Boek van Philippe Claudel. Vertaald als ‘rivier van vergetelheid’. Hoe verzin je het….
Deze schrijver staat nogal in de belangstelling. Vaak is dat dan juist voor mij een reden om hem/haar links te laten liggen. Maar nu ben ik toch overstag gegaan. Tsja, je bent lid van een boekenclub en dan moet je weer hè….
In eerste instantie vond ik hem overdreven literair z’n best doen, zoiets als Lulu Wang (als ik me goed herinner want na dat eerste boek van haar heb ik er nooit meer één geprobeerd. Het kan ook over de top gaan.) maar gaandeweg ging ik Claudel toch meer waarderen ook al heb ik soms het gevoel in het groot dictee der Nederlandse taal te zijn beland.
De grijze, mistige sfeer die hij weet op te roepen blijft bij mij hangen en hij heeft echt mooie zinnen zoals: “Er wordt weer geklaverjast: de mannen hebben hun ruzie bijgelegd, en om dat te vieren biedt S. ons gul een flink stuk in de kraag aan.”
En deze: “Die man, met een gezwollen neus vol zwarte adertjes, heb ik zo vurig dood gewenst dat het tenslotte ook gebeurde.”
Dat is toch genieten. Van de impact van die zin bedoel ik…niet van de dood van een persoon.
Misschien ga ik nog een boek van hem proberen want dit was zijn debuut.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten