over (zelf)verwijten maken en wat dat voor gevolgen heeft. Dat het beter is om pas op de plaats te maken en te onderzoeken hoe je zelf en/of de ander zover zijn gekomen dat er verwijten zouden kunnen ontstaan.
Mijn slogan is al jaren: ‘hoe meer ik weet, hoe beter ik begrijp en hoe gemakkelijker het wordt om de ander te vergeven.’

Maar ook hij moet erkennen dat een sluitende filosofische waarheid toch iets anders is dan de praktische wereld om ons heen.
Dat vind ik dan wel weer bijzonder van ons, mensen. Wanneer iets zo logisch is waarom geloven we dat dan niet en leven we er niet naar? Of op z’n minst: streven we niet naar een samenleving zonder verantwoordelijkheid en de schuldvraag.
Er zijn steeds minder mensen die verantwoordelijkheid willen en durven nemen en dragen omdat ze er vaak op worden afgerekend met soms nare gevolgen.
Afschaffing van verantwoordelijkheid betekent tenslotte niet dat we ons onverantwoordelijk zouden moeten gedragen.
Ik moet het laten bezinken er eens langer over nadenken. Om zijn argumenten meteen in discussies te gebruiken lukt mij nog niet. Het moet eerst zijn weg vinden in mijn grijze massa.

Ongetwijfeld doe ik deze filosoof tekort met mijn samenvatting. Want hij schrijft zoveel behartenswaardige dingen. Er staan vele strepen in het boek.

woensdag 12 april 2023

De scheepsjongen


Geschreven door John Boyne, (1971) in 2008. Een Ierse schrijver en journalist.

Zijn bestseller is ‘de jongen in de gestreepte pyjama’ wat ook verfilmd is. Dat ga ik niet lezen of naar kijken want dat gaat over de oorlog.
Dit is een historische roman over een jongen met een belast verleden die kan kiezen tussen aanmonsteren als scheepsjongen op de Bounty (1787) of de gevangenis in.
Dan maar scheepsjongen worden van kapitein William Bligh




Het waar gebeurde verhaal is geschreven vanuit het perspectief van deze jongen: John Jacob Turnstile. Maar hij is een fictief persoon terwijl de rest van de bemanning met naam en toenaam bekend was.
Oorspronkelijke titel is: Mutiny on the Bounty
Maar……daar heb ik ooit eens een boek over gelezen. Geschreven door  Charles Nordhoff en James Norman Hall in de jaren 1932 -1934.
Dat boek is in 1935 verfilmd met Clark Gable (als Fletcher Christian) in de hoofdrol.
Van die film heb ik ooit flarden gezien. Ik denk tijdens een logeerpartij bij een oom en tante die televisie hadden. Ik herinner me kapitein Bligh in een roeibootje; wat een lelijke man.
Later las ik dat het Charles Laughton was. Slecht gecast, gezien het portret van Bligh maar wel indrukwekkend.
Later is het verhaal nog meerdere keren verfilmd en dat maakt wel duidelijk dat het verhaal enorm tot de verbeelding spreekt.
Kapitein Bligh heeft de opdracht om op Otaheite (Tahiti)  Broodbomen te gaan halen om die in de Cariben af te leveren als toekomstig voedsel voor de slaven. 

Hij kwijt zich zeer gedisciplineerd van zijn taak; hij zorgt beter voor zijn plantjes dan zijn manschappen waardoor het fout loopt.
In het boek van Boyne komt de muiterij toch wat uit de lucht vallen. Een gedeelte wil gewoon terug naar het luie leven met de vrije moraal op Tahiti.

Drie weken nadat ze uit Tahiti zijn vertrokken slaan de mannen aan het muiten.
In 1789 was dat; hetzelfde jaar als de Franse revolutie. Wat is dat toch? Hing er iets recalcitrants in de lucht? 
De kapitein wordt met de mannen die hem trouw blijven met wat water en voedsel overboord gezet in een roeiboot en moeten het maar zien te redden.
John Jacob is één van hen.
De muiters kunnen niet op Tahiti blijven want dan zouden ze direct gevonden worden door de Engelse regering en de doodstraf krijgen.
Uiteindelijk belanden ze op het eiland Pitcairn en stichten daar een leefgemeenschap met een groep Engelsen en Tahitiaanse mannen en vrouwen.
Het loopt uit op een fiasco ook al wonen er nu nog nazaten, maar dat weet ik nog uit het andere boek. In mijn hoofd loopt het nu een beetje door elkaar.
Ik moest ook denken aan het boek van William Golding: ‘Lord of the FLies’.
Een gemeenschap stichten en die vredig en soepel laten verlopen is zo makkelijk nog niet. 
Mensen zijn soms gewoon heel foute beestjes.
Uiteindelijk is het  John Adams toch gelukt......met de Bijbel in zijn hand. Wel bijzonder om even te vermelden.

De grote held van het verhaal is toch wel kapitein Bligh, die met ongelofelijke moed een aantal mannen (18) weet te redden en per roeiboot en weinig voedsel door weer en wind een afstand weet af te leggen van 6700 km van Tahiti (Otaheite) naar Timor.
Het verhaal van Boyne gaat voornamelijk over die reis en laat de muiters verder buiten het verhaal.




zaterdag 19 november 2022

Numeri

ondertitel: boek van de woestijnjaren.
Geschreven door Jonathan Sacks en onderdeel van zijn serie over de Thora.
De eerste drie boeken heb ik gelezen en heb er van genoten. Wanneer je de Joodse achtergronden en verklaringen bij de verhalen leest vergroot dat je inzicht in het geheel.

Ook dit boek bestaat weer uit parasja’s. Tien stuks. En die weer uit verschillende essays over onderwerpen die aan de orde komen. Het zijn niet altijd de onderwerpen die ik zelf interessant vind maar die hij de moeite van het vermelden waard vindt.


Numeri gat over de reis van de berg Sinaï richting het beloofde land; de oevers van de Jordaan.

Leviticus was het hoogtepunt van het chiasma (ABCBA) van de vijf Bijbelboeken; Exodus en Numeri (B) gaan allebei over een reis.
Op pagina vijftien van het boek heeft Sacks een mooi overzicht opgenomen met alle overeenkomstige verhalen tussen de boeken.
Verschillen zijn er ook: het volk is in Numeri niet langer een groep slaven met de bijbehorende slavenmentaliteit die op de vlucht zijn, maar een natie die een verbond heeft gesloten met God; die een wetboek hebben ook al hebben ze nog geen land.
Dat is meteen ook het verschil met andere volkeren. Die hebben eerst land en pas later een wetboek. Is er geen land meer dan is ook het wetboek overbodig.
Bij de Joden niet. Ook al hebben ze geen land dan zijn ze toch verbonden door het verbond met God en de wetten en regels.

Wat wil ik verder onthouden? Het hele boek natuurlijk…..

Het stuk over de priesterlijke zegen. In 1997 vond men in Ketef Hinnom zilveren boekrolletjes van drie cm waarop in Paleo - Hebreeuws (werd vóór de Babylonische ballingschap gebruikt) de priesterlijk zegen staat in een heel precieze literaire structuur.
De betekenis van elke zinssnede legt hij uit. Hartverwarmend. Ik zal die priesterlijke zegen nu met andere oren horen.

In het verhaal met Korach, Dathan en Abiram uit Numeri 16 komen ook wijze lessen aan bod. Korach, een Leviet trekt samen op met Dathan en Abiram; nakomelingen van Ruben.
Ze komen bij Mozes en betwistten zijn leiderschap. Hun argumenten klinken heel plausibel zoals Sacks laat zien. Het heeft te maken met de blauwe draad in kwastjes van de gebedskleden. De tsietsiet.
Waarom zaten die drie toch fout?
Omdat ze niet door hadden de essentie van een gebod in het middel zit en niet in het doel.
Dat lijkt me voor ons ook wel van belang.
Wanneer we leren te volgen, ook al begrijpen we niet direct waarom, zal ons dat transformeren in mogelijke leiders. Korach kon nooit een leider zijn/worden omdat hij niet in staat was om een volger te zijn. Wanneer je zelf niet kunt gehoorzamen zul je anderen nooit kunnen overtuigen om gehoorzaam te  zijn.
Nog iets wat mij toch wel opviel: In Numeri 16: 32 staat dat de drie met alles wat ze bezaten én hun gezinnen verzwolgen werden.  (Sink hole?)
‘De aarde opende haar mond en verzwolg hen, met hun gezinnen.’ 

Maar in Numeri 26: 11 staat dat de kinderen van Korach niet gestorven waren en ook Sacks noemt de kinderen van Korach als nazaten van hem die psalmen creëerden. Bijvoorbeeld ps 84, ‘van de Korachieten’.
Dus ja, dat letterlijke lezen levert toch problemen op; althans voor fundamentalistische lezers.
Voor Sacks niet en ik maak me er ook niet druk  om.

Dan de houding van Mozes in ‘beide reizen’; van vóór de Sinaï en daarna en zijn ‘zonde’ waardoor hij het beloofde land niet in mocht.
Tijdens beide reizen, in Exodus en in Numeri murmureren (prachtig woord! Ik gebruik het regelmatig tegen mijnheer Cathy) de Israëlieten over water, over eten en hebben spijt van hun reis en willen ze terug.
Mozes reacties verschillen nogal. In Exodus hoort Mozes het aan, spreekt tot God, God zegt wat hij moet doen en hij doet het.
In Numeri lijkt hij er veel emotioneler mee om te gaan. Ondanks zijn ervaringen is hij kennelijk niet wijzer geworden en lijkt zijn veerkracht verminderd.
Verklaring: in Exodus wordt technisch leiderschap vereist. Het volk had nog steeds een slavenmentaliteit die moest veranderen in een natie van mensen die de verantwoordelijkheden van de vrijheid op zich konden nemen. Mozes moest adaptief leiderschap gaan tonen.
Maar hij ontdekte dat het volk nog helemaal niet was veranderd. Weer klaagden ze over dezelfde dingen als in Exodus en gaven de schuld aan een ander. Om wanhopig te worden en dat werd hij dan ook, zo af en toe. ‘Mensen helpen de kracht te vinden om te veranderen – dat is de grootste uitdaging van leiderschap.’
Vrije mensen geven anderen niet de schuld van hun ongeluk.
Mozes was eigenlijk zelf het probleem bij de reis vanaf de Sinaï naar het beloofde land.
Mozes was de sterke leider om het volk uit de slavernij te leiden maar bleef in gebreke om de mensen de kans te geven hun eigen sterke kanten te ontwikkelen. Daar was Jozua, zijn opvolger, beter in.
Na de aanstelling van de zeventig oudsten ging het beter al ging Mozes in de fout toen hij op de rots sloeg om het volk water te geven in plaats van spreken zoals God bevolen had. (Num 20)
Ik heb daar al eerder een berichtje aan gewaagd.
Terwijl eerder God al eens had gezegd dat hij op een rots moest slaan (Ex 17)
Daar heb je weer dat verschil in reis. Vóór of na de Sinaï.
Maar ook een verschil in generatie. Er was nu een generatie die in vrijheid was gebóren. Vrije mensen moet je anders benaderen, die reageren op overreding en niet op slaan. Slaan hoort bij de slavenmentaliteit.
De dubbele boodschap die ik er in zag, - zie mijn blogberichtje -  daar heeft Sacks het vanzelfsprekend niet over. Maar als elk vers in de bijbel zeventig uitleggingen toestaat dan zit de mijne er vast wel bij.

Vaak heb ik mij afgevraagd waarom die woestijn reis zo lang moest duren; een generatie zelfs. Volgens Sacks kost het tijd om mensen te veranderen. Zeker vanuit de slavernij naar de verantwoordelijkheden die vrijheid met zich meebrengt. Er was een nieuwe generatie voor nodig die in vrijheid was geboren, niet gehinderd door de gewoonten van de slavernij. Dat kost tijd; er is geen kortere route.
Over het beeld woestijnreis – mensenleven heeft hij het niet. Terwijl ik dat er toch wel inzie. Ergens schrijft hij (p 355) dat ze (we) geroepen zijn om een rolmodel te zijn, een belichaming van de Thora. Ja, dat lees ik toch ook in Rom 8:29.
Wel ingewikkeld: de joden moeten het allemaal zelf doen en voor ons, heidenen, is het al gedaan en hebben we een levend rolmodel.

Ook de vreemde verboden die in dit boek voorkomen worden besproken en komen overeen met wat ik al wist. Zoals een bokje dat niet gekookt mag worden in de melk van zijn moeder, het niet dragen van wol en vlas. Het zit in het verschil in ordes in de schepping. (Dat is de enige echte scheppingsorde!)
In dit blogberichtje heb ik wat genoemd.

Wat mij ook nog opviel is dat Sacks benoemt dat Israël direct onder de soevereiniteit valt van God en ander volken worden geregeerd door aardse en hemelse tussenpersonen. (p 381)
Dat had ik al eens geleerd van Willem Ouweneel naar aanleiding van gedeeltes uit het Oude Testament. Ieder volk heeft zijn eigen Engelvorst. Dus als twee profeten hetzelfde zeggen…
Daarop voortbordurend vond ik altijd wel dat de Engelvorst van Afghanistan dan wel eens wat beter zijn best mocht doen voor dat troosteloze land.
Zijn lofzang op Israël waar God zo dichtbij is, meer dan in een ander land. Waar ik niet zoveel geloof aan hecht want dan denk ik weer heel nuchter: fijn dat Theodor Herzl zijn zin niet heeft gekregen want dan was het mogelijk een Argentijnse Jodenstaat geworden. ( p 43 van ‘de Jodenstaat’)

De wetten en verhalen die elkaar afwisselen in het boek Numeri; de wet wordt aangekondigd vóór het verhaal waarop ze van toepassing is. 
De faalangst van de tien verkenners; de sprekende ezel van Bileam. Het is teveel om hier te noemen.

Ja, het valt weer op in dit boek, de liefde die Sacks heeft voor God en zijn volk. Om ontroerd en blij van te worden.
Verder ben ik ook blij dat hij regelmatig dingen herhaalt in de verschillende parasja’s. Sinds ik Corona heb gehad lijkt het of mijn brein (nog) langzamer werkt dan voorheen en minder kan onthouden. Niet fijn.

En Sacks blijft meester in het poneren van one-liners:

‘De Goddelijke aanwezigheid is niet te vinden in de ene stem tegenover de andere stem, maar in het gesprek als geheel.’

‘Alleen door open te staan voor een macht die groter is dan zijzelf worden mensen groter dan zichzelf.’

‘God schiep de tijd zodat niet alles tegelijk gebeurt.’

‘Een van de grote verschillen tussen het jodendom en andere religies is dat, terwijl andere religies ernaar streven mensen te verheffen naar hemelse sferen, het jodendom er naar streeft de hemel op aarde te brengen.’

Dan is nu het wachten op de uitgave van Deuteronomium. 



En dan lees ik vlak na dit boek een interview met David Grossman in de Trouwbijlage.
Hij krijgt volgende week de Erasmusprijs uitgereikt door onze koning.
Het gesprek is zo down to earth. Het contrast kan niet groter zijn.
Een rabbijn die dagelijks met zijn neus in de TeNaCH met aanverwante geschriften zat en zich omringde met gelovigen of deze schrijver; wonend vlakbij Palestijnse gebieden, een twintigjarige zoon heeft verloren in een oorlog, niet in God gelooft maar wel met vrienden de TeNach bestudeerd.



maandag 17 oktober 2022

Nog eens die vrije wil

Afgelopen week werd ik er weer mee geconfronteerd: die vrije wil.
Iemand kon zich niet voorstellen dat alles vast zou liggen.
Er werd een losse opmerking gelanceerd van een ander persoon (die niet aanwezig was) dat diegene het gevoel had als een vlieg vastgeprikt te zitten aan de muur wanneer we geen vrije wil zouden hebben.
Dan zet mijn brein zich weer krakend in beweging en gaan mijn grijze cellen op volle toeren draaien.

Ik kan het begrijpen dat, wanneer mensen niet gelovig zijn, zij in een vrije wil geloven en dat, wanneer neurowetenschappers iets ander gaan beweren dat nogal beklemmend kan overkomen en de nekharen overeind gaan staan.
Maar voor gelovigen? Waarom is het zo erg of zo moeilijk om te geloven dat alles vast ligt in Gods handen? Dat Hij degene is die alles overziet en bestuurt en tot Zijn doel brengt?
‘de mens overdenkt zijn weg maar de Heer bestuurt zijn voetstappen’.  (Spreuken 16:9)
Helaas greep ik niet de kans om deze vraag er tussendoor te gooien. Ik denk niet zo snel. Voordat ik hem in mijn hoofd heb geformuleerd is het gesprek al weer veel verder. Buiten dat overdenk ik het liever eerst even.

Zelf heb ik er geen enkele moeite meer mee, met dat ‘vastgeprikt zitten aan de muur’. Omdat ik dat zo helemaal niet ervaar.
Dan is het gevoel kennelijk leidend bij het al dan niet, wat oppervlakkig verdedigen van die vrije wil. Maar hoe zit het dan met je verhouding tot God?
Is er wel een goede relatie wanneer je het gevoel hebt dat je ‘vastgeprikt’ zit?

Jezus kwam op deze wereld en zijn weg lag vast. Dat veronderstel ik en Hij was echt geen robot!
Was dat voor Hem een probleem?
Ik denk het niet want Hij dacht net als Zijn Vader. Hij ging Zijn gang zoals de Vader dat ook doet.
Dus wanneer we gelijkvormig worden aan de Zoon – en dat kan een lang proces zijn – dan gaan we zo doen en handelen. Dan worden we veranderd in ons denken waaruit dat handelen voorkomt.
‘want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.’ (Fil 2:13)
Dan is er geen gevoel meer van ‘vastgeprikt’ zitten of onvrijheid.
Juist niet.


Leef als vrije mensen, en verschuil u niet achter uw vrijheid om u te misdragen, maar handel als dienaren van God. Houd iedereen in ere, heb uw broeders en zusters lief, heb ontzag voor God en eerbiedig de keizer.
(1 Petrus 2: 15-17)

 

maandag 13 juli 2020

Dat had je gedacht


Geschreven door Marc Slors in 2012.  Hij is hoogleraar cognitiefilosofie. Ik noemde het boek al eerder en ook dat ik het niet helemaal had gelezen. Nu wel want ik ben bezig met een paper over ‘de vrije wil’.

*Zucht* wat heb ik me weer op de hals gehaald. Had ik niet beter een wat minder omvangrijk onderwerp kunnen nemen? Maar ja, hierover heb ik al zoveel gelezen en nagedacht dat het me wel aardig leek. Maar hoe meer ik er – weer – induik, hoe complexer het lijkt te worden.
Zeker om de denkwijze van oudere, achttiende-eeuwse in combinatie met de denkwijze van eigentijdse  filosofen  allemaal overzichtelijk op ‘paper’ te krijgen. Want dat is de opdracht.


Maar eerst dit boek.
Marc Slors definieerde de vrije wil als volgt:
Er zijn twee voorwaarden om een wil vrij te laten zijn:
1. Er moeten keuzemogelijkheden zijn
2. De keuze moet uit het eigen authentieke ik voortkomen.
En gaat vervolgens voornamelijk op het laatste punt.  De vraag hoe vrij die wil dan is wanneer er voorwaarden aan verbonden worden blijft voor mij nog steeds onbeantwoord.
Wat is dat authentieke zelf?  Heeft dat toch te maken met je sekse, geboortejaar en plaats en sociale omgeving? Dan kan ik dat wel een klein beetje met hem eens zijn. Maar dat authentieke wordt toch mede bepaald door al die andere factoren?

Een paar dingen die mij opvielen:
1. Hij combineert de vrije wil voornamelijk met de neurowetenschap. Gezien het jaar van uitgifte begrijp ik dat wel. Het was in de tijd dat de boeken van Swaab en Lamme nogal wat stof deden opwaaien. In de context van de tijd lezen! *grinnik*
2. Hij beschrijft het confabuleren. Achteraf een reden bedenken om je onbewuste handelen redelijk te laten lijken. Is het niet voor een ander dan toch voor jezelf.
Volgens de wiki pagina is het een stoornis van je geheugen, maar ik ervaar het in lichte vorm ook bij medemensen. Ik zou het dan geen stoornis noemen maar een eigenaardigheidje wat toevallig een naam heeft.
3. Zijn ‘wil’ komt voornamelijk in één adem voor in combinatie met ‘handelen’.
Dat laatste verbaasde me wel. Het zijn toch twee verschillende dingen? Tenminste, bij Hannah Arendt wel. Eerst denken, dan willen en dan handelen. Waar wordt dat denken door beïnvloed? Want dat beïnvloed het willen gevolgd door het handelen. 

In zijn epiloog vond ik dan weer dingen waar ik het mee eens was. Een duidelijke definitie over de vrije wil bestaat (?) nog niet. We zijn minder vrij dan we denken; hebben slechts een ‘speelveld’.
De neurowetenschap heeft het voornamelijk over de rol van het bewustzijn en niet over een vrije wil. ‘Hun’ determinisme is gericht op het verleden, over de oorsprong van ons denken en handelen. Ik noem dat even omdat Thomas Muller het over het ‘indeterminisme’ heeft en waarmee in de zaak van de vrije wil geen rekening wordt gehouden. Maar dat moet ik nog allemaal uitvogelen.
Het feit dat onze handelingen vaak gedetermineerd zijn door genen e.d. hoeft geen bewaar te zijn want dat hoort bij je identiteit. Vrijheid moeten we dan definiëren in termen van ‘eigenheid’
Ja, dat snap ik allemaal, maar hoe beperkt is je identiteit? Beperktheid is naar mijn idee niet echt vrijheid.
Dus ja, wij handelen (!) ten dele vrij en ten dele onvrij. (P 186) Maar hoe zit het dan volgens hem met die Wil? Vind hij dat onze wil vrij is om te willen? Daar kom ik niet achter. 

Het uitvloeisel van dat handelen is de veranwoordelijkheidstelling. Daar liggen de echte problemen. De vraag is hoe die twee samengaan.
Duidelijk is ook dat Slors het metafysische determinisme welbewust buiten beschouwing laat. Het gaat hem om een bruikbare en praktische begrippen.  Een pragmaticus.

 

 

 


zondag 29 maart 2020

Corona II


Het zal nog wel een poosje duren, deze crisis. Na bijna twee weken thuis zijn begint het te wennen. Maar ik blijf verbaast om mij heen kijken via nieuws en kranten. De mensheid stelt mij voor raadsels.
Nederlanders zijn mensen die om de één of andere vage reden bergen toiletpapier verzamelen. Maar Amerikanen maken het nog bonter: er worden wapens ingeslagen.
Dat men bang is voor de paniek die eventueel zou kunnen uitbreken snap ik, maar of wapens daartegen helpen waag ik dan weer te betwijfelen.

De regering denkt er nu aan om drones in te zetten om het één en ander te kunnen controleren.
Mijn kritische kant denkt dan: Zie je, zo wordt een totalitaire staat langzamerhand werkelijkheid en we vinden het allemaal goed en staan er zelfs achter. Zo werkt dat dus.
Door in te spelen op angst kun je van alles gedaan krijgen.
Precies zoals de kerk vroeger deed.
Mijn positieve kant gelooft dat dit tijdelijke maatregelen zijn die weer worden opgeheven wanneer de crisis is bezworen.
Ik zie Rutte niet als een Totalitair heerser.

Wat is de onderliggende reden van die angst? Angst voor de dood en angst voor verlies van controle denk ik. Dit virus is zo onberekenbaar dat we er geen raad mee weten. We dweilen (nog?) met een open kraan. We weten niet hoelang het precies blijft leven buiten het lichaam en op welk materiaal.
Zijn het echt alleen ouderen met onderliggend lijden die óverlijden? Nee, dat gaat allang niet meer op. Het treft ook jongere mensen. De ene komt er wel door en een ander in vergelijkbare situatie niet. Het zal met de weerstand te maken hebben denk ik.
Men probeert het wel te sussen door de leeftijden te noemen maar dat stelt niets voor want lang niet iedereen wordt getest.
Meten is weten, juist nu. Om een beeld te krijgen hoe het virus zich gedraagt. En hoe, en waar en wanneer. Dat gebeurt te weinig.

En om het nog weer wat filosofischer te houden: we moeten er meer aan gewend raken dat de controle die we ménen te hebben, ook een illusie is.
Net als die vrije wil. Toch moeten we leven alsof we dat wel hebben. Gewoon om verantwoord te kunnen handelen maar met altijd in het achterhoofd dat er een groter Bewustzijn mee regelt, stuurt en handelt op Zijn ondoorgrondelijke wijze die wel eens dwars tegen ons denken en handelen in gaat.

Opeens kómt ook de vraag naar boven waar God is in deze crisis. Bij gelovigen en ongelovigen. Van gelovigen begrijp ik dat niet. Hij is er toch? Voor gelovigen zal alles meewerken ten goede. Dat is een belofte. Zelfs in deze situatie. Ik probeer dat niet als dooddoener (raar woord in dit geval) te poneren maar om vertrouwen te houden.
Van ongelovigen begrijp ik het nog minder: dat vroeg je toch ook niet toen het goed ging?
Spreekt uit die vraag toch niet die diepe existentiële onzekerheid? Geef daar dan eens eerlijk aan toe.
Dan is een oprecht gemeend ‘Heer, erbarm U’ of ‘Heer, denk aan mij’ voldoende om rust te krijgen. Zo hoorde ik dat vanmorgen en ik geloof het.
De Heer kent de harten van Zijn fragiele schepseltjes met hun grote monden.

Op facebook volgt de ene na de ander link naar preken en stichtelijke woorden. Een mens heeft er dagwerk aan om dat allemaal te kunnen volgen. Buiten dat worden er weer aardige broodjes aap rondgestuurd. Jammer.
Het is allemaal lief bedoeld, net als die oproepen om op een bepaalde tijd iets bepaalds te doen.
Zulke dingen zijn aan mij niet echt besteed en laat ze aan me voorbijgaan. Goed voor de saamhorigheid maar graag zonder mij.



Erbarme dich, mein Gott,
Um meiner Zähren willen!
Schaue hier, Herz und Auge
Weint vor dir bitterlich.
Erbarme dich, mein Gott.




donderdag 27 februari 2020

Westerse Cultuurgeschiedenis 1300 – 1500 IIb Filosofie.


De tweede ronde in deze module ging over Machiavelli, Erasmus en Thomas More.
Niccolò Machiavelli (1469 – 1527) werd geboren in Florence. De tijd van de Renaissance die rond 1500 in Italië op zijn hoogtepunt was.
Belangrijke schrijvers uit die tijd waren Dante, Petrarca en Boccaccio. Maar dat onderwerp komt nog.

Italië bestond uit verschillende stadsstaten: Milaan, Venetië, Florence, het Pauselijke gebied en Napels (en Sicilië) en Machiavelli werd in Florence tot secretaris van de Tweede Kanselarij van de republikeinse stad-staat benoemd en hij werd ook secretaris van de Raad van Tien, het voornaamste militaire orgaan van Florence tussen 1498 en 1512. Toen de Medici’s weer in het zadel werden geholpen moest hij het veld ruimen.
Hij staat bekend om zijn politieke inzichten en is grondlegger van de politieke wetenschappen en is derhalve politiek filosoof.
Zijn ‘Il Principe’ is opgedragen aan Lorenzo d’Medici. (Il Magnifico) Waarschijnlijk om hun gunsten te winnen.
Ook bewonderde Machiavelli Caesare Borgia. Zoon van de paus Alexander VI.
Tsja, ‘Zeg me wie uw vrienden zijn, dan zeg ik wie u bent.’

In de stukken die we van hem gelezen hebben is hij nogal tegenstrijdig.
In zijn ‘Discorsi’ schrijft hij : ‘En gaat het om wijsheid en standvastigheid dan zeg ik dat een volk wijzer en standvastiger is dan een vorst en over een beter oordeelsvermogen beschikt. Niet voor niets wordt de stem van het volk vergeleken met de stem van God: in een algemeen gedeelde opinie steekt vaak een onvermoede voorspellende kracht, en het volk lijkt soms een verborgen gave te hebben om zijn eigen geluk en ongeluk te voorzien. En wat het oordeelsvermogen van het volk betreft: als twee even bekwame sprekers ieder een eigen standpunt bepleiten, dan komt het hoogst zelden voor dat het volk niet kan bepalen welk standpunt het beste is en de waarheid niet onderkent.’
En in zijn ‘Il Principe’: ‘als de mensen allemaal goed waren, zou dit advies niet juist zijn. Maar omdat ze slecht zijn en zo ook ten opzichte van jou hun woord niet zullen houden, hoef jij dit evenmin tegenover hen te doen. [..] Want mensen zijn zo onnozel en ze richten zich zo op hun directe behoeften dat iemand die bedriegt, altijd wel iemand vindt die zich wil laten bedriegen.’
Ga er maar aanstaan.
In 1559 belandden alle schrijfsels van Machiavelli op de verboden lijst van de paus.

Over Erasmus heb ik al genoeg geschreven.
De discussie over de vrije wil met Luther kwam natuurlijk voorbij. Voor zover ik het begreep uit de stukken die we lazen was Erasmus om pragmatische redenen voorstander van de vrije wil.
‘…indien duidelijk is geworden tot hoeveel ongemakken, om niet te zeggen absurditeiten, het leidt, wanneer de vrije wil helemaal wordt opgeheven.’
Dat begrijp ik. Zo denken heel veel mensen.
Maar hoe eerlijk is dat? Ben je dan nog wel op zoek naar de waarheid?
En ja, Spinoza en Schopenhauer moesten nog geboren worden.

Maar hij is ook wel genuanceerd, hij schrijft ook ergens: ‘Pelagius heeft aan de vrije wil meer toegeschreven dan goed is, ook Scotus is rijkelijk ver gegaan.’ Dan heeft hij het, naar ik aanneem over Duns Scotus.
En even verder: ‘Ik voel het meest voor de opvatting van hen die aan de vrije wil wel iets, maar aan de genade het meest toeschrijven.’
Erasmus heeft veel door Europa gereisd. ‘de wereld is mijn vaderland’ is een kreet van hem. Op de bibliotheek van Rotterdam staat een variatie: ‘Heel de aarde is je vaderland.’

Als laatste kwam Thomas More (1478 – 1535) aan bod. Een vriend van Erasmus en bekend van zijn boek ‘Utopia’ waarmee een nieuw genre werd geboren: de Utopische roman. Voorbeeld hiervan is o.a. ‘de Cirkel’ van Dave Eggers.

Thomas studeerde Grieks en Latijn, had politieke aspiraties en werd lid van het Lagerhuis. Hij was geïnteresseerd in literatuur, geschiedenis, schreef religieuze polemieken, een geschiedkundig werk: 'History of Richard III' en gedichten en zijn dochters kregen hetzelfde onderwijs als de (klein)zonen
Later werd hij rechter in Londen en nog weer later secretaris van Hendrik VIII, ja,die van die vele vrouwen. (Je zult maar op die manier de geschiedenis in gaan.. *gniffel*)
Thomas werd verheven in de adelstand en schopte het tot Lord Chancellor. Hij weigerde de koning als hoofd van de Anglicaanse kerk te accepteren en dat deed hem de das om, of beter gezegd: dat kostte hem de kop in 1535.
Hij was, ondanks de tolerante houdingen die hij beschrijft in ‘Utopia’ zelf veel dogmatischer. Een gedisciplineerde gelovige. Veel minder tolerant dan de verdraagzame Erasmus, zijn vriend, die hij in 1499 ontmoette en wat een keerpunt in zijn leven markeerde.
In hoeverre zij elkaar in ‘de Lof der Zotheid’ en ‘Utopia’ hebben beïnvloed blijft giswerk.
Misschien weet ik dat wanneer ik 'Utopia' eens lees. 'De lof der Zotheid' heb ik al eens gelezen.

Volgens Russell waren beiden geen filosoof in de strikte zin van het woord maar vertegenwoordigden zij de afkeer van al het systematische in de theologie en filosofie. Zij waren typerend voor de tijdgeest van het ‘voorrevolutionaire tijdperk’.
Ik denk dat hij daarmee de Reformatie en Contrareformatie bedoelde.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na, zoek er van alles bij en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.








vrijdag 18 oktober 2019

Minority Report


Gisteravond deze film eens in zijn geheel bekeken. Er komen wel interessante items aan bod zoals de vrije wil en determinisme.
Een vrije wil sluit determinisme uit maar omdat ik niet in een volledig vrije wil geloof - ik ben overtuigd van een eigen wil die relatief vrij is - ben ik ook overtuigd van het determinisme ook al is dat voor veel mensen een vies woord.
Deze film houdt het toch een beetje in het midden. Achteraf bezien.

Het is een film van Steven Spielberg uit 2002 en het speelt zich af in 2054. Een science fiction film met allerlei technische hoogstandjes. Maar kennelijk kennen ze dan toch nog de klassieke muziek. Ik hoorde tenminste het bekende tweede deel van de zesde symfonie van Tsjaikovski in de vijfkwartsmaat en nog iets bekends wat ik niet direct kon thuisbrengen.
De muziek is van John Williams dus dat zat wel goed.
Tom Cruise is de hoofdrolspeler.

In Washington bestaat een speciale politie-eenheid ‘Pre-Crime’, onder leiding van John Anderton (Tom Cruise) die moorden die gepleegd dreigen te gaan worden, kan voorkomen. Dat kunnen ze via het voorspellende vermogen van drie ’Pre-Cogs’, die in een bad liggen. Het zijn een mannelijke tweeling en een vrouw: ‘Agatha’. Deze laatste is het krachtigste medium. Genetisch gemodificeerde mensen.
Iemand, die een moord dreigde te plegen maar weerhouden wordt door het politieapparaat, kan niet veroordeeld worden. Want hij/zij heeft (nog ) niets gedaan. Ze worden dan, met een ‘halo’ in een permanente slaaptoestand opgeborgen.
Dan is er natuurlijk een complot om de hoofrolspeler ook op te bergen en als vanzelfsprekend lukt dat niet.
Anderton krijgt op een dag via de Pre-Cogs beelden van hemzelf te zien van een moord die hij binnenkort gaat plegen.
Nou, gedoe, gedoe, gedoe maar op het moment suprême probeert ‘Agatha’ hem ervan te overtuigen dat hij nog steeds kan kiezen om het wel of niet te doen. Vanwege allerlei constructies schiet hij toch die man dood. Dus geen vrije wil?
Aan het einde wanneer degene die het op Anderton heeft gemunt ook schiet lijkt het erop dat er toch weer de keuzemogelijkheid is om iets te doen wat niet was voorzien door de mediums.
Dus toch wilsvrijheid?

Ik denk inderdaad dat het mogelijk is.
Het is maar een heel klein, ‘vrij’ speelveld wat we als mensen hebben maar daarbinnen kúnnen cruciale keuzes gemaakt worden.
Daarbinnen kun je ook ‘de Heilige Geest bedroeven’ zoals kort geleden in een discussie naar voren kwam.
Helaas ben ik zo iemand waarin, altijd achteraf, de meest geweldige antwoorden naar boven komen borrelen.


vrijdag 30 augustus 2019

Schoonheid en Schande



Heerlijk zo’n boektitel. Het lijkt wel een bouquetreeks roman. En dat alles als uitvloeisel van onze vakantie in Italië.
Geschreven door Sarah Dunant (1950), Geschiedenis gestudeerd in Cambridge en is journaliste en nog wat meer. Oorspronkelijke titel: Blood and Beauty.

Maar het is geen bouquetreeksromannetje, het is een historische roman over de Borgia’s. De beruchte Spaans/ Italiaanse familie uit de Renaissance.
Deze dame schrijft beter dan Matteo Strukul.
In 1492 wordt Rodrigo Borgia tot paus gekozen. Paus Alexander VI. Het jaar van de verdrijving van de Joden uit Spanje, de val van Granada en de ontdekking van Amerika en de dood en geboorte van resp. Lorenzo I en Lorenzo II de Medici. Grootvader/ kleinzoon.


Wanneer ik aan Rodrigo denk zie ik een graatmagere Jeremy Irons voor me uit de serie ‘De Borgia’s uit 2011. Nu weet ik dat deze paus, zeker toen hij op leeftijd kwam kogelrond was.
Deze schrijfster laat een indrukwekkende lijst van geraadpleegde literatuur na. En dan nog blijven er dingen die we gewoon niet weten, ondanks Johannes Burchard, secretaris van paus Alexander, die de gewoonte had om feiten te noteren in een dagboek. Dat moet een fascinerend dagboek zijn.

Paus Alexander VI (1441 – 1503), wordt paus op zijn 61ste, Hij heeft dan een relatie met Vanozza dei Catanei en is hij vader van vier kinderen.
Lang leve het celibaat.
Juan, Cesare, Lucrezia en Joffre. Deze namen worden ook wel eens op een andere manier geschreven.
De Borgia’s staan bekend als een hechte familie, maar zeer machtswellustig. Ze gaan daarbij over lijken. Letterlijk.
Cesare is de beruchtste, waarvan gedacht wordt dat hij achter de moord op zijn oudste broer zit en de moord op zijn zwager Alfonso van Bisceglie, zoon van Alfons II van Napels, huis van Aragon.
Alfonso’s zus was weer uitgehuwelijkt aan de jongste Borgia, Joffre.
Het koninkrijk Napels besloeg in die tijd de hele ‘voet’ van Italië.

Alfonso was de tweede echtgenoot van Lucrezia. Van haar eerste echtgenoot, Giovanni Sforza is ze gescheiden op grond van vermeende impotentie. Lucrezia werd eenvoudigweg gebruikt door haar vader om meer macht in Italië te genereren. Dat was gebruikelijk in die tijd, maar dat houdt natuurlijk een keer op. Haar derde echtgenoot was Alfonso d’Este van Ferrara en daar is het bij gebleven. Ze kreeg van hem zeven kinderen en had er één uit het huwelijk met Alfonso Bisceglie, genaamd Rodrigo.
Ooit las ik ‘Lucrezia’ van Eleanor Hibbert die onder de naam Jean Plaidy historische romans schreef. In dat boek raakt ze zwanger wanneer ze in het klooster zit te wachten op de nietigverklaring van haar eerste huwelijk.
De vader van het kind is Cesare’s boodschapper Pedro Calderón. Dat gaf in dat boek gedoe omtrent haar ‘maagdverklaring’ en heeft ze haar kind moeten afstaan. Dan stopt het boek.
Volgens Dunant zijn dat roddels geweest. Wel wordt in beide boeken deze Calderón vermoord.
Burchard schreef: ‘De knecht Pedro Calderón die afgelopen donderdag – niet uit vrije wil – in de Tiber viel, is vandaag opgevist. Hierover gaan door heel Rome geruchten.’
Cesare is verdacht. Ook zou er sprake zijn incestueuze relaties binnen de familie maar daar is geen bewijs voor.
Lucrezia heeft haar sporen verdiend door van Ferrara een belangrijke ‘kunststad’ te maken. Ze is de enige die iets positiefs heeft achtergelaten.

Rondom deze familie is enorm veel geroddeld. Wat is waar en wat niet. Heel veel weten we niet.
Maar dat het een ‘maffia’ familie was is wel duidelijk. En ook nog van Spaanse afkomst, dat deed er ook geen goed aan. De meest pausen waren toch wel Italiaans.
Cesare was de ergste, met goedvinden van zijn vader. Hij was een slimme, sterke jongen. Op zijn zestiende was hij al aartsbisschop van Valencia. En op zijn achttiende kardinaal.
Natuurlijk allemaal doorgestoken kaart omdat het pa goed uitkwam.
Op zijn tweeëntwintigste legde hij zijn kerkelijke ambten neer want hij had andere ambities: het vergroten van het Borgia-rijk. In no time veroverde hij de Romagna. Sloot verbonden met de koningen van Spanje en Frankrijk ook net zoals het hem uitkwam, maar streed altijd mee in het leger.
Hij was een schuinsmarcheerder en liep syfilis op wat toen nog een onbekende ziekte was; volgens de schrijfster door het Franse leger meegebracht naar Italië. Hij werd gehaat en gevreesd. In 1507 sneuvelde hij, vier jaar nadat zijn vader was overleden.
Cesare schijnt gezegd te hebben: ‘Hoe meer schandaal hoe beter. Op die manier zal men ons vrezen tijden ons leven en worden we nooit of te nimmer vergeten na onze dood.’
Dat klopt. Wanneer je Wikipedia haalt heb je een soort van ‘eeuwig’ leven.




donderdag 18 juli 2019

De vrije wil bestaat (niet)



Wat is de techniek toch schitterend. Lees ik op een Italiaanse camping mijn mail en zie de aanbieding van filosofie.nl van een Filosofie magazine ‘special’ over de vrije wil. Dat is toch wel interessant…
Via mijn slimme phone betalen en bij thuiskomst ligt ie op me te wachten.

Verschillende hotemetototen doen hun zegje en als conclusie kom ik weer tot de ontdekking dat er vóór en tegenstanders zijn van de vrije wil en dat ik de argumenten van de tegenstanders overtuigender vind.
In het hele magazine ben ik de naam van Schopenhauer niet tegengekomen. Wel zijn gedachtengoed wat mij zo aansprak.




Daniel Dennett bijvoorbeeld: ‘Ik ben het met Lamme en Swaab eens dat een vrije wil die losstaat van de keten van oorzaken niet bestaat’.
Maar om pragmatische redenen moeten mensen er toch maar in blijven geloven. Omdat wanneer het geloof in de vrije wil afneemt, mensen eerder geneigd zijn om ‘vals te spelen’ en het verzwakt hun vermogen om het lot over hun leven in eigen handen te nemen.
Moraalfilosoof Jan Verplaetse vindt dat weer flauw. Je kunt niet geloven in iets dat er aantoonbaar niet is. Hij pleit voor de afschaffing van de schuld.
Hij is meer van het laten zien wat de consequenties zijn van bepaald gedrag en het zoeken naar maatregelen. Het is geen straf meer wat volgt op schuld maar we nemen maatregelen om te voorkomen dat het nog een keer gebeurt.
Ik vraag me af of dit geen verzachtend woordspelletje is en ook of ons strafrecht al niet die kant op gaat.
Wat ik bij hem ook uit het gedachtengoed van Schopenhauer herkende: ‘Als de vrije wil zou bestaan, zou er ergens iets moeten zijn dat niet aan die touwtjes vasthaakt. Maar daar is geen enkele aanwijzing voor.’
Met ‘touwtjes’ bedoelt hij iemands genen, opvoeding, neurale processen en omgevingsinvloeden.
En nog iets wat me wel aansprak: ‘Mensen wijsmaken dat ze zelf de kracht tot veranderen bezitten, als ze maar hard genoeg willen is misplaatst voluntarisme, even ergerlijk als mensen die alle schuld en verantwoordelijkheid op anderen afschuiven.’
Het lijkt wel Christelijk gedachtengoed. *grinnik*
Ik weet helemaal niets over Verplaetse maar het is wel geinig wanneer men los van religieus gedachtengoed tot dezelfde conclusies komt. Je had je een hoop tijd kunnen besparen, denk ik dan.

Volgens Sam Harris : 'Wanneer we niet geloven in een vrije wil vermindert dat onze wreedheid en voelen we meer mededogen.'
Hij noemt vijf voorbeelden van gebeurtenissen waarbij een vrouw wordt doodgeschoten.
1. Door een 4- jarige die speelt met het pistool van zijn vader.
2. Door een 12- jarige die slachtoffer is van lichamelijke en emotionele mishandeling.
3. Door een 25- jarige die als kind ook werd mishandeld en nu zijn vriendin doodt als zij hem in de steek laat voor een ander; een ‘crime passionel’
4. Door een 25- jarige met prima opvoeding die een, voor hem onbekende vrouw doodschiet omdat hij dat leuk vindt.
5. Door een 25- jarige met prima opvoeding die een, voor hem onbekende vrouw doodschiet om dat hij dat leuk vindt maar een hersentumor heeft in zijn mediale prefrontale cortex.

In al deze gevallen oordelen we anders. We oordelen het hardst wanneer iemand de bewuste intentie heeft om een ander pijn te doen. Maar kan iemand er wat aan doen dat hij met een psychopathische inslag geboren wordt?
Een reclasseringsvriend zei het eens zo: het verschil tussen een crimineel en mijzelf is flinterdun. En hij kneep zijn duim en wijsvinger tegen elkaar. Hij begreep.
We hebben vaak zo’n drang tot vergelding dat we onderliggende oorzaken van het menselijk gedrag wensen te negeren. Maar Harris geeft ook toe dat vergelding een moeilijke, diep ingewortelde psychologische behoefte is.
‘Het lijkt in elk geval duidelijk dat een verlangen naar vergelding, voortkomend uit het idee dat ieder individu een vrije doener is die zelfstandig denkt en handelt, gebaseerd is op een cognitieve en emotionele illusie – en een morele illusie in stand houdt.’

Verder in het magazine nog een interview met vrije wil aanhanger Marc Slors, waarvan ik het boek ‘dat had je gedacht’ in mijn boekenkast heb staan. Gezien de streepjes ben ik er ook in begonnen maar ze houden al snel op, dus heb ik het niet uitgelezen. Wel heb ik nog nagekeken of Schopenhauer in zijn ‘noten’ voorkomt voor één of andere boeiende weerlegging. Helaas.
Er staan nog meer leuke essays en interviews in over creatief zijn, over het onbewuste, over het al dan niet bestaan van de ziel, over mannen en vrouwenbreinen en veel tips voor boeken over deze materie.

maandag 7 januari 2019

Nashville´s coming out


Storm over Nederland. Aangewakkerd door fundi´s in Amerika. De praatprogramma’s hebben weer munitie.
Na alle berichten die ik over die verklaring las ben ik hem zelf maar gaan opzoeken.
Waarom dit nu zo nodig is en zo provocatief opgesteld; dat begrijp ik niet.

Is het de behoeft om sterk leiderschap te willen vertonen zoals uit het nawoord blijkt? Is het een poging tot profileren want het zijn alleen mannen die tot de ondertekenaars behoren. (voor zover mijn kennis nu reikt)
Ik weet het niet hoor maar ik ken geen enkele vrouw in mijn omgeving die zo obsessief met seksualiteit bezig is. Heel veel mannen zijn dat ook niet trouwens.
In ieder geval is de strekking duidelijk: LHTB en de rest van het alfabet is niet Gods bedoeling en daarom niet goed te keuren.
Altijd jammer wanneer mensen zo precies weten wat Gods bedoelingen zijn. Dat die mogelijke bedoelingen voor jou helder zijn en die je dan jezelf oplegt is prima maar leg het niet de ander op.

In art 10 beginnen de problemen:
‘WIJ BEVESTIGEN dat het zondig is om homoseksuele onreinheid of transgenderisme goed te keuren. Wie deze wel goedkeurt wijkt fundamenteel af van de standvastigheid die van christenen verwacht mag worden en van het getuigenis waartoe zij geroepen zijn
WIJ ONTKENNEN dat de goedkeuring van homoseksuele onreinheid of transgenderisme een moreel neutrale zaak is, waarover getrouwe christenen onderling van mening mogen verschillen.’

De hele verklaring is die van: een punt bevestigen en een punt ontkennen en daartoe moet je soms wel drie keer lezen wat er nu eigenlijk staat.
Keur ik homoseksualiteit en transgenderisme goed? Nee. Keur ik ze af? Ook niet. De feiten liggen nu eenmaal zo. Dat is voor mij een gegeven. Daar hoef ik niets over te vinden.
Wanneer ik iets niet begrijp kán en mag ik daar niet eens een moreel oordeel over vellen.
De enige opdracht is om mijn medemens te respecteren en zo mogelijk lief te hebben.
En art 12:
‘WIJ BEVESTIGEN dat de genade van God in Christus zowel vergeving als levensveranderende kracht geeft, en dat deze vergeving en kracht een volgeling van Jezus in staat stellen om zondige verlangens te doden en te leven op een wijze die de Heere waardig is.
WIJ ONTKENNEN dat de genade van God in Christus onvoldoende is om alle seksuele zonden te vergeven, of onvoldoende kracht geeft aan gelovigen die zich tot seksuele zonden aangetrokken voelen, om een leven in heiliging te leven.

Art 13:
WIJ BEVESTIGEN dat de genade van God in Christus zondaren in staat stelt om tegen een transgender-zelfverstaan te strijden en dit verkeerde zelfverstaan te verloochenen en, door Zijn geduld, de door God ingestelde verbinding tussen het biologische geslacht en het zelfverstaan als mannelijk of vrouwelijk te aanvaarden.
WIJ ONTKENNEN dat de genade van God in Christus een zelfverstaan rechtvaardigt dat niet in overeenstemming is met Gods geopenbaarde wil.

Hier wordt gesuggereerd dat er voor LHBTers ‘genezing’ te verkrijgen is. Een beetje dom.
Natuurlijk is voor God alles mogelijk, zoals ingrijpen in de natuurwetten.
Maar dat gebeurt zelden.
En de natuurlijke wetten zijn in dit verband dat door omstandigheden de afgifte van hormonen tijdens de zwangerschap niet is verlopen zoals dat volgens het boekje zou moeten verlopen. Ja, dat heeft te maken met die gebrokenheid van de schepping.
Dat heb ik geschreven in het blog ‘Anders zijn’ en ik heb nog geen redenen gehoord of gelezen om er anders over te gaan denken. De reden van dat blogje was trouwens ook al iets wat uit Amerika kwam overwaaien.
Christenen en wetenschap; het blijft een moeizame combinatie.

Sinds die tijd heb ik een poging gedaan om het boek van Dr. A. Prosman te lezen uit de Artiosreeks van 2013 maar ik ben op driekwart toch afgehaakt. Ik las weinig nieuws en de uitkomst was – in alle liefde en eerlijkheid - voorspelbaar.
Wat zouden we zonder ‘anders- aardige’ medemensen moeten beginnen, ook al begrijp ik hen niet? Ze zijn vaak heel kunstzinnig en voegen toe aan het leven in dit ‘aardse jammerdal’.
Stevo Akkerman in Trouw: ‘De mannenbroeders die zich achter Nashville scharen, vertellen via hun beeld van de Allerhoogste veel over zichzelf.’
Zekers, maar dat geldt voor ieders beeld van de Allerhoogste. Het zegt iets over jezelf.
Waar het om gaat is: ben je het beeld van Jezus gelijkvormig (geworden)?

De storm die nu opsteekt heeft ook te maken met de vrijheid van meningsuiting. Gelukkig leven we in een land met vrije meningsuiting. Die geldt dan wel voor alle kanten van een zaak!
Maar juist gelovigen zouden wat wijzer moeten zijn om van te voren te bedenken of het de gelovige en het koninkrijk van Jezus opbouwt of juist schaadt.
In dit geval denk ik het laatste.
Er straalt geen liefde uit.

Klinkend koper
Schallende cimbaal



11-01-19
In het RD:

De communicatie rondom de publicatie van de Nederlandstalige versie van de Nashvilleverklaring over (homo)seksualiteit „had beter gekund.” Dat schrijft de –informele– werkgroep achter de Nederlandse Nashvilleverklaring in een donderdagochtend uitgebrachte verklaring. „De verwoording in de verklaring kon op sommige punten aanleiding geven tot misverstanden. Dat trekken wij ons aan.”

Af en toe vraag ik mij af in welke bubbel predikanten leven.





woensdag 29 november 2017

Erasmus


Deze denkheld van Nederlandse bodem mag natuurlijk niet ontbreken in de serie van grote denkers.
Geboren als Erasmus in Rotterdam. Precieze datum niet bekend. Ergens rond 1467 - 1536. Later voegde hij de naam Desiderius toe om een vaststaand herkenbare naam te hebben.
Een ‘kind’ van de Renaissance die meer had met de schrijfkunst dan met de andere schone kunsten.



Voor Erasmus de filosoof en theoloog vielen renaissance en christendom samen. ( Philosophia Christi) Hij was voor het civiliseren van de mens en schreef om die reden colloquia; samenspraken en zijn Adagia: spreekwoorden en gezegden.
Zijn ‘Lof der zotheid’ was een uitstapje en helaas voor hem word dat nog het meest gelezen.
Verder schreef hij Enchiridion, een handboek voor de christen en vertaalde hij heel veel.
Hij was gekipt en bebroed in het Latijn maar leerde later ook Grieks en vertaalde en redigeerde opnieuw het Nieuwe Testament van de Bijbel in het Latijn (de Vulgaat voldeed niet) en in het Grieks vanuit Griekse handschriften. Deze is bekend geworden als de Textus Receptus van waaruit de Statenvertaling is gemaakt. Voor velen de enige echte ‘grondtekst’.

‘Festina Lente’ is een kreet van hem: haast u langzaam. De rede was voor Erasmus de hoogste instantie en dat betekent nadenken; niet haasten. Pas handelen op basis van redelijkheid.
Om die reden hield hij niet zo van het ‘explosieve’ van Luther al wordt hem verweten het ei te hebben gelegd dat Luther heeft uitgebroed. In gedachten vergelijk ik hen met Paulus en Petrus.
Petrus de extraverte en Paulus de redenaar die toch iets meer zijn verstand gebruikt in plaats van de emoties. Om afstand te nemen van Luther begon Erasmus de discussie over de vrije wil. Daarin ben ik het niet eens met hem.

Anti-semieten waren ze allebei maar dat was toen heel gewoon. Maar Erasmus was ook hierin rustiger en bezadigder en vond de Europeanen eigenlijk nog erger dan de joden.
Erasmus reisde door heel Europa; studeerde in Parijs en in Oxford bij John Collet.
Hij leerde dat je naar het Nieuwe Testament ook kon kijken met een humanistisch, literair en moreel oog. En hij ontmoette daar in 1499 de – ook grote geleerde - Thomas More.

Ze sloten vriendschap. Thomas More schreef het boek ‘Utopia’ over een samenleving zonder privébezit op het fictieve eiland Utopia en de gebruiken van de eilandbewoners. Met als hoofdpersonen Pieter Gillis, Raphael Hythlodaeus en Thomas More zelf.
Mogelijk werd met die Raphael Erasmus bedoeld. (was het een reactie op de Lof der Zotheid?)
More was ervan overtuigd dat je een maatschappij kunt verbeteren wanneer de omstandigheden voor de mens beter worden. Terwijl Erasmus vond dat het tussen de oren vandaan moest komen en dat kun je bewerkstelligen door onderwijs vanuit de Philosophia Christi.
Hierin ben ik het met Erasmus eens.

Maar waarom die mannen nu zulke boeken hebben geschreven die lijnrecht ingingen tegen hun eigen vrome katholieke waarden is mij, wanneer ik er zo over nadenk, een raadsel.
Ik kan me voorstellen dat het spannend is om tegendraadse gedachten toe te laten om de zaken eens van een andere kant te bekijken. Dat kan heel leerzaam zijn. Maar dan een boek schrijven......
Ach, misschien ook wel leuk: een beetje reuring teweeg brengen in de maatschappij.


Eigen foto van het standbeeld van Erasmus dat op de campus van de universiteit staat. De 'echte Erasmus', het oudste bronzen standbeeld van Nederland staat bij de Laurenskerk.









Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.




woensdag 15 november 2017

Augustinus

Deze kerkvader leefde van 354 – 430 AC.
Over de bijzonderheden van zijn jeugd en de invloed van zijn biddende moeder is genoeg bekend en/of te vinden. Ambrosius, de bisschop van Milaan trok hem over de ‘geloofs- streep’ en in 387 werd Augustinus gedoopt.
Waarom zit hij in deze reeks kopstukken? Was deze denker tussen de oudheid en de middeleeuwen de stichter van het Christendom?
Wel, via hem vloeide het denken van de oudheid samen en doortrekt de verdere leerstellige traditie tot de middeleeuwen. Zo dacht Benedictus XVI tenminste over hem.
Zelfs een rationele atheïst als Bertrand Russell vindt dat een denker als Augustinus een ereplaats verdient onder de filosofen. In mijn -1 euro- boek 4e druk, Servire Wassenaar, op p. 325.

Hij maakte als christen een samenhangend geheel van de christelijke leerstukken en onderscheidde het van het jodendom. In die zin heeft hij echt enorm veel invloed gehad.
Hij maakt al het verschil tussen fysisch en moreel kwaad, waarvan ik dacht dat Leibnitz dat ‘op zijn geweten’ had.
Hij was Descartes met zijn ‘cogito ergo sum’ al vooruit en liet zijn gedachten al gaan over het fenomeen ‘tijd’ die door Kant verder werden uitgewerkt.
De meest belangrijke werken van Augustinus zijn z’n ‘Belijdenissen’ (die nog steeds op mijn bureau liggen te wachten om gelezen te worden) en ‘Civitate Dei’, de stad van God. Geschreven naar aanleiding van de ineenstorting van Rome in 409 AC.
In zijn ‘Belijdenissen’ vergelijkt Augustinus o.a. de verschillende filosofische stelsels uit de oudheid en dan blijkt dat het Christendom een superieure filosofie is. Het heeft de beste verklaring voor het ontstaan van de wereld. Het gelooft dat de wereld zinvol is en een doel heeft, dus niet die eeuwige wederkeer van de antieke filosofen, ‘want Christus is maar éénmaal gestorven’.

De wereld is door God geschapen op een bepaald moment in de tijd. De wereld is tijdelijk en tijdelijk = niet noodzakelijk. God had de plannen al voordat hij werkelijk schiep. Zo redt Augustinus enigszins het platonisme en staat bekend als neoplatonist.
Het Christendom leert dat de mens een kind van God is en daarom in staat is het geluk en het hoogste goed te verwerven. Dussss….wanneer je je verstand gebruikt word je christen.

Waar ik nog naar heb zitten zoeken is die vrije wil. ‘Librium arbitrium’.
Volgens mij geloofde Augustinus niet in een vrije wil want hij steggelde daarover met Pelagius maar af en toe kom ik toch opmerkingen tegen die het tegenovergestelde lijken te beweren.
Bij Hannah Arendt bijvoorbeeld. (‘Willen’ p.115)
Het blijkt – voor zover ik heb kunnen vinden – dat Augustinus in zijn jonge jaren wel overtuigd was van een vrije wil maar op latere leeftijd niet meer. Zo is hij heel handig voor elk karretje te spannen.
In een geschrift "Nalezingen" verwoordt Augustinus het op de volgende manier: “De mens is weliswaar uit vrije wil ten val gekomen, maar op deze manier ook opstaan kan hij niet. Laten wij daarom de uitgestoken rechterhand van God vasthouden, dat wil zeggen, onze Heere Jezus Christus".

In zijn jonge jaren werd hij beïnvloed door het Manicheïsme. Een dualistische gnostische beweging.
Een bisschop met de prachtige naam Faustus heeft een poging gedaan om hem voor het Manicheïsme te behouden maar deze man wist nauwelijks iets van de wetenschap en was voor Augustinus daardoor niet meer geloofwaardig . Dit weer volgens Russell in zijn ‘Geschiedenis der Westerse Filosofie. (p 320)
Gelukkig geeft hij verwijzingen en kon ik het zelf in de ‘Belijdenissen’ terug vinden. In Hfdst 5 par 6 en 7.
Augustinus ontdekt dat het kwaad niet zijn oorsprong vond in één of andere substantie maar in een verkeerd gericht zijn van de wil. En dat komt door de erfzonde. Een begrip waarin velen niet meer geloven maar wat gewoon in de Bijbel terug te vinden is al staat het nergens letterlijk.
( Gen 5: 1-3, wel goed lezen!)
Er valt zo veel meer te zeggen over deze eerste Christen filosoof, maar ik ga eerst zijn Belijdenissen maar eens zelf lezen.

Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.



vrijdag 27 oktober 2017

#Metoo


Even voor de duidelijkheid: ik niet, maar ik geloof zo langzamerhand dat ik een uitzondering ben.
Met dankbaarheid bedenk ik nu dat ik om de één of andere reden daar altijd tegen beschermd ben.
Alle heren die toenadering zochten en ik afwees accepteerden dat. En verder werkte ik in een baan met voornamelijk vrouwen. Dat scheelt.
Toch sta ik geheel achter deze actie. Kom maar naar buiten met al die verhalen. Laat het alsjeblieft aan iedereen horen wat je is overkomen. Misschien dat het dan tot de ander helft der naties doordringt dat het niet normaal is om vrouwen te intimideren en te ge/misbruiken.

Maar laten we het ook even helder hebben waarover we eigenlijk praten want dat wordt in het vuur van de discussies wel eens uit het oog verloren. Het gaat vooral om foute=seksueel getinte handelingen ten gevolge van machtsmisbruik. In alle soorten en maten. Dat vooral, (dus niet altijd!) vrouwen en kinderen het slachtoffer zijn mag nooit uit het oog worden verloren.
De vraag die ook steeds maar gesteld wordt waarom een slachtoffer er niet eerder meegekomen is, is een verkeerde vraag. Het gaat om zulke intieme dingen, die hang niet aan de grote klok en je hoopt maar steeds dat het zich vanzelf wel oplost en wie zal je geloven?
Terwijl één keer onbeschoft heel duidelijk zijn al veel helpt.
Anderzijds las ik pas van een meisje dat al verschillende keren tijdens uitgaansgelegenheden werd verkracht. Ze deed aangifte en werd uitgelachen. 'Want je weet toch dat mannen zich niet kunnen gedragen en zeker niet met drank op'.
Pffft. Wat een onveilige wereld.

En ik wil zo graag een wereld waarin mijn dochter en mijn kleindochter zich veilig kunnen voelen en zich niet steeds behoeven af te vragen of hun broek te strak zit, hun rokje te kort is of hun decolleté te diep. Dat werkt al die onzekerheid zo in de hand en onzekere mensen zijn te manipuleren. Dat ondermijnt weer hun vertrouwen in de wereld.
Die kleding is niet de reden van verkeerd gedrag. Dat zit toch heus in mannen die denken dat....
Koert van Bekkum vraagt zich af in het RD van 25 oktober: ‘Is een campagne als deze wel het juiste middel om slachtoffers op te roepen met hun verhaal naar buiten te komen? Zien we hierbij in het Westen ook niet de gruwelijke achterkant van een vrijere seksuele moraal?
Deze reactie bevreemd mij zeer. Volgens mij zijn dat twee verschillende dingen. Het staat natuurlijk intelligent om kritiek te leveren. Dat merk ik ook in de praatprogramma’s waar het een hot item is, maar denkt hij nu werkelijk dat dit alleen voorkomt sinds de vrijere seksuele moraal?
Neen mijnheer van Bekkum, dit speelt al eeuwen en speelt zich ook af in landen/ plaatsen met een minder vrije seksuele moraal. Daar zit het alleen nog maar dieper in die doofpot.
Door het feminisme, dat binnen het christelijke wereldje zo’n negatieve connotatie heeft komt het eindelijk naar buiten!
Nu durven vrouwen het eindelijk te benoemen; voelen ze zich bij machte om dat te doen. En terecht!

Ook Ephimenco schrijft schamper in Trouw dat je niets hoort wanneer meisjes door Boko Haram worden verkracht en nu er Hollywooddames (affaire Weinstein) in het spel zijn is de wereld te klein.
Maar de Hollywoodsterren hebben nu eenmaal meer mogelijkheden dan de meiskes van Boko Haram en ik ben blij dat ze die nu gezamenlijk uit de kast trekken.
Misschien komt er een evolutie op gang naar een veiligere wereld voor de zwakkeren, naar minder machtsmisbruik. Met een goed gebruik van macht is niks mis. (om al die Paulusliefhebbers maar even tegemoet te komen)
Maar..... dan moet er ook meer kritisch in films worden geknipt en moeten actrices ook kritischer worden in hun keuze van te spelen rollen en eisen dat dit soort – bijvoorbeeld op de bil klappende - scenes zo min mogelijk voorkomen of alleen in corrigerende zin.

En alle mannen die er zo tegen deze #metoo actie in opstand komen verdenk ik er stiekem van dat ze zich ook bezondigd hebben aan dit grensoverschrijdende gedrag en zichzelf niet wensen te corrigeren.
Terwijl het zo gemakkelijk is om ‘sorry’ te zeggen.
But, ‘sorry seems to be the Hardest Word’.


maandag 8 mei 2017

Haar moeders dochter


Geschreven door Marilyn French (1929 - 2009) in 1987. Ik las een digitale druk naar de dertiende druk uit 1996.

French staat bekend als een feministe van het eerste uur van de tweede golf. Om die reden zat het boek in mijn e-reader. Ik wilde haar wel eens lezen en kijken naar de situatie van nu, dertig jaar later en wat er veranderd is in al die jaren.
Dat is veel. Vorige week stond er zelfs een artikel in ‘Trouw’ van Peter Lloyd. Hij schreef een boek: ’Stand By Your Manhood, een overlevingsgids voor de moderne man.
Ik was nog bezig in French en kon het glimlachen niet laten.

Lloyd zegt op te komen voor rechtvaardigheid want die ene groep is al zo lang het slachtoffer van de privileges van een zeker geslacht dat het voor het zeggen heeft. Cursivering van mij.
Het klopt zeker dat feminisme niet over gelijkheid gaat. Het komt op voor gelijkwaardigheid van de vrouw die al eeuwenlang het slachtoffer is van privileges van een zeker geslacht dat het al die tijd voor het zeggen had.
Laat hem ook maar eens nadenken wat dat met een mens doet wanneer er geen ontsnappen aan is en wat er dan gebeurt wanneer hij dat gevoel doorgeeft aan de volgende generatie jongens en die ook weer aan de volgende.

French beschrijft de ervaringen, gevoelens en gedachten van vier generaties vrouwen.
Het hinderlijke van deze dikke pil is dat de perspectieven een beetje wonderlijk wisselen.
Hoofdpersoon is Anastasia. Dochter van (Isa)Belle en kleindochter van Frances. Moeder van Arden.
Vier generaties vrouwen met hun besognes.
Anastasia (French zelf?) is een generatiegenoot van mijn moeder.
Net als de moeder en grootmoeder van Anastasia vertelde mijn moeder ook weinig over haar jeugd. De indruk bij mij overheerste was dat zij het gevoel had misdeeld te zijn ten opzichte van haar vier zussen. En ook bij mij is het enige gevoel wat opkomt wanneer ik over haar nadenk, een schuldgevoel.

Frances, van geboorte een Poolse immigrant is een vrouw die het belang van haar kinderen vooropstelt en er alles voor over heeft om te zorgen dat ze het beter krijgen dan zij het heeft gehad.
Helaas overlijdt haar man plotseling en belanden drie van haar vier kinderen in een weeshuis. Alleen Belle mag zij bij zich houden. Op negenjarige leeftijd deelt Belle al in de ellende en armoede van haar moeder.
Wat kan zij op haar beurt doorgeven aan haar dochters? Ook Belle probeert hen een beter leven te geven, ten koste van zichzelf. Zij begrijpt dat een scheiding van Ed, haar man, teveel zal kosten.
Dan zal zij er net als haar moeder voor opdraaien om de kosten van de opvoeding zelf op te hoesten.
Dat maakt dat het zure vrouwen worden, ongelukkig met zichzelf en met het leven met zijn gemiste kansen terwijl ze zoveel idealen hadden.

Anastasia gooit het over een ander boeg. Zij heeft kinderen en houdt er een carrière en een vrije seksuele moraal op na. Zij scheidt wel van haar man Brard en trouwt opnieuw. Dit keer met een jonge huiselijke man zodat zij vrij op reis kan als fotografe van een gerenommeerd blad.
Totdat......ook hij zijn carrière kansen ruikt en er vandoor gaat en haar met hun kind laat zitten.
Maar alles heeft een kostenplaatje. Anastasia vervreemd van haar twee oudste kinderen.
Arden belandt in een commune, ‘back to the basics’, maar ook daar lopen idealen stuk op de ervaring dat moeders altijd opdraaien voor de zorg voor de kinderen. Heel vaak ook financieel.
Toch is met de komst van de pil veel veranderd. Met de voorbehoedmiddelen kwam ook de keuze daarmee ook het bewust samen (niet)willen.
In de kringen waar de pil en andere voorbehoedmiddelen verboden waren was liep het nog decennia lang door.

In mijn tijd en in mijn omgeving zie ik soms mannen achter de kinderwagens wandelen, of bij de scholen staan wachten. Dan krijg ik het idee dat het goed komt.
Mannen/vaders zijn er niet om carrière te maken, het geld binnen te brengen en daarmee klaar.
Kinderen krijg je samen en vergt investeringen van beide kanten; financieel maar ook emotioneel.
Nee, dat hoeft niet allemaal precies fifty- fifty te zijn.
Pogingen om het beter te doen dan voorgaande generaties zijn eigenlijk altijd gedoemd te mislukken. Hoe wil je ook met dezelfde genen en dezelfde soort beïnvloeding door vrouwen/ moeders?
Hooguit kun je het ánders proberen.

‘Hoe oud was ik toen ik mijn kaken op elkaar klemde en bij mezelf zwoer dat ik wél een keuze zou hebben, geen leven zou leiden zoals zij. Ik had veel te goed gezien hoe ze zwoegde, hoe leeg haar dagen waren, hoe onvoldoende voor een bevredigend mensenleven de taken en zorgen die haar dagen vulden, dag na dag.’

Het was ook mijn ideaal. Samen kinderen, samen werken om beurten zodat er geen oppas van buiten nodig was. De mogelijkheid hebben om te kiezen.
Maar nu zie ik het doorschieten naar een andere kant: samen kinderen, samen werken maar niet om beurten zodat opa’s en oma’s, oppasmoeders en crèches ingeschakeld moeten worden.
Soms lijkt het erop dat er weer geen keus is. Het is een ‘moeten’ geworden onder druk van de sociale omgeving met alle gevolgen van dien.
Misschien is het een kwestie van tijd. Na de these komt volgens Hegel de antithese en weer later door ervaring wijs geworden de synthese. Dan hebben we nog een generatie te gaan.

Op sommige vlakken ben ik het met haar oneens.
De vrije seksuele moraal die zij hanteert doet geen goed.
Wanneer je weet dat een scheiding per definitie je kinderen beschadigt en daardoor slachtoffer zijn dan bedenk je je wel honderd keer voor je zoiets in gang zet alleen maar omdat je zelf niet echt gelukkig bent.
Ik krijg soms de indruk dat jonge ouders niet meer het geluk van hun kinderen op het oog hebben maar meer hun eigen geluk. ‘Maar kinderen hebben meer aan een gelukkige moeder dan aan een ongelukkige’ hoor je dan.
Nee, kinderen hebben meer aan stabiliteit en de aandacht van een man en van een vrouw.
Wanneer ik bij French lees over het gedoe met verschillende vaders, verschillende oppassers, het tenenkrommende gevecht om de liefde van de kinderen dan ben ik bang voor volgende generaties. Welk type mens krijgen we; we hebben ze eigenlijk al: stuurlozen en instabiele individuen.
Ze schrijft ook ergens: ‘Amerikaanse gezichten zijn gezichten van kinderen die op de één of andere manier oud zijn geworden.’
Wat is dat toch, dat streven naar (eigen) geluk in plaats van naar wijsheid en inzicht. Dat geldt niet alleen voor vrouwen maar voor elk mens.

En soms kan ik heel erg met haar meevoelen:
‘Ik vatte oordelen op als gezaghebbende uitspraken en geloofde dat ze waren gebaseerd op diep inzicht. Ik begreep toen nog niet dat mensen de gewoonte hadden om zich, al rondhaastend door de wereld, aan alle kanten oordelen aan te matigen zonder ooit echt over hun woorden na te denken.’

‘De waarheid is dat niet de zonden der vaderen worden doorgegeven tot naar de derde generatie, doch de smarten der moeders. Maar als jonge vrouw was ik de overtuiging toegedaan dat ik deze keten door pure wilskracht kon doorbreken.’

‘En als ik huisvrouw was dan had ik daar altijd de pest aan. Ik vond dat ik slavenwerk deed, de verdomde was, het stomvervelende boodschappen doen, dat ellendige koken. Ik was te intelligent, te begaafd voor dat soort bezigheden. Dat was geen rol die ik zelf had gekozen, die was me gewoon opgedrongen. [… ] ‘Dat is het geheim. Mannen kiezen wat ze willen doen of hebben het gevoel dat ze kiezen wat ze doen.
Maar ja....iemand moet dat huishouden doen.

Toch ben ik nu, dertig jaar later hoopvol gestemd. Ik heb al meer de keus gehad dan mijn moeder en mijn dochter en schoondochters hebben nog meer mogelijkheden. Het kom wel goed.
Die Lloyd moeten we met z’n allen nog maar even laten l*llen.
Ik blijf glimlachen wanneer hij zegt dat wanneer hij opkomt voor de man, weggezet wordt als vrouwenhater terwijl hij dat niet is. Tsja, feministes worden sinds jaar en dag weggezet als mannenhaatsters terwijl ze dat ook niet zijn.
Welkom in de wereld Lloyd.

maandag 10 april 2017

De vrijheid van de wil


Geschreven door Arthur Schopenhauer (1788 – 1860). Filosoof. Hij schreef dit essay naar aanleiding van een prijsvraag van de Noorse Academie van Wetenschappen in 1839 en...... hij won.
In 1989 is het vertaald door Hans Driessen en ik las daarvan de achtste druk uit 2011.
Nu eens kijken of ik het samenvattend en samenhangend op papier kan krijgen.

Schopenhauer definieert het begrip vrijheid negatief: vrijheid is het ontbreken van hinderende en belemmerende factoren. Vervolgens brengt hij een driedeling aan: de fysieke, intellectuele en morele vrijheid en gaat dan vooral verder met de morele vrijheid; liberum arbitrium. (de vrije wil)
Een motief kan namelijk niet dezelfde werking hebben als een fysieke belemmering want er kan altijd een tegengesteld motief bedacht worden en de persoon moet/kan zich daar eventueel door laten leiden.
De voorstanders van de vrije wil zeggen vaak: ik ben vrij wanneer ik kan doen wat ik wil.
Daar zit ’m de kneep. Je kunt doen wat je wilt maar ben je vrij om te willen wat je wilt?
Schopenhauer verzet de piketpaaltjes een stapje terug.

Vrijheid is de afwezigheid van elke vorm van noodzakelijkheid (ook weer die negatie)
Noodzakelijk is datgene wat uit een gegeven toereikende grond (=voldoende reden /oorzaak) volgt.
Voor mij: elk gevolg heeft een oorzaak. De wet van de causaliteit. Een gevolg zonder oorzaak is een wonder.
Wanneer de afwezigheid van noodzakelijkheid het kenmerk is van vrijheid dan zou die vrijheid onafhankelijk zijn van welke oorzaak dan ook.
Een vrije wil zou een wil zijn die door niets wordt gedetermineerd.
Hij gaat verder met het zelfbewustzijn. Wat is het zelfbewustzijn. Dat is het bewustzijn van het eigen ik in tegenstelling tot het bewustzijn van andere dingen want dat is het kenvermogen.
Het is een ‘ik dat wil’. Het zelfbewustzijn houdt zich bijna uitsluitend bezig met de wil.
De morele gevoelens van de mens behoren niet tot het zelfbewustzijn want morele gevoelens worden voorafgegaan door ervaring en reflectie én je weet nooit wat er aan is toegevoegd door de opvoeding, al dan niet religieus van aard.

Het grootste gedeelte van het bewustzijn is het kenvermogen en is naar buiten gericht.
Iets willen betekent dat de wilsuiting als object van het zelfbewustzijn tot actie overgaat door een object van het kenvermogen(= motief) Dus wanneer er een motief van buiten komt uit het kenvermogen is het de vraag of de wil in het zelfbewustzijn vrij is om het te willen of niet.
De opmerking: ‘ik kan doen wat ik wil’ handelt over de betrekking tussen willen en handelen en dat is niet de vraag want het handelen is een gevolg van de wilsuiting. Dan heb je al ‘gewild’ om het even krom te zeggen.
De vraag is of die wil vrij is om te willen. Is de wil nu wel of niet afhankelijk van iets anders.

Schopenhauer gaat uitgebreid in op het feit dat planten door prikkels worden geleid; dieren door een motief want zij hebben al enigszins een bewustzijn en daar is de causaliteit tussen de wil en het motief heel direct. Het hier en nu.
De mens echter wordt geleid door de rede en zijn blikveld is vele malen breder. Dat omvat het heden, verleden en toekomst en zelfs het afwezige. De rede is ook in staat te overleggen.
Daardoor zijn de verbanden moeilijker te leggen; worden oorzaak en gevolg uit elkaar getrokken maar ze zijn er precies zoals bij planten en dieren.
Omdat oorzaak en gevolg uit elkaar getrokken worden raakt soms de oorzaak geheel buiten beeld en denkt de mens dat hij vrij is in het willen. Het is een illusie. Er is slechts een schijn van oorzaakloosheid wat een gevoel van vrijheid geeft.
Voor mij klinkt dit allemaal heel logisch.

Elk zelfbewustzijn is gebonden aan een karakter. Dat karakter is individueel en aangeboren. Genen waren toen nog niet bekend; Mendel leefde van 1822 – 1884 en Schopenhauer schreef dit essay in 1841 maar keek wel goed om zich heen. Hij schreef over erfelijkheid in een ander werk.

Het karakter is ook empirisch, we leren het alleen kennen door ervaring en het is constant. ‘Eens een dief, altijd een dief’.
Bijzonder vond ik wel zijn argumenten voor de verantwoordelijkheid.
In gesprekken over die vrije wil moest ik ook vaak toegeven dat het strafrecht op zijn gat lag. Want wie kan nu nog verantwoordelijk worden gehouden voor strafbare feiten wanneer je geen vrije wil hebt en je die feiten ‘noodzakelijk’ pleegt?
Schopenhauer heeft geen boodschap aan theologische implicaties maar als gelovige ontkom je niet aan je verantwoordelijkheid want God stelt ons verantwoordelijk.
Maar hoe gebeurt dat in ‘de wereld’?
Daar weten ze er ook geen raad mee want ik heb nog steeds niets vernomen van Thomas Muller, beschreven in dit berichtje die ooit een geldbedrag kreeg om het nu eens definitief uit te zoeken hoe het met die vrije wil zit.
Hier nog een berichtje over een vrije wil debat.

Juist bij de vrije wil komt volgens Schopenhauer de verantwoordelijkheidsstelling op de helling omdat er geen motieven zijn, er is geen fundament.
Iedere existentie vooronderstelt een essentie, oftewel: ieder zijnde moet ook iets zijn, een aard hebben. Deze aard staat vast. Zoals een kersenboom ook altijd kersen zal voortbrengen.
Dan zegt hij: ‘Strikt genomen impliceert de wilsvrijheid een existentie zonder essentie en dat is eigenlijk niets. De wilsvrijheid berust op een tegenspraak’. (p 69)
Iets wat niet bestaat kun je ook niet aantonen.

Bij de mens met zijn aangeboren karakter liggen de doeleinden in essentie vast. De middelen worden bepaald door uiterlijke omstandigheden en interpretatie. Die interpretatie hangt weer af van verstand en ontwikkeling.
Het kénnen is het medium van de motieven en is vatbaar voor permanente correctie. De wetgever stelt tegenover criminele motieven gewoon sterkere motieven in de vorm van sancties die wel altijd moeten worden uitgevoerd.
‘het Wetboek van Strafrecht is niets anders dan een lijst van tegenmotieven voor criminele handelingen’.
Wanneer je iets anders doet dan je meende te doen of je bent niet in staat de tegenmotieven te overzien dan ben je in moreel opzicht niet laakbaar.
Zo simpel is het. Of dat in de praktijk ook zo is waag ik te betwijfelen. Het zou interessant zijn om hem eens in de 21ste eeuw te laten kijken naar die verradicaliseerden met hun bomgordels.
Of naar mensen die geweldig goed kunnen liegen, de boel verdraaien en kunnen toneelspelen.

Aan het einde bespreekt en bekritiseert hij - soms heel hilarisch - nog een aantal filosofen die ook niet in de vrijheid van de wil geloofden met hun theologische implicaties. Natuurlijk ook Augustinus en Luther.
Schopenhauer geeft daarbij quotes die het probleem benoemen.
Augustinus: ‘de volgende vraag laat me niet los: indien de zonden hun oorsprong vinden in de ziel, die door God geschapen is, en de ziel dus een deel van God is, waarom worden die zonden dan niet via een kleine omweg aan God verweten?’
Helaas weet ik niet wat erop volgt in die geschriften want ik ben dan wel nieuwsgierig hoe Augustinus dit als gelovige oplost. Ook maar weer eens opzoeken.
Ook Luther benoemt het probleem met wat meer woorden op p 80:
‘Wanneer men instemt met de leer van de goddelijke alwetendheid en almacht, dan volgt daaruit vanzelfsprekend en ontegenzeggelijk, dat we niet door onszelf zijn gemaakt, niet uit onszelf leven of handelen, maar uitsluitend krachtens Zijn almacht [...] Gods alwetendheid en almacht zijn in flagrante tegenspraak met de vrijheid van onze wil. [...] Geen mens komt er onderuit te erkennen dat we niet uit vrije wil maar uit noodzaak worden wie we zijn, en dat we dus niet datgene kunnen doen waar we zin in hebben, op grond van de vrije wil, maar veeleer datgene wat God met ons voorheeft en met onfeilbare en onveranderlijke besluitvaardigheid en wilskracht uitvoert’.

Ik ben nog niet uitgedacht.

Des Menschen Thaten und Gedanke, wißt!
Sind nicht wie Meerses blind bewegte Wellen.
Die inn’re Welt, sein Mikrokosmus, ist
Der tiefe Schacht, aus dem sie ewig quellen.
Sie sind nothwendig, wie des Baumes Frucht,
Sie kann der Zufall gaukelnd nicht verwandeln.
Hab’ich des Menschen Kern erst untersucht,
So weiß ich auch sein Wollen und sein Handeln.

Uit Schiller’s ‘Wallenstein'.