Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

woensdag 11 november 2020

Hij/Zij

Er komt weer een nieuwe Bijbelvertaling uit. De NBV21.
Zoals bij elke vertaling wordt er weer van alles geroepen totdat iedereen er weer aan gewend is en dan verstomt het weer. 

Elke zichzelf serieus nemende theoloog  ging vroeger de Bijbel vertalen. Ik geloof niet dat er zo moeilijk over werd gedaan gezien het aantal vertalingen dat bestaat.  
Of men sputterde wel maar zoals altijd gaat het gesputter op een goede dag voorbij en de vertaling blijft.
Op de Wiki-pagina staan er verschillende en dan ontbreken er nog zoals de Wycliffe,  Tyndale en Lutherse vertaling. Even uit mijn hoofd. Er zullen er nog wel meer zijn.
In ieder geval: het grootste struikelblok is nu dat God weer aangesproken wordt met kapitalen oftewel hoofdletters.
Hoewel bij mij regelmatig mijn feministische nekharen steigeren bij conservatieve overtuigingen heb ik geen last van de argumenten tégen het gebruik van hoofdletters als zou dat Gods  mannelijkheid benadrukken.
Voor mij is het ook meer een eerbiedigheidskwestie dan dat ik aan God denk als alleen maar mannelijk. God staat boven de seksen en het maakt in principe niet uit of je Hem met Hem of Haar aanspreekt.
En het is gemakkelijk om te herkennen wie er nu bedoeld wordt. Ja, dat komt voort uit mijn grammaticale gemakzucht.

Dat we alleen met die hoofdletters meer zijn mannelijkheid zouden benadrukken zoals Manuela Kalsky in Trouw betoogde, geloof ik niet zo.
Jezus was als manspersoon in onze tijd en ruimte. Dat beeld heeft toch iedereen al in zijn/haar hoofd.
We lezen nergens over een huwelijk van Jezus wat hem wel extra in Zijn mannenrol zou drukken.
Dan Brown ten spijt.
Wanneer je God bepérkt tot een sekse doe je Hem/Haar wél ernstig tekort.

Al zou ik het wel mooier vinden wanneer Hij wordt aangesproken met ‘de Ene’ zoals de Naardense vertaling doet. Dat geeft wel een anderssoortige connotatie.
Maar of dat dan ook de leesbaarheid zou bevorderen, wat toch de bedoeling is van deze vertaling,  weet ik niet.

 

vrijdag 6 november 2020

Rumi

Een gedicht van de Islamitische wijsgeer Jalal ad- Din Rumi. (het huidige Afghanistan,  1207 – 1273)
Rumi behoorde tot de wijsgerige soefistroming binnen de Islam en wordt steeds populairder.
Hij schreef een groot dichtwerk: de Mashnawi. Een gedicht met geestelijke leringen.
Hij verkondigde de universele boodschap van de liefde. Niet de lust. Dat moet je er in deze tijd maar bij zetten anders wordt het verkeerd begrepen.  /sarcasm
‘Ik wil liefde die bergen kan verzetten……….ik wilde liefde die de stilte van de eeuwigheid is’ 
Ik raak er steeds meer van overtuigd dat, wanneer we ‘on speaking terms’ willen komen met de Islam, we via het soefisme een prima ingang hebben.

Dit gedicht spreekt mij als gereformeerd meisje aan:

Iemand ging naar de deur van de Beminde (=God)
en klopte aan.
Een stem vroeg: "Wie is daar?"
Hij antwoordde: "Ik."
De stem zei :"Er is geen plaats voor Mij en U."
De deur werd gesloten.
Na een jaar van eenzaamheid en gemis
keerde hij terug en klopte aan.
Een stem van binnen vroeg: "Wie is daar?"
De man zei: "U."
De deur ging voor hem open.

donderdag 5 november 2020

De laatste zomer in de stad

Geschreven door Gianfranco Calligarich (1947) in 1973. Pas in juni dit jaar is dit boek in het Nederlands vertaald.
Maar ach, zoals Calligarich zelf zegt: ‘De wereld mag zoveel veranderen als hij wil, maar onze ziel en hart blijven hetzelfde’.
Wanneer een boek de tijd overleeft is dat een kenmerk van literatuur.
Daarom blijft de Bijbel ook zo boeiend.

Leo Gazzarra ontvlucht Milaan, de stad waar hij is geboren, om in de eeuwige stad Rome zijn geluk te beproeven. Eigenlijk is hij een toeschouwer en vind dat wel best. Na een jaar wordt hij ontslagen door het reclamebureau en begint het lummelen. Via vrienden ontmoet hij Arianna; eentje met gebruiksaanwijzing. Maar dat is hij zelf ook wel. Dus zij krijgen een gecompliceerde relatie. Leo is ook nog eens alcoholist die soms een poging doet om af te kicken. Hij is het type antiheld. 
Hij vindt weer een baan en ‘was het prettig om s ’morgens tegelijk met de anderen de deur uit te gaan. Het gaf je een gevoel dat je klopte.’

Het einde zag ik niet aankomen en dat is dom. De titel zegt het al.
Maar ik moet bekennen dat ik in de eerste hoofdstukken heel erg aan de schrijfstijl moest wennen en dat ik te weinig aan één stuk kon doorlezen zodat ik iedere keer weer opnieuw moest bedenken: wie is dit, waar is dit en waarom.  Toen ik het uit had ben ik dan ook weer opnieuw begonnen.

Als de sfeer, het decor een boek máákt, dan is dit wel geslaagd, maar dat komt misschien ook wel omdat we zelf een aantal keren in Rome zijn geweest. Ik ken de sfeer, de straatjes, de Spaanse trappen en Piazza Navona.
Bovendien schrijft Calligarich heel ingetogen humoristisch. Wanneer je dat ontdekt ga je vanzelf langzamer lezen en meer genieten.

‘Nog geen twintig minuten te laat kwam ze over het zonovergoten terras aanlopen. Haar hakken boorden zich in mijn hart.’

Waar Pascal Mercier in ‘Nachttrein naar Lissabon’ de kerktorens heel verheven laat zijn: ‘Ik wil niet in een wereld zonder kathedralen leven. Ik heb hun schoonheid en verhevenheid nodig. Ik heb ze nodig als verzet tegen de platvloersheid van de wereld.’
vind Calligarich dat  ‘de ingeklemde kerken hun spitsen van travertijn omhoogsteken om op de mogelijke hardvochtigheid van de hemel te wijzen’.

Gewoon een mooi, tragisch boek. 

woensdag 4 november 2020

Verkiezingen Amerika

Het blijft lachen met de verkiezingen in  Amerika als het allemaal niet zo diep triest was.
Het land is verdeeld tot op het bot en beide kanten hebben zich bewapend.
De uitslag is op dit moment nog niet bekend maar beide heren claimen de overwinning.
Dhr. T. heeft zich van te voren al ingedekt met het gebrazel dat wanneer hij zou verliezen er gefraudeerd zou zijn.  Of het een slimme zet is om op die manier de race te lopen vraag ik mij nog af. Ik kan dat niet zo goed overzien.
Maar zoals de waard zelf is vertrouwt hij zijn gasten. Hij zal ongetwijfeld alles afweten van frauduleuze praktijken.

Ik volg het spektakel; de popcorn binnen handbereik.
Vanuit het grote openluchtmuseum dat Europa heet zijn Cowboyfilms best leuk.






 

woensdag 28 oktober 2020

Lezen een probleem?

In een praatprogramma – ik moet mijn geest érgens door laten prikkelen in deze prikkelloze tijd - kwam een item voorbij over de Nederlandse jeugd die te weinig leest.

Nu wordt er een weddenschap afgesloten door een paar BN-ers om in zes maanden ieder drie boeken te lezen.
Pfft, twee maanden voor een boek. Ja, wanneer je daarin begint weet je na een mand al niet meer waar het over gaat.
Buiten dat worden er in deze tijd alleen nog maar ‘literaire’ boeken geschreven met maatschappelijke thema’ en hedendaagse problematiek.
Het eerste boek over Corona heb ik ook al gesignaleerd.


Een boosdoener is de telefoon volgens de jeugd die aan tafel zat. Filmpjes kijken is aantrekkelijker en s ’avonds wanneer je moe bent is die telefoon leuker dan een boek.
Helder.
Ze geven wel toe dat je  van boeken meer gevoel voor taal krijgt en dat lezen je horizon verbreedt en je kunt inspireren.
De boeken die gekozen werden: Nouri, Roes, Dubbelleven, Confettiregen, Echte Amerikaanse jongens, Leugenaar leugenaar, de Vegetariër, Land van dadels en prinsen en jawel……zowaar een Haruki Murakami: 'Norwegian Wood' als ik de flap goed heb gezien.
Aangeprezen door een enthousiaste rapper.
Dus ja, bijna allemaal hedendaagse problematiek.
Daarbij haak ik ook af.

Zelf ben ik zonder televisie opgegroeid en vanzelfsprekend zonder smartphone, die nu altijd wel aan staat maar zonder geluid. Ik wil graag de baas blijven over dat ding en niet gestoord worden wanneer ik geconcentreerd met iets bezig ben.
Boeken lezen was toen voor mij de enige manier om het dagelijkse leven een beetje kleur te geven. En nog steeds vind ik de film die ik lezende weg in mijn hoofd maak van een ontspannend boek vele malen leuker dan de meeste voorgekauwde films.
Door lezen wordt je eigen fantasie ook geprikkeld.

Wat is er prettiger dan wanneer je op pagina vierhonderd drieënvijftig  bent van een mooi boek en je weet dat er nog vijfhonderd te gaan zijn?
Zo heb ik nu bijna de tetralogie of quadrilogie van Carlos Ruiz Zafon helemaal gelezen.
“het Kerkhof der Vergeten Boeken”.
Een eerder blogje staat hier. 

Bekende personen kwamen er weer in voor: David Martin, de inmiddels overleden Isabella en de boekhandel van de Semperes die nu door zoon Daniel wordt beheerd.
De boeken spelen zich ook weer af in het Barcelona van de vorige eeuw; nu in de jaren veertig en vijftig. De gevangenis van Montjuïc speelt een grote rol. Evenals de Spaanse burgeroorlog (1936-1939).
Zafon verweeft de draad van Ariadne moeiteloos samen met Alice in Wonderland, Dante en Vergilius. De hoofdpersoon van het laatste deel heet ook Alicia. Dus de link is duidelijk.
Je kunt de delen los van elkaar lezen maar het is wel leuk wanneer je ze op volgorde leest. Dan weet je dat Daniel zijn zoon Julian naar een eerder personage heeft vernoemd. Dat zijn vrouw  Beatrice heet zal ook niet toevallig zijn.

Zijn schrijfwijze is kleurrijk, magisch realistisch.
‘Een huizenblok verder ontwaarde ze de vitrines van Pasteleria Mauri, vol heerlijkheden, die meesterlijk waren uitgestald om de herfstmelancholie van de dames van goede komaf te verzachten.’

En:
‘Alicia betrad de zaal en liet het aan de echo over om haar aan te kondigen.’


Omdat we zelf ook al een paar keer in Barcelona zijn geweest kan ik me de straatjes, de Ramblas en Parc Guël levendig voor de geest halen.
Helaas is Zafon in juni overleden.

 

zaterdag 17 oktober 2020

Why me?

 If you have to ask Why me?
When you’re feeling really blue,
When the world has turned against you
And you don’t know what to do,
When it pours colossal raindrops,
And the road’s a winding mess,
And you’re feeling more confused
Than you ever could express,

When the saddened sun won’t shine,
When the stars will not align,
When you’d rather be
Inside your bed,
The covers pulled
Above your head,
When life is something
That you dread,
And you have to ask Why me? . . .

Then when the world seems right and true,
When rain has left a gentle dew,
When you feel happy being you,
Please ask yourself, Why me? then, too.

 

Een gedicht uit een bundel van Barbara Vance.
De bundel heet: ‘Suzie Bitner Was Afraid of the Drain’ en bevat kindergedichten.

Maar dit gedicht sprak me wel aan, ook voor ‘grote mensen’.
Die vragen zich ook zo vaak af: ‘waarom moet mij dit overkomen?’

Ze geeft hierin geen antwoord op die vraag, dat kan niemand, maar in de laatste strofe wrijft ze het je in om je dat ook eens af te vragen wanneer alles voor de wind gaat.
Waarom overkomt mij dit?
Het helpt met relativeren en om dankbaar te zijn.

dinsdag 13 oktober 2020

De meeste mensen deugen

Geschreven door Rutger Bregman (1988) in 2019.
Ondertitel: ‘een nieuwe geschiedenis van de mens’
Bregman is historicus en journalist bij 'de Correspondent'  die ook zijn andere boeken heeft uitgegeven.
Daar zijn ook stukken uit dit boek te lezen.
Hij is welbespraakt, zo heb ik bij Matthijs van Nieuwkerk gezien en zijn boek leest als een trein.

In mijn omgeving heb ik mensen horen zeggen dat ze dit boek niet hoeven te lezen want de titel klopt al niet. De meeste mensen deugen helemaal niet zo wordt ons geleerd vanuit de Bijbel. Niemand is goed, zelfs niet een. Dussss…
Nu vind ik Bregman ook wel een aarts optimist. Maar dat is op zichzelf niet verkeerd. Misschien zet hij denkprocessen in beweging om eens anders tegen de mensheid aan te kijken.


De meeste mensen deugen namelijk wel.
En oppervlakkig gezien heeft hij gelijk. Het is dan ook een horizontaal boek en daar moet je geen theoretisch, theologische dogma’s op los laten.
Dat in ieder mens het kwaad als mogelijkheid zit mag een ieder persoonlijk ontdekken.

Aan de hand van de filosofen Hobbes: ‘de mens is slecht omdat hij gedreven wordt door angst en een begeerte heeft naar macht’ en Rousseau: ‘de mens wordt goed geboren maar wordt slecht gemaakt ’ verkent hij allerlei onderzoeken die zijn gedaan in de afgelopen honderd jaar.
Alleen raakte ik halverwege het boek Hobbes en Rousseau een beetje kwijt.

Aan veel wetenschappelijk onderzoek uit het verleden zit een geurtje. Ik vind het wel leuk dat hij verschillende onderzoeken onderuit schoffelt.
Zoals het onderzoek van Philip Zimbardo wat bekend staat als het Stanford Prison experiment
Maar dit was al vanaf het begin omstreden. Zimbardo deugde kennelijk toch niet echt.
Of zijn tegenvoorbeeld van het bekende boek van menig Engelse boekenlijst: ‘Lord of the Flies’ wat op de fantasie berust van William Golding.
Hij zet daar tegenover het waar gebeurde verhaal van zes jongens van de St. Andrews kostschool in Nuku’alofa, Tonga.  Toen zij strandden op een onbewoond eiland brak de pleuris helemaal niet uit maar ontstond een gemeenschap met orde en regels.
En passant wordt erbij vermeld dat de jongens van een strenge christelijke school waren.

Ja, het is waar dat veel mensen tot kwaad in staat zijn wanneer je de omstandigheden manipuleert. Hij geeft als domineeszoon het voorbeeld van Eva in het paradijs. Ze werd uitgelokt. Het blijft de vraag of ze van de vrucht zou hebben gegeten uit eigen beweging.
Zit wat in natuurlijk.
Het gekke is dan wel, vind ik,  dat in Eva nog geen kwaad aanwezig was.  Moet ik nog eens wat langer over nadenken.
Het kwaad arriveerde (voor de mens) pas mét het overtreden van het Goddelijke verzoek/verbod. Dus dit verhaal kun je niet als voorbeeld gebruiken, maar ik begrijp wel wat hij wil zeggen.
Zijn voorbeeld van het Robbers Cave experiment, waar de deelnemers werden gemanipuleerd is duidelijker.  Dat werd ontkracht door Gina Perry.

Mensen worden vaak door anderen aangezet tot…..En die anderen doen dat niet altijd uit kwaadwilligheid. Vaak denkt men niet goed na. Mensen pleasen graag (de Homo Puppy) en wanneer je je verhaal maar goed inpakt dan lukt het wel om de ander te laten doen wat je wilt ook al pakt dat niet altijd goed uit.
Dat zou ook een verklaring zijn voor de holocaust. Het Stanley Milgram experiment zou mede moeten verklaren dat mensen behulpzaam willen zijn.  Zeker wanneer er een groter, hoogstaander doel kan worden gediend. Als het kwaad maar netjes vermomd wordt doen we mee.
Bijna allemaal.  
Maar dat onderzoek is inmiddels ook omstreden.
De daders van de holocaust dachten echt dat ze een groter doel dienden.
Dat is die banaliteit van het kwaad, zoals Hannah Arendt het zo treffend noemde.  Al vind ik dat je niet alles hiermee kunt verklaren. Er zaten teveel duivels tussen. 

Mooie voorbeelden hoe het in de ‘rat-race’ anders kan geeft hij met ‘'Buurtzorg'’, een organisatie in Oost Nederland die met succes, heel anders werkt dan de reguliere thuiszorgorganisaties met hun hiërarchieën, bureaucratieën en gigantische overheadkosten.
In het Westen is er ook één die het al sinds twintig jaar anders durft aan te pakken: ‘Duozorg’.  Die heeft de Wiki pagina nog niet gehaald. (‘grinnik’  ondergetekende was medeoprichter)

Ook noemt Bregman een vernieuwende manier van educatie. Het Agoraonderwijs.
Misschien moeten we daar langzamerhand naar toe. Want nu zijn ouders inderdaad alleen maar geïnteresseerd in cijfers en een zo hoog mogelijke opleiding voor hun kroost, alsof ze – heel onvolwassen -  hun bevestiging uit hun kinderen moeten halen.
Kinderen zouden weer buiten en met elkaar moeten spelen om hun fantasie, creativiteit en sociale vaardigheden te ontwikkelen. Daar ben ik het wel met hem eens.

Hume komt langs met zijn idee dat we net moeten doen alsof mensen van nature egoïstisch zijn. Dat noemt Bregman dan een Nocebo. Het tegenovergestelde van een placebo, een neppil die toch effect heeft. In dit geval een negatief effect.
Calvijn was dan toch hoogstaander zoals ik al eens eerder postte:

‘Er is echt maar één weg om te komen tot wat volledig indruist tegen de menselijke natuur, laat staan dat het gemakkelijk voor ons is: liefhebben wie ons haten, kwaad met goed vergelden, beledigingen betalen met zegeningen. Mattheüs 5:44
Je komt hiertoe, zeg ik, als je bedenkt dat je geen rekening moet houden met de slechtheid van de mensen, maar Gods beeld in hen moet zien. Dat beeld bedekt hun zonden en wist die uit. Door zijn schoonheid en waardigheid verleidt dat beeld ons om hen lief te hebben en te omhelzen.’


Calvijn: institutie 3.7.6. in een vertaling van Gerrit Veldman.
In het kielzog hiervan hebben, denk ik,  Martin Buber en Emauel Levinas hun filosofieën ontwikkeld.
Opmerkelijk is dat toch eigenlijk wel.
De Christenheid heeft het dan dus altijd goed gezien. Niet dat men daarnaar leefde, maar toch.  
Wat Paulus in Rom 3 uitspelt wordt door Jezus impliciet erkend maar Hij geeft er meteen praktische tips bij in Matt 5.
Ook mijn ervaring is dat negativiteit – de mens is niet in staat tot enig goed maar geneigd tot alle kwaad -  diepere kraters in de menselijke psyché  slaat dan positieve dingen en we gaan ons daarnaar verhouden. 

Bregman denkt, misschien wel meer dan hem lief is, als een praktisch christen voor zijn pleidooi om het kwade te overwinnen door het goede. Die andere wang hè. Zit best wat in.