De originele titel is ‘El coronel no tiene quíen le escriba’.
Letterlijk: ‘De kolonel heeft niemand die hem schrijft’. Dat brengt toch een ander gevoel teweeg. Meer eenzaamheid.
Een kort, intens verhaal over een oorlogsveteraan, ergens in een dorpje in Zuid Amerika, die al 15 jaar wacht op zijn pensioen. Met oeverloos geduld kleedt hij zich elke vrijdag netjes aan en wacht de postboot op die het bericht zou moeten meebrengen.
Daar heb je weer die hoop die mensen op de been houdt.
Zijn vrouw is astmatisch en ligt regelmatig op bed.
Nog iets waar de kolonel zijn hoop op heeft gevestigd is de vechthaan. Eigenlijk is ie van hun zoon maar die is dood geschoten.
Die haan zit met zijn poot vastgebonden aan de keukentafel en gaat hen uit de armoedige omstandigheden redden. Let maar op.
De haan krijgt soms beter te eten dan ze voor zichzelf hebben. Investeren heet dat.
‘Hou eens op met dat gestaar naar dat beest,’ zei de kolonel. ‘Hanen slijten als je er zoveel naar kijkt.’ De kinderen stoorden zich niet aan zijn woorden.'
Maar de geldnood wordt nijpend en het pensioen komt niet. Zou hij nu de haan moeten verkopen? Neemt hij nu eindelijk eens een beslissing? Volgens zijn vrouw is hij veel te naïef, veel te geduldig en te meegaand en moet hij eens wat meer daadkracht tonen.
Dat doet hij aan het einde van het verhaal ook maar anders dan zijn vrouw verwacht.
Wat daarop zou kunnen volgen had ik best graag geweten. Maar helaas…
Bij het eerste boek dat ik ooit van hem las: ‘Honderd jaar Eenzaamheid’, moest ik heel erg wennen aan zijn stijl. Maar ik merk nu dat het me al gemakkelijker afgaat en ik geniet van zijn zinnen en de sfeer die hij weet te scheppen vanuit zo’n heel andere wereld dan de Nederlandse; intenser, kleurrijker.
Zelf vond hij dit boek zijn beste. Ik heb nog te weinig van hem gelezen om dat te kunnen beoordelen. Wel kriebelde het bij mij ook regelmatig onder mijn huid, net zoals bij de vrouw van de kolonel.
In 1982 kreeg Marquez de Nobelprijs voor de literatuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten