Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht De Schaamte. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht De Schaamte. Sorteren op datum Alle posts tonen

maandag 13 februari 2023

De Jaren

Geschreven door Annie Ernaux (1940) in 2008.

Dit boek is ook een terugblik op haar geschiedenis maar dan in een breder verband dan in 'De Schaamte'.
Aan de hand van enkele foto’s blikt ze terug op haar leven en de wereld om haar heen in die tijd.
Daarmee zet zij weer een mooi tijdsbeeld neer. Uitgebreider dan in het vorige boek wat ik las van haar.
Wel jammer dat ze veel kunstenaars, tv programma’s en politici uit Frankrijk noemt. Dat is natuurlijk wel leuk voor de Fransen maar mij zegt het niet zo veel.



Ooit schreef Virginia Woolf ook een boek met dezelfde titel.  Dat heb ik nooit gelezen maar uit recensies begrijp ik dat het boek ook een flinke periode beslaat uit de geschiedenis.
Bij kunstenaars is dat geen jatten maar geïnspireerd worden door….

Bij haar vorige boek wat ik las (De Schaamte) kwam bij mij nogal eens de vraag op waarom ze de Nobelprijs had gewonnen. Nu begrijp ik dat beter.
Ze schrijft heel beschouwend en afstandelijk – over zichzelf in de derde persoon - , maar toch intens en vaak zo herkenbaar.

‘Ze wil het geheugen van het collectieve geheugen terugvinden in een individueel geheugen, en zo de geleefde dimensie van de Geschiedenis uitdrukken.’
Een collectieve autobiografie zo las ik ergens.
Ik denk dat dat de lading wel dekt.

Het was best veel wat in deze beschreven jaren zich allemaal ontwikkelde.
‘Er was een typische vrouwengevoel aan het verdwijnen, het gevoel van natuurlijke inferioriteit.’
Iedereen was bezig om zichzelf uit te vinden, het consumerende kopen, de computer die zijn plek veroverde en later de cd, dvd en smartphone.
De gebeurtenissen in de wereld; zelfs de watersnood in Nederland wordt genoemd.
De ongemakkelijkheid met de diverse rassen die hun plekje kwamen opeisen in Europa.
Je kunt het zo gek niet bedenken of ze noemt het op een mooie, soms ironische, verhalende wijze.

Een schitterende uitsmijter waarin ze het heeft over de jaren zeventig:

‘Hoe je aan zelfexpressie kon doen: door potten te bakken, te weven, gitaar te spelen, sieraden te maken, toneel te spelen, te schrijven. Er hing een immens onbestemd verlangen naar creativiteit in de lucht. Iedereen claimde artistiek bezig te zijn of plannen in die richting te hebben. Het was een uitgemaakte zaak dat al die bezigheden op de een of ander manier tegen elkaar opwogen, en wie niet schilderde of dwarsfluit speelde, had altijd nog de mogelijkheid zichzelf te creëren door in psychoanalyse te gaan.’

Het is een aanrader. Meer dan ‘De Schaamte’

vrijdag 3 februari 2023

De Schaamte


Geschreven door Annie Ernaux (1940)  in 1997
Van een Nobelprijswinnaar voor de literatuur (2022) moet je iets gelezen hebben.
In dit boekje blikt ze terug op een gebeurtenis in haar twaalfde levensjaar.
In 1952.
Dat heeft zijn sporen achtergelaten en ze valt meteen met de deur in huis.
Ze schrijft nuchter over haar jeugdjaren en wanneer je net Joseph Roth achter de rug hebt is het wel even wennen.



Zelf zegt ze ook: ‘Het lijkt of ik altijd probeer te schrijven in die materiële taal van toen en niet met woorden en een zinsbouw die toen niet bij mij zouden zijn opgekomen. De betovering van metaforen, het jubelen van de stijl zal nooit voor mij weggelegd zijn.’

Geen diepere lagen, gewoon recht toe recht aan maar daarmee zet ze een tijdsbeeld neer waarin ik me zelfs af en toe herkende. Ook al ben ik een stuk jonger.
Bij ons werd de geschiedenis niet verdeeld in 'voor de oorlog' en 'na de oorlog'.

‘Er werd gelet op hoe mensen zich gedroegen ,hun doen en laten werd tot in de kleinste verborgen drijfveren ontrafeld, er werden tekens verzameld die, samengevoegd en van interpretatie voorzien, andermans geschiedenis vormden.’

Dit zijn dingen die ik me ook herinner van het dorp waar ik opgroeide. Niet van mijn ouders. Mijn moeder was zwijgzaam, maar de sfeer in het dorp was zo. Er werd op je gelet.
Vooral bij mijn schoonouders was het ook van: ‘Wat zouden ze anders wel niet van ons denken?'
In mijn puberteit ging ik daar juist mee spelen. Ik herinner me nog dat mijn oma geen gestreepte kousen voor mij wilde breien. Dat was gek.
Gelukkig mocht ik al jong zelf mijn kleding kopen en thuis vonden ze mijn smaak in het geheel niet gek. Het werd vooral door mijn vader zelfs gestimuleerd om origineel te zijn. Maar ik herinner me de blikken wel en had er pret om.

Wat ik ook wel herinner is:
‘over het algemeen kende men anderen maar moeilijk het volle, onvoorwaardelijke recht op ziekte toe, omdat ze altijd de verdenking op zich laadden dat ze eraan toegaven.’
Bij ons werd dan veel geschaard onder ‘aandachttrekkerij’.

Alleen die schaamte, die ze beschrijft, is mij vreemd al herinner ik me wel vlagen.
Ze is opgegroeid in het stadje Yvetot en haar ouders hadden een kruidenierswaren winkel.

In dit boekje, een novelle is het meer, schrijft ze vooral over die schaamte over haar ouders, afkomst en woonplaats.  Pas tijdens een reis met haar vader met als eindpunt Lourdes ontdekt ze dat er een heel andere wereld bestaat. Een wereld met restaurants, hotels met zachte bedden en warm en koud stromend water. Andere gewoontes en ander eten. Andere types mensen die je buiten sloten waardoor de schaamte alleen maar groter werd.

Ik vind het wel een beetje een verdrietig boek. Wanneer ik terugdenk aan mijn eigen jeugd zat ik, zoals ik het nu zie, aan de ‘andere’ kant. Ik was geen boeren- of daggelders dochter. Meteen zit ik me af te vragen of ik andere meisjes uitsloot. Ik kan me wel herinneren dat het gebeurde. Sommigen stonken.
Kun je van kinderen verwachten dat zij zich daarover heen zetten?

Het is een dun boekje maar het rakelt veel op.

 

dinsdag 11 oktober 2022

Crisis!

Een essay, geschreven naar aanleiding van het maand van de geschiedenis door Beatrice de Graaf (1976).

Regelmatig zien we haar optreden in actualiteiten programma’s op tv. (in tijden van crises) Haar nuchtere kijk op de wereld met al haar kwaad vind ik verfrissend.

Ze heeft inmiddels al heel wat boeken op haar naam staan die ik tot mijn schaamte nog niet heb gelezen.
Dit was een dun boekje en de laatste zin van een  interview in de krant was de trigger om het aan te schaffen.


Deze zin:

‘Waar wij vandaag de dag vooral demonstranten op zien trekken richting het Binnenhof, vuisten zwaaiend naar de regering, zag de vroegmoderne mens flagellanten en processies langstrekken. Zij riepen in tijden van ramp en tegenspoed staat, samenleving en individuele mens op tot inkeer te komen, en daarin vooral zelf het voortouw te nemen: Wat voor mens ben je in de crisis? En hoe ben je er voor de ander?’


Crisis: wat verstaan we daar eigenlijk onder. Mensen nemen al snel dat woord in de mond en noemen van alles een crisis.
Naar mijn idee is dat de devaluatie van de taal. Net zoals het woord ‘geniaal’ gebruikt wordt voor zaken die in mijn ogen helemaal niet geniaal zijn. Of mensen zijn 'kanjers', ook zo lachwekkend.
Of als mensen vertellen dat ze zelf of anderen ‘doodziek’ zijn geweest dan denk ik dat ze ‘op het randje’ hebben gelegen wat in werkelijkheid helemaal niet het geval bleek te zijn geweest.
Tegenwoordig zijn mensen al in shock van een zucht of een sch**t. Ze weten niet wat een shock is.
Een vreemde manier van indruk maken wat bij mij dan niet echt land maar meer  overdreven overkomt. Een volgende keer trek ik er bij voorbaat de helft van de beladenheid vanaf.

Crisis: ‘dat is de perceptie in de samenleving dat er sprake is van een ernstige verstoring van het politieke en sociale stelsel van een land.’ (p22)
Daarbij wijkt ze iets af van de definitie van officiële crisisonderzoekers (p9)

In onze tijd zijn dat er nogal wat maar ‘in dit essay komen rampen en incidenten voorbij die al kantelpunt golden in de omgang met dreiging en die bijdroegen aan de ontwikkeling van moderne crisisbeheersing.’

Ze start met de ontploffing van een vrachtschip met buskruit in Leiden in 1807. Honderdzestig doden en ruim tweeduizend gewonden. Een nationale ramp.
Maar in deze Napoleontische tijd was er een centrale overheid onder leiding van Leopold Napoleon die in actie kwam met hulpmaatregelen.
Dat gold ook voor de diverse epidemieën. Mensen hoefden niet overal meer zelf voor te zorgen.
Ze eindigt met de gaswinningsproblematiek, toeslagenaffaire en de coronapandemie.
Het verschil? Nu geven we de overheid de schuld van deze zaken. We houden de overheid voor de hoofdverantwoordelijke die alles maar laat gebeuren.
Als reactie ontstaan er allerlei radicale bewegingen die wantrouwen aanwakkeren en niet meer tegen corona en stikstofuitstoot zijn maar tegen de maatregelen!
Hoe krom wil je het hebben.

Haar oplossing:
1. Crises altijd als landelijk en soms zelfs Europees zien en ook op die manier aanpakken.
2. Crisismaatregelen transparant en vooral eerlijk uitvoeren anders vergroten ze de problemen.
Wanneer burgers dat vertrouwen (weer) hebben kunnen ze crises het hoofd bieden want er zullen er altijd blijven komen.

Ik vind haar optimistisch.
Zelf denk ik dat mensen het vaak heel intelligent vinden staan om kritiek te uiten. Zo van: zie je, ik denk tenminste na.
Nog iets verder nadenken voor je iets zegt zou pas echt van intelligentie getuigen.

  

vrijdag 4 december 2020

Kokoro

Geschreven door Natsume Soseki (1867 – 1916) in 1914. Ondertitel is: ‘de wegen van het hart’.
In 2014 vertaald uit het Japans.
Kokoro betekent hart of zielenleven, het innerlijke van de mens.
Omdat Haruki Murakami dit één van de beste boeken vindt van de Japanse literatuur was dat voor mij aanleiding om het ook eens te lezen.
Ik las het in een digitale editie. 

Het is een psychologische roman in raamvertelling: een verhaal in een verhaal. Namen worden in dit boek niet genoemd. De enige die een naam krijgt is Sensei, wat meester of leraar betekent. Naast de hoofpersoon, de ‘ik’ in het verhaal is er nog een vriend en studiegenoot die alleen met ‘K’ wordt aangeduid.

Het boek bestaat uit drie hoofdstukken.
1. Sensei en ik; 2. Mijn ouders en ik en 3. Sensei en zijn testament.

In het eerste deel ontmoet de hoofdpersoon zijn ‘Sensei’. Op een intuïtieve manier wordt hij door deze oudere man aangetrokken. 

‘Iemand die in staat was lief te hebben, die niet kon zonder liefhebben, maar die niettemin onmachtig was wie toenadering zocht met open armen te ontvangen en aan zijn boezem te drukken…Dat was Sensei.’

Rond deze ontmoeting hangt een homo-erotische sfeer. Maar dat was voor die tijd normaal, zo las ik in het nawoord. Vrouwen telden niet mee. De hoofdpersoon heeft moeite om tot Sensei door te dringen. Daaraan ligt het een en ander ten grondslag wat langzamerhand steeds duidelijker wordt.
In het laatste deel, wanneer Sensei een brief, een testament schrijft aan de hoofdpersoon wordt alles duidelijk.
Doordat het een testament is verklap ik niets bijzonders wanneer ik vertel dat Sensei harikiri pleegt. Dat is in Japan ook normaler dan hier. Uit eenzaamheid, schaamte of schuldgevoel beneemt men zich het leven.
Sensei die in zijn jonge jaren opgelicht werd verliest zijn geloof in de mensheid. In eerste instantie verheft hij zich erboven, maar gaat langzamerhand ontdekken dat in zijn eigen hart ook  hele nare trekjes te vinden zijn.  En ja, een vrouw is weer eens de aanleiding.
Dat maakt dat dit boek culturen overstijgt. Wie vindt die trekjes niet in zichzelf?
Waar Murakami's Kafka op het strand’ en Conrad's 'hart der duisternis' de krochten van het menselijke hart in geweldadigere beelden omzet beschrijft Soseki ze toch weer ‘zachter’; herkenbaarder. Voor mij in ieder geval.

Na Conrad en Murakami bleef ik met toch weer met verbazing achter met het idee dat mannen zo intens agressief kunnen zijn in het diepst van hun ziel. Ze hebben een veel grotere agressieve drive.  Ligt natuurlijk aan de hoeveelheid testosteron. Dan is voetbal toch beter dan het slagveld al lijken die twee wel op elkaar. De meest mannen gebruiken die drive gelukkig goed.
Boeiend is wel om te bedenken dat de Bijbel ook door mannen is geschreven. En de theologie vorm gekregen heeft.
De diepste waarheden kun je alleen in mythen vertellen. Dat geldt misschien ook wel voor Murakami en Conrad.
Wel dapper.   

Wat wel grappig is: in het boek worden de afmetingen van de kamers in de hoeveelheid matten weergegeven. Dat gebeurt nog steeds. Omdat mijnheer Cathy jarenlang voor een Japanse multinational heeft gewerkt verbeeld ik me dat ik het één en ander afweet van deze cultuur die ik zeer hoogacht.

 

maandag 10 januari 2022

Het Alles


Geschreven door Dave Eggers in 2021 toen de Coronapandemie een feit was.
Het is een vervolg op 'De Cirkel' maar is goed apart te lezen.

In het voorwoord: ‘Dit is een roman, dus fictie. Niet alles wat erin wordt beschreven is werkelijk gebeurd, hoewel veel ervan waarschijnlijk wel staat te gebeuren. In dat geval wordt het vanzelf non-fictie.’
Mae Holland uit de Cirkel is opgeklommen tot de hoogste regionen van het bedrijf wat door groei en fusies een bedrijf is geworden waar geen ontkomen meer aan is en nu ‘the Every’ heet. ‘Het Alles’.
De Engelse vertaling klopt beter want bij The Every werken ‘Everyones’.



In dit boek is Delany Wells de hoofdpersoon. Opgegroeid in een boswachtersgezin komt ze in aanraking met The Every en ziet de kwalijke kanten van het bedrijf. Ze neemt zich voor om er te gaan werken en de boel van binnenuit op te blazen. Dat doet ze door het ontwerpen van zeer controversiële apps die voortdurend de privacy verder inperken en waarvan ze verwacht dat het grote protesten zullen gaan oproepen waardoor het bedrijf zal imploderen.
‘Controle, data en schaamte als gedragsverbeteraars. Daar komt alles wat ze doen uiteindelijk op neer.’
En wat verder: ‘Het niet erg geheime doel [..] was vanaf het allereerste begin geweest om menselijk gedrag niet alleen te volgen en te beïnvloeden, maar ook te dicteren.’
Of Delany erin slaagt, zelfs wanneer Wes en Argarwal, een ouddocente van Delany die steeds maar blijft waarschuwen, door The Every worden opgeslokt…..dat vertel ik niet.

Het is weer een boek wat goed is ter bewustwording. Welke mogelijke effecten heeft AI? (Artificial Intelligence) Want het gekke is dat men overal slaafs mee instemt. Het leven wordt namelijk gemakkelijker door alle aanpassingen, er is minder corruptie, minder criminaliteit en een grotere transparantie. Je hoeft zelf minder na te denken en alert te zijn want je telefoon helpt je bij alles.
Die kikkers weer hè, die langzaam gestoofd worden.
Pararellen genoeg met de wereld tijdens een pandemie.  Ik heb zelfs al mensen horen smeken om een lock- down. Dat gaat zelfs mij als introverte, echt te ver.
‘Is er misschien naast het ingeboren verlangen naar vrijheid ook een instinctieve behoefte aan onderwerping?’
Een vraag van Erich Fromm als een voorwoord in het boek waar ik dan toch weer niet goed raad mee weet. In mijn omgeving zie ik velen die een autoriteitsprobleem hebben. Echt een probleem; standaard de hakken in het zand zetten en de ander verwijten dat ie niet goed nadenkt. Dan ben je ook niet vrij.
‘Standaard-anti’ is ook een vorm van niet nadenken.
Bij verder zoeken las ik dat Fromm daar ook een boek over heeft geschreven: ‘De angst voor vrijheid’. Moet ik ook eens lezen.

Ik denk dat hiermee het dilemma wel duidelijk wordt. Het gemakkelijkste is om je maar te laten meevoeren op de smoesjes van terrorismebestrijding en het uitbannen van enge ziekten. Niemand kan het daarmee oneens zijn.  
Het andere gemakkelijke is om standaard te protesteren waardoor dat ook zijn zeggingskracht verliest.

Ingebouwde leugendetectors, Eye tracking, een persoonlijke CO2 footprint; het komt allemaal ter sprake in het boek en je moet er niet aan denken dat het allemaal realiteit zou kunnen worden.
Het blijft eng en toch ook wel weer fascinerend om de ontwikkelingen in onze maatschappij te volgen.