Na 'Norwegian Wood', '1q84' en 'de jacht op het verloren schaap' had ik wel de smaak te pakken van deze schrijver. Hij schrijft ook magisch realistisch. Nog iets surrealistischer en diepzinniger dan bijvoorbeeld Zafon vind ik.
Dit is ook weer een page turner. Het gaat over de complexe houding van een zoon
tegenover zijn ouders. ‘die waarheid kan niet in woorden worden verteld’.
Daar moeten ervaringen aan te pas komen. Die dan wel weer in verhalen worden
verteld.
Er lopen twee verhaallijnen door elkaar heen. Die van Kafka Tamura en van Nakata en Hoshino.
De naam Kafka is natuurlijk ook niet zomaar; het hele boek is enigszins
Kafkaiaans.
Kafka Tamura is vijftien wanneer hij besluit dat hij sterk
genoeg is om alleen te leven en loopt van huis weg. Zijn alter ego: ‘de jongen
die Kraai wordt genoemd’ is het met hem eens.Zijn vader, die kunstschilder is, heeft vreemde voorspellingen gedaan, waarin
de mythe van Oedipus doorheen schemert. Zijn moeder is al weggelopen toen
Kafka een jaar of vier was, met zijn aangenomen zus.
Dat steekt. Waarom weglopen van haar eigen
kind?
In hoofdstuk 47 neemt zijn alter ego zijn vader te grazen met alle agressie die
in hem is. Zo psychologisch lees ik het tenminste.
Kafka beland in Takamatsu en vindt werk in een bijzondere bibliotheek. De
Komurabibliotheek is een particulier initiatief.
Mevr. Saeki is daar directrice met haar eigen verleden en het enige andere
personeelslid is Oshima, een transgender.
In het kantoor van mevr. Saeki hangt het schilderij ‘Kafka op het strand’. Dat zou dan al een hint moeten zijn maar ik had hem niet door.
Intussen is Nakata op zoek naar een kat; Sesam. Nakata heef
heel vroeger een ongeluk gehad waardoor hij analfabeet is geworden maar wel met
katten kan praten. Zo is hij kattenvanger geworden.
Dat ongeluk wordt beschreven in een flash back naar 1944 waarbij een klas met
kinderen om een vage reden allemaal het bewustzijn verliezen terwijl ze een
biologieles in het bos krijgen.
De docente heeft behalve van paniek, nergens last van.
Alle kinderen komen weer vanzelf bij bewustzijn, behalve één. Dat moet Nakata zijn
geweest anders begrijp ik het verband naar deze gebeurtenis niet.
In ieder geval: Nakata vindt Sesam maar vermoord daarbij ‘Johnnie
Walker’ (Whisky/drank) . Hij vlucht en komt daarbij in contact met Hoshino, een
vrachtwagenchauffeur en samen belanden zij ook in Takamatsu. Daar hebben ze een
akkefietje met ‘Colonel Sanders’ (KFC/ eten)
Nakata spreekt over zichzelf in de derde persoon en heeft geen herinneringen
meer. Gewist door het gifgas? Terwijl herinneringen toch je eigen
bibliotheek vormen.
Murakami schrijft dingen zo langs zijn neus weg op dat ik vaak bang ben dingen
te missen. Ik zou het boek nog eens moeten lezen.
Kafka leest in de krant dat zijn vader is vermoord en de politie
naar hem op zoek is. Maar omdat hij nog maar vijftien is en leerplichtig
besluit hij om ondergedoken te blijven in de kamer
van de bibliotheek waar hij inmiddels woont. In zijn eigen herinneringen?
‘Herinneringen maken dat je je vanbinnen warmer voelt. Maar
tegelijkertijd scheuren ze je ook van binnenuit aan stukken.’
Parallelle werelden, het uitweiden over muziek van
Beethoven, (het Aarthertogtrio) en van Schubert (sonate opus 53 in D) en filosofische
onderwerpen zijn allemaal even interessant.
Komen aan het eind alle eindjes bij elkaar? Slechts ten dele heb ik het idee. Er valt nog genoeg over na te mijmeren.
‘Allemaal verliezen we dingen die belangrijk zijn en dat
zullen we blijven doen, zegt hij als de telefoon niet meer rinkelt. Kansen die
we ons door de vingers laten glippen, mogelijkheden die we niet uitbuiten,
gevoelens die nooit meer terugkomen. Verlies, dat is een van de betekenissen van het leven. Maar
in ons hoofd – want volgens mij is het in ons hoofd – is een klein kamertje
waar we die verloren dingen opslaan in
de vorm van herinneringen. Een kamertje zoals het magazijn van deze
bibliotheek, stel ik me voor.’