Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 3 januari 2020

Lezen en laten lezen



Geschreven door Arnold Huijgen (1978) in mei 2019.
Ondertitel: ‘gelovig omgaan met de Bijbel’.
De titel is een spannende variatie op het ‘leven en laten leven’. Ik was nieuwsgierig naar dit boek omdat ik van mezelf merk dat ik soms heel verstandelijk omga met de Bijbel. Ik lees wel maar laat ik mij ook (de les) lezen? Ik lees wel met mijn hoofd maar doe ik dat ook met mijn hart? Dat komt waarschijnlijk ook door de jaren dat ik op fora actief was. Daar waren discussies belangrijk.
Wat het geloof of de Bijbel met jezelf deed kon vaak wel geventileerd worden maar waren ondergeschikt omdat het geen discussiepunten waren.
Het boek heeft zeven hoofdstukken die weer onderverdeeld zijn in paragrafen. Elk hoofdstuk sluit af met een conclusie. In het vierde gaat Huijgen in op de (filosofische) voorgeschiedenis. Hoe is het zo gekomen dat we alleen nog maar zo verstandelijk met de Bijbel lijken om te gaan? Descartes lijkt in deze ‘the Bad Guy’.

Huijgen pleit voor een meer bevindelijk lezen van de Bijbel. Daarin komt hij de rechterflank tegemoet, lijkt mij, daar lezen ze heel bevindelijk. Maar wanneer ik sommige reacties ut die hoek lees zien zij in Huijgen eerder een ‘tegenstander’.
Ik begrijp er niets van.

Centrale stelling van het boek: bij het lezen van de Schriften gaat het om een zaak van ontvankelijkheid van wat God ons te zeggen heeft op een wederkerige manier.
Je leest (actief) en je laat je lezen (passief).
Dat doe je niet alleen, maar samen met de kerk van alle tijden en plaatsen.
Hoe kom je tot een verborgen omgang met God? Hoe raak je afgestemd en kun je resoneren op de grondtonen van de Bijbel die we toch zien als de Woorden Gods.
Want de afgelopen tijd lijkt het dat we alleen nog maar geïnteresseerd zijn in de hermeneutiek van bepaalde vraagstukken: de vrouw in het ambt, homo’s in de kerk, schepping of evolutie.
Wat natuurlijk grotendeels mannenproblemen zijn. *gniffel*
Het Rationalisme viert hoogtij in het benaderen van de Bijbel en dat duwt een gelovig omgaan met de Bijbel naar de achtergrond.
God spreekt. Daar begint de Bijbel al mee. Dat woord is in de tijd en ruimte gekomen; mens geworden.
Dat luisteren betekent vooral goed lezen. De tijd nemen om het gelezene tot je door te laten dringen en niet meteen al nadenken wat je er zelf op te zeggen hebt.
Luisteren; daar hebben veel mensen moeite mee. Zo heb ik al lang geleden ontdekt.

Wat is waarheid? Welke waarheid. Hij gaat in op het ( ook in mijn ogen valse) argument dat wanneer je de historische feitelijkheid op één punt loslaat, de hele zaak gaat schuiven.
Dat is echt nonsens. Niet alles heeft evenveel gewicht.
In het OT staat ‘waarheid’ tegenover ‘onrecht’ en niet tegenover ‘onjuistheid’. Waarheid gaat over betrouwbaarheid.
Daar had ik zelf al eerder ook over geschreven.

In het NT ligt de Waarheid/ betrouwbaarheid in het feit dat Jezus is opgestaan uit de dood. En het vertrouwen dat Hij komt.
De Bijbel is geen doel in zichzelf maar een middel om Christus te leren kennen.
In het derde hoofdstuk gaat Huijgen in op een drieslag van Maarten Luther: gebed, meditatie en aanvechting. (oratio, meditatio, tentatio)
Op deze manier zouden wij ons kunnen ‘laten lezen’. De Bijbel lezen en erin worden ‘opgenomen’. Laten resoneren in de klankkast van de ziel.
In het vierde hoofdstuk gaat Huijgen terug naar de wortels van ons moderne denken en komt uit bij Descartes. Ook al wilde deze filosoof nog vrome kaders handhaven, de historisch-kritische methode ging als gevolg van de Verlichting ‘redelijke’ vragen stellen aan de Bijbel. Daardoor relativeerde de waarheid van de Bijbel maar daar is de Bijbel niet voor bedoeld.
Zo maken creationisten ook diezelfde fout door in de ‘redelijke’ verdediging te schieten.
Drie effecten van het ‘redelijke denken’:
1. de vraag naar de feitelijkheid van de Bijbel is belangrijker geworden dan ooit.
2. De methodische benadering van de Bijbel als object. Luisteren naar God stem is daardoor moeilijker geworden.
3. Het dualisme van subject en object, wat in bevindelijke kringen zo gerationaliseerd wordt dat het de ‘toe-eigening’ in de weg kan staan.

Uit de historisch kritische methode is, geloof ik (ja dus) de ‘de Amsterdamse school’ ontstaan. Wanneer je al die lijnen ziet lopen valt er zoveel te begrijpen.
In het vijfde komt aan de orde dat de feiten uit de Bijbel méér zijn dan kale feiten zoals ook muziek méér is dan een rijtje noten en een kunstwerk méér is dan alleen verf of klei.
Huijgen benoemt het anders lezen van de Westerse mens t.o.v. het schrijven van de Oosterse. Wij zijn gericht op precisie, wat voor de Oosterse van veel minder belang is; daar gaat het om de inhoud. Ik ben het geheel met hem eens.
Als laatste kijkt Huijgen naar de manier van omgaan met de Bijbel bij Bonhoeffer en Noordmans en bij zichzelf.
Noordmans grijpt terug op iets wat kennelijk aan Origenes wordt toegeschreven maar toch wel verdacht veel lijkt op de Joods manier van omgang met de TeNaCH: lezen op de PaRDeS methode. Hier heet het Quadriga.

Vervolgens bespreekt hij zelf 1 Petrus 3: 1-7; een lastig stuk over het christelijk huwelijk en over onderdanigheid enzo. Hij benadert de materie vanuit zijn eigen leven en culturele gevoeligheid.
Een eyeopener voor mij was dat Petrus in zijn brief steeds het vergankelijke tegenover het onvergankelijke zet en dat hij vrouwen aanspreekt op hun sociale kwetsbaarheid en niet op hun fysieke.
Jammer dat hij het ook weer over het gelijkheidsdenken heeft en niet over het gelijkwaardigheidsdenken. Dat is voor mij toch echt een heel verschil.

Geloven is geen kwestie van proberen maar van stoppen met proberen. Wie wacht op God zal merken dat Jezus Christus daadwerkelijk is opgestaan, dat Hij leeft.
Goddank is dat ook mijn ervaring. Jezelf loslaten, de controle over jezelf uit handen geven aan een hogere Instantie. Dat is best moeilijk maar noodzakelijk. En het werkt zo bevrijdend.
Maar dat zie en voel je allemaal pas achteraf.




dinsdag 31 december 2019


Laat het afgelopen jaar zakken in het stille voorportaal van het verleden.
Laat het los want het was onvolmaakt, en dank God dat het kan gaan.

Brooks Atkinson. (1894 - 1984)













maandag 30 december 2019

Het Zwanenmeer 4+



Een kinderspecial in de Doelen, Rotterdam.
Weer een poging ondernomen om twee kleinkinderen enthousiast te maken voor de klassieke muziek. ‘Oma’s muziek’.
Een eerdere poging op 16 december 2017 met de oudste, strandde enigszins. Hij weet het nog.



Op zaterdag 28 dec waren er twee uitvoeringen. Alle twee nagenoeg uitverkocht. Aangezien ik een beetje laat was met bestellen van kaarten konden we alleen nog vier plaatsen naast elkaar krijgen helemaal op de hoogste rij. We hadden een prachtig overzicht.
Voor alle zekerheid toch maar mijn oordoppen meegenomen. De oudste heeft ze heel even gebruikt maar durfde het op een gegeven moment toch zonder.
Met die twee (en hun vader) de stad in was al een belevenis. Eerst de bus, dan de metro en vervolgens door die feestelijke stad met al die lichtjes. Dan ook nog die grote zaal met die vele kinderen met al die (groot) ouders.

Het was geen ballet zoals het oorspronkelijke Zwanenmeer, maar meer een toneeluitvoering met personages en beeldanimaties. Het was een succes.
Voor mijzelf natuurlijk de muziek van Tsjajkovski door het Rotterdams Philharmonisch maar ook het meebeleven van de kinderen met Odette, Siegfried en Roodbaard.
De dirigent was Corinna Niemeyer. Zij is sinds 2018 assistent dirigent naast Lahav Shani en wat mij betreft was ook zij een succes.






donderdag 26 december 2019

Waarom laat God ons lijden?


Geschreven door Karl Rahner (1904 – 1984)
Deze RK theoloog uit de orde van de Jezuïeten heeft dit als voordracht gehouden in 1980 en 1982. Daarvan is dit boekje een samenvatting. Hij gaat hier bijvoorbeeld niet in op het verschil van het natuurlijke kwaad of het morele.
Het is een dun boekje maar met één van de grootste vragen die de mens kan bezighouden. Mij tenminste wel. De Theodicee.
Waarom laat God ons lijden?
Het was lang een reden voor mij om geen christen te worden. In het dorp waar ik opgroeide zag en hoorde ik, dat wanneer je christen werd, je ook allerlei beproevingen werden toebedeeld.
Je verloor je man, vrouw of kinderen of je gezondheid. Net als bij Job. Allemaal om je geloof te testen. Nou, daar bedankte ik voor. Ik vond en vind het niet eerlijk wanneer God over de rug van anderen mijn geloof zou willen ‘beproeven’. Gek eigenlijk dat juist zulke dingen dan blijven hangen in een omgeving waar ook veel over God werd gesproken op een positieve manier. Nu denk ik: angst.

Zo heb ik God ooit voorgehouden....ja ja, lekker aanmatigend..... dat wanneer ik toch christen zou worden, ik het niet zou accepteren dat ik geliefden zou moeten missen. Dan zou ik Hem meteen mijn rug toekeren.
Ik moet zeggen dat het; behalve op de ‘natuurlijke’ manier van ouderdom, tot nu toe niet is gebeurd.
Een verklaring heb ik daar niet voor maar ik ben Hem er echt enorm dankbaar voor.
Heb ik mezelf daarmee levenslessen ontzegd? Dat zij dan maar zo.
Bij Maria Rosseels herkende ik de gedachten dat lijden niet per definitie betere gelovigen oplevert. Rahner schrijft daarover in zijn derde argument.

Het vervelende van dit geschrift is dat er eigenlijk ook geen antwoord komt op deze existentiële vraag. Verwachtte ik dat dan? Nee, niet echt.
Ik vermoed dat in dit leven er nooit een afdoend antwoord zal komen maar ik verwachtte wel handvaten. En eigenlijk geeft hij die wel maar niet één die ik wil horen. Misschien moet ik geestelijk verder groeien.

Het prettige is dat ook Rahner geen genoegen neemt met de bekende argumenten.
Hij neemt ze allemaal wel zeer serieus; ze hebben ook wel een bepaalde geldigheid, maar ze voldoen voor hem net zomin als voor mij.
Hij brengt het verschil in ‘toelaten’ en ‘bewerkstelligen’ naar voren. Dat lijkt een heel verschil maar is het in feite niet. Want wat betekenen toelaten of bewerkstelligen wanneer dit van een God wordt gezegd die Zelf oorzaak en grond van de realiteit is?
Mijn idee: Mogelijk vinden wij dat verschil belangrijk in een poging het lijden een beetje te kunnen plaatsen en begrijpen. Alsof toelaten minder erg is dan bewerkstelligen ofzo. Maar toelaten en er niets tegen doen is net zo 'erg' als bewerkstelligen.

Rahner benoemt vier klassieke argumenten maar vooraf zegt hij dat het geen zin heeft om de schuld op andere creaturen te schuiven zoals engelen of demonen. Daar schieten we niets mee op. Dat ben ik geheel met hem eens. In de Evangelische wereld is dat nogal eens het geval. Het kwaad werd/wordt dan vooral buiten zichzelf gezocht en dat is een grote misvatting.
De scheidslijn tussen goed en kwaad loopt dwars door ieder mensenhart. Hier heb ik wat meer gedachten daarover geschreven.

Rahner houdt zich verre van de dialectiek van het dualisme; dat er kwaad moet zijn om het goede te kunnen zien. Dat er donker moet zijn om het licht te kennen.
Ik ben ook bang dat je daarmee in het heidense Zoroastristische moeras verdwijnt ook al is op zo’n manier denken heel aantrekkelijk.
Dan zou er toch niet in de Bijbel staan dat God het kwaad heeft geschapen? Het was niet een kwestie van het Zich terugtrekken om zo ruimte te maken voor het ‘on-licht‘ .
Het kwaad kwam erbij en kreeg een plek. Dan heeft dat ook een bedoeling lijkt mij.

De argumenten die Rahner behandelt:
1. Lijden als natuurlijk bijverschijnsel van de zich ontwikkelende wereld.
Het eten en gegeten worden. De één zijn dood is de ander zijn brood. Logisch gedacht want anders zou de aarde veel te vol worden. Maar dat betekent het bagatelliseren van de wreedheid tussen mensen onderling.
Het verklaart niet de vraag.

2. Lijden vanwege de vrijheid van het creatuur en de daaruit volgende schuld.
Alles is terug te voeren op de keuze voor het kwaad van het schepsel. Oftewel de zondenval.
Maar dat negeert het feit dat de menselijke vrijheid omvat wordt door Gods soevereine beschikking. Zo werd en wordt binnen de Christelijk theologie beleden.
Indirect is Rahner ook geen voorstander van de vrije wil.
‘Maar dit alles verandert niets aan de fundamentele overtuiging van alle Christelijke theologie dat een dergelijke verabsolutering en autonomie van onze vrijheid in tegenspraak is met het christelijke godsbegrip’.
Dan zou het lijden dat voortkomt uit die vrijheid slechts informatie zijn die weer verdwijnt in de Goddelijke wil.
Is de mens verantwoordelijk? Jawel, en hoe dat spoort met de verantwoordelijkheid van God blijft een mysterie. Dus ook dit is geen sluitend antwoord.

3. Lijden als beproeving en vorming.
Dat heb ik ook lang gedacht. En dat wordt ook veel gedacht. Lijden als ‘Soulmaking’.
Ook al zou dat zo zijn….. hoe is het dan te verklaren dat jonge kinderen sterven; dat ouderen gaan dementeren? Dat er zovelen zijn die niet tot morele rijping komen?
En er valt zonder lijden toch ook genoeg te leren?
Ook dit argument is ontoereikend.

4. Lijden met als verwijzing het eeuwige leven waar geen dood of rouw meer zal zijn.
Is lijden dan een noodzakelijk middel tot het eeuwige leven? Biedt dit troost? Hoe zal men vanuit het hiernamaals terugkijken? Ook dit rechtvaardigt het lijden niet.

Dan komt Rahner tot zijn ‘conclusie’: het lijden is onbegrijpelijk en past bij een onbegrijpelijke God. Het is zaak je zelf in onvoorwaardelijke, aanbiddende liefde over te geven aan deze God.
Zo systematisch rationeel als Rahner is in het weerleggen van de argumenten; zo spiritueel is zijn conclusie.

Natuurlijk heeft hij gelijk maar dáárvoor hoefde hij zich deze vraag niet te stellen.




vrijdag 20 december 2019

Schaken met kerst



Een bekende uitspraak van Albert Einstein is: ‘God dobbelt niet’.
Met ander woorden: God speelt geen kansspelletjes.
Ik ben het geheel met hem eens maar ik denk wel dat God van schaken houdt. Een spel dat niets te maken heeft met toeval maar met nadenken en de consequenties van zetten kunnen overzien en daarop anticiperen.


Zelf kan ik niet schaken; ja, ik weet wat elk stuk wel en niet mag, maar in het overzien en in het calculeren ben ik niet goed.
Ooit las ik ‘Schachnovelle’ van Stefan Zweig en ik vond het fascinerend. Ik ben het verhaal nooit vergeten.

Wanneer ik de kerstgeschiedenis bekijk dan kan ik niet anders concluderen dan dat God daarin alle schaakstukken zo heeft gemanoeuvreerd dat ‘in de volheid van de tijd God Zijn Zoon heeft uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet’ (Gal 4:4)
Binnen het Joodse volk, zoals al lang van te voren was beloofd en tijdens de Romeinse overheersing zodat Jezus een gruwelijke dood zou sterven. Ook nog eens precies in een korte periode dat de Joden zelf geen belangrijke zaken mochten berechten want dan zou Jezus waarschijnlijk gestenigd zijn zoals een paar jaar later Stephanus.
Zo werden Jood en Heiden samen schuldig aan het doden van de Messias.

Ten tijde van de geboorte in 2 BC (?) was Octavianus keizer van het Romeinse Rijk met Livia aan zijn zijde.
Herodes was koning over Judea. Dat hij in 4 BC overleed is nog allerminst zeker. Salomé was zijn zus en was een vriendin van Livia.
Zie Livia Augusta.

Cyrenius (of Quirinius) van Syrië was even procureur van Judea* . En in Rome was rondom die tijd het feest vanwege het 750 jarige bestaan van de stad op 21 april en het feit dat keizer Octavianus ‘Pater Patriae’ werd; Vader des Vaderlands.
Plus dat hij vijf en twintig jaar princeps was. Dat alles in het jaar 2 BC.
Redenen genoeg voor een feestje.
Misschien was Herodes wel op dat feestje en had hij Cyrenius gevraagd om de zaken tijdelijk waar te nemen. Netwerken heet dat.
Want Herodes was door Octavianus al eens in contact gebracht met allerlei hoogwaardigheidsbekleders van Syrie. **
Of dit alles feitelijk hard te maken is weet ik niet. Het zijn mijn gedachten en voorstellingen hoe de wereld van toen er uit zag.
Alle ogen waren ongetwijfeld gericht op Rome en intussen werd ergens in Judea een baby geboren die de wereld zou gaan veranderen.

…...
‘Ja, dit was de dag van het nieuwe,
de dag van het nieuwe begin;
het lam ligt tussen de leeuwen,
tussen de leeuwen in.’
…...

(uit 'van de naam en het nieuwe begin' van Guillaume van der Graft)





* Zie early christian writings; justinus martyr; first apology; 34
‘Now there is a village in the land of the Jews, thirty-five stadia from Jerusalem, in which Jesus Christ was born, as you can ascertain also from the registers of the taxing made under Cyrenius, your first procurator in Judaea.

** Flavius Josephus ‘oude geschiedenis van de joden’; XV 360


woensdag 11 december 2019

Maanlander


In een berichtje op nu.nl las ik vorige week dat India een maanlander had gestuurd, naar de maan. Selbstverständlich, anders heet het geen maanlander.
Maar deze is gecrasht bij de landingspoging. De Vikram.
Jammer.

Het geweldige team van de NASA kon in eerste instantie de brokstukken niet terugvinden maar met medewerking van slimme amateurs is dat uiteindelijk wel gelukt. De brokstukken konden worden gelokaliseerd.
Wat geweldig allemaal! Wat een technisch vernuft!
En nu?

Welk doel had dit vinden van de brokstukken? Alleen maar het etaleren van kennis en technische mogelijkheden? Het weten?
Of wordt er nu een andere maanlander of iets dergelijks uitgerust om de troep te gaan opruimen?
Wat staat en ligt er eigenlijk inmiddels al allemaal op die maan?

Toen ik daarnaar op zoek ging.......mag ik even kotsen.
Hier een serieuze opsomming en hier een populaire.

En dan worden al deze mannen als helden gezien?
Hoe is het mogelijk. Het zijn de grootste schoften, inclusief allen die erachter staan.
Hebben we de aarde al aardig vernaggeld, met zichtbaar en onzichtbaar vuil zoals het hormoongif, wat deze week in de krant stond; zijn we nota bene ook al met de maan bezig!

In de Netflixserie ‘the Crown’ is prins Philip ook al teleurgesteld in de astronauten die hij uitnodigde op Buckingham Palace.
Geen filosofische bespiegelingen of emotionele reacties over suizen door de ruimte of het landen op de maan en wat dat met de mens doet.
Niets van dat al. Alleen dom gegrijns en trots over het technische hoogstandje. Nu zal dat wel filmisch overdreven zijn maar toch....
“That's one small step for [a] man, one giant leap for mankind” Ja, ja....

Ach Greta Thunberg, ik heb respect voor je moed, maar het is dweilen met de kraan open. Van Madrid verwacht ik niet veel.
Ik heb lang gedacht dat de mensen in staat zijn om zelf oplossingen te bedenken voor allerlei problemen op deze aardkloot. Ze kúnnen het misschien ook wel maar ze wíllen niet. De machtswellust en geldgierigheid vieren teveel hoogtij.
Nu heb ik het opgegeven dat het met de mensheid goed komt.
Er is ingrijpen van Hogerhand nodig.












16-12-2019
De klimaattop in Madrid is mislukt, of wel gelukt. Voor elke visie zijn wel overtuigende argumenten te vinden. In ieder geval is er van alles doorgeschoven naar de volgende top in Glasgow in 2020.
Ooit dacht ik dat we met het klimaat een gemeenschappelijke vijand konden creëren zodat we niet meer tégen elkaar zouden vechten maar gezamenlijk ergens onze schouders onder konden zetten.
Ik zie het nog niet echt gebeuren.


28-01-2020
Blijft wel een interessante kwestie wie nu eigenlijk die bovenstaande foto op de maan heeft genomen.....


dinsdag 10 december 2019

The Irishman



Een film van de regisseur Martin Scorses uit dit jaar.
Gezien via Netflix.

Na zo ongeveer alle Spaanse series te hebben bekeken – ik spreek nu vloeiend Spaans *gniffel* - en ook ‘The Crown’ heb ik me gewaagd aan deze misdaadfilm.
Gebaseerd op een boek boek 'I Heard You Paint Houses'. Geschreven door Charles Brandt.
Jimmy Hoffa was een belangrijke vakbondsleider in de VS van de jaren zeventig.
Zijn verdwijning is tot op de dag van vandaag niet opgehelderd en blijft daardoor een raadsel. In deze film wordt een mogelijkheid voorgesteld die volgens de schrijver van het boek door Sheeran aan hem is verteld. Bewezen is het nooit.



Hoffa schijnt banden te hebben onderhouden met de maffia. Al hield hij helemaal niet van Italianen. ‘Ze heten allemaal Tony’
De rol van Hoffa wordt door Al Pacino gespeeld. Het verhaal wordt door de ogen van een naaste medewerker verteld.
Dat is de stoïcijnse Frank Sheeran, the Irishman en oorlogsveteraan. Gespeeld door Robert de Niro. Deze Frank gaat tot de intieme kring van Hoffa behoren op voorspraak van Russell Bufalino.
Rode draad is de reis van Sheeran, Bufalino met hun vrouwen naar een afspraak met Hoffa.
Dan volgen via flashbacks stukken die het tot een geheel smeden.
Bufalino is een rol van Joe Pesci. Even tussendoor: Wat kunnen oudere mannen toch ook foeilelijk worden. *grinnik*
Dan heb je de voor mij klinkende namen wel gehad.

Frank Sheeran is in eerste instantie een medewerker van Bufalino . Maar via Bufalino wordt hij voorgedragen bij Hoffa. Handig voor Bufalino om iemand in het tegenovergelegen kamp te hebben, want Sheeran blijft toch vooral trouw aan hem. Hoffa zie ziet wel iets in Sheeran. Vooral in zijn pokerface denk ik , zijn volgzaamheid en zijn stoïcisme.
Daarom is die laatste scene ook onbetaalbaar naar mijn mening en laat de kracht van Scorsese zien.
Dan zit Sheeran, oud en verlaten door iedereen in een verzorgingstehuis. De meest mannen van zijn tijd zijn overleden. Zijn dochters willen niets meer van hem weten.
Sheeran neemt al zijn misdaden mee het graf in. Zelfs de pastor die hem regelmatig bezoekt vangt bot.
In die laatste scene zie je heel subtiel het verlichte bordje ‘exit’ en dan de kamer inzoomend op Sheeran.
Die man die nooit een spier vertrok voor de meest vreselijke dingen die hij in zijn leven heeft gedaan en die dan aan de verzorgende vraagt of de deur een kiertje mag blijven openstaan.
Er is geen mens zo stoïcijns of er zit nog wel een emotioneel trekje aan.
Ik moest daarbij denken aan Willem Wilmink met zijn gedichtje ‘Dood zijn duurt zo lang’.

Waarom zijn mensen zoals ze zijn?
Waarom doen ze dingen waarvan ze weten dat het niet goed is? Het grootste raadsel van deze film is het raadsel ‘Mens’.