Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Gewoon Jezus. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Gewoon Jezus. Sorteren op datum Alle posts tonen

maandag 4 maart 2013

Ik was een Christen

Geschreven door Maria Rosseels in 1957. Ik las een heruitgave uit 2003.
Tijdens het boekenfestijn in Ahoy, Rotterdam eind januari liep ik tegen dit boek aan. De schrijfster kende ik al dus voor 3,00 euro vond ik deze dikke pil een buitenkansje. Net als Graham Greene trouwens die ik daar ook vond.
Op zo’n boekenmarkt word ik altijd een beetje hebberig. Heel veel Engelse literatuur was er te vinden. Ja, de complete weken van Shakespeare staan ongetwijfeld mooi in mijn boekenkast en geven een intellectuele uitstraling , bij mij geeft de zolder dan een uitstraling van intellect. *grinnik* maar ik heb ‘m toch maar laten liggen. Ik ben een beetje gemakzuchtig en lees liever gewoon Nederlands.
Ik verbaasde me trouwens wel over de grote hoeveelheid thrillers die er lagen. Wat is dat toch met die gemiddelde Nederlander? Behoefte aan spanning in plaats van wijsheid?
Alora……ik was een christen. Een historische roman die speelt in de tijden van Ambrosius en Augustinus. De hoofdpersoon stierf op ‘de vooravond van het feest van ‘s Heren geboorte, in het jaar van Augustinus’ dood.’ Dus in 430 AC.
Je kunt beter de kerkvorsten noemen dan de keizers van het Romeinse Rijk want dat waren er nogal wat in dat verdeelde rijk van Constantijn.
De hoofpersoon, Alexander Marcus Aurelius is de helft van een tweeling en als tweede geboren. Hun vader was een edele Romein, hij bad nooit maar zijn "hele leven was één gebed, in feit hetzelfde gebed dat grootmoeder ons die eerste avond had geleerd: Uw wil geschiedde op de aarde zoals in de hemel".
Deze grootmoeder, Severa Caecilia was een christin en heeft vooral Alexander en zijn jongere zusje Anicia zeer beïnvloed. Angelo, de oudste van de tweeling leek meer op zijn vader. Naturalisten avant la lettre. Ze geloofden in wat ze zagen. Hun doel was lijden en dood overwinnen door het vernietigen van de vrees terwijl Severa Caecilia aan dat lijden en de dood een hoger doel trachtte te geven. Zingeving is dan ook een belangrijk thema.
De titel van het boek is fascinerend. De door zijn grootmoeder beïnvloedde Alexander is ook christen maar gaandeweg het boek merkje dat zijn geloof ontzettend wordt beproefd. Zo erg dat je denkt dat hij verschuift naar een atheïstische levenshouding. Zijn houding komt voort uit de vreselijke dingen die hij ziet gebeuren door christenen in die eerste bewogen tijd na Christus, voordat er een definitief Rooms Katholiek bolwerk ontstond. Een roerige vierde eeuw waarin de Arianen en Marcionieten bevochten moesten worden. Alexander is zelfs bereidt om voor het christelijke geloof te moorden. Interessant is die passage met betrekking tot de vrije wil. Maar langzamerhand komt hij tot de conclusie dat hij eigenlijk niet meer bij die Christenen wil horen. Ach, wie heeft dat niet bij tijd en wijle…..Je gaat de titel van het boek begrijpen. Maar toch…….aan het einde van zijn levensweg concludeert hij: Ik was een Christen en een Romein, op beide ben ik fier.
Na heel veel leed komt hij erachter dat hij is geboren “omdat God wilde dat ik zou bestaan. Dat is alles.” Heerlijk relativerend.
Een indringende passage is de passage wanneer hij terugkeert naar zijn ouderlijk huis van de Aurelii’s en daar een fresco van Jezus, door zijn grootmoeder daar laten maken, compleet aan gruizels slaat. Het deed me denken aan de taartengooier uit 'Het Lam’ van Peter de Vries . Jammer dat in dit boek de schrijfster de hoofdpersoon een nervous breakdown laat doormaken. Zouden mensen dit soms niet willen doen wanneer ze gewoon bij zinnen zijn zoals bij Peter de Vries?
Angelo, zijn tweelingbroer maakt een tegenovergestelde beweging door; van een, alleen in zichzelf gelovende Romein naar een trouwe aanhanger van het Christendom via Augustinus van Hippo.
Filosofische denkbeelden staan erin. Severa Caecilia zegt op een gegeven moment tegen Alexander: “Als je langs de rede God wilt benaderen, sla je op drift. Geloven moet je. Alleen maar geloven.[..] Redeneren is als het moeizame beklimmen van een steile berg; wie gelooft neemt ineens de sprong naar de top.”
Wie zou dat nu willen? Ik niet. Liever klimmen en zo af en toe van het uitzicht genieten. Dat is bevredigender.
En geloven, erop vertrouwen dat je op een dag die top wel haalt.

donderdag 29 augustus 2013

Dit zijn de namen

Geschreven in oktober 2012 door Tommy Wieringa. Ik las de twaalfde druk van mei 2013.
Dit boek werd bekroond met de Libris Literatuurprijs 2013. Dit is mijn eerste boek van hem.
‘Uit de vlakte duikt een groep verwilderde vluchtelingen op. Ze veroorzaken angst en onrust in de stad’. Zo begint de samenvatting op de achterflap. Maar dan ben je al op driekwart van het boek! De hoofdpersoon, commissaris van politie, Pontus Beg (Pontius P: gerechtsdienaar?) ontrafelt de geschiedenis helemaal niet. Dat doet de schrijver.
De titel ‘Dit zijn de namen’ is naar mijn idee een verwijzing naar Exodus/Uittocht. Maar de meeste vluchtelingen hebben geen naam. Ze worden aangeduid als ‘de Afrikaan’, ‘de vrouw’, ‘de man uit Asjchabad’. Ik denk dat het verwijst naar een universeler verband. De naamloze vluchtelingen die hun heil proberen te zoeken in een ‘beloofd land’ wat niet bestaat.
"Ze kwamen met ontelbaren……"

Twee verhaallijnen, de vluchtelingen en de ontwikkeling van Pontus lopen naast elkaar tot ze elkaar kruisen en gezamenlijk verder gaan.
Zoals dat vaak gaat met boeken waar je een hoog gespannen verwachting van hebt: het viel wat tegen.
Het weinige wat ik wel boeiend vond was de poging om de oorsprong van een religie te beschrijven: het bijgelovig betekenis geven aan samenvallende gebeurtenissen.
Maar het blijft voor mij een armzalige poging.
Het verband wat Wieringa via Pontus probeert te leggen tussen de botten van Jozef en het hoofd van de Afrikaan bevreemde mij. Ik probeer het wel te begrijpen maar het klopt gewoon niet.
Noch de joodse religie is op zo’n manier begonnen, noch een andere van de openbaringsgodsdiensten. Religies die beginnen op een manier die Wieringa beschrijft worden vroeg of laat doorgeprikt.

---------------- De botten van Jozef geven naar mijn mening iets heel anders aan: omdat men in de ‘oude wereld’ dacht dat de identiteit in de beenderen zat sjouwde men met Jozefs beenderen om zo zijn identiteit te bewaren onder zijn eigen volk. Jozef is een type van Jezus. Zoals later de beenderen (identiteit) van Jezus aan het kruis niet werden gebroken maar ‘heelhuids’ werden bewaard voor de opstanding en de gang naar het beloofde land/ hemelvaart.--------------------*

Het vinden van een nieuwe identiteit door Pontus die zijn Joodse wortels ontdekt, vond ik wel mooi. Het geeft hoop omdat hij nu tot een exclusief volk behoort. Hij studeert hard op de Joodse teksten: ‘Christen kon je worden, moslim net zo, joods niet. Nooit helemaal. En voor het overige deel lieten ze je verdomd hard werken. Net zo lang tot je vroom of geleerd was, en dan hielden ze dat begeerde laatste beetje voor zichzelf. Daarin stak het onrecht, maar hij baadde in het warme licht van uitverkorenheid.’
Uitverkorenheid leidt tot jaloezie bij anderen, zo zat ik te bedenken. Is dat de basis van het antisemitisme? Dan zegt het meer over de antisemiet dan over de Semiet.

Het gaat niet over verlossing zoals de achterflap beweerd, het gaat over hoop. Het is hoop waarmee de vluchtelingen op pad gaan. Hoop op een ander land en een beter leven. Dat houdt hen overeind. Hoop geeft de baby van de enige vrouwelijke overlevende; hoop ontvangt Pontus van de laatste rabbijn uit het stadje en geeft Pontus weer door aan de jongen die het overleeft door hem naar het wél bestaande beloofde land Israël te sturen.
In het ‘voorjaar’.
Het jaargetijde van de hoop.
Wat is een mens zonder hoop.

Wieringa kan (filosofisch) schrijven.
“Gevoelens waren voor gelukkige mensen”
en “dat hij ergens bij hoorde, dat was de ontroering” en
“Er is geen haast” zei de rabbijn. “Het enige goede antwoord is het antwoord op het goede moment. Het komt vanzelf.”
Mooi is de gedachte van Confucius die ook ergens ter sprake komt:
“Confucius, zei Diniz, zou als hij het voor het zeggen zou hebben in een land, als eerste het taalgebruik verbeteren. Want als het taalgebruik niet juist is, dan is wat wordt gezegd niet dat wat bedoeld wordt. En als wat gezegd wordt niet is wat men bedoelt, komen er geen werken tot stand. Komen de werken niet tot stand, dan gedijen de kunst en de moraal niet. Gedijen deze niet dan is er geen juiste rechtsspraak. Als er geen juiste rechtsspraak is, dan weet de natie niet wat te doen. Daarom moet men geen willekeur dulden in het woordgebruik. Dat is waarop alles aankomt.”


* 01-09
Ik ben nog even op zoek geweest naar de bron hiervan maar die kan ik niet meer vinden.
Zelf geloof ik hierin omdat het zoveel dingen verklaart. Tot er natuurlijk een beter argument komt voor het gedoe met beenderen.

donderdag 8 januari 2015

Aanslag Parijs


Ontzetting, verbijstering en verontwaardiging alom over de aanslag in Parijs, gisteren, op een aantal journalisten van een satirisch magazine door moslimextremisten. 12 doden, 11 gewonden waarvan vier ernstig. Koelbloedig neergeschoten tijdens een vergadering.

Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, en de discussies zijn in de afgelopen jaren al vaker gevoerd.
Persoonlijk vind ik het niet fijn en soms ook kwetsend wanneer Jezus of God belachelijk wordt gemaakt. Ik kan me wel wat voorstellen bij die onvrede onder moslims. Maar ik ben er van overtuigd dat God Zichzelf wel kan verdedigen* en Allah kan dat kennelijk niet. Althans, zo denken zijn onderdanen. Daarmee diskwalificeren zij hun god.

De Islam is een ‘jongere’ religie. Hoe deden wij het in het jaar 1393? ( 622 jaar geleden ) Toen waren wij, christenen ook niet van die lieverdjes. Nog steeds niet.
Op fora zei ik dan meestal: ‘ach, geef ze nog 622 jaar, dan zijn ze net zover als wij, nu’.
Ja, sarcasme.

De sterkste cartoon vind ik deze:
Van wie hij is weet ik niet; mogelijk 'Banksy' (?). Er zijn er verschillende soortgelijken getekend door cartoonisten wereldwijd.
Het is mooi, massale acties tegen onrecht.
Want dat blijft het.










*12-01-15

nog weer eens verder denkend na de indrukwekkende Parijse Mars : Ik heb een paar cartoons bekeken van Charlie Hebdo. Daar word je, als gelovige niet altijd blij van.
Het OT staat bol van Goddelijke acties waarbij andere volkeren worden ingezet om Israël weer eens bij de les te krijgen. Heeft God nu ingegrepen en gebruikt Hij moslimfundi’s ?
Maar nee, sinds Jezus is alles veranderd. In het NT lees ik dat soort dingen niet meer. Sinds die tijd is er de oproep om de andere wang toe te keren, jassen te geven, extra mijlen mee te lopen en vurige kolen op hoofden stapelen.
Juist door goed doen moeten we het kwaad overwinnen.
Wanneer alle gelovigen dat heel idealistisch zouden doen worden we waarschijnlijk wel door de Taliban, IS en Boko Haram van de kaart geveegd. Dilemma.

Moeten we dan rekening houden met de zwakkeren in het (moslim) geloof zoals Paulus ons oproept en zulke tekeningen, schrijfsels en opmerkingen in cabareteske optredens niet meer maken want we wéten toch hoe kort de lontjes kunnen zijn?
Zo wordt veel gedacht, merk ik om mij heen.
Maar dat is ook niet goed denk ik. Het principe van vrijheid van meningsuiting moeten we hoog houden. Als gelovigen hebben we die ruimte ook en de vrijheid die je voor jezelf wilt moet je ook anderen gunnen.
Maar een beetje rekening houden met elkaar is wel gewoon boerenfatsoen.
De volgende vraag is dan meteen: waar ligt de grens?
En dat weet ik dan weer niet.







dinsdag 28 maart 2017

Rome


We hebben een paar jaar geduld gehad. Met vrienden zouden we een weekend naar Rome gaan. Zij waren er nog nooit geweest en het kwam er nu zomaar van. Wij zijn er al verschillende keren geweest. Maar dat geeft niet, het blijft een prachtige, boeiende stad waar de historie je van alle hoeken van de straten toeroept. Niet echt een opgave om daar weer eens rond te wandelen.
Als voorbereiding en om in de stemming te komen las ik het boek SPQR van Mary Beard en verbeeldde me dat ik deze keer voorbereid op reis ging.
We hadden niet genoeg aan vijf volle dagen. Er ligt nog wat voor een volgende keer.
Ondanks dat ik de vele toeristische trekpleister al kende zag ik toch steeds weer iets nieuws.
Je kijkt elke keer weer anders.
De sixtijnse kapel blijft indrukwekkend ondanks dat we een poster van het plafond thuis hebben en ik die regelmatig bestudeer. Hij beslaat namelijk het plafond van ónze sixtijnse kapel... Het toilet.

Gek dat de schepping van Adam altijd zo de aandacht trekt. Meer dan de schepping van Eva.
Waar ik al een tijdje over mijmer is de ‘vrouwe Wijsheid’ uit Spreuken 8
Volgens mannelijke theologen ‘moet’ je daar Jezus in lezen maar dat geloof ik niet.
Chochma is een Hebreeuws vrouwelijk woord dat in het Grieks equivalent is aan ‘Sophia’.
En Jezus wordt meer geassocieerd met de 'de Logos'; het Woord.
Spr 7:4: Zeg tegen de wijsheid: jij bent mijn zuster,….. en in 8 vs 29 ev: ‘Toen Hij de fundamenten van de aarde verordende was ik (de wijsheid) bij Hem [..] te allen tijde spelend voor Zijn aangezicht’….
Wanneer ik zo ‘de schepping van Adam bestudeer zie ik achter Gods rug een jong, maar onmiskenbaar vrouwelijk persoon. Zou Michelangelo daarmee de vrouwe Wijsheid hebben bedoeld? Die gedachte bevalt mij wel.

We kwamen ook in de Stanza Rafaëlla, dat was nieuw voor ons. Mijn verrassing was groot toen ik ontdekte dat de ‘Atheense school’ een half plafond besloeg. Ik had het mij voorgesteld als een betrekkelijk gewoon fresco.




Galeria Borghese stond natuurlijk ook op het programma. Dat verveelt echt nooit; de werken van Bernini. Ook de andere werken van hem die verspreid staan door de stad hebben we bezocht. Hier een detail van 'Apollo en Daphne'



Wat ook helaas nieuw is zijn de zwaarbewapende militairen overal. Je moet er ook niet aan denken: een bommetje in het Pantheon door bepaalde barbaren die al hebben aangetoond niets om cultureel erfgoed te geven.
Het tekent de wereld van 2017.
Zal dat ooit nog gaan veranderen?



woensdag 17 juli 2013

Vrouwen in het christendom

Geschreven door Hans Küng.
Küng is een Zwitsers theoloog. Studeerde filosofie en theologie aan een RK universiteit in Rome. Werd later hoogleraar aan de universiteit van Thübingen. En hij staat bekend als een enfant terrible binnen de RK Kerk.
Dit boek schreef hij al in 2001, ik las de digitale Nederlandse vertaling uit 2012.
Het is geschreven vanuit een Rooms Katholiek perspectief. Maar veel dingen van wat hij schijft gaan ook wel op voor de rechterflank van de gereformeerde gezindte.
Hij geeft een mooi overzicht door de eeuwen heen over de behandeling van vrouwen. Zelfs noemt hij het hier en daar het ‘vrouwenvraagstuk’.
Klaar ben je. Ik krijg de neiging om er een mannenvraagstuk van te maken.
Mannen denken niet dommer dan vrouwen, maar anders.

Hij houdt erg van het woord paradigma . Zo heeft hij zijn boek verdeeld in zes gedeelten:
1. Het joods-apocalyptisch paradigma (p)
2. Het oecumenisch-hellenistische p
3. Het Rooms katholiek- middeleeuwse p
4. Het protestants/ evangelisch p van de Reformatie
5. Het rationele vooruitgangs p van de moderniteit
6. Een aanzet tot een oecumenisch p van de na-moderniteit

In grote lijnen bevestigt hij wat ik al eerder schreef over de lijn die ik in de Bijbel zie lopen wat vrouwen betreft. Na de terugval bij de zondenval een langzaam weer ‘opklimmen’ naar gelijkwaardigheid waar Jezus het voortouw in nam. In de eerste christengemeenten werd het gelijkwaardigheidsdenken normaal, zie Galatenbrief.

De vraag is hoe het komt dat die ontwikkeling richting Gods Koninkrijk zo is gestagneerd.
Volgens Küng:
De emancipatie van vrouwen in de vroege kerk werd verhinderd
1. doordat er geen echte doorbraak kwam in de hiërarchische structuren;
2. vijandigheid ten opzichte van de seksualiteit (celibaat, wat steeds meer werd verheerlijkt) en
3. de devaluatie van de educatie van vrouwen

Een paar opmerkelijke dingen:
Volgens Küng bestaat er in het Grieks geen apart woord voor een vrouwelijke apostel maar waren ze er in de eerste christengemeenten wel degelijk. (p 20)
Het woord ambt werd niet gebruikt in de eerste christengemeenten omdat dergelijke begrippen wereldlijke machtsverhoudingen weerspiegelen die de kerk niet kan overnemen. In plaats daarvan werd het woord ‘diakonia’ gebruikt. (p 18)
Filosofisch gezien ben ik het daar mee eens, de gemeente mag geen plaats zijn voor machtsverhoudingen maar wat doet hij dan met de tekst uit 1 Tim 3: 1 en Hand 1: 20 waar het woord ambt wel wordt gebruikt? Die noemt hij nergens.
In het Grieks staat daar geen ‘diakonia’ maar ‘episkopè’
Via Strong’s codes kom je het vier keer tegen in het NT twee keer vertaald met '(opzieners)ambt' en twee keer met 'bezoeking'.
Het blijft lastig.

In ieder geval: zoals de geschiedenis wordt geschreven door overwinnaars is de kerkelijke geschiedenis geschreven door mannen die toch zijn geneigd te heersen in plaats van te dienen. Volgens een onderzoek van Anne Jensen zijn vrouwen veel intensiever betrokken geweest bij de uitbreiding van het christendom dan de door mannen gekleurde bronnen doen vermoeden.
Maar dat moet ik dan gewoon nog eens nazoeken.
Het lastige met deze discussies is de onvermijdelijke partijdigheid. Er is niemand die er geen ‘belang’ bij heeft en dat maakt dat onzuiverheid altijd maar weer op de loer ligt.

Küng wandelt door de geschiedenis en legt het ontstaan van de Mariaverering uit (zie ook ‘de zevende koningin’ van W.J.Ouweneel, die doet het iets uitgebreider), waar de begijnen vandaan komen en hoe de heksenvervolging kon ontstaan. Die niet werd gestopt door de Reformatie maar door de Verlichting!
Hij noemt verschillende vrouwen die invloed hebben gehad zoals Hildegard von Bingen (1098 – 1179), Catharina van Sienna (1347 – 1380) en Theresia van Avila (1515 – 1582). Meestal dames uit de hoge adel die in kloosters gingen en zich stortte op van alles behalve mannen en kinderen.
Ze werden 'mystica' genoemd wat m.i. gewoon een woord is voor een vrouw die haar hersens gebruikt.

Augustinus en Thomas van Aquino benaderden de man-vrouw verhoudingen niet vanuit een perspectief van wederkerigheid maar vanuit het mannenperspectief. Ach dat gebeurt nog regelmatig. Niets nieuws onder de zon. Maar wel een punt om in het achterhoofd te houden.
Aan het einde geeft hij nog allerlei concrete hervormingseisen. Mm ja. van dat woord 'eisen' hou ik niet.
Al met al ben ik er niet echt heel veel wijzer van geworden.

donderdag 16 juli 2015

Getallen in de Bijbel


Dat blijft ook een fascinerend onderwerp. Op forums worden allerlei dingen verhandeld die zo heerlijk de geest kunnen prikkelen.
Wanneer je de Gematria of getallenleer een beetje serieus neemt wordt het oudste en meest verkochte Boek steeds boeiender. Maar juist dán is het zo van belang dat er goed vertaald wordt om die achterliggende betekenissen te behouden.

‘Tellen is vertellen’ zo meldde iemand in het topic theologisch interpreteren versus gewoon lezen op Refoweb . Het is niet echt een plezierige discussie maar soms worden er van die mooie dingen geschreven.
In dit geval over de maten van het nieuwe Jeruzalem dat als de heerlijkheid van God neerdaalde uit de hemel.
De maten worden verteld in Op 21: 16 en 17 en nu citeer ik:

De BGT (= Bijbel in Gewone Taal) geeft 2400 kilometers, h-b-l. De grondtekst+NBG (= de vertaling van 1951) geeft 12.000 stadiën.
Als je de BGT leest denk je al gauw aan een afstand van 2400 km, want dat lees je daar.
Als je de NBG/grondtekst leest dan zie 12 en 1000: dan gaat er toch meteen een belletje rinkelen, als je ook de rest van de bijbel wel eens gelezen hebt.
12 en 1000 (chilias) zijn betekenisvol. Kort gezegd, in het kader van De Openbaring gaat het dus niet om een afstand op zichzelf, een kwantiteit, maar om een kwaliteit: De stad van God is groot genoeg voor iedere welwillende uit hemel (3) en aarde (4, deze stad is goddelijk groot (1000). Voor gans Israël (het volle getal der joden: 7000*) en voor het volle getal van de heidenen is plaats in deze Stad, in het Koninkrijk van God
.

* 7000, 1 Kon 19:18

Zelf zat ik ook in mijn maag met een stad in kubusvorm die zo groot is als van hier naar Moskou
Met deze verklaring krijg ik het gevoel dat het klopt als een cryptogram.
Ook dat ‘duizendjarig vrederijk’ waar zovelen in geloven wordt duidelijker wanneer je duizend als een lange tijd naar de voleinding interpreteert. Want duizend jaar vrede en daarna nog een Armageddon, daar geloof ik niet in, dat is niet logisch.
Er wordt in die verzen in Openbaringen 20 ook helemaal niet gesproken over vrede. Wel over heersen, regeren.
Er wordt wel gezegd dat de satan is gebonden, maar die heeft genoeg handlangers rondlopen. De aanstichter is er niet meer maar het kwaad is en wordt gezaaid in elk mensenhart.
Zelf geloof ik met de ‘oud-vaders’ dat die ‘duizend jaren’ zijn begonnen met de uitstorting van de Heilige Geest. Dat bracht een zichtbare verandering teweeg. De tijd werd heel anders dan alle tijden daarvoor. Misschien was dat moment al eerder bij Jezus’ uitroep: ‘Het is volbracht’ maar toen was het nog niet zichtbaar. Sinds de Hemelvaart is Jezus Koning en regeert Hij, en sinds de uitstorting van de Heilige Geest breidt zijn Koninkrijk zich als een olievlek uit over deze aarde.

Nog weer verder gedacht want discussies over evolutie en/of schepping blijven ook populair:
De schepping in zes dagen. Zes is het getal van een mens. Deze aarde is voor de mens.
Het was zeer goed maar is (nog?) niet volmaakt. Zeven is het getal van de volmaaktheid. God rustte op de zevende dag die deze aarde zou vervolmaken.
Hij deed toen ‘niets’.
Hij wacht.
Hij rust.
Die zevende ‘dag’ komt nog.
Wanneer je het zo bekijkt vergaat je de lust om te discussiëren of God al dan niet 6000 jaar geleden de hele schepping in zes dagen in elkaar zou hebben gepropt. De symboliek is veel mooier en in mijn ogen veel belangrijker om de grote lijnen te kunnen zien.


vrijdag 8 mei 2015

Wetenschap en geloof 2


Het eerste deel staat hier.
Op de briefwisseling tussen Ds. Mensink en Prof van den Brink zijn nog weer van beide kanten reacties gekomen: eerst van van den Brink en als laatste een afsluitende van ds. Mensink. Jammer dat deze als afsluitend wordt gepresenteerd.

1. Sterke punten van van den Brink vind ik dat hij aangeeft dat ook de wet van de zwaartekracht geen wet is maar een hypothese waar uitstekend meegewerkt wordt en waar niemand aan twijfelt. Zo ook met de evolutietheorie. Het blijkt te werken in tal van andere wetenschappen dus waarom zou je eraan twijfelen? Het is een uitstekend, beproefd denkkader gebleken. Er is voldoende bewijs om deze theorie serieus te nemen.
2. Dat de geestelijke dood heel wat erger is dan een lichamelijke dood staat ook gewoon in de Bijbel waar Jezus zegt: vreest niet voor degenen die het lichaam doden maar veel meer Hem (Matt 10: 28) Die beide, ziel en lichaam kan vernietigen in de hel.
3. De structuur van de Bijbel: schepping via val naar verlossing en voltooiing wordt niet aangetast door de evolutietheorie.

Een ‘zwak puntgevoel’ krijg ik van van den Brink wanneer hij vertelt dat hij door de ‘Braambruggers’ enigszins op de vingers lijkt te zijn getikt. Hoe voelt dat voor een academicus? Ik heb dat ooit ook gemerkt bij Kuitert. Dat heeft toch een bepaalde impact op het ego van een mens. De onbewuste angst van de mens om niet serieus of dom bevonden te worden en de acties die daaruit voorkomen onderschatten we wel eens.
Verder die ‘hermeneutische sleutel’. Wanneer je de wetenschap gebruikt als uitlegkundige sleutel heb ik zo mijn twijfels. Dat is niet de bedoeling. Daar komt Mensink terecht weer op terug in zijn artikel.

Uit dit laatste artikel de sterke punten:
1. Een punt is de twijfel bij de orthodoxen die van den Brink aandraagt, en die geen theologen in het vakgebied ‘exegese en bijbelse theologie’ zijn.
2. Zijn kernbezwaar is ook terecht. Dat van die hermeneutische sleutel. We moeten niet vanuit de evolutietheorie de Bijbel willen gaan verklaren.
Daarom ben ik ook tegen een harmoniemodel. Waarom zouden we de evolutietheorie en de Bijbel in harmonie willen brengen? Dat moeten we helemaal niet willen want dan blijven we hangen bij het boetseren aan ‘de kruiwagen’ terwijl het gaat om de inhoud.
Een kruiwagen is een middel om inhoud te vervoeren.

De zwakke punten:
Zijn twijfel over de gevestigde kennis. ‘Kún je het wel echt kennis noemen als je theorie voor een groot deel bestaat uit aannames? Aannemelijkheid en waarheid zijn niet identiek.’
Tsja.... die 'aannames' zijn toch aardig onderbouwd en is de ‘kennis’ die uit de Bijbel naar voren komt wel gevestigde kennis of zijn het ook aannames?
Aan truien met gaten wordt met man en macht gewerkt om die gaten te dichten. Zeker ontstaan er weer nieuwe gaten maar daar wordt vervolgens ook weer aan gewerkt. Dat is de charme van de wetenschap. Zij ontkent het bestaan van gaten dan ook niet.
Verder: de schepping volmaakt? Dat dacht ik niet. De schepping was zeer goed. De schepping wordt vervolmaakt. We gaan niet terug naar een paradijselijke toestand maar naar een toestand van: God, alles in allen. 1Kor. 15:28.
Er zit een ontwikkeling in.
Dat noemen ze geloof ik, evolutie.




vrijdag 10 september 2021

Domweg gelukkig 2


Nu heb ik het boek van Willem Maarten Dekker (1976) dan toch helemaal gelezen na mijn eerdere hersenspinsels naar aanleiding van de titel. Er staan weer veel streepjes in. En ik zal voortaan een foto van het boek maken vóórdat ik het lees, dan is het platter.

Wat wil ik ervan onthouden?
Eerst de begripsverklaring. De woorden hedonisme, eudaimonia,  makaria en eutuchia. Grofweg vertaald met resp. genot, geluk, zaligheid en stom geluk.
Dus waar heb je het over wanneer je over geluk spreekt.



Dan het rare streven naar geluk wat ieder mens heeft en dat toch veel te maken heeft met zingeving. Van betekenis geven worden we kennelijk gelukkig. Het gevoel van waardevol zijn, gezien, gehoord en gewaardeerd worden. Vroeger gaf de kerk nog een kader aan waarbinnen je betekenis kon vinden maar dat is grotendeels voorbij.

In deze individualistische maatschappij moet je het zelf doen en sommigen kunnen het ook en ander vallen uit de boot en hebben een psycholoog of psychiater nodig.
Eigenlijk is dat allemaal nogal zelfzuchtig. Denk ik. Ook al doe je je best in de zorg zoals ikzelf gedaan heb. Het gaf mij energie tot ik op een dag ontdekte dat het mij meer energie ging kosten dan het opleverde. Exit zorg.
Streven naar geluk doen alle mensen van alle tijden al maar we hebben er geen rècht op.
Dan is er nog de vraag of je gelukkig bènt of dat je je gelukkig voelt. Ook een heel verschil.
Het blijft allemaal subjectief.
Wanneer je het niet voelt en niet bent is het gemakkelijker concluderen dat je ongelukkig bent. / sarcasm

Gelukkig zijn is ook geen synoniem voor tevredenheid  of voldoening zoals sommige mensen denken.
Geluk is een geestelijke aangelegenheid en zo komt Dekker bij God uit die we toch, net als liefde en vrijheid moeten veronderstellen om zuiver te kunnen blijven denken en leven. (P61)
Wij denken in termen van geluk met het uitsluiten van aards lijden maar we moeten ons ermee verenigen zoals Jezus deed. Dat geeft aardse zaligheid. Dat is geen vrijbrief  om het aardse lijden te verheerlijken zoals vaak wordt gedaan. Ik kan me nog preken herinneren dat wanneer je geen lijden kende, je geloof niet deugde. Woorden met die strekking.
Christus is het einde van het streven en zoeken naar geluk als wetmatigheid. We kunnen daar zo in gevangen zitten. In die wetmatigheden. Daar denken we houvast aan te hebben.

Aan het einde van het boek geeft de schrijver tien tips. Niet om gelukkig te worden maar om beter te leven. Want duurzaam geluk is er niet. Er zijn momenten van geluk.
Zo is mijn ervaring ook.
De meest lastige tip: bedenk dat alles vruchteloos is.
Ik weet niet of ik het daar mee eens ben. Hou je daar niet een super stoïcijnse houding aan over en is dat de bedoeling van het leven? Of zou hij, als christen, ook beseffen dat we ons niet druk moeten maken of we wel of niet vruchten dragen? Dat een Ander daar wel voor zorgt.  Het loslaten van de controle. Daar hou ik het op.
Dat we er niet naar behoeven te streven om de aarde wat beter achter te laten dan dat we erop gekomen zijn ben ik wel met hem eens. Een rare uitspraak die kennelijk voor veel mensen zinnig is en zin geeft aan het leven. Doe gewoon je ding op de plaats waar je bent gesteld denk ik dan.

De meest herkenbare: word een onafhankelijke geest.
Zelf heb ik gemerkt dat het prettig is om tot de ontdekking te komen dat mijn – misschien kromme – meningen van net zoveel waarde zijn als van ieder ander. Dat helpt om kritisch te durven zijn en de zaken eens van een andere kant te bekijken.

De meest aansprekende: bereid je voor op de dood.
Die zou ik bijna als nummer één zetten. Wanneer je je eigen dood hebt doorleefd en je uitkomt bij je Schepper geeft dat zoveel rust. Niet dat het geen hobbel meer is maar  wel één van een andere orde.

Aan de hand van de denkbeelden van verschillende schrijvers, filosofen en dichters is het boek geschreven.
Een aanrader.


O ja, nog een opmerking die me aansprak: 'Zelf heb ik alleen bij de kerk kunnen blijven doordat ik al heel jong Christus van het christendom ging onderscheiden.'

 

dinsdag 1 mei 2012

Dopen

In het ND van 18 april een artikel over de doop. Al eeuwen heerst er een controverse m.b.t. dit onderwerp. Op de verschillende fora kunnen de emoties hoog oplopen wanneer dit onderwerp ter sprake komt: Kinderdoop of geloofsdoop. Nu wordt echter toenadering gezocht tussen verschillende kerken en na Pinksteren 2012 worden er verklaringen ondertekent om elkaars doop te erkennen. Dat is al heel wat. Zoals zo vaak nemen mensen vaak een of/of standpunt in terwijl ik denk dat het en/en is.
Kennelijk is het toch allemaal niet zo eenvoudig uit de Bijbel te destilleren als wordt gedacht. Daarom word ik alleen nog maar witheet wanneer mensen mijn standpunt on-Bijbels vinden en mij beschuldigen van niet zorgvuldig of nauwkeurig lezen. Pas trouwens op wanneer mensen deze woorden gebruiken want dat impliceert dat zij de pretentie hebben het er beter vanaf te brengen. Alsof mensen die tot een andere mening zijn gekomen niet goed lezen en nadenken.
Over hoogmoed gesproken.
Voor beide dopen, de verbondsdoop en de geloofsdoop zijn heel goede argumenten aan te voeren. Er zijn echter ook veel in mijn ogen flutargumenten die regelmatig in de strijd worden geworpen. Zoals de ‘noodzaak’ tot onderdompeling: waarom zou de hoeveelheid water er toe doen? Het is en blijft toch een symbool? Totale onderdompeling is natuurlijk heel aansprekend maar wat mij betreft voor de zwakken in het geloof. Verder de strikte volgorde van onderwijzen, geloven en daarna dopen. Dat lijkt mij in zendingsgebieden heel logisch. Daar begin je niet met kinderen te dopen zoals de RK kerk gewoon was te doen.
Kinderdoop zou niet in de Bijbel voorkomen dus nee. Maar ik lees ook nergens over de doop van de twaalf discipelen. Waarom zou Jezus zelf eigenlijk niet gedoopt hebben?
In de Bijbel is de vader des huizes de verantwoordelijke persoon. Dat gold voor Adam, Abraham en noem maar op. Het hele huis stond onder zijn supervisie. Als de oproep naar Abraham komt om het mannelijke deel van zijn hele huis te besnijden als teken van het verbond dat God met Abraham sloot, dan horen alle mannen en kinderen daarbij. Zelfs de gekochten en de slaven die van een heel ander volk zijn. (Gen 17: 12, 13) Dat is bepaald niet bekrompen denken. Degene die dat niet wil verbreekt het verbond en kan vertrekken. Dus alles wat mannelijk was werd besneden en wat later aan het huis werd toegevoegd door geboorte of werd gekocht werd alsnog besneden. De jongensbaby’s op hun achtste dag.
In het NT betekent dat, in mijn simpele overtuiging, wanneer er staat dat een huis werd gedoopt, dat dan ook iedereen werd gedoopt. Vanwege het geloof van de verantwoordelijke persoon. Wat er later bijkwam door geboorte werd alsnog gedoopt. Daarom spreekt het doopformulier ook van de doop van kinderen van de gelovigen. Het is inclusief denken. Zie Hand 16; 31. Daardoor is het dopen van kinderen een recht en geen plicht.
In onze tijd denken we echter exclusief. Ieder is verantwoordelijk voor zichzelf maar waarom projecteren we dat dan terug op het NT?
Kortgeleden is bij ons een twaalfjarige jongen op eigen verzoek gedoopt. Dat was een prachtige, aangrijpende dienst. Was deze jongen nu te jong of te oud? Zou er een grens moeten zijn maar waar zou die grens dan moeten liggen?
Onze huidige predikant heeft over de doop een boekje geschreven. Met het schaamrood op de kaken moet ik bekennen dat ik het nog? niet heb gelezen.
Zwak punt in het doopformulier blijft voor mij de opmerking dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. Zoals de besnijdenis een teken van het (oude) verbond is, zou de doop een teken van het nieuwe verbond zijn, maar volgens Lukas 22: 20 is de (avondmaals) beker het teken van het nieuwe verbond. Ik begrijp niet waarom dat bij het hertalen van het formulier niet is gecorrigeerd.
Volgens Petrus is het water van de doop een tegenbeeld van het vernietigende water van de zondvloed en een bede/wens van een goed geweten.
Maar dat is dan juist voor kinderen een prachtige bede/wens, lijkt mij.
Verder is de geloofsdoop natuurlijk wat directer, zoals bij de Ethiopiër die door Filippus werd gedoopt. Hij geloofde op basis van één Bijbelboek en dat was genoeg om gedoopt te worden.
In de brief aan Timotheüs (6: 12) echter prijst Paulus Timotheüs dat hij ‘een goede belijdenis heeft beleden tegenover vele getuigen’…..…geen woord over een doop. Paulus lijkt er zelfs ergens trots op te zijn dat hij er zo weinig heeft gedoopt. (1 Kor 1:14) Zou dat komen door de uitspraak van verschillende joden dat zij gedoopt zijn ‘in de doop van Johannes’? (Hand 19:3)
Dat het gecompliceerd ligt is ook op te maken uit Hebr 6:2 waar gesproken wordt over ‘de leer der dopen‘. Teruglezend in Hand 8: 16 en 19: 3 maken helder dat er verschillende manieren waren ondanks dat Efeze 4 : 5 spreekt over één doop. Mijn conclusie: Er zijn verschillende manieren van denken en dopen, laten we die eenvoudigweg van elkaar erkennen.
Het wordt hoog tijd.

maandag 28 januari 2013

Stilte

Geschreven door Shusaku Endo. Een Japanner (1923 – 1996), die op elf jarige leeftijd door omstandigheden Rooms Katholiek is gedoopt. Een oosterling met een westers geloof. Dat geeft spanning.
Het boek is er weer één uit de ‘Christelijke klassieken’. *Cathy is goed bezig - grinnik*
Het verhaal speelt zich af in de eerste helft van de zeventiende eeuw in en rond Nagasaki, een stad die toen volop in ontwikkeling was.
De eerste hoofdstukken zijn brieven van een Portugees priester die samen met twee anderen scheep gaan richting Macao om in Japan het Christendom te brengen. Er is daar in Japan ook iets vreemds met een andere gerenommeerde priester Ferreira die van zijn geloof zou zijn gevallen.
De tweede helft van het boek is vanuit een vertellersperspectief geschreven. In het laatste gedeelte staan wat dagboekaantekeningen van Jonassen, een employé van de Nederlandse factorij in Nagasaki. Deze aantekeningen completeren het verhaal. Het verhaal is op waarheid gebaseerd maar de schrijver heeft er zo zijn eigen boeiende draai aangegeven.

Vol goede moed vertrekken de drie: Santa Maria, Garpe en Sebastian Rodrigo, de schrijver van de brieven richting Japan om er de blijde boodschap te brengen en natuurlijk ook manmoedig te lijden en beproevingen te doorstaan vanwege vervolgingen die inmiddels na een korte bloeiperiode van het Christendom zijn losgebarsten.
Alles moet in het geheim gebeuren, dat is wel lastig maar gelukkig ontmoeten ze een Japanner, Kichijiro die Christen is al vertrouwen ze hem niet erg. De reis gaat met horten en stoten, Santa Maria moet al snel afhaken wegens ziekte. Garpe en Rodrigo gaan door o.l.v. Kichijiro. Er is verder geen keus dan deze onbetrouwbare man te volgen.
Hij deed mij denken aan Gollum uit ‘The Lord of the Rings’.
Ze belanden in Japan maar moeten zich schuilhouden.
Wat mij het meeste trof in het eerste gedeelte is de enorme hoogmoed van die priesteres die werkelijk geloven dat God niet zonder hen kan. Maar ze krijgen nog tijd genoeg om te leren. De Japanners zijn zo slim om de kleine Christelijke gemeenschappen van boeren lastig te vallen, ze te martelen en te doden om hen zo, maar ook vooral de priesters te bewegen hun geloof af te zweren. Als een priester dat doet blijven de andere gelovigen in leven.
Zo sterven de Japanse gelovigen voor priesters in plaats van andersom.
Ze worden op een goede dag toch gevangen genomen door toedoen van de ‘Judas’ Kichijiro en Rodrigo moet toezien dat zijn mede broeders en zusters sterven. Ook ziet hij hoe Garpe verdrinkt wanneer hij pogingen doet om mensen te redden. En het enige wat hij maar hoeft te doen is op de fumi-e trappen, een plank met de beeltenis van Jezus of van Maria met het kind. Op die manier zweer je het geloof af.
En al die tijd zwijgt God.
Antwoorden komen door het doormaken van een geestelijke ontwikkeling. Maar zijn dat wel antwoorden? Persoonlijk denk ik dat je op die manier ‘slechts’ wordt gevormd. Tegelijkertijd vraag ik me af of het niet op een andere manier kan, zeker wanneer ik denk aan vervolgde Christenen in b.v. Noord Korea.

“Maar als nou toevallig.....natuurlijk is het een kans van één op duizend, maar stel je voor”......fluisterde toen een ander stemmetje in mijn hart, ‘als er nu eens geen God bestaat....’
Dit was een vreselijk gedachte. Wat een grap zou het zijn als Hij niet bestond. Wat voor een absurd drama was het leven van Mokichi en Ichizo dan geweest, vastgebonden aan staken en gewassen door de zee! Wat voor een idiote illusie hadden de missionarissen dan nagejaagd, die er drie jaar voor nodig hadden om dit land te bereiken, over vele zeeën.” [..] “Als er geen God was hoe belachelijk was dan zijn leven geweest, waarin hij over talloze zeeën naar dit kleine onvruchtbare eiland was gekomen met zijn korreltje zaad. Belachelijk, het leven van de eenogige man wiens hoofd was afgeslagen midden op de dag terwijl de krekels tsjirpten. Een grap het leven van Garpe, die het bootje met gelovigen achterna was gegaan."


Uiteindelijk komt Rodrigo in aanraken met Ferreira die hem probeert over te halen op de fumi-e te trappen en zo mensen te redden. Dan is er al heel wat door zijn hoofd en hart gegaan en begint hij Ferreira te begrijpen. Ik denk dat zijn ego gebroken moet worden.
“Wil ik zo graag een held worden? Is datgene waar ik werkelijk op hoop, niet een martelaarschap dat zich heimelijk voltrekt, maar een dood om over op te scheppen? Dat ik door de gelovigen geprezen wordt en dat ze zullen zeggen: “Die padre was een heilige?”

Uiteindelijk bezwijkt Rodrigo nadat alles van hem is afgenomen en terwijl hij zijn voet optilt om op de fumi-e te trappen hoort hij eindelijk de stem van God/Jezus:
“Trap maar. Trap maar. Ik ken de pijn in je voet het allerbeste. Trap maar. Ik ben in deze wereld geboren om door jullie vertrapt te worden.”

Dat gaat door merg en been.



Toevoeging 29-01
Na deze twee boeken ('Stilte' en 'Dood van een non') valt het mij op dat ze eigenlijk over hetzelfde gaan. We maken ons een beeld van God. Dat beeld bepaalt ons leven, maar dat klopt niet met onze ervaring. Dan volgt een proces van verwarring en geestelijke verandering. In deze beide boeken krijgen de hoofdpersonen het in mijn ogen best zwaar te verduren.
In real life zie ik dat soms ook. Is dat een noodzakelijkheid? Kun je dat voorkomen door open te staan om je Godsbeeld te (laten) veranderen en bij te schaven? Dat heeft dan ook weer effect op je levenshouding en - beschouwing.
Ik begrijp dat je sommige dingen pas echt door narigheid heen leert omdat je dan pas de emoties voelt die bij dat lijden horen.
Ik heb lang geléden aan het on-lijden dankzij de predikant beschreven bij de ‘Dood van een non’, totdat ik mezelf tot de orde riep en besloot om het leven te waarderen, gewoon omdat het zo broos is. Het kan over een minuut over zijn….. Kreeg ik toen niet door die predikant een Godsbeeld opgedrongen? In hoeverre kan en mag je je daartegen verzetten? Openlijk of niet?
In ieder geval ben ik nog niet uitgedacht.
Het blijft ook een beetje stil om mij heen.

donderdag 26 december 2013

Kerst feest

Een kerstplaatje.
De wijzen uit het oosten bij de pasgeboren Jezus.
Een schilderij van de Chinese christen schilder He Qi .
Hij schildert allerlei Bijbelse tafereeltjes op een eigen kenmerkende manier.
Nu eentje hier. Gewoon omdat ze zo feestelijk veelkleurig zijn.

maandag 17 februari 2014

Kaïn en Abel

Als kind vond ik het verhaal van Kaïn en Abel best wel verwarrend. Om de één of andere reden werd Kaïn zo boos op Abel dat hij hem doodsloeg.
Waarom werd Kaïn zo boos? Omdat hij dacht dat God het offer van Abel wel accepteerde en het zijne niet. Meesters en juffen van (zondag)scholen legde het dat uit als zou Kaïn niet oprecht offeren en Abel wel. Er zijn van die mooie plaatjes waarop de rook van Abels offer linea recta naar boven kringelt en de rook van Kaïn ’s offer afbuigt. Dat accepteerde ik altijd maar toch bleef het ‘rommelen’.
Kort geleden las ik in een artikel van Lody van de Kamp , die weer put uit een midrasj, over de orde in de schepping. Eerst wordt levenloos materiaal geschapen, daarna de flora en nog later de fauna en nog weer later de mensheid. Deze werelden moeten gescheiden blijven. Daarom mogen joden geen kleren dragen van wol en vlas (linnen) samen. Het één komt uit de florale wereld die lager in rangorde staat en wol komt van dieren.
Daar over nadenkend ging mij een licht op. Zou het niet zo kunnen zijn dat Abel aan God iets offerde uit een wereld die hoger in rangorde stond dan de ‘vrucht van het land’ die Kaïn offerde?
Dat de offerbereidheid van Abel groter was dan die van Kaïn? Natuurlijk offerde Kaïn ook naar eer en geweten. Hij had hard gewerkt op dat land. God neemt hem ook later weer in bescherming.
Er zit gewoon weer een les in dat verhaal.

De offerbereidheid van Abraham was nog weer groter omdat hij zelfs zijn zoon, een mens, wilde offeren die nog weer hoger in de rangorde stond. Maar God stak daar toch een stokje voor, Hij wil geen mensenoffers. (Lev. 18:21, 20:2-5, Deut. 12:31 en 18:10) Van de Kamp legt de nadruk op de offerbereidheid van Abraham en iemand als bijvoorbeeld Karen Armstrong legt de nadruk op het leerproces dat Abraham als Sumeriër moest doormaken. God wil in tegenstelling tot de goden van Sumerië en Kanaän geen mensenoffers (In ‘een geschiedenis van God’)

Als gelovige van ook het nieuwe testament is voor mij de lijn wel weer verder te trekken. De offerbereidheid van je eigen leven is dan het hoogste goed dat je kunt geven. En dat deed Jezus.
Hij was ook God, dat moet wel want mensenoffers werden/worden niet geaccepteerd.
Wanneer God vraagt om ons hart dan moeten we dat ook geestelijk verstaan. Het is het hoogste wat we Hem kunnen geven.
Hoe groot is je offerbereidheid?

vrijdag 2 december 2011

Five Regrets of the Dying

Bronnie Ware is een vrouw die vele jaren in de terminale thuiszorg heeft gewerkt. Door naar haar cliënten te luisteren heeft zij een top vijf kunnen samenstellen van de dingen waarvan men het meeste spijt had, zo aan het einde van het leven.

1. I wish I’d had the courage to live a life true to myself, not the life others expected of me
Ik wenste dat ik de moed had gehad om het leven te leven dat dichter bij mijzelf stond/ meer trouw aan mezelf was gebleven dan het leven dat anderen van mij verwachtte.
2. I wish I didn’t work so hard
Ik wilde dat ik niet zo hard had gewerkt
3. I wish I’d had the courage to express my feelings
Ik wenste dat ik de moed had gehad om mijn gevoelens te uiten.
4. I wish I had stayed in touch with my friends
Ik wilde dat ik meer in contact was gebleven met mijn vrienden
5. I wish that I had let myself be happier
Ik wenste dat ik mezelf had vergund wat gelukkiger te zijn.

Nr 1 spreekt mij het meeste aan, want hoe doe je dat? Wanneer weet je gedurende je leven dat je dicht bij jezelf bent en/of trouw aan jezelf bent. Je kunt dat pas onderscheiden, denk ik, wanneer je dingen hebt gedaan die juist ver van je af stonden. Je moet het verschil gaan leren ‘voelen’. Plus dat je moet leren om nee te zeggen. Dat gaat ook niet zomaar. Althans niet bij mijn generatie en in mijn sociale omgeving. Daar is het heel gewoon om anderen te ‘pleasen’ en niet te moeilijk te doen. Klaar staan voor anderen is een christenplicht. Zo nodig ten kostte van jezelf. Zie op Jezus. En bij mijzelf merk ik ook enige irritatie wanneer mensen glashard nee zeggen op een verzoek of een doorzichtige smoes ventileren. Maar dat zijn de kleine dingen van het leven. Zouden er mensen zijn die in de grote keuzes van het leven toch teveel doen wat anderen van hen verwachten? Banen, huwelijken, woonplaatsen e.d. Zou dat dan aan de opvoeding kunnen liggen?
Het kan natuurlijk ook zo zijn dat mensen juist teveel in hun eerdere, oprecht gemaakte keuzes blijven hangen ook al ‘groeien’ ze er vandaan. Dat is soms onontkoombaar. Zelf heb ik de keuzes gemaakt die ik wilde zo denk ik. Anderen vonden dat ik beter voor de klas had kunnen gaan staan, maar ik moest zo nodig mensen redden. Het welzijn van deze aardkloot hing tenslotte van mij af..… Het blijft natuurlijk de vraag of dat een dicht bij jezelf blijven is of het toegeven aan een Florence Nightingale complex. Er werd in mijn omgeving nogal lovend gesproken over verpleegkundigen en als dat dan ook over mij zou kunnen gaan……Het brein is een wonderlijk iets.

Nr 3 spreekt mij ook wel aan want dat is ook wel lastig. Je kunt je gevoelens wel uiten maar als er niemand is die echt luistert…..mensen zijn tenslotte toch vooral met zichzelf bezig. Dit blogberichtje is daarvan weer eens een bewijs…

Nr 5 daar kan ik het minste mee. Er zijn nu eenmaal dingen in het leven die niet te sturen zijn. Ik denk dat geluk vooral in jezelf zit, maar hoe komt het daar? Kwestie van genen? En er zijn teveel factoren die er invloed op kunnen hebben zoals (geestelijke)gezondheid en leefomgeving. Daarom geloof ik niet dat gelukkig zijn een keuze is. Dat is te kort door de bocht. Ook al willen veel lifestyle goeroes ons dat laten geloven en ons daarmee verantwoordelijk houden voor ons eigen levensgeluk.

Na deze introspectie is het verder aan de lezer om zijn/haar voordeel te doen met deze vijf punten voor het te laat is….

vrijdag 20 mei 2016

The Lost World of Adam and Eve


Geschreven door John H. Walton in 2015.
Walton is hoogleraar Oude Testament. (systematische theologie noemt hij ergens)

Het boek heeft als ondertitel: Genesis 2-3 and the Human Origins Debate
Omdat ik dit boek graag wilde lezen en er geen Nederlandse versie beschikbaar is, moest ik mijn luiheid en gemakzucht maar overwinnen en het in het Engels lezen.
Het is prettig dat het boek uit korte hoofdstukjes bestaat.
Walton heeft een eigen kijk op de eerste hoofdstukken van Genesis en wil de Bijbel vooral zelf laten spreken maar dan vooral in de context van de vroege Midden-Oosten cultuur. En dat kunnen we omdat we nu veel meer daarover weten.
Hij gaat dus niet in discussie met de wetenschap.
Aan (bijna) het einde van het boek illustreert hij dat met behulp van een schilderij van van Gogh en een foto gemaakt door de Hubble telescoop.
Allebei vertellen ze waarheid maar op een totaal verschillende manier.

Na het bestuderen van de oude teksten die we hebben komt hij tot de conclusie dat creëren in de Bijbel te maken heeft met het ordenen van de materie.
Duisternis en zee en materie zijn ‘in den beginne’ ongeordend. Er is niets functioneels. (vanuit het Goddelijke point of view neem ik aan)
Met creëren wordt bedoeld dat het de ongeordendheid oplost. En niet dat er niets zou zijn.
Dat komt overeen met het Enuma Elisj; het scheppingsverhaal van de Babyloniërs waarvan de oudste vondsten van 2000 BC dateren.

Ik heb een uitgave van dat scheppingsverhaal van Selma Schepel uit 2002. Ik moest wel grinniken toen ik de prijs zag bij Bolcom. Ik heb het ooit uit de ramsj gevist bij Donner. 5 euro. Hier volgen de eerste zinnen:
‘Toen boven de hemelen nog niet genoemd waren,
het land beneden nog geen naam had,
Apsu, de allereerste, hun verwekker,
en oermoeder Tiamat, hun aller moeder,
hun wateren zich mengden,
het grasland niet gebonden was,
het rietland niet gevlochten, toen geen van de goden was verschenen,
nog niet bij naam genoemd, geen lot bepaald, …
toen werden goden gevormd in hun diepte,
ontstonden Lahmu en Lahamu, werden bij naam genoemd.’


Wanneer je Genesis 1 leest in het Hebreeuws zijn er verschillende woorden voor scheppen: bara en asah. Bara heeft te maken met ordenen en het verlenen van een functie; asah met het bezig zijn met materie.
Zelf vond ik het ook wonderlijk dat ‘bara’ voorkomt in het eerste vers en dan pas weer in het 21ste vers. (‘tools’ en ‘interlineair’ aanklikken bij het bewuste vers en verder gebruik maken van Strongs numbers)
De verklaring van Walton: In het oude oosten was de zee het terrein van chaosmachten. God geeft hier een functie aan de dieren in de zee. De vijfde dag was weer een dag waarop de focus lag op ordenen en een functie geven: wordt talrijk naar je aard.
Een paar jaar geleden kreeg Ellen van Wolde de volle laag toen zij opmerkte dat ‘bara’ ook ‘scheiden’ kon betekenen. Ook zij vergeleek e.e.a. met Mesopotamische teksten.
Zij komt tot de volgende vertaling: ‘In het begin waarop God de hemel en de aarde scheidde, en de aarde ongegrond was en zonder fundament, en duisternis over de diepte lag, en Gods adem zwevende was over de wateren, zei God: ‘Er zij licht’.
Dat er niet te verwaarlozen invloeden zijn tussen de Mesopotamische geschriften en de Bijbel blijkt uit het feit dat ook in de Bijbel wordt gesproken over deze goden: Tammuz in Ezechiel 8:14.
Tammuz, de (Sumerische) god van de vruchtbaarheid.

De ‘schepping’ van de mens in vs 27 was dan ook meer het toebedelen van een functie: dienen als vice-regenten van God in een heilige, geordende ruimte/tempeltuin (Sacred Space) en daarmee het proces van ordenen voortzetten naar de volmaaktheid.
In die zin was het goed/tov.
Wij zijn geschapen naar Zijn beeld en hebben de functie verkregen om te onderwerpen en te heersen.
Wij representeren Hem in deze wereld. Ik kan daar in meekomen; er staat niet voor niets dat God hen de levensadem inblies (Gen 2:7)
Walton ventileert hetzelfde type ideeën die ik ooit las bij Pé de Bruin in ‘Geen geloof zonder bewijs’ uit 1983 en waarin ik in die tijd heel wat eye-openers las en wat mij leerde ook eens met andere ogen te lezen in plaats van met ‘voorgeprogrammeerde ogen’.
God regelde voor de mens een ‘house’; een omgeving en gaf hem de opdracht er een ‘home’ van te maken; een plek om te leven met God. Een heilige ruimte.
Helaas faalde deze eerste bijzondere mensen en stelden zichzelf in het centrum waardoor de bedoelde orde werd verstoord. Sindsdien is er wat dat betreft niet veel veranderd.

Hier komt ook een verschil naar voren met de andere oude scheppingsverhalen: In de Bijbel zijn de zon en de maan gewoon lichten. In andere culturen zijn het goden.
Nog een belangrijk verschil: de Bijbelse God maakt alles ten behoeve van de mens. In andere culturen doen de goden alles ter ere van zichzelf en laten zich niets gelegen liggen aan de mens.
Oude culturen hebben afbeeldingen van goden; Wij zijn het beeld van God
en het unieke van de Bijbelse JHWH God is dat Hij een relatie wil met mensen.

De naam Adam wordt in de Bijbel vaak gebruikt als archetype en niet als die specifieke mens.
Het woord formeren of vormen heeft niet altijd te maken met materiaal.
Bijvoorbeeld Zach 12:1: daar formeerde (yatsar) God de geest van de mens.
Eva werd niet gemaakt van een rib maar werd weggenomen uit de zijde van Adam. Dit is ook ‘archetyperend’ bedoelt. Wanneer je de juiste wederhelft tegenkomt maakt het weer één geheel. Wat ik al lang dacht. Zouden er echt nog mensen rondlopen die geloven dat Adam rond liep met een rib minder dan zijn nazaten?

Die slang. Wat moeten we daar mee. Veel heeft Walton uit de oude Egyptische geschiedenis. Slangen komen uit de chaoswereld; de non-order. Hadden slangen voorheen pootjes? Nee, dat een slang op zijn buik moet kruipen wil aantonen dat hij voor ons nu niet meer gevaarlijk is. Hij is zijn aanvallende positie kwijtgeraakt. Farao’s hadden soms nog wel een slang op hun hoofdtooi in opgerichte, aanvallende houding.
Stof eten is ook niet echt normaal voor een slang. Daarmee wordt bedoeld dat de slang wordt verbannen naar de onderwereld.
Er schijnt een afbeelding te zijn van Horus, die de kop van een slang plet met de hiel van zijn voet. Dat maakte voor die tijd duidelijk wie de macht had. Zie ook psalm 8 in een goede vertaling.
Walton spreekt veel over orde, non-orde en wanorde. (order, non-order en disorder)
Ik kan daarin wel meekomen. Het paradijs was een ‘vooruitgeschoven post’ van heilige ruimte van orde in een (al langer bestaande) ‘non-order’ wereld. Adam en Eva kregen de opdracht de orde uit te bouwen. Zij faalden en faciliteerden op die manier ‘disorder’.
Het heilige der heilige in tabernakel en tempel waren ook zulke ‘posten’. Plaatsen waar de hemel de aarde ontmoette.
Jezus, de zoon van God bevocht de wanorde met meer succes: genas mensen, stilde de storm en overwon de dood. Na Pinksteren is elke gelovige zo’n ‘post’. Hoe meer posten hoe meer orde. Althans; zo zou het moeten en kunnen zijn.
Het boek Openbaringen spreekt erover dat in de nieuwe wereld de zee er niet meer zal zijn, dat betekent dat er geen 'non-order' meer zal zijn. Geen chaosmachten meer.

De relevante teksten uit de brieven van Paulus over deze materie worden in dit boek door N.T. Wright (Nieuw- Testamenticus) behandeld in een excurs.
Eén ding hierover wat mij aansprak: zoals God zich ooit een mens uitkoos uit Ur der Chaldeeën en vervolgens een joods volk uit de vele volkeren op aarde, zo koos God ook die (eerste) twee mensen uit, uit de velen op aarde. Ze kregen een speciale taak maar faalden. Op die manier moeten we ook Paulus lezen. ‘Wanneer we Genesis en de menselijk oorsprong bestuderen zonder de oproep dat wij, naar Gods beeld en gelijkenis geschapen mensen zijn die vernieuwd zijn door Jezus Christus, dan missen we het punt.’
Dat denk ik ook. God startte de heilsgeschiedenis met dit koppel. Dat is iets anders dan wereldgeschiedenis.

Ik vond het lastig om er een samenhangend verhaal van te maken; hij zegt ook zoveel.
Iedereen zou dit boek moeten lezen. Ik hoop dat er snel een Nederlandse vertaling komt. Dan wil ik het nog eens lezen want ja, het gevoel dat ik misschien toch weer dingen heb gemist blijft aanwezig.





woensdag 15 november 2017

Augustinus

Deze kerkvader leefde van 354 – 430 AC.
Over de bijzonderheden van zijn jeugd en de invloed van zijn biddende moeder is genoeg bekend en/of te vinden. Ambrosius, de bisschop van Milaan trok hem over de ‘geloofs- streep’ en in 387 werd Augustinus gedoopt.
Waarom zit hij in deze reeks kopstukken? Was deze denker tussen de oudheid en de middeleeuwen de stichter van het Christendom?
Wel, via hem vloeide het denken van de oudheid samen en doortrekt de verdere leerstellige traditie tot de middeleeuwen. Zo dacht Benedictus XVI tenminste over hem.
Zelfs een rationele atheïst als Bertrand Russell vindt dat een denker als Augustinus een ereplaats verdient onder de filosofen. In mijn -1 euro- boek 4e druk, Servire Wassenaar, op p. 325.

Hij maakte als christen een samenhangend geheel van de christelijke leerstukken en onderscheidde het van het jodendom. In die zin heeft hij echt enorm veel invloed gehad.
Hij maakt al het verschil tussen fysisch en moreel kwaad, waarvan ik dacht dat Leibnitz dat ‘op zijn geweten’ had.
Hij was Descartes met zijn ‘cogito ergo sum’ al vooruit en liet zijn gedachten al gaan over het fenomeen ‘tijd’ die door Kant verder werden uitgewerkt.
De meest belangrijke werken van Augustinus zijn z’n ‘Belijdenissen’ (die nog steeds op mijn bureau liggen te wachten om gelezen te worden) en ‘Civitate Dei’, de stad van God. Geschreven naar aanleiding van de ineenstorting van Rome in 409 AC.
In zijn ‘Belijdenissen’ vergelijkt Augustinus o.a. de verschillende filosofische stelsels uit de oudheid en dan blijkt dat het Christendom een superieure filosofie is. Het heeft de beste verklaring voor het ontstaan van de wereld. Het gelooft dat de wereld zinvol is en een doel heeft, dus niet die eeuwige wederkeer van de antieke filosofen, ‘want Christus is maar éénmaal gestorven’.

De wereld is door God geschapen op een bepaald moment in de tijd. De wereld is tijdelijk en tijdelijk = niet noodzakelijk. God had de plannen al voordat hij werkelijk schiep. Zo redt Augustinus enigszins het platonisme en staat bekend als neoplatonist.
Het Christendom leert dat de mens een kind van God is en daarom in staat is het geluk en het hoogste goed te verwerven. Dussss….wanneer je je verstand gebruikt word je christen.

Waar ik nog naar heb zitten zoeken is die vrije wil. ‘Librium arbitrium’.
Volgens mij geloofde Augustinus niet in een vrije wil want hij steggelde daarover met Pelagius maar af en toe kom ik toch opmerkingen tegen die het tegenovergestelde lijken te beweren.
Bij Hannah Arendt bijvoorbeeld. (‘Willen’ p.115)
Het blijkt – voor zover ik heb kunnen vinden – dat Augustinus in zijn jonge jaren wel overtuigd was van een vrije wil maar op latere leeftijd niet meer. Zo is hij heel handig voor elk karretje te spannen.
In een geschrift "Nalezingen" verwoordt Augustinus het op de volgende manier: “De mens is weliswaar uit vrije wil ten val gekomen, maar op deze manier ook opstaan kan hij niet. Laten wij daarom de uitgestoken rechterhand van God vasthouden, dat wil zeggen, onze Heere Jezus Christus".

In zijn jonge jaren werd hij beïnvloed door het Manicheïsme. Een dualistische gnostische beweging.
Een bisschop met de prachtige naam Faustus heeft een poging gedaan om hem voor het Manicheïsme te behouden maar deze man wist nauwelijks iets van de wetenschap en was voor Augustinus daardoor niet meer geloofwaardig . Dit weer volgens Russell in zijn ‘Geschiedenis der Westerse Filosofie. (p 320)
Gelukkig geeft hij verwijzingen en kon ik het zelf in de ‘Belijdenissen’ terug vinden. In Hfdst 5 par 6 en 7.
Augustinus ontdekt dat het kwaad niet zijn oorsprong vond in één of andere substantie maar in een verkeerd gericht zijn van de wil. En dat komt door de erfzonde. Een begrip waarin velen niet meer geloven maar wat gewoon in de Bijbel terug te vinden is al staat het nergens letterlijk.
( Gen 5: 1-3, wel goed lezen!)
Er valt zo veel meer te zeggen over deze eerste Christen filosoof, maar ik ga eerst zijn Belijdenissen maar eens zelf lezen.

Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.



donderdag 14 november 2013

Redenen om te geloven

In de Nieuwe Koers nr. 7 staat een artikel van Herman Wegter over geloven.
Hij voert vijf redenen aan om niet meer te geloven:

Omdat de Bijbel een raar boek is
Omdat christenen geen leuke mensen zijn
Omdat er nog steeds geen enkel bewijs is voor het bestaan van God
Omdat al die christelijke clichés mijn neus uitkomen
Omdat God al die ellende toestaat

Behalve de eerste kan ik ze wel onderschrijven; vooral de vierde en vijfde.
Ik vind de Bijbel echter een prachtig boek.
Vervolgens komt hij tot een bekentenis waarom hij dan toch nog gelooft. Daarop kwamen bij de redactie zoveel reacties binnen dat de volgende vraag van de redactie van de Nieuwe Koers in mijn postvak zat:
“Wat is uw reden om te geloven”

Mijn antwoord:

Het feit dat ik mijzelf zo’n vraag kan stellen is voor mij al een reden om te geloven in een Grote(re) Geest (God) die dit mogelijk gemaakt heeft. Iemand die deze hele kosmos vanuit een beginpunt aanstuurt en tot een doel gaat komen want waarom zou God doelgerichtheid in de mens leggen en het zelf niet gebruiken?
Ik geloof ook in dat doel omdat ik in de mensen om mij heen zoveel potenties zie die ze in dit korte leven niet kunnen waarmaken. Waarom zou God de mens zoveel mogelijkheden geven wanneer ze niet allemaal op de één of andere manier tot ontplooiing zouden kunnen komen? Het aardse leven is hiervoor veel te kort.
Verder heb ik een diepe hang en verlangen naar harmonie en volmaaktheid.
Zou God ons behoeftes geven terwijl daar geen vervulling voor zou zijn? (vrij naar C. S. Lewis)
Omdat dit voor mij een soort van basis geeft geloof ik ook dat het Boek dat over Hem gaat waarheid bevat.
Ondanks dat wij het verbruid hebben (kijk om je heen) biedt Hij een ontsnappingsmogelijkheid in Jezus Christus.
Dat geeft hoop en perspectief.
Dat geloof is door God gegeven.

Ik zou het natuurlijk veel meer over verlossing en verzoening moeten hebben, maar dit kwam gewoon het eerst in mij op.

Of ik het ga insturen weet ik nog niet.







21-11-2013
Toch maar ingestuurd....
onder mijn officiële naam.

vrijdag 23 maart 2018

Vertel, Verhelder en Verwonder


Een e-book van forum C met materiaal voor gesprekken over schepping en evolutie in kerken en kringen.

Dit boekje is verschenen naar aanleiding van de boeken van Gijsbert van den Brink (‘en de aarde bracht voort’) en Mart-Jan Paul (‘Oorspronkelijk’; overweging bij schepping en evolutie)
Van deze boeken staan, behalve artikelen van o.a. Stefan Paas, John Walton en René Fransen, samenvattingen in dit e-book en ik vond dat voor mijzelf een goedkope manier om kennis te nemen van het boek van M.J. Paul.
Zou ik interessante dingen lezen dan kan ik het alsnog aanschaffen.
Nou, er staat wel het één en ander in waar ik nog meer van wil weten maar ik vermoed dat het in het oorspronkelijke boek ook niet staat.
Een paar dingen die ik er uitgeplukt heb:


Bekend is de opvatting dat de eerste hoofdstukken van Genesis geen geschiedenis in onze zin van het woord beschrijven, maar meer een symbolisch karakter dragen. Hier is het gezag van de Schrijft in het geding, evenals de manier van lezen van deze hoofdstukken, de hermeneutiek.
Heeft de Christelijke kerk eeuwenlang de eerste elf hoofdstukken van Genesis en allerlei andere Bijbelgedeelten onjuist geïnterpreteerd?


Mijn vragen hierbij zijn: Waarom is het gezag van het de Schrift in het geding wanneer je niet letterlijk leest? Waarom is de hermeneutiek (uitleg, betekenis, interpretatie) ook in het geding?
Dat kwartje wil bij mij maar niet vallen en het wordt niet uitgelegd.
De Christelijke kerk heeft altijd naar eer en geweten, en naar het licht wat men toen had een interpretatie gegeven. Daar is niets mis mee. Maar soms komen we gewoon tot de ontdekking dat er ook andere, en soms betere manieren zijn. Ik denk ook even aan de ontdekkingen van Galileo.

Hoe kunnen toevallige gebeurtenissen verbonden zijn met Gods voorzienigheid en leiding?
Hoe verhoudt zich de wreedheid van de evolutie zich met Gods goedheid?
Paul haalt ter Linden aan: ‘ik bespeur geen enkele zin, doel of richting in dit hele proces’.


Natuurlijk kunnen voor ons ogenschijnlijk toevallige gebeurtenissen prima verbonden zijn met Gods voorzienigheid. Ik snap echt het probleem niet.
De verhouding wreedheid in de evolutie en Gods goedheid. Dat is een moeilijke ja.
‘Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen’.
Want datzelfde vraag ik mij af in deze tijd. Hoe verhoudt zich de menselijk wreedheid met en onder de Goddelijk toelating?
Het is voor mij te gemakkelijk om dat even af te doen met een zondenval.
Dan citeert Paul de mening van de ‘afvallige’ ter Linden. Een zwaktebod. Het zegt toch niets over de Voorzienigheid wanneer wij geen zin, doel of richting bespeuren?
Als evolutietheorie –gelovige vraag ik mij toch al af waarom wij altijd zo met doelgerichtheid en zingeving bezig zijn wanneer dat er evolutionair niet in zou zitten. Daarin verschil ik als gelovige met niet-gelovigen.

De lichamelijke ziekten hoorden niet bij de gewone natuur (zoals in de evolutietheorie wordt aangenomen) maar zijn een gevolg van de zonde, zodat plaatsvervanging nodig was. De Heiland is lichamelijk gestorven om ook de fysieke gevolgen van de overtreding van de mens ongedaan te maken.
Dat laatste geloof ik ook maar bij dat eerste valt nog wel wat te bedenken.
Lichamelijke ziekten en ongemakken horen bij de gewone natuur. Er moet gestorven worden, plaats gemaakt voor een volgende generatie.
Wij hebben als mensheid schuld op ons geladen door op een bepaald moment ongehoorzaam te zijn; niet meer te handelen naar ons ‘instinct’ zoals dieren die niet kunnen zondigen, maar naar berekening. We zijn gaan calculeren en ontdekten dat dat niet zo goed uitpakte. Schuldgevoel was het gevolg. En offeren om ervan af te komen. Maar dat hielp niet blijvend.
Totdat Jezus met Zijn offer daar definitief een einde aan maakte.
Nu mogen we weten in geloof dat we vergeven zijn en vernieuwde scheppingen; levend vanuit de opstanding.

Vanuit de evolutietheorie is de mens een toevalsproduct, niet wezenlijk maar alleen gradueel onderscheiden van een dier.
Hier wreekt zich een empathische beperktheid.
Theïstische evolutiegelovigen geloven niet in toevalsprodukten.
Nog maar weer eens: voor mij staat in Gen 2:7 een belangrijke tekst. God blies een mensenpaar Zijn Goddelijke adem in en maakte een start met Zijn heilsgeschiedenis.

Genesis is een historisch gepresenteerde openbaring. De zes dagen van de schepping en de zevende dag van rust van God zijn belangrijk. De sabbat wordt later gefundeerd in het aantal dagen van de schepping.

Nee, het is andersom. De scheppingsweek, als literair verhaal, is gefundeerd op de inmiddels bestaande week van de Joden. (3+3+1 of 6+1) Want hoe kan de schrijver van Genesis 1 nu spreken over dagen wanneer er nog geen hemellichamen zijn?

Wanneer ik het boek tegenkom op een tweedehands markt of in de kringloopwinkel ga ik het lezen.
En wanneer ik op mijn kort-door-de-bocht-schreden moet terugkeren zal ik dat doen.



woensdag 11 januari 2023

Heilige Herrie

Leuke titel van een boek wat twee jaar geleden al is uitgekomen maar wat ik nog niet heb gelezen. Soms is het prettig wanneer je ontdekt dat er dingen al zijn gedaan die je zelf in je hoofd had. 
Ondanks het feit dat ik meestal niet naar songteksten luister verbazen mij soms de teksten.
Met ‘the Passion’ die vlak voor Pasen wordt uitgezonden hoor je ook vaak teksten die in eerste instantie seculier lijken maar bij nader inzien een diepe betekenis kunnen hebben die de schrijvers zelf mogelijk niet door hebben gehad. Natuurlijk worden ze daarop ook geselecteerd. 

Zo heb ik ook ontdekt dat veel popmuziek, wanneer je je in de songteksten verdiept heel veel teksten zijn die terug gaan op de Bijbel. Juist ook bij ‘onbesneden Filistijnen’.
‘Geef Mij nu je angst, Ik geef je er hoop voor terug’.
Het zouden zomaar woorden van Jezus kunnen zijn. In dit geval van Guus Meewis. Zou hij dat  zelf door hebben gehad?
Nee, hoofdletters hoor je bij het zingen niet, die mag je erbij denken.

Eind vorige eeuw kwam de rage op om seculiere muziek achterstevoren te draaien; er zouden dan satanische teksten te horen zijn die zich dan onbedoeld in je brein vast zouden zetten.
Ik weet niet of dat klopt want ik heb niet de technische kennis of apparatuur om dat te kunnen doen. De stukjes die ik toen gehoord heb; ik kon er geen chocola van maken.
Het lijkt mij dan ook een broodje aap verhaal voor mensen met een grote fantasie.
Op een forum vroeg iemand toen heel nuchter: ‘als ik de  ‘Für Elise’ van Beethoven eens achterstevoren draai; wat zou ik dan te horen krijgen?’ Het werkte onbedaarlijk op mijn lachspieren.
Oké, dit was even een associatief zijpaadje.

Nu heeft Corjan Matzinger teksten uit liedjes bij elkaar gezocht met teksten die naar de Bijbel verwijzen. Niet alleen de songteksten maar ook waaróm, al vind ik de voorbeelden die ik heb kunnen vinden niet allemaal even sterk.
In het boek komt hij op een aantal van 777 stuks. Een mooie volheid. Maar hij heeft er inmiddels al meer.

Een paar voorbeelden:
Sting met ‘Rushing water’.  Uit Jona
Bruce Sprinsteen met ‘Lion’s Den’. Uit Daniel 6

Via het www kun je er nog veel meer vinden:
de nummers van U2 zijn bekend,
Secret Garden met ‘You Raise Me Up’,

Zelf heb ik al eens de uitroep van Queen gebruikt: ‘Who wants to live forever?’ En het liedje van Claudia de Breij: ‘Mag ik dan bij jou (U)?’
Vragen die ertoe doen.
En zo gaat er niets buiten God om en wendt Hij overal zijn invloeden aan. Best fascinerend.

Voor sommigen zal dit allemaal te ver gaan. Dat begrijp ik.
Maar wat ik er zelf uit leer is dat we gewoon niet zo snel over een ander moeten oordelen. Want met de maat waarmee jij anderen oordeelt, zal jij wórden geoordeeld. Dat staat in Mattheus 7.
Zou God zelfs ‘The Stones’ niet kunnen gebruiken ook al valt dat voor mij onder de muzák?
(Vrij naar Lukas 19 en helaas niet van mezelf)


vrijdag 23 september 2016

De stilte spreekt



Geschreven door Eckhart Tolle (1948) in 2003. Ik las een zesde digitale druk uit 2009.

‘Een echte geestelijke leraar heeft niets te onderwijzen in de conventionele betekenis van het woord, heeft niets te geven of toe te voegen, zoals nieuwe informatie, een geloof of gedragsregels. De enige functie van zo’n leraar is je te helpen datgene uit de weg te ruimen wat je scheidt van de waarheid van wie je al bent en van wat je in je diepste wezen al weet.’
Zo, die eerste zin sprak me al aan, al zou ik waarheid met een hoofdletter schrijven en daarmee God bedoelen: JHWH.
Zo zag ik eigenlijk ook mijn opvoeding van mijn kinderen. Enigszins intuïtief vond ik dat ik ze geen regels moest opleggen – nou ja, een paar dan - maar veel meer de ruimte moest kaderen waarin zij zich vrij mochten bewegen.
Dat proef ik ook een beetje in deze woorden.
Al lezende op weer zo’n mooie, vredige ‘September Morn’ waarop de zon nog dwarser door de grote Cannabladeren schijnt waardoor ze nog groener lijken op te lichten, las ik over de manier om de stilte in jezelf aan te boren tot een diepere laag van ‘intens levendige vrede’.

Ik kwam al aardig in the mood toen ik opkeek en een grote spin zag in gevecht met een insect........
wèg vrede.
Ik vond de situatie zo hilarisch dat ik inwendig in schaterlachten uitbarstte. Dat bevorderde het serieuze lezen ook niet echt.
Omdat Tolle ook schrijft dat ‘het altijd beter en belangrijker is op te houden met lezen dan door te lezen’, heb ik daar, al hikkend, maar even gevolg aan gegeven. (Ja, natuurlijk ruk ik het uit z’n verband.)

Het eerste deel van het boek bestaat uit eigen uitspraken, die Tolle zelf ‘heilig’ noemt. (p 9)
Ik ben zo vrij om dat met een korrel zout te nemen. Maar misschien bedoelt hij gewoon letterlijk: apart gezet. Dan zal ik daar verder niet over vallen want ze staan allemaal apart van elkaar.
Met de nodige reserves begon ik aan dit boekje. (want op foto’s vind ik hem onsympathiek)
Ik ben ook een beetje allergisch voor esoterisch geneuzel maar al lezende ging het mij toch boeien. Veel open deuren, dat wel, maar mooi verwoord. Mooier dan ik dat kan.
Veel herkenbare dingen zoals:
‘Ieder ego bevat wel ten minste een element van wat we een ‘slachtoffermentaliteit’ zouden kunnen noemen. Sommige mensen zien zichzelf zo duidelijk als slachtoffer dat de slachtofferrol de centrale kern van hun ego wordt.’
Ik herken dat in bepaalde figuren, die dat niet in woorden uitdrukken maar in hun houding. Tegelijkertijd stralen ze ook heldhaftige pogingen uit om het te relativeren en daardoor in balans te blijven. Maar je voelt van een afstand dat interne gevecht.
‘Zoals water een vaste, vloeibare of gasvorm kan hebben, kan het bewustzijn ‘bevroren’ zijn als materie, ‘vloeibaar’ als verstand en denken en vormloos als zuiver bewustzijn.’
Hierbij moest ik denken aan Swaab die in zijn boek 'Wij zijn ons brein' naar mijn idee enkel over het brein spreekt in ‘bevroren’ toestand met hooguit een paar druppeltjes vloeibaar.
'Als je in de natuur loopt of rust, eer haar dan door er helemaal te zijn. Wees innerlijk stil. Kijk. Luister.
Zie hoe elke plant en elk dier helemaal zichzelf is. Anders dan de mensen hebben ze zich niet in tweeën gesplitst. Ze leven niet via een mentaal beeld van zichzelf en hoeven dus ook niet te proberen dat beeld te beschermen en te versterken. Het hert is zichzelf. De narcis is zichzelf.'

Zou dat het zijn waardoor mensen zo graag in de natuur rondlopen en daardoor tot rust komen?
De natuur ademt iets uit wat we zelf zouden willen bezitten. Rust. Eenheid.
Dat de natuur door mij dan haar eigen schoonheid en heiligheid leert kennen gaat voor mij een stapje te ver. Te etherisch, te vaag.
In de hoofdstukken ‘relaties’, ‘De dood en de eeuwigheid’ en ‘Lijden en het einde van het lijden’ heb ik het meest gemarkeerd. Er staan teveel nadenkertjes in om hier neer te plempen. O.a over het luisteren.
Een ieder leze zelf.

Nou, eentje dan:
'Als je kunt leren de eindes in je leven te aanvaarden en zelfs te verwelkomen, kun je tot de ontdekking komen dat het gevoel van leegte dat in het begin onbehaaglijk was, verandert in een gevoel van innerlijke ruimte waar een diepe vrede van uitgaat.
Door te leren op deze manier elke dag te sterven stel je je open voor het leven.'

Voor mij is dat met wat andere woorden zeggen wat Jezus in Joh 12:25 ook al zei:
Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen, en wie zijn leven haat (níet op de eerste plaats zet/loslaat) in deze wereld, zal het behouden tot het eeuwige leven.

Wat moet ik met deze goeroe die al heel wat mensen heeft weten te bereiken.
Het zal wel weer overwaaien. Er zijn er gekomen en weer gegaan: Redfield, van de Celestijnse belofte; Neal Donald Walsh, van de gesprekken met God; Krishnamurti van ‘het begint bij jou’; Wayne W. Dyer, ‘Niet morgen maar nu’.
En zo zullen er wel meer zijn en nog meer komen. Allemaal vinden ze het wiel weer uit door de religies door elkaar te husselen en wijsheden te destilleren. Mijn raad: relativeer en pik de dingen eruit die je verder helpen in het denken.

De zon schijnt: ik ga genieten van het NU.

woensdag 3 juli 2013

Don’t Explain

Afgelopen week heb ik een nieuwe cd gekocht. Wat is daar nu zo bijzonder aan? Nou, dat doe ik bijna nooit meer. Mijn kast zit vol met meest klassieken. Eigentijdse muziek kan ik wel waarderen maar een hele cd lang met dezelfde stem…….dat gaat mij op een enkele stem na, niet goed af.

Koop ik er dan toch één dan worden de mooiste nummers van de cd snel gekopieerd naar mijn MP4 speler en die speel ik random af. Dat is gewoon heel plezierig. Al mijn favoriete muziek op één apparaat wat ik altijd bij me kan dragen. Soms zeil je wel van het Andante con moto uit de Schotse symfonie van Mendelssohn naar 'The House of the Rising Sun' terwijl je eigenlijk het Vivace verwacht en wil horen. Dus ik beluister alles door elkaar van Beethoven tot Coldplay en van Brahms tot nu: Beth Hart met Joe Bonamassa.

‘Don’t Explain’ is de nieuwe aanwinst. Er is pas een nieuwe cd van hen uit maar van deze kon ik op Bol.com fragmenten beluisteren. Een prachtige doorleefde, af en toe rauwe stem van Beth die zo heerlijk tegen de zuiverheid kan aanschurken bij de prachtige titelsong met geweldige gitaarmuziek van Joe en nog een synthesizer op de achtergrond. Voor de gitaar is gelukkig ook veel ruimte gemaakt. Elektrische gitaren zijn voor mij de eigentijdse violen. Ze kunnen ook zo lekker janken.
Het duo covert liedjes van oudere artiesten zoals Ray Charles en Aretha Franklin. Wanneer ik foto’s zie van het stel dan zou ik een straatje omlopen mocht ik ze tegenkomen. Niet echt mijn types maar ach, de muziek overstijgt dat ruimschoots.
Wat ik ook positief vind is dat “de muziek van onder niet wordt dichtgesmeerd met een basinstrument”. Zo schreef iemand in de krant. Die moet ik onthouden want dat beschrijft mooi waar ik ook een hekel aan heb; dat gedreun wat het gebrek aan talent vaak moet verdoezelen. Dat is hier absoluut niet nodig.
Van de elf nummers blijven er, die voor mijn oren geschikt zijn, acht overeind. Dat is best veel van één cd
Wat teksten betreft: daar luister ik eigenlijk nooit zoveel naar. Het gaat mij om de muziek en de klank van een stem. Meestal gaan de teksten over de liefde of het gebrek daaraan. Daar weet ik wel genoeg van.
Eén nummer (Sinner’s Prayer) bleef wat hangen omdat ik associaties kreeg met de tollenaar in de tempel uit het verhaal van Jezus uit Lukas 18. Maar wanneer je dat op you tube bekijkt..........niet doen. *grinnik*
Ik kan niet in harten kijken maar wel genieten van deze muziek