Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Anders zijn. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Anders zijn. Sorteren op datum Alle posts tonen

woensdag 22 mei 2019

Het Koninkrijk van de Angst


Ondertitel: een filosofische blik op angst als politieke emotie.
Geschreven door Martha Nussbaum (1947) in 2018. Zij is filosofe en hoogleraar rechtsfilosofie en ethiek in Chicago.

Angst intrigeert me. Waarom zijn we zo angstig, zeker in deze tijd. Waar komt dat vandaan en wat kunnen we er aan doen.
Heeft de mens de angst ‘uitgevonden’ om te kunnen overleven en is het evolutionair bepaald? Of is er toch meer aan de hand?
Nussbaum heeft een heel andere aanvliegroute dan Kierkegaard.
Beide zijn waardevol.

De aanleiding voor dit boek was de verkiezing van dhr. T. in Amerika in 2016.
Want angst is een onderbuikgevoel; blokkeert het rationele denken en heeft een slecht invloed op de hoop. Wanneer de angst het rationele denken overneemt wordt het een probleem en belemmert het de samenwerking.
Maar nadenken is lastig, bang zijn of bang maken en anderen beschuldigen is gemakkelijker. Zo weten de populisten onder ons.
Angst is de vroegste en meest gedeelde emotie die te maken heeft met informatieverwerking over het welzijn. Daarover is consensus.
Aristoteles definieerde angst als ‘een gevoel van pijn en onrust, voortvloeiend uit de voorstelling van een naderend onheil dat verwoesting of leed veroorzaakt, samen met het gevoel dat je niet bij machte bent het af te wenden.’
Dat voldoet nog steeds.

Angst is een basisemotie die al begint in de wieg. Ik denk echter dat het mogelijk is dat het in de baarmoeder al begint. Wanneer een zwangere vlagen van stress kent, waardoor bloedvaten samentrekken en de baby mogelijk heel even minder zuurstof krijgt geeft dat ook bij de foetus al stress…..en een vorm van angst. Baby’s laten huilen is daarom een slecht idee, vind ik. Door er meteen bij te zijn schep je vertrouwen.
Een pasgeboren baby is best heel lang overgeleverd aan de zorg van anderen om te overleven. Veel langer dan andere ‘zoogdieren’.
Heel langzaamaan leert een kind op eigen benen te staan. Persoonlijk denk ik dat je die ontwikkeling aan het kind zelf moet overlaten. Het moet vertrouwen krijgen in de omgeving en vanuit dat vertrouwen het cirkeltje steeds groter durven maken met de ervaring dat er een vertrouwde persoon op de achtergrond aanwezig is.
Zo zag ik dat tenminste gebeuren bij mijn eigen kinderen.

Dan is er de angst voor de dood, die pas later ervaren wordt. Een baby is zich daar niet van bewust.
Volgens Lucretius, die door Nussbaum veel wordt aangehaald, is de doodsangst de oorzaak van alle angsten in het leven.
Wanneer dat de gedachten uit de oudheid zijn begrijp ik de woorden van Jezus uit Mattheus 16 nog beter: ‘Want wie zijn leven zal willen behouden – dus doodsangst - , die zal het verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal het juist vinden.’
Het is een ‘breinig’ proces om die doodsangst los te laten, over te laten aan die Ene.
Wanneer dat je gegeven word kun je pas echt gaan leven.

Uit de angst, die zeer narcistisch is, komen woede, walging en afgunst voort. Dat beargumenteert ze allemaal in verschillende hoofdstukken.
Alleen ben ik het niet met haar eens dat aan alle woede, angst ten grondslag ligt. Er bestaat ook woede die niet voortkomt uit angst maar uit een rechtvaardigheidsgevoel die niet op jezelf is gericht.
Kinderlijke, infantiele woede gaat aan de haal met een gevoel van verontwaardiging en protest en dat kan omslaan in een verlangen naar vergelding of afgunst bewerkstelligen.
Vier fouten worden in woede gemaakt
1. Voor de hand liggende fouten zoals wanneer woede is gebaseerd op onjuiste informatie
2. De statusfout, het raakt je ego en dan is het moeilijk om objectief te denken. Dit maak ik ervan, want ik denk zeker dat dit heel vaak voorkomt maar haar argumenten vind ik te vaag.
3. De vergeldingsfout. Oog voor een oog, tand voor een tand terwijl Jezus ons ook al opriep om zo niet te handelen.
4. De schuld geven aan mensen of groepen uit onmachtige woede. Bijvoorbeeld een arts.

Zij legt haar focus in combinatie met de politiek. Angst is monarchaal en ‘moet’ omgebogen worden naar de democratische wederkerigheid.
Wanneer, een op bescherming van de vrijheid gerichte democratie, de samenleving een faciliterend omgeving biedt zouden mensen zich kunnen ontplooien tot volwassen mensen die vertrouwen, hoop en liefde hebben voor elkaar.
Want zij gelooft niet dat arme mensen lui zijn, maar dat slechte voeding, slecht sanitair en miserabele werkomstandigheden alle perspectieven, en op den duur ook het verlangen naar verbetering, blokkeren.
Haar grote helden zijn Gandhi, Nelson Mandela en Martin Luther King. Geweldloze mannen die vooral de rede gebruikten om misstanden om te buigen, niet naar vergelding zochten en niet verbitterd raakten.

Voor de walging die uit angst voorkomt haalt zij de groepen aan als joden, moslims, homo’s en transgenders, die ons bedreigen omdat ze anders zijn, anders doen, anders ruiken, anders eten en daar houden wij instinctief niet zo van.

De afgunst is ook zo’n emotie die voortkomt uit angst. Er zit vijandigheid en destructiviteit in. We kennen het allemaal want het is een kinderlijke emotie en het kost inzicht en moeite om dat altijd en overal te overwinnen.
Het concentreert zich op de voordelen van anderen en het vergelijken.
Daarin benoemt zij drie dingen:
1. Emulatie: het streven om de ander te overtreffen of minstens gelijk te worden. Dat hoeft niet per definitie fout te zijn. Je kunt een ander tenslotte ook als nastrevend voorbeeld gebruiken.
Maar er bestaat ook een negatieve manier. Een afgunstige manier.
2. Jaloezie: en dan met name een jaloezie die angst heeft voor het verliezen van iets.
3. De gekrenkte status. We kennen allemaal mensen die krenkingen verzinnen om zelf beter uit de verf te komen. Dat kan direct of indirect gebeuren. Meestal voel ik die dingen wel aan. Het bezorgt mij eerlijk gezegd binnenpret.
Nussbaum betrekt dit ook allemaal op de Amerikaanse politiek. Vast heel waardevol maar voor mij iets minder interessant. De psychologie achter al deze zaken boeit mij het meest.

Als laatste een hoofdstuk over angst wat voortkomt uit seksisme en misogynie. Thierry Baudet met zijn essay over een boek van Houellebecq afgelopen maandag is daar een mooi voorbeeld van.
Wat ligt eraan en grondslag?
Vrouwen gaan langzamerhand een grotere rol spelen. Heel terecht denk ik. Het verraste mij ook om te lezen dan juist in de oosterse landen als Bahrein, Koeweit, Libanon en de Verenigde Arabische Emiraten er meer vrouwelijk studenten zijn dan mannelijke. Ze kunnen er na hun studie niet veel mee, maar toch.
Dat kan allemaal heel bedreigend zijn voor de ‘boze, witte man’ zoals bijvoorbeeld dhr. T. lijkt te zijn.

Als oplossingen tegen de huidige angsten roept zij op tot hoop, geloof en liefde. Hoop is het tegenovergestelde van angst. Zij zoekt het in de kunsten, filosofie en religie.
Juist religieuze groeperingen zijn oefenruimtes voor de liefdevolle hoop.

Op 23 april stond in de Trouw een interview met de Belgisch- Albanese filosoof Bleri Lleshi. Hij schreef ook een boek over de angst: ‘Liefde in tijden van angst’.
Hij komt uit op de soortgelijke drieslag: moed, actieve hoop en liefde.

Angst is kennelijk ‘hot’.

donderdag 11 oktober 2012

Vrije Wil Debat

Afgelopen dinsdag ben ik bij het ‘Hillegondadebat’ geweest over de vrije wil. Mijn verwachtingen waren hoog gespannen omdat het mij ook al jaren bezig houd en ik daarover ook al veel heb gelezen, nagedacht en gediscussieerd met verschillende mensen en op verschillende fora.
Sprekers waren Prof. dr. Marc Slors, hoogleraar cognitiefilosofie en schrijver van ‘Dat had je gedacht’ en dr. Leon de Bruin, universitair docent filosofie van taal en cognitie.
Wat mij opviel was dat er uit alle macht wordt geprobeerd de illusie (dat is mijn persoonlijke gedachte) van die vrije wil hoog te houden. Leon zei het ook een keer: niemand zit erop te wachten dat we geen vrije wil zouden hebben. ( misschien niet letterlijk maar dit is de strekking van zijn woorden)
Dan vraag ik mij af wat Thomas Muller aan het doen is wanneer om pragmatische redenen we het moeten volhouden dat de mens een vrije wil heeft. Staat de uitkomst van zijn onderzoek dan al niet vast?
Ik begrijp wel dat de morele verantwoordelijkheid in het geding komt, maar als gelovigen weten we dat we daar van Gods wege echt niet onderuit komen.
In alle debatten die ik tot nu toe heb gevolgd en gelezen ontbrak er een duidelijke definitie van wat de vrije wil nu eigenlijk is.
Marc Slors definieerde wel iets: Er zijn twee voorwaarden om een wil vrij te laten zijn:
1. Er moeten keuzemogelijkheden zijn
2. De keuze moet uit het eigen authentieke ik voortkomen.
En zo kwam ik weer uit bij mijn eigen definitie: De mens heeft een eigen (authenticiteit) wil die relatief vrij is. (in relatie tot de keuzemogelijkheden) Dat voelde best aardig.
Hier is mijn vorig blogje hierover te lezen
En meteen denk ik dan weer: hoe vrij is vrij als je voorwaarden gaat scheppen?

Het determinisme kwam ter sprake. Daar zeggen neurowetenschappers niets over volgens de één, maar dat viel wel tegen volgens de ander.
Slors verhelderde dit begrip door over twee soorten determinisme te spreken: de grootschalige in de natuur en de kleinschalige op het persoonlijke vlak. Daar moet ik me dan weer eens meer in verdiepen want ik ben een deterministisch denker. Voor mij heel logisch. Elk gevolg heeft een oorzaak. Ik begrijp ook niet hoe je anders kunt denken. Causaliteit (= verband tussen oorzaak en gevolg) is er alom, alleen zien of weten we dit niet altijd. Maar als je in een Alwetende Schepper gelooft, kan dat niet anders.
Wat mij wel weer helderder is geworden is dat 'neuromensen' zoals Swaab en Lamme puur spreken over hersenprocessen en dat de gevolgtrekkingen niet altijd behoeven te kloppen. Een mens is meer dan zijn hersenprocessen.
Naar mijn idee zijn de titels van het boek van Swaab en Lamme ook bewust een beetje provocatief gesteld. In ieder geval zijn de discussies lekker losgebarsten.
Ook de experimenten van Benjamin Libet kwamen er sprake. Ik begrijp dat er nogal wat op af te dingen valt. De keuze om je vingers of armen te laten bewegen is iets anders dan de keuze voor een juiste hypotheek, om maar iets te noemen. Als je uit Libets experimenten concludeert dat een mens geen vrije wil heeft is dat een overhaaste generalisatie.

Wat mij in het geheel wat tegenviel is dat er niet vanuit een gelovig perspectief werd geredeneerd. Wel kwam even het boeddhisme ter sprake, maar in oosterse religies speelt deze vraag niet zozeer.
Volgens mij wordt vanuit een gelovige perspectief dan alles toch wat anders.
In de Gereformeerde leer is het al eeuwen een feit dat onze Schepper alles bepaalt. Een paar voorbeelden (er zijn er meer te noemen):
Exodus 21:12,13 wie iemand zó slaat dat hij sterft, zal de dood sterven; maar wie er niet op loerde, maar God liet het zo komen voor zijn hand: ik zal een plaats voor je bepalen waarheen hij kan vluchten.
Spr. 16; 1 Een mens heeft overleggingen in het hart, maar het antwoord van de tong komt van de Heere.
9 Het hart van de mens overdenkt zijn weg, maar de Heere stuurt zijn voetstappen.
33 Het lot wordt in de schoot geworpen maar elke beslissing daardoor komt van de Heere.
Hand 2: 23 -28
Rom. 9: 14 – 21
Ef 1: 11 in Hem zijn wij voorbestemd om erfgoed te ontvangen, naar het voornemen van Hem die alles tot stand brengt naar de raad van Zijn wil.
Fil 2: 13 …want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.
Hebr. 3:4 Want een ieder huis wordt van iemand gebouwd; maar Die dit alles gebouwd heeft, is God.
En vergeet art 14 van de NGB niet, geschreven door Guido de Brès in 1561.

Het is jammer dat er niet terug te beluisteren valt. Wel heb ik een poging ondernomen om e.e.a op papier te zetten maar dat viel wat tegen in de hitte van de gesprekken.

woensdag 18 januari 2012

Anders zijn

Gisteravond zat ik met steeds krommer wordende tenen te kijken naar Pauw en Witteman.
Een meneer, Rafaël Creemers vertelde daar over zijn uit de kast komen, weer in de kast gepropt worden door goedbedoelende, gelovige hulpverleners en er weer uitkomen.
Pfffffft. Bestaan er kasten met draaideuren?
Sorry, wrang grapje.
Dit item was naar aanleiding van een artikel in de Volkskrant over uitspraken van joodse leiders en rabbijnen. Deze 'Declaration On The Torah Approach To Homosexuality' is een Amerikaans initiatief, maar ook de Nederlandse Opperrabbijn Ralbag heeft hem ondertekend en is nu op non-actief gezet. Homo’s zijn ziek volgens hen. En ziek zijn betekent dat je zou kunnen genezen.
Daarop volgde een initiatief van Mw. Schippers, minister van Volksgezondheid om het vergoeden van homotherapie te verbieden.
Dat die Declaration een Amerikaans initiatief is zegt al weer veel. Ze zijn daar over het algemeen wat conservatiever. Ooit heb ik een boek van Leanne Payne gelezen over deze materie: ‘crisis in mannelijkheid’. Zij stelt dat elke mens androgyn is en dat je bij homo’s slechts de juiste kant hoeft te bevestigen om genezen te worden van je anders zijn. Dat is namelijk te weinig gebeurd in de jeugd jaren. En gebed natuurlijk. Dit is even heel kort door de bocht want ik ben het boek kwijt (waar ik niet om treur) en de Engelstalige Wiki ligt plat.
Dan heb ik meer met Swaab, die in zijn boek (‘Wij zijn ons brein’) uit de doeken doet dat homofilie is aangeboren. (niet erfelijk)
Tijdens de zwangerschap speelt de afgifte van de dosis testosteron een sleutelrol. Deze afgifte kan verstoord worden door stress en chemische stoffen (medicijnen) en zie daar…
Alles is terug te vinden vanaf pag 82.
Waarom vertrouw ik Swaab in dit opzicht? Ten eerst omdat hij helemaal niet op zoek was naar deze uitkomsten maar er bij toeval tegen aanliep. Zijn bevindingen waren toen tamelijk controversieel. En ten tweede omdat zij (uit 1990) overeenkomen met die van Anne Moir en David Jessel, verwoord in het boek ‘Brainsex’ uit 1989.
Een homo ben je, een lesbienne ben je. Daar valt niets aan te veranderen.
Als ik met dat gegeven kijk naar wat er met deze mensen in sommige kringen gebeurt……dan krijg ik pijn in mijn hart.
En heus, ik ken ook alle Bijbelteksten die hierover gaan. En alle tegenwerpingen en alle excuses. Dat maakt het er allemaal niet gemakkelijker op.
Dat het vergoeden van een homo therapie nu op de helling gaat….tja, het ligt eraan waar die therapie uit bestaat.

Toev. 21-01-12
Gisteren in de krant (ND) een interview met Maarten van Loon, gereformeerd vrijgemaakt predikant. Hij ziet na studie geen ruimte voor christelijk homorelaties in liefde en trouw. Daar heeft hij zelf moeite mee.
Vandaag een verslag van een gereformeerd congres over dit onderwerp in de nieuwe kerk in Kampen van de vrijgemaakte TU. “Wat heb je aan een christelijke visie over homoseksualiteit als mensen om wie het gaat massaal afhaken?”
Twee verslagen; de één theoretisch en de ander praktisch van aard.
Tegelijkertijd een voorbeeld waarbij het NOMA-principe, waar ik voorstander van ben, niet opgaat. Hier raken religie en wetenschap elkaar en het geeft een conflict.

maandag 7 januari 2019

Nashville´s coming out


Storm over Nederland. Aangewakkerd door fundi´s in Amerika. De praatprogramma’s hebben weer munitie.
Na alle berichten die ik over die verklaring las ben ik hem zelf maar gaan opzoeken.
Waarom dit nu zo nodig is en zo provocatief opgesteld; dat begrijp ik niet.

Is het de behoeft om sterk leiderschap te willen vertonen zoals uit het nawoord blijkt? Is het een poging tot profileren want het zijn alleen mannen die tot de ondertekenaars behoren. (voor zover mijn kennis nu reikt)
Ik weet het niet hoor maar ik ken geen enkele vrouw in mijn omgeving die zo obsessief met seksualiteit bezig is. Heel veel mannen zijn dat ook niet trouwens.
In ieder geval is de strekking duidelijk: LHTB en de rest van het alfabet is niet Gods bedoeling en daarom niet goed te keuren.
Altijd jammer wanneer mensen zo precies weten wat Gods bedoelingen zijn. Dat die mogelijke bedoelingen voor jou helder zijn en die je dan jezelf oplegt is prima maar leg het niet de ander op.

In art 10 beginnen de problemen:
‘WIJ BEVESTIGEN dat het zondig is om homoseksuele onreinheid of transgenderisme goed te keuren. Wie deze wel goedkeurt wijkt fundamenteel af van de standvastigheid die van christenen verwacht mag worden en van het getuigenis waartoe zij geroepen zijn
WIJ ONTKENNEN dat de goedkeuring van homoseksuele onreinheid of transgenderisme een moreel neutrale zaak is, waarover getrouwe christenen onderling van mening mogen verschillen.’

De hele verklaring is die van: een punt bevestigen en een punt ontkennen en daartoe moet je soms wel drie keer lezen wat er nu eigenlijk staat.
Keur ik homoseksualiteit en transgenderisme goed? Nee. Keur ik ze af? Ook niet. De feiten liggen nu eenmaal zo. Dat is voor mij een gegeven. Daar hoef ik niets over te vinden.
Wanneer ik iets niet begrijp kán en mag ik daar niet eens een moreel oordeel over vellen.
De enige opdracht is om mijn medemens te respecteren en zo mogelijk lief te hebben.
En art 12:
‘WIJ BEVESTIGEN dat de genade van God in Christus zowel vergeving als levensveranderende kracht geeft, en dat deze vergeving en kracht een volgeling van Jezus in staat stellen om zondige verlangens te doden en te leven op een wijze die de Heere waardig is.
WIJ ONTKENNEN dat de genade van God in Christus onvoldoende is om alle seksuele zonden te vergeven, of onvoldoende kracht geeft aan gelovigen die zich tot seksuele zonden aangetrokken voelen, om een leven in heiliging te leven.

Art 13:
WIJ BEVESTIGEN dat de genade van God in Christus zondaren in staat stelt om tegen een transgender-zelfverstaan te strijden en dit verkeerde zelfverstaan te verloochenen en, door Zijn geduld, de door God ingestelde verbinding tussen het biologische geslacht en het zelfverstaan als mannelijk of vrouwelijk te aanvaarden.
WIJ ONTKENNEN dat de genade van God in Christus een zelfverstaan rechtvaardigt dat niet in overeenstemming is met Gods geopenbaarde wil.

Hier wordt gesuggereerd dat er voor LHBTers ‘genezing’ te verkrijgen is. Een beetje dom.
Natuurlijk is voor God alles mogelijk, zoals ingrijpen in de natuurwetten.
Maar dat gebeurt zelden.
En de natuurlijke wetten zijn in dit verband dat door omstandigheden de afgifte van hormonen tijdens de zwangerschap niet is verlopen zoals dat volgens het boekje zou moeten verlopen. Ja, dat heeft te maken met die gebrokenheid van de schepping.
Dat heb ik geschreven in het blog ‘Anders zijn’ en ik heb nog geen redenen gehoord of gelezen om er anders over te gaan denken. De reden van dat blogje was trouwens ook al iets wat uit Amerika kwam overwaaien.
Christenen en wetenschap; het blijft een moeizame combinatie.

Sinds die tijd heb ik een poging gedaan om het boek van Dr. A. Prosman te lezen uit de Artiosreeks van 2013 maar ik ben op driekwart toch afgehaakt. Ik las weinig nieuws en de uitkomst was – in alle liefde en eerlijkheid - voorspelbaar.
Wat zouden we zonder ‘anders- aardige’ medemensen moeten beginnen, ook al begrijp ik hen niet? Ze zijn vaak heel kunstzinnig en voegen toe aan het leven in dit ‘aardse jammerdal’.
Stevo Akkerman in Trouw: ‘De mannenbroeders die zich achter Nashville scharen, vertellen via hun beeld van de Allerhoogste veel over zichzelf.’
Zekers, maar dat geldt voor ieders beeld van de Allerhoogste. Het zegt iets over jezelf.
Waar het om gaat is: ben je het beeld van Jezus gelijkvormig (geworden)?

De storm die nu opsteekt heeft ook te maken met de vrijheid van meningsuiting. Gelukkig leven we in een land met vrije meningsuiting. Die geldt dan wel voor alle kanten van een zaak!
Maar juist gelovigen zouden wat wijzer moeten zijn om van te voren te bedenken of het de gelovige en het koninkrijk van Jezus opbouwt of juist schaadt.
In dit geval denk ik het laatste.
Er straalt geen liefde uit.

Klinkend koper
Schallende cimbaal



11-01-19
In het RD:

De communicatie rondom de publicatie van de Nederlandstalige versie van de Nashvilleverklaring over (homo)seksualiteit „had beter gekund.” Dat schrijft de –informele– werkgroep achter de Nederlandse Nashvilleverklaring in een donderdagochtend uitgebrachte verklaring. „De verwoording in de verklaring kon op sommige punten aanleiding geven tot misverstanden. Dat trekken wij ons aan.”

Af en toe vraag ik mij af in welke bubbel predikanten leven.





dinsdag 27 december 2016

Willen en Nillen


Weer eens een uitstapje naar de ‘vrije wil’ waarin ik niet geloof.

Waarom? Omdat het in onze kringen veel gebruikte ‘robottenargument’ steeds maar achter in mijn geest blijft hangen terwijl ik al jaren meer voel dan onder woorden kan brengen dat het niet helemaal klopt.
Het robotten argument; wat bedoel ik daarmee?
Ik maak even gebruik van het boek: ‘Brieven van en scepticus’ van Gregory Boyd uit 2001. Een briefwisseling tussen ongelovige vader en gelovige zoon waarbij de zoon antwoord op de vraag van de vader waarom er zoveel leed in de wereld is en dan komt die ‘vrije wil’ in beeld.
Hij schrijft op p. 22:
‘Het lijkt mij pa, dat áls God zijn schepselen een vrije wil geeft, Hij ook ruimte moet laten voor de mogelijkheid dat ze misbruik maken van die vrijheid, zelfs als dat betekent dat anderen pijn gedaan worden. [….] God heeft dit zo gemaakt, omdat het alternatief zou zijn een ras van robots die niet werkelijk kunnen liefhebben – maar zulke robots zijn de moeite van het scheppen nauwelijks waard.’ [….] God schept vrije mensen die kunnen doen wat ze willen, en geen voorgeprogrammeerde instrumenten die uiteindelijk doen wat Hem behaagt'.

De vraag die dan opborrelt bij mij is: Natuurlijk had de almachtige God mensen kunnen scheppen die in vrijheid Hem zouden kunnen liefhebben en hoe zit het trouwens dan in het hiernamaals, wanneer we alleen maar goed kunnen zijn/doen? Zijn wij dan veranderd in robots? Natuurlijk niet.....hoop ik.
Is God een robot omdat Hij alleen maar goed kan doen/zijn?
En waarom besluiten wij dat we anders robots zouden zijn? Voorgeprogrammeerde mensen.

Wij zijn geschapen ‘in the image of God’, naar Gods beeld en gelijkenis. De betekenis die hieraan gegeven wordt is dat we zonder zonden zijn geschapen. Dat is zo maar....
Moest God deze kosmos scheppen? Nee, dat hoefde Hij niet.
Hij kon willen maar ook nillen. Een actief niet-willen.
Dank aan Hannah Arendt voor dit woord. Het betekent een ‘tegenwil’ wat iets anders is dan ‘ik wil niet’ want dat kan begrepen worden als een ontbreken van de wil of als de wil om de wil op te geven. Ja, ik heb geleerd dat ‘de wil’ best wel complex in elkaar steekt.
Een praktisch voorbeeld wat ooit in mijn eigen leven speelde: Zullen we deze kerk verlaten en naar een andere omzien of niet. We hebben actief besloten om dat niet te doen. Niet te willen. Dat is nillen.
Dat hoeft niet fout of ‘duisternis’ te zijn.

Zo kunnen wij willen en nillen juist omdát we naar Gods beeld zijn geschapen. Willen kan goed handelen tot gevolg hebben maar nillen kan dat ook. Alle tijd dat God de kosmos ‘nilde’ , nog niet wilde, was dat niet verkeerd.
Toch besloot Hij ‘op een dag’ om een wereld in aanzijn te roepen. Hij hoefde dat niet te doen.
De schepping is dus contingent. De grond van de beslissing om toch te scheppen ligt in de liefde.
Waarom heeft Hij dat zo besloten? Dat gedoe, die constructie met die schepping, val en verlossing. Ook daarvan moeten we de reden zoeken in de liefde. Ik zou het niet anders weten.
Alzo lief had God Zijn wereld....dat speldenpuntje in het immense heelal.
Dat liefhebben deed Hij allang voor de zondenval.

Wilde God voor Zich een volk verzamelen dat Hem eindeloos zou aanbidden of prijzen? Zo is mij dat wel geleerd. Misschien is dat ook zo.
Maar wanneer ik de schepping van de mens erbij betrek:
misschien wilde Hij ook wel een waardige ‘tegenover’. Een volk wat kan willen en nillen.
Mensen die eindeloos kunnen nillen tegenover alles wat niet in de haak is. Dan verander je echt niet in een robot. Dan zijn we als God. Naar het beeld van Jezus. (Rom. 8:29)

Opgelost? Mmmmm, nee, het wordt eigenlijk steeds onbegrijpelijker.


09-01-17
Na nog weer eens te hebben nagedacht valt het bovenstaande verhaal eigenlijk kort samen te vatten.
Wij zijn geschapen naar Gods beeld en dat roept grote verantwoordelijkheden op.
Daar moet de focus misschien veel meer op komen te liggen.

woensdag 15 december 2021

Maria, icoon van genade


Geschreven door Arnold Huijgen afgelopen jaar. Eerder las ik van hem 'Lezen en laten lezen'.
Het is een mooie maand om te lezen over Maria, de moeder van Jezus al pleit Huijgen voor aandacht het hele jaar rond en het vaker zingen van haar lofzang, het Magnificat. Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn.
Als het meezit(!) zijn er in mijn denominatie slechts 2 preken per jaar waarin een vrouw een rol speelt; dat is toch wel erg magertjes.
Het boek leest gemakkelijk weg al is de materie niet altijd even gemakkelijk.
Prettig zijn de vele voetnoten en de samenvattende conclusies na elk deel.


Bij het zien van al die voetnoten over boeken die er al zijn geschreven door – meestal- mannen over deze ene vrouw moet ik toch wel glimlachen.
Hoe zou Maria zelf hier tegenaan kijken? Waarschijnlijk zal haar mond openvallen van verbazing over al die theorieën en vergelijkingen die er over haar zijn bedacht en weer door anderen weerlegd.
Ik denk niet dat ze het zou waarderen.

Dat neemt niet weg dat dit een interessant boek is en dit blogbericht veel te beknopt want er staan weer heel veel streepjes in.
Ooit las ik ‘de zevende koningin’ (uit 1998) van W.J. Ouweneel wat ook over de Mariacultus gaat; het ontstaan en de ontwikkelingen met alle mogelijke linken. Hij deed dat iets zakelijker en uitgebreider met zijn al te analytische geest, als ik me goed herinner. Nee, WJO komt niet voor in de literatuurlijst al zou het best interessant zijn om de beide boeken eens naast elkaar te leggen.

Wat wil ik onthouden? In ieder geval niet die misogynie van de kerkvaders uit hoofdstuk zes. Al die lelijke dingen over vrouwen konden ze natuurlijk niet zeggen over Maria. Zij werd op het schild gehesen als de ideale vrouw tot aan hemelkoningin toe.

Het boek is verdeeld in drie delen, zoals een goede preek betaamd, Huijgen zelf rekent het laatste deel niet mee.
Waarom dit boek door een protestante dominee?

1. Maria wordt ondergewaardeerd in protestante kringen
2. Er lijkt een beweging gaande naar geloven en God
3. Een verlangen naar schoonheid
4. Het belang van een voortgaand gesprek tussen de RK kerk en de kerken van de Reformatie.
5. De genderproblematiek; hebben de beelden van Maria de onderdrukking van vrouwen aangejaagd of juist gematigd?
6. Het belang van de integratie van de verschillende theologische disciplines.
7. De interesse in Maria zelf. De eerste nieuwtestamentische gelovige en moeder van Jezus Christus.

Maria is een vrouw die het oude met het nieuwe Testament verbindt en een voorbeeld is in haar gelovige overgave aan God.  Een icoon van wat God kan doen.
Tijdens de concilies van Eféze (431) en Chalcedon (451) werd Maria gebombardeerd tot Theotokos: zij die God baart. In Eféze landde dat aardig omdat het herinnerde aan die andere Godin: Artemis. Dat geeft volgens Ouweneel weer een link met de maangodin.
Maria kreeg daarmee een prominente plaats in de theologie en dat was een belangrijke factor in de latere Mariadevotie.
Waarom is dat christologisch van belang?
1. De vleeswording van de Logos is geen nieuwe schepping maar een nieuw begin in de bestaande schepping.
2. God is echt ons bestaan binnen gekomen. Ik voeg er aan toe: In de bij ons bekende  dimensies ruimte en tijd.
3. Jezus is de Zoon van God.

Maria is een ideale vrouw. De vernieuwde Eva. Dat ze ook een gewoon joods meisje was werd even vergeten.
Behalve haar eigen lofzang is zij zelf ook aan alle kanten bezongen door de eeuwen heen.
Volgens Johannes Paulus II bestaat haar roeping uit twee dimensies: maagd en moeder.
Daar kwam natuurlijk weer kritiek op vanuit feministische kant. In mijn ogen terecht want deze zienswijze dient inderdaad alleen het patriarchaat.

In de middeleeuwen nam de devotie pas een hoge vlucht onder invloed van de hoofse liefde. Maria was maagd en bleef dat ondanks het feit dat zij meer kinderen heeft gekregen en is zelf onbevlekt ontvangen dus heeft geen last van erfzonde.
Later, in 1854 is dat in een dogma vastgelegd, zo kon men haar blijven vereren.
Een ander dogma uit 1950  waar protestanten ook zo hun bedenkingen bij hebben is Maria’s ten hemel opneming. Let op, geen hemelvaart zoals een Rooms Katholiek op een forum mij duidelijk maakte. Zij werd opgenomen in tegenstelling tot Christus die zelf ten hemel voer.
Ze wordt ook niet aanbeden maar vereerd, werd mij meteen duidelijk gemaakt.
Dat zijn de twee belangrijkste punten waarmee het protestantisme zo zijn/haar problemen mee heeft wat Maria betreft.

Wanneer de kerk ook moeder wordt genoemd mag ze zich ook wel zo gedragen, zeker richting minderheden. Naar mensen met problemen met hun seksuele gerichtheid en de genderproblematiek.
Huijgen pleit ook voor meer beelden in de kerk. Nou, dat traject heb ik ook achter de rug. En het was heel lastig om dat aan de man/vrouw te brengen.
Maar beelden, zo je wilt iconen geven de mogelijkheid om  de gedachten te verheffen. Dat er ook misbruik van kan komen heft het positieve ervan niet op.

Nog iets grappigs wat ik tegenkwam: al bij Tertullianus waren de oren van Eva en Maria belangrijk. Via Eva’s oren kwamen bedrieglijke woorden binnen en via die van Maria de levende. Zo ontstond de gedachte dat de conceptie via het oor plaatsvond. (p 237)
Uit de modules kunstgeschiedenis herinnerde ik me Robert Campins ‘Merode’ altaarstuk.
In het middenstuk de Annunciatie waarbij Jezus door het gesloten (= maagd) raam komt aanvliegen richting oor van Maria. Ik weet nog dat we het daarover hebben gehad.

Verder viel het Huijgens ook al op dat vroeger de mensheid van Jezus problemen opleverde terwijl dat nu zijn godheid zou zijn. Ooit postte ik dat op een forum.  

Wat mij ook opviel over mezelf en wellicht anderen is dat ik zo anders lees. Huijgens heeft het in dit boek over de zwarte madonna van Rocamadour zoals ze voorkomt in een boek van Michel Houellebeque: ‘Soumission’.
Ik kan me daar niets van herinneren en ook in mijn blogbericht over dat boek is er niets over te vinden.
Toen ik het er met een vriendin over had kwamen we tot de conclusie dat ieder mens zich op een ander geestelijk level bevindt op het persoonlijke levenspad en dat je dan leest en opneemt wat je op dat moment interesseert of waar je mee uit de voeten kunt. Heel soms ontdek je dat er tegelijkertijd iemand anders is op dat level maar bij mij komt dat zelden voor.
Wanneer ik recensies lees van boeken die ik zelf ook heb gelezen komt er ook vaak een heel ander beeld naar voren dan wat ik er zelf van had. Dan zullen mijn verslagen ook wel heel anders zijn dan van andere lezers.
Het zijn dan ook geen recensies, die zakelijk en kritisch boeken bespreken, maar mijn verslagen met allerlei gedachten en associaties die de boeken oproepen.


 

 

dinsdag 15 november 2016

Willen III


De wil en het verstand
hoofdstuk 11 en 12 uit het boek

Thomas van Aquino en Johannes Duns Scotus.

Ik krijg dringend behoeft aan een systematische filosoof. Ik realiseerde me dat toen de docent enkele steekwoorden van Aquino en Duns Scotus naast elkaar op het bord zette.
Wanneer zulke filosofen niet bestaan moeten ze per direct uitgevonden worden.
Wát bedenken die mannen, waarom/waardoor en waarom vindt Hannah juist deze interessant met betrekking tot haar eigen ‘wils’ filosofie en niet bijvoorbeeld Schelling en Schopenhauer die daar ook over nagedacht hebben.
Misschien zijn ze niet voor een vrije wil maar dat zou dan toch juist interessanter kunnen zijn.
En waarom schrijft ze dat niet schematisch op; eerst wat de bewuste mannen denken en waarom en daarna waarom ze het ermee eens is of niet. Het leven kan zo veel gemakkelijker.
In dit boek gaan wél conclusies volgen dus dat zal misschien gaan verhelderen.
Even geduld nog.

Aquino leefde achthonderd jaar na Augustinus. Hij was monnik en we moeten er ons van bewust zijn dat hij boekenwijsheid te berde bracht want hij zat in een klooster.
Augustinus schreef uit ervaring en Anselmus van Canterbury was - tweehonderd jaar vóór Aquino -de laatste die dat ook deed. Vandaar de naam ‘scholastiek’ voor het tijdperk van de boekengeleerden. Het tijdperk van redeneren en autoriseren van oude citaten .
Aquino is bekend geworden om zijn ‘Summa’ waarvan ik alleen de passages over de vrouw heb gelezen. Het is een systematisch geheel van opgestelde vragen en de doordachte antwoorden van Aquino. Geënt op de ‘dialogen’ van Plato denk ik. Net zoals onze 'Heidelberger' en 'Wentsel's catechismus'

Aquino onderscheid drie soorten van noodzakelijkheid:
de absolute, de relatieve en de onderdrukking. De laatste is opgelegd; wordt verder niet besproken.
Hij onderscheid twee bevattingsvermogens:
het verstand (de universele rede) en de (bijzondere) rede.
Hieraan beantwoorden twee vermogens:
de wil en de vrije keuze.
Met de universele rede stemmen we in met de directe logica, zonder bewijsvoering. Deze is van nature contemplatief, passief.
Met de bijzondere rede trekken we besluiten uit universele proposities en inherent hieraan is dat de geest zich inspant, actief.
Deze inspanning wordt gevoed door het geloof, want het schepsel wil kennis verwerven over het ware Zijn.
Van de drie vermogens van Augustinus raakt het ‘herinneren’; wat aan het verleden bindt, buiten beeld en blijven er twee over: het willen en het weten/ verstand.
Voor Aquino is het verstand het meest nobel. Want het verstand reikt aan wat er te willen valt.
De juiste volgorde van handelen is : het vatten van het doel, dan het overleg over de middelen en daarna de begeerte naar die middelen.
Aquino’s eerste beginsel is het Zijn (existentie). Het Zijn kent het verstand als geheel. Het ultieme doel van het verstand is om altijd te bestaan en houdt daarom de begeerten in toom. Het verstand richt zich op het Zijnde en vindt zijn hoogste doel in het contemplatief aanschouwen van God.
Duns Scotus geeft aan de wil de hoogste credits, in tegenstelling tot Aquino. De wil is niet gebonden aan het verstand. Het verstand dient de wil. Duns Scotus onderscheid de natuurlijke wil , die de natuurlijke neigingen volgt en de vrije wil. Aangezien Hannah ook van de vrije wil is begrijp ik nu dat ze deze filosoof voor het voetlicht brengt.
Het is de wil die de menselijke geest instaat stelt zijn beperkingen en eindigheid te overstijgen.
Het is de wil die weerstand kan bieden aan begeerten en de dictaten van het verstand en daardoor is de wil vrij. Er is één restrictie: de wil kan het Zijn niet ontkennen. De wil kan het ‘Niets’
zich niet voorstellen.
En de liefde maakt een wil tot een goede wil.

Door de ‘contingentieleer’ van Duns Scotus - het is, maar het had ook anders kunnen zijn - ‘kan hij nauwkeuriger aangeven, in welke zin de wil van de mens zijns inziens vrij is, namelijk in die zin dat de mens op elk tijdstip kan kiezen uit alternatieve mogelijkheden’. (deze laatste zin heb ik uit het boek “Oriëntatie in de filosofie” van Prof. Dr. Gijsbert van den Brink.)
God, waarnaar de mens geschapen is, had ook andere werelden kunnen scheppen, Hij was daar vrij in. Uit die contingentie volgt dat alles wat is, mogelijk ook niet had kunnen zijn, behalve Godzelf.
Duns Scotus was met deze filosofie enig in zijn soort volgens Hannah maar is niet op waarde geschat.
De prijs voor de vrijheid van de wil ligt daarin dat de wil ook in vrijheid kan haten en daar een zeker genot uit kan halen. De wil tot macht van Nietzsche bijvoorbeeld. Komt later.

Ik ben het wel eens met Duns Scotus en Hannah dat de wil een bijzonder fenomeen in de schepping is. Maar dat is de mens in zijn geheel. Geschapen naar Gods beeld zoals ze ook zegt op p.171 en zeer goed. We hebben kennelijk iets méér dan dieren en engelen. De mogelijkheid om te willen en te ‘nillen’ met alle complexiteit die dat met zich meebrengt.
Dat God behalve een concreet ook een ‘contingent handelende’ entiteit zou zijn, dat zou kunnen, ook al is dat volgens mij een aanname. Hij handelt, maar zou ook anders kunnen handelen. Hij anticipeert op het menselijk handelen. Omdat Hij alwetend is. *
De mens heeft de illusie dat hij vrij is om beslissingen te nemen, maar - zo denk ik - er gaan altijd argumenten aan die beslissingen vooraf. En vooraf aan argumenten zijn er breinprocessen. Deze processen komen niet uit de lucht vallen enz…enz…
Zoals ik al eens eerder schreef: Wanneer iemand het hart van de mens kent is het een ‘koud’ kunstje om aan de touwtjes te trekken zonder dat die iemand dat in de gaten heeft.
In het slechte geval heet dat manipuleren maar omdat ik in de goedheid van een Almachtig Wezen geloof ga ik uit van Zijn goede bedoelingen.
In de ‘toevalligheid’ van Duns Scotus geloof ik niet.
Aan het einde van het hoofdstuk komt warempel een reden waarom Hannah Duns Scotus heeft behandeld: ‘Het aantreffen van oorspronkelijke nieuwe inzichten, die waarschijnlijk allemaal uitgelegd kunnen worden als de speculatieve voorwaarden voor een filosofie van de vrijheid.
Er is maar één filosoof die hem in dit opzicht kan evenaren en dat is Immanuel Kant.



*
En dan vind ik dit bij Emanuel Rutten:
‘Een vrije wilsact is namelijk per definitie zelfverklarend. Nu is echter een contingente concrete entiteit niet zelfverklarend. De entiteit in kwestie had er immers niet hoeven zijn.
We concluderen dus dat de wereldgrond een noodzakelijk bestaande concrete entiteit moet zijn die de wereld voortbracht op grond van een vrije wilsact. De grond van de wereld is dus een noodzakelijk bestaand en vrij subject. Nu veronderstelt vrijheid bewustzijn. Een onbewust subject kan immers niet vrij zijn. De wereldgrond is dus een noodzakelijk bestaand, vrij en bewust subject. Dus God bestaat.’


En daar gaat de contingentie weer op de schop.
(16-11-16)Nee, dat zeg ik niet goed: Het contingent handelen is iets anders dan contingent zijn.
God is vrij omdat hij in Zichzelf de oorzaak is. Maar de wereld is contingent als act van God.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat dhr. Lagendijk allemaal vertelt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene voor mijzelf enigszins in overzichtelijke brokken samen te vatten.
De quotes van Hannah in het plaatje hebben niet noodzakelijke iets te maken met de tekst.



dinsdag 13 oktober 2020

De meeste mensen deugen

Geschreven door Rutger Bregman (1988) in 2019.
Ondertitel: ‘een nieuwe geschiedenis van de mens’
Bregman is historicus en journalist bij 'de Correspondent'  die ook zijn andere boeken heeft uitgegeven.
Daar zijn ook stukken uit dit boek te lezen.
Hij is welbespraakt, zo heb ik bij Matthijs van Nieuwkerk gezien en zijn boek leest als een trein.

In mijn omgeving heb ik mensen horen zeggen dat ze dit boek niet hoeven te lezen want de titel klopt al niet. De meeste mensen deugen helemaal niet zo wordt ons geleerd vanuit de Bijbel. Niemand is goed, zelfs niet een. Dussss…
Nu vind ik Bregman ook wel een aarts optimist. Maar dat is op zichzelf niet verkeerd. Misschien zet hij denkprocessen in beweging om eens anders tegen de mensheid aan te kijken.


De meeste mensen deugen namelijk wel.
En oppervlakkig gezien heeft hij gelijk. Het is dan ook een horizontaal boek en daar moet je geen theoretisch, theologische dogma’s op los laten.
Dat in ieder mens het kwaad als mogelijkheid zit mag een ieder persoonlijk ontdekken.

Aan de hand van de filosofen Hobbes: ‘de mens is slecht omdat hij gedreven wordt door angst en een begeerte heeft naar macht’ en Rousseau: ‘de mens wordt goed geboren maar wordt slecht gemaakt ’ verkent hij allerlei onderzoeken die zijn gedaan in de afgelopen honderd jaar.
Alleen raakte ik halverwege het boek Hobbes en Rousseau een beetje kwijt.

Aan veel wetenschappelijk onderzoek uit het verleden zit een geurtje. Ik vind het wel leuk dat hij verschillende onderzoeken onderuit schoffelt.
Zoals het onderzoek van Philip Zimbardo wat bekend staat als het Stanford Prison experiment
Maar dit was al vanaf het begin omstreden. Zimbardo deugde kennelijk toch niet echt.
Of zijn tegenvoorbeeld van het bekende boek van menig Engelse boekenlijst: ‘Lord of the Flies’ wat op de fantasie berust van William Golding.
Hij zet daar tegenover het waar gebeurde verhaal van zes jongens van de St. Andrews kostschool in Nuku’alofa, Tonga.  Toen zij strandden op een onbewoond eiland brak de pleuris helemaal niet uit maar ontstond een gemeenschap met orde en regels.
En passant wordt erbij vermeld dat de jongens van een strenge christelijke school waren.

Ja, het is waar dat veel mensen tot kwaad in staat zijn wanneer je de omstandigheden manipuleert. Hij geeft als domineeszoon het voorbeeld van Eva in het paradijs. Ze werd uitgelokt. Het blijft de vraag of ze van de vrucht zou hebben gegeten uit eigen beweging.
Zit wat in natuurlijk.
Het gekke is dan wel, vind ik,  dat in Eva nog geen kwaad aanwezig was.  Moet ik nog eens wat langer over nadenken.
Het kwaad arriveerde (voor de mens) pas mét het overtreden van het Goddelijke verzoek/verbod. Dus dit verhaal kun je niet als voorbeeld gebruiken, maar ik begrijp wel wat hij wil zeggen.
Zijn voorbeeld van het Robbers Cave experiment, waar de deelnemers werden gemanipuleerd is duidelijker.  Dat werd ontkracht door Gina Perry.

Mensen worden vaak door anderen aangezet tot…..En die anderen doen dat niet altijd uit kwaadwilligheid. Vaak denkt men niet goed na. Mensen pleasen graag (de Homo Puppy) en wanneer je je verhaal maar goed inpakt dan lukt het wel om de ander te laten doen wat je wilt ook al pakt dat niet altijd goed uit.
Dat zou ook een verklaring zijn voor de holocaust. Het Stanley Milgram experiment zou mede moeten verklaren dat mensen behulpzaam willen zijn.  Zeker wanneer er een groter, hoogstaander doel kan worden gediend. Als het kwaad maar netjes vermomd wordt doen we mee.
Bijna allemaal.  
Maar dat onderzoek is inmiddels ook omstreden.
De daders van de holocaust dachten echt dat ze een groter doel dienden.
Dat is die banaliteit van het kwaad, zoals Hannah Arendt het zo treffend noemde.  Al vind ik dat je niet alles hiermee kunt verklaren. Er zaten teveel duivels tussen. 

Mooie voorbeelden hoe het in de ‘rat-race’ anders kan geeft hij met ‘'Buurtzorg'’, een organisatie in Oost Nederland die met succes, heel anders werkt dan de reguliere thuiszorgorganisaties met hun hiërarchieën, bureaucratieën en gigantische overheadkosten.
In het Westen is er ook één die het al sinds twintig jaar anders durft aan te pakken: ‘Duozorg’.  Die heeft de Wiki pagina nog niet gehaald. (‘grinnik’  ondergetekende was medeoprichter)

Ook noemt Bregman een vernieuwende manier van educatie. Het Agoraonderwijs.
Misschien moeten we daar langzamerhand naar toe. Want nu zijn ouders inderdaad alleen maar geïnteresseerd in cijfers en een zo hoog mogelijke opleiding voor hun kroost, alsof ze – heel onvolwassen -  hun bevestiging uit hun kinderen moeten halen.
Kinderen zouden weer buiten en met elkaar moeten spelen om hun fantasie, creativiteit en sociale vaardigheden te ontwikkelen. Daar ben ik het wel met hem eens.

Hume komt langs met zijn idee dat we net moeten doen alsof mensen van nature egoïstisch zijn. Dat noemt Bregman dan een Nocebo. Het tegenovergestelde van een placebo, een neppil die toch effect heeft. In dit geval een negatief effect.
Calvijn was dan toch hoogstaander zoals ik al eens eerder postte:

‘Er is echt maar één weg om te komen tot wat volledig indruist tegen de menselijke natuur, laat staan dat het gemakkelijk voor ons is: liefhebben wie ons haten, kwaad met goed vergelden, beledigingen betalen met zegeningen. Mattheüs 5:44
Je komt hiertoe, zeg ik, als je bedenkt dat je geen rekening moet houden met de slechtheid van de mensen, maar Gods beeld in hen moet zien. Dat beeld bedekt hun zonden en wist die uit. Door zijn schoonheid en waardigheid verleidt dat beeld ons om hen lief te hebben en te omhelzen.’


Calvijn: institutie 3.7.6. in een vertaling van Gerrit Veldman.
In het kielzog hiervan hebben, denk ik,  Martin Buber en Emauel Levinas hun filosofieën ontwikkeld.
Opmerkelijk is dat toch eigenlijk wel.
De Christenheid heeft het dan dus altijd goed gezien. Niet dat men daarnaar leefde, maar toch.  
Wat Paulus in Rom 3 uitspelt wordt door Jezus impliciet erkend maar Hij geeft er meteen praktische tips bij in Matt 5.
Ook mijn ervaring is dat negativiteit – de mens is niet in staat tot enig goed maar geneigd tot alle kwaad -  diepere kraters in de menselijke psyché  slaat dan positieve dingen en we gaan ons daarnaar verhouden. 

Bregman denkt, misschien wel meer dan hem lief is, als een praktisch christen voor zijn pleidooi om het kwade te overwinnen door het goede. Die andere wang hè. Zit best wat in.

 

                                                                           

woensdag 28 augustus 2019

Trilogie 'de Medici'


Geschreven door Matteo Strukul in 2017 en 2018.
Strukul is Italiaan, geboren in Padua in 1973. Hij heeft daar rechten gestudeerd. Deze trilogie over de Medici trok mijn aandacht. Ik hou van historische romans mits de feiten kloppen.
Dat denk ik van deze boeken redelijk wel, al laat hij wel steken vallen.
Ook komt de schrijver niet bepaald in aanmerking voor de Nobelprijs voor de Literatuur; zijn boeken lezen als een trein.
Waren die Medici’s nu echt zo slecht? Woekeraars en uitzuigers. Dat vooroordeel had ik wel vanwege Catharina de Medici, de gifmengster die opdracht gaf tot de slachting onder de protestanten in de Bartholomeusnacht in 1572.
De oorzaak horen we niet vaak maar is er natuurlijk wel: elk gevolg heeft een oorzaak. De Hugenoten waren ook geen lieverdjes. Maar de Rooms Katholieken blijven in mijn ogen toch wel duidelijk de 'Bad Guys'.
De ‘Affaire des Placards’ zette in 1534 al kwaad bloed. Gevolgd door het ‘edict van Fontainebleau’ 1540.
Hugenoten zijn vernoemd naar een herberg ‘Porte Hugon’ vlakbij Rocamadour in de Dordogne waar snode plannen werden gesmeed. Tenminste, volgens deze schrijver. Ik kan het verder nergens terugvinden.

De Medici’s waren een rijke bankiersfamilie in de veertiende- , vijftiende eeuw (Renaissance) in Florence, Italië. Hun banken stammen uit eind veertiende eeuw
Italië was in die tijd onderverdeeld in stadsstaten waarvan Florence één van de rijkste was. Venetië was een andere rijkaard. Werden de stadsstaten eerder geregeerde door de adel; de rijke middenklassers kwamen op en kregen steeds meer macht. Vormgegeven in ‘de Signoria’

Alles resumerend denk ik dat de kracht van de Medici’s lag in het bedenken van win-win situaties en het geduld om kansen af te wachten.
Ze hadden ook allemaal een grote liefde voor de kunst en kunstenaars. Daardoor werd Florence de belangrijkste renaissance stad voor de kunst en is het niet gek dat Vasari daarover zijn boeken schreef.
De dynastie heeft ook voor een paar pausen gezorgd. Leo X die Maarten Luther excmmuniceerde en Clemens VII

Deel 1: de Medici
De Pater familias, Giovanni de Medici sterft in 1429.
Waarschijnlijk door vergiftiging. Zijn zoons Cosimo en Lorenzo zetten het familiebedrijf voort.
Cosimo noodgedwongen omdat hij de oudste was. Hij was liever kunstenaar geworden.
Hij heeft een flinke vinger in de pap gehad bij de voltooiing van de beroemde koepel van Florence: de ‘Cattedrale di Santa Maria del Fiore’. Vanwege de financiële middelen natuurlijk.
Filippo Brunelleschi was het genie dat de koepel wist te dichten.

De nodige vijandelijkheden tussen de leden van de Signoria worden verteld; Cosimo is een keer bijna ter dood veroordeeld, maar werd uiteindelijk verbannen naar Venetië, waar hij ook al snel de belangrijkste mensen voor zich wist te winnen. In die tijd werd het een chaos in Florence zodat men weer blij was met zijn terugkomst.
In bankzaken was hij ook goed. Hij wist het tot bankier van het Vaticaan te schoppen.
En passant wordt het ‘Filioque-probleem’ besproken omdat het werd behandeld op het concilie van Ferrara-Florence in 1439.
Cosimo de Medici was volgens deze schrijver een inspirator. Helaas liep deze verzoeningspoging tussen de Oosterse Orthodoxe kerken en de Kerk van Rome op niets uit. Volgens de Oosterse orthodoxe kerken getuigde het van superioriteitsgevoel om iets toe te voegen aan een gemeenschappelijk Credo. (van Nicea in 325) En dat werd niet gepikt. Er zat volgens de schrijver ook veel rancune achter omdat het westen zich nooit zo heeft bekommerd om de oosterse kerken.
Het ging hierom:
…..En in de Heilige Geest, die Here is en levend maakt, die van de Vader en de Zoon uitgaat, die samen met de Vader (en de Zoon) aanbeden en verheerlijkt wordt, die gesproken heeft door de profeten……
Dat ‘en de Zoon’ is pas in 1014 toegevoegd door paus Benedictus XIII

Deel 2: het huis de Medici
In dit deel wordt verteld hoe het verder verloopt met de nazaten van Cosimo. Piero is de zoon die het beheer van de banken overneemt. Een wat onopvallendere Medici maar met dezelfde liefde voor kunst. Evenals zijn vrouw Lucrezia Tornabuoni.

Na hem zijn het zijn zoons Lorenzo en Guiliano die de zaken overnemen. Onder de bevolking zijn ze populair maar onder de adel niet. Onder invloed van paus Sixtus IV wordt er een aanslag gepleegd op Lorenzo en Guiliano, nota bene tijdens een eucharistie in de ‘Cattedrale’!
Guiliano overleeft het niet.
Wat zijn pausen toch vaak corrupt geweest. ( op dit moment lees ik een boek over de Borgiá’s)
Het wordt de ‘Pazzi- samenzwering’ genoemd, naar een vijandelijke adellijke familie. De oudste telg van Lorenzo, Bianca, trouwde een ‘Pazzi’. Dat was natuurlijk voor de aanslag. Het liep daar allemaal lekker door elkaar. Net hoe het uitkwam en/of nodig was voor de dynastie.
Lorenzo krijgt de bijnaam ‘Il Magnifico’. Of Lorenzo I.
Ook Lorenzo was een liefhebber van kunst en gaf vele kunstenaars ondersteuning.
Hij trouwde met Clarice Orsini, een belangrijke naam in die tijd en kreeg tien kinderen. Eén ervan zou het tot paus schoppen; paus Leo X (1513) en ook zijn neefje, kind van de vermoorde Guiliano, werd tot paus Clemens VII in 1523 uitgeroepen. Zie boven.
Na zijn dood raakte de dynastie in verval. Piero II was daar schuldig aan. Hij zette de deur open voor Karel/Charles VIII van Frankrijk tijdens de Italiaanse oorlog om door Florence te trekken met zijn leger. Tsja. Dat leger gedroeg zich niet echt netjes en plunderde Florence.

Leuk is dat op dit moment een serie loopt over de Medici’s op de Belgische TV: 'Medici, Masters of Florence'.
Zelf moet ik altijd wel lachen wanneer ik in zo'n serie al die mooie mensen met keurige witte gebitten zie. Dat zal in die tijd wel anders zijn geweest. Op de wereldwijdeweb vond ik nog een site met grove fouten uit de TVserie.

Deel 3: Dochter van de Medici
Het laatste deel gaat over Catharina de Medici. Zij werd uitgehuwelijkt aan de tweede zoon van de koning van Frankrijk; Hendrik II.
Haar vader was Lorenzo II de Medici en die was weer een zoon van Piero II de Medici. Die was zoon van Lorenzo Il Magnifico of Lorenzo I
Pffft…voordat ik dat allemaal op een rijtje had in mijn hoofd ….
Dus……Catharina was een achterkleindochter van Lorenzo Il Magnifico.

In 1533 werd Catharina uitgehuwelijkt aan Hendrik die door de plotselinge dood van zijn oudste broer in 1536 kroonprins werd. Werd deze vergiftigd?
In 1547 werden ze koning en koningin.
Catharina had geen gemakkelijk leven. Ze was in Frankrijk niet geliefd. Ze was een ‘koopmans dochter’ van die bloedzuigers en gifmengers uit Italië. Ze was wel een sterke persoonlijkheid. Dat moet wel anders had ze het niet volgehouden.

Ze moest het opnemen tegen Diana de Poitiers, de twintig jaar oudere maîtresse van Hendrik.
Hendrik en Catharina kregen tien kinderen, maar wel dankzij de ‘sturing’ van Diana. Hoe vernederend.
Toen Hendrik gewond raakte in 1559 en aan zijn verwondingen stierf trok Catharina alle macht naar zich toe; verbande Diana naar één van haar kastelen en zij stierf daar in 1566.
Catharina onderhield banden met Nostradamus en verdiepte zich behalve in de theologie ook in de esoterie. Ook zij hield van kunst en gaf de kunstenaars in Frankrijk een boost. Dat is wel een mooi genetisch trekje.

Hendrik en Catherine (en Diana) waren overtuigd Rooms Katholiek en tijdens hun bewind werd het ene na het andere edict uitgevaardigd.
In 1551 het edict van Châteaubriant. In 1557 het edict van Compiègne en in 1559 het edict van Ēcouen dat de uitroeiing van de calvinisten beoogde. Volgens deze schrijver.
Allemaal gericht tegen de protestanten. Nee, het was daar geen gemakkelijke tijd. Geen wonder dat zovelen Frankrijk zijn ontvlucht.

In 1560 was er een poging van de protestanten om macht terug te krijgen maar dat mislukte en staat te boek als de samenzwering van Amboise.
Dat wist ik allemaal niet toen we daar ooit eens waren.
De bruiloft van dochter Margaretha (Margot) met Hendrik van Navarra in 1572 werd aangegrepen om de Hugenoten uit te moorden. Vanwege de bruiloft waren er heel veel in Parijs.
Gaspard de Coligny was hun leider en werd in die Bartholomeus nacht vermoord.
(Zijn dochter, Louise, was de vierde vrouw van Willem van Oranje)
Deze Hendrik van Navarra was katholiek – protestant, ontsnapte aan de Bartholomeusnacht – en weer katholiek, maar was tolerant.
Hij belandde als eerste ‘Bourbon’, na het ‘huis van Valois’ op de Franse troon (van 1589 – 1610) en vaardigde in 1598 het ‘Edict van Nantes’ uit wat de protestanten meer vrijheden verschaften en een eind maakte aan de godsdienstoorlogen. Een pragmatisch mens.
Helaas werd dit edict weer herroepen door Lodewijk XIV in 1685 in het ‘edict van Fontainebleau’

Catharina kon wel goed overweg met haar schoonvader. Deze zag dat zij het moeilijk had aan het hof en voorzag haar van een beschermer: Raymond de Polignac. Deze figuur heb ik echter nergens terug kunnen vinden.





donderdag 25 augustus 2022

Vorsten van Albion


Een boek over de dynastie van de Plantagenets in Engeland.
Geschreven door Dan Jones (1981) in 2012, een historicus en journalist; vertaald in 2020.

Albion is een oude naam voor de Britse eilanden al wordt er meestal alleen Engeland mee aangeduid.
Ondanks dat dit blogberichtje heel schematisch is, las het boek als een trein.
De eerste ‘Plantagenet’ was Godfried, graaf van Anjou. Een Fransman die bekend werd omdat hij brembloesem op zijn hoed droeg.  In het latijn: Planta Genista.



Zijn zoon Henry II was zijn troon opvolger en kreeg via moederskant (Mathilde/Maud) Engeland in bezit.
Henry II trouwde met Eleonore van Aquitaine waardoor het Angevijnse rijk ontstond. Dat rijk bestond uit delen van Schotland, dat wat nu het verenigd koninkrijk is minus Wales en delen van Frankrijk tot aan de Pyreneeën. Best een heel groot rijk.

Hun zoon Richard Lionshearted  (Leeuwenhart) erfde de troon maar stierf kinderloos; broer  John Lackland (zonder land) was inmiddels de derde Plantagenet en zijn (klein)kinderen zette de tradities voort tot Richard II, de laatste Plantagenet. Na hem werd het stokje overgenomen door neef Henry IV (Bolingbroke) van het huis Lancaster. Zij hadden als embleem een rode roos. Het huis van York had een witte roos en kwamen later samen in de ‘Tudorroos’ van het huis Tudor.
Lancaster en York waren zijtakken van de Plantagenets.

De dynastie van de Plantagenets regeerden zo’n tweehonderdvijftig jaar over delen van Frankrijk en Engeland; van 1154 tot 1399.
Een weergave van de volgorde van de heren koningen en heel summier hun wapenfeiten.

Henry II (1133 – 1189), getrouwd met Eleonore van Aquitaine is bekend geworden vanwege
1. de moord op zijn vriend Thomas Becket,
2. Het begin van een vorm van rechtspraak
3. Voortdurend in conflict met de koning van Frankrijk: Louis VII, de ex-man van zijn vrouw en zijn zonen aan wie hij eer verschuldigd was.

Richard Lionshearted (1157 – 1199), zoon van Henry en Eleonore werd bekend vanwege
1. zijn deelname aan de derde kruistocht en gevecht met Saladin.
2. Eindeloos gedoe met zijn vader.
3. Hij was een vechtjas.
4. Hij bouwde Chateau Gaillard.

John Lackland (1166 – 1216)  Broer van Richard
1. Probeerde voortdurend zijn broer van de troon te lichten.
2. Na zijn troonsbestijging kalfde het rijk af doordat hij zijn leenmannen niet echt netjes behandelde.
3. Zo ontstond de eerste vorm van de Magna Carta, waardoor de macht van de koning aan banden werd gelegd. Onder dwang moest John hem ondertekenen. Zo werd het hooggerechtshof geboren.
4. Verloor Bretagne, Normandië, Anjou en Tourraine.

Henry III (1207 – 1272), oudste zoon van John.
1. Volgde zijn vader op op 9 jarige leeftijd. Hij was een vrome koning. Edward de Belijder was zijn grote voorbeeld.
2. Ook weer gedoe met de Franse koning, dit keer Louis VIII  en met zijn zwager Simon van Montfort.
3. Nam de regels van de Magna Carta niet echt serieus.
4. Hield van kunst en stimuleerde dat. Toch de genen van zijn oma?

Edward I (1239 – 1272), oudste zoon van Henry III.
1. Vermoorde Simon van Montfort.
2. Ging ook weer eens op kruistocht.
3. Lijfde Wales in. Liet zich inspireren door de legenden van King Arthur. Bouwde een ring van kastelen in Wales. Moeten we eigenlijk ook eens gaan kijken.
4. Zette de joden zijn land uit na eerst te hebben uitgezogen ten gunste van zijn schatkist.

Edward II (1284 – 1327), jongste zoon omdat de oudere jongens al jong stierven en de rest meiden waren.
1. Hield niet van regeren, flierefluiterde liever met zijn vriend Piers Gaveston, mogelijk een homofiele relatie. Liet het besturen teveel over aan zijn vrienden waardoor hij onder supervisie kwam te staan van de 'Lords Ordainers' waarvan Thomas of Lancaster de belangrijkste was.
2. Trouwde met Isabella, dochter van de Franse koning Philip IV. Over haar heb ik ooit wel eens een boek gelezen: ‘Isabella de Schone’ van Margaret Campbell Barnes. Veel weet ik er niet meer van. Het stond thuis in de boekenkast en ik was veel te jong toen ik dat las maar de voorkant was zo mooi. In mijn herinnering was zij schuldig aan de moord op haar echtgenoot. Iets met een beerput; het fijne weet ik niet meer en Jones noemt dit niet. Zij had de bijnaam: Wolf of France. Klinkt niet goed, maar vrouwen konden zelden goed doen.
Zij had een relatie met Roger Mortimer.
3. Verloor Schotland bij de 'Battle of Bannockburn'.
4. Werd gevangengenomen en afgezet ten gunste van zijn zoon Edward III. Onder supervisie van zijn moeder Isabella en Roger Mortimer.

Edward III (1312 – 1377), oudste zoon van Edward II.
1. Zodra hij de leeftijd had liet hij Roger Mortimer vermoorden en zijn moeder  opsluiten.
2. Start van de honderdjarige oorlog met Frankrijk. Winnaar van de slag van Crécy en Poitiers door het gebruik van bereden boogschutters.
3. Oprichter van de Orde van de Kouseband.  Het verhaal gaat dat bij hem de uitspraak vandaan komt:
‘Honi soit qui mal y pense’ : Schande voor wie er kwaad van denkt. Maar meer waarschijnlijk komt het bij een Engelse dandy vandaan Henry Grosmont, graaf van Lancaster die kousenbanden droeg voordat het een vrouwelijk attribuut werd.
Mijn vader gebruikte die uitspraak ook wel eens.
4. Ontwikkeling van het Lagerhuis tegenover het Hogerhuis.
5. Verloor steeds meer delen van Aquitaine (Guyenne) aan de Franse koning.
6. Stelde het Engels in als voertaal in rechtbanken en parlementen.

Richard II (1367 – 1400), zoon van de Zwarte Prins en kleinzoon van Edward III.1. Hij wilde wel maar kon het niet. Slechte adviseurs, depressies en toen hij eenmaal echt de macht had werd het een terreurbewind.2. Dapper was hij wel in zijn jonge jaren; ging te paard de boerenopstand te lijf. Beloofde van alles maar kwam niets na.Werd gevangen genomen door  Henry Bolingbroke (de latere Henry IV en één van de Lords Appellanten), zoon van John of Gaunt, in de Tower gevangen gezet en later vermoord.


En zo kwam er een eind aan het huis Plantagenet.
Ja, het is weer een boek wat geschreven is door een man. Heel veel historische figuren rondom de politieke besognes en de vele, vele veldslagen. Ze vochten wat af in vroeger tijden.
Het is niet anders, helaas. Ik ben dan toch altijd wel nieuwsgierig naar de invloed van vrouwen die achterbleven bij de veldslagen. Die invloeden zijn natuurlijk niet te meten.
Misschien is dat maar goed ook. Wanneer dat in schema's en tabellen terecht zou komen zou er onmiddellijk weer aan gesleuteld worden. 

vrijdag 20 juli 2018

Patrick Melrose


Geschreven door Edward St Aubyn.
Een aantal boeken inéén; de eerste drie geschreven in 1990-1995 en de laatste twee in 2006 en 2011.
1. Laat maar
2. Slecht nieuws
3. Wat heet hoop
4. Moedermelk
5. Eindelijk

Ik slurpte een complete digitale versie uit 2015 naar binnen naar aanleiding van het eerste deel van de miniserie op TV bij de VPRO, waarin Benedict Cumberbatch de hoofdrol speelt.
En hij is daar uitermate geschikt voor.
Het boek is enigszins autobiografisch voor wat betreft de grote lijnen, zo begreep ik van het wereldwijdeweb.

Patrick is enige zoon van een koppel uit de Engelse High Society. Ja, het gaat wéér over een hoog opgeleide witte man. Wat de vrouwen doen in het boek behalve geld uitgeven en goede doelen nastreven wordt niet echt duidelijk. Patrick wordt advocaat om zoveel boeven uit de gevangenis te houden.
Dit zat ik mij te realiseren na een artikel in ‘de Verdieping’ van Trouw van vandaag, vrijdag 20 juli.
Enfin: in het boek wordt vooral die High Society op de sarcastische korrel genomen.

David, Patricks vader is ‘omhoog getrouwd’ met Eleanor, een Amerikaanse met een smak geld. Een esoterische tante. Ze hebben een huis in Londen en een huis in Zuid Frankrijk waar zich ook een gedeelte afspeelt.
‘Het was Eleanor nooit helemaal duidelijk geworden waarom Engelsen meenden zich erop te kunnen laten voorstaan dat ze vele generaties op één en dezelfde plek geen steek hadden uitgevoerd, maar het was zonneklaar dat David zich geheel in deze opvatting kon vinden.’
Eleanor is meer van de zingeving en goede doelen en was van plan om met hun vermogen een tehuis voor alcoholisten op te zetten. ‘In zekere zin waren ze daarin geslaagd.’
Ik hou van dit type zwartgallige humor en het boek staat er vol mee.

Het is een slecht huwelijk, want David is een sadistische man, een voorstander van een harde opvoeding en dat heeft zijn weerslag op de gevoelige Patrick.
Wanneer hij met zijn vader, gecremeerd, onder zijn arm loopt realiseert hij zich ‘dat dit de eerste keer was dat hij langer dan tien minuten met zijn vader alleen was zonder te zijn misbruikt, geslagen of uitgescholden’.
Hij krijgt depressie op depressie, raakt aan de drank en de drugs en dat blijft een gevecht tot bijna de laatste bladzijde.
Dan, bij de crematie van zijn moeder komt hij, als ruim veertig jarige tot het inzicht dat hij ongetroost door het leven moet gaan en lijkt dat te accepteren.
Hij heeft dan een huwelijk achter de rug en heeft twee zoontjes, Robert en Thomas die hij zo graag anders wil opvoeden dan hij zelf opgevoed is. Maar het is zo moeilijk om niet in de tegenovergestelde richting te ontsporen.
Patrick komt op een moment ook tot het inzicht dat hij zich ‘tevreden moet stellen met de gedachte dat het nog erger moest zijn geweest om zijn vader zelf te zijn, dan om iemand te zijn die zijn vader had gepoogd kapot te maken.’

Het boek, de boeken, zijn geschreven vanuit verschillende perspectieven met de nodige flashbacks. Eén gedeelte is geschreven vanuit het perspectief van de pasgeboren Robert en dat vond ik wel heel boeiend.
We gaan er vanuit dat baby's niet zo kunnen denken maar stel dat...
Er komen veel verschillende mensen in voor maar omdat ik het in één ruk heb uitgelezen was dat geen probleem.

Er staan ook weer veel markeringen in mijn e-book en het is lastig een keus te maken.
Een paar:
‘Ik moet zeggen dat ik niet begrijp waarom mensen altijd zo gefixeerd zijn op geluk, dat ze altijd weer ontglipt, terwijl er zoveel andere prikkelende ervaringen voorhanden zijn, zoals woede, jaloezie, verachting en noem maar op’.

Wanneer Patrick bij zijn overleden moeder Eleanor zit:
‘De afwezigheid van leven in het vertrouwde lichaam, de stijve en gestileerde gelaatstrekken van het gezicht dat hij al kende nog voordat hij zijn eigen gezicht had leren kennen, het maakte alles anders.’


Deze vond ik ook scherp:
‘Het idee van een leven na de dood, bedacht om mensen gerust te stellen die niet konden leven met het absolute van de dood, was nauwelijks geloofwaardiger dan het idee dat het absolute van de dood was bedacht om mensen gerust te stellen die niet konden leven met de nachtmerrie van zich eindeloos herhaalde ervaringen.’

Een inzicht waar menigeen nog wat van kan leren:
‘Terwijl het mededogen zich verspreidde, zag hij zichzelf op gelijke voet met zijn vermeende kwelgeesten, zag hij zijn ouders, die de oorzaak leken van zijn lijden, als ongelukkige kinderen met ouders die de oorzaak leken van hun lijden: niemand droeg schuld en iedereen verdiende hulp, en degen die de meeste schuld leken te dragen, hadden het hardst hulp nodig.’

Een paar puntjes van kritiek: wat claustrofobische agorafobie is gaat mijn pet te boven; het spreekt zich zelf tegen.
En de gedachtegangen en taal die Thomas als driejarige gebruikt komt nogal ongeloofwaardig over.

woensdag 6 juli 2016

De Wetten


Geschreven door Connie Palmen (1955) in 1990.
Haar debuut. Ik las een digitale editie op mijn gloednieuwe Kobo Glo HD.
Eerder las ik van haar 'de Erfenis', ‘Geheel de uwe’ en ‘Lucifer’. Connie is voor mij één van de beste Nederlandse schrijfsters maar dat komt waarschijnlijk vanwege het filosofische karakter van haar boeken. Ze is o.a. filosofe.
Al lezend vroeg ik mij af in hoeverre dit debuut autobiografisch is. Ik zou mij zomaar voor kunnen stellen dat Marie Deniet model staat voor haar zelf.
Ook gezien de rest van haar oeuvre. Verschillende van haar boeken vinden hun basis in waargebeurde geschiedenissen. (na spitten op het www moet ik bijstellen; ik las dat het boek niet autobiografisch was.)
Zou Marie Deniet nog een betekenis hebben? Connie komt uit het Katholieke zuiden waar iedereen Marie heet. Dan zou de betekenis zoiets kunnen zijn van grijs, nietszeggend, onbelangrijk?
Als ik een boek zou schrijven zouden de namen met zorg worden gekozen. Vandaar dat ik zo denk.

Het boek bestaat uit zeven hoofdstukken over zeven mannen die een stukje – gedurende10 jaar - meewandelen op haar levensweg. Ze kijkt, zij ervaart, analyseert en mijmert.
Dat ‘luik-achtige’ herken ik van ‘Geheel de uwe’.
De laatste is een psychiater waarbij Marie, na weer genoeg te hebben geluisterd, nu zelf vooral aan het woord is.
Dat levert prachtige zinnen en gedachten op. Mijn e-reader vermeldt 16 markeringen. En ik weet dat ik er nog meer had kunnen maken.
Er kwamen zoveel herkenbare zaken voorbij.
Een bloemlezing daaruit en mijn gedachten daarover aan Connie:

Eerst wil ik zeggen dat ik jaloers ben op je. Op je dertigste ben je in je hoofd al bezig met zoveel dingen. Om die tijd, een paar jaar later dan jij, was ik bezig met zwangeren, baren, de keuze tussen pampers of katoenen luiers vanwege het milieu, loop-, fiets- en zwemlessen, kappers, tandartsen en orthodontisten, schoolkeuzes en vakkenpakketten en tussendoor nog mensen redden door wasbeurten te geven en hun open benen te verbinden.
Je zou kunnen stellen dat ik wat later op gang gekomen ben.

‘Maar ik ken mezelf. Voor ik het weet heeft iemand tegenover me het alleen nog over zichzelf en hoewel ik graag wegzink in de verhalen van mensen en er ook moeilijk toe kom om over mezelf te praten, lag het nu anders.’
Helaas ligt het bij mij nog steeds niet anders en daarom ontwijk ik de mensheid liever. Misschien is dat bij jou wel gelukt? Durf je heel open en vrij over jezelf te spreken met welke willekeurige anderen dan ook? Of is het toch de aard van het beestje om introvert te blijven. Mij lijkt het laatste.
Ik denk zo vaak, wanneer ik op het punt sta om iets te vertellen:
‘Ach, hoe interessant is dit eigenlijk? ….Not’ en hou mijn mond dicht. Ik heb op dat vlak mijn zachte stem ook niet echt mee. Mensen overrulen me heel vaak, vallen me in de rede zonder dat ze die bedoeling hebben. (geloof ik)
Mijn motto is: wanneer mensen echt geïnteresseerd zijn dan stellen ze vragen. Het komt weinig voor. Dientengevolge ben ik slecht in het verbaal reageren. Ik moet lang nadenken. Op schrift gaat het beter

‘Ik geloof dat ik niet goed met vrouwen op kan schieten. Ze maken me onzeker en als ik mij onzeker voel, zeg ik alleen maar dingen waarvan ik denk dat iemand anders ze zielsgraag wil horen. Dan denk ik zelf niet meer na.’
Ook ik zeg vaak snel dingen waarvan ik denk dat ze dat willen horen. Dan ben je er ook weer snel vanaf. Want voor je het weet hebben ze het weer over zichzelf. Waarom zoeken mensen toch zo ziekelijk naar bevestiging? Zie Facebook. In de tijd dat je dit boek schreef was dit nog totaal onbekend. Je kunt wel stellen dat het erger is geworden. Mensen worden ook weer bevestigd in de hang naar aandacht en bevestiging. Mooi cirkeltje.
In die zin is je volgend opmerking ook weer actueel:

‘Wat afzonderlijk is en alleen en nergens in past, heeft geen betekenis. We moeten de dingen en de mensen redden, ze verlossen van hun betekenisloosheid, steeds weer, steeds opnieuw.'
Je bent te idealistisch. Daar heb ik dus tabak van gekregen. Mensen zijn wat dat betreft bodemloze putten. Omgekeerd vind ik het best om betekenisloos te zijn, al doet dit blog iets anders vermoeden. *grinnik*
Ik ben gelukkig met mijn boeken, muziek en tuintje en blogje, mijn erfelijk materiaal.
(man,kinderen en kleinkinderen even buiten beschouwing gelaten.)

‘Meestal was ik verliefd op de meester. Meesters waren zelden mooi, maar ze wisten veel en hadden boeken gelezen.’
Deze opmerking is ook zo leuk. Ik kan ook verliefd worden op breinen die veel weten. Ik heb nooit meer bedoelingen dan alleen om te weten hoe zo’n brein in elkaar steekt en op welk niveau het functioneert en of het dan interessant genoeg is om met die persoon contact te houden. Helaas lukt dat nauwelijks, sommigen willen zich niet laten ‘volgen’ of voelen zich misschien bedreigd door mij. Soms zijn het de vrouwen van die mannen – het zijn meestal mannen - die zich bedreigd voelen.
Daarover heb ik me ook al suf gepeinsd.

‘Als je met een stel omgaat moet je je aandacht gelijkmatig verdelen. Voor je het weet hang je aan de lippen van de meest vlotte spreker en voelt een derde zich uitgesloten of niet voor vol aangezien.’
Dit dus. Ik wend me het liefst tot het brein wat voor mij het meest interessant is maar helaas wordt dat door - vooral vrouwen- niet gewaardeerd en moet ik me ook bezig houden met allerlei oppervlakkige onderwerpen die mijn belangstelling totaal niet hebben. Ook dat ga ik steeds meer vermijden. Dan maar thuis met een goed boek.

'Het waren oude mensen, ze waagden zich op een dag als deze buiten de deur, stelden hun broze botten aan het gevaar van een doodssmak, alleen om naar de professor te kunnen luisteren. Zouden zij op hun zeventigste nog met dezelfde vragen rondlopen als ik, nog honger hebben naar kennis, nog op zoek zijn naar een stem, die helderder klinkt dan die van de zeurende tegenstander in je hoofd? Hield het dan nooit op?’
Nee, Connie. Je weet inmiddels vast wel dat het nooit ophoudt. De cursussen van het HOVO- onderwijs worden ook bevolkt door dit type mensen waar ik er inmiddels – met veel plezier - één van ben. Gelukkig doen mijn botten het nog goed.

‘Welke achterlijke idioot heeft het in de hersens van de mensen zitten stampen dat ze eerst van zichzelf moeten houden voordat ze een ander lief kunnen hebben? Het is de meest belachelijke, de meest domme, de meest wrede wet ever en ze regeert de twintigste eeuw. Het is rabiate nonsens. Je moet van iemand anders houden en iemand anders moet van jou houden, dat moet je niet ook nog eens zelf hoeven te doen, dat is onmogelijk.
Wie houdt er nu van zichzelf zonder door een ander bemind te worden? Niemand toch?
Ja, een handvol monomane gekken met negen assertiviteitstrainingen achter de rug.’

Ik begrijp je heftige reactie. Ik denk dat de woordkeuze verkeerd is. Het komt uit de Bijbel; 'de ander liefhebben als jezelf' Houden van jezelf komt op mij ook vreemd over. Hooguit kun je spreken over jezelf accepteren en vanuit die grondhouding eventueel dingen veranderen waar je een hekel aan hebt. Ik denk je die eerder genoemde opmerking uit de Bijbel in samenhang moet zien met de opmerking dat je de ander behandelt zoals je zelf behandeld zou willen worden.

‘Mannen maken de wetten. Met de wetten verbinden ze wat ver uit elkaar ligt, hemel en aarde, ziel en lichaam, u kent ze wel, de tegenstellingen. En dan lezen ze met de wetten in de hand de wereld. Met jou erbij. Als dit dan dat. Als jij zus dan zo.
Ze lezen je als een boek. [...] De mannen weten veel van de wereld en weinig van zichzelf. Ze spinnen hele netwerken tussen de uiteenlopende dingen en soms hebben ze niet in de gaten dat hun kennis ook maar een manier is om de kop boven water te houden. Achter mannen stonden steeds weer andere mannen en dat waren mannen waarvan zij de wetten hadden geleerd. [...]
Ik hou van mannen. Ze zijn eenzaam.
Eigenlijk willen ze allemaal hetzelfde: heilig worden, goddelijk. Maar het is niet aan de mens om goddelijk te zijn. Een mens is menselijk en dat is al moeilijk zat.’

Daar ben ik ook achter gekomen. Mooi omschreven.
Mannen denken rechtlijniger. Logischer. Daarom hebben we al zoveel van de wereld en zijn natuurwetten ontdekt. Zouden we, als we alleen zouden zijn met vrouwen op deze wereld ook zoveel dingen hebben ontdekt en gebouwd? Of zouden we dan juist andere dingen ontdekken? Of doen we dat toch al wel? Alleen, wij vangen het niet in wetten. Daarom zijn we ook flexibeler denk ik.
Zelf denk ik vaak in paardensprongen.
Dat is lastiger volgen maar wees eerlijk: het paard is toch het meest spannende schaakstuk wat er is?

dinsdag 28 januari 2020

Brieven aan mijn peetzoon



Geschreven door Stanley Hauerwas (1940) gedurende ongeveer zestien jaar.
Elk jaar, op zijn ‘doopverjaardag’ stuurde Hauerwas een brief naar zijn peetzoon Laurence. (Laurie) Deze zijn in 2018 gebundeld en in 2019 in het Nederlands uitgebracht.
Hauerwas kende ik al van ‘Een robuuste kerk’ en viel voor hem vanwege zijn nuchtere, tegendraadse manier van denken.

Elke brief omvat een ‘deugd’ die hij zijn peetzoon toewenst met de haken en ogen die daaraan zitten.
De ondertitel is dan ook: ‘over karaktervorming voor grote en kleine christenen.’
Wat passeert zoal:
vriendelijkheid, geduld, eerlijkheid, moed, hoop, eenvoud, standvastigheid, vrijgevigheid en nog meer.


Een paar dingen die mij aanspraken:
Iets wat hij in zijn andere boek ook aangaf: de vijanden in deze wereld zijn niet meer te herkennen vanwege hun sentimentele vermommingen. Dat in vergelijking met de wereld waarin Bonhoeffer leefde. Daar was de vijand duidelijk. Nu niet meer.
Sentimentaliteit is zelfzuchtig en is een grote vijand van bijvoorbeeld vriendelijkheid. Vriendelijkheid moet oprecht zijn en niet gespeeld. Iedere gave heeft zo zijn tegenbeeld. Van vriendelijkheid is dat ook egoïsme.
Liegen is het tegenbeeld van eerlijkheid en oprechtheid.

Ik moet opeens denken aan een zinsnede van Emanuel Rutten die ik had bewaard om over na te denken:
“Al met al parasiteert liegen dus onomkeerbaar op de waarheid en chaos onomkeerbaar op orde. Maar dan parasiteert het niets dus eveneens onomkeerbaar op het zijn. De conclusie van mijn argument kan dan ook niet omgekeerd worden. Het enige wat volgt is dat het niets niet aan het zijn voorafgaat. Het zijn is en blijft ontologisch primair. Uit niets kan niets ontstaan.”

Het komt uit dit artikel.

Verder:
Wij hoeven God niet te beschermen. Dat kan Hij zelf het beste.
Vriendschap is het kostbaarste geschenk op aarde. En dan bedoelt hij echte vriendschap. Niet de vriendschap die zo dramatisch bezongen werd door 'Het Goede Doel'.
De wereld rechtvaardigt geweld meestal door er de rust mee te handhaven. Dat betekent alleen wel dat schijnbare rust net zo vaak een masker is waarachter geweld schuilt.
Honkballers zijn een clubje kerels met een goede oog-hand coördinatie, die hard en kunstig werken om oorlogen te voorkomen door vrede interessanter te maken in een gewelddadig land wat Amerika toch wel is.

Hij is gewoon goed in oneliners: kort en krachtig de dingen benoemen.
‘Nederigheid uit onzekerheid is geen nederigheid’ en bij vrijgevigheid:
‘Een vrijgevig mens heeft het vermogen om zichzelf aan de ander te geven zonder calculerend te zijn over wat er tegenover staat. ‘[..]
‘De scheppingsdaad zelf is een voorbeeld van vrijgevigheid.’

Daar moet ik dan weer langer over nadenken. In principe ben ik het met hem eens dat het ‘voor wat, hoort wat’ van ons verderfelijk is. Maar is die scheppingsdaad een voorbeeld van vrijgevigheid wanneer God dat alles doet om Zijn eigen eer?
Zo is mij geleerd. Ik heb dat altijd lastig gevonden.
Ik mag niet zo op mezelf gericht zijn en Gd doet volgens deze theorie niet anders.
Dat zou betekenen dat God narcistisch is en narcisme is een grote vijand van vrijgevigheid volgens Hauerwas. Hoe krijg ik dat in mijn brein op orde?
Toch maar weer eens een poosje parkeren op mijn denkzolder.

Soms moet ik ook lachen: Hauerwas kan heel eerlijk naar zijn eigen land kijken. Hij noemt het een gewelddadig land en een land dat in ontkenning leeft, selectief aan geheugenverlies lijdt en alleen naar de toekomst kijkt. Een paar regels verder weet hij zeker dat alle mensen het liefst net zo zouden zijn als zij.
Dat werkte behoorlijk op mijn lachspieren.
Ik heb niets met Amerika. Laat mij lekker Europeaan zijn, geworteld in een lange, lange culturele geschiedenis. Dat er zich zoveel ‘achter mijn rug’ bevindt vind ik een prettige gedachte.
Dat hebben Amerikanen natuurlijk ook; het is allemaal oosterse en Europese import wat daar de klok slaat, maar zij hebben dáár kennelijk weer niets mee.

Zo staat er van alles in dit boek.
Geschikt voor jong en oud.


dinsdag 3 december 2013

De gasfitter

Een ballade, gedicht, sonnettend sonnet van Gerrit Achterberg. (1905 – 1962)

Deze stond voor vandaag op de agenda bij de leeskring waarvan ik helaas de eerste ontmoeting (over Mulisch) heb gemist vanwege het lange weekend Drenthe.
Van te voren hebben mijn schoonzus en ik ons erover gebogen. Twee weten tenslotte meer dan één.
Eerst moest ik van schoonzus leren dat er echt over elk woord wordt nagedacht door poëten. Dus elk woord wikken en wegen en zoeken naar een mogelijke betekenis.
Ik ben toch meer van de slobber-de-slobber-letters.
Welbewust hebben we niet eerst gegoogeld om zo te ontdekken wat er in ons eigen brein zou opkomen bij onbevangen lezen.
Dat was nogal wat.

De docent, die echt heel veel wist van Achterberg zat eigenlijk op een heel ander spoor dan ik; op het spoor van de, door de dood onbereikbaar geworden geliefde. Mijn spoor heb ik naderhand via google niet kunnen vinden maar is voor mij zo helder als wat. Maar misschien is het in mijn hoofd net zo chaotisch als bij Achterberg. Of denk ik per–vers.
Ik denk namelijk dat het een gedicht is over zijn verborgen geaardheid. Achterberg was homo (denk ik) en daar worstelde hij verschrikkelijk mee, opgevoed in een groot calvinistisch gezin in een calvinistisch dorp. Toch een onbereikbare liefde maar dan anders.
Het verklaart wel zijn ongemakkelijkheid met vrouwen en misschien zijn psychische instabiliteit.

Wanneer je met dit gegeven in je achterhoofd het gedicht leest wordt het allemaal veel duidelijker. Ik denk niet dat ik het gedicht helemaal mag weergeven, maar het is ook te lang. Hoe vaker ik het lees hoe meer ik ontdek.

Een paar specifieke dingen waarom ik denk aan dat homo zijn en het niet uit de kast willen/durven komen en ik ben me ervan bewust dat ik dan tekort doe aan alle andere scherpzinnige dingen die we natuurlijk ook uitgebreid besproken hebben zoals b.v. het horizontale, het verticale en het ronde en de nodige humor: ‘Zeker weer ruzie met zijn vrouw gehad.’ ( In het 7e)
Maar dat wordt teveel voor een blogberichtje.

In het eerste sonnet : in ‘de appelkoopman lokt u met zijn roep’ zie je de verboden vrucht.
2e : alles wat de gasfitter doet doet hij voorover.
Doodzwijgen doodstilte onder hamerslagen benadrukt nog weer het foute van een homoseksuele relatie vanuit Achterbergs optiek. Vanuit zijn opvoeding in die tijd.
3e : ‘uitoefening van zijn bestaan’ is een hint naar existentie, zijn zíjn
en kan van overspel geen sprake wezen’ …..wil ie ook niet, overspel met een vrouw.
4e: de verschijnselen spreken van een orgasme?
5e : thuis gekomen krijgt hij weer die drang. Beschreven als een oproep door de directeur. Hij moet naar dezelfde straat. Ook volgens de docent verwijst ‘het uit de grond gerezen flatgebouw’ naar een fallus.
6e : de conciërge (= geweten) van het flatgebouw slaapt, doet niets. Die zou hem kunnen helpen. Dat zou dan wel de directeur, de innerlijke drang, (het kwaad) de kop kosten.
7e : hij gaat toch op pad, voelt zich opgelaten wanneer een bekende hem ziet in een wijk waar een ander type mens woont ‘bij ander licht’.
8e : hij twijfelt maar de deur gaat voor hem open d.m.v. een daghit die hem ‘naar boven wijst met een vage spot’.
9e : hierin vind de ommekeer plaats: ‘God is het gat’ en zijn wereld stort in. ‘Verdieping na verdieping valt omlaag’. Mooi beeld van de lift.
10e : Hij komt nog wel boven ‘bij heren van alle natie, tong en ras’ maar gaat onverrichterzake weer naar beneden waar de - ‘staat aan mijn voet een zak met vuile was’ - confrontatie met zijn zonden plaats vindt.
11e : doel niet bereikt….’moet er een vacuüm zijn ingeslopen. Daar komt geen enkel ambacht aan te pas’…....nee, dat was Gods werk. Een andere, persoonlijke directeur van een om zijn as gedraaide gasfabriek die veel milder is? Tweeslachtigheid van de mens?
12e : hij moet op het matje komen bij het Chr. Vakverbond en belijdenis van zonden afleggen aan alle ‘gas- en waterfitters’. Hoe duidelijk wil je het hebben?
‘Het hoofdbestuur [..] deelt mede dat één van hen de reglementen schond door met zijn instrumenten op te treden op alle plaatsen waar hij zich bevond……

13e : en 14e zijn geschreven door een toeschouwer en vertelt hoe het de gasfitter verder is vergaan. Hij zit in een ouwe mannenhuis als een kindse vent. Hij krijgt steeds op zijn ‘sodemieter’, een verwijzing naar Sodom. Omdat hij, de fitter op het eten vit. Mooie woordspeling.
14e sonnet beschrijft prachtig zijn dood en begrafenis.
‘Hij rust in God. De aarde dekt hem toe.’

Voor mensen die het gedicht niet kennen of er niet naast hebben liggen is dit alles waarschijnlijk abracadabra. Het zij zo.

Eigenlijk moet ik ook wel om mezelf lachen. Ik heb me nog nooit echt verdiept in Achterberg en verbeeld me nu dat ik hem beter doorgrond dat alle kenners bij elkaar. Terwijl dit één van zijn moeilijkste gedichten schijnt te zijn.
Zou Achterberg zich in zijn graf omdraaien of plezier hebben wanneer hij dit zou lezen?